Leest de zeer belangrijke brochure: ets. Derde Blad 24 November 1922 KUIST El KEÜ5S. 6EMEK6D RIEOWS. H5KDEL EK iUJYERHElD. VRAGENBUS. KERK EN SCHOOL. Het wonderbare. De stand van de arbeidsmarkt. Een nieuw kanker-kenmerk. De Kunstnijverheidstentoonstelling te Parijs in 1924. Het lichten van glimwormen. Prijsvraag inzake economisch hersteL De Bankoverval te Valkenburg. Onscluk met een jachgteweer. Verduistering te Rotterdam. Door een hert aangevallen. Ze waren onscmucng. De Duitsche Dienstboden. Er fijntjes ingeloopen. Naar de Missie. Nationale Opera. Spaarnestad Haarlem Het Centraal Bureau voor de Statistiek !®eft in zijn Maandschrift het gebruikelijke "Verzicht van den stand der arbeidsmarkt, dit- "taal over het 3e kwartaal van 1922. Daaruit ^l'jkt hoezeer ook in dit kwartaal de econo mische crisis op de nijverheid een buitenge woon ongunstigen invloed bleef uitoefenen, *°odat in tal van bedrijfstakken en veel on tnemingen slechts met een, vaak zelfs zeer Swing, deel der capaciteit is gewerkt. Voor cjken bedrijfstak afzonderlijk geeft het over zit dienaangaande de nootdige bijzonderhe- t, waaraan wij, ons hier tot een aantal mdustrieën bepalende, het volgende ontlee- J«n. Verscheidene flesschenfabrieken lagen stil, tt jvelke er reeds vele geruimen tijd builen trijf zijn. Van den weinig rooskleurigen toe zond in de fabricage van wit glas en kristal tuigt het feit, dat twee dezer fabrieken met Jjjna 900 arbeiders werkten tegen ruim 1500 volle capaciteit voorheen. Meer werk rap porteerde men voor een der fabrieken van S'oeilampballonnetjes, welke haar personeel met bijna 100 man uitbreidde. De spiegel- f'asfabriek had maar matig werk (eind Sep tember plm. 70 arbeiders minder dan begin Hei). In de vensterglas-fabricage bleef het "undbedrijf stii liggen; het machinale bedrijf 'k na tijdel-ijken stilstand voor het aanbren gen van herstellingen, begin Augustus on danks groote slapte in den afzet met vol per soneel (plm. 300 man) heirvat. Door opleving m de brillant-'branche viiel er voor de dia mant-industrie een naar omstandigheden ver lijdende toeneming der werkgelegenheid te boeken. Dientengevolge is het aantal werkloo- *o leden van den Alg. Nederl. Diamantbewer- kersbond vrij geleidelijk gedaald van 3668 in d® eerste week van Juli tot 2597 in de laalste Week van September. In de typografische vak ken daarentegen is de werkloosheid nog bij Voortduring gestegen, zoodat de beide grootste Vakbonden het kwartaal ingingen met 1075 en eindigden met 1376 werklooze leden. In het tauwbedrijf heeft in het bijzonder in de twee de helft van het kwartaal in een niet onbe langrijk aantal plaatsen ook de werkloosheid onder vaklieden, vooral timmerlieden en o.a. Ook metselaras afmetingen van meer betee- Wis aangenomen. in de kleeding-industrie (maatwerk) heersch- 'e ook in September, toen het herfstseizoen begon te naderen, nog overwegend slapte en Was van een noemenswaardige opleving nog maar weinig te bespeuren. In de confeclie-fa- brieken was de toestand over het geheel evenmin bevredigend, zij het dat er o.a. no pens een aantal hoerenkleeding-fabrieken ook wel betere berichten waren. Waar in de schoenen- en leder-industrie nog gewerkt werd (in menige fabriek zijn alle arbeiders ont slagen) geschiedde dit, op maar betrekkelijk weinig uitzonderingen na, slechts op zeer be scheiden schaal. Ook do rubberindustrie gaf een algemeene inzinking te zien (één dezer fabrieken b.v. verminderde haar personeel met ruim 150 man).'De metaal-industrie heeft doordat een groot aantal fabrieken (scheeps bouw, machine-fabricage en vele andere branches) slechts met een deel der capaciteit werkten, in niet geringe mate in de heerschen- le werkloosheid bijgedragen. Intusschen i® lier en daar ook wel toeneming van het wetrk 'oorgekomen, zooals in enkele gloeilampenfa- irieken (één dezer breidde haar personeel uit aet ruim 360 man). In de textielindustrie is e werkloosheid wel toegenomen, maar in to tal bleef zij nog van beperkten omvang, oordat in vele fabrieken geregeld of flink is corgewerkt, zij bet ook in een 'deel dezer we ens het afwerken in voorraad. Voor één der ndernemiingen in de fabricage van kunstzij- e, welke een nieuwe fabriek gedeeltelijk in edrijf nam, viel een belangrijke uitbreiding an personeel (nl. met plm. 800 personen) te onstateeren. Aan vele arbeiders uit de siga- rni-industrie, die anders werkloos zouden zijn teweest, kon bezigheid worden verschaft voor *e Spaansche Regie. In ondorscheidene belangrijke centra van iroentencuituur is ontslag van los en vast per soneel het gevolg geweest van de uitermate ngunstige omstandigheden, waarin in het bij zonder deze tak van den tuinbouw verkeerde. Dok in de bloemisten-bedrijven vonden de slechte tijden hun terugslag, al gewaagden naar weinig rapporten van bepaalde werk loosheid. In de centra van boomkweekerijen was over hel algemeen voldoende werk met Del schoonhouden der kweekerijen het occu- eeren enz. In de fruitielerijen heerschle even- nin slapte, daaT 1922 een goed fruiljaar is en len deel Van den oogsttijd in dit kwartaal valt. Aan de zeevisscherij namen ook in dit 'wartaal weder veel minder vaartuigen deel ian in het overeenkomstige van 1920, voor- lamelijk door den kleineren omvang der drijf- ïel-visscherij op haring. In de veenderij was de omstandigheid, dat lit jaar over het algemeen zeer weinig turf jegraven is, uiteraard va® ongunstigen in- rioed op de weifczaamheden in de, voomame- ijk in het 3e kwartaal vallende, droog-perio- ie. In de steenkolenmijnen vertoonde 't totaal (op den len der maanden Juli tot en mei Oc tober waren er nl. resp. 26363, 26395, 26546 en 26-121). Het gemiddelde aanlal arbeiders per werkdag in het havenbedrijf te Amster- dme bedroeg in dit kwartaal 4302, tegen 4581 in het vorige en 5169 i® het 3e kwartaal van 1921. Te Rotterdam, voor welke plaats nog geen volledige kwartaal-cijfers len dienste stonden, bracht Augustus in vergelijking met Juli een geringe daling zoowel van het week- gemiddelde der door d-e losse arbeiders ver richte taliën (van 30935 op 29727) als van het gemiddeld aantal vaste arbeiders (resp. 4228 en 4185.) Wunderiich en Slrümpel hebben altijd be weerd dat kankerlijders eerst laat grijs wor den en lang de haarlint van hun jonge ja ren behouden. Schridde heeft daarnaar weer eens een onderzoek ingesteld en deelt daar van thans de resultaten mede in de Munche- ner Medizinische Wochenschrift (10 Novem ber 1922). Hij kwam tot de slotsom dal in de eerste plaats de bovengenoemde bewering van Wunderiich en Strümpel niet juist is maar er toch een onmiskenbaar verband be staat tusschen den toestand der haren en de aanwezige kwaadaardige woekering: alle kankergezwellen van alle organen gaan na melijk gepaard met dezelfde bijzondere ver anderingen van de haren, speciaal van hoofd en aangezicht. Een kleiner of grooter deel dezer haren wordt bovendien stijver en dik ker dan de gewone haren. Die zwarte haren vallen te meer in het oog naar gelang de kleur der omgevende haren lichter is. De nor male haren worden bij den patiënt op leeftijd even goed grijs of wit. Naar mate de persoon ouder is vallen dus de zwarte „kankerharen" (Krebshaare) moer op. De verhouding tus schen het aantal donkere kankerharen en de normale haren wisselt bij verschillende perso nen sterk, ook is de verspreiding van die ha ren niet steeds regelmatig. Vooral in de wenkbrauwen komen ze veel voor, bij den man ook in baard en snor. Deze zwart ge kleurde kankerharen worden evenwel nooit aangetroffen op de gewoonlijk door de klee ding bedekte behaarde gedeelten van het lichaam. Dat op het hoofd die zwarte haren vaal worden, in de wenkbrauwen en aan de slapen overwegend wordt in verband daarme de door den schrijver toegeschreven aan het dragen van hoofddeksels. Deze zwarte kankerharen komen niet alleen bij alle oudere kankerpatiënten voor, maar worden ook volgens Schridde nooit gemist bij de zeldzame jeugdige personen die aan deze kwaal lijden. Daar vallen ze natuurlijk niet zoo in het oog als de normale haarkleur don ker is, maar als men goed kijkt is het onder scheid duidelijk te zien. Daarentegen werd de hier besproken zwarte verkleuring door Schridde niet gevonden bij een paar roodha rige kankerlijders. Schridde meent zelfs een verband te moe ten aannemen tusschen den omvang van het gezwel en het aantal „zaailingen" eenerzijds en het aantal dof-zwarte kankerharen ander zijds. Hoe grooter het gezwel, en hoe meer zaailingen, hoe meer zwarte kankerharen vond hij. Behalve verandering van de haarkleur is bij velen dezer lijders ook een huidverkleuring te vinden. Mochten deze onderzoekingen van Schrid de door anderen bevestigd worden, dan is er zeker reden zich te verheugen omdat men dan over een nieuw en volgens Schridde betrouw baar kenmerk beschikt die een vroegtijdige onderkenning van kanker in hooge mate ge makkelijker zou kunnen maken. Naar het ,,N. v. d. D." verneemt, baart het in kunstnijverheidskringon hier te lande ongerustheid, dat van wege de regeering nog niets vernomen is omtrent de deel neming van ons land aan de Kunstnijver heidstentoonstelling te Parijs in 1924. Zou de officieele uitnoodiging tot deel neming, die reeds overal is aangekomen in Zuid-Amerikaansche Staten en ook in Duitsch'and Den Haag nog niet heb ben bereikt? Gezien de vooraa®staaude plaats, die ons land op kunstnijverheidsgebied inneemt is toch een degelijke voorbereiding, om waar dig voor den dag te komen, noodzakelijk! Aan een artikel van Nie.-slrasz in „Na- tura" over bovenstaand onderwerp, is het volgende ontleend: Eene verklaring van 't eigenlijke lieht- proces der lampyriden ontbreekt. Dr. F. 0. Gerretsen d et in „Biolog. Zen'ralblatt'" mededeeling omtrent hetgeen hij ze'.f heeft waargenomen bij een Javaanschen glimworm, in verband met hetgeen anderen schreven. Bij de wijfjes van genoemde soort bevin- i an tal arbeiders slechts lichte schommelingenden zich lich. organen m de btidw laats .e abdominaalsegmenten, overdekt met een beet doorzichtig chitinehuidje; bij de mannetjes is slechts 1 lichtsegment aanwezig. Het lichten geschiedt regelmatig 60 tot 120 keer per minuut. De eieren geven ook licht, wat niet is toe te schrijven aan uit het moederlijf meegesleepte lichtstof, nosh aan infectie met lichtgevende bacteriën. Aanvankelijk lichten de eieren gelijkma tig: later trekt zich het lichtgevend ver mogen meer en meer samen op een bepaald punt. Eenige dagen vóór het uitkomen dei- larven begint het ei periodiek te lichten. Do larven lichten slechts één of tweemaal per minuut. Volgens Verworm is het pe riodiek lichten 'n gevolg van de aanwezig heid va® een automatisch werkend zenuw centrum, dat niet werkt wanneer de die ren slapen. Over dag en ook wel 's Avonds loopen echter de kevers vaak rond zo -der licht te geven, terwijl zij toch niet s.apen. Nu kan óf het voortbrengen van lichtstof, dan wel de zuurstoftcevcer on lerbrol.en worden. Het eerste is niet in overeenstemming met het feit, dat uit de lichtorganen steeds een vrij groote hoeveelheid lichtende ma terie is af te zonderen, die uit zichzelf uren lang blijft nalichten. Best dus de willekeurige onderbreking van den lucht toevoer. De traeheeën kunnen nergens wor den afgesloten, maar de oapillaire uitein den ervan kunnen door eenvoudige sa mentrekking v an het protoplasma in de cellen, waarin die uiterst fijns buisjes ein digen, dichtgedrukt worden. In doze „eind- cellen" liggen zenuw takken dicht tegen de trackeeën-capillai en a ingedrukt. Dat hiir inderdaad het periodiek li h'en geregeld wordt, blijkt uit het gedrag der insecten bij chloroformnarcosein den beginne ver duistert het liohtorgaan; brengt men nu den kever in frissoho lucht, dan komt hij weer spoedig bij en het lichten begint lang zamerhand weer. Zot men echter de nar cose voort, dan treedt het lichten, dat eerst achterwege bleef, weer op, ees. plaatselijk, daarna gelijkmatig in het ge- hoele lichtorgaan. De kever komt, nu in frissche lucht gebracht, niet meer bijhet lichten gaat nog uren lang door. Bij lan ger verblijf in den ch'o oformd mp gaat het lichtvermogen geheel verloren evena.s bij lichtgevende bacteriën. Be ohadigt men tijdens hot donkere narcose-stadium de huid, die het lichtorgaan bedekt, zeodat de lucht kan binnendringen, dan treedt op die plek het lichten onmiddellijk op. Ontneemt men aan eenige kevers de licht organen en wrijft men deze in een mor tier fijn, dan gebft de aldus verkregen massa enkele uren achtereen licht, waarna langzamerhand duisternis intreedt. Doodt men daarentegen kevers bij 65 gr. 0., dan geven zij geen licht en doen dat ook niet, als de lichtorganen met lucht in aanra king komen; mengt men den inhoud der lichtorganen echter met de eerste, uitge doofde massa, dan licht het geheel onmid dellijk. De eerste massa liohtte niet meer, omdat de lichtstof verbruikt was. De twee de kon niet lichten, hoewel er lichtstof aanwezig was, omdat de daarvoor blijk baar noodige enzymen bij 65 gr. 0. g®- dood waren. Voegt men ze bijeen, dan zijn weer lichtstof en enzym aanwezig en het lichten kan veer voortgaan. Volgens Harvey kan geoxydee.-de licht stof door enzymatische, hacteriologisohe of chemische reductie we?r in lichtstof om gevormd worden. In dit er-val zouden de „e'nlccle 1 eiuot e-mid e ve ken E' zou dus geen stof verloren gaan. W ordi echter de lichtstof gereduceerd, dan mot iets anders geoxydcerd worden, wat in dit geval eene of andore stof uit het lichaamsvocht is, (1 re geoxydeerd wordt tot ammemium-uraat, dat zich, mot toanemen- den ouderdom der insecten in de dorsale cellaag van het lichtorgaan ophoopt. en andere voedingsgewassen soms selfs de kosten van het rooien of oogsten niet waard zijn; B. vervoermiddelen aanwezig zijn, dooh on gebruikt blijven en dat gelijktijdig de ar beidskracht van de werkloozen geheel of gedeeltelijk verloren gaat, ofschoon toch de productie-capaciteit van fabrieken enz. groot genoeg is; dan mag uit deze schrille tegenstellingen wor den geoonciudperd, dat aan een economisch gebruik van den arbeid hinderpalen in den weg staan. Gevraagd wordt een voor het groote pu bliek bevattelijke uiteenzetting van ten hoog ste 8 pagina's druks, waarin beredeneerd wordt aangetoond; le. waaraan deze ongerijmde toestanden te wijten zijn; 2e. door welke maatregelen hierin verbete ring ware te brengen, d.w.z. een toestand ware te scheppen, waarin zoo weinig mo gelijk middelen tot het vormen van wel vaart verloren gaan. Reglement. 1. De antwoorden moeten vóór 1 Februari 1923 worden toegezonden aan het Algemeen Secretariaat der Maatschappij, Paviljoen, Haarlem. 2. Zij moet met de schrijfmachine zijn vervaardigd, op één zijde van het papier. 3. Zij moeten gemerkt rijn door een ken spreuk of teeken en vergezeld gaan van een gesloten briefomslag met dezelfde kenspreuk of hetzelfde teeken op de buitenzijde en een opgave van den naam en de woonplaats des inzenders bevallende. 4. Het Hoofdbestuur behoudt zich het recht voor zoowel de bekroonde als de andere antwoorden geheel of gedeeltelijk in het or gaan der Maatschappij openbaar te maken. 5. De stukken worden niet teruggezonden, zoodat het goed zal zijn er een afschrift van te houden. 6. De beoordeeling geschiedt op de wijze als het Hoofdbestuur zal bepalen. 7. Van de beslissing van het Hoofdbestuur is geen hooger beroep. („Tijdschr. Mij. v. N. en H.") De Ned. Maatsch. voor Nijv. en Handel looft een prijs uit van vijf honderd gulden voor het beste antwoord op de vraag betref fende de oorzaken der economische malaise en de middelen ter verbetering. Toelichting: Gezien de feilen dat eenerzijds: ain verschillende streken der wereld hon gersnood en ellende heersohen; b. bovendien schier tal van dringende be hoeften onbevredigend blijven (bijv. wo ningen, wegen, bruggen, vervoermiddelen, kieeding, onderwijsinrichtingen, enz.); dat anderzijds er gelijktijdig: A. in sommige streken overvloed is van voedsel, zoodat graan als brandstof wordt gebruikt of aardappelen, groenten Omtrent den brutalen overval in de Val- kenburgsche Wisselbank van den heer Pap pers aan de Stationstraat, verneemt de „Tel." nog het volgende: Het gelukte den roovers niet, de brand kast, die gesloten was, te forceeren, wijl om wonenden den overval inmiddels ontdekt hadden. De dieven sloegen op de vlucht en ontkwamen. Een van hen is door den be diende herkend: het was iemand die den dag te voren twee maal geld gewisseld had. De overval gebeurde nog geen vijf minuten nadat de eigenaar van de bank, deze met een cliënt had verlaten. De roovers schijnen dus op een gunstige gelegenheid gewacht te heb ben. Er wordt met politiehonden naar de da ders gespeurd. De misdadigers schijnen het oogembllk, dat de bediende rich alleen in het lokaal bevond, zich ten nutte gemaakt te hebben. Het lokaal ziel aan de achtcrziïde uit op de woning van de zuster van den beer P. Deze dame zag door een glazen deur hetgeen er in het kantoor geschiedde en spoedde rich naar haar man en met dezen naar buiten om hulp. De dies-en, ziende dat zij ondekl waren, lilden eveneens naar buiten en werden direct ach tervolgd door den inmiddels gewnarsc-huwden hoer P. en verder te hulp gesnelde personen. De dieven vluchtten de Stationstraat uit: 2 verdwenen op het Walramsplein. Daar ge raakten zii uit het oog. De marechaussee werd intusschen gewaar schuwd. Deze stelde een kort onderzoek aan de bank in en ging met de gemeentepolitie en riiksveldwacht met behulp van een politie hond het spoor der dieven na Vermoedelijk hebben dezen zich over de weilanden bii den 0®d Vn'kenburgerweg in voorloopige veilig heid gesteld. De wegen werden afgezet en de politie in den omtrek gewaarschuwd, waarbij door particulieren beschikbaar gestelde au to's nuttig werk Verrichtten. Een duidelijk signalement van Ae misdadigers kon de be diende nog niet opgeven: bet waren Duitseh sprekende personen. De betrokken bank mei de uitbetaling van de gestolen ehëque van fr. 3000 belast, is te'egrafisch gewaarschuwd. Behalve deze chèque zijn ontvreemd 350 aan bankpapier en zilver, 300.000 mark en 1600 Fransche en Belgische francs. In hot jachthuis „Heuveldreef" (Utr.), was de jagermeester bezig ©en dubbelloops- geweer te reinigen. Een der loopen schijnt evenwel geladen te zijn geweest. Onver wachts ging een schot af, waardoor de tuinmansleerling aan het been gewond werd. Hij werd onmiddellijk per auto naar het ziekenhuis vervoerd. Wegens verduistering van f 5000 is door de politie te Botterdam aangehouden en in verzekerde bewaring gesteld de kantoor bediende a M. De man was in dienst hij de scheepvaart-Maatschappij Millingen aan de Boompjes. In de® loop van den tijd heeft hij in totaal vijf duizend gulden uit de kas genomen en die te eigen bate aan gewend. Hij schreef, om den diefstal te bemantelen valsche kwitanties uit, die hij aan de boekhouding overlegde. Het con troleeren van de kas leidde tot de ontdek king van zijn frauduleuze handelingen. De „Msb." vertelt dat Donderdagmid dag in de Diergaarde te Botterdam, een oppasser, toen hij zich binnen de hekken van een der hertenkooiea begaf, om de open ruimte schoon te maken, door een hert werd aangevallen. Het dier bracht den man met zijn gewei verwondingen aan het hoofd en den hals toe. De oppasser moest in het ziekenhuis aan den Ooolsingel verbon den worden. De twee Duitschers, die in verhand met den diefstal in de E. IC kerk en pastorie te Leeuwen (Maas en Waal) waren aange houden, blijken niets daarmede te hebben uitstaan. Bij het aanroepen door de politie gingen zij er aanvankelijk van door, doch een schot van een rijksveldwachter bracht hen tot staan, zij hadden geen passen en zijn iu de richting van de grens getrans porteerd. Het „Hbid." parafraseert over „het gele ge vaar": Bij duizenden zijn ze over de grens geko men, de „Gretchens" en de „Liesei's", en de „Jetlchen's" om in het land van den voor- Joopig nog veiliggestelden gulden het werk le komen doen waarin de „Anna's" en de „Ma rie's" en de „Mina's" de klad hebben ge bracht. En hoe bevalt u uw Duitsche dienstbode, mevrouw? UitstekendI Werken dat ze kan! En beelemaél niet brutaal, zoo echt onderdanig. Ik had wel een Hollandsche kunnen krijgen maar, daar kreeg ik zulke slechte getuigen van. En uw Duitsche dan? Wat had die voor getuigen? O, die is me aanbevolen door een vrien din van haar, die bij de buren dient Een brief van een vriendin, dat ze een „be trekking" weet, is de Amsterdamsche hoofdcommissaris van politie heeft het nog dezer dagen verteld al voldoende om de Duilsche autoriteiten een pas te doen ver strekken aan de aspirant-Duitsche dienstbode in Nederland. OnderVoed, met vale gelaatskleur, komen ze aan, als een nieuw geel gevaar, waartegen in zijn tijd de keizer van h?ar „Heimat" waarschuwde. Om weldra door den stevigen Hollandschen kosl kleur op de wangen te krijgen, te worden tol een „rood gevaar." Gevaarlijk als concurrenten voor de Neder- landsche dienstmeisjes, die echter het wapen hiertegen zelf in handen hebben, door meer te denken aan werken, dan aan lakschoen tjes en „glazen" kousen, meer aan „dienen" en daardoor „verdienen," dan aan mooie hoedjes en manteltje „nel als mevrouw." Dan is geen invoerverbod op Duitsche dienst boden noodig, dat het binnenlandsche „pro duct" (en welke „producten" zijn er onder!) maar duur maakt en monopoliseert. Gevaarlijk ook voor onze onafhankelijk heid! Want op een goed, of kwaad oogen- blik blijkt plotseling alle onderdanigheid van het „Madchen" maar een oppervlakkig ver nisje le zijn en heeft Duitschland in den be- vrienden „Naehbarstaat" eensklaps een Ama- zonenleger boven hel bij het vredesverdrag toegestane aantal troepen in het binnenland. Dan koant „Gretchen" in plants van met een kop thee met een revolver in de hand uw slaapvertrek binnen en neemt het commando in huis over. De telefoon gaat en Gretchen verneemt van haar vriendin u weet wel, die u haar had aanbevolen dat ook dóór in huis alles „klappt" en dal overal de „Mobilmachung" van het Duilsche dienst- bodenieger „tadellos" verloopen is. Dan blijkt Nederland de merrie van Troje te heb ben binnengehaald en betalen wij mede aan de oorlogsschatting. Maar zoover zal het niet komen, als het Nederlandsche Fabrikaat maar gaat zorgen ten minste even goed te zijn. Wanneer Gretchen en Liesel en Jettchen dftt door haar aanwezigheid volkomen hebben bereikt, mogen ze weer naar de Heimat teruggaan, door niemand betreurd, zelfs niet door den handetdrijvenden middenstand (ten minste niel uil financieel oogpunt), want wat ze hier verdienen, gaal toch maar naar het „Nabu rige Oosten." Die niet teruggaan, kunnen wel licht als huismoeders iu toekomstige Holland sche volksgezinnen een beetje (niet te veel) van het bloed brengen, waarnaar de Tucht- ITnie al zoovee! jaren vruchteloos haakt. I Donderdagmorgen omstreeks zes nor be merkte de kapitein van de sleepboot „Ma- joa" te Rotterdam, die aan de Boompjes aldaar ligt. dat er in het vooronder was ingebroken. Hij vermiste een colbert, een jas met een portefeuille inhoudend f 40 en kleedingstukken. Van dan machinist was tevens een regenjas verdwenen. De kapi tein deed bij de politie van den diefstal aangifte en hoorde daar tot z'n groote ver rassing, dat de daders en de goederen zich waarschijnlijk al op het bureau bevonden. Een agent van politie had in den vroegen morgen op da Boompjes twee mannen zien paseeeren. Een hunner had, toen ze weer terugkwamen, een regenjas over den arm. Dit wekte z'n achterdocht op en hield de beide mannen aan. Op het politiebureau ontkenden beiden stellig aan iets schuldig te zijn. De jas zouden ze van een onbeken den jongen gekocht hebben. Boen echter de kapitein kwam vond er een oomplete verandering plaats. De kapitein herkende de regenjas van den machinist en het bleek voorts, dat de eene aangehoudene, de 28- jarige zeeman IX E., het gestolen oolbert van den kapitein aan had. In de regenjas zat voorts een wollen das, de portefeuille en een paar sokken, terwijl de andere ge arresteerde, eveneens een zeeman, L. v. B. genaamd, de veertig gulden Ln zijn zak had. Tegen zulk een overstelpenden vloed van bewijzen waren ze niet opgewassen, zoodat ze tenslotte bekenden. Ze werden in bewaring gesteld. („Heb.") Vragen omtrent een toerienden voogd. Antw. Wij begrijpen uw vraag niet goed. Er moet reeds een toeziende voogd benoemd zijn. Er is dus geen sprake van het benoe men van een toezienden voogd bij het aan gaan van een tweede huwelijk. De toeziende voogd behoeft geen broeder van den overle dene te rijn. Hij wordt uit den aard der zaak wel het meest uit de bloedverwanten, en uit do naaste, gkozen en benoemd door den kan tonrechter. De kantonrechter roept daartoe een familieraad bijeen. Wendt u overigens tot den secretaris van den Voogdijraad, Gedemp te Oude Gracht 60, Haarl. Wanneer er niet aan de wet voldaan is, zal deze heer u in lichten op welke wijze dat alsnog kan ge» schieden. Vragen van V. te Z. Antw. Indien u beleedigd rijt, kunt n een aanklacht indienen bij den Officier van Ju stitie te Haarlem. Ook kunt u zich tot den Officier van Justitie wenden,, indien n meent te moeten klagen over het optreden van dien Commissaris. 2. U kunt wanbetalers de huur opzeggen. Gaan zij in beroep bij de Huurcommissie, dan zult u in dit geval allicht ln het gelijk worden gesteld. Wendt u overigens tot een deurwaarder of advocaat Of u de deuren uit een huis, waarover u de beschikking hebt moogt wegnemen, kunnen wij zoo niet beoor- deelen. Daarvoor is ow vraag te onvolledig gesteld. In 't algemeen luidt ons antwoord op die vraag: neen. Dit is ook het geval met de volgende vraag. De wijze van betaling van de huur wordt onderling geregeld, gewoonlijk naar plaatselijk gebruik. De huurcommissie beoordeelt elk geval afzonderlijk. Van een be slissing der huurcommissie kunt u in hooger beroep komen bij den Kantonrechter. Die verzekerings kwestie kan alleen beoordeeld worden aan de hand van de polissen en con- racen. Zonder deze in te zien, kunnen wij daarop ge enantwoord geven. We hebben ze evenwel niet in ons bezit Vr.: Hoe is de kortste weg van Haarlem naar Tilburg per motorfiets? Hoeveel K.M.? Antw.: Haarlem, Hoofddorp, Venneper dorp, Leimuiden, Rijnsaterwoude, Oudshoorn, Allen a.d. Rijn, Zijweg naar Boskoop, Gouda. Afst 50 K.M. Haastrecht, Vlist, Schoonhoven, Nieuwpoort, Goudriaan, Slingeland, Schri- luinen, Gorinchem» Afst 32,7 K.M. Wou- drichem, Andel, Eet hen, Waalwijk, Sprang, Loon-op-Zand, Tilburg. Afst. 35.7 K.M. Totaal 118 K.M. Vr.: Kunt u mij melden op welken dag en uur, ik mij vervoegen kan aan het Bureau voor Consultatie in de Jansstraal? Antw.: Vrijdagmiddag half Iwee in het Paleis van Justitie. U moet voorzien rijn van een briefje van onvermogen, te verkrijgen op het Stadhuis. Vr.: Is hier te Haarlem gevestigd een bijkantoor van de Hollandsche Crediet- en Effectenbank of woont hier een correspon dent? Zoo ja, waar woont die vertegenwoor diger? Zoo neen, waar kan ik mij dan ver voegen voor inlichtingen omtrent obligaties van bovengenoemde vennootschap? Antw.: Wendt u tot de Hollandsche Cre diet- en Effectenbank, Leliegracht 25, Amster dam. De Zeereerw. pater Simon van den Akker O.F.M. gardiaan te Bleyerheide-Kerkrade ver trekt in Januari a.s. als missionari» naar BrariliS. Volgens de „Tel." heeft de heer W. Broek- hnys deze week opnieuw f 5000 doen uitbe talen aan het personeel der Nationale Opera. DE ROOMSCHE BOERIN Nu had Lisa Weiten haar roman, waar- ïaar zij zoo vurig had verlangd. Haar tus- ig voortvloeiend leventje leek haar zoo vree- elijk vervelend. Het „wonderbare" had zij ewensebt zooals Ibsen's Nora en om deze eden had rij den boekhouder Frits Pfisner en blauwtje laten loopen. Neen, van dezen billen, prozaischen rekenman kon het rdet ko len. Hij had noodt aan haar gedacht, nooit iet haar gedweept en toen hij haar ten hu welijk vroeg had hij verbeeld je eens Heen gevraagd: WË je mijn vrouw worden ies? Geen liefdeseeden, geen trouwzweren, een verzekeringen dat zij de eenige was, die ijn levensgeluk belichaamde geen bedrei- ing dat hij zich zou dooden, als zij neen zei. Eigenlijk had zij wel een beetje geweifeld en hij de gewichtige vraag deed. Het was ®er leuk geweest als de eerste uit den vrien- innenkring dien gouden ring aan den virn- sr te steken en toen zijn stem zoo heel zaeht- :s beefde., was het haar warm om het hart feworden. Zij had alleen „neen" gezegd om be beproeven als hij voor haar voeten las gevallen, als hij gesmeekt had als hij przekerd had dat het leven ondragelijk zou Ijn zonder haar wie weet dan noemde iï zich nu misschien Pfisner. Maar niets van H alles had hij gedaan. Stil en gewoon was heen gegaan en niet teruggekeerd. ,En nu jubelde zij dat het zoo gegaan was. eb wonderbare sprookjesachtige was haai &ij gekomen, dat geloofde zij zeker. Nu was daar en zij wilde het vasthouden. Daar 85 plots een jonge, zeer elegante man op- ^oken en had Lisa op al haair wegen ge- Hij was lang, slank, had vur'ge zwarle en een dito kneveltje op de bovenlip, 'l tien schreden afstand geurde hij als een L^ische vlierstruik en viel vooral op door tnooi gekamde, goed verzorgde haren. Uit zijn blikken las zij gloeiende belang- king en zij moest uit zijn geheele optreden perken dat hij haar aanbad, dagelijks kwamen er rozen voor haar, zoo dat de ouders opmerkzaam werden. Nu moest zij 't dienstmeisje omkoopen, opdat deze haar de rozen in het geheim gaf. Zij kwam zich zelf heel slecht voor maar de ouders wa ren zoo streng, zij wisten niets van poëzie, niets van geheime liefde, die zoo heet brand de als geen vuur, geen kolen vermocht. Wie weet wat hem nog belette haar open lijk te naderen, welke moeilijkheden hij te overwinnen had, voor dat hij zich aan haar ouders kon voorstellen Hij was een hooggeplaatst man zoo voornaam zag hij er uit en zij de dochter van een ondergeschikt beambte. Zijn familie had zeker vele bezwaren! Hoe zijn oog op haar had kunnen vallen. Lisa bloosde bij deze stille vraag en streel de daarbij haar vlecht, die zoo dik was als een arm. Hierop moest hij 't eerst verliefd geworden zijn, want die bezongen de verzen, welke hij bij de rozen placht te steken. Het was ook zoo'n pracht, heur haar. Korenblond omlijstte het haar lief gezichtje en viel in zachte zijden draden tot haar knieën. A's het loshing, omhulde het haar als een gouden mantel. De kleur was zoo uiterst zeldzaam, dat een kapper haar reeds 1000 mark voor haar vlecht had geboden. Dus was het geen wonder dat het poëtische naturen bezielde. Uw haar is als de airenpracht Daarbuiten in het golvende veld En als de fonkelende zonnebal Houdt het mijn hart in zijin geweld. Dat was toch duidelijk genoeg en zoo gloeiend. Vandaag had hij haar om een samenkomst m den Tiergarten verzocht. Zij was den hee- len dag koortsachtig opgewonden, kon geen bete door de keel krijgen, en glimlachte al- lijd stil in zichzelf. Nu was het heerlijke nabij. Hij schreef dat hij haar heden een verklaring zou geven van zijn wonderlik gedrag De moeilijkheden schenen intusschen overwonnen en morgen zou hij zich zeker aan haar ouders verklaren. Eindelijk was het vier uur geworden en on der hel voorwendsel een vriendin te bezoeken ging IAsa wL De trams, de rijtuigen, alles scheen haar heden rozenrood. Eindelijk had zij het ge- denkteeken van koningin Louiiise bereikt. Juist sloeg het vijf uur toen zij aan de bank kwam en van den anderen kant verscheen ook ,.hiï" reeds op het terrein. Lisa waagde niet op te zien. Haar hun o tegen de keel. Zij voelde zich niet in staat ecnig geluid te geven. Spoedig kalmeerde haar de ontgoocheling dat hij zich niet voor haar voeten wierp maar kalm naast haar op de bank ging zitten. Ook hij scheen beklemd, want hij schraapte zijn keel en vond geen woorden; na een poos begon hij hortend: Geachte juffrouw, verontschuldig mij- Zij waagde nu ©en vhichtigen, een bemoe digenden blik en hij ging voorh Mijn gedrag is vreemd ik geef het tos misschien te vrij te brutaal.... Lisa moest zich, bedwingen om hem niet te zeg*»en dat juist deze brutaliteit iets zoo verrukkelijk romantisch was. Maar, ging hij voort, als men een groot levensgeluk wil veroveren, is het te veront schuldigen, ais men tot eigenaardige middelen zijn toevlucht noemt. Weer was het Lisa als sprong het hart haar de borst uit. Mag ik u alles uitleggen, mijn vertrou wen in uw gnWmoedmh.eid - uw »<v naastenliefde? Dat n zelf rijk zal worden schadei.oos gesteld voor hel ouer, aat ik van u afsmeek, spreekt van zelf. Spreek, fluisterde Lisa, He ben verloofd sinds vier jaren. Lisa was opgesprongen, als door een mng gestoken, dadelijk stelde zij zichzelf gerust en viel weer neej. Dat was dus de hand, dien hij eerst moest losmaken. Ik wil nu trouwen, maar moet mij eerst onafhankelijk maken, zooals u begrijpen zal. Nu doorvoer Lisa groote angst. Zij moest blijkbaar met een waanzinnige te doen heb ben en in haar schrik ging het verdriet ovei de teleurstelling onder. Hij kon haar vermoorden zoo iets had zij meer gehoord, zij wilde vluchten, maar haar voelen droegen haar niet meer. Nietwaar, beste juffrouw, ging de man naast haar voort. U die toch zeker een warm hart in uw borst draagt, begrijpt hoe een man alles op het spel zet om een eigen tehuis en een geliefde vrouw te veroveren. Maar hoe wij benden ook sparen, wat wij kunnen, wij zullen oud en grijs worden vóór wij ons een behoorlijk bestaan hebben veroverd. En moet ik u daarin helpen? vroeg Lisa, verontwaardigd over bet nuchtere proza, waarin de romanitdefc zich oploste. Zij be merkte dat zij werkelijk met een gek te'doen had. Als n een godgevallige weldaad bewijzen wil, als u twee menschen tot eeuwige dank baarheid wil verplichten help dan. Maar hoe kan ik dat? Zeer goed hoor mij aan: Ik ben eerste bediende in de groote kappers- en barbders- zaak van Soliulz. Lisa had het kruinen uitschreeuwen. Aan deze zaak is door een rijke Ame- rikaansche het verzoek gericht of zij 'n vlecht van 'n arm dikte juist in die wonderbare kleur van u leveren kan. Hij haalde een proef voor den dag, die nauwkeurig overeenstemde met de kleur van heur haar. 5000 Mark biedt deze Amerikaansche voor zoo'n vlecht. Lisa greep naar heur haren, waarvoor rij plotseling vreesde; de goed, gekapte barbier ging intusschen voort: Als ik deze vlecht nu aan de Amerikaan se®© breng, krijg ik de 5000 mark en als ik u, juffrouw Lisa, daarvan 2000 maitk afgeef, blijft rr re" fenoeg over om mij te vestigen en te trouwen. fi I Zyn oogen vonkelden en smeekten. Dus daarom, daarom, vroeg zij toon loos. Daarom, i-k hoopte u te vermurwen, door mijn verzen op uw heerlijk haar. Zwijg, snauwde zij hem toe. Juffrouw Lisa, riep hij verschrikt, heeft alles niet gebaat heb ik te vergeefs om uw gunst gesmeekt? Denk toch eens aan, wat u door het offer van uw haar, dat toch weer aangroeit, verkrijgen kunt het levensgeluk van twee menschen en 2000 mark voor mijn part 2500 mark. Bijna had Lisa hardop gelachen, maar de mau was zoo onstuimig en energiek; bij een beweging van zijn hand scheen het haar toe, da! hij een schaar te voorschijn haalde. Als hij haar de vlecht eens alkniple. Een oogenblik scheen het haar zeer eenvou dig toe, als zij hier niet langer bleef en vlug sprong zij op, de vlecht vast tegen haar borst drukkend en vloog weg. Haar verhitte phanlasie loog haar voor dal hij haar volgde, haar bij de haren pakte: duidelijk voelde zij hoe hij ze uittrok. Er was niemand achter haar, maar in de verte zag zij den kapper smeekende bewegin gen met de handen makende. Een oogenblik wilde zij uitrusten haar li chaam scheen haar als lamgeslagen, maar toen zette ook de vreeselijke man zich in beweging hij kwam op haar af. Dus moesl zij verder. Zoo snel als haar voe ten haar dragen konden, ijlden zij heen, tot dal zij menschen en irams bereikte. Het grimmige gezicht van een agent scheen tiaar dat van een engel toe; nu liep zij kalmer. Voorbijgangers werden opmerkzaam op haar en snel wierp zij de vlecht naar achteren en bracht hoed en sluier in orde. Maar al voeide zij zich ook in veiligheid, haar hart was toch beangst en haar oogen waren vol tranen. De vernedering was ook te vreeselijk, ver geefs sprak zij zich troost toe; niemand wist het immers, maar zij zelf, zij kwam zichzelf zoo belachelijk voor zoo boven alle maten vernee!erd. Naar huis gaan kon zij niet. Zij vreesde voot een tranenstroom, die binnen de vier muren zou losbarsten en verraden dat er iets ontzet tends met haar was gebeurd. Zij bleef dus in het gewoel der Berlijn- sche straten, moede rondzwervend, zich zoo verlaten voelend als een arm aan niemand toobehoorend schepsel en zich afvragend of zij niet door een sprong in de Spree een einde aan alles zou maken. Achter haar sluiers snikte rij als een kind. Onwillekeurig moest zij aan Frits Pfisner denken, aan zijn kalmte, zijn een voud, gepaard aan echte mannelijkheid. Hoe stak dat toch gunstig af tegen de roman tiek, waaraan zij bijna ten offer was ge vallen. Zoo bevond rij rioh in een stille straat Hier stond da bank waar Pfisner werk zaam was. Zij wilde er langs sluipen, maar uit het groote portaal kwam een man naar buiten, want het was juist sluitingatijiL Toen Lisa hem herkende, wilde rij vluch ten, wankelde en zou zeker gevallen rijn, als hij haar niet had opgevangen. Een oogenblik later lag rij bewusteloos. Zonder het haar' te vragen riep hij een droschk® aan, gaf den koetsier haar adres op, tilde haar daarin en zette rich naast haar neder. En nu, juffrouw, vertel mij, wat is er gebeurd? En rij vertelde rij was er zelf ver baasd over, dat zij zich zoo aan de schand paal kon stellen, maar voor rij® rustige oogen kon rij niets verzwijgen. Toen rij geëindigd had, glimlachte hij. Zoo iets moest komen, juffrouw Lisa. Moest komen? Zeker, om n van uw romaneskheid tt genezen. Lisa schreide in stilte. U veracht mij zeker, snikte rij. Niet in het minste, juffrouw Lisa! Wie heeft er geen jonge, zoo'n heel jonge dwaasheid te betreuren? Nu lachte rij door haar tranen heen m daarbij nestelde zich haar handje heel «acht in rijn rechter. Toen jubelde de prozaïsche cijferman het uit en nam haar in rijn armen- Het wonderbare was nu voor Lisa ge komen (Geld.) 1

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1922 | | pagina 7