Tweede Blad
GEM. BBITENL. BERICHTEN.
VOLKSONTWIKKELING,
De zaak Van den Brink contra de
Rott. Handels- en Landbouwbank.
Drukkerij de Spaarnestatf
Haarlem
verdrag van Versailles een domheid, een
oneerlijkheid en een misdaad is. Aan
de poging der entente om Duitschland
na het bestolen te hebben, nog te worgen,
zal ook Europa zelf te gronde moeten
gaan. Alleen een samengaan in vriend
schap van Engeland, Frankrijk, Italië
en Duitschland kan Europa redden.
Thans echter heeft Europa in plaats
van één wel zeven (Duitsthe) Elzas-Lo-
tharingens gekregen.
DE ANONIEME BRIEVEN VAN TULLE
De groote lijn in het proces is het feit, dat
de dames Fioux en Laval beiden typisten
zijn geweest op het kantoor van Moury en
dat deze eindelijk juffr. Fioux trouwde.
Toen Moury nu zijn getuigenis voor de
rechtbank wilde beginnen verzocht mr.
Hesse, de verdediging van Angèle Laval, de
zitting met gesloten deuren voort te zetten
voor het geval de getuige soms van plan
mocht zijn in dezelfde termen dezelfde mede-
deelingen te doen, die hij in de instructie had
gedaan.
Moury verzekerde, dat hij zijn woorden
zou kiezen, waarop hij over het thema
„twee vrouwen en één man," in dit geval de
beide tikjuffrouwen en hij zelf, begon uit
te weiden, daarmee waarschijnlijk de kern
van het drama te Tulle aanrakend. De be
klaagde hield vol, gelijk zij reeds in de in
structie gedaan had, dat Moury*s getuigenis
een weefsel vvan leugens was.
Het getuigenis van een andere juffrouw,
die eveneens op het kantoor van Moury
werkzaam was, bevestigde dat Angèle La-
val aanhoudend Moury na liep. Vervolgens
werd een boer gehoord, die, na het drama
dat zich aan het meertje in de buurt van Tul
le heeft afgespeeld en aan de moeder van
Angèle het leven kostte, geholpen heeft
Angèle op het droge te brengen. De getuige
vond Angèle, zittend in ondiep water. Toch
is zijn indruk, dat zij het voornemen had
zich van kant te maken.
In de zitting van gisteren zijn de verdedi
gers der civiele partij aan het woord gekomen.
Een hunner, mr. Lacoste, deelde in 't over
zicht, dat hij van de anonieme-brieven zaak
gaf, mede, dat er te Tulle in het geheel 117
anonieme brieven ontvangen zijn. In den
zomer van 1919 is de eerste verschenen, de
laatste verscheen drie jaar later.
Een komische noot ontbreekt in dit proces
natuurlijk niet. Zij bestaat hierin, dat dr.
Locard, de schriftkundige, die het natuurlijk
met Gebelin, den anderen schriftkundige, in
deze zaak geheel oneens was, te Tulle eer
gisteren een anoniemen brief heeft ontvan
gen. De brief komt uit Marseille en bevat al
lerlei bedreigingen. Wanneer de conclusies
van dr. Locard ongunstig zijn voor Angèle
Laval, zoo staat er in het niet-onderteekende
stuk, dan zal er aan den schoonvader van
dr. Locard onthuld worden, dat deze verle
den jaar geprobeerd heeft dien schoonvader
door middel van paddenstoelen naar de an
dere wereld te helpen. Dr. Locard heeft
aan journalisten gezegd, dat hij het parket-
te Tulle van het ontvangen van dit anonie
me stuk kennis- gegeven had en dat hij en
over dacht bij zijn collega en bestrijder de
schriftkundige Gebelin zijn licht op te ste
ken. Het is duidelijk, heeft dr. Locard nog
gezegd, dat Angèle Laval den brief uit
Marseille niet geschreven kan hebben.
In de Kölnische Zeitung vertelt een
rentenier op de volgende wijze van zijn lot
gevallen
„Kort vóór den oorlog was ik, na meer dan
50 jaren van ingespannen arbeid, gaan rente
nieren. Ik mocht mij verheugen in het bezit
van een vermogen van circa een millioen
mark, een kapitaaltje, dat belegd was in mijn
huis en voor 't overige buitengewoon zekere
papieren. Ik dacht mij gevrijwaard tegen
alle mogelijke rampen en ik verheugde mij
op het vooruitzicht van een rustigen en on-
bezorgden levensavond.
Toen brak de oorlog uit en bracht mij
jaren lang inkwartiering, eerst van Duit-
sche en na het sluiten van den vrede, van
buitenlandsche militairen, van wie de laat-
sten ons in den herfst van het vorige jaar
hebben verlaten. Gedurende den oorlog heb
ik naar vermogen op alie oorlogsleeningen
ingeschreven.
Bovendien heb ik volledig al het bij mij
aanwezige goud, zilver, nikkel, koper, brons,
tin, zink, blik en aluminium aan de regeering
afgestaan,benevens veel wollen kledingstuk
ken en bijdragen in geld aan filanthropische
instellingen en steuncomité's geschonken.Ten
slotte kwam het Reichsnotopfer, waarvan
ik het mij opgelegde bedrag geheel heb vol
daan. De inkwartiering heeft mij duizenden
marken gekost. Inmiddels stegen de prijzen
van levensbehoeften, huishoudelijke artike
len enwerkloonen onrustbarend.De belasting-
schroef werd steeds krachtiger aangezet.
Een kapitaalheffing kwam. De lasten
werden dagelijks zwaarder. Toen verleden
jaar de inkwartiering ten mijnent eindigde,
besloot ik kamers te gaan verhuren. De nood
zakelijke herstellingen, die daartoe verricht
moesten worden, hebben mij meer gekost
dan ik gedurende dit heele jaar aan kamer
huur heb ontvangen. Wij namen onze toe
vlucht tot het verstellen van ontter-en keeren
van bovenkleeding, maar stonden verstomd
over de ongehoorde sommen, die wij daar
voor moesten betalen. Dit alles heeft tenge
volge gehad, dat mijn vermogen zoo sterk is
ingekrompen, dat ik daaruit een inkomen
van 20.000 mark per jaar kan erlangen, een
in de huidige omstandigheden, belachelijk be
drag, dat nauwelijks toereikend is voor een
maand levensonderhoud.
Gelukkig loopen mijn vrouw en ik beide
naar de tachtig, zoodat wij zonder bezwaar
kunnen gaan interen. Maar niet ieder kan
zich dat veroorloven. Wij verkeeren dus nog
in een gunstige positie."
Het districtsbestuur van Dillenburg de,
geboorteplaats van Willem den Zwijger,
heeft noodgeld in omloop gebracht in bil
jetten van 1000, 500, 100, 50 en 20 M. Ze
zijn aan de voorzijde bedrukt met reproduc
ties van de schilderijen van Kleije van Bran-
des in het Oranje-museum, dat in den Wil-
lemstoren te Dillenburg is ingericht. De
afbeeldingen geven voorvallen uit het leven
van Willem I weer. Op de voorzijde der bil
jetten zijn de wapens van Oranje Nassau
aangebracht.
De te Kopenhagen gehouden Skandi-
naafsche telegraafconferentie, waaraan af
gevaardigden uit Zweden, Noorwegen en
Denemarken deelnamen, is geëindigd, llit
economische overwegingen is de verminde
ring der telegraaf- en telefoontarieven tus-
schen de drie landen tot het volgende voor
jaar aangehouden. Besloten is de draadloozr
telegramtarieven voor kuststations te ver
minderen.
De conferentie heeft voorts de kwestie det
draadlooz'e telefonie besproken en is overeen-
gekomen, dat de zendstations in handen van
den staat behooren te zijn, terwijl het recht
om ontvangstations op te richten kan worden
toegekend aan een particuliere maatschappij,
mits die zich onder controle stelt van den
staat. De concessie zal voor een bepaalden
tijd gegeven worden, na afloop waarvan de
staat het recht van overneming heeft.
Volgens den correspondent van de
Times te Konstantinopei heerscht er in de
Nationale Vergadering te Angora een crisis.
De ondervoorzitter is afgetredi n en verschei
dene leden verschijnen niet meer in de verga
dering.
Volgens een bericht uit Riga aan de
Times zouden studenten te Moskou een ge
heime „fascistenclub" opgericht hebben. Zij
beginnen al hun bijeenkomsten met het zin
gen van het oude Russische volkslied.
In Letland zou ook een fascisten-organila-
tie gevormd worden.
Het „Vad." schrijft:
Een onzer verslaggevers is naar het kan
toor van de Bank te Rotterdam gegaan en
heeft de directie te spreken gevraagd. De
heer W. Broekhuys bleek in het buitenland
te zijn, maar onze verslaggever vond de
andere directieleden bereid tot een onder
houd. Hij deelt er het volgende van mede:
Men erkende, dat 1 November in den Haag
op Serie 303 No. 578 van de 23e Premie-
leening een hoofdpremie is gevallen. Het
prospectus vermeldt daaromtrent» ,.Een
hoofdpremie bestaande uit een schitterend
landhuis (zes stuks zijn in aanbouw te Hille-
gersberg en in het Prinsenpark te Apeldoorn)
benevens 100 lijfrente zoolang de winnaar
leeft, onder bepaalde voorwaarden betref
fende de verplichting tot bewoning en 3e
Bank premieleeningen uitgeeft."
De winnaar, de heer Joh. van den Brink,
verscheen weldra ten kantore en men be
vestigde, dat hij de premie getrokken had.
Men wees hem er op, dat de huizen te Hil-
lggersberg (hij ilde bepaald Hillegersberg)
nog niet gereed waren, zooals op de Obli
gatie uitdrukkelijk vermeld stond, en bood
hem een dadelijk te betrekken villa te
Apeldoorn aan. De heer v. a. B. weigerde en
gaf op niet prettige wijze te kennen, dat hij
I zwar op wit wou hebben, wanneer het huis
gereed zou zijn. Aangezien de directie dat
zelf niet wist, kon zij aan dat verzoek niet
voldoen, doch beloofde telegrafische mede-
deeling, zoodra het huis gereed zou zijn. De
heer v. d. B. legde toen wantrouwen aan
den dag, waarop tem aangeboden werd, te
Hillegersberg zijn in aanbouw zijnde villa
te gaan bezichtigen, van welk aanbod de
winnaar echter geen gebruik maakte.
Vervolgens bleek, dat de heer v. d. B.
eigenlijk liever geld had en hij bood een
afkoopsom van 12.000 aan. De directie ver
klaarde, daartoe niet bereid te zijn omdat
ze van haar huizen af wil en de winnaars
in haar woningen wenscht te hebben. Men
wees er v. d. Brink uitdrukkelijk op, dat
men in geenendeeL tot eenigen afkoop ver
plicht was en het .rospectus niets daarom
trent vermeldt. De premie bestaat alleen uit
een landhuis en een lijfrente en niet uit ces
geldprijs.
De directie heeft intusschen stappen ge
daan bij den bouwer, den heer Boeje, om
van dezen te weten te komen, wanneer het
huis af kan zijn. Zij heeft den heer Boeje
opgedragen, daarbij den meest mogelijken
spoed te betrachten.
De directie ontkende gezegd te hebben,
dat de onderhavige hoofdpremie of eenige
hoofdpremie hoogstens 10.000 waarde zou
hebben. Wel heeft ze er den heer v. d. B.
op gewezen, dat in de schatting van de
waarde natuurlijk ook is opgenomen de ver-
kapitaliseering van de lijfrente, zooals trou
wens het prospectus al weer duidelijk aan-
i geeft.
Juist toen onze verslaggever zich op het
kantoor bevond, was de volgende brief aan
den heer v. i. B. gereed gekomen:
„Het huis, gevallen op Serie drie honderd
drie nummer vijf honderd acht en zeventig
van de 23e Premieleening, wordt naar uwe
keuze afgebouwd, zoodra u ons aanwijzingen
in die richting geeft. Er is geen sprake van,
dat wij deze premie wenschen om te zetten
in contant geld, daar dit niet vooruit al»
voorwaarde gesteld is. Het is echter noodig,
dat u een schriftelijke verklaring overlegt,
waarbij de vro gere deelgerechtigden van
bovenbedoelde bli" tie afstand hebben ge
daan ten behoeve van u."
De heer v. d. B. is namelijk met eenige
andere personen kooper van de bewuste
obligatie.
DE ROOMSCHE BOERIN
Om half één stapte hij aan het sta
tion te Dijon in een omnibus en liet zich
naar het hotel brengen, de Roode Hoed,
waar hij tot negen uur des morgens den
•laap der rechtvaardigen sliep.
Hij kleedde zich met zorg, zeide dat
hij tusschen elf en twaalf uur zou komen
om te déjeuneeren en begaf zich na eenige
inlichtingen te hebben ingewonnen naar
de prefectuur.
Gelief dit kaartje den prefect te ge-
Ven, en zeg er bij dat de secretaris van den
minister van binnenlandschen zaken mij
een brief voor hem heeft medegegeven."
„Ik zal u naar het secretariaat der
prefectuur laten brengen," antwoordde
de portier, „want mijnheer de prefect
is op reis."
„En wanneer keert hij terug vroeg
de schilder zeer teleurgesteld.
„Dat weet ik niet. Misschien weet de
secretaris het te zeggen."
Van hem vernam Etienne ,dat de
prefect denzelfdea avond zou thuiskomen