Sport en wedstrijden. SPORTMOMENTEN R. K. F. D. H. B. DAMMEN. LANDBOUW EN VISSCHERIJ, INGEZONDEN. HET BENUTTEN VAN EEN STRAF SCHOP. De Roomsche sport. De wedstrijden van Zondag. N. Vi B. Overgangsklasse. Reserve le klasse. 2e klasse. 3e klasse. Oostelijke le klasse. Zuidelijke le klasse. Noordelijke le klasse R. C. H. naar 'Engeland. Wm Uitroeiing van „Paardestaarten". Emigratie naar Frankrijk. 41. Al de volkeren, die op de velden van Waterloo hun bloed bij stroomen hebben vergoten, gaan nog in onze dagen fier op de glorieuze daden hunner voorvade ren in dien gedenkwaardigen slag. Allen streden hier met den moed der vertwijfe ling, want allen beseften, dat van den uitslag van dien reuzenstrijd, een keer- p int in de richting van vrijheid of knecht schap voor hun vaderland afhing. Engelschen, Pruisen en Franschen gaven elkander niets toe in het ten toon spreiden van heldenmoed en doods verachting. De Engelschen verkondigden het luide ha de overwinning der verbon denen De Nederlanders hebben een roemrijk aandeel in de bevochten zege praal. De prins van Oranje, die het bevel voerde over het centrum der Engelsch- Nederlandsche troepen, onderscheidde zich niet alleen door heldenmoed en doodsverachting, maar tevens door een beleidvol manoevreeren in de hitte van den strijd, hetgeen de Bewondering op wekte van allen, die in hem hun aanvoe- der zagen tegen de soldaten van /den Overweldiger. Het was omstreeks half acht in den avond en nög was de einduitslag van de geweldige botsing tusschen die duizenden mannen van wapenen, onbeslist. Het uitgestrekte slagveld vertoonde zich voor het oog, met dooden en gekwetsten als bezaaid en Wellington's troepen waren sedert uren blootgesteld aan het moordda dig vuur der Fransche batterijen en de wanhopige aanvallen der vijandelijke infanterie. Terwijl de oude Fransche garde, door (maarschalk Neij aangevoerd, de omliggende heuvels in stormpas be reide, ten einde nog éénmaal de reeds zoo dikwijls herhaalde, maar ook even zoo veel keeren mislukte poging te her nieuwen, om de Engelschen uit hun stel lingen te verdrijven, zag men den prins van Oranje in gesprek met den Britschen cavalerie-generaal Ghïgny en meerdere hoofdofficieren van het Engelsche leger. Vervolgens reed hij alleen, in gestrekten draf naar een bataljon Nassauers, dat in carré geschaard, den aanval der Fran- schen afwachtte. Nog had onze Oranje vorst het bataljon niet bereikt, toen zijn paard een zijsprong maakte en hoog on steigerde, terwijl zijn berijder indenzai e wankelde. Een vijandelijke kogel hai. den schouder van den dapperen bevel hebber doorboord. Ooggetuigen hebben verhaald, dat prins Willem in handen van den vijand zou zijn gevallen, wanneer het 7e ba taljon Belgische infanterie zich niet als een beschuttende wal, om hem heen had geschaard. Met zichtbare moeite steeg de gekwet ste van zijn sidderend, met schuim be dekt, eveneens door een kogel getroffen ros en deed eenige schreden achterwaarts. Inmiddels was de prins weldra omringd door meerdere officieren, waaronder zijn kamerheer baron Jules Const.-Rebecque. Bleek van pijn en afgemat van bloed verlies, leunde hij tegen het paard van een ritmeester. Het was een kritiek oogen blik. Daar toch stormden de Fransche kurassiers als een wervelwind aan tot ondersteuning der oude garde van Na poleon. Baron Constant Rebecque, die afgestegen was, bezwoer zijn jeugdigen meester zich te paard te werpen en aldus aan een dreigend gevaar te ontkomen. Gedekt door een afdeelirg tirailleurs van het regiment Nassau, v.rd onze ge wonde prins nu ijlings buiten de vuur linie, in een boerenhofstede van Water loo gebracht. Hier werd zijn kwetsuur verbonden, totdat, na enkele uren, het vervoer naar Brussel in veiligheid kon geschieden. Deze episode, waarin de ridderliike grootvader onzer Koningin zulk een e r- volle hoofdrol speelde, heeft aanleiding gegeven tot verhalen, die in de wijze van voorstelling omtrent de toedracht nogal van elkamfer afwijken. Daarom achten wij het nVet ondienstig hier te boekstaven, dat wVj ons verhaal hebben ontleend aan een brief van de hand van baron Jules ConstA'nt-Rebecque, voor komend in een der glimmers van het jaar 1817 der „Gazette .générale des Pays - Bas." Ook de latere heldhaftige verdediger der citadel van Antwerpen, generaal Chassé, zou reeds in de\n slag van Water loo niet weinig krijgsroem oogsten. Als onderbevelhebber van generaal Hill, den Engelschen commandant der rechtervleu gel, droeg Chassé in niet geringe mate bij tot den haastigen terugkocht der oude Napo'ecntische garde. H^tt was de bri gade Maitland, die een deel der Engel sche g irde uitmaakte, welktp deze eere met den Nederlandschen generate' deelde. On versaagd wierp laatstgenoemde zich aan het hoofd zijner zes bataljons van de brigade van Detmer, in de flanken ge steund door de lichte cavalerie van ma joor van der Smissen, op de veteranen van den Franschen keizer. E^en verbit terde strijd van man tegen man volgde, voor de geallieerden bekroond met den uitslaghet afdeinzen van N&poleon's keurtroepen. Echter, nog zou de zege van Welling ton's ieger hoogst twijfelachtig J(ijn ge weest, wanneer niet, juist op het beslis send oogenblik, de Pruisen op het slag veld waren verschenen. Brandend van verlangen om zich met de gehate Franschen'te meten, was de grijze Blücher zijn troepen vooruit gesneld, en, gebogen over den nek zijns dravers, de getrokken sabel krampach tig in de knoestige vuist geklemd, steeds strak voor zich uitstarend naar het too- neel der bloedige worsteling, dat zich hoe langer hoe duidelijker voor zijn oog ont rolde, reed de drie en zeventig jarige, zijn adjudanten ettelijke honderden passen vooruit. Achter hem flikkerden de lange sabels zijner cavalerie-regimenten in de wegstervende stralen der ondergaande zon en weer daarachter, doemde een onafzienbaar woud van bajonetten op: de Pruisische infanterie. Bij den onverwachten, doch vreugde vollen aanblik dezer te hulp snellende bondgenooten, vierde zelfs 'de hertog van Wellington, de koele Brit, voor een oogen blik den teugel aan zijn steeds in toom gehouden zelfbeheersching. „Kinderen, zoo riep hij in vervoe ring uit daar is de oude Blücher, de zege is ons." En onmiddellijk order ge vend aan zijn onderbevelhebbers, om hun verdedigende houding te laten varen en op hunne beurt aanvallend op te treden, galoppeerde hij, omgeven door zijn staf, de Pruisen tegemoet. Biücher's tijdige komst op het slagveld was inderdaad beslissend voor den eind uitslag van het bloedig oorlogsspel. Met toomelooze woede door de Pruisen be sprongen, weken de uitgeputte Fran schen naar alle richtingen uit. Weldra van alle zijden door hun verbitterde vijanden bestookt, ontaardde de terug tocht van de rest van Napoleon's leger scharen in een ordelooze vlucht. Met de wanhoop in het hart, zag de Fransche keizer de steeds in aantal toenemende Pruisische regimenten na deren en hunne vereeniging met de En gelschen en Nederlanders voltooien. Hij begreep hetzijn rijk was uit en voor goed. Daar doorflitste een gedachte het brein van den verslagen overweldiger. Hem restte niets anders, dan zich aar. het hoofd van de overblijfselen zijnet oude garde te stellen en met krijgsmans eer te midden van de laatsten der zijnen te sneuvelen. Hadde hij het gedaan, hoeveel ver- n deringen zou hij gichzelven hebben be- vaard Maar zijn generaals, maarschalk Soult vooral, weerhielden hem met geweld, dwongen hem te paard te stijgen, namen den overwonnen meester in hun midden en voort ging het toen in toomelooze vaart, voort naar het Zuiden, in de rich ting van Parijs. (Wordt voortgezet). De toegekende strafschop werd, zeer sportief, niet benut. Het zal onzen lezers, aldus de „Sport" ongetwijfeld zijn opgevallen, dat een zin snede als de bovenstaande meermalen in de wedstrijdverslagen voorkomt, waar mede het bewijs is geleverd, hoevelen de idee zijn toegedaan, dat het niet benutten van een strafschop als een uiterst sportieve daad is te beschouwen. Wij voor ons zijn een andere opvatting toegedaan en wel hierom: Vooropgesteld wordt, dat de spelers zich van den aanvang tot de laatste minuut van een wedstrijd hebben te onderwerpen aan de leiding van den aan gewezen scheidsrechter, m.a.w. dat zii voor den geheelen duur van den wed strijd hun eigen oordeel hebben onder geschikt te maken aan dat van den rechtspreker. Aangenomen mag worden en dit, zonder aan de bekwaamheden van den fluitist ook slechts eenigermate te twijfelen dat hij in den loop van eiken wedstrijd fouten maakt. Want hierom gaat het. Tegen het benutten van een alleszins verdienden strafschop zal geen enkel be oefenaar der sport de minste bemer king kunnen en willen maken. Een strafschop is een straf, welke vaak te hard wordt gevonden voor de ge pleegde overtreding. En men acht het sportief, het begrip „medelijden" in het geding te brengen. Doch men laat zich hier lijden door de kwestie van meer en minder. Gaat ooit een woord of een daad van protest uit tegen het ten onrechte toe kennen van een vrijen schop? Neen immers. En om de doodeenvou dige reden, dat een vrije (schop oogen- schijniijk minder onmiddellijk gevaar oplevert. Maar wij verzoeken beleefd de wel willende aandacht van onze tegenstan ders op dit gebied voo-r de talloos vele keeren, dat uit een vrijen schop een doelpunt ontstaat. Gaat ooi! een woord of een daad van protest uit tegen het ten onrechte toe kennen van een hoekschop? En hoevele malen wordt als gevolg daarvan gedoelpunt? Men volgt in deze gevallen onvoor waardelijk en zonder aarzeling de be slissing van den scheidsrechter. Maar het toekennen van een straf schop is een gebeurtenis. En dat is het eenige geval, dat een overigens volgzaam en geschikt speler meent, zich tegen de beslissing van den scheidsrechter te mogen verzetten. „Maar de straf is hard", werpt men aanstonds tegen. To g g ven. Maar daa tegenover moet erkend worden, dat wij spelen onder een reglement, dat eischt: le. onvoorwaardelijk nakomen van de spelregels, en 2e. onvoorwaardelijke gehoorzaamheid aan de leiding van den scheidsrechter. Welnu, dan is het onsportief zich tegen die leiding te verzetten, door opzette lijk naast te trappen. Want door dit te doen neemt de speler de taak van den leider over en matigt hij zich het recht aan, dezen om een soms nog vermeende fout te mogen corrigeer en. Het niet benutten van een strafschop is dus niët alleen onsportief, omdat men zich stelt boven de leiding, maar het is een beleediging van den scheidsrech ter, omdat een speler hiermede het be wijs levert, den scheidsrechter 'n lesje te willen geven. Wij gaven hierboven onze zienswijze voor wat het sportieve gedeelte betreft. Daarnaast doch wij voegen hier aan dadelijk toe, dat het een kwestie van utiliteit is te noemen bestaat de beslissing destijds door de 12 vereeni- gingen van de Westelijke Eerste Klasse genomen. Met algemeene stemmen nml. is door de W.E.K. bepaald, dat aan de aan voerders zou worden medegedeeld, dat het onsportief is te noemen, een straf schop niet te benutten. Houdt men zich niet onvoorwaardelijk aan een algemeene afspraak, welke vol komen met de spelregels in overeen stemming is, dan kan dit oorzaak zijn, dat de uitslag van sommige wedstrijden bewust onzuiver wordt, zoodat sommige vereenigingen bevoordeeld worden ten koste van andere, die speelden tegen een tegenstander, die zich wèl hield aan de beslissing van den scheidsrechter-. En dat alleen reeds stempelt het niet benutten van den strafschop tot een on sportieve daad- In de Sportillustratie schreef „Pastoor van Sloot'' over „Het Godsdienstig leven in de Sport" een lezenswaardig artikel, waaruit wij het volgende eiteeren: Zijn we er? De geweldige finantieele moei lijkheden, waaronder we gebukt gingen, wer den niet in een paar jaar overwonnen; al kun nen we ook nn zeggen, dat we er bijna zijn; de bedillers wisten daarvan zoo ongeveer niets. Zijn we er dan? Neen, ik las dat op de laat ste Federatie-vergadering een commissie ge vormd werd, een studiecommissie die rappor teeren za! over de propaganda voor en het rcomsch leven in de sport die zal spreken over de districts indeeling. De samenwerking tusschen de sportbonden en over jeugd- en standsorganisatie. Intusschen werkt 't Federa tiebestuur kalm voort voor den groei van het sportleven, en het bestudeert de toekomstige eerste klasse. Zijn we er? Neen, clubbesturen, we rekenen op U.... We hebben, als leiders nog iets méér te behartigen dan de sport; we hebben met on zen geestelijken Adviseur nog iets hoogers te bespreken, dan de finantiën en het niet uitko men van een speler; wij beminnen de sport als een echte ontspanning, maar tegelijk heb ben wij toch groote zorg te besteden aan de godsdienstige opheffing van eiken speler. Hoe staat het toch met de maandelijksche geza menlijke H. Communie; ik weet wel, dat bij de districts-indeeling der sport alles beter tot zijn recht komt, maar daarop mag toch de geeste lijke taak der besturen niet wachten. Pastoor Dr. Sloet schreef vroeger zoo juist tegen Pas toor Bolde dat de sport meewerkt om een ziel een tempel Gods, rein te bewaren; de eminente Pastoor sprak in het algemeen en 't was juist, maar Hij zag ook voor zich een clubbestuur dat heerlijk samenwerkte met een Adviseur die de jeugd kent en leidt. De veelvuldige H Communie: nwe zielen moeten zijn gelijk ci bories, dus de levende cibories Gods, de taber nakelen levend door de H. Eucharistie; de in- tronisatie van den levenden Christus in elk hart. Steeds moeten wij strijdend onze muren op- bonwen, ia de eene hand de strijdbijl voor links en rechts en in de andere de troffel; het i3 niet genoeg want onze strijders moeten be zield zijn met waren geest; geen deserteurs mogen voortkomen uit onze gelederen, de om gang met de neutralen is gevaarlijk voor het H. Geloof, er mag geen zwakheid of onver schilligheid zijn, onze beweging is dan sterk, als er echt godsdienstig leven in zit. HET SLECHTE TERREIN. Wanneer we aldus de Telegraaf uit den mond van den vice-voorzitter van den N. V B. tevens voorzitter van de N. E. C, het slechte terrein te Bern als een der oor zaken hebben hooren noemen van ons vol komen falen tegen Zwitserland, dan zou van een tekort aan eerbied voor de sportieve opvatting van iemand als den heer Hirsch man getuigen, indien men aan zijn wooraen niet de beteekenis van een verklaring in plaats van een gezocht excuus hechtte De Hot'andsche voetbalier is over het algemeen te kieskeurig: hij wenscht een veld als een biljartlaken, een bedekten hemel, zonder re gen of wind, een milde temperatuur, die hem behoedt voor z.g. „zweetvoetbal", en dan liefst nog een terrein met accomodatie- vermogen zooals dat heet benevens lauwe douche, masseur en een zachten te genstander. Wanneer men dit alles wenscht te billij ken, omdat voetbal voor een gemakzuchtige jongelingschap niet meer kan zijn dan een onschuldig liefhebberijtje, dan moet men ook consequent zijn en zich niet meer het hoofd breken over internationale wedstrij den, die tegen goed getrainde en geharde ploegen onder vrijwel alle weersomstandig heden moeten worden gespeeld. Gekkenwerk? Accoord, maar laten wij dan ook afstand doen van de illusie nog een volk te zijn dat in vaardigheid, kracht en snelheid een reputatie te verliezen heeft. Dan kunnen wij ons opsluiten met de zoete herinneringen, die een forsch voorgeslacht ons gelaten heeft, een voorgeslacht, dat uit de modder van Darlington zich opwerkte tot de glorie van Houtrust.... Een van de oorzaken van de débacle van Bern moet gezocht worden in het slechte terrein, waarop de onzen niet gewend zijn te spelen, aldus de verklaring van den heer Hirschman. En we hebben deze les voor kennisgeving aangenomen, want den een- sten den besten Zondag dat we in staat worden gesteld om onder vrij normale Hol- Iandsche weersomstandigheden ons spel aan slechte terreinen aan te passen, blijven we voor drie-kwart thnist O! misselyck nages'acht! P. S. Brussel, 26 Nov. „Ondanks de zeer ongunstige weersomstandigheden, regen en wind. vonden alle competitiewed strijden doorgang.... Op ons internationaal programma staat dit seizoen ook een wedstrijd Nederland België. Voor de overgangsklasse C, is j.l. Zondag nog gespeeld de wedstrijd Graaf Willem II V. V. Z., waarin de Hagenaars zich met een 20 overwinning een beetje steviger op de eerste plaats hebben gezeit. A.s. Zondag worden slechts twee wedstrij den gespeeld, aangezien de wedstrijd H. B. C.Leonidas, die aangekondigd was, niet doorgaat wegens aanbiddingsfeest in de Heemsteedsche parochie. V. V. Z. ontmoet in Zaandam E. M. M. uit Hilversum, waarvan het resultaat wel zijn een Gooische overwinning. Wilskracht krijgt P. V. C. op bezoek; een niet gemakkelijke strijd voor de Utrechtsche club, die toch de overwinning wel zal be halen. Ook in de afdeeling I der tweede klasse, is één wedstrijd doorgegaan en wel Damia tenD. H. L. Deze wedstrijd is onder merkwaardige om standigheden gespeeld. De „Sport-Iilustratie" deelt er het vtolgende over mede: „Hoe het vaeer was, weet men, en ook, hoe de meeste velden. De consul, als hoeda nig reglementair momenteel de Damiaten- secretaris optreedt, dacht er om 1 uur ernstig over, het veld Doch nog af te keuren, gezien bovendien het sf echte weer. Hij liet zich al leen weerhouden van een definitieve beslis sing door de overweging, dat Delft al een maal onderweg zou zijn. Een vergeet'sche reis is onaangenaam. Laat de scheidsrechter be slissen. Bij half 3 (de Federatiewedslrijden beginnen om 2 uur, heerenl) nog geen Delftsch speler te zien, noch scheidsrechter. De Damiaten makten al aanstalten om op te stappen. Daar lapmt Delft aanzetten, nog maar steeds in de meening, dat half 3 het aanvangsuur is. Sctheidsrechter is niet aan wezig. Wel hagel, sneeuw en regenvlagen. Op herhaald aandringen van Delft drijft Damia ten de sportiviteit zoo ver, dat, met veler tegenzin, begonnen wordt op een slecht De- speelbaar veld, met spelers, bibberend van kou, onder leiding vto een Delftsch suppor ter.... Buien vallen elk oogenblik. Het wordt 81. Een Damiaat wordt geblesseerd. Nog 12 minuten. Weer een ontzettende bui. Sommige spelers klagen, dat ze niet meer kunnen zien van de doskerte. Toen gaven de Damiaten er de brui van.En ze zullen nu beboet worden, maar wij, die alle omstandig heden kennen, kunnen het ze niet kwalijk nemen. Waarom staakte de Delftsche scheids rechter niet definitief, tot:n hel eenmaal 81 was? Het ware een spfl>rtief antwoord ge weest op de ver, zeer ver doorgedreven spor tieve houding van Damfelen! Niemand, nie mand zou er immers aa» denken een 81 voorsprong om 10minuten speeltijd onge daan te maken! Intusschen beeft D. H. L. weer een over winning behaald. Voorts moeien wij er de aandacht op vestigen, dat cKe wedstrijd S. D. E.de Meer op 29 November toch doorgang heeft gevonden en geëindigd is in een gelijk spel (11). De stand in dezë afdeeling is nu als volgt: D. H. L. 5 5 0 0 10 25— 4 2.— De Meer 6 3 2 0 8 10— 7 1.60 R. K. A. V. 4 2 1 1 5 5— 6 1.20 Gr. Willem II 4 112 3 10—11 0.57 Damiaten 5 0 2 3 2 5—19 0.40 Doss 3 0 1 2 1 3— 6 0.33 S. D. S. 4 0 1 3 1 4— 9 0.25 Het programma voor Zondag luidt: Amsterdam: DossS. D. E. R. K. A. V.Damiaten. Het zal veel krachtsinspanning van de Damiaten vorderen te zorgen, dat Doss en S. D. E. onder hen op de ranglijst blijven. In verband hiermede is de wedstrijd DossS. D. E. al van veel belang. Hebben de Haarlem mers Zondag kans legen R. K. A. 'V., dat zich gaarne de „groote Amsterdamsche" noemt? Het zal er veel aan liggen, hoe de Amsterdam sche voorhoede op dreef is. Wij vreezen, dat in geval de rood-zwarten er zin in hebben, de vierde nederlaag de Damiaten waVht. Alloh, Oranje-Zwarten, span je tot het uitersten in, om tenminste een gelijk spel te fort:eeren! PROGRAMMA DECEMBER. Het programma voor December itj de over gangsklasse C. luidt als volgt: C 10 P. V. C.Graaf Willem II E. M. M—Wilskracht. H. B. C.Albatros 17 H. B. C.—P. V. C. AlbatrosE. M. M. Graaf Willem IILeonidas. 24 LeonidasP. V. C. V. V Z—Wilskracht Het programma voor December voor de tweede klasse J. luidt: I 10 De MeerD. O. S. S. Graaf Willem II 2Damiaten. 17 D. H. L—D. O. S. S R. K A. V—Graaf Willem II. De MeerS. D E 24 D. O S. S.Damiaten. S. D E—R K A V De Meer—D H. L. DE WEDSTRIJDEN VAN ZONDAG. De wedstrijden van den D. H. V. B. beginnen weer om 2 uur, wanneer geen ander uur van aanvang speciaal is vermeld. Het programma voor Zondag luidt: 1 A. Willem Eggert 1V.I.C. 1, N. Bouw man. G.V.A. 1—R.K.A.V. 2, G. Emmelkamp. 1 B. De Duiven 1D.O.N.K. 1, H. deBueger. 1 C. S.D.O. 1—H.B.C. 2, J. J. Stoete. Concordia 1R.K.V.Z. 1, B. Platte. 2 A. V.V.A. 1—De Meer 2, H. v. d. Laan. S.D.E. 2—R K.A.V. 3. J. Klunnen. 2 C. R.C.IJ. 1—S.D.O. 2, C. H. Maks. Amicitia 1A.D.O. 1, J. Gomes. 2 D. E.M.S. 1Leiden 1, J. J. Verzijlbergen. Lisse 1Geel-Zwart 1, B. v. d. Peet. 2 F. De Duiven 2Kralingen 1. J. Kreuger. D.O.N.K. 2Spartaan 1, L. v. Gastel. D.O.S. 1Excelsior 2, 12)4 uur, L. v. d. Schalie. 3 A. W.F.C. 2—S.D.E. 3, G. Beentjes. S.V.A. 1Vitesse 1, 1% uur, G, Neelen. S.D.W. 1—S.D.O. 3, C. Laas. 3 D. Victrix 1Concordia 2, L. J. Floris. Santpoort 1He4 Westen 2, C. H. Vissers. Geel-Zwart 2-Kinheim, L. Pirovano. 3 E. Leiden 2S.J.C. 2, C. Broekhof. S.M.C. 2E.M.S. 2, iy2 uur, P. v. Berkel. 3 J. D.I.O.S. 1—A.W. 1, A. S. Bizot. Haastrecht 1D.O.N.K. 3, C. Bassant. 4 A. A.D.O. 3—W.F.C. 3, J. v. d. Aakster. Vitesse 2S.V.A. 2, P. Bos. Bergen 1V.V.Z. 4, H. Numan. 4 E. Geel-Wit 2Victrix 2, Joh. Neijsen. R.K.V.Z. 3Zandvoort 1, W. Joosten. Zilk 2Amicilia 2, F. v. Gennip. Kinheim 2S.D.S. 1, J. Bierman. Geel-Zwart 3Santpoort 2, L. Piro vano. 4 F. S.J.C. 3Leiden 3, C. r. d. Klugt. 4 Fa S.P.C. 2—S.M.C. 4, L. r. Loon. Lisserbroek 2Lisse 4, A. J. Buschman. 4 M. D.O.N.K. 4—D.I.O.S. 2, 12l/2 uur, J. Massar. A.W. 2Haastrecht 2, J. Boef. In het Westen is de stand als volgt: R. C. H. 9 5 4 14 23— 9 1.55 H. B. S. 7 4 2 1 10 8— 5 1.42 Feijenoord 8 4 3 1 11 18—12 1.37 Ajax 9 4 3 2 11 14r- 7 1.22 D. F. C. 9 5 1 3 11 21—12 1.22 U. V. V. 10 3 4 4 10 12— 9 1.— Blauw-Wit 9 4 1 4 9 15—16 1.— Sparta 8 4 4 8 9—11 1 Quick 9 2 3 4 7 7—16 0.77 V. O. C 9 2 2 5 6 14—18 0.66 H. V. V. 8 2 1 5 5 10—17 0.62 Haarlem 9 1 8 2 11—30 0,22 Met één oogopslag ziet men, hoe hachelijk de positie van Haarlem geworden is na de nederlaag legen H.V.V. Nagaande dat de on derste vier; n.l. Quick. V.O.C., H.V.V. en Haar lem er twee moeten degradeeren, is men ge neigd, te zeggen, dat dit Haarlem en Quick zullen zijn. Want het wordt hoe langer hoe twijfelachtiger, of de Hanenburgers zich in de eerste klasse zullen kunnen handhaven. Zal Haarlem dan werkelijk na 25 jaar eerste Was ser te zijn geweest moeten tuimelen. Het wil er eerlijk gezegd bij ons niet in, maar tegen feiten valt nu eenmaal niet te redeneeren en die feiten zijn niet erg hoopvol. Wil Haarlem nog trachten te redden wat te redden is. dan moet op Spangen a.s. Zondag gewonnen wor den. Het kan. Ook Sparta behoort tot de zwak kere broedersl R. C. H. ontvangt Quick en gezien de mooie kansen van de Racing, verwachten wij een overwinning. Wij kunnen ons moei- li'k voorstellen, dal R. C. H. zijn situatie za! laten bederven door Quick. Ook ten opzichte van H. B S. ligt de beslissing nog in Haagsche handen. Was het geen „plaatselijke ontmoeting" tusschen deze twee partijen, we zouden zonder aarzelen succes voor HBS. voorspellen. Maar een „derby" roept instincten wakker, die elke voorzegging grond ontnemen, zoodat we maar willen zeggen, dat H. B. S. hard zal moeten werken voor de zege. Kampioens- eandidaat no. 3, dat is Feyenoord, gaat naar Utrecht. Dit wordt een spannenden strijd, dien Feiienoord nog niet gewonnen heeft. In Amsterdam de big match voor de Mo- hummers V d. Kluft heeft verklaard, dat Blauw Wit zich wil opwerken tot een van de eere-p;aatsen. Als bet heele elftal er zoo over denkt, verliest Ajax in het Stadion! D. F. C.V. O. C heeft, in competitie-taal gesproken alle beteekenis voor V. O. C„ dat het echter wel niet zal bolwerken. In de overgangsklasse zien we de volgende situatie, waaroit blijkt, dat de strijd in de bewerkte rangen nog niet uitgevochten is, dat Stormvogels er het best aan toe is en dat H. F. C. zeer voorzichtig moet zijn voor Excelsior en misschien ook nog wel voor Spartaan! Stormvogels 8 7 1 16 16— 5 1.66 H. F. C. 10 6 3 1 15 20—12 1.50 Excelsior 9 6 1 2 13 19— 8 1.44 Spartaan 9 3 4 2 10 14—10 1.11 't Gooi 10 4 3 3 11 15—14 1.10 O. D. S. 7 2 3 2 7 10—13 1.— S. V. V. 9 2 3 4 7 10—13 0.77 Hilversum 9 1 5 3 7 817 0.77 A. D. O. 8 3 5 6 14—18 0.75 Z. F. C. 11 3 2 6 8 8—17 0.72 V. V. A. 10 2 1 7 6 16—19 0.50 V. U. C. 8 2 6 4 16—20 0.50 Het programma luidt verder als volgt: Hil versu m—OD S VUCSVV. Stormvogels't Gooi. VVASpartaan. ZFC—HFC. ADOExcelsior. Ajax 2ZFC 2. HFC 2Hilversum 2. Spartaan 2VVA 2. Haarlem 2—Blauw Wit 2. :Rapiditas 2—'t Gooi 2. Veijenoord 2DFC 2. \\OC 2—RFC 2. Stveds Hooger 2HBS 2 HfV 2—Sparta 2. QSG—EDO. Alcmaria VictrixAFC. ZandVoortZVV. Hortuv—WFC, Schotel iHollandia. Sloterdijk—i-VSV HSVEDW Enschedeschoi Boys—Quick TheoleGo A head HeraclesEnschedé UD—ZAC Be QuickHengelo DOSKONAC FSVWiilhelminar VelocitasMVV NOADBredania Be QuickFriesland Veen damVelocitas AchillesF orward WW—Upright FrisiaAlcides Het is thans definitief dat R. C. H. met de Kerstdagen een vijfdaagsche oer naar Enge land zal ondernemen. Gespeeld zal worden op Dinsdag 26 Dec. (2den Kerstdag) te Wycombe, een klein stad je in de omgeving van Londen, tegen de Wycombe Wanderers en op 27 Dec. in Lon den tegen een elftal van de West Hans Uni ted, een sterke 2de klasse prof. club Wycombe Wanderers is een amateur elftal uit de Isthmian League. De bedoeling is om Vrijdag 22 December 's avonds om 9.22 met den D-trein vanuit Haarlem te vertrekken naar Hoek v. Holland van waaruit met de nachtboot naar Harwich wordt gereisd. Om 9.30 Zaterdagsmorgens zal het gezelschap, dat uit pl.m. 20 personen zal bestaan, in Londen arriveeren. Men hoopt daar 's middags een wedstrijd tusschen twee eerste klasse beroeps-elftallen bij te wonen, terwijl voor Zondag waarschijn lijk een autotocht naar Brighton op het pro gramma staat. Verder zullen natuurlijk zoo veel mogelijk bezienswaardigheden worden bezocht Onze prindpieele bezwaren tegen buiten- landsche reizen met Kerstmis zullen wij niet herhalen Bij onze neutrale club klopt men hiervoor toch aan doovemans deur. Maar wii hebben nog een practische vraag: mag een Hollandsche amateurclub tegen een Engelsche beroepscluh spe'en? Staan de N. V. B.-reglementen dit toe? Verzoeke alle correspondentie deze rubriek betreffende te zenden aan den Damredacteur P. J. v. Dartelen, Roosveldstraat 70, Haarlem. PROBLEEM No. 168. Auteur J. Wielenga, Zuid-Schalkwijk, le Publicatie. Stand zwart: 14 schijven op. 4, 7, 'S 9, 10, 12, 15, 17, 18, 19, 20, 22, 24 en 26. Wit: 13 schijven op: 21, 27, 30. 31, 32, 33, 34, 35, 37, 38. 12, 43 en 44. PROBLEEM No. 169. Auteur: Magnon. Stand zwart: 8 schijven op: 4, 11, 12, 14, 20, 22, 25 en 27. Wit: 8 schijven op 18, 23, 30, 31, 34, 35, 43 en 47. Voor beide problemen geldt: „Wit speelt en wint". Oplossingen wórden gaarne binnen acht da gen ingewacht. OPLOSSING DER PROBLEMEN. No. 166. Wit. 29—24, 39—33, 27—21, 37 32, 4843, 411 en wint. No 167. Wit. 28—23, 41—36, 49—44, 42 38, 31—26, 36—18, 40—34, 35—2 en wint. Zwart steeds gedwongen. Wij ontvingen correcte oplossingen van P. Hopman, W. J. A. Matla, J. v. Looy, H. G. en W. J. Teunisse te Haarlem en A. H, v. d. Geest te Lisse. P. J. y. DARTELEN. De z.g. „Paardestaart" is 'n veel voor komend, niet zoo heel gemakkelijk te verdelgen onkruid. Zoowel op bouw- als op akkerland ko men twee soorten van paardestaarten voor, n.l. de „akkerpaardestaart" (Equi- setum arvense), en de moeraspaarde- staart" (Equisetum palustre), die in ver schillende streken ook verschillendena men dragen (unjer, kwadenaard, roo- bol, hei-moes enz.) Deze planten overwinteren door mid del van een wortelstok, die zich veelvou dig vertakt, tot op een diepte van 1/2 tot 2 Meter, en soms nog dieper, in den grond werkt. Deze wortelstok draagt schedevormige bladeren en is in ge ledingen verdeeld. Eenige daarvan, en soms geheele rijen, zwellen op tot ei vormige lichamen, die met veel zetmeel gevuld zijn en langen lijd in den grond kunnen rusten om daarna door het vormen van uitspruitels nieuwe planten te levereti. De uitspruitsels die jaarlijks tot ont wikkeling komen zijn bij de akker- en moeraspaardeslaart verschillend. Bij de akkerpaardestaart komen in Maart en April eerst onvertakte uitspruitsels te voorschijn, die aan het topeinde in een krans geordende schildvormige bla den dragen, waarop de sporendragers zitten. De stengels, die in den zomer verschij nen, zijn daarentegen onvruchtbaar cn vertakt. Bij de moeraspaardestaart verschijnen vruchtbare en onvruchtbare stengels te gelijkertijd. In de sporendragers der paardestaar ten worden de sporen gevormd, kleine cellen, die zich verder kunnen ontwik kelen en zorgen voor de voortplanting langs ongeslachtelijken weg. Uit de sporen ontwikkelt zich de voorkiem, die betrekkelijk klein blijft en mannelijke zoowel als vrouwelijke orga nen vormt. Uit deze ontwikkelt zich de bevruchte eicel, waaruit weder de ge wone paardestaart te voorschijn komt. De instandhouding en vermenigvuldi ging heeft plaats door den wortelstok en door het vormen van sporen. De paardestaarten telen zich het bes te voort op gronden, die ruim van wa ter voorzien zijn. De akkerpaardestaart geeft de voor keur aan een veenachtigen, steenigen, lichten grond. De moeraspaardestaart tiert het best op zwaren kleigrond. Een gering zoutgehalte van den bodem schijnt echter zeer nadeelig in te werken op de ontwikkelingskansen. Hiermede in verband staat de geringe aanwezighek van dit onkruid in de zeepolders. Het is niet gemakkelijk de paarde staart geheel uit te roeien. Evenwel, er zijn middelen. In de eerste plaats zij aanbevolen 't droogleggen van den grond door drai- neerbuizen of greppels, omdat de paar destaart, gelijk we boven reeds opmerk ten, alleen tiert bij aanwezigheid van veel water. Is dit droogleggen geschied dan wordt het land krachtig gemest om vooral den groei der gecultiveerde planten sterk te bevorderen. Evenzoo kan het bouwen van gr oen- voed er-ge wassen en hakvruchlen de on derdrukking der paardestaarten bevorde ren. Daar chloorverbindingen zeer nadee lig voor den groei van dit onkruid zijn, is hierin ook een bestrijdingsmiddel te vinden. Blomeyer mestte met gunstig gevolg een-vierde hectare grond met 100 K.G. Stassfurter afval of met 50 Kg. veezout, welke op de zool van een diepe ploegvoor werden gebracht. Het zout moet in den herfst worden toege past, omdat het in het voorjaar die per in den grond gespoeld moet zijn teneinde geen schade aan het te bou wen 'gewas te weeg te brengen. („De Zaaier") Er is den laatsten tijd in ons land een steeds sterker wordende strooming waar te nemen onder onze land- en tuinbouwende bevolking, om naar Franarijk te trekken ten einde daar, hetzij een land- oi tuinbouwbe drijf te koopen of te pachten, hetzij werk te zoeken in den land- of tuinbouw. De Neder- landsche Boerenbond gevoelt zich geenszins geroepen om deze emigratie, waaraan toch steeds min of meer ernstige gevaren en be zwaren verbonden zijn, te bevorderen. An derzijds echter meent hij de oogen niet te mogen sluiten voor het nu eenmaal werkelijk bestaande feit, dat tal van boeren en tuin ders en boeren- en tuinderszoons naar Frankrijk trekken, daartoe gedreven door den wensch om vooruit te komen of gedron gen door de omstandigheden (gebrek aan boerderijen, grond en werk). De Nederland- sche Boerenbond voelt zich verplicht deze menschen te helpen en te beschermen voor zooveel hij vermag. Daarom heeft hij een hoofdambtenaar naar Noord-Frankrijk ge zonden, om ter plaatse te onderzoeken wat de Nederlandsch. Boerenbond zou kunnen doen ten gerieve van hen, die zich daar wen- schen te vestigen of daar te werk gesteld willen worden. Dit onderzoek heeft tot uit stekende resultaten geleid, zoodat de Ne- derlandsche Boerenbond in staat is en zich bereid verklaren kan, om zijne bemiddeling te verleenen aan allen, die hetzij een eigen bedrijf, hetzij werkgelegenheid zoeken in Noord-Frankrijk. Dientengevolge noodigt het bestuur alle R.-K. Boeren en Tuinders, die voornemens zijn naar Frankrijk te trekken, dringend uit zich voorai in verbinding te stellen met hei secretariaat van den Nederlandscben Boe renbond (Juliana van Stolberglaan 113, den Haag). Het bestuur van den Nederland- schen Boerenbond: J. TH. VERHEGGEN, Voorzitter Dr. L. DECKERS, Secretaris. TIEN JAREN UIT ONZE VADER- LANDSCHE GESCHIEDENIS. (1806—1815) door Jos. P H Hamers.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1922 | | pagina 6