cateur wijcrt er ook de nooaige aanaacni aan. Maar er zijn veel moeilijkheden. De hertaxatie komt dit jaar aan de orde. Voor reclame hebben we niet veel dub beltjes. Ook hebben we niet veel grond, aan wegen gelegen. Bij erfpachtsuitgifte zullen de menschen ook niet zoo hard loopen. Laten we liever wachten wat er van gemaakt kan worden. Spr. zag graag een groote afname in eens. Wat de volkshuisvesting aangaat, het is gebleken dat wij juist inzake woning bouw uiterst voorzichtig moeten zijn, willen wij ons geen strop bouwen. Spr. heeft den premiebouw zeer toegejuicht en ook zeer bevorderd met als gevolg dat hier 497 woningen met premiebouw zijn gezet en er nog 37 in behandeling zijn. En dit zonder risico aan de gemeen te. Er is gevraagd of B. en W. bekend zijn met den woningbouw en dubbele bewoning. Maar deze laatste is geen maatstaf om den woningnood te bepalen, daar vele menschen blijven samenwonen. De heer SCHILLING. Maar zijn er woningen De heer DUNNEBIER: Wij willen het gaarne onderzoeken. Maar wat geeft het als wij tal van woningen onbewoon baar verklaren en Ged. Staten vernie tigen die besluiten Gevraagd is hoe de bezuiniging op den Reinigingsdienst in elkaar zit. Eerstens was er op verschillende posten al f 5000 bezuinigd, dan is er voor 1923 meer ge raamd f 8500 voor e.en veger, een paard enz. Van de wachtgelden voor het ont slagen personeel is ruim f 7000 van de loopende begrooting betaald en Komt slechts f 900 ten laste der nieuwe be grooting. Inzake de Arbeidsbeurs onderschrijft spr. het door den heer Schilling gespro kene, dat medewerking der werkgevers noodig is. Spr. voelt trouwens veel meer voor een goede werkverdeeling, dan is een Arbeidsbeurs z.i. overbodig. Aan den heer Dalmeijer zegt spr. dat het wegenrapport klaar is. Aan een lijst van de bezittingen wordt gewerkt. Spr. zegt dat inzake het brengen der woningbouwverenigingen onder één be stuur voor geruimen tijd met bestuurders van 4 vereenigingen een bespreking is gehouden. Een ontwerp werd toegezegd, maar sedert heeft spr. niets gehoord. De VOORZITTER zegt nog dat het de bedoeling is van B. en W. den arm besturen aan te zeggen, dat zij zich meer aan de opgemaakte begrootingen hebben te houden. Bij buitengewone omstan digheden moeten we dan andere wegen zoeken. Inzake de ziekenhuiskwestie hebben B. en W. geen bezwaar de bestaande com missie opnieuw bijeen te roepen. De heer NETSCHER. De voorzitters- plaóts daarin is door overlijden vacant. De VOORZITTER zegt voorts' toe dat ieder jaar een overzicht van den finan- cieëlen toestand der gemeente zal gege ven worden. De replieken. De heer VETSCHER merkt op dat het moeilijk is de uitgaven voor rijwielen van de gemeente te weten te komen. Hoe staat het met het gemeentelijk rijwiel- bedrijf Spr. hoopt dat de grenswijziging spoe dig aan de orde komt. Wij moeten ter reinen hebben voor fabrieken en waar schepen kunnen komen. Daarvoor moe ten teekeningen gemaakt worden. Over te tramplannen merkt spr. op dat de stoomtram, uit den tijd is. Wij moeten een electrische tram hebben, ook naar IJmuiden. De heer DALMEIJER is dankbaar maar niet voldaan. Spr. vraagt of de kwestie van een ophaaldienst niet bij de Fin. Commissie in bespreking kan "ko men. Wat de ontwikkelingsmogelijkheid der gemeente aangaat, spr. verlangt niet dadelijk een antwoord, maar dat men deze zaak aanpakt. Over de nooduit- keeringen van het Rijk is spr. niet zoo gerust. Hoeveel krijgen wij De heer DUNNEBIER Honderd pro cent. De heer DALMEIJER Is dat vast Er is op de Staatsbegrooting nog geen cent voor uitgetrokken. Als oplossing van den woningnood bedoelt spr. vooral hulp aan die gezinnen, die.geen hooge huren kunnen betalen en nu in ruimte wonen, die al lang bezet is. Gelukkig is de wethouder evenals spr. sterk tegen dubbele bewoning. De con centratie van Woningbouwvereniging is een moeilijke kwestie. In 't begin zijn er te veel fouten gemaakt. De Woningraad is een discuteer-college geworden. Maar laten B. en W. trachten de administratie te concentreeren. Spr. is 't niet eens met den heer Tuse- nius dat de waterleiding geen winst zou mogen maken. Inzake steun aan land- en tuinbouw' wijst spr. er op dat in de Prov. Staten daartoe een voorstel is gedaan. Spr. hoopt dat B. en W. aan Ged. Staten alle noodige inlichtingen nullen verstrekken. Spoedige hulp is het beste. De VOORZITTER zegt dat B. en W. inzake hulp aan den tuinbouw het stand punt van den heer Dalmeijer deelen. Ds heer VERMEULEN is met den Iheer Tusenius eens dat het water veel te duur is. Bij zulk een groot hygiënisch be-1 lang, als de waterleiding is, moeten we komen tot lager tarieven en een ruimer verbruik. Tegenover de oplossing der Zieken huiskwestie staat spr. sceptisch, het is wel zooals de voorzitter zei, dat deze zaak bezien moet worden in 't licht van dezen tijd. Wat het visscherijbedrijf aangaat, spr. zou het ten zeerste betreuren als de Visscherijschool werd omgezet in een Zeevaartschool. Dat het "in IJmuiden nog zoo gaat als thans, komt door de onverwoestbare energie van vischhan- delaars en reeders. Men heeft in 't begin captie gemaakt tegen eenige vischauto's, maar thans rijden er 18, die de visch naar alle hoeken van ons land brengen. Veel geld gaat echter nog naar 't buiten land, als de Duitsche trawlers hier niet komen, zou dit ons ten goede komen en ook vele varenslui in Egmond enz. Er is veel geschimp op IJmuiden, men spreekt van een zoodje, dat reilt en zeilt, maar er wordt nog hard gewerkt en aan velen werk verschaft. Daarom mocht er voor IJmuiden wel wat meer waardee ring zijn. inkrimping van het visschersbedrijf, waarover de heer Dalmeijer sprak, is volstrekt niet noodig. Er is thans zooveel afzetgebied in ons land en ook in 't bui tenland, dat bij wegblijven der Duitsche trawlers onze heele vloot kon varen. Daarom is het visscherij-onderwijs voor IJmuiden 't voornaamste. Zeevaartscho len zijn er 13 in ons land, maar aan de opleiding voor de visscherij ontbreekt nog veel. Er kunnen nog best 50 Hollandsche trawlers in de vaa .t komen, want er zijn er onlangs al 135 in de vaart geweest. De heer TUSENIUS: Vier jaar gele den 1 De heer VERMEULEN: Neen, kort geleden, want spr. moest een opgave aan den minister verstrekken. Spr. begrijpt niet, waarom de- heer Schilling hiertegen is, er is in IJmuiden drang genoeg om te varen. De beschou wingen van den heer Tusenius doen wei nig ter zake, feit is, dat de Duitsche zondvloed met visch groote schade doet aan het IJmuider bedrijf en de ontwik keling daarvan tegenhoudt. De heer TUSENIUS: Meent u dat? De heer VERMEOLENDe invasie is geen gevolg van het Duitsche uitvoer verbod. De hooge prijzen der visch de laatste dagen zijn geen gevolg van de geringe aanvoeren. Als de heer Schilling zegt dat de trawlvisscherij best gaat, meent spr. de opinie der reeders beter te weten. De heer SCHILLING Zegt u nu niet te veel, anders komt er meer los. De heer VERMEULEN Wie bekend is met de omstandigheden, de prijzen varï de kolen enz. weet beter. De heer SCHILLING: Men zou 't wel willen als in 1916. De heer VERMEULEN gelooft dat de arbeiders daar ook geen bezwaar tegen zouden hebben. De heer SCHILUING: Ik heb 't een ramp gevonden en zal het zoo blijven noe men. De heer VERMEULEN dringt er ernstig op aan om de begrooting voortaan weer in afdeelingen te behandelen. De heer TUSENIUS zegt den indruk te hebben gekregen dat de heer Vermeu len niet ernstig gemeend heeft, wat hij zei over 't visscherijbedrijf. De persoon van den heer Vermeulen is nu eenmaal niet los te maken van zijn officiëele functie. De heer VERMEULEN Dat heeft er niets mee te maken. De heer TUSENIUS: Toch wel. Spr. merkt op dat vooi een paar weken nog voorgesteld is wat tegen de Duitsche trawlers te doen. De heer Vermeulen was daarbij, maar het is afgeslagen. Spr. zegt dat 't nu geen tijd is om te spreken over industrie-terreinen, waar in alle groote steden de industrieën plat liggen. Inzake de Arbeidsbeurs zal spr. voor de motie-Dalmeijer stemmen. Wij moe ten uit de impasse komen. Een arbeids beurs is ook een goede toetsingsgelegen heid voor de arbeiders, want spr. is over tuigd dat verscheidene arbeiders niet willen werken en werkloozen van pro fessie zijn. De heer Schilling blijft er bij dat lang niet alle trawlers kunnen varen. De heer Vermeulen spreekt alleen over de slechte, niet over de goede tijden.'De IJmuider reeders zouden wel willen dat hier geen Duitsche trawlers kwamen, dat de grens gesloten bleef voor Duitsche visch, "maar dat voor de Hollandsche trawlers alles vrij was en deze naar Engeland kunnen gaan, zoodra daar de visch een dubbeltje duurder is. Spr. wijst er op dat er heel wat Duit sche ondernemingen in ons land zijn, die visch afnemen, b.v. de vischwellfabriek te Beverwijk, die visch koopt, welke an jers toch weggeworpen moet worden. Als de visenprijzen hoog zijn en het bedrijf toch niet rendabel, kan dit dan misschien liggen aan de dure exploi tatie De heer LANDEWEERT verdedigt nogmaals de financieële politiek ten op- ziente van de bedrijven voor gas en wa terleiding. Inzake het zeevaartonderwijs zegt' spr. dat in het komende voorstel ook is opgenoemen een vooropleiding voot machinisten. De heer HANDGRAAF blijft opti- nistisch gestemd ten opzichte van de nooduitkeering door het Rijk. De kwes tie der Armbesturen wil spr. gaarne overwegen. De heer DUNNEBIER verdedigt nog eens den particulieren woningbouw, al is hij den bouw door vereenigingen goed gezind. De VOORZITTER zegt weinig te ge voelen voor een commissie, die moet beraadslagen over inkrimping der po litie. De heer SCHILLING wil daar niet op aandringen, als dan maar in komende vacatures,niet wordt voorzien. Hierop wordt de behandeling ver daagd tot a.s. Vrijdag. O VERVEEN. AUTOMOB IEL RENNEN. Naar we vernemen, heeft de Ned. Autü- mobieldub het voornemen, het volgend jaar, bij gelegenheid van het regeerings- jubileum van H.M. de Koningin, automobiel- rennen te houden over den Zeeweg. Het bestuur der club heeft gisteren den Zeeweg geïnspecteerd en beproefd en voor het doel geschikt bevonden. Echter zullen de bochten aan den buiten kant opgehoogd moeten worden. Deze werk zaamheden heeft de club voor haar reke ning genomen, alsook het weer in orde bren gen van den weg na de rennen. Voor de ge meente is er dus geen financieel nadeel aan verbonden. De gemeente heeft echter nog geen be slissing genomen. ËEMENËD NSEUWSt Diefstal van postzegels. De vorige week is er ingebroken in hei hulppostkantcor aan de Bingkade te Utrecht. Er werd voor een twee duizend gulden aan postzegels ontvreemd. Op een privaat van het station Delftsche Poort is nu een partij van 5625 postzegels' van vijf cent teruggevonden. Men gelooft den vermoede- lijken dader, een Duitscher, op het spoor te zijn. De moord te Scheveningen in 1918. De politie te Vlaardingen heeft aange houden en ter beschikking van den Scheve- ningschen commissaris van politie gesteld een man, die verdacht wordt van mede plichtigheid aan den moord op den 69-ja- rigen visscher G. v. d. Oever in December 1918 te Scheveningen. Doodslag te Tilburg. Zondagavond kwamen V. H. en V. L'. in een café in de Alleenhoudersstraat. Daar zij onder den invloed van drank waren, weigerde de kastelein te tappen; zij ver lieten daarop het café, gevolgd door twee andere bezoekers, waaronder zekere werk man V., 40 jaar, ongehuwd, d'ie hen ver maande kalm hun weg te gaan. V. L. trok daarop in drift het mes, en bracht V. een steek in den hals toe, waardoor de hoofd slagader getroffen werd en de dood welra volgde. De dader is gearresteerd. N.V. „DE TIJDGEEST". Trekking van 500 nummers een overstaan van Notaris A G. Mulié Maandag 4 December 1922. UIT OEN OMTREK* VELSEN. Gemeenteraad. (Vervolg). De heer DALMEIJER begint met een jantal vroeger besproken zaken in her innering te brengen. Hoe staat het met je winst-stortingen der bedrijven in de gemeentekas? In 1918 is al door ons gevraagd hierop terug te komen. Spr. wijst op het voorstel der Fin. Commissie om de bedrijven retributie te laten beta- 'en voor het hebben van buizen enz. in den grond, maar om alle winstuitkeerin.- gen aan de gemeentekas te staken. Inzake het grondbedrijf deelt spr. de bezwaren van den heer Vermeulen. Er is niet gedaan, wat men had kunnen doen. Hoe staan, vraagt spr., B. en W. ten opzichte van het gebrek aan woning ruimte in onze gemeente Hebben wij daarover gegevens Een andere zaak is de Ziekenhuiskwestie. Dat particulieren niet tot den bouw van een ziekenhuis kunnen komen, neemt spr. hun niet kwa lijk. Maar van gemeentewege moeten wij deze zaak weer ter hand nemen. Laat de commissie daarvoor weer eens bijkomen, raadt spr. aan. Wellicht is het gebouw der Tuchtschool voor ziekenhuis geschikt. Spr. vraagt wat er van aan is dat men de Rijks H. B. S. daarin blijvend wil vestigen. En dan de strop van het door ons gemaakte speelterrein, dat ons f 30.000 kostte. Zal het Rijk ons de schade vergoeden Spr. vraagt hoe 't staat inzake het in stellen van een ophaaldienst voor de be lastingen. Wat de arbeidsverhoudingen te, IJmuiden betreft, daar moet een goede arbeidsbemiddeling komen. Daarom stelt spr. de volgende motie voor. MOTIE. De raad der gemeente Velsen, van meening dat voor een zoo noodige rege ring van de arbeidsverhoudingen in het IJmuider bedrijf als geheel, meer speci aal wat betreft de z.g. losse arbeiders, instelling van een arbeidsbeurs te IJmuiden dringend gewenscht is, noodigt B. en W uit ten spoedigste daartoe een voorstel aan den raad te doen. Inzake de kwestie visscherijschool zeevaartschool, zegt spr. niet zoo op timistisch te zijn als de heer Vermeulen. Spr. gelooft dat we nog lang een toe stand van depressie zullen houden, ook voor het visscherijbedrijf, waarom we het scheppen van nieuwe instellingen voor de bevolking, die van nature aan gewezen is op de zee, moeten bevorderen. Dan vraagr spr. hoe B. en W. staan tegenover de toekomstige ontwikkeling der gemeente. Vroeger kreeg spr. ten antwoord dat daarvoor een studie-com missie zou komen. Onze gemeente mag zich niet aan de visscherij als plechtanker vastklemmen, er moeten andere indu strieën komen. Over de verkeerswegen zegt spr. dat nog lang niet verkregen is, wat vroeger werd toegezegd. Het maken van flinke verkeerswegen kan het wegnemen evan den nood der werkloozen bevorderen^ Spr. komt dan op de tramplannen. Hoe staat 't met de stoomtram Haar lemVeisen en met een tramlijn IJ muidenHaarlem, zoo noodig voor onze gemeente Voorts vraagt spr. hoe het staat met de verleden jaar aangenomen motie-Tusenius tot het instellen van een Commissie van bijstand voor het onder wijs. Heeft de wethouder die naast zich neergelegd Hoe staat het met Velserbeek en met de grenswijziging Is inzake de classi ficatie een uitspraak van den raad noodig? Waarom is de voorzitter niet terugge komen met zijn voorstel van de wet houderssalarissen te verhoogen Als.de financieele toestand der gemeente de oorzaak is, kan spr. dit begrijpen, want ook bij ziet die als zeer somber. Spr. had voortaan graag ieder jaar een overzicht van den financieelen toestand en een staat van schulden en bezittingen. B. en W. willen f 50.000 van 't over- >chot van 1921, buitengewoon aflossen op de leening. Spr. voelt daar niet voor. Immers, 'tis largniet zeker dat wij de geraamde f 4500u als nooduitkeering van het Rijk zullen krijgen. Maar spr. heeft ook weinig vertrouwen op 't binnen komen der geraamde middelen. Daarbij zullen groote bedragen voor bestrijding der werkloosheid noodig zijn en wil hij hij niet bezuinigen op bijdragen aan vereenigingen voor sociale doeleinden. Schoolvoeding en krankzinnigenver pleging zullen meer vragen. Daarom wil spr. dit potje nog wat vast houden. Tenslotte vraagt spr. pogingen tot conversie der dure leeningen. Spr. be sluit zijn rede met het volgende voor stel. a. Niet te besluiten tot buitengewone aflossing op een geldleening. b. het daardoor vrijkomende bedrag van f 50.000 te verdeelen over diverse volgnummers, die uitgaven beoogen voor sociale doeleinden en die verwacht mo gen worden in de naaste toekomst hoo- gere bedragen te zullen vereischen c. een eventueel overschot, dan nog aanwezig, te voegen bij den post voor onvoorzien. De heer LANGENDIJK, sprekend namens de R.K. fractie, had de begroe ting ïzk liever in afdeelingen behandelt gezien. Overigens hield Georges zich volko men overtuigd, dat de millionnair Jeanne Fortier aan nare stem had herkend, aan hare trekken doch kon in geenen deele ,het ware doel veronderstellen, dat hem deed handelen. De Jonge advocaat kon dan ook niet vermoeden, dat Jacques Garaud zich bij hem had aangeboden. Zoo Jeanne bij het gezicht van Paul Harmant hevig ontsteld was geweest, zoo hare trekken angst en schrik verra den hadden, dan zou zij zich misschien eenigszins rekenschap gegeven hebben van den toestand, waarin Mary's vader verkeerde, doch Pierre Fortier's weduwe had Jacques Garaud niet herknd. Reden te meer voor Georges om niet te raden wie hij was onder het masker van een eerlijk man, rijk en geacht in de were'd. Niettegenstaande zijn voogd hem daags te voren eenige geheimzinnige woorden ,'ezegd had, kwam er bij hem geen ver- lenking tegen Paul Harmant op. Het gedrag van den millicnnair tegen over Lise Perrin vond hij bitter wreed, doch daarbij dacht de jongeman „De vad:r denkt slechts aan zijn doch ter.... Het egoisme zijner vaderlijke teederheid maakt hem onverzoenbaar voor alles wat direct of indirect minder De toestand voor vele bedrijven Is slecht niet alleen voor het visscherijbe drijf, ook voor land- en tuinbouw. Hoe staan B. en W. hiertegenover Er is wel bezuinigd, maar niet genoeg. De belastingen moeten omlaag. De op brengst daarvan in 1923 zal zeer tegen vallen, daar vele inkomens belangrijk zijn gedeeld. Bezuiniging moet gevonden worden in ontslag van personeel, vooral los perso neel. Spr. vraagt of de gemeente de hoogere bijdrage van 3y2 procent voor de ambtenaarspensioenen voor hare re kening moet nemen Spr. fractie zal daar niet toe medewerken. Voor het grondbedrijf dienen andere maatregelen te worden genomen, om de verliezen tegen te gaan. De heer TUSENIUS gaat met 't stand punt der R.K. fractie inzake de pensi oen-bijdragen mee. Spr. wil voorts be zuinigen op de polities^ en op de sub sidies, maar dan na overleg. Spr. wijst op de brandweer. Die is absoluut onvoldoende. Spr. vraagt hoe 't staat met de herziening van 't reglement van orde. Wat het visscherijbedrijf aan gaat, spr. is 't niet met den heer Ver meulen eens. Waar moeten de 50 traw lers vandaaan komen, die deze nog in de vaart wil brengen. Wat er nog ligt is meest oud roest. Het niet komen van Duitsche trawlers te IJmuiden is een reedersbelang, maar 't geeft toch ver diensten voor velen. De heer SCHILLING vraagt eveneens of inkrimping der politie niet mogelijk is. Ook spr. wil bezuiniging op 't corps ambtenaren en zoo mogelijk in vaca tures niet voorzien. Met de 3% procent bijdrage niet voor rekening der gemeente te nemen kan spr. zich vereenigen. Spr. komt op de armbesturen en zou gaarne een eind zien gemaakt aan het meervoudig stelsel. Het R.K. Burg. Armbestuur mag op historische rechten eigendommen hebben, maar spr. zou die desnoods cadeau willen doen, als er maar een eind kwam aan de concurrentie. Ook zou spr. meer concentratie wil len in de woningbouwvereenigingen, b.v. onder één groot bestuur, met één ad ministratie. Van de werkloosheid zegt spr. dat die hier niet zoo groot is en onze plaats steekt gunstig af bij vele andere gemeen ten. Maar de "werkloozen die er zijn, moe ten geholpen worden. Met de trawl visscherij vindt spr. dat het best gaat. In 1920 voeren er in Aug., Sept., en Oc tober resp. 7, 8 en 25 trawlers, thans 86, 90 en 108. Nu, in November 107. Er is dus opbloei. Er varen gemiddeld 50 Duitsche trawlers op IJmuiden, zoodat het bedrijf geheel normaal is. 't Is goed dat onze grens gesloten is voor Duitsche visch, want er is nu van ons een flinken afzet naar België. Inzake de arbeidsbeurs zegt spr., dat die er alleen kan komen, als de werk gevers daarbij flink medewerken. Hierna wordt gepauzeerd. Het antwoord van B en W Na de pauze zegt de VOORZITTER dat B. en W. zoo goed mogelijk zullen antwoorden op de algemeene beschou wingen, hoewel zij daarvoor veel te kort hebben kunnen overleggen. Op de opmerkingen der Fin. commis sie zijn B. en W. wel degelijk ingegaan, niet óp allemaar dat er notitie van ge nomen is, blijkt uit de nota van wijzi- 8"®at een ophaaldienst voor de belas tingen betreft, de gemeente zorgt thans voor de inning van den hoofdelijken om slag. B. en W. willen nog wel overwegen of er nog voldoende werk voor zoo'n dienst bestaat. Wat de toekomstige ontwikkeling der gemeente aangaat, dat is een groot woord en als men het in zijn werkelijke betee- kenis neemt, zal bedoeld lid kunnen be grijpen, dat B. en W. daar thans niet op kunnen antwoorden. Dat mijn voorgan ger het in studie zou nemen, is spr. niet bekend en daarom zal hij eens in de stukken zoeken. Over de tramplannen kunnen we niets nieuws meedeelen. Het is een subjectieve meening, maar spr. meent dat voor opheffing der stoom tram, althans tot Velzen, niet is te vree zen. De Minister heeft beloofd geen be slissing te nemen zonder spr. te hooren. Het college ziet wel degelijk het belang van een goede verbinding met IJmuiden. Over de grenswijziging kunnen wij niets meer meedeelen, dan uit de couranten bekend is. De plannen zijn pas ingediend en kunnen nog we! met spoed behandeld worden. Inzake de classificatie is door B. en W. aan de regeering een schrijven gezonden, dat deze voor de gemeente zeer nadeclig z 1 zijn. Maar of het effect zal hebben Het heeft spr. zeer onaangenaam getrof fen, dat de regeling al heelemaal gereed was, terwijl bi] de gemeentebesturen nog inlichtingen werden gevraagd. Spr. had verleden jaar beloofd terug te zullen komen op de verhooging der wethouderssalarissen. Zoo ziet men, dat men teveel beloven kan. Maar men zal begrijpen, dat spr. thans niet met het voorstel is gekomen, waar wij andere salarissen moeten ver lagen, zou dit een slechten indruk ma ken. Echter blijft spr. de bezoldiging onvol doende achten, daar de wethouders zich aangenanm is voor zijn geliefd kind." Ook koesterde hij nu en dan een andere gedachte.... Misschien was die arme vrouw, welke zij beiden veronderstelden Jeanne Fortier te zijn, de ontsnapte van Clermont, eigenlijk niemand anders dan Lise Perrin. De jonge advocaat had de brooddraag ster aandachtig gadegeslagen. In de trek ken van haar gelaat had hij eenige ge lijkenis meenen te bemerken met het por tret van. Jeanne Fortier, door zijn voogd geschilderd. Maar dat was niet voldoende om hem eenige zekerheid te schenken. En toch meende hij, overtuigd van de groote belangstelling zijns voogds in Lucien Labroue, en tevens zeer goed be grijpend hoezeer die er naar haakte den waren moordenaar te vinden, dat hij goed zou doen zijn vriend op de hoogte te stellen van hetgeen er gebeurd was en hem zijn twijfel mede te deelen. Zoo Lise Perrin werkelijk Jeanne For tier was, zou mén misschien, wanneer men haar ondervroeg en tevens den steun verleende, die haar tot nu toe ontbroken had, wel een spoor weten te ontdekken, waarop de waarheid zou te vinden zijn. Eindelijk wij herhalen het, Georges ge voelde onwillekeurig een diep gevoel van met hart en zie! aan hun taak geven en deze den geheelen mensch vereischt. Wat de conventie der leeningen aan gaat, daar zijn B. en W. mee bezig. B. en W. zinnen wel degelijk op bezuinigirg Wat de herziening van het reglement van orde aangaat, spr. wil eenige raads leden vragen deze zaak voor te bereiden. Inzake inkrimping van de politie is de heer Schilling niet juist, als hij meent dat de bedoelde commissie nog bestaat. Spr. wil het met minder politie doen, als hij maar goede krachten behoudt. Enkele vacaturen zijn niet vervuld, eenige te wachten vacaturen zullen evenmin ver vuld worden. Het rapport over de brandweer is pas verschenen. Er zijn niet altijd voldoende vrijwilligers. Maar we hebben geen brand weer als Amsterdam. Spr. wil wel een betere, maar dat kost weer geld. De heer LANDEWEERT zegt dat de heer Vermeulen zich vergiste, toen deze sprak van overtollige onderwijskrach ten. Wat de Rijks H.B.S. aangaat, het is nog lang niet zeker of deze voor goed in de Tuchtschool gevestigd blijft, in onder zoek is of het gebouw er voor geschikt is. Spr. verwacht dat het dit resultaat zal hebben, dat zelfs de meest verwoede voorstander van bezuiniging zal inzien, dat de vestiging der H.B.S. in dat ge bouw geen bezuiniging beteekent en er een nieuw gebouw moet komen. Wat de kwestie Visscherijschool-Zee- vaartschool aangaat, spr. heeft reeds lang in die richting gewerkt. Eerstdaags zal den raad een voorstel bereiken, om aan de Visscherij-school zeevaartkundig on derwijs te doen geven. Dit kan echter eerst eind 1S23 ingaan en de opleiding kan niet verder gaan dan voor het di ploma 3e stuurman. Meer kon spr. niet gedaan krijgen. Wat het instellen van een Commissie vi n bijstand voor het onderwijs betreft, spr. heeft geen principieele bedenkingen, als de raad er bij persisteert. Maar spr. vraagt zich af of d.eze commissie het aan gewezen lichaam zal zijn om onderwijs zaken te behandelen. Spr. wijst op een pas benoemde commissie ad hoc, die in hft onderzoek vastliep en het moest overdoen aan de Plaatselijke schoolcom missie. Zoo'n raadscommissie zou wel goed werk kunnen doen bij een reorga- 'nisatie van het onderwijs. Spr. komt 'dan op gas en water. Be zuiniging op personeel bij de bedrijven is onmogelijk. Er zijn menschen bij fcreide diensten werkzaam, dus zoo zuinig mo gelijk. Deze bedrijven worden in den meest economischen zin beheerd. Ook op de gestie van den directeur van 't gasbedrijf, als zou 't daar wat ruw toe gaan, valt geen aanmerking te maken. Wat betreft een retributie-regeling, waarover de heer Dalmeijer sprak, een nieuwe regeling is in bewerking en zal den raad eerstdaags bereiken. De waterprijzen zijn zoo, dat er nog lang aan getornd kan worden, zonder gevaar voor groot verlies. Onze water- prijzen zijn gunstig in vergelijking met die van Haarlem en van de provincie. De VOORZITTER zegt nog een ver zuim te moeten goedmaken. Spr. dankt voor de waardeerende woorden, aan zijn adres gericht. De heeren moeten echter niet overdrijven, spr. meent dat een Bur gemeester in dezen tijd zulks verplicht is. Spr. wil nog opmerken dat bij mogelijke vacaturen van ambtenaren, hij er toe zal medewerken deze niet te vervullen, indien het mogelijk is. De heer HANDGRAAF zegt dat de de heer Dalmeijer ongerust was over de nooduitkeering door het Rijk. Spr. meent dat daar geen reden voor is. Spr. wijst er op, dat het voorstel tot buiten gewone aflossing eerst later, wellicht eerst in September, in behandeling komt en raadt daarom den heer Dalmeijer zijn voorstel terug te nemen. Spr. hoopt dat de kosten voor krank zinnigenverpleging dit jaar niet duurder worden, ze zijn pas verhoogd. Inzake de kwestie der armbesturen verkeert spr. (als voorzitter van het R.K. Burg. Armbestuur) in een moeilijk parket. Spr. zegt dat het niet voldoen aan godsdienstplichten nooit een reden is om de menschen af te wijzen. De heer SCHILLING Het is precies andersom. De heer HANDGRAAF. Goed. Het treft spr. ook wel pijnlijk, hij wil de zaak daarom wel onder de oogen zien. De heer DUNNEBIER begint er zijn spijt over uit te drukken, dat de raad de begrooting niet in afdeelingen heeft be handeld. Met de opmerkingen van den heer Vermeulen inzake de werkverschaffing is spr. het eens. Wij zoeken dan ook zoo veel mogelijk werk, waar meest arbeids loon in zit. De heer Vermeulen was vol lof over den voorzitter, maar niet over spr. Den lof aan den voorzitter beaamt spr. ten volle en spr. vond dat hij zelf er nogal goed afkwam, waar hij nog maar zoo kort in 't vak is. De heer VERMEULEN: Gelukkig dat u zelf tevreden is. De heer SCHILLING: (tot den heer Dunnebier)Uw voorganger kreeg meer standjes. De heer DUNNEBIER: De standjes over 't grondbedrijf zijn onverdiend. Wij zijn al Tang er mee doende. De verifi- medelijden, eene hoogere sympathie voor Jeanne. Een oogenblik was hij van plan Lu cien te waarschuwen. Hij deed het ech ter niet, daar een onvoorzichtig woord licht voldoende zou kunnen zijn om de toekomst van zijn vriend in de waag schaal te stellen en hem de prachtige po sitie te doen verliezen, die hem bij Har mant geboden werd. Hij besloot dan aan zijn voogd slechts eenige mededeeling te doen. Na het ontbijt begaf hij zich naar de Assastraat. Onze lezers weten reeds dat hij Etien- ne Castel niet thuis zou treffen. Aan 't ontvangen consigne gevolg ge vend antwoordde de kamerdienaar aan den advocaat, dat zijn meester was uit gegaan. „Zal hij lang wegblijven vroeg Georges. „Dat weet ik niet, mijnheer." „Komt hij dineeren „Mijnheer heeft er niets van gezegd." Georges, die het geregelde leven en Je geregelde gewoonten van zijn gewe zen voogd zeer goed kende, vond dat eenigszins zonderling, doch hij liet er niets van blijken. Groetend verwijderde hij zich. Tegen negen uur des avonds kwam hij terug. Etienne Castel was nog niet terugge keerd. De advocaat begreep dat er iets ge beurde dat men voor iedereen verborgen wilde houden, zelfs voor hem. „Zoodra mijn voogd thuiskomt," zeide hij tot den kamerdienaar, „zult gij hem zeggen dat ik hem eene zeer dringende en zeer gewichtige mededeeling te doen heb." De afwezigheid van den schilder dwars boomde Georges zeer in zijn plannen. „Ik geloof niet," dacht hij, „dat Har mant die arme vrouw bij de politie zal aangeven, ^doch 't zou mij genoegen doen, dat men zich onmiddellijk verze kerde of zij werkelijk de ontsnapte van Clermont is." „Zoo ik haar eens ondervroeg Doch met welk recht zou ik mij ifi hare aange legenheden mengen. Overigens, indien zij werkelijk Jeanne Fortier is, zooals Harmant het haar duidelijk gezegd heeft, dan zal zij wel vol angst de vlucht ge nomen en zich verborgen hebben om zich aan alle nasporingen te onttrekken dan zal zij zelfs voor Lucie haar toe vluchtsoord verborgen hebben gehou den." „Waar zal ik h. ar vinden „Zoo Lucie het geheim harer moeder kent, zal zij het niet verraden, en zeker niet aan mij, die een onbekende voor haar ben." „O, het staat vast, dat ik niet in staat ben in deze iets goeds te verrichten. Aan mijn voogd moet ik de zaak toevertrou wen hier licht in de duisternis te bren gen. Ik zal zijn terugkomst afwachten." Minder aangenaam gestemd keerde Georges naar huis terug. Vruchteloos had Paul Harmant drie uren lang op zijn gewaanden neef Ovide Soliveau gewacht. Hij had hem slechts eenmaal gezien, sedert de valsche baroi; Arnold de Rfeiss Amanda te Bois-le-Roi verhrien had en hij wist niet wat er sedert dien tijd van hem geworden was. Daar hij volkomen zijn wispelturige.,,en onstandvastige na tuur kende, dacht hij dat de man mis schien zonder iets te zeggende stad ver laten had. Bij deze ongerustheid "voegde zich nog een andere. Wie weet of Ovide niet eenigt nisdaad begaan had, of zich aan eene overtreding had schuldig gemaakt en uit dien hoofde door de politie was ingepakt. En was Ovide gevangen, dan hing hem ook een Damocleszwaard boven het hoofd. Hij keerde naar de ons bekende wo ning terug en schelde nog eens verschei dene malen. De deur bleef gesloten. Harmant zou wel de overburen heb ben kunnen ondervragen, doch hij waag de het niet. Nogmaals keerde hij terug ongedulc ig, ontsteld en vol woede. Hij raaupleegde zijn horloge, dat half- zes wees. Weer trad hij het café binnen, waar hij reeds drie uren gewacht had, vroeg nog een glaasje absinth, nam plaats bij het raam, zoodat hij gemakkelijk de personen kon gadeslaan, die over de straat gingen. Nog een uur zat hij daar, niet wetende wat te doen, vol angst. Eindelijk begon zijn geduld ten einde te loopen en hij was op het punt naar huis terug te keeren, toen hij eensklaps len lichten vreugdekreet uitte. Op het trottoir aan de overzijde der straat had nij Ovide opgemerkt, die haastig den weg op liep naar zijn woning. Hij volgde net spoed en had hem weldra ingehaald. „Zoo snel niet vriend zeide hij, hem op den schouder tikkend. (Wordt vervolgdj Prijs van 1 1000 7734 18002 400 14574 200 14458 100 2081' 4107 5517 8843 19737 Prijzen van J 90 (eigen geltl.) 10 2366 4734 6932 9422 11905 14305 16558 19299 62 2423 50 37 37 30 8 79 19307 71 32 52 43 57 76 40 16601 11 79 2520 4803 70 90 86 95 2 31 99 43 5 7004 9579 12019 14426 45 37 145 45 16 31 9603 24 31 58 65 67 80 64 59 26 4414518 71 19418 85 83 4919 7106 76 58 35 16812 21 256 2307 29 22 95 13113 14605 68 19504 77 41 61 52 9751 12200 8 74 35 84 48 68 86 68 12345 14744 16914 63 363 66 5031 7320 9946 61 47 29 19630 445 90 57 73 65 71 82 3519705 599 2861 86 85 10046 12533 84 72 66 683 2928 98 7589 10219 36 14818 17088 19815 85 29 5155 7602 10364 76 46 17109 18 724 92 58 23 90 82 53 34 66 33 3017 63 52 10431 87 92 45 19927 58 32 91 7871 93 12619 14900 63 32 820 40 95 8008 10524 94 17 73 60 905 60 5230 13 73 12797 18 82 92 23 3160 32 45 78 12801 22 17247 20010 1079 3269 5313 8128 81 16 62 67 30 92 83 38 37 10667 30 15031 17352 60 1103 93 5464 82 10716 12935 33 55 68 1209 3304 87 88 23 89 97 85 70 2 77 98 8263 10841 13060 15130 17495 20102 79 83 5609 70 61 75 93 17530 10 83 3574 31 8340 71 89 15213 77 15 1302 3708 5712 69 80 13151 57 17604 58 36 40 18 92 10992 85 15351 23 94 41 94 38 8411 11062 92 77 17815 20233 46 98 74 68 1110313207 93 55 64 48 3835 5877 8558 11209 46 15444 57 89 82 62 5955 86 15 67 45 17905 20366 1466 70 65 8624 11332 85 15534 18035 20410 1599 84 6040 8764 44 98 36 18105 88 1610 89 92 8804 57 13330 38 39 20543 50 3912 6119 5 81 77 82 18243 20638 54 27 39 8956 86 93 15670 73 46 96 31 77 70 11405 13474 15724 97 20790 1737 56 81 73 32 13532 31 18309 20815 39 69 6384 904211505 71 16024 42 81 1833 96 6509 66 8 78 76 18469 20919 1938 4142 20 78 84 13644 16221 18607 28 64 4241 53 9111 11616 47 68 18729 30 70 4302 59 14 19 13785 82 18848 48 93 33 6632 44 46 13831 16323 89 50 2025 49 79 55 77 77 16448 18903 58 72 4508 83 77 11754 89 64 26 71 2163 4614 6710 96 58 14014 16500 31 98 83 20 38 9258 61 15 219009 2214 50 78 9305 1180614124 19 19127 30 53 87 13 191.4233 33 43 71 63 6877 77 88 47 45 19271

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1922 | | pagina 6