BUITENLAND Onschuldig veroordeeld 14 December 1922 BRIEVEN UIT BORNEO. GESfL BUITENL. BERICHTEN. Tweede fSladL De obstructie in het Lagerhuis. De Conferentie te Lausanne. Cle- ttienceau terug naar Frankrijk. Onder de Telegrammen: Ernstige crisis in Lausanne; een Amerikaan- sche bemiddelingsvoorstel Rumoer in het Lagerhuis. De scheep vaartsubsidie in Amerika. NA DE BESPREKINGEN TE LONDEN. Poincaré heeft eenige journalisten o. t vangen aan wie hij mededeelingen om trent de te Londen, inzake het vraag stuk van de onderpanden, bereikte resultaten gedaan heeft. De Petit Pari- sien heeft het volgende vernomen Het Fransche en het Engelsche standpunt zijn geheel tegenovergesteld. De open bare meening in Engeland verzet zich. Ik, zeide Poincaré, zoo duidelijk mogelijk heb gezegd, dat wij geen moratorium, hoe kort ook, kunnen toestaan zonder nderpanden te nemen. Ik heb mijn vrij heid van handelen in dit opzicht formeel voorbehouden en het voortbestaan van de entente cordiale komt er niet door in gevaar. Natuurlijk zullen er in de pers aan de overzijde van het Kanaal protesten opgaan, maar zij zullen niet voortduren, want men begint in Enge land zich rekenschap te geven van de onmogelijkheid, waarin wij verkeeren, om langer op vergoeding te wachten. Intusschen heb ik niet gezegd, dat ik erover dacht de Roer te bezetten of dit of dat bepaalde onderpand te nemen. Ik weet nog niet precies welk onderpand of welke onderpanden wij zullen kiezen, maar het is zeker dat, tot welke actie wij ook besluiten, deze het niet noodig zal maken, dat er ook maar één man on der de wapens geroepen wordt. DE CONFERENTIE TE LAUSANNE. De eerste commissie heeft beraad slaagd over de uitwisseling der minder heden. Curzon wees op de noodzakelijkheid om in het vredesverdrag bepalingen op te nemen om zoowel aan de christelijke minderheden in Turkije als aan de Turk- sche in Europa krachtige waarborgen te geven omtrent veiligheid en rust, Bar- rère en Garroni sloten zich hierbij aan. Ismet gaf een historisch overzicht van de kwestie der minderheden in Turkije en verklaarde, dat deze zal wor den opgelost, indien er geen interventie van buiten af is en de Turksche en Griek- sche bevolkingen worden uitgewisseld. Wat de in Turkije blijvende minderheden betreft, de wet en de liberale politiek der regeering zullen haar veiligheid waar borgen. Curzon sprak zijn teleurstelling uit over dit antwoord. Venizelos verklaarde in te stemmen met de zienswijze van Curzon, Child gaf uiting aan de groote belangstelling der Amerikaansche regeering in deze kwestie. Spailakowitsj steunde de voorstellen der geallieerden. Lord Curzon heeft in de commissie voor de bescherming der minderheden de door de geallieerden aanbevolen waar borgen aldus samengevatlo. bijzondere waarborgen gelijk die reeds neergelegd zijn in de Europeesche vgrdragen voor christelijke en mohammedaansche min derheden 2o. maatregelen van alge- meene amnestie wederzijds voor Grieken en Turken over hetgeen de laatste negen jaar geschied is 3o. het recht der chris tenen in Turkije den militairen dienst af te koopen tegen een redelijk bedrag 4o. vrijheid van beweging bij komen en gaan 5o. het vormen van een lichaam, bij voorkeur door den Volkenbond, te Konstantinopel om de uitvoering van deze maatregelen te controleeren. De Russen hebban tot den president der vredesconferentie een nota gericht, waarin zij protesteeren tegen hetgeen zij noemen „het incident in de bijeen komst der deskundigen" en waarin zij het recht opeischen om deel te nemen aan de o lossihg dezer belangrijke in ternationale kwestie, welke hun levens belangen rechtstreeks raakt. De Turken hebben er op de volgende voorwaarden van afgezien de Grieksche bevolking te deporteerenhet eucume- nisch patriarchaat zal verwijdérd wor den alle Grieken, die geen Turksche onderdanen zijn, zullen verwijderd wor den alle Grieken, die Turksche onder danen zijn, maar niet uit Konstantinor el stammen, zullen verwijderd worden de Grieksche vereenigingen, die in de laatste drie jaar een vijandige houding tegenover Turkije aangenomen hebben, zullen verwijderd worden alleen de be volking van Konstantinopel, Pera en Stamboel zal niet uitgewissels worden. DE ONTWAPENINGSCONFERENTIE Tfc MOSKOU. Uit Moskou wordt gemeld De Pool- sche delegatie heeft in overleg, met de delegaties van Estland, Letland en Fin land aan de Russische delegatie ter ont wapeningsconferentie een nota overhan digd, waarin de onmiddellijke ondertee- kening van het verdrag van non-agressie wordt geëischt. Een te Helsingfors uit Moskou ont vangen telegram meldt, dat de-ontwa peningsconferentie is mislukt, daar de Russen weigerden het verdrag van non agressie te teekenen vóór eenige overeen komst inzake de beperking der bewape ning, welke de Russische randstaten na de onderteekening van het non-agressie verdrag naar een speciale militaire com missie wenschten te verwijzen. DE OBSTRUCTIE IN HET LAGERHUIS- In het Lagerhuis is het debat over verschillende "kwesties door de leden der arbeiderspartij tot halfvijf gisteren-mor gen voortgezet. Toen een resolutie voor uitgave van meer dan een millioen pond voor maatregelen tegen werkloosheid bereikt was, hernieuwden de arbeiders leden hun klachten, dat de regeerings- maatregelen totaal onvoldoende war n. Barlow, de minister van arbeid, schetste de toenemende werkgelegen heid, voortvloeiende uit de constructie van twee nieuwe linieschepen, waarmede tien millioen pond in loonen waren ge moeid. Kirkwood (arbeiderspartij) maakte het huis woedend, verklarende dat de be- leedigingen op de arbeiderspartij opge hoopt worden. Indien hun eischen niet constitutioneel ingewilligd worden, moes zij onconstitutioneel doorgezet worden. Hij voegde eraan toe„Wij zullen er desnoods op straat om vechten." Interrupties waren technisch buiten de orde, maar de Speaker negeerde alle tooneelen, terwijl de stemming voortgang had. Na verdere booze uitbarstingen en temidden daarvan werd het voorstel tot sluiting van het debat met 147 te gen 61 stemmen aangenomen en het huis om zeven uur verdaagd. FEUILLETON Raoul Duchemin had een rijtuig ge nomen, en dat rijtuig wachtte op on geveer honderd stappen van de ateliers. Hij ging er heen en zeide tot den koet sier „Ik moet nog langer hier blijven. Ik zie'naar iemand uit, die nog op zich laat wachten. Ik neem u per uur... Zorg voor uw ontbijt, doch denk er aan dat gij steeds moet gereed zijn." De koetsier, zooals hij 't zelf graag verzekerde, was een oude rot, die reeds menige zweep in de straten der hoofd stad versleten had. Een half woord was voor hem voldoende en des noods be greep hij zelfs wat er niet gezegd werd. „Zoo Zoo Dan hebben wij iemand op de hielen te zitten, vriendjezeide hij, beteekenisvol een oogje knippend. „Dat kan wel zijn." „Zeg maar onmiddellijk ja... O, 'tis de eerste keer niet, dat ik daartoe mijne bulp verleen. Ik ken dat baantje." „Welaan dan, ja, gij hebt gelijk." „Zoo mag ik het hooren. En van dat baantje houd ik veel. Ik heb er steeds schik in, evenals een jager zijn wild, iemand na te speuren. Zie, dat is werkelijk mijn roeping. Men zou een uitstekend politie-agent van mij gemaakt hebben. Maar dan mag ik mij ook niet uit de na bijheid verwijderen is hier in de nabij heid niet een lokaaltje te vinden, waar men wat gebruiken kan „Ja, daarginds, op den hoek." „Dan ga ik er heen, want mijn maag begint in verzet te komen. Daar kunt ge mij vinden." „Ga, ik kom er wellicht ook ontbijten." "Wij zuilen den ganschen dag niet met Duchemin doorbrengen, doch alleen me- ■dedeelen dat hij 's avonds thuiskwam zonder Ovide gezien te hebben. Paul Harmant had hij gevolgd tot aan zijn woning in de Murillostraat en deze had den industrieel dien avond niet meer ver laten. Dit geschiedde den dag nadat Ovide zijn moordaanslag tegen Jeanne de brood draagster, beproefd had. Sinds Paul Harmant zijn medeplich tige was gaan opzoeken óm hem mede te deelen door welke nieuwe gevaren hij bedreigd werd, hadden zij elkander niet meer ontmoet. De valsche Paul Harmant was vol vertrouwen. De nieuwe misdaad door Ovide voor bereid, moest voor een ongeluk doorgaan, en dus moest zijn medeplichtige wel den tijd hebben dit voor te bereiden daarom had hij er ook op gerekend dat verschei dene dagen zouden verloopen, alvorens hij iets van het droevig ongeluk hoorde. Toch wachtte de millionnair niet zon der ongeduld den uitslag van deze nieuwe misdaad, die hem van al zijn angsten moest verlossen. Thuis in tegenwoordigheid zijner dochter en onder het oog van Lucien Labroue, die thans dagelijks lange bezoeken kwam afleggen, trachtte hij niet alleen de groot ste vrijheid van geest te toonen, maar deed zich zelfs vroolijk en opgewekt voor, zoodat niemand die hem zoo be daard zag glimlachen, den storm zou ge raden hebben, die in zijn binnenste woed de. Het tijdstip voor het teekenen van het contract was vastgesteld. Mary straalde van vreugde bij de ge dachte ,dat hare wénschen dan toch ein delijk in vervulling zouden gaan en be reidde reeds alles voor om den dag, dat het contract zou worden geteekend, een prachtis feest te geven, waarop zij van CLEMENCEAU IN DE VER. STATEN. Uit New-York wordt gemeld, dat de Amerikaansche commissie voor het ver woeste Frankrijk aan Clemenceau een feestmaal had aangeboden. Er zaten 2000 personen mee aan. Clemenceau werd aan het gezelschap voorgesteld door Owen Wister (schrijver en wijsgeer). Deze spreker vergeleek Clemenceau met Franklin. Na te hebben herinnerd aan de vernielingen in Frankrijk, zeide Wister dat de sympathie van Amerika uitgaat naar de lijders en niet naar de bedrijvers der verwoestingen. Clemenceau sprak een woord van dank aan het comité en prees^ijn werk. De aanwezigen juichten staande Cle menceau toe." Deze ging daarop aan boord. DE SUBSIDIEERING DER AMER. SCHEEPVAART. De tegenstanders in den Senaat van het regeeringswetsontwerp ter subsidi- eering van de Amerikaansche scheepvaart hebben met hun obstructie-tactiek klaar gespeeld, het ontwerp voorloopig van de baan te krijgen. Een ander wetsontwerp, dat op 'de verleening van krediet aan de landbouwers, is nu in spoedbehandeling genomen. DE AARDBEVING IN JAPAN. Bij de zware aardbeving op Kioe-Sioe zijn 23 menschen omgekomen. De aardr schokken duren voort. Een vulkaan op 10 K.M. afstand van Nagasaki is in werking gekomen. De bewoners der door de beving geteisterde streken vluchten iri doodsangst. RAMP OP CUBA. Naar d.d. Dinsdag uit Havana wordt gemeld zijn bij een ketelontploffing op de suikerfabriek te Camaguey ongeveer honderd werklieden gedood of gewond. De grondwetscommissie uit den Beierschen Landdag» heeft het voorstel van de Beiersche volkspartij behandeld, om de regeering te verzoeken zoo spoedig mogelijk een wetsontwerp in te dienen tot het stellen van een staatspresident aan het hoofd der regeering. De minister van binnenlandsche za ken verklaarde dat de regeering in be ginsel bereid was aan het verzoek te vol doen, in dien zin dat een volksstem ming zal worden gehouden over de in stelling van een staats-presidentschap. Nadat de woordvoerders van sociaal democraten, democraten en boerenbond het plan, dat h.i. tot een dictatuur zou leiden, hadden bestreden, werd het voor stel der volkspartij met 15 tegen 4 stem men aangenomen. De belastingambtenaar Emil Hart- mann te Ludwigshafen, onlangs door een Fransch sergeant met een schot in den buik zwaar gewond, is thans in het ziekenhuis bezweken. Göppingen, een fabriekss'tad in het Oosten van Wurtemberg, kreeg Zondag bezoek van nationaal socialisten uit Munchen die in optocht door de stad trokken. Weldra ontstond een botsing met socialistische arbeiders, waarbij zoo duchtig werd geschoten en geranseld, dat er tal van gewonden vielen. De Beieren hadden vijftien zwaargewonden en eenige „vermisten", wier lot nog. onbekend is. Ook onder de arbeiders waren veel ge wonden. In andere Wurtembergsche ste den, ook Stuttgart, zijn soortgelijke in cidenten voorgevallen. De Duitsche voogdijwet bepaalt, dat de voogd verplicht is het vermogen van zijn pupil te beleggen in veilige pa pieren als pandbrieven en obligaties. Op het oogenblik zijn tengevolge van den ge weldigen val van de mark de minderja rigen de dupe van deze bepaling. Hier van geeft dr. Schoenthal in de Tügl. Korresp. het volgende voorbeeld „Ik ben, zoo schrijft hij, voogd over een min derjarigen jongen, die, toen hij ruim twee jaar geleden in het bezit van zijn vermo gen kwam, zoo al niet rijk, dan toch wel gesteld genoemd mocht worden. Hij kwam in het bezit van rond 150,000 Mark. Ik rekende toen uit, dat de rente van dit bedrag zeker wel void jende zou zijn voor voeding, kleeding en onderwijs van den jongen, ja misschien ook nog wel om hem er van te laten studeeren. Inmiddels kwam echter eerst langzaam, maar daarna met sprongen, de geweldige inzinking van de mark. Ik had in die dagen een onderhoud met den president van den voogdijraad over de papieren, waarin het vermogen van mijn pupil belegd was. Deze autoriteit glimlachte minzaam en haalde de schouders op. De voogdijwet wist van geen daling der valuta, maar alleen van de bepaling om het bezit van den pupil in veilige en so lide papieren te beleggen. De uitgekeerde rente was eigenlijk nauwelijks toereikend voor voldoende kleeding en voeding van den knaap. Inmiddels werd de val der mark tot een catastrophe. Nu richtte ik mij tot den voogdijraad met het verzoek om in het belang van mijn pupil diens papieren te mogen verkoopen en daar voor in de plaats aandeelen te mogen nemen in rendabele industrieele onder nemingen. Ik kreeg ten antwoord, dat de voogdijraad op grond van de wet ge noodzaakt was mij dat te ontzeggen. Zoo wordt de knaap gedwongen zijn pandbrieven te behouden, die hem een rente van een denkbeeldige waarde uit- keeren. Wie wordt de dupe van zulk een bekrompen wetsuitlegging De minder jarige. Wordt daardoor niet wijs overleg tot een paskwil gemaakt In Denemarken voorziet het rijks telefoonnet in hoofdzaak in den inter- communalen dienst, de plaatselijke tele foonnetten worden geëxploiteerd door acht particuliere maatschappijen. Deze hebben tezamen 218.000 abonné's, met 257.000 toestellen. Op elke twaalf in woners is mitsdien 1 toestel, een verhou ding die alleen door de Ver. Staten wordt overtroffen. De inkomsten uit de telefoonconcessies hebben in 1921 42 millioen kronen be dragen. Aan uitbreiding der netten is on geveer 18 millioen ten koste gelegd. De waarde van.de plaatselijke netten wordt op 144 millioen geschat. RECHTSZAKEN. Inbrekers die kermis hielden. LANDBOUW EN VISSCHERIJ. Buitenlandsche kippen en kippencholera. Een parochie in den uitersten nood. plan was talrijke getuigen van haar ge luk te vragen. Madame Augustine was verplicht ge weest het getal harer naaisters te ver meerderen, zoo groot en zoo belangrijk waren de bestellingen door juffrouw Harmant gedaan. Lucien, wiens tijd door zijne bezig heden en zijne bezoeken bij Mary geheel werd ingenomen, had niet de gelegenheid gehad gedurende de laatste dagen bij Etienne Castel of Georges zijn opwach ting te maken. Droevig gestemd en ondanks hem ging hij voort den rol te spelen, die hem was opgelegd. Etienne wilde niettegenstaande al de hinderpalen, die zijn weg versperden, het spoor van Raoul Duchemin en Aman da ontdekken. Door een van hen hoopte hij te ver nemen wie werkelijk de zoogenaamde baron de Reiss was. Hij had de inlichtingen niet uit het oog verloren,hem door de dienstmaagd in het hotel Rendez-vous der Jagers, gege ven en had besloten eiken Zondag naar Bois-le-Roi te gaan in de min of meer gerechtigde hoop daar den gewezen klerk van het stadhuis te Joignv en juffrouw Amanda te ontmoeten. Duchemin ging voort zonder eenigen uitslag het gaan en komen van Paul Harmant te bespieden. Telken morgen nam hij een rijtuig, dat hij per uur betaalde, volgde den grooten industrieel, wanneer hij des morgens zijn hotel verliet, hield den ganschen dag vol en verliet slechts zijn observatiepost bij de woning van Harmant, wanneer de millionnair meer dan twee uur thuis was. Den avond van den dag, dat Jeanne bijna verpletterd werd,had Paul Harmant de fabriek niet verlaten op het gewone uur. Van den oever der Seine hield Duche min, nieuwsgierig naar de reden dezer verandering in de gewoonten van den industrieel, met aandacht 'n oog in 't zeil. Het was reeds zeven uur door. De werklieden waren reeds allen heengegaan. Zou de man ,dien hij bespiedde, de fabriek niet verlaten hebben in een oogen blik dat hij minder had toegezien Herhaalde malen stelde de verspieder zich deze vraag, niet goed wetend wat hij doen zou. Eensklaps stond een rijtuig voor de fabriek stil, dat van de zijde der Bineau- brug kwam- aangereden. Een nersoon staDte uit. Het rijtuig, waaruit hij stapte, hif" hem voor Duchemins oogen verborgt Raoul deed een paar stappen om het gelaat van den bezoeker, die thans aan de poort schelde, te kunnen zien. De jongeman smoorde een kreet van verbazing hij had den persoon herkend, die uit het rijtuig was gestapt, den man, in wiens handen hij de papieren had ge leverd in het archief te Joigny gestolen. Ovide Soliveau, baron de Reiss. De deur werd geopend en na zijn bin nentreden weer gesloten. Het rijtuig vertrok. „Eindelijk," herhaalde Duchemin met vreugde. „Amanda had gelijk't Heeft nog al moeite gekost, maar thans heb ik hem ook in handen en van avond nog zal ik weten waar hij woont." Duchemin verwittigde zijn koetsier, die in de restauratie zat. „Spring op den bok," zeide hij „en let goed op. Wanneer ik een licht tikje geef öp de glasruit, achter u, volg dan op eenigen afstand, 't zij hij te voet of per rijtuig gaat den man, die deze fabriek verlaatZoo er twee zijn, doe dan hetzelfde." „Maar," wierp de koetsier op, ,/t i reeds vrij donkerdat zal zoo gemak1 Lkelijk niet zijn." Jesselton: De naam is meermalen in een dezer kolommen voorgekomen. Tien jaar ge leden hoogstwaarschijnlijk voor de eerste keer, toen ondergeteekende sterk en gezond daar landde. En laat k er meteen maar bijvoegen, dat 25 jaar geleden deze stald nog niet be stond. Dat zal niemand verwonderen die den naam verstaat: JessellonJesseltownsta cl van Jesse). Sir Jessel was een der directeuren ge loof ik, van de B. N. B. Companie." Maar wat is nu een naam, 'n roos bij 'n anderen naam zou even heerlijk geuren.'' Schoon 'n slad op Borneo is het geen Borneosche stad. Een kwart eeuw geleden stonden er in de nabijheid, over het water een stuk of wat hutten van Badjouws, die kinderen waren van zeeroovers en ^huimers. De Companie richtte op het eiland Gaya er vlak tegenover een gouvernementstalie op, die nadat de post in brand gestoken en de Europeaan om hals gebracht was, op het vaderland werd overge bracht. Dat was 1900. Jeselton telt volgens de voorlaatste census 'n elf duizend inwoners van 28, zegge en schrijve acht en twintig ver- schillende „naties."' Zoo Jesselton, als Borneo in kuststeden overal, is 'n anthropologisch museum. Die vreemde woorden staan er, doch op Borneo zijn nog heel wat andere „vreemde" woorden! Chineezen zijn het sterkst vertegen woordigd, doch over hen heb ik jaren geleden 'n brief gepend, of was t gepotlood? zoo dat ik hen met rust zal laten, want er is nog genoeg om niet in herhalingen te vallen. Alle winkels en in de stad zijn alle huizen win kels behoorende aan de „Geelljes," op 2 na die 'n paar Engelsch-Imidiërs besturen. Zoo'n win kel is eenig, als overal in het Oosten. Er zijn deuren noch ramen; de aannemer schijnt den ondervooigeve'l vergeten te hebben om te bouwen! Alles is open en wat niet in die win kels te koop is, zou spoediger beschreven zijn, dan wat er wel voorhanden is. Jammer wat een Europeaan noodig heelt is schaarsch. Er is daar maar één winkel die speciaal in lin nen, laken, katoen en wat al dat „goed'' heeten mag, handelt. Twee, misschien drie winkels waar wij terecht kunnen, alle andere over 'n honderd zijn alle gelijk. Als een Chinees of inboorling iets moet hebben zal hij het in iederen winkel vinden, alleen de prijs ver schilt. Er is te koop: koekjes en zoutevischr; suiker en petroleum; tabak en katoen; papieren paraplus en brood; hoeden van allerlei soort en maaksel, aardewerk, trekpotten en andere pot ten; hemden en gekonfijte dadels; en alles wat 'n Chinees noodig heeft of denkt noodig te hebben. Iedereen heeft vrijen toegang, alles is uitgestald, open en bloot. Met uw blank gezicht komt Jan Chinaman zelf, handen wrijvend naar U toe. Wilt U iets koopen geen cent van 't blaadje hoor! vraag den prijs, dien ■de Chinees U noemt en er meteen maar bij voegt dat het voor „anderen" tien of twintig of vijftig cents duurder is, doch omdat hij graag uw klandizie heeft, geeft hij het met 'n verlies van zooveel en zooveel. Haal uw neus op, kijk 'm flink aain en glimlach, maar U moet hard uw best doen niet glimlachen om den zijnen in de schaduw te stellen 1 Zeg dan maar dat U niet zoo wreed wilt zijn om hem met verlies te laten verkoopen en ga weg. Mis schien komt hij u achterop en gooit direct nog een kwartje of zoo van z'n genoemden prijs af en dan vraagt hij hoeveel U geven wilt. Be taal niet den prijs die hij U vraagt, bied af, op z'n minst één vierde! 't Is niet te veell Ik was 'ns met 'n vriend, dien vele lezers ken nen, in 'n bazaar." Hij had iets noodig en vroeg er naar. Hoeveel? „Een: zeventig" was het antwoord. Een Chinees die maleisch spreekt is erg onverstaanbaar, hij kan vele letters niet uitspreken. De andere pater verstond „een, ze ventig" en antwoordde 'k geef je één dollar! De koopman bleef grinneken en begon al over verlies te praten, doch ik had hem verstaan en zei: „Ben je bezestigd, hij zei ééntje kost 70 cents." Héél snaaks zei toen m'n gezel: O ik geef je vijftig cents" en hij kreeg hetl En er was nog een winstje. In Holland weten twee Joden wat 'n bril kost, in Borneo wetien twee Chineezen dat! In iederen winkel zijn een schep bedienden, flie het grootste gedeelte van den dag zitten en rooken! Een Chinees doet graag voornaam, zooveel mogelijk helpers, dat is 'n teeken dat z'n zaak goed gaat! Alles doen ze in den win del, ze leven er. 's Morgens en 's avonds eten ze daar, rondzittend om 'n tafel, die toege- klapt wordt en in een hoek wordt gezet. Geel tjes eten met twee houtjes zooiets als hou ten breipennen. Dat is 'n kunst die ik nog niet machtig ben. Ik heb wel geprobeerd, doch del maag bleef zoowat leeg. Als er geen vork of' lepel is, kan ik het wel met mijn vijf geboden af! Als ik nu vergelijkingen moest maken tusij schen Haarlem en Jesselton, was ik met Nieuw jaar nog niet klaar, dus daar zal ik maar niet aan beginnen. Jesselton ligt langs de zee op 'n vijftig tot 'n honderd meters van de kust rijst 'n heuvel reeks even zoo hoog als hij van de zee ligt. Daarom is Jesselton Heet! Op de helling van de hooge heuvel liggen gouvernementsgebou wen en huizen van de Europeanen De stad heeft er 'n half honderd waarvan de meesten in Staatsdienst en sommigen behooren aan particuliere ondernemingen. Achter de heuvel- rits ligt 'n vallei waar honderden C'hineesche tuinders leven. Ze telen groenten, ooft, kokos- nooten, apcnnooties. rubber en ik weet al niet wat. Van de stad af loopt een weg onder langs den heuvel, misschien 10 kilometer lang. Langs dien weg boven de zee staan nog verschillende vuile onooglijke, miserabele hutten van Bad jouws. Ze mogen niet meer gereparee-d wor den en dus verdwijnen ze langzamerhand, wat zeker Jesselton ten goede komt. Doch het is bijna ongeloofelijk in welke beroerde hutten nog menschen huizen. Dat kleine manneke, die al in een dezer kolommen opgetreden is, woont in een van die paleizen met zijn zeven vrouwen! Alles schijnt mogelijk in Borneol En veeil „Haarlemmerdijkjes'' worden niet ge maakt, want rustig en stil is het gewoonlijk. Op het eind van den heuvel, waar hij terug wijkt ver het land in, staat hoog op de rots de Anglikaansche kerk, de pastorie ligt er vlak achter en nog meer terug hun „Zuster''-school. De tegenwoordige getrouwde .geestelijke" doet ons niet veel kwaad. Hij .gelooft 't wei!" Over den weg op grond „vrij gevochten van het wa ter" staat hun jongensschool, die echter al voor 'n jaar of drie gesloten is. Naast de school het huis van den catechist, die vroeger .ge daan'' kreeg bij de Luteranen, nu catechist je speelt bij de Anglikancn! Hij zal wel net zoo veel gelooven als zoovele Anglikanen! Ze zijn natuurlijk het meest hier voor de Europeanen, die echter heusch niet kerksch zijn en meestal in combinatie leven. Op een der uitloopers van den heuvel staat het hospitaal, waar ik in 1920 negen weken .gelegen en gezeten" heb. Ik kan het recom- mandeeren, doch hoop het zelf niet meer noo dig te hebben, ik heb er m'n buik vol van! Langs den weg links liggen mangrove moeras sen, en deze omtrek is fameus voor muskietenl Wel is heel wat moeras opgevuld, dooh groote stukken zijn er nog over waar die koortsmug gen broeien en bij duizenden dansen van pret, of voor de spijsvertering. Jesselton is 'n plaats waar men niet slapen kan zpnder 'n moskieten net.. Dat is een van de meest noodzakelijke dingen, en die duur zijn. Twee kilometer (kleintjes) van de stad af hoogt weer 'n heu vel, vlak langs den weg. Dat is de onze. Eerst het nieuwe Zusterklooster, waar nog 'n hoop schuld op staat en verder terug kerk, pastorie, school en catechisthuis.. 't Is hier als overal. Eenvoudig en armoe troef. De school telt bijna 200 jongens, en 't is zoo'n soort hoogeschool, ten minste hij staat 'n twintig meter hoog! Vlak bij op 'n anderen „eenzamen" heuvel prijkt het huis van den Staatssecretaris en even daar voorbij het huis van den gouverneur. Dan weer 'n open plek. Opgevuld moeras, exerci fcieterrednvoet balveld links en de kazerne met 'n 250 man schappen, bijna allen van Noord Engel sch Indië. Huizen van den opperbevelhebber (hm, hm!) en andere Europeèsche officieren zijn op de rondomme heuvels gebouwd of er tegenaan geplakt. Voorbij de barakken gaat de weg een weinig rechts, dwars door mangrove naar Jes- selton-badplaats! Denkt nu s.v.j. niet aan Zand- voort, Scheveningen, och neen; een mooi stuk strand met laag water, dat met vloed geheel be dekt is. Water is ook zout net als daar maar dat is ook alles. Hier geen hotels, geen bad koetsjes, geen strandstoelen! Toch badplaats. We zijn hier in de tropen; gelegenheid om te baden is er. doch de zon laat ons niet toe te zwemmen na aeht, negen uur 's morgens en weer niet voo.r half vijf, vijf uur 's middags. Ik ben er dikwijls kopje onder geweest. Bijna altijd als ik Fr. Groot ontmoet gaan we samen 's avonds daar baden. Vele Europeanen gaan daar, en dan is het net als met kwajongens in Holland. Zonder badkoets zwemt H ook well Ik zal er maar uitscheiden, ofschoon ik niet zoo'n goed beeld van „onze" stad gegeven heb, dus dan met de keukenmeid: eindig, met de pen, maar niet met het hart, Adjuus. Inabong, November '22. 3. STAAL, Pr. Miss. 152 De politie in Zeist hield niet lang geleden twee zwervers aan, die verdacht werden van diefstal. Maar er viel hun niets te bewij'zen en de mannen herkregen hun vrijheid. De twee kameraden liepen toen van Zeist, deels door de bosschen, naar Amersfoort, waar ze bij nacht aankwamen. Ze zagen langs den weg een witte villa staan, die onbewoond bleek te zijn; de bewoners waren juist 's morgens van dien dag naar het buitenland vertrokken. De zwervers wisten met een schroevendraaier, die zij bij rich hadden, het slot te forceeren van een deur en zich aldus toegang te ver schaffen tot het huis. Zij vonden in een kast eenige colbertcostuums hangen, in een andere kast lag Jaegerondergoed, sokken e.d. De inbrekers trokken hun zwerversplunje uit, gingen toen in de badikamer een douche nemen en legden zich vervolgens in een der slaapkamers te rusten. Ze sliepen fijn, trok ken des anderen daags het Jaegerondergoed aan, kleedden zich in de colbertpakken van den heer des huizes, aten wat appelen, worst en kaas die zij in den kelder vonden, dronken er een glaasje rooie wijn bij, want op een flesschenrek bleek nog al eenige keuze te lig gen aan wijnsoorten, en ten slotte vonden zij nog in een schrijftafellade ongeveer 140 aan bankpapier, wat door de twee vrienden eerlijk werd gedeeld, 70 tennaastebij voor ieder. Alvorens de villa weer te verlaten, stopten ze hun oude kleeding, die zij op de badkamer hadden uitgetrokken, in het keu kenfornuis om het daarin te verbranden. Daarna gingen de inbrekers, goed-uitgerust, goed-verzadigd, goed-gekleed en flink voor zien van contanten, weer op stap. Het was hun niet onbekend dat er in die dagen kermis was te Breda en wat lag dus méér voor de hand, dan dait zij uit de villa direct naar het slation Amersfoort gingen, tegen het loket tikten en een enkele reis eerste klasse Breda vroegen. Met hun zéér chique blauwe col berts, getailleerd en omgeslagen broekspijpen, konden zij natuurlijk niet in de tweede klas gaan zitten. Na een douche in een bad van geaderd marmer, en na gerust te hebben in een lrt-jumeau met gewatteerde donzen dekens en na gegeten te hebben onder het genot van een heele flesch Rochefort, hoor je, dat spreekt van zelf, niet thuis in de derde klas. En zoo spoorden de inbrekers naar de Bredasche kennis, eerste klasse, comparti ment rooken. Vermoedelijk hebben ze op station Utrecht een ochtendblaadje gekocht met een amusant romannetje, vanwege de pret dte hun wachtte. De 140 zijn er in Breda glad doorgegaan. Toen nu de 140 in Breda waren verearrousseld, verschoten, ver- schommeld, verwafeld, verreden in het hip podrome en verslagen op het hoofd van Jut, zijn de beide vrienden weer aan het stelen ge gaan, vermoedelijk met het plan hun porte- monnaie te vullen voor de kermis te Middel burg, die ook lang niet voor de poes is. Zij pleegden een inbraak in Oosterbeek, werden gesnapt en verschenen deswege voor de rechtbank van dezelfde stad die hun kort te voren zoo'n reuzenpret had verschaft. De Bredasche rechters gaven het tweetal elk 4 jaar gevangenisstraf. En Dinsdag versohenen de beide kameraden in het Bredasche gevan genispak (het mooie colbert uit Amersfoort wordt zoolang voor hen bewaard) voor de rechtbank van Utrecht, van wege de inbraak in de witte villa te Amersfoort met dat zalige bad en die fijne costuums. De beide jeugdige mannen bekenden die Amersfoortsche inbraak gulweg, het was pre cies zoo gegaan als het hun was ten laste ge legd, ze hadden er niets op aan te merken, ze hadden het nu eenmaal gedaan en dus wilden ze er ook niets van ontkennen. Een van de twee wilde nog even een kleinigheid aanvoe ren ter hunner clementie en hij zei voor de rechtbank: Wij hebben inbraak gepleegd uit armoe, omdat wij al sedert het voorjaar zon der werk waren. Maar met dat argument was hij niet bijster gelukkig, want het klonk na tuurlijk direct terug: Armoede? Wat voor ar moede? De 140 gingen immers direct weg aan pleizier! Iemand die armoede lijdt gaat niet met 149 die hij steelt, kennishouden, poffertjes eten en in een draaimolen zitten. De officier van justitie vroeg voor beide in brekers 1 jaar en 6 maanden gevangisstraf. De eerste vijf jaar dus niet naar de kermis. Eerst boeten voor Oosterhout en dèn weer boeten voor Amersfoort, Men schrijft aan 't Hbld.: In de oorlogsjai - toen van regeeringswe- ge alleen voer beschikbaar werd gesteld voor (Ingezonden.) Uit Goslar, het idyllische duizendjarige plaatsje aan den Harz, bereikte ons dezer dagen een noodkreet van den Pastoor dezer kleine, arme, maar zeer uitgestrekte dia- spora-parochie. Onder de kostbare monumenten van dit Middeleeuwsche stadje is een van de merk waardigste de uit de twaalfde eeuw datee- rende, voor de Katholieken bij de Reforma tie behouden Jacobi-kerk met haar beroem de Pieté en prachtige, uit de vele vroegere kloosters der stad afkomstige kerkmeube- len en schilderijen. Dit historisch monument, de eenige kerk der Katholieken van Goslar, is echter op het punt een ruïne te worden, wanneer niet spoedig de noodige restauraties worden aangebracht. Reeds werden de torens zoo veel mogelijk hersteld, wat de parochie 360.000 Mk. kostte, waarvoor 200.000 Mk. geleend werd, terwijl de Stad eveneens 200.000 Mk. bijdragen zou, wat echter op het laatste moment nog geweigerd werd. Maar de hoognoodige reparatie van het dak, dat reeds op alle mogelijke wijzen ge stut is, en dreigt geheel ineen te storten, zal de som moeten kosten van een millioen Mark. Wat de parochie zelf opbrengen kani vraagt U. De kapelaan, die onmogelijk voor de zielzorg gemist kan worden, ('s Zondags moet een der Geestelijken in het twee uren den Harz in gelegen Hahnenklee in een hotel Godsdienstoefening gaan houdenl) en die het Godsdienstonderricht aan de scho len te verzorgen heeft, zag door zijn Bis schop zijn toelage bepaald op 100.000 Mk. per jaar (een arbeider verdient 10001400 Mk. per dag), maar de parochie kan uit haar middelen slechts een toelage opbren gen van3000 Markl Hoe dan aan een som te komen van ljtf miilioenl En behalve al het bovenstaande is daar nog een scbnld van 100.000 Mk. wegens den aankoop van aardappelen en kolen voor de voeding der arme schoolkinderen in het gesticht der barmhartige Znstersl Natuurlijk was de eenige weg, die den Pastoor openstond, om een uitkomst te zoe ken, die naar het buitenland. Wie helpt? Dezen Kerstnacht zal de ar me parochie den Godmen^th een niet veel beter onderdak bieden kunnen, dan Bethle hem's stal, maar zou het mogen gebeuren, dat een volgenden Kerstnacht in Goslar voor Hem geheel geen huis meer wezen zou? Wie helpt? Toch iedereen, die dit leest, zal gaarne zijn gift sturen onder motto „Voor den Pastoor van Goslar" aan de Redactie van deze Courant De Kerstnachtmis zal tot Uw intentie wor den opgedragen ïn de arme vervallen Kerk. En zendt Uw gift vooral spoedig, opdat wij den Goslarschen Pastoor nog met Kerst mis kunnen doen weten, dat niet het vol gende jaar zijn oude Kerk zal in puin g» vallen zijn. F. DONDERS. kippen van bepaalde afstamming, werd hier te lande de hoenderstapel geweldig gedund, doch het van hoogerhand gevolgde systeem gaf het enorme voordeel, dat vrijwel alle minderwaardige rommel in de pluimveewe reld werd opgeruimd, en er in hoofdzaak kippen overbleven vaS" een groot eier-pro» duceerend vermogen. Hadden, nadat er we maïs en ander kip penvoer volop te krijgen was, de pluim veehouders overal op voldoende wijze be grepen wat in hun eigen belang was, dan zouden ze in deze eerste jaren na den oorlog unaniem opgepast hebben tnet de qualiteit van hun hoenderstapel op peil te blijven en ze zouden gezorgd hebben zuiver door te fokken in de rassen, die hier te lande bekend staan om hun ruime eiergift. Maar als zoo dikwijls, heelt ook in dit geval de zuinigheid alweer de wijsheid be drogen: om op de aanschaffingskosten van een kip een paar kwartjes of misschien een gulden uit te sparen, zijn velen, toen d« gelegenheid zich opdeed, er toe overge gaan om veelal uit het buitenland aange brachte dieren van niet zelden onbekenden oorsprong aan te koopen. De gevolgen waren in de eerste plaats, dat ze veel minder eieren raapten dan ze anders gedaan zou den hebben, waardoor ze geldelijk achter uit geraakten inplaats van vooruit, al had den ze ook bij de aanschaffing wat uitge spaard; maar de gevolgen waren óók, dat op vele plaatsen de hoendercholera veel erger huisgehouden heeft en veel meer slachtoffers maakte, dan het geval zou zijn geweest wanneer niet heele wagonladingen kippen onze grenzen vrijwel ongehinderd hadden kunnen passeeren. Ieder, die eenigs- zins bekend is aan onze grensstations, waar geregeld ladingen kippen binnen komen "weet hoeveel doode en zieke dieren daaronder dikwijls zijn en vooral de kippencholera is het, die dikwijls onder dat importgoed buis- houdt en daarmee niet zelden onder onze gezonde hoenders wordt overgebracht. Deinst men daarom van hoogerhand terug voor él te radicale maatregelen, door het invoeren van alle buitenlandsche kippen, waarvan de afkomst niet met zekerheid aan getoond kan worden, te verbieden, laat men dan toch in ieder geval zorgen dat onze eigen hoenderstapel zoo weinig mogelijk ge vaar loopt, door nauwgezette toepassing van een streng doorgevoerd quarantainesysteem. Daarmee zal 't buitenlandsche gevaar althans belangrijk op den achtergrond worden ge drongen en bovendien de adviseurs van onze pluimveehouders het „frappez frappez 4ou- jours" toepassen ten opzichte van de aan- 'duiding der verhouding in eieren-voortbren gend vermogen tusschen de goede eigen gefokte en de ge-importeerde kippen, dan zullen ze op den duur misschien bereiken dat vele pluimveehouders geen buitenlandsch goed meer willen hebben, al zou men hun dat cadeau willen doen, en kwamen ze in derdaad zoo ver, dan zou daarmee ongetwij. feld aan onze kippenboeren een zeer grooter dienst zijn bewezen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1922 | | pagina 5