R.-K. SPORTLOTERIJ STADSNIEUWS IMTÉË mmm, Donderdag 14 December 1922 45ste Jaargang No. 14315 PST NUMMER BESTAAT BIT 8 BLADZIJDEN. §ERSTE BLAD IN EN OM HAARLEM. Uit den Gemeenteraad. 1S<® Prijs Ameublement of Piano van f 800.* 15 DECEMBER AGENDA Reclame Schoenenweek L. PAAN AK K E R rr R.-K. Kring. Christel. Oratorium-Vereehigiüg „Judith". Propaganda-Club Leo XIII. De Kamer van Koophandel. frr i trr Frr t r L-jg?.. Nieuwe wegen Opticiens Fabrikanten J. J. WEBER ZOON Koningstraat 10 Haarlem TELEGRAFISCH WEERBERICHT. De abonnementsprijs bedraagt voor Haarlem en Agentschappen: Pei Kwartaal 2 25 P n Week 0.25 Franco per post p. kwartaal bij vooruitbetaling 3.37Va Bureaux: Nassaulaan 49, Haarlem. Telefoonnummers: 1426, 2741 en 1748. Postrekening No. 5970. NIEUWE HAARLEM8CHE COURANT Adverfentiën 35 cents per regel. Bij contract belangrijke korting Advertentiën tusscben den tekst als ingezonden mededeeling: 60 et. per regel Vraag- en aaabod-ad- vertentiën 14 regel* 60 cent per plaatsing; elke regel meer 15 cent bij vooruitbetaling. Wij kennen een kerkelijk, een burgerlijk en een publiek-rechtelijk jaar. Over begin en ein de van dit laatste hebben wij even weinig ze kerheid als over de jaartelling der Hebreërs. Wie weten wil, wanneer het Israëlitisch Nieuw jaar is, moet altijd in een kalender gaan zoe ken. Wanneer we aannemen, dat onze Gemeen teraden hun nieuwen jaarkring met de behan deling van de begrooting aanvangen, dan ligt de bepaling van oudejaarsavond en nieuwjaar bij den burgemeester. Zoo zijn wij dan gisteren met de viering van ons publiek rechtelijk nieuw jaar begonnen Er waren nog een paar staar tjes van de laatste zitting te zien, welke wij fat soenshalve niet bijwoonden: eenige stemmii»;en over werkloosvoorstellen. waarmee men den vorigen keer blijkbaar niet gereed kwgm. Maar dat behoort nu tot het verleden. We beginnen dam maar aanstonds met de begroo-tingsdiscus- sies en ontmoeten dan natuurlijk alleregrts den heer Reinalda, die, traditiegetrouw, namens de sociaal-democratische fractie het vuur opende Hij begon zeer zakelijk en juist met de opmer king, dat een woprd diende gewijd te worden aan het allerbelangrijkste, de grensuitbreiding. Nu reeds blijkt, zei de heer Reinalda, dat wij eerder te weinig dan te veel hebben gevraagd; zeer spoedig zuilen ook de grenzen van het groot-Haarlem zooals wij dat ons gedacht heb ben, te eng zijn. De snreker namens de sociaal democratische fractie heeft daarna nog een uurtje gepraat en tooh was deze opmerking over de grensuitbreiding misschien de gewich tigste van heel zijn betoog. Dit is niet bedoeld als een aanwijzing van onmacht. Waar niets is, verliest zelfs de keizer zijn recht, en bij deze bezuinigingsbegrooting is inderdaad al heel weinig te zeggen. De heer Reinalda heeft toch gezocht of hit hier en daar niet een paar grasjes en sprietjes kon oppikken en zich daar bij natuurlijk hoofdzakelijk lot den tuin van den Wethouder van financiën bepaald. Wij kregen een vrij uitvoerige uiteenzetting over de financieele draagkracht der Nederlanidsohe burgerij. De cijfers, welke de heer Reinalda hierbij verzameld en gegroepeerd had, waren zeker belangwekkend. In 1914 waren er in ons land 101.797 aangesla'genen n de vermo gensbelasting met een totaal van f 7607 mil- lioenen aan kapitaal; in 1921 waren deze cij fers 166.362 aangeslag-enen met 13284 mil- lioen kapitaal. In 1894 bezat Nederland 402 millionairs met 800 millioen vermogen; in 1922 was dat 1125 rijkaards met f 2400 mil lioen. Van dit soort getallen gaf de heer Rei nalda er nog veel. Maar terecht nterrupeerde de heer Brueh: Wat beteek ent dat voor Haar lem? En: wat zegt dit voor de inkomsten in Haarlem? Heel goed bleek dan ook niet, wat deze cijfers moesten bedoelen. In het algemeen dat het er met de Nederlandsche kapitalisten nog zoo slecht niet uit ziet? Maar aan kapitaal alleen heeft men niets, zoodra dit niet meer productief te maken is. En voor de Haarlem- Sohe financiën valt er weinig of niets uit te 'besluiten. Maar. zei de heer Reinalda, ik meen ook te weten, dat het kohier over 1921/22 voor Haarlem 54 millioen zal opbrengen. En dat had hij volgens mr. Bomans niet ver mis. En ook 1922/23 zou wel meevallen, ('t Wordt volgens de Rijksopgaven biina 39 miillioenen, zei mr. Bomans). Welnu, vervolgde de heer Reinalda, dan komen daar nog de suppletoire kohieren bij en dan zullen wij over 1923 niet veel bij 1922 achter blijven. (Met uw verlof, een sup pletoir kohier van 13 millioen lijkt ons nog al veel!) Daaruit concludeerde de spreker, dat de vroegere voorspellingen over geweldige da ling van het kohier valicant uitgekomen wa ren. En op dien grond deugde ook de Haarlem- sche beiastingpolitiek niet; een evenredige hef fing va* 6% pet. over 1921 en 3 pet. over 1922 drukte onnoodig zwaar op de arbeiders bevolking, waarbij dan nog de hooge bedrijfs- larieven kwamen. Maar, voegde de heer Rei nalda er aan toe: hoe meer nu dat evenredig heffingspercentage afneemt, fyoe meer ook on ze grieven verminderen. Zag dus de heer Reinalda den fimanoieelen toestand van Haarlem nog zoo slecht niet in, het ergst lijden de intellectueelen wer kers, zei hij, die stellig bij vroeger heel wat in inkomsten gedaald zijn. Met een sprongetje, dat we niet goed konden volgen, kwam de heer Reinalda van daar o|> het voorstel van B. en W. tot afschaffing van den vacantie- toeslag. Hiermee werd volgens den spreker, de loonpolitiek van den Raad aangetast. Ambtenaren en werklieden in gemeente dienst zijn dien toeslag eenmaal gaan be schouwen als een deel van hun Inkomen. En nu zouden wij eerder aan loonsverhooging, dan verlaging kunnen denken, al wilde spr. niet beweren, dat overheidspersoneel een uitzonderingspositie moet innemen en op een hoogor loonpeil moet blijven staan, wanneer de loonstandaard overal zakt. Maar zoover zijn we nog lang niet. Ten slotte .deed de heer Reinalda nog een heftigen aanval op het rapport van de amb tenaren-commissie over dee begrooting. De heer Reinalda vond dat rapport onbehoor lijk en dom. De ambtenaren hebben daarin allerlei wenken gegeven, die alleen tot de bevoegdheid van den Raad behooren en het eenige waartoe zij bekwaam en bevoegd» zijn, lieten zij achterwege, n.m. voorstellen om tot personeelvermindering te komen. Aan het slot van zijn rede somde de heer Reinalda nog een aantal speciale wenschen op over kinderspeelplaatsen, regeling van het subsidiestelsel, bestrijding van gesl-achtziek- ten, oprichting van markthallen enz. En daarmee wasdeze begrootingsspeech ten einde, de magerste, welke wij in lange jaren gehoord hebben. Maar nog eens wat zal men meer verlangen, nu wij in de magere jaren gekomen zijn? De overige sprekers hadden niet anders dan wat speciale wenschen naar voren te brengen: mevrouw Willekes Macdonald had een aantal vrouwelijke verlangens: kinderbe waarplaatsen, verbetering van hel voorbe reidend onderwijs, kinder-politie. De heer Koppen uitte op emstigen toon bezwaren legen de manier, waarop het afdeelingson- derzoek werd geleid: de voorzitters (wet houders) wislen soms op de eeenvoudigste vragen geen antwoord te geven en zoodoen de werd het verslag een staalkaart van on benulligheden. (Tusschen haakjes: de vragers waren dan ook niet altijd even wijs!) De heer van Liemt hield een pleidooi voor de afschaf fing van de zakelijke belasting op het be drijf (Vi schoof daarbij niet onaardig het rap port van het college van B. en W. van Hil versum over deze materie naar voren, daarbij mr. Paul Reymer tegenover zijn vriend mr. Bomans uitspelend. Omtrent hel' bezuinigingsrapport der amb tenaren zei de heer van Liemt: zou het ge- meentepersoneel niet eens beginnen om uit bezuiniging buiten diensttijd te vergaderen voor de Commissie van Overleg? Een zeer juiste opmerking, maar naar wij vernamen behoort het verwijt niet aan het adres van de ambtenaren, die herhaaldelijk vroegen om 's avonds te vergaderen. Maar hoogeriiand stuitte dit op bezwaren. In tweeden termijn deelde de heer van Liemt dit ook mee. Mr. Bomans zal het in de Commissies be spreken, want het was vóór alles een huis houdelijke zaak. Tegenover het financieele optimisme van den heer Reinalda waarschuwde de heer van Liemt: wacht maar eens op het kohier van 1923; dat zal wel anders spreken. Nog twee sprekers namen aan de algé- meene beschouwingen deel, de heer de Braai, die op zijn bekende, gulhartige manier het behoud van den vacantietoeslag verdedigde en de heer Boes, die over de slechte bestra ting, de slechte reiniging, den slechten toe stand bij 't openbaar voorbereidend onderwijs enz. enz. klaagde. Omtrent de afschaffing van den vacantietoeslag wilde de heer Boes zich nog zijn stem voorbehouden: eenerzijds voelde hij iets voor afschaffing, omdat het luxe was; anderszijds was de bijdrage voor kieine inkomens 'langzamerhand een stuk loon geworden meende hij. En dan hebben wij den voornaam sten spreker, den heer Peper nog vergeten! Maar, ja, wat zullen wij onze lezers met zijn be schouwingen over den wereldtoesland, de in richting van het Romeinsche Rijk, de kapi taalheffing in Duitschland en dergelijke be zig houden. Al wat de heer Peper in een heel jaar in couranten, boeken en brochu res leest, verzamelt hij voor de Haarlem- sche begrooting. En 't is toch wel wat veel gevergd om dat alles voor onze iezers, die ook couranlen, boeken en brochures inzien nog eens uit te stallen. De heer Peper raak te echter ook nog Haarlemsche toestanden aan: bij B. en W. was een groote onver schilligheid waarneembaar; men vergaderde om de vier weken in plaats van om de 14 dagen. B. en W. nemen het maar zoo'n beetje met den Raad, meent de heer Peper, wat bleek bij het beheer van de Waterleiding, waarbij de Raad bij den neus zou zijn ge nomen; bij den woningbouw, waarbij de heer Slingenbcrg even handig manoevreert als min. Aalberse en weet te markeeren, dat er nog altijd 1800 woningen tekort zijn in Haarlem. Maar waar zouden wij eindigen, wanneer wij alle klachten van den heer Pe per gingen opsommen? Van het onderwijs deugt weinig of niets; de wethouders doen voor hun hooge salaris al een heel klein beetje, terwijl hun baantje zoo gemakkelijk is, dat er duizenden gegadigden voor zijn! Ten slotte wil de heer Peper een heffing in-eens op Haarlem's burgers leggen, om de loopende gemeenteschuld te delgen. Dat is moreeier, meent hij, dan de jaarlijksche be lastingheffing. Ook verzocht de heer Peper nog aan B. en W. om niet met de voor gestelde wijziging der Huurwetten mee te gaan, maar ons van het Rijk af te scheidenl Wil de heer Peper dus een republiek-Haar lem? En daammee is voor dit paar het hele openbare debat, anders geheeten „de alge- meene beschouwingen", geteekend. Reeds denzelfden middag konden de wet houders aan het woord komen. En zij had den het niet al fe moeilijk! De heer Bomans heeft wel eens voor andere vuren gestaan! Och, 't was voor hem niet eens een pot met „doove kolen." Met een paar grapjes en enkele snedige zetten had hij alle critiek weer gepareerd. Het „polifieke debat" had ditmaal gelukkig ontbroken, dank zij liet juiste inzicht van den heer Reinalda, dat op l:et einde van deze legislatieve periode een zoo groot mogelijke eenheid moet heer- schen, zei mr. Bomans. De burgerij moet ook eindelijk eens gaan begrijpen, dat de Raad en B. en W. elkaar na vier jaren ge vonden hebben, schertste de wethouder van financiën. Wat de evenredige heffing belreft: B. en W. voelen er even weinig voor als anderen. Maar het moest. Daarom zijn wij bezig om er zoo gauw mogelijk af te komen. Laten allen daartoe nu meewerken en hun andere lieve wenschen opgeheven tot later. Wanneer eerst het percentage der evenredige heffing tot nul is teruggebracht, dan kunnen we zien of de tarieven verlaagd moeterr wor den, of wel de zakeliike bedrijfsbelasting moet worden afgeschaft. Maar opheffing van de evenredige heffing staat nog lang niet vast. Er is op deze begrooting nog ne gen ton aan directe belasting geraamd, waar hij nog een ton komt voor pensioenverlioo- ging. Maar persoonlijk heeft de heer Bo mans nog hoop. dat de saldi van 1921 en 1922 tot een verkleming van het heffings percentage kunnen voeren. Het voorstel tot afschaffing van den vacan- MetoPslafl is een laatste, hittere poging hij de bezuiniging geweest. Eerst is op andere pun ten versoberd: er ziin 70 werklieden en 32 ambtenaren ontslagen, alle posten zijn gedrukt en er moest nog meer bezuinigd. Toen is men aan den vacantietnésilag begonnen. F.n men stelle dat nu niet zoo verschrikkelijk voor. Overal worden de loonen verlaagd, niet alleen in privaten dienst, maar ook in gemeentelijken provincialen dienst, bij de spoorwegen enz. door opheffing van het premievrij pensioen. B. en W. van Haarlem achten het echter beter om den ambtenaar te zeggen: op uw inkomen zal over 1923 niets gekort worden; alleen de va cantietoeslag wordt voor dat jaar (dus niet voor goedl opgeheven. De heer Bomans nam vervolgens de or ganisaties van ambtenaren tegen de verwij ten van den heer Reinalda in bescherming prees het corps om zijn ijver en zei, dat, wanneer het rapport der orgapisaties de hoogheid van den Raad mocht hebben aan getast, dit buiten de bedoeling der betrokke nen was gebeurd! Ten slotte verzocht de Wethouder den Raad het zwaartepunt der discussies te verschui ven naar Maart of April van het volgend jaar, dan kunnen B. en W. bepalen, of er een percentage van evenredige heffing moet worden vastgesteld'en zoo ja, hoe hoog dit zal moeten zijn. Mocht dan bliiken, aldus de Wethouder in ziin merkwaardige verkla ring, dat het evenredig percentage te hoog is, dan kunnen wij altijd nog over een ande re methode praten; want B. en W. voelen zelf ook veel meer voor progressieve hef fing en hebben den evenredigen omslag alleen als noodmaatregel voor twee of drie iaar willen invoeren. Aan een svsteem als zooda nig hechten zü niet: zii willen met den Raad het meest billijke stelsel. Zooals men ziel, was ook de rede van mr. Bomans in eerste termijn, de meest tamme welke men zich bii een beerootingsdiscussie kan denken. De andere Wethouders hadden nos minder aanleiding om te snreken. Mr. Heerkens Thiissen beloofde voor een eventueele bespreking over-verlaging van den gasprijs, de commissies van de bedrijven en van financiën samen te zullen laten vergade ren en legde den heer Peper uit, dat hij het met ziin waterleidingpraatie glad mis had. Mr. Slingenbcrg beloofde de opmerkingen van den heer Peper bii het betreffende hoofd stuk van Volkshuisvesting te zullen behandelen en alleen mr. Bruch hield nog een vrij uitvoe rige rede, die er de stemming weer wat in bracht. De wethouder van Onderwijs zette op een allerkostelijkste manier de dames raadsle den, speciaal mevr. Willekes in het zonnetje, die hem te weinig zorg voor het voorbereidend onderwijs en ver waar loozing van de belangen van een aantal handwerkonderwijzeressen had verweten. Met het verpletterende bewijzenma- teriaal, dat alleen een zoo nauwgezet werker als mr. Bruch altijd te zijner beschikking heeft, toonde de wethouder aan, dat verbete ring van de gemeentelijke bewaarscholen nog altijd wachtte op een rapport van regentessen van de Barberaschool, van welke regentessen er twee onder de raadsleden zitting hebben en waarvan mevr. Willekes er zelf een is. En de belangen der handwerkonderwijzeressen wa ren wel zóó goed behandeld, dat men eer ge neigd zou zijn den wethouder te groote toege vendheid dan het tegendeel te verwijten. Met een zelfde gemak wierp de wethouder natuurlijk al de verwijten van den heer Peper van zich af. De burgemeester deed nog eenige mededee- lingen over beslrijdipg van geslachtziekten van gemeentewege, over kinderverzorging door de politie en het plan om zoo spoedig mogelijk tot gemeentelijke markthallen te komen. Het wachten is op de kazerne! Nu, dan zal de heer Reinalda er een volgende bcgrooting nog wel eens naar kunnen vragen. Overigens voelen B. en W. niets voor prijs- regelende en prifsdrukkende maatregelen in dezen tijd. Gelukkig! Zoo was het 's avonds tien uur geworden en het liad den schijn, alsof de gemeentelijke be- groolingsdiscussies dit jaar ongemerkt voorbij zouden gaan. Maar bij de repliekeji laaide het vuur van politieken geestdrift en oratorische hartstocht toch nog eens op en er kwam liet laatste uur wat kleur en leven in de tot» dan toe saaie en taaie vergadering. De heer Reinalda vond het in repliek noodig de politieke verhoudingen in den Raad en de loonpolitiek van B. en W. nog eens aan critiek te onderwerpen en nogmaals het onbillijke van de evenredige heffing aan de kaak te stellen. De heer Peper beklaagde zich over de wei nige aandacht, welke B. en W. aan zijn op merkingen hadden geschonken en dreigde, dat dit de beste methode was om de communisten te helpen. Immers op deze wijze ondergraaft een burgerlijk college zijn eigen prestige en daar is het den communisten juist om te doen. Nadat de heer de Braai op zijn bekende, ge moedelijke, maar tooh rake manier den heer Reinalda een lesje had gegeven in politieke ze den, kon mr. Bomans zich niet langer inhou den' en stak voor de vuist improvisatie af, waarbij de harten van allen dite voor beginsel en recht voelen, warm werden. Eerst gaf hij 'n verdediging van de loonpolitiek van B. en W. van Haarlem, waaraan hij de belofte verbond om binnenkort met cijfers en feiten te bewijzen, dat Haarlem nog altijd een eervolle plaats, te dien opzichte inneemt. Toen wendde hij zich ook eens wat zelden gebeurt tot den heer Peper: Met u kan ik niet praten, omdat wij op een ander grondvlak staan. Wanneer ik op de Groote Markt een raadslid tegen kom en ik zeg hem: ik heb weer 10,000 bezuinigd, dan is zoo iemand, wie het ook zij, daarover in extase. Zou ik het bij u doen, dan zoudt gij een extase van verdriet krijgen. Gij wilt alles ten onderste boven halen. Toch zijt gij, communisten, in één opzicht, ondankbaar. Gij waardeert niet het mooie van den be- staanden toestand. In onze democratie laten wij ieder de vrijheid van woord en propa ganda. De communist heeft een eigen vrijen zetel;hij kan daar verkondigen, wat hij wil en vandaar af propaganda maken naar bui ten. Alle anderen hooren hem geduldig aan; de pers neemt zijn woorden op en ver spreidt ze verder. En hoe gaat het, wanneer uiterste partijen als communisten of fascis ten de baas zijn? Aan ieder ander -wordt het zwijgen opgelegd. Dagbladbureaux van de tegenpartij worden in brand gestoken; tegenstanders vermoord of in de gevangenis geworpen. Hun recht is geweld, interrumpeerde daar op mr. Heerkens Thijssen! En men voelde in de zaal, dat het ieder goed deed, zóó als onze communist eens op zijn plaats was gezet. Tegen het scheiden ging men aan het kib belen over de stemming over het voorstel van B. en W. tot afschaffing van den vacantie toeslag. Er waren twee amendementen, een van den heer Wolzak, een van den heer Boes. De heer Bomans vroeg beraad tot hedenmiddag. Eerst sputterden de socialisten tegen, die de neuzen gesteld hadden en wil den afmaken. Maar na een college van mr. Bruch in het staatsrecht, hoofdstuk amende menten, kreeg mr. Bomans zijn zin. Sociëteit „St. Bavo" Rederijkers 8 uur Haarlem's Gemengd Koor 8 uur Over heidspersoneel half 8 Propagandacluh 8 uur Bestuur „Herwonnen Levens kracht'' half 8 Besttiur R.K. Leeszaal 8 uur. Stadsschouwburg Het Schouwtooneel AV je maar 'n veriejen hebt 8 uur. Zang en Vriendschap Voordracht over Ned. letterkunde door mevr. Boldingh Goemans 8 uur. De Nijverheid Jansstraat Wedstrijden „Snelverband" 8 uur. St. JnsephsgezeUenvereenicfing Jansstraat 59 Lezing pater Beaufort - 8 uur. Bisschoppelijk Museum Jansstraat 49 dagelijks, uilgen. Zaterdag, Zon- en Feest dagen, toegankelijk. R. K. Leeszaal en uitleenbibliotheek Jans straat 49 Eiken dag geopend van 10— 12%, van 25 en van 710 uur behalve des Maandagsochtends en op Zon- en Feest dagen. Uitleen van boekeu van half 39 uur. R.K. Arbeidsbeurs voor mannen Jacobij- nestraat 15 Alle werkdagen, voorm. van 912 uur. n.m. van 25 uux. Zaterdags al leen van 912 uur. R.K. Arbeidsbeurs voor vrouwen Kleine Houtweg 13 Alle werkdagen des nam. van 3 tot 4 en van half 8 tot half negen. Marlha-verceniging Bloemhofstraat 1 Betrekkingbureau voor vrouwen AÜ« werkdagen van 1012, van 24 en van 8—9 uur. Voor de R.K, Kring heeft Dinsdag de heer Jos. de Lobel een lezing gehouden over St- Nicolaas. In deze interessante causerie heeft de heer de Lobel allereerst eenige historische bijzonderheden omtrent SI. Nicolaas mede gedeeld. Vervolgens behandelde hij de hoe danigheden waarin deze heilige wordt ver eerd, ten eerste als patroon der zeevaren den, ten tweede als patroon der verloofden, ten derde als patroon der kinderen. Daarna ging spr. na de vijanden die St. Nicolaas had in den loop der eeuwen, de Turken, het protestantisme en de moderne vrijden kerij. 'Nog wijdde spr. eenige beschouwingen aan het paard, het hooi,, den schoen, den schoorsteen en zwarte Piet. Spr. besloot zijn voordracht met een aansporing om den po- pulairen heilige ook in zijn deugden na te volgen. Een dankbaar applaus beloonde hem voor zijn beloog, waarin talrijke weinig be kende bijzonderheden werden medegedeeld. Dit laatste werk van Aug. Klughardt, is in meerdere opzichten een zeer goedé keuze ge weest. De vereeniging is door de goede consti tutie barer koorpartij^ ais aangewezen om zulk werk Ie kiezen, waarin het koor zich eens ter dege kan uitzingen. Dat is één. En tweedens kennen wij de capaciteiten van den waarn. directeur Nico Gerharz wel zóó goed, dat wij het ook voor hem een werk vinden dat hij uitnemend interpreteert. Klughardt's werk is muziek, die in hoofd zaak polyphoon geschreven is. Zijn natuur neigt naar het dramatisch: maar ook voor den vorm heeft de componist zóó'n buiten- gemeene liefde, dat zijn vier opera's om deze al te ver doorgevoerde vormenfkunst hel niet hebben kunnen uithouden op het tooncel. Terwijl zijn vijf symphonieën weer te veel den dramatikus lieten gelden. Klughardt's kunste naarsloopbaan toont den strijd tusschen opera en symphonie. Totdat hij, op lateren leeftijd eerst, den vorm vond die^als vanzelf voor zijn talent was aangewezen. In zijn scheppen moest naast de mogelijkheid en noodwendig heid de polyphone-kunst ook de kracht der dramatische uitdrukking lot uiting kunnen ko men. Wie de prachtige koren van dit oratorium „Judith'" heeft kunnen hooren, zal 't zeker met me eens zijn, dat beide genoemde elementen hier in hooge mate aanwezig zijn. De indruk, die ik een twintig jaar geleden te Groningen kreeg bij de eerste uitvoering van dit werk in ons land, is nog frisch. Een koor van 300 menschen, een orkest van 80 musici zorgden voor een indrukwekkende uitvoering. Wat in hoofdzaak ais indruk blijft nawerken, is de rust van den verheven stijl. Natuurlijk wijzigt zich in zoo'n termijn dat we hebben kunnen kennismaken met werken als „Les Béatitudes", onze smaak niet onbelangrijk. Maar het melos, dat van edel karakter is en dat men eerlijk heidshalve slechts moei vergelijken met de muziek van andere Duitsche componisten, maakt naast de wijze, waarop het geheeie werk is „aangevat", het aanhooren zeer zeker tot een genot. Natuurlijk spreekt ook naar Duitschen trant de filosofie een woordje mee; de leidmotieven zijn daar, om het te bewijzen. Judith zoowel als Holofernes, allen hebben hun „Motif". Maar ook abstracte begrippen als angst, godsvertrouwen, worden muzikaal aangekondigd, soms in een breed uitgesponnen orkestsatz uitgebeeld. Men kent de geschiedenis: in het apokryfe- boek „Judith" wordt ons verhaald, hoe Holo fernes, de veldheer van Nabukadoinosor, het Joodsch stadje Belhulië belegert. Judith, de joodsche weduwe, gaat naar het vijandelijk leger om Holofernes door list om te brengen, op gevaar af van daarmee haar eer te zullen verliezen. Met het hoofd van Holofernes keert ze terug. Het verhaal bedoelt, den joden te leeren, in tijd van hoogen nood op God te vertrouwen. Werd dit onderwerp gegeven als tooneel- stuk, dan zouden de allerhoogste eischen ge steld worden aan de vrouw die de hoofdper soon heeft uit te beelden. In 't oratorium is die laak zeker heel wat vergemakkelijkt. Het leidmotief doet de rest. Maar, laat ons het terstond bekennen: het doet ook wel eens in 't geheel niets. Het geloofsmotief b.v. boet al aanstonds veel van zijn kracht in door het al te kwistig gebruik. Het thema der angstige Bethuliërs is ook niet karakteristiek genoeg en daarbij te lang. Klughardt, als ijverig Wagner-navolger, had in den Tristan kunnen zien hoe een greep uit het thema vaak won deren .verricht. Bovendien lijkt ons dat de coupure, waar de woorden „Besser ist 's, die Stadt ergiebt sich" het thema juist in zijn voile licht verschijnt, beter door een ander liad kunnen worden vervangen. Er zijn plaat sen genoeg in het werk, waar de belangstel ling verflauwt. De orkestsatzen, zooals b.v. de „Verhöh- nung des Achior," of het aanstormen van het Assyrische leger, de tallooze Engführungen, de Reigen in canonvorm in 't begin van het ftveede deel, of het moment waar Judith op het punt staat, de verlossingsdaad te volbren gen: al deze deelen werden door het orkest bijzonder gelukkig weergegeven. En waar het begeleidde (we herinneren B.v. aan de «>lo van Abra: „Ersinne mein Herr, een feines lied") deed het dit alweer meesterlijk, wij mogen Di Moorlag voor haar prachtige uitbeelding, voor .haar fijn-aange voelde gereserveerdheid waar die noodig was, voor haar prachtige levende kunst in „Er geht dahin, bethört," en eindelijk voor haar smelteloos blanken zang in de terzetten, zoo goed als voor haar stralende hooge kopnoten in het slotkoor wel darfkbaar zijn. De partij van Judith is eigenlijk voor mez zo-sopraan gedacht. Zoo was Meta Reidel het gelukkigst, waar zij den vollen klank harer donkere altstem het voordeeligst kon aan wenden. Overigens toonde zij evenals Jac. van Kempen haar routine in het zingen met orkest, zoowel als haar aanpassingsvermogen in de ensemble's. Jac. Caro hield eveneens zijn reputatie van gevoelvol baszanger hoog. Het koor had voor den aard van het werk zeker belangrijk grooter mogen zijn. Maar het zong zijn partijen uitstekend, niet enkel tech nisch, maar ook met toewijding. Nico Ger harz toonde weer eens, wat hij met naar ver houding bescheiden middelen weet te berei ken. Het is me een opgaaf, om met een niet groot orkest en een tamelijk bescheiden koor een werk uit te voeren als dit van Klughardt, den heelen avond frisch te musiceeren en dan in den grootsch aangelegden slotkoorsatz nog een stijging te bereiken die het koor zich op de repetities zeker niet had durven droo- men. Het orkest hield zich kranig onder zijn veeleischende partij. Alles te zamen genomen: redenen genoeg om de C. O. V. 't geluk te wenschen met de GROOTE HOUTSTR. 46 uitvoering van dit werk, dat een frisch aan doende verandering geeft in het sleur-krin- getje van groote koorwerken, dat zich tel kens herhaalt. G. J. K. Deze club houdt a.s. Vrijdag een ver gadering in het gebouw „St. Bavo," 's avonds om 8 uur, waar o.m. aan de orde zal zijn: Bestuursverkiezing en het onderwerp: Nieu we banen. v Deze vergadering is toegankelijk voor al len die er belang in stellen. (Vervolg). De heer VAN HARDENBROEK betreurt geenszins zijn gezegde en handhaaft het dan ook ten volle. Spr. heeft het met opzet ge zegd. Hij vindt steun in zijn meening door wat de heer Weyburg gezegd heeeft. Sprekers waschbaas heeft gezegd: „Ik wil wel verlagen maar ik mag niet voor de vereeniging." Wat de slagers betreft, spr. heeft met enke len hunner een onderhoud gehad en erkent de loyale houding der varkensslagers, die een rekening overlegden. Bij de* varkensslagers bestaat geen prijsovereenkomst, volgens de nadrukkelijke verklaring van den voorzitter dier vereeniging. Spr. is verzekerd en hij vindt dit een klem mend argument, dat nergens in Nederland zoo duur rundvleesch wordt verkocht, als in dit gedeelte. Het feit staat vast, dat hier in Haarlem en omgeving door slagers best vleesch geleverd wordt legen lageren prijs. Spr. kan man en paard en prijs noemen. Spr. zegt, dat niemand over het woord uitbuiten gevallen is. Een ander woord is niet gebruikt. Spr. heeft het woord uitbuiten in den ge- bruikelijken zin gebruikt en hij retireert hier op geen steek. Hij heeft niet gezegd, dat de middenstand de menschen uitbuit. Dat heeft hij niet kunnen zeggen, want dan zou hij tegen zich zelf zijn. Spr. betoogt nog, dat dc winstcalculatie van tegenwoordig niet evenredig is aan die van voor den oorlog. Spr. heeft ook met genoegen gehoord, dat men geen trust wil. Spr. begrijpt niet, hoe men hem heeft kunnen verdenken, voor trusts te zijn. Spr. is voor vrijhandel. De termen in den aan de Kamer gerichten brief aan het adres van spr. laten hem geheel koud. Hij handhaaft ten volle, wat hij gezegd heeft. Wij hebben allen den plicht, tot prijs verlaging mede te werken en die plicht heeft spr. zijn woorden doen bezigen. Hoe meer stof zijn woorden hebben opge jaagd, hoe beter spr. zijn doel bereikt heeft. Hel doel is, prijsverlaging te verkrijgen en dit doel is in deze gedeeltelijk bereikt De heer VAN LIEMT merkt op, dat de ver hoogde onkosten der exploitatie van iedere zaak onevenredig zijn aan den omzet. Daar om kan de winst-calculatie niet evenredig zijn aan die van voor den oorlog. Dat is de oor zaak, dat op een of ander artikel meer winst gemaakt moet worden. De heer TEN BOOM zegt, dat de heer Van H. opgemerkt heeft, dat het beste vee naar Haarlem gaat, maar dan mag men de vleesch- prijzen heelemaal niet diskwalificeeren. Met een ander gezegde verslaat de heer Van H. zich zelf en wel met zijn opmerking, dat men geheel in een bedrijf moet zitten, om de juiste winst te kunnen veroordeelen. De heer HOOY betreurt het, dat de heer Van H. zijn gewraakte uitdrukking niet terug neemt. Dat is een ontactische charge, welke van een oud-officier zeker niet had verwacht mogen worden. Het staat voorts niet vast, dat de gevolgde prijsverlaging niet gekomen zou zijn, als de heer Van H., de opmerking niet gebezigd had. Spr. hoopt, dat het de eerste en ook de laatste maal geweest is, dat in derge lijk verband het woord uitbuiting in deze ka mer gebruikt is. De heer MEYER is het met dit laatste niet eens, want het mes moet maar eens goed in de wonde gezet worden. De VOORZITTER antwoordt, dat deze zaak buiten hem omgegaan is, omdat hij de vorige vergadering niet gepresideerd heetf, maar hij wil wel opmerken, dat als hij toen gepresi deerd had, hij de uitlating van den heer Van H., welke zooveel stof heef doen opwaaien, niet toegelaten zou hebben, omdat er geen verband is tuschen .vliegende winkels en die uitdrukking. Spr. gelooft echter wel, dat de discussies vruchtbaar geweest zijn. De brief van de middenstandsvereenigingen wordt dan voor kennisgeving aangenomen. De Bond van Koffiehuishouders te Schoten heeft een adres aan den -raad aldaar gericht, het sluitingsuur der tapperijen gelijk te stel len met dat te Haarlem en vraagt adhaesie aan dal adres. De heer v. d. BURG stelt voor adhaesie te verleenen. - Het bureau neemt dit voorstel over, dat genomen wordt. Het Bureau adviseert verder: toe te treden lot de vereeniging Bureau voor Handelsinlichtingen te Amsterdam. Alzoo wordt besloten een schrijven te zenden aan de Gemeente raden in het ressort der Kamer ten aanzien van de werktijdregeling van het personeel. Een en ander in verband met een adres van de Kamer van Koophandel voor Zwolle. Goedgekeurd. Het Bureau adviseert verder: a afwijzend te beschikken op een verzoek van het Bureau van Advies voor den Han- deldrijvenden en industriëelen middenstand voor Haarlem en Omstrekeh tot het verlee nen van een subsidie van 2000 over 1923. De heer TEN BOOM herinnert er aan, dat het bureau van advies der Hanze geen subsi die, volgens het schrijven der Hanze, noodig heeft. De Hanze is een sterk lichaam; dat mag wel eens door een buitenstaander ge zegd en spr. brengt haar gaarne lof. De Han ze heeft ook verscheidene adviseurs, o.m. ook geestelijke adviseurs, hetwelk er wel toe bijdraagt, de organisatie sterk te maken zoo dat zij geen subidie noodig heeft. Het bureau voor den handeldrijvenden en industrieelen Middenstand zal nooit zoo sterk worden. Spr. ontwikkelde verder gronden, waarop z.i. sub sidie verleend moet worden. De kleine mid denstanders hebben noodig. op de been ge houden te worden. Het bufeau is zeer noodig doch het kan de kosten niet dragen. De heer VAN LIEMT merkt op, dat de „Hanze" geen subsidie wenscht, omdat zij dé bureaux van advies als een bedrijf beschouwt en uit respect voor zich, die bureaux zelf wil bekostigen. Spr. merkt voorts op, dat de bu reaux van advies geheel zelfstandig zijn en niets met de „Hanze" te maken hebben, zelfs geheel buiten den Hanzebond staan. Het spijt spr. dat de heer TEN BOOM de geeste lijke adviseurs genoemd heeft Dit heeft er *r i. is -y Er wordt over geklaagd, dat de wegen, hu - ten en binnen de groote steden worden str gereden en dan wordt vooral gefoeterd te gen de koebeesten van vrachtwagens er vrachtauto's, die de wegenvemieling voora op 't geweten hebben. De klachten zijn met ongegrond en hebben reeds zooveel weerklank gevonden, dat er ernstig over gedacht wordt, beperkende be palingen tegen het vervoer per vrachtauto in het leven te roepen. Een der voornaamste be palingen zal wel zijn een maximum gewich: dat de vrachtauto's zullen mogen vervoeren en een bepaling, dat de wielen moeten voor zien zijn van luchtbanden. Dat is allemaal goed en wei en prachtig. Voor het oogenblik zijn we er zeker mede geholpen, maar toch overweeg ik bij mij ze! wel eens de vraag: moet het moderne ver keer zich aanpassen bij de bestaande ver- keersmogelijkheden en verkeerswegen ol moeten de verkeerswegen zich aanpassen bij het moderne verkeer? Ik ben nog altijd geneigd het laatste te denken. Dat is trouwens in de lijn der traditie. Ware men niet met den tijd medegegaan. we liepen nog altijd in een Groote Houtstraat met vastgetrapte en gedroogde modder of op een Groote Markt, die met reden den naam van ,,'t Sand" zou dragen. Nu liggen er be stratingen in de stad, al is ze dan niet mooi, en men noemt ons achterlijk, omdat er nog .maar zoo weinig asfaltstraten in Haarlem liggen. Zoo zal het ook met al onze wegen en al onze buitenwegen moeten gebeuren. Er zullen middelen moeten gezocht worden, die onze wegen bestand zullen maken tegen hel mo derne vervoer. Wanneer men h et moderne verkeer wegjaagt, ontwijkt men eenvoudig de moeilijkheid. Hoe zal het moeten gaan, in dien straks het verkeerswezen nog grooter vooruitgang maakt? Den vooruitgang stop zetten? Ik herhaal dan, dat we wellicht en geiukkig voor het oogenblik door noodmaatregelen onze wegen in veiligheid zulen kunnen stel len, maar dat op den dnur de moeilijkheden niet ontweken, maar onder de oogen moeten worden gezien. Barometerstand 770. Stilstand. OPGAVE VAN» Medegedeeld door het Kon. Ned. Meteorolo gisch Instituut te De Bilt. Naar waarnemingen verricht in den morgen van 14 December. Hoogste barometerstand 174.1 m. M. te Lyon. Laagste barometerstand 736.1 m. M. te Haparanda. Verwachting van den avond van 14 tot den avond van 15 December: Meest matige, later wellicht weer toene mende Zuidelijke tot Westelijke wind, nevelig tot zwaarbewolkt, of betrokken, waarschijnlijk eenige regen. Zelfde temperatuur. niets mee te maken. De adviezenbureaux der Hanze hebben geen geestelijke advieseurs. De heer WEYBURG beveelt de Kamer aan, de subsidie te verleenen, evenals de heer LAMP. Deze laatste is van oordeel, dat deze subsidie van meer nut is dan de onlangs ver leende voor een tentoonstelling. De heer v. d. BURG stelt voor 1500 te verleenen. De VOORZITTER vraagt, of het niet op de eerste plaats op den weg der middenstands- vereeniging ligt, het bureau te subsidieeren. De heer TEN BOOM zegt, dat hij niets on aangenaams bedoeld heeft met de woorden geestelijke adviseurs in verband met de adrie- zen-bureaux te gebruiken. Enkele heeren repliceeren nog. De heer DEDDENS stelt voor, f 1500 toe te kennen, de heer Beynes om f 500 te geven en de heer Miezerus, om 2000 te geven. Het voorstel Miezerus wordt met 166 stem men verworpen; het voorstel v. d. Burg wordt met 119 stemmen aangenomen. Er wordt dus f 1500 subsidie verleend. Het Bureau adviseert, behoudens goedkeuring van de Kamer, een Commissie in te stellen tot onderzoek van het marktvraag stuk en daarin te benoemen de heeren W. J. B. van Liemt, J. F. Lamp, en A. H. Weijburg. Een en ander staat in verband met een schrijven van het Bu reau van den Middenstandsbond te 's-Graven- hage. In afwijking met dit adres, stelt het bureau nader voor, het vraagstuk van het marktwezen in de handen der marktcommissie te stellen. Het Bureau stelt voor, een Commissie in het leven te roepen ter bestudeering van het werk loosheidsvraagstuk en daarin, behoudens goed keuring van de Kamer, te benoemen als leden de heeren A. H. Baron van Hardenbroek van Ammerstol, C. ten Boom, A. J. J. Beijnes, Th. G. C. Hooij. De heer v. d. BURG stelt voor, in de com missie te benoemen de heeren Van Harden broek, Deddens, Beynes, Klein Schiphorst en Klerck. De door den heer v. d. Buig voorges telden, alsmede de heer Hooy, worden in de commis sie benoemd. Omtrent de rekeningen der verschillende mid denstands organisaties, in verband met de eer ste verkiezing van de leden van de Kamer van Koophandel, adviseert het bureau, een Com missie van onderzoek in te stellen, teneinde deze rekeningen te controleeren en daarin te benoemen de heeren W. J. B. v. Liemt, C. ten Boom en J. van der Burg.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1922 | | pagina 1