BUITENLAND
Onschuldig veroordeeld
14 December 1922
BRIEVEN UIT BORNEO.
GESfL BUITENL. BERICHTEN.
Tweede fSladL
De obstructie in het Lagerhuis. De Conferentie te Lausanne. Cle-
ttienceau terug naar Frankrijk.
Onder de Telegrammen: Ernstige crisis in Lausanne; een Amerikaan-
sche bemiddelingsvoorstel Rumoer in het Lagerhuis. De scheep
vaartsubsidie in Amerika.
NA DE BESPREKINGEN TE LONDEN.
Poincaré heeft eenige journalisten o. t
vangen aan wie hij mededeelingen om
trent de te Londen, inzake het vraag
stuk van de onderpanden, bereikte
resultaten gedaan heeft. De Petit Pari-
sien heeft het volgende vernomen Het
Fransche en het Engelsche standpunt
zijn geheel tegenovergesteld. De open
bare meening in Engeland verzet zich.
Ik, zeide Poincaré, zoo duidelijk mogelijk
heb gezegd, dat wij geen moratorium,
hoe kort ook, kunnen toestaan zonder
nderpanden te nemen. Ik heb mijn vrij
heid van handelen in dit opzicht formeel
voorbehouden en het voortbestaan van
de entente cordiale komt er niet door
in gevaar. Natuurlijk zullen er in de
pers aan de overzijde van het Kanaal
protesten opgaan, maar zij zullen niet
voortduren, want men begint in Enge
land zich rekenschap te geven van de
onmogelijkheid, waarin wij verkeeren,
om langer op vergoeding te wachten.
Intusschen heb ik niet gezegd, dat ik
erover dacht de Roer te bezetten of dit
of dat bepaalde onderpand te nemen. Ik
weet nog niet precies welk onderpand
of welke onderpanden wij zullen kiezen,
maar het is zeker dat, tot welke actie
wij ook besluiten, deze het niet noodig
zal maken, dat er ook maar één man on
der de wapens geroepen wordt.
DE CONFERENTIE TE LAUSANNE.
De eerste commissie heeft beraad
slaagd over de uitwisseling der minder
heden.
Curzon wees op de noodzakelijkheid
om in het vredesverdrag bepalingen op
te nemen om zoowel aan de christelijke
minderheden in Turkije als aan de Turk-
sche in Europa krachtige waarborgen te
geven omtrent veiligheid en rust, Bar-
rère en Garroni sloten zich hierbij aan.
Ismet gaf een historisch overzicht
van de kwestie der minderheden in
Turkije en verklaarde, dat deze zal wor
den opgelost, indien er geen interventie
van buiten af is en de Turksche en Griek-
sche bevolkingen worden uitgewisseld.
Wat de in Turkije blijvende minderheden
betreft, de wet en de liberale politiek
der regeering zullen haar veiligheid waar
borgen.
Curzon sprak zijn teleurstelling uit
over dit antwoord.
Venizelos verklaarde in te stemmen
met de zienswijze van Curzon, Child gaf
uiting aan de groote belangstelling der
Amerikaansche regeering in deze kwestie.
Spailakowitsj steunde de voorstellen der
geallieerden.
Lord Curzon heeft in de commissie
voor de bescherming der minderheden
de door de geallieerden aanbevolen waar
borgen aldus samengevatlo. bijzondere
waarborgen gelijk die reeds neergelegd
zijn in de Europeesche vgrdragen voor
christelijke en mohammedaansche min
derheden 2o. maatregelen van alge-
meene amnestie wederzijds voor Grieken
en Turken over hetgeen de laatste negen
jaar geschied is 3o. het recht der chris
tenen in Turkije den militairen dienst
af te koopen tegen een redelijk bedrag
4o. vrijheid van beweging bij komen en
gaan 5o. het vormen van een lichaam,
bij voorkeur door den Volkenbond, te
Konstantinopel om de uitvoering van
deze maatregelen te controleeren.
De Russen hebban tot den president
der vredesconferentie een nota gericht,
waarin zij protesteeren tegen hetgeen
zij noemen „het incident in de bijeen
komst der deskundigen" en waarin zij
het recht opeischen om deel te nemen
aan de o lossihg dezer belangrijke in
ternationale kwestie, welke hun levens
belangen rechtstreeks raakt.
De Turken hebben er op de volgende
voorwaarden van afgezien de Grieksche
bevolking te deporteerenhet eucume-
nisch patriarchaat zal verwijdérd wor
den alle Grieken, die geen Turksche
onderdanen zijn, zullen verwijderd wor
den alle Grieken, die Turksche onder
danen zijn, maar niet uit Konstantinor el
stammen, zullen verwijderd worden
de Grieksche vereenigingen, die in de
laatste drie jaar een vijandige houding
tegenover Turkije aangenomen hebben,
zullen verwijderd worden alleen de be
volking van Konstantinopel, Pera en
Stamboel zal niet uitgewissels worden.
DE ONTWAPENINGSCONFERENTIE Tfc
MOSKOU.
Uit Moskou wordt gemeld De Pool-
sche delegatie heeft in overleg, met de
delegaties van Estland, Letland en Fin
land aan de Russische delegatie ter ont
wapeningsconferentie een nota overhan
digd, waarin de onmiddellijke ondertee-
kening van het verdrag van non-agressie
wordt geëischt.
Een te Helsingfors uit Moskou ont
vangen telegram meldt, dat de-ontwa
peningsconferentie is mislukt, daar de
Russen weigerden het verdrag van non
agressie te teekenen vóór eenige overeen
komst inzake de beperking der bewape
ning, welke de Russische randstaten na
de onderteekening van het non-agressie
verdrag naar een speciale militaire com
missie wenschten te verwijzen.
DE OBSTRUCTIE IN HET LAGERHUIS-
In het Lagerhuis is het debat over
verschillende "kwesties door de leden der
arbeiderspartij tot halfvijf gisteren-mor
gen voortgezet. Toen een resolutie voor
uitgave van meer dan een millioen pond
voor maatregelen tegen werkloosheid
bereikt was, hernieuwden de arbeiders
leden hun klachten, dat de regeerings-
maatregelen totaal onvoldoende war n.
Barlow, de minister van arbeid,
schetste de toenemende werkgelegen
heid, voortvloeiende uit de constructie
van twee nieuwe linieschepen, waarmede
tien millioen pond in loonen waren ge
moeid.
Kirkwood (arbeiderspartij) maakte het
huis woedend, verklarende dat de be-
leedigingen op de arbeiderspartij opge
hoopt worden. Indien hun eischen niet
constitutioneel ingewilligd worden, moes
zij onconstitutioneel doorgezet worden.
Hij voegde eraan toe„Wij zullen er
desnoods op straat om vechten."
Interrupties waren technisch buiten
de orde, maar de Speaker negeerde alle
tooneelen, terwijl de stemming voortgang
had.
Na verdere booze uitbarstingen en
temidden daarvan werd het voorstel
tot sluiting van het debat met 147 te
gen 61 stemmen aangenomen en het huis
om zeven uur verdaagd.
FEUILLETON
Raoul Duchemin had een rijtuig ge
nomen, en dat rijtuig wachtte op on
geveer honderd stappen van de ateliers.
Hij ging er heen en zeide tot den koet
sier
„Ik moet nog langer hier blijven. Ik
zie'naar iemand uit, die nog op zich laat
wachten. Ik neem u per uur... Zorg
voor uw ontbijt, doch denk er aan dat
gij steeds moet gereed zijn."
De koetsier, zooals hij 't zelf graag
verzekerde, was een oude rot, die reeds
menige zweep in de straten der hoofd
stad versleten had. Een half woord was
voor hem voldoende en des noods be
greep hij zelfs wat er niet gezegd werd.
„Zoo Zoo Dan hebben wij iemand
op de hielen te zitten, vriendjezeide
hij, beteekenisvol een oogje knippend.
„Dat kan wel zijn."
„Zeg maar onmiddellijk ja... O, 'tis
de eerste keer niet, dat ik daartoe mijne
bulp verleen. Ik ken dat baantje."
„Welaan dan, ja, gij hebt gelijk."
„Zoo mag ik het hooren. En van dat
baantje houd ik veel. Ik heb er steeds
schik in, evenals een jager zijn wild,
iemand na te speuren. Zie, dat is werkelijk
mijn roeping. Men zou een uitstekend
politie-agent van mij gemaakt hebben.
Maar dan mag ik mij ook niet uit de na
bijheid verwijderen is hier in de nabij
heid niet een lokaaltje te vinden, waar
men wat gebruiken kan
„Ja, daarginds, op den hoek."
„Dan ga ik er heen, want mijn maag
begint in verzet te komen. Daar kunt ge
mij vinden."
„Ga, ik kom er wellicht ook ontbijten."
"Wij zuilen den ganschen dag niet met
Duchemin doorbrengen, doch alleen me-
■dedeelen dat hij 's avonds thuiskwam
zonder Ovide gezien te hebben. Paul
Harmant had hij gevolgd tot aan zijn
woning in de Murillostraat en deze had
den industrieel dien avond niet meer ver
laten.
Dit geschiedde den dag nadat Ovide
zijn moordaanslag tegen Jeanne de brood
draagster, beproefd had.
Sinds Paul Harmant zijn medeplich
tige was gaan opzoeken óm hem mede
te deelen door welke nieuwe gevaren hij
bedreigd werd, hadden zij elkander niet
meer ontmoet.
De valsche Paul Harmant was vol
vertrouwen.
De nieuwe misdaad door Ovide voor
bereid, moest voor een ongeluk doorgaan,
en dus moest zijn medeplichtige wel den
tijd hebben dit voor te bereiden daarom
had hij er ook op gerekend dat verschei
dene dagen zouden verloopen, alvorens
hij iets van het droevig ongeluk hoorde.
Toch wachtte de millionnair niet zon
der ongeduld den uitslag van deze nieuwe
misdaad, die hem van al zijn angsten
moest verlossen.
Thuis in tegenwoordigheid zijner dochter
en onder het oog van Lucien Labroue,
die thans dagelijks lange bezoeken kwam
afleggen, trachtte hij niet alleen de groot
ste vrijheid van geest te toonen, maar
deed zich zelfs vroolijk en opgewekt
voor, zoodat niemand die hem zoo be
daard zag glimlachen, den storm zou ge
raden hebben, die in zijn binnenste woed
de.
Het tijdstip voor het teekenen van het
contract was vastgesteld.
Mary straalde van vreugde bij de ge
dachte ,dat hare wénschen dan toch ein
delijk in vervulling zouden gaan en be
reidde reeds alles voor om den dag, dat
het contract zou worden geteekend, een
prachtis feest te geven, waarop zij van
CLEMENCEAU IN DE VER. STATEN.
Uit New-York wordt gemeld, dat de
Amerikaansche commissie voor het ver
woeste Frankrijk aan Clemenceau een
feestmaal had aangeboden. Er zaten
2000 personen mee aan. Clemenceau
werd aan het gezelschap voorgesteld door
Owen Wister (schrijver en wijsgeer).
Deze spreker vergeleek Clemenceau met
Franklin. Na te hebben herinnerd aan de
vernielingen in Frankrijk, zeide Wister
dat de sympathie van Amerika uitgaat
naar de lijders en niet naar de bedrijvers
der verwoestingen.
Clemenceau sprak een woord van dank
aan het comité en prees^ijn werk.
De aanwezigen juichten staande Cle
menceau toe." Deze ging daarop aan
boord.
DE SUBSIDIEERING DER AMER.
SCHEEPVAART.
De tegenstanders in den Senaat van
het regeeringswetsontwerp ter subsidi-
eering van de Amerikaansche scheepvaart
hebben met hun obstructie-tactiek klaar
gespeeld, het ontwerp voorloopig van de
baan te krijgen. Een ander wetsontwerp,
dat op 'de verleening van krediet aan de
landbouwers, is nu in spoedbehandeling
genomen.
DE AARDBEVING IN JAPAN.
Bij de zware aardbeving op Kioe-Sioe
zijn 23 menschen omgekomen. De aardr
schokken duren voort.
Een vulkaan op 10 K.M. afstand van
Nagasaki is in werking gekomen. De
bewoners der door de beving geteisterde
streken vluchten iri doodsangst.
RAMP OP CUBA.
Naar d.d. Dinsdag uit Havana wordt
gemeld zijn bij een ketelontploffing op de
suikerfabriek te Camaguey ongeveer
honderd werklieden gedood of gewond.
De grondwetscommissie uit den
Beierschen Landdag» heeft het voorstel
van de Beiersche volkspartij behandeld,
om de regeering te verzoeken zoo spoedig
mogelijk een wetsontwerp in te dienen
tot het stellen van een staatspresident aan
het hoofd der regeering.
De minister van binnenlandsche za
ken verklaarde dat de regeering in be
ginsel bereid was aan het verzoek te vol
doen, in dien zin dat een volksstem
ming zal worden gehouden over de in
stelling van een staats-presidentschap.
Nadat de woordvoerders van sociaal
democraten, democraten en boerenbond
het plan, dat h.i. tot een dictatuur zou
leiden, hadden bestreden, werd het voor
stel der volkspartij met 15 tegen 4 stem
men aangenomen.
De belastingambtenaar Emil Hart-
mann te Ludwigshafen, onlangs door
een Fransch sergeant met een schot in
den buik zwaar gewond, is thans in het
ziekenhuis bezweken.
Göppingen, een fabriekss'tad in het
Oosten van Wurtemberg, kreeg Zondag
bezoek van nationaal socialisten uit
Munchen die in optocht door de stad
trokken. Weldra ontstond een botsing
met socialistische arbeiders, waarbij zoo
duchtig werd geschoten en geranseld, dat
er tal van gewonden vielen. De Beieren
hadden vijftien zwaargewonden en eenige
„vermisten", wier lot nog. onbekend is.
Ook onder de arbeiders waren veel ge
wonden. In andere Wurtembergsche ste
den, ook Stuttgart, zijn soortgelijke in
cidenten voorgevallen.
De Duitsche voogdijwet bepaalt,
dat de voogd verplicht is het vermogen
van zijn pupil te beleggen in veilige pa
pieren als pandbrieven en obligaties. Op
het oogenblik zijn tengevolge van den ge
weldigen val van de mark de minderja
rigen de dupe van deze bepaling. Hier
van geeft dr. Schoenthal in de Tügl.
Korresp. het volgende voorbeeld „Ik
ben, zoo schrijft hij, voogd over een min
derjarigen jongen, die, toen hij ruim twee
jaar geleden in het bezit van zijn vermo
gen kwam, zoo al niet rijk, dan toch wel
gesteld genoemd mocht worden.
Hij kwam in het bezit van rond 150,000
Mark. Ik rekende toen uit, dat de rente
van dit bedrag zeker wel void jende zou
zijn voor voeding, kleeding en onderwijs
van den jongen, ja misschien ook nog
wel om hem er van te laten studeeren.
Inmiddels kwam echter eerst langzaam,
maar daarna met sprongen, de geweldige
inzinking van de mark. Ik had in die
dagen een onderhoud met den president
van den voogdijraad over de papieren,
waarin het vermogen van mijn pupil
belegd was. Deze autoriteit glimlachte
minzaam en haalde de schouders op.
De voogdijwet wist van geen daling der
valuta, maar alleen van de bepaling om
het bezit van den pupil in veilige en so
lide papieren te beleggen. De uitgekeerde
rente was eigenlijk nauwelijks toereikend
voor voldoende kleeding en voeding van
den knaap. Inmiddels werd de val der
mark tot een catastrophe. Nu richtte ik
mij tot den voogdijraad met het verzoek
om in het belang van mijn pupil diens
papieren te mogen verkoopen en daar
voor in de plaats aandeelen te mogen
nemen in rendabele industrieele onder
nemingen. Ik kreeg ten antwoord, dat
de voogdijraad op grond van de wet ge
noodzaakt was mij dat te ontzeggen.
Zoo wordt de knaap gedwongen zijn
pandbrieven te behouden, die hem een
rente van een denkbeeldige waarde uit-
keeren. Wie wordt de dupe van zulk een
bekrompen wetsuitlegging De minder
jarige. Wordt daardoor niet wijs overleg
tot een paskwil gemaakt
In Denemarken voorziet het rijks
telefoonnet in hoofdzaak in den inter-
communalen dienst, de plaatselijke tele
foonnetten worden geëxploiteerd door
acht particuliere maatschappijen. Deze
hebben tezamen 218.000 abonné's, met
257.000 toestellen. Op elke twaalf in
woners is mitsdien 1 toestel, een verhou
ding die alleen door de Ver. Staten wordt
overtroffen.
De inkomsten uit de telefoonconcessies
hebben in 1921 42 millioen kronen be
dragen. Aan uitbreiding der netten is on
geveer 18 millioen ten koste gelegd. De
waarde van.de plaatselijke netten wordt
op 144 millioen geschat.
RECHTSZAKEN.
Inbrekers die kermis hielden.
LANDBOUW EN VISSCHERIJ.
Buitenlandsche kippen en
kippencholera.
Een parochie in den uitersten
nood.
plan was talrijke getuigen van haar ge
luk te vragen.
Madame Augustine was verplicht ge
weest het getal harer naaisters te ver
meerderen, zoo groot en zoo belangrijk
waren de bestellingen door juffrouw
Harmant gedaan.
Lucien, wiens tijd door zijne bezig
heden en zijne bezoeken bij Mary geheel
werd ingenomen, had niet de gelegenheid
gehad gedurende de laatste dagen bij
Etienne Castel of Georges zijn opwach
ting te maken.
Droevig gestemd en ondanks hem
ging hij voort den rol te spelen, die hem
was opgelegd.
Etienne wilde niettegenstaande al de
hinderpalen, die zijn weg versperden,
het spoor van Raoul Duchemin en Aman
da ontdekken.
Door een van hen hoopte hij te ver
nemen wie werkelijk de zoogenaamde
baron de Reiss was.
Hij had de inlichtingen niet uit het oog
verloren,hem door de dienstmaagd in
het hotel Rendez-vous der Jagers, gege
ven en had besloten eiken Zondag naar
Bois-le-Roi te gaan in de min of meer
gerechtigde hoop daar den gewezen klerk
van het stadhuis te Joignv en juffrouw
Amanda te ontmoeten.
Duchemin ging voort zonder eenigen
uitslag het gaan en komen van Paul
Harmant te bespieden.
Telken morgen nam hij een rijtuig, dat
hij per uur betaalde, volgde den grooten
industrieel, wanneer hij des morgens zijn
hotel verliet, hield den ganschen dag vol
en verliet slechts zijn observatiepost bij
de woning van Harmant, wanneer de
millionnair meer dan twee uur thuis was.
Den avond van den dag, dat Jeanne
bijna verpletterd werd,had Paul Harmant
de fabriek niet verlaten op het gewone
uur.
Van den oever der Seine hield Duche
min, nieuwsgierig naar de reden dezer
verandering in de gewoonten van den
industrieel, met aandacht 'n oog in 't zeil.
Het was reeds zeven uur door. De
werklieden waren reeds allen heengegaan.
Zou de man ,dien hij bespiedde, de
fabriek niet verlaten hebben in een oogen
blik dat hij minder had toegezien
Herhaalde malen stelde de verspieder
zich deze vraag, niet goed wetend wat
hij doen zou.
Eensklaps stond een rijtuig voor de
fabriek stil, dat van de zijde der Bineau-
brug kwam- aangereden.
Een nersoon staDte uit.
Het rijtuig, waaruit hij stapte, hif"
hem voor Duchemins oogen verborgt
Raoul deed een paar stappen om het
gelaat van den bezoeker, die thans aan
de poort schelde, te kunnen zien.
De jongeman smoorde een kreet van
verbazing hij had den persoon herkend,
die uit het rijtuig was gestapt, den man,
in wiens handen hij de papieren had ge
leverd in het archief te Joigny gestolen.
Ovide Soliveau, baron de Reiss.
De deur werd geopend en na zijn bin
nentreden weer gesloten.
Het rijtuig vertrok.
„Eindelijk," herhaalde Duchemin met
vreugde. „Amanda had gelijk't
Heeft nog al moeite gekost, maar thans
heb ik hem ook in handen en van avond
nog zal ik weten waar hij woont."
Duchemin verwittigde zijn koetsier,
die in de restauratie zat.
„Spring op den bok," zeide hij „en let
goed op. Wanneer ik een licht tikje geef
öp de glasruit, achter u, volg dan op
eenigen afstand, 't zij hij te voet of per
rijtuig gaat den man, die deze fabriek
verlaatZoo er twee zijn, doe dan
hetzelfde."
„Maar," wierp de koetsier op, ,/t i
reeds vrij donkerdat zal zoo gemak1
Lkelijk niet zijn."
Jesselton: De naam is meermalen in een
dezer kolommen voorgekomen. Tien jaar ge
leden hoogstwaarschijnlijk voor de eerste keer,
toen ondergeteekende sterk en gezond daar
landde. En laat k er meteen maar bijvoegen,
dat 25 jaar geleden deze stald nog niet be
stond. Dat zal niemand verwonderen die den
naam verstaat: JessellonJesseltownsta cl van
Jesse). Sir Jessel was een der directeuren ge
loof ik, van de B. N. B. Companie." Maar
wat is nu een naam, 'n roos bij 'n anderen
naam zou even heerlijk geuren.'' Schoon 'n
slad op Borneo is het geen Borneosche stad.
Een kwart eeuw geleden stonden er in de
nabijheid, over het water een stuk of wat
hutten van Badjouws, die kinderen waren van
zeeroovers en ^huimers. De Companie richtte
op het eiland Gaya er vlak tegenover een
gouvernementstalie op, die nadat de post in
brand gestoken en de Europeaan om hals
gebracht was, op het vaderland werd overge
bracht. Dat was 1900. Jeselton telt volgens de
voorlaatste census 'n elf duizend inwoners
van 28, zegge en schrijve acht en twintig ver-
schillende „naties."' Zoo Jesselton, als Borneo
in kuststeden overal, is 'n anthropologisch
museum. Die vreemde woorden staan er, doch
op Borneo zijn nog heel wat andere „vreemde"
woorden! Chineezen zijn het sterkst vertegen
woordigd, doch over hen heb ik jaren geleden
'n brief gepend, of was t gepotlood? zoo
dat ik hen met rust zal laten, want er is nog
genoeg om niet in herhalingen te vallen. Alle
winkels en in de stad zijn alle huizen win
kels behoorende aan de „Geelljes," op 2 na die
'n paar Engelsch-Imidiërs besturen. Zoo'n win
kel is eenig, als overal in het Oosten. Er zijn
deuren noch ramen; de aannemer schijnt den
ondervooigeve'l vergeten te hebben om te
bouwen! Alles is open en wat niet in die win
kels te koop is, zou spoediger beschreven zijn,
dan wat er wel voorhanden is. Jammer wat
een Europeaan noodig heelt is schaarsch. Er
is daar maar één winkel die speciaal in lin
nen, laken, katoen en wat al dat „goed'' heeten
mag, handelt. Twee, misschien drie winkels
waar wij terecht kunnen, alle andere over
'n honderd zijn alle gelijk. Als een Chinees
of inboorling iets moet hebben zal hij het in
iederen winkel vinden, alleen de prijs ver
schilt. Er is te koop: koekjes en zoutevischr;
suiker en petroleum; tabak en katoen; papieren
paraplus en brood; hoeden van allerlei soort en
maaksel, aardewerk, trekpotten en andere pot
ten; hemden en gekonfijte dadels; en alles wat
'n Chinees noodig heeft of denkt noodig te
hebben. Iedereen heeft vrijen toegang, alles is
uitgestald, open en bloot. Met uw blank gezicht
komt Jan Chinaman zelf, handen wrijvend
naar U toe. Wilt U iets koopen geen cent
van 't blaadje hoor! vraag den prijs, dien
■de Chinees U noemt en er meteen maar bij
voegt dat het voor „anderen" tien of twintig
of vijftig cents duurder is, doch omdat hij
graag uw klandizie heeft, geeft hij het met 'n
verlies van zooveel en zooveel. Haal uw neus
op, kijk 'm flink aain en glimlach, maar U
moet hard uw best doen niet glimlachen om
den zijnen in de schaduw te stellen 1 Zeg dan
maar dat U niet zoo wreed wilt zijn om hem
met verlies te laten verkoopen en ga weg. Mis
schien komt hij u achterop en gooit direct nog
een kwartje of zoo van z'n genoemden prijs
af en dan vraagt hij hoeveel U geven wilt. Be
taal niet den prijs die hij U vraagt, bied af,
op z'n minst één vierde! 't Is niet te veell
Ik was 'ns met 'n vriend, dien vele lezers ken
nen, in 'n bazaar." Hij had iets noodig en vroeg
er naar. Hoeveel? „Een: zeventig" was het
antwoord. Een Chinees die maleisch spreekt is
erg onverstaanbaar, hij kan vele letters niet
uitspreken. De andere pater verstond „een, ze
ventig" en antwoordde 'k geef je één dollar!
De koopman bleef grinneken en begon al over
verlies te praten, doch ik had hem verstaan
en zei: „Ben je bezestigd, hij zei ééntje kost
70 cents." Héél snaaks zei toen m'n gezel: O ik
geef je vijftig cents" en hij kreeg hetl En er
was nog een winstje. In Holland weten twee
Joden wat 'n bril kost, in Borneo wetien twee
Chineezen dat!
In iederen winkel zijn een schep bedienden,
flie het grootste gedeelte van den dag zitten en
rooken! Een Chinees doet graag voornaam,
zooveel mogelijk helpers, dat is 'n teeken dat
z'n zaak goed gaat! Alles doen ze in den win
del, ze leven er. 's Morgens en 's avonds eten
ze daar, rondzittend om 'n tafel, die toege-
klapt wordt en in een hoek wordt gezet. Geel
tjes eten met twee houtjes zooiets als hou
ten breipennen. Dat is 'n kunst die ik nog niet
machtig ben. Ik heb wel geprobeerd, doch del
maag bleef zoowat leeg. Als er geen vork of'
lepel is, kan ik het wel met mijn vijf geboden
af!
Als ik nu vergelijkingen moest maken tusij
schen Haarlem en Jesselton, was ik met Nieuw
jaar nog niet klaar, dus daar zal ik maar niet
aan beginnen.
Jesselton ligt langs de zee op 'n vijftig tot 'n
honderd meters van de kust rijst 'n heuvel
reeks even zoo hoog als hij van de zee ligt.
Daarom is Jesselton Heet! Op de helling van
de hooge heuvel liggen gouvernementsgebou
wen en huizen van de Europeanen De stad
heeft er 'n half honderd waarvan de meesten
in Staatsdienst en sommigen behooren aan
particuliere ondernemingen. Achter de heuvel-
rits ligt 'n vallei waar honderden C'hineesche
tuinders leven. Ze telen groenten, ooft, kokos-
nooten, apcnnooties. rubber en ik weet al niet
wat. Van de stad af loopt een weg onder langs
den heuvel, misschien 10 kilometer lang. Langs
dien weg boven de zee staan nog verschillende
vuile onooglijke, miserabele hutten van Bad
jouws. Ze mogen niet meer gereparee-d wor
den en dus verdwijnen ze langzamerhand, wat
zeker Jesselton ten goede komt. Doch het is
bijna ongeloofelijk in welke beroerde hutten
nog menschen huizen. Dat kleine manneke,
die al in een dezer kolommen opgetreden is,
woont in een van die paleizen met zijn zeven
vrouwen! Alles schijnt mogelijk in Borneol En
veeil „Haarlemmerdijkjes'' worden niet ge
maakt, want rustig en stil is het gewoonlijk.
Op het eind van den heuvel, waar hij terug
wijkt ver het land in, staat hoog op de rots
de Anglikaansche kerk, de pastorie ligt er vlak
achter en nog meer terug hun „Zuster''-school.
De tegenwoordige getrouwde .geestelijke" doet
ons niet veel kwaad. Hij .gelooft 't wei!" Over
den weg op grond „vrij gevochten van het wa
ter" staat hun jongensschool, die echter al voor
'n jaar of drie gesloten is. Naast de school
het huis van den catechist, die vroeger .ge
daan'' kreeg bij de Luteranen, nu catechist je
speelt bij de Anglikancn! Hij zal wel net zoo
veel gelooven als zoovele Anglikanen! Ze zijn
natuurlijk het meest hier voor de Europeanen,
die echter heusch niet kerksch zijn en meestal
in combinatie leven.
Op een der uitloopers van den heuvel staat
het hospitaal, waar ik in 1920 negen weken
.gelegen en gezeten" heb. Ik kan het recom-
mandeeren, doch hoop het zelf niet meer noo
dig te hebben, ik heb er m'n buik vol van!
Langs den weg links liggen mangrove moeras
sen, en deze omtrek is fameus voor muskietenl
Wel is heel wat moeras opgevuld, dooh groote
stukken zijn er nog over waar die koortsmug
gen broeien en bij duizenden dansen van pret,
of voor de spijsvertering. Jesselton is 'n plaats
waar men niet slapen kan zpnder 'n moskieten
net.. Dat is een van de meest noodzakelijke
dingen, en die duur zijn. Twee kilometer
(kleintjes) van de stad af hoogt weer 'n heu
vel, vlak langs den weg. Dat is de onze. Eerst
het nieuwe Zusterklooster, waar nog 'n hoop
schuld op staat en verder terug kerk, pastorie,
school en catechisthuis..
't Is hier als overal. Eenvoudig en armoe
troef. De school telt bijna 200 jongens, en 't
is zoo'n soort hoogeschool, ten minste hij
staat 'n twintig meter hoog! Vlak bij op 'n
anderen „eenzamen" heuvel prijkt het huis van
den Staatssecretaris en even daar voorbij het
huis van den gouverneur. Dan weer 'n open
plek. Opgevuld moeras, exerci fcieterrednvoet
balveld links en de kazerne met 'n 250 man
schappen, bijna allen van Noord Engel sch
Indië. Huizen van den opperbevelhebber (hm,
hm!) en andere Europeèsche officieren zijn op
de rondomme heuvels gebouwd of er tegenaan
geplakt. Voorbij de barakken gaat de weg een
weinig rechts, dwars door mangrove naar Jes-
selton-badplaats! Denkt nu s.v.j. niet aan Zand-
voort, Scheveningen, och neen; een mooi stuk
strand met laag water, dat met vloed geheel be
dekt is. Water is ook zout net als daar maar
dat is ook alles. Hier geen hotels, geen bad
koetsjes, geen strandstoelen! Toch badplaats.
We zijn hier in de tropen; gelegenheid om te
baden is er. doch de zon laat ons niet toe te
zwemmen na aeht, negen uur 's morgens en
weer niet voo.r half vijf, vijf uur 's middags.
Ik ben er dikwijls kopje onder geweest. Bijna
altijd als ik Fr. Groot ontmoet gaan we samen
's avonds daar baden. Vele Europeanen gaan
daar, en dan is het net als met kwajongens in
Holland. Zonder badkoets zwemt H ook well
Ik zal er maar uitscheiden, ofschoon ik
niet zoo'n goed beeld van „onze" stad gegeven
heb, dus dan met de keukenmeid: eindig,
met de pen, maar niet met het hart, Adjuus.
Inabong, November '22.
3. STAAL,
Pr. Miss.
152
De politie in Zeist hield niet lang geleden
twee zwervers aan, die verdacht werden van
diefstal. Maar er viel hun niets te bewij'zen en
de mannen herkregen hun vrijheid. De twee
kameraden liepen toen van Zeist, deels door
de bosschen, naar Amersfoort, waar ze bij
nacht aankwamen. Ze zagen langs den weg
een witte villa staan, die onbewoond bleek te
zijn; de bewoners waren juist 's morgens van
dien dag naar het buitenland vertrokken. De
zwervers wisten met een schroevendraaier,
die zij bij rich hadden, het slot te forceeren
van een deur en zich aldus toegang te ver
schaffen tot het huis. Zij vonden in een kast
eenige colbertcostuums hangen, in een andere
kast lag Jaegerondergoed, sokken e.d. De
inbrekers trokken hun zwerversplunje uit,
gingen toen in de badikamer een douche
nemen en legden zich vervolgens in een der
slaapkamers te rusten. Ze sliepen fijn, trok
ken des anderen daags het Jaegerondergoed
aan, kleedden zich in de colbertpakken van
den heer des huizes, aten wat appelen, worst
en kaas die zij in den kelder vonden, dronken
er een glaasje rooie wijn bij, want op een
flesschenrek bleek nog al eenige keuze te lig
gen aan wijnsoorten, en ten slotte vonden zij
nog in een schrijftafellade ongeveer 140
aan bankpapier, wat door de twee vrienden
eerlijk werd gedeeld, 70 tennaastebij voor
ieder. Alvorens de villa weer te verlaten,
stopten ze hun oude kleeding, die zij op de
badkamer hadden uitgetrokken, in het keu
kenfornuis om het daarin te verbranden.
Daarna gingen de inbrekers, goed-uitgerust,
goed-verzadigd, goed-gekleed en flink voor
zien van contanten, weer op stap. Het was
hun niet onbekend dat er in die dagen kermis
was te Breda en wat lag dus méér voor de
hand, dan dait zij uit de villa direct naar het
slation Amersfoort gingen, tegen het loket
tikten en een enkele reis eerste klasse Breda
vroegen. Met hun zéér chique blauwe col
berts, getailleerd en omgeslagen broekspijpen,
konden zij natuurlijk niet in de tweede klas
gaan zitten. Na een douche in een bad van
geaderd marmer, en na gerust te hebben in
een lrt-jumeau met gewatteerde donzen
dekens en na gegeten te hebben onder het
genot van een heele flesch Rochefort, hoor je,
dat spreekt van zelf, niet thuis in de derde
klas. En zoo spoorden de inbrekers naar de
Bredasche kennis, eerste klasse, comparti
ment rooken. Vermoedelijk hebben ze op
station Utrecht een ochtendblaadje gekocht
met een amusant romannetje, vanwege de
pret dte hun wachtte. De 140 zijn er in
Breda glad doorgegaan. Toen nu de 140 in
Breda waren verearrousseld, verschoten, ver-
schommeld, verwafeld, verreden in het hip
podrome en verslagen op het hoofd van Jut,
zijn de beide vrienden weer aan het stelen ge
gaan, vermoedelijk met het plan hun porte-
monnaie te vullen voor de kermis te Middel
burg, die ook lang niet voor de poes is. Zij
pleegden een inbraak in Oosterbeek, werden
gesnapt en verschenen deswege voor de
rechtbank van dezelfde stad die hun kort te
voren zoo'n reuzenpret had verschaft. De
Bredasche rechters gaven het tweetal elk 4
jaar gevangenisstraf. En Dinsdag versohenen
de beide kameraden in het Bredasche gevan
genispak (het mooie colbert uit Amersfoort
wordt zoolang voor hen bewaard) voor de
rechtbank van Utrecht, van wege de inbraak
in de witte villa te Amersfoort met dat zalige
bad en die fijne costuums.
De beide jeugdige mannen bekenden die
Amersfoortsche inbraak gulweg, het was pre
cies zoo gegaan als het hun was ten laste ge
legd, ze hadden er niets op aan te merken, ze
hadden het nu eenmaal gedaan en dus wilden
ze er ook niets van ontkennen. Een van de
twee wilde nog even een kleinigheid aanvoe
ren ter hunner clementie en hij zei voor de
rechtbank: Wij hebben inbraak gepleegd uit
armoe, omdat wij al sedert het voorjaar zon
der werk waren. Maar met dat argument was
hij niet bijster gelukkig, want het klonk na
tuurlijk direct terug: Armoede? Wat voor ar
moede? De 140 gingen immers direct weg
aan pleizier! Iemand die armoede lijdt gaat
niet met 149 die hij steelt, kennishouden,
poffertjes eten en in een draaimolen zitten.
De officier van justitie vroeg voor beide in
brekers 1 jaar en 6 maanden gevangisstraf.
De eerste vijf jaar dus niet naar de kermis.
Eerst boeten voor Oosterhout en dèn weer
boeten voor Amersfoort,
Men schrijft aan 't Hbld.:
In de oorlogsjai - toen van regeeringswe-
ge alleen voer beschikbaar werd gesteld voor
(Ingezonden.)
Uit Goslar, het idyllische duizendjarige
plaatsje aan den Harz, bereikte ons dezer
dagen een noodkreet van den Pastoor dezer
kleine, arme, maar zeer uitgestrekte dia-
spora-parochie.
Onder de kostbare monumenten van dit
Middeleeuwsche stadje is een van de merk
waardigste de uit de twaalfde eeuw datee-
rende, voor de Katholieken bij de Reforma
tie behouden Jacobi-kerk met haar beroem
de Pieté en prachtige, uit de vele vroegere
kloosters der stad afkomstige kerkmeube-
len en schilderijen.
Dit historisch monument, de eenige kerk
der Katholieken van Goslar, is echter op
het punt een ruïne te worden, wanneer niet
spoedig de noodige restauraties worden
aangebracht. Reeds werden de torens zoo
veel mogelijk hersteld, wat de parochie
360.000 Mk. kostte, waarvoor 200.000 Mk.
geleend werd, terwijl de Stad eveneens 200.000
Mk. bijdragen zou, wat echter op het laatste
moment nog geweigerd werd.
Maar de hoognoodige reparatie van het
dak, dat reeds op alle mogelijke wijzen ge
stut is, en dreigt geheel ineen te storten,
zal de som moeten kosten van een millioen
Mark.
Wat de parochie zelf opbrengen kani
vraagt U. De kapelaan, die onmogelijk voor
de zielzorg gemist kan worden, ('s Zondags
moet een der Geestelijken in het twee uren
den Harz in gelegen Hahnenklee in een
hotel Godsdienstoefening gaan houdenl) en
die het Godsdienstonderricht aan de scho
len te verzorgen heeft, zag door zijn Bis
schop zijn toelage bepaald op 100.000 Mk.
per jaar (een arbeider verdient 10001400
Mk. per dag), maar de parochie kan uit
haar middelen slechts een toelage opbren
gen van3000 Markl
Hoe dan aan een som te komen van ljtf
miilioenl
En behalve al het bovenstaande is daar
nog een scbnld van 100.000 Mk. wegens
den aankoop van aardappelen en kolen voor
de voeding der arme schoolkinderen in het
gesticht der barmhartige Znstersl
Natuurlijk was de eenige weg, die den
Pastoor openstond, om een uitkomst te zoe
ken, die naar het buitenland.
Wie helpt? Dezen Kerstnacht zal de ar
me parochie den Godmen^th een niet veel
beter onderdak bieden kunnen, dan Bethle
hem's stal, maar zou het mogen gebeuren,
dat een volgenden Kerstnacht in Goslar voor
Hem geheel geen huis meer wezen zou?
Wie helpt? Toch iedereen, die dit leest, zal
gaarne zijn gift sturen onder motto „Voor
den Pastoor van Goslar" aan de Redactie
van deze Courant
De Kerstnachtmis zal tot Uw intentie wor
den opgedragen ïn de arme vervallen Kerk.
En zendt Uw gift vooral spoedig, opdat
wij den Goslarschen Pastoor nog met Kerst
mis kunnen doen weten, dat niet het vol
gende jaar zijn oude Kerk zal in puin g»
vallen zijn. F. DONDERS.
kippen van bepaalde afstamming, werd hier
te lande de hoenderstapel geweldig gedund,
doch het van hoogerhand gevolgde systeem
gaf het enorme voordeel, dat vrijwel alle
minderwaardige rommel in de pluimveewe
reld werd opgeruimd, en er in hoofdzaak
kippen overbleven vaS" een groot eier-pro»
duceerend vermogen.
Hadden, nadat er we maïs en ander kip
penvoer volop te krijgen was, de pluim
veehouders overal op voldoende wijze be
grepen wat in hun eigen belang was, dan
zouden ze in deze eerste jaren na den oorlog
unaniem opgepast hebben tnet de qualiteit
van hun hoenderstapel op peil te blijven
en ze zouden gezorgd hebben zuiver door
te fokken in de rassen, die hier te lande
bekend staan om hun ruime eiergift.
Maar als zoo dikwijls, heelt ook in dit
geval de zuinigheid alweer de wijsheid be
drogen: om op de aanschaffingskosten van
een kip een paar kwartjes of misschien een
gulden uit te sparen, zijn velen, toen d«
gelegenheid zich opdeed, er toe overge
gaan om veelal uit het buitenland aange
brachte dieren van niet zelden onbekenden
oorsprong aan te koopen. De gevolgen waren
in de eerste plaats, dat ze veel minder
eieren raapten dan ze anders gedaan zou
den hebben, waardoor ze geldelijk achter
uit geraakten inplaats van vooruit, al had
den ze ook bij de aanschaffing wat uitge
spaard; maar de gevolgen waren óók, dat
op vele plaatsen de hoendercholera veel
erger huisgehouden heeft en veel meer
slachtoffers maakte, dan het geval zou zijn
geweest wanneer niet heele wagonladingen
kippen onze grenzen vrijwel ongehinderd
hadden kunnen passeeren. Ieder, die eenigs-
zins bekend is aan onze grensstations, waar
geregeld ladingen kippen binnen komen "weet
hoeveel doode en zieke dieren daaronder
dikwijls zijn en vooral de kippencholera is
het, die dikwijls onder dat importgoed buis-
houdt en daarmee niet zelden onder onze
gezonde hoenders wordt overgebracht.
Deinst men daarom van hoogerhand terug
voor él te radicale maatregelen, door het
invoeren van alle buitenlandsche kippen,
waarvan de afkomst niet met zekerheid aan
getoond kan worden, te verbieden, laat men
dan toch in ieder geval zorgen dat onze
eigen hoenderstapel zoo weinig mogelijk ge
vaar loopt, door nauwgezette toepassing van
een streng doorgevoerd quarantainesysteem.
Daarmee zal 't buitenlandsche gevaar althans
belangrijk op den achtergrond worden ge
drongen en bovendien de adviseurs van onze
pluimveehouders het „frappez frappez 4ou-
jours" toepassen ten opzichte van de aan-
'duiding der verhouding in eieren-voortbren
gend vermogen tusschen de goede eigen
gefokte en de ge-importeerde kippen, dan
zullen ze op den duur misschien bereiken dat
vele pluimveehouders geen buitenlandsch
goed meer willen hebben, al zou men hun
dat cadeau willen doen, en kwamen ze in
derdaad zoo ver, dan zou daarmee ongetwij.
feld aan onze kippenboeren een zeer grooter
dienst zijn bewezen.