Leest de zeer belangrijke
brochure:
ets.
Derde Blad
24 November 1922
KUIST El KEÜ5S.
6EMEK6D RIEOWS.
H5KDEL EK iUJYERHElD.
VRAGENBUS.
KERK EN SCHOOL.
Het wonderbare.
De stand van de arbeidsmarkt.
Een nieuw kanker-kenmerk.
De Kunstnijverheidstentoonstelling
te Parijs in 1924.
Het lichten van glimwormen.
Prijsvraag inzake economisch
hersteL
De Bankoverval te Valkenburg.
Onscluk met een jachgteweer.
Verduistering te Rotterdam.
Door een hert aangevallen.
Ze waren onscmucng.
De Duitsche Dienstboden.
Er fijntjes ingeloopen.
Naar de Missie.
Nationale Opera.
Spaarnestad
Haarlem
Het Centraal Bureau voor de Statistiek
!®eft in zijn Maandschrift het gebruikelijke
"Verzicht van den stand der arbeidsmarkt, dit-
"taal over het 3e kwartaal van 1922. Daaruit
^l'jkt hoezeer ook in dit kwartaal de econo
mische crisis op de nijverheid een buitenge
woon ongunstigen invloed bleef uitoefenen,
*°odat in tal van bedrijfstakken en veel on
tnemingen slechts met een, vaak zelfs zeer
Swing, deel der capaciteit is gewerkt. Voor
cjken bedrijfstak afzonderlijk geeft het over
zit dienaangaande de nootdige bijzonderhe-
t, waaraan wij, ons hier tot een aantal
mdustrieën bepalende, het volgende ontlee-
J«n.
Verscheidene flesschenfabrieken lagen stil,
tt jvelke er reeds vele geruimen tijd builen
trijf zijn. Van den weinig rooskleurigen toe
zond in de fabricage van wit glas en kristal
tuigt het feit, dat twee dezer fabrieken met
Jjjna 900 arbeiders werkten tegen ruim 1500
volle capaciteit voorheen. Meer werk rap
porteerde men voor een der fabrieken van
S'oeilampballonnetjes, welke haar personeel
met bijna 100 man uitbreidde. De spiegel-
f'asfabriek had maar matig werk (eind Sep
tember plm. 70 arbeiders minder dan begin
Hei). In de vensterglas-fabricage bleef het
"undbedrijf stii liggen; het machinale bedrijf
'k na tijdel-ijken stilstand voor het aanbren
gen van herstellingen, begin Augustus on
danks groote slapte in den afzet met vol per
soneel (plm. 300 man) heirvat. Door opleving
m de brillant-'branche viiel er voor de dia
mant-industrie een naar omstandigheden ver
lijdende toeneming der werkgelegenheid te
boeken. Dientengevolge is het aantal werkloo-
*o leden van den Alg. Nederl. Diamantbewer-
kersbond vrij geleidelijk gedaald van 3668 in
d® eerste week van Juli tot 2597 in de laalste
Week van September. In de typografische vak
ken daarentegen is de werkloosheid nog bij
Voortduring gestegen, zoodat de beide grootste
Vakbonden het kwartaal ingingen met 1075 en
eindigden met 1376 werklooze leden. In het
tauwbedrijf heeft in het bijzonder in de twee
de helft van het kwartaal in een niet onbe
langrijk aantal plaatsen ook de werkloosheid
onder vaklieden, vooral timmerlieden en o.a.
Ook metselaras afmetingen van meer betee-
Wis aangenomen.
in de kleeding-industrie (maatwerk) heersch-
'e ook in September, toen het herfstseizoen
begon te naderen, nog overwegend slapte en
Was van een noemenswaardige opleving nog
maar weinig te bespeuren. In de confeclie-fa-
brieken was de toestand over het geheel
evenmin bevredigend, zij het dat er o.a. no
pens een aantal hoerenkleeding-fabrieken ook
wel betere berichten waren. Waar in de
schoenen- en leder-industrie nog gewerkt werd
(in menige fabriek zijn alle arbeiders ont
slagen) geschiedde dit, op maar betrekkelijk
weinig uitzonderingen na, slechts op zeer be
scheiden schaal. Ook do rubberindustrie gaf
een algemeene inzinking te zien (één dezer
fabrieken b.v. verminderde haar personeel
met ruim 150 man).'De metaal-industrie heeft
doordat een groot aantal fabrieken (scheeps
bouw, machine-fabricage en vele andere
branches) slechts met een deel der capaciteit
werkten, in niet geringe mate in de heerschen-
le werkloosheid bijgedragen. Intusschen i®
lier en daar ook wel toeneming van het wetrk
'oorgekomen, zooals in enkele gloeilampenfa-
irieken (één dezer breidde haar personeel uit
aet ruim 360 man). In de textielindustrie is
e werkloosheid wel toegenomen, maar in to
tal bleef zij nog van beperkten omvang,
oordat in vele fabrieken geregeld of flink is
corgewerkt, zij bet ook in een 'deel dezer we
ens het afwerken in voorraad. Voor één der
ndernemiingen in de fabricage van kunstzij-
e, welke een nieuwe fabriek gedeeltelijk in
edrijf nam, viel een belangrijke uitbreiding
an personeel (nl. met plm. 800 personen) te
onstateeren. Aan vele arbeiders uit de siga-
rni-industrie, die anders werkloos zouden zijn
teweest, kon bezigheid worden verschaft voor
*e Spaansche Regie.
In ondorscheidene belangrijke centra van
iroentencuituur is ontslag van los en vast per
soneel het gevolg geweest van de uitermate
ngunstige omstandigheden, waarin in het bij
zonder deze tak van den tuinbouw verkeerde.
Dok in de bloemisten-bedrijven vonden de
slechte tijden hun terugslag, al gewaagden
naar weinig rapporten van bepaalde werk
loosheid. In de centra van boomkweekerijen
was over hel algemeen voldoende werk met
Del schoonhouden der kweekerijen het occu-
eeren enz. In de fruitielerijen heerschle even-
nin slapte, daaT 1922 een goed fruiljaar is en
len deel Van den oogsttijd in dit kwartaal valt.
Aan de zeevisscherij namen ook in dit
'wartaal weder veel minder vaartuigen deel
ian in het overeenkomstige van 1920, voor-
lamelijk door den kleineren omvang der drijf-
ïel-visscherij op haring.
In de veenderij was de omstandigheid, dat
lit jaar over het algemeen zeer weinig turf
jegraven is, uiteraard va® ongunstigen in-
rioed op de weifczaamheden in de, voomame-
ijk in het 3e kwartaal vallende, droog-perio-
ie. In de steenkolenmijnen vertoonde 't totaal
(op den len der maanden Juli tot en mei Oc
tober waren er nl. resp. 26363, 26395, 26546
en 26-121). Het gemiddelde aanlal arbeiders
per werkdag in het havenbedrijf te Amster-
dme bedroeg in dit kwartaal 4302, tegen 4581
in het vorige en 5169 i® het 3e kwartaal van
1921. Te Rotterdam, voor welke plaats nog
geen volledige kwartaal-cijfers len dienste
stonden, bracht Augustus in vergelijking met
Juli een geringe daling zoowel van het week-
gemiddelde der door d-e losse arbeiders ver
richte taliën (van 30935 op 29727) als van het
gemiddeld aantal vaste arbeiders (resp. 4228
en 4185.)
Wunderiich en Slrümpel hebben altijd be
weerd dat kankerlijders eerst laat grijs wor
den en lang de haarlint van hun jonge ja
ren behouden. Schridde heeft daarnaar weer
eens een onderzoek ingesteld en deelt daar
van thans de resultaten mede in de Munche-
ner Medizinische Wochenschrift (10 Novem
ber 1922). Hij kwam tot de slotsom dal in
de eerste plaats de bovengenoemde bewering
van Wunderiich en Strümpel niet juist is
maar er toch een onmiskenbaar verband be
staat tusschen den toestand der haren en de
aanwezige kwaadaardige woekering: alle
kankergezwellen van alle organen gaan na
melijk gepaard met dezelfde bijzondere ver
anderingen van de haren, speciaal van hoofd
en aangezicht. Een kleiner of grooter deel
dezer haren wordt bovendien stijver en dik
ker dan de gewone haren. Die zwarte haren
vallen te meer in het oog naar gelang de
kleur der omgevende haren lichter is. De nor
male haren worden bij den patiënt op leeftijd
even goed grijs of wit. Naar mate de persoon
ouder is vallen dus de zwarte „kankerharen"
(Krebshaare) moer op. De verhouding tus
schen het aantal donkere kankerharen en de
normale haren wisselt bij verschillende perso
nen sterk, ook is de verspreiding van die ha
ren niet steeds regelmatig. Vooral in de
wenkbrauwen komen ze veel voor, bij den
man ook in baard en snor. Deze zwart ge
kleurde kankerharen worden evenwel nooit
aangetroffen op de gewoonlijk door de klee
ding bedekte behaarde gedeelten van het
lichaam. Dat op het hoofd die zwarte haren
vaal worden, in de wenkbrauwen en aan de
slapen overwegend wordt in verband daarme
de door den schrijver toegeschreven aan het
dragen van hoofddeksels.
Deze zwarte kankerharen komen niet alleen
bij alle oudere kankerpatiënten voor, maar
worden ook volgens Schridde nooit gemist bij
de zeldzame jeugdige personen die aan deze
kwaal lijden. Daar vallen ze natuurlijk niet
zoo in het oog als de normale haarkleur don
ker is, maar als men goed kijkt is het onder
scheid duidelijk te zien. Daarentegen werd
de hier besproken zwarte verkleuring door
Schridde niet gevonden bij een paar roodha
rige kankerlijders.
Schridde meent zelfs een verband te moe
ten aannemen tusschen den omvang van het
gezwel en het aantal „zaailingen" eenerzijds
en het aantal dof-zwarte kankerharen ander
zijds. Hoe grooter het gezwel, en hoe meer
zaailingen, hoe meer zwarte kankerharen
vond hij.
Behalve verandering van de haarkleur is
bij velen dezer lijders ook een huidverkleuring
te vinden.
Mochten deze onderzoekingen van Schrid
de door anderen bevestigd worden, dan is er
zeker reden zich te verheugen omdat men dan
over een nieuw en volgens Schridde betrouw
baar kenmerk beschikt die een vroegtijdige
onderkenning van kanker in hooge mate ge
makkelijker zou kunnen maken.
Naar het ,,N. v. d. D." verneemt, baart
het in kunstnijverheidskringon hier te lande
ongerustheid, dat van wege de regeering
nog niets vernomen is omtrent de deel
neming van ons land aan de Kunstnijver
heidstentoonstelling te Parijs in 1924.
Zou de officieele uitnoodiging tot deel
neming, die reeds overal is aangekomen
in Zuid-Amerikaansche Staten en ook
in Duitsch'and Den Haag nog niet heb
ben bereikt?
Gezien de vooraa®staaude plaats, die ons
land op kunstnijverheidsgebied inneemt is
toch een degelijke voorbereiding, om waar
dig voor den dag te komen, noodzakelijk!
Aan een artikel van Nie.-slrasz in „Na-
tura" over bovenstaand onderwerp, is het
volgende ontleend:
Eene verklaring van 't eigenlijke lieht-
proces der lampyriden ontbreekt. Dr. F.
0. Gerretsen d et in „Biolog. Zen'ralblatt'"
mededeeling omtrent hetgeen hij ze'.f heeft
waargenomen bij een Javaanschen glimworm,
in verband met hetgeen anderen schreven.
Bij de wijfjes van genoemde soort bevin-
i an tal arbeiders slechts lichte schommelingenden zich lich. organen m de btidw laats .e
abdominaalsegmenten, overdekt met een beet
doorzichtig chitinehuidje; bij de mannetjes
is slechts 1 lichtsegment aanwezig. Het
lichten geschiedt regelmatig 60 tot 120 keer
per minuut. De eieren geven ook licht,
wat niet is toe te schrijven aan uit het
moederlijf meegesleepte lichtstof, nosh aan
infectie met lichtgevende bacteriën.
Aanvankelijk lichten de eieren gelijkma
tig: later trekt zich het lichtgevend ver
mogen meer en meer samen op een bepaald
punt. Eenige dagen vóór het uitkomen dei-
larven begint het ei periodiek te lichten.
Do larven lichten slechts één of tweemaal
per minuut. Volgens Verworm is het pe
riodiek lichten 'n gevolg van de aanwezig
heid va® een automatisch werkend zenuw
centrum, dat niet werkt wanneer de die
ren slapen.
Over dag en ook wel 's Avonds loopen
echter de kevers vaak rond zo -der licht
te geven, terwijl zij toch niet s.apen. Nu
kan óf het voortbrengen van lichtstof, dan
wel de zuurstoftcevcer on lerbrol.en worden.
Het eerste is niet in overeenstemming met
het feit, dat uit de lichtorganen steeds
een vrij groote hoeveelheid lichtende ma
terie is af te zonderen, die uit zichzelf
uren lang blijft nalichten. Best dus de
willekeurige onderbreking van den lucht
toevoer. De traeheeën kunnen nergens wor
den afgesloten, maar de oapillaire uitein
den ervan kunnen door eenvoudige sa
mentrekking v an het protoplasma in de
cellen, waarin die uiterst fijns buisjes ein
digen, dichtgedrukt worden. In doze „eind-
cellen" liggen zenuw takken dicht tegen de
trackeeën-capillai en a ingedrukt. Dat hiir
inderdaad het periodiek li h'en geregeld
wordt, blijkt uit het gedrag der insecten
bij chloroformnarcosein den beginne ver
duistert het liohtorgaan; brengt men nu
den kever in frissoho lucht, dan komt hij
weer spoedig bij en het lichten begint lang
zamerhand weer. Zot men echter de nar
cose voort, dan treedt het lichten, dat eerst
achterwege bleef, weer op, ees.
plaatselijk, daarna gelijkmatig in het ge-
hoele lichtorgaan. De kever komt, nu in
frissche lucht gebracht, niet meer bijhet
lichten gaat nog uren lang door. Bij lan
ger verblijf in den ch'o oformd mp gaat
het lichtvermogen geheel verloren evena.s
bij lichtgevende bacteriën. Be ohadigt men
tijdens hot donkere narcose-stadium de huid,
die het lichtorgaan bedekt, zeodat de lucht
kan binnendringen, dan treedt op die plek
het lichten onmiddellijk op.
Ontneemt men aan eenige kevers de licht
organen en wrijft men deze in een mor
tier fijn, dan gebft de aldus verkregen
massa enkele uren achtereen licht, waarna
langzamerhand duisternis intreedt. Doodt
men daarentegen kevers bij 65 gr. 0., dan
geven zij geen licht en doen dat ook niet,
als de lichtorganen met lucht in aanra
king komen; mengt men den inhoud der
lichtorganen echter met de eerste, uitge
doofde massa, dan licht het geheel onmid
dellijk. De eerste massa liohtte niet meer,
omdat de lichtstof verbruikt was. De twee
de kon niet lichten, hoewel er lichtstof
aanwezig was, omdat de daarvoor blijk
baar noodige enzymen bij 65 gr. 0. g®-
dood waren. Voegt men ze bijeen, dan zijn
weer lichtstof en enzym aanwezig en het
lichten kan veer voortgaan.
Volgens Harvey kan geoxydee.-de licht
stof door enzymatische, hacteriologisohe of
chemische reductie we?r in lichtstof om
gevormd worden. In dit er-val zouden de
„e'nlccle 1 eiuot e-mid e ve ken E'
zou dus geen stof verloren gaan. W ordi
echter de lichtstof gereduceerd, dan mot
iets anders geoxydcerd worden, wat in
dit geval eene of andore stof uit het
lichaamsvocht is, (1 re geoxydeerd wordt tot
ammemium-uraat, dat zich, mot toanemen-
den ouderdom der insecten in de dorsale
cellaag van het lichtorgaan ophoopt.
en andere voedingsgewassen soms selfs
de kosten van het rooien of oogsten niet
waard zijn;
B. vervoermiddelen aanwezig zijn, dooh on
gebruikt blijven en dat gelijktijdig de ar
beidskracht van de werkloozen geheel of
gedeeltelijk verloren gaat, ofschoon toch
de productie-capaciteit van fabrieken
enz. groot genoeg is;
dan mag uit deze schrille tegenstellingen wor
den geoonciudperd, dat aan een economisch
gebruik van den arbeid hinderpalen in den
weg staan.
Gevraagd wordt een voor het groote pu
bliek bevattelijke uiteenzetting van ten hoog
ste 8 pagina's druks, waarin beredeneerd
wordt aangetoond;
le. waaraan deze ongerijmde toestanden te
wijten zijn;
2e. door welke maatregelen hierin verbete
ring ware te brengen, d.w.z. een toestand
ware te scheppen, waarin zoo weinig mo
gelijk middelen tot het vormen van wel
vaart verloren gaan.
Reglement.
1. De antwoorden moeten vóór 1 Februari
1923 worden toegezonden aan het Algemeen
Secretariaat der Maatschappij, Paviljoen,
Haarlem.
2. Zij moet met de schrijfmachine zijn
vervaardigd, op één zijde van het papier.
3. Zij moeten gemerkt rijn door een ken
spreuk of teeken en vergezeld gaan van een
gesloten briefomslag met dezelfde kenspreuk
of hetzelfde teeken op de buitenzijde en een
opgave van den naam en de woonplaats des
inzenders bevallende.
4. Het Hoofdbestuur behoudt zich het
recht voor zoowel de bekroonde als de andere
antwoorden geheel of gedeeltelijk in het or
gaan der Maatschappij openbaar te maken.
5. De stukken worden niet teruggezonden,
zoodat het goed zal zijn er een afschrift van
te houden.
6. De beoordeeling geschiedt op de wijze
als het Hoofdbestuur zal bepalen.
7. Van de beslissing van het Hoofdbestuur
is geen hooger beroep.
(„Tijdschr. Mij. v. N. en H.")
De Ned. Maatsch. voor Nijv. en Handel
looft een prijs uit van vijf honderd gulden
voor het beste antwoord op de vraag betref
fende de oorzaken der economische malaise
en de middelen ter verbetering.
Toelichting:
Gezien de feilen dat eenerzijds:
ain verschillende streken der wereld hon
gersnood en ellende heersohen;
b. bovendien schier tal van dringende be
hoeften onbevredigend blijven (bijv. wo
ningen, wegen, bruggen, vervoermiddelen,
kieeding, onderwijsinrichtingen, enz.);
dat anderzijds er gelijktijdig:
A. in sommige streken overvloed is van
voedsel, zoodat graan als brandstof
wordt gebruikt of aardappelen, groenten
Omtrent den brutalen overval in de Val-
kenburgsche Wisselbank van den heer Pap
pers aan de Stationstraat, verneemt de „Tel."
nog het volgende:
Het gelukte den roovers niet, de brand
kast, die gesloten was, te forceeren, wijl om
wonenden den overval inmiddels ontdekt
hadden. De dieven sloegen op de vlucht en
ontkwamen. Een van hen is door den be
diende herkend: het was iemand die den dag
te voren twee maal geld gewisseld had.
De overval gebeurde nog geen vijf minuten
nadat de eigenaar van de bank, deze met een
cliënt had verlaten. De roovers schijnen dus
op een gunstige gelegenheid gewacht te heb
ben. Er wordt met politiehonden naar de da
ders gespeurd.
De misdadigers schijnen het oogembllk, dat
de bediende rich alleen in het lokaal bevond,
zich ten nutte gemaakt te hebben.
Het lokaal ziel aan de achtcrziïde uit op de
woning van de zuster van den beer P. Deze
dame zag door een glazen deur hetgeen er in
het kantoor geschiedde en spoedde rich naar
haar man en met dezen naar buiten om hulp.
De dies-en, ziende dat zij ondekl waren, lilden
eveneens naar buiten en werden direct ach
tervolgd door den inmiddels gewnarsc-huwden
hoer P. en verder te hulp gesnelde personen.
De dieven vluchtten de Stationstraat uit: 2
verdwenen op het Walramsplein. Daar ge
raakten zii uit het oog.
De marechaussee werd intusschen gewaar
schuwd. Deze stelde een kort onderzoek aan
de bank in en ging met de gemeentepolitie en
riiksveldwacht met behulp van een politie
hond het spoor der dieven na Vermoedelijk
hebben dezen zich over de weilanden bii den
0®d Vn'kenburgerweg in voorloopige veilig
heid gesteld. De wegen werden afgezet en de
politie in den omtrek gewaarschuwd, waarbij
door particulieren beschikbaar gestelde au
to's nuttig werk Verrichtten. Een duidelijk
signalement van Ae misdadigers kon de be
diende nog niet opgeven: bet waren Duitseh
sprekende personen. De betrokken bank mei
de uitbetaling van de gestolen ehëque van fr.
3000 belast, is te'egrafisch gewaarschuwd.
Behalve deze chèque zijn ontvreemd 350
aan bankpapier en zilver, 300.000 mark en
1600 Fransche en Belgische francs.
In hot jachthuis „Heuveldreef" (Utr.),
was de jagermeester bezig ©en dubbelloops-
geweer te reinigen. Een der loopen schijnt
evenwel geladen te zijn geweest. Onver
wachts ging een schot af, waardoor de
tuinmansleerling aan het been gewond werd.
Hij werd onmiddellijk per auto naar het
ziekenhuis vervoerd.
Wegens verduistering van f 5000 is door
de politie te Botterdam aangehouden en
in verzekerde bewaring gesteld de kantoor
bediende a M. De man was in dienst
hij de scheepvaart-Maatschappij Millingen
aan de Boompjes. In de® loop van den tijd
heeft hij in totaal vijf duizend gulden uit
de kas genomen en die te eigen bate aan
gewend. Hij schreef, om den diefstal te
bemantelen valsche kwitanties uit, die hij
aan de boekhouding overlegde. Het con
troleeren van de kas leidde tot de ontdek
king van zijn frauduleuze handelingen.
De „Msb." vertelt dat Donderdagmid
dag in de Diergaarde te Botterdam, een
oppasser, toen hij zich binnen de hekken
van een der hertenkooiea begaf, om de
open ruimte schoon te maken, door een
hert werd aangevallen. Het dier bracht den
man met zijn gewei verwondingen aan het
hoofd en den hals toe. De oppasser moest in
het ziekenhuis aan den Ooolsingel verbon
den worden.
De twee Duitschers, die in verhand met
den diefstal in de E. IC kerk en pastorie
te Leeuwen (Maas en Waal) waren aange
houden, blijken niets daarmede te hebben
uitstaan. Bij het aanroepen door de politie
gingen zij er aanvankelijk van door, doch
een schot van een rijksveldwachter bracht
hen tot staan, zij hadden geen passen en
zijn iu de richting van de grens getrans
porteerd.
Het „Hbid." parafraseert over „het gele ge
vaar":
Bij duizenden zijn ze over de grens geko
men, de „Gretchens" en de „Liesei's", en de
„Jetlchen's" om in het land van den voor-
Joopig nog veiliggestelden gulden het werk le
komen doen waarin de „Anna's" en de „Ma
rie's" en de „Mina's" de klad hebben ge
bracht.
En hoe bevalt u uw Duitsche dienstbode,
mevrouw?
UitstekendI Werken dat ze kan! En
beelemaél niet brutaal, zoo echt onderdanig.
Ik had wel een Hollandsche kunnen krijgen
maar, daar kreeg ik zulke slechte getuigen
van.
En uw Duitsche dan? Wat had die voor
getuigen?
O, die is me aanbevolen door een vrien
din van haar, die bij de buren dient
Een brief van een vriendin, dat ze een „be
trekking" weet, is de Amsterdamsche
hoofdcommissaris van politie heeft het nog
dezer dagen verteld al voldoende om de
Duilsche autoriteiten een pas te doen ver
strekken aan de aspirant-Duitsche dienstbode
in Nederland.
OnderVoed, met vale gelaatskleur, komen
ze aan, als een nieuw geel gevaar, waartegen
in zijn tijd de keizer van h?ar „Heimat"
waarschuwde. Om weldra door den stevigen
Hollandschen kosl kleur op de wangen te
krijgen, te worden tol een „rood gevaar."
Gevaarlijk als concurrenten voor de Neder-
landsche dienstmeisjes, die echter het wapen
hiertegen zelf in handen hebben, door meer
te denken aan werken, dan aan lakschoen
tjes en „glazen" kousen, meer aan „dienen"
en daardoor „verdienen," dan aan mooie
hoedjes en manteltje „nel als mevrouw."
Dan is geen invoerverbod op Duitsche dienst
boden noodig, dat het binnenlandsche „pro
duct" (en welke „producten" zijn er onder!)
maar duur maakt en monopoliseert.
Gevaarlijk ook voor onze onafhankelijk
heid! Want op een goed, of kwaad oogen-
blik blijkt plotseling alle onderdanigheid van
het „Madchen" maar een oppervlakkig ver
nisje le zijn en heeft Duitschland in den be-
vrienden „Naehbarstaat" eensklaps een Ama-
zonenleger boven hel bij het vredesverdrag
toegestane aantal troepen in het binnenland.
Dan koant „Gretchen" in plants van met een
kop thee met een revolver in de hand uw
slaapvertrek binnen en neemt het commando
in huis over. De telefoon gaat en Gretchen
verneemt van haar vriendin u weet wel,
die u haar had aanbevolen dat ook dóór
in huis alles „klappt" en dal overal de
„Mobilmachung" van het Duilsche dienst-
bodenieger „tadellos" verloopen is. Dan
blijkt Nederland de merrie van Troje te heb
ben binnengehaald en betalen wij mede aan
de oorlogsschatting.
Maar zoover zal het niet komen, als het
Nederlandsche Fabrikaat maar gaat zorgen
ten minste even goed te zijn. Wanneer
Gretchen en Liesel en Jettchen dftt door haar
aanwezigheid volkomen hebben bereikt,
mogen ze weer naar de Heimat teruggaan,
door niemand betreurd, zelfs niet door den
handetdrijvenden middenstand (ten minste
niel uil financieel oogpunt), want wat ze hier
verdienen, gaal toch maar naar het „Nabu
rige Oosten." Die niet teruggaan, kunnen wel
licht als huismoeders iu toekomstige Holland
sche volksgezinnen een beetje (niet te veel)
van het bloed brengen, waarnaar de Tucht-
ITnie al zoovee! jaren vruchteloos haakt.
I Donderdagmorgen omstreeks zes nor be
merkte de kapitein van de sleepboot „Ma-
joa" te Rotterdam, die aan de Boompjes
aldaar ligt. dat er in het vooronder was
ingebroken. Hij vermiste een colbert, een
jas met een portefeuille inhoudend f 40
en kleedingstukken. Van dan machinist was
tevens een regenjas verdwenen. De kapi
tein deed bij de politie van den diefstal
aangifte en hoorde daar tot z'n groote ver
rassing, dat de daders en de goederen zich
waarschijnlijk al op het bureau bevonden.
Een agent van politie had in den vroegen
morgen op da Boompjes twee mannen zien
paseeeren. Een hunner had, toen ze weer
terugkwamen, een regenjas over den arm.
Dit wekte z'n achterdocht op en hield de
beide mannen aan. Op het politiebureau
ontkenden beiden stellig aan iets schuldig
te zijn. De jas zouden ze van een onbeken
den jongen gekocht hebben. Boen echter
de kapitein kwam vond er een oomplete
verandering plaats. De kapitein herkende
de regenjas van den machinist en het bleek
voorts, dat de eene aangehoudene, de 28-
jarige zeeman IX E., het gestolen oolbert
van den kapitein aan had. In de regenjas
zat voorts een wollen das, de portefeuille
en een paar sokken, terwijl de andere ge
arresteerde, eveneens een zeeman, L. v.
B. genaamd, de veertig gulden Ln zijn zak
had. Tegen zulk een overstelpenden vloed
van bewijzen waren ze niet opgewassen,
zoodat ze tenslotte bekenden. Ze werden
in bewaring gesteld. („Heb.")
Vragen omtrent een toerienden voogd.
Antw. Wij begrijpen uw vraag niet goed.
Er moet reeds een toeziende voogd benoemd
zijn. Er is dus geen sprake van het benoe
men van een toezienden voogd bij het aan
gaan van een tweede huwelijk. De toeziende
voogd behoeft geen broeder van den overle
dene te rijn. Hij wordt uit den aard der zaak
wel het meest uit de bloedverwanten, en uit
do naaste, gkozen en benoemd door den kan
tonrechter. De kantonrechter roept daartoe
een familieraad bijeen. Wendt u overigens tot
den secretaris van den Voogdijraad, Gedemp
te Oude Gracht 60, Haarl. Wanneer er niet
aan de wet voldaan is, zal deze heer u in
lichten op welke wijze dat alsnog kan ge»
schieden.
Vragen van V. te Z.
Antw. Indien u beleedigd rijt, kunt n een
aanklacht indienen bij den Officier van Ju
stitie te Haarlem. Ook kunt u zich tot den
Officier van Justitie wenden,, indien n meent
te moeten klagen over het optreden van dien
Commissaris.
2. U kunt wanbetalers de huur opzeggen.
Gaan zij in beroep bij de Huurcommissie,
dan zult u in dit geval allicht ln het gelijk
worden gesteld. Wendt u overigens tot een
deurwaarder of advocaat Of u de deuren uit
een huis, waarover u de beschikking hebt
moogt wegnemen, kunnen wij zoo niet beoor-
deelen. Daarvoor is ow vraag te onvolledig
gesteld. In 't algemeen luidt ons antwoord
op die vraag: neen. Dit is ook het geval met
de volgende vraag. De wijze van betaling van
de huur wordt onderling geregeld, gewoonlijk
naar plaatselijk gebruik. De huurcommissie
beoordeelt elk geval afzonderlijk. Van een be
slissing der huurcommissie kunt u in hooger
beroep komen bij den Kantonrechter. Die
verzekerings kwestie kan alleen beoordeeld
worden aan de hand van de polissen en con-
racen. Zonder deze in te zien, kunnen wij
daarop ge enantwoord geven. We hebben ze
evenwel niet in ons bezit
Vr.: Hoe is de kortste weg van Haarlem
naar Tilburg per motorfiets? Hoeveel K.M.?
Antw.: Haarlem, Hoofddorp, Venneper
dorp, Leimuiden, Rijnsaterwoude, Oudshoorn,
Allen a.d. Rijn, Zijweg naar Boskoop, Gouda.
Afst 50 K.M. Haastrecht, Vlist, Schoonhoven,
Nieuwpoort, Goudriaan, Slingeland, Schri-
luinen, Gorinchem» Afst 32,7 K.M. Wou-
drichem, Andel, Eet hen, Waalwijk, Sprang,
Loon-op-Zand, Tilburg. Afst. 35.7 K.M.
Totaal 118 K.M.
Vr.: Kunt u mij melden op welken dag en
uur, ik mij vervoegen kan aan het Bureau
voor Consultatie in de Jansstraal?
Antw.: Vrijdagmiddag half Iwee in het
Paleis van Justitie. U moet voorzien rijn van
een briefje van onvermogen, te verkrijgen op
het Stadhuis.
Vr.: Is hier te Haarlem gevestigd een
bijkantoor van de Hollandsche Crediet- en
Effectenbank of woont hier een correspon
dent? Zoo ja, waar woont die vertegenwoor
diger? Zoo neen, waar kan ik mij dan ver
voegen voor inlichtingen omtrent obligaties
van bovengenoemde vennootschap?
Antw.: Wendt u tot de Hollandsche Cre
diet- en Effectenbank, Leliegracht 25, Amster
dam.
De Zeereerw. pater Simon van den Akker
O.F.M. gardiaan te Bleyerheide-Kerkrade ver
trekt in Januari a.s. als missionari» naar
BrariliS.
Volgens de „Tel." heeft de heer W. Broek-
hnys deze week opnieuw f 5000 doen uitbe
talen aan het personeel der Nationale Opera.
DE ROOMSCHE BOERIN
Nu had Lisa Weiten haar roman, waar-
ïaar zij zoo vurig had verlangd. Haar tus-
ig voortvloeiend leventje leek haar zoo vree-
elijk vervelend. Het „wonderbare" had zij
ewensebt zooals Ibsen's Nora en om deze
eden had rij den boekhouder Frits Pfisner
en blauwtje laten loopen. Neen, van dezen
billen, prozaischen rekenman kon het rdet ko
len. Hij had noodt aan haar gedacht, nooit
iet haar gedweept en toen hij haar ten hu
welijk vroeg had hij verbeeld je eens
Heen gevraagd: WË je mijn vrouw worden
ies? Geen liefdeseeden, geen trouwzweren,
een verzekeringen dat zij de eenige was, die
ijn levensgeluk belichaamde geen bedrei-
ing dat hij zich zou dooden, als zij neen zei.
Eigenlijk had zij wel een beetje geweifeld
en hij de gewichtige vraag deed. Het was
®er leuk geweest als de eerste uit den vrien-
innenkring dien gouden ring aan den virn-
sr te steken en toen zijn stem zoo heel zaeht-
:s beefde., was het haar warm om het hart
feworden. Zij had alleen „neen" gezegd om
be beproeven als hij voor haar voeten
las gevallen, als hij gesmeekt had als hij
przekerd had dat het leven ondragelijk zou
Ijn zonder haar wie weet dan noemde
iï zich nu misschien Pfisner. Maar niets van
H alles had hij gedaan. Stil en gewoon was
heen gegaan en niet teruggekeerd.
,En nu jubelde zij dat het zoo gegaan was.
eb wonderbare sprookjesachtige was haai
&ij gekomen, dat geloofde zij zeker. Nu was
daar en zij wilde het vasthouden. Daar
85 plots een jonge, zeer elegante man op-
^oken en had Lisa op al haair wegen ge-
Hij was lang, slank, had vur'ge zwarle
en een dito kneveltje op de bovenlip,
'l tien schreden afstand geurde hij als een
L^ische vlierstruik en viel vooral op door
tnooi gekamde, goed verzorgde haren.
Uit zijn blikken las zij gloeiende belang-
king en zij moest uit zijn geheele optreden
perken dat hij haar aanbad,
dagelijks kwamen er rozen voor haar, zoo
dat de ouders opmerkzaam werden. Nu moest
zij 't dienstmeisje omkoopen, opdat deze haar
de rozen in het geheim gaf. Zij kwam zich
zelf heel slecht voor maar de ouders wa
ren zoo streng, zij wisten niets van poëzie,
niets van geheime liefde, die zoo heet brand
de als geen vuur, geen kolen vermocht.
Wie weet wat hem nog belette haar open
lijk te naderen, welke moeilijkheden hij te
overwinnen had, voor dat hij zich aan haar
ouders kon voorstellen
Hij was een hooggeplaatst man zoo
voornaam zag hij er uit en zij de dochter van
een ondergeschikt beambte.
Zijn familie had zeker vele bezwaren! Hoe
zijn oog op haar had kunnen vallen.
Lisa bloosde bij deze stille vraag en streel
de daarbij haar vlecht, die zoo dik was als
een arm. Hierop moest hij 't eerst verliefd
geworden zijn, want die bezongen de verzen,
welke hij bij de rozen placht te steken. Het
was ook zoo'n pracht, heur haar. Korenblond
omlijstte het haar lief gezichtje en viel in
zachte zijden draden tot haar knieën. A's het
loshing, omhulde het haar als een gouden
mantel. De kleur was zoo uiterst zeldzaam,
dat een kapper haar reeds 1000 mark voor
haar vlecht had geboden. Dus was het geen
wonder dat het poëtische naturen bezielde.
Uw haar is als de airenpracht
Daarbuiten in het golvende veld
En als de fonkelende zonnebal
Houdt het mijn hart in zijin geweld.
Dat was toch duidelijk genoeg en zoo
gloeiend.
Vandaag had hij haar om een samenkomst
m den Tiergarten verzocht. Zij was den hee-
len dag koortsachtig opgewonden, kon geen
bete door de keel krijgen, en glimlachte al-
lijd stil in zichzelf.
Nu was het heerlijke nabij. Hij schreef dat
hij haar heden een verklaring zou geven van
zijn wonderlik gedrag De moeilijkheden
schenen intusschen overwonnen en morgen
zou hij zich zeker aan haar ouders verklaren.
Eindelijk was het vier uur geworden en on
der hel voorwendsel een vriendin te bezoeken
ging IAsa wL
De trams, de rijtuigen, alles scheen haar
heden rozenrood. Eindelijk had zij het ge-
denkteeken van koningin Louiiise bereikt. Juist
sloeg het vijf uur toen zij aan de bank kwam
en van den anderen kant verscheen ook ,.hiï"
reeds op het terrein. Lisa waagde niet op te
zien. Haar hun o
tegen de keel. Zij voelde zich niet in staat
ecnig geluid te geven. Spoedig kalmeerde
haar de ontgoocheling dat hij zich niet
voor haar voeten wierp maar kalm naast
haar op de bank ging zitten. Ook hij scheen
beklemd, want hij schraapte zijn keel en
vond geen woorden; na een poos begon hij
hortend:
Geachte juffrouw, verontschuldig mij-
Zij waagde nu ©en vhichtigen, een bemoe
digenden blik en hij ging voorh
Mijn gedrag is vreemd ik geef het
tos misschien te vrij te brutaal....
Lisa moest zich, bedwingen om hem niet
te zeg*»en dat juist deze brutaliteit iets zoo
verrukkelijk romantisch was.
Maar, ging hij voort, als men een groot
levensgeluk wil veroveren, is het te veront
schuldigen, ais men tot eigenaardige middelen
zijn toevlucht noemt.
Weer was het Lisa als sprong het hart
haar de borst uit.
Mag ik u alles uitleggen, mijn vertrou
wen in uw gnWmoedmh.eid - uw »<v
naastenliefde? Dat n zelf rijk zal worden
schadei.oos gesteld voor hel ouer, aat ik van
u afsmeek, spreekt van zelf.
Spreek, fluisterde Lisa,
He ben verloofd sinds vier jaren.
Lisa was opgesprongen, als door een mng
gestoken, dadelijk stelde zij zichzelf gerust en
viel weer neej. Dat was dus de hand, dien
hij eerst moest losmaken.
Ik wil nu trouwen, maar moet mij eerst
onafhankelijk maken, zooals u begrijpen zal.
Nu doorvoer Lisa groote angst. Zij moest
blijkbaar met een waanzinnige te doen heb
ben en in haar schrik ging het verdriet ovei
de teleurstelling onder.
Hij kon haar vermoorden zoo iets had
zij meer gehoord, zij wilde vluchten, maar
haar voelen droegen haar niet meer.
Nietwaar, beste juffrouw, ging de man
naast haar voort. U die toch zeker een warm
hart in uw borst draagt, begrijpt hoe een
man alles op het spel zet om een eigen tehuis
en een geliefde vrouw te veroveren. Maar hoe
wij benden ook sparen, wat wij kunnen, wij
zullen oud en grijs worden vóór wij ons een
behoorlijk bestaan hebben veroverd.
En moet ik u daarin helpen? vroeg Lisa,
verontwaardigd over bet nuchtere proza,
waarin de romanitdefc zich oploste. Zij be
merkte dat zij werkelijk met een gek te'doen
had.
Als n een godgevallige weldaad bewijzen
wil, als u twee menschen tot eeuwige dank
baarheid wil verplichten help dan.
Maar hoe kan ik dat?
Zeer goed hoor mij aan: Ik ben eerste
bediende in de groote kappers- en barbders-
zaak van Soliulz.
Lisa had het kruinen uitschreeuwen.
Aan deze zaak is door een rijke Ame-
rikaansche het verzoek gericht of zij 'n vlecht
van 'n arm dikte juist in die wonderbare kleur
van u leveren kan.
Hij haalde een proef voor den dag, die
nauwkeurig overeenstemde met de kleur van
heur haar.
5000 Mark biedt deze Amerikaansche
voor zoo'n vlecht.
Lisa greep naar heur haren, waarvoor rij
plotseling vreesde; de goed, gekapte barbier
ging intusschen voort:
Als ik deze vlecht nu aan de Amerikaan
se®© breng, krijg ik de 5000 mark en als ik u,
juffrouw Lisa, daarvan 2000 maitk afgeef, blijft
rr re" fenoeg over om mij te vestigen en te
trouwen. fi I
Zyn oogen vonkelden en smeekten.
Dus daarom, daarom, vroeg zij toon
loos.
Daarom, i-k hoopte u te vermurwen, door
mijn verzen op uw heerlijk haar.
Zwijg, snauwde zij hem toe.
Juffrouw Lisa, riep hij verschrikt, heeft
alles niet gebaat heb ik te vergeefs om uw
gunst gesmeekt? Denk toch eens aan, wat u
door het offer van uw haar, dat toch weer
aangroeit, verkrijgen kunt het levensgeluk
van twee menschen en 2000 mark voor mijn
part 2500 mark.
Bijna had Lisa hardop gelachen, maar de
mau was zoo onstuimig en energiek; bij een
beweging van zijn hand scheen het haar toe,
da! hij een schaar te voorschijn haalde. Als hij
haar de vlecht eens alkniple.
Een oogenblik scheen het haar zeer eenvou
dig toe, als zij hier niet langer bleef en vlug
sprong zij op, de vlecht vast tegen haar borst
drukkend en vloog weg.
Haar verhitte phanlasie loog haar voor
dal hij haar volgde, haar bij de haren pakte:
duidelijk voelde zij hoe hij ze uittrok.
Er was niemand achter haar, maar in de
verte zag zij den kapper smeekende bewegin
gen met de handen makende.
Een oogenblik wilde zij uitrusten haar li
chaam scheen haar als lamgeslagen, maar toen
zette ook de vreeselijke man zich in beweging
hij kwam op haar af.
Dus moesl zij verder. Zoo snel als haar voe
ten haar dragen konden, ijlden zij heen, tot
dal zij menschen en irams bereikte.
Het grimmige gezicht van een agent scheen
tiaar dat van een engel toe; nu liep zij kalmer.
Voorbijgangers werden opmerkzaam op haar
en snel wierp zij de vlecht naar achteren en
bracht hoed en sluier in orde. Maar al voeide
zij zich ook in veiligheid, haar hart was toch
beangst en haar oogen waren vol tranen.
De vernedering was ook te vreeselijk, ver
geefs sprak zij zich troost toe; niemand wist
het immers, maar zij zelf, zij kwam zichzelf
zoo belachelijk voor zoo boven alle maten
vernee!erd. Naar huis gaan kon zij niet. Zij
vreesde voot een tranenstroom, die binnen de
vier muren zou losbarsten en verraden dat er
iets ontzet tends met haar was gebeurd.
Zij bleef dus in het gewoel der Berlijn-
sche straten, moede rondzwervend, zich zoo
verlaten voelend als een arm aan niemand
toobehoorend schepsel en zich afvragend of
zij niet door een sprong in de Spree een
einde aan alles zou maken.
Achter haar sluiers snikte rij als een
kind. Onwillekeurig moest zij aan Frits
Pfisner denken, aan zijn kalmte, zijn een
voud, gepaard aan echte mannelijkheid. Hoe
stak dat toch gunstig af tegen de roman
tiek, waaraan zij bijna ten offer was ge
vallen.
Zoo bevond rij rioh in een stille straat
Hier stond da bank waar Pfisner werk
zaam was.
Zij wilde er langs sluipen, maar uit het
groote portaal kwam een man naar buiten,
want het was juist sluitingatijiL
Toen Lisa hem herkende, wilde rij vluch
ten, wankelde en zou zeker gevallen rijn,
als hij haar niet had opgevangen. Een
oogenblik later lag rij bewusteloos. Zonder
het haar' te vragen riep hij een droschk®
aan, gaf den koetsier haar adres op, tilde
haar daarin en zette rich naast haar neder.
En nu, juffrouw, vertel mij, wat is
er gebeurd?
En rij vertelde rij was er zelf ver
baasd over, dat zij zich zoo aan de schand
paal kon stellen, maar voor rij® rustige
oogen kon rij niets verzwijgen.
Toen rij geëindigd had, glimlachte hij.
Zoo iets moest komen, juffrouw Lisa.
Moest komen?
Zeker, om n van uw romaneskheid tt
genezen.
Lisa schreide in stilte.
U veracht mij zeker, snikte rij.
Niet in het minste, juffrouw Lisa!
Wie heeft er geen jonge, zoo'n heel jonge
dwaasheid te betreuren?
Nu lachte rij door haar tranen heen m
daarbij nestelde zich haar handje heel «acht
in rijn rechter.
Toen jubelde de prozaïsche cijferman het
uit en nam haar in rijn armen-
Het wonderbare was nu voor Lisa ge
komen (Geld.)
1