K
ELCK WAT WILS
Tweede Blad.
16 December 1922
r Ons vroolijk Hoekje.
DE ECONOMISCHE TOESTAND.
Het maandschrift voor de Statistiek
geeft een beknopt overzicht van de voor
naamste feiten, in het 3e kwartaal van
1922 op Sociaal-economisch gebied voor
gevallen, benevens enkele cijfers, welke
een blik geven op den economischen
toestand waaraan het onderstaande is
ontleend
De economische crisis bleef op den
gang van zaken in de nijverheid een zeer
ongunsfigen invloed uitoefenen. Blijkt
dit al reeds duidelijk uit het feit dat in
tal van bedrijfstakken, en zeer veel on
dernemingen slechts met eenvaak
zelfs zeer geringdeel der capaciteit
is doorgewerkt, daarnaast valt te wijzen
op de van patroonszijde geuite klachten
over het slechts verkrijgbaar zijn van
weinig of niet loonende orders, hetgeen
ook geldt voor een aantal der onderne
mingen, welke geen of althans slechts
weinig gebrek aan bedrijvigheid vertoon
den en welke, alle te 'zamen genomen,
toch ook nog een niet gering deel der nij
verheid uitmaakten. In verband met het
onder deze omstandigheden aangewak
kerde streven om tot vermindering dei-
productiekosten te geraken, stond het
afgeloopen kwartaal, meer nog dan het
voorgaande in het teeken van loons
verlaging en werktijdverlenging of po
gingen daartoe. Ook bleef men van on
dernemerszijde krachtig actie voeren ter
verkrijging van vermindering van be-,
lastingdruk, waarbij o.a. in het bijzonder
kan worden gewezen op de beweging
tegen de zakelijke bedrijfsbelasting. Ove
rigens werd ook nu weder, dikwijls met
min of' meer klem, aangedrongen op
maatregelen van overheidswege om ge
troffen industrieën tegemoet te komen.
De verhoudingen op de arbeidsmarkt
waren, het behoeft na het voorstaande
nauwelijks te worden betoogd, voor de
arbeiders in het algemeen zeer ongun
stig, al geldt dit natuurlijk niet voor
alle bedrijfstakken in even sterke mate
en sluit, het niet uit, dat bij uitzondering
voor bepaalde bedrijven geschikt per
soneel of vaklieden niet genoeg of al
thans moeilijk te bekomen varen. In ver
gelijking met het vorige kwartaal was
hier en daar toeneming der werkgelegen
heid te constateeren. Dat was b.v. "het
geval in de diamantindustrie, waar in de
briliantbranche meer werk kwam. In
de sigarenindustrie kon aan vele arbei
ders werk worden verschaft bij de werk
zaamheden voor de Spaansche Regie.
Aan den inderen kant gaven niet weinig
anderenen daaronder belangrijke'
bedrijfstakken min of meer achteruit
gang te zien. Als zoodanig verdienen o.a.
vermelding de typografische vakken,
het bouwbedrijf, de leder- en rubberindu
strie en verscheidene branches der me
taal industrie (b.v. de scheepsbouw en de
machii elabricage).j In detexti lin ustrie
is de werkloosheid eveneens toegenomen,
zij het ook, dat zij in totaal nog van be
perkten omvang'bleef. doorda"t in een
niet gering aantal fabrieken de werkge
legenheid nog reden tot tevredenheid
gaf.
Wat den toestand buiten de nijver
heid betreft, valt o.a. op te merken dat
uit onderscheidene belangrijke centra
van groentencultuur ontslag van los en
vast personeel werd gemeld, wegens de
uitermate ongunstige omstandigheden,
waarin in het bijzonder deze tak van den
tu nbouw v rkeerde. Ook in de bloemis-
tenbedrijven vinden de slechte tijden
hun terugslag. In de centra van boom-
kvVeekerijen was voldoende werk met het
schoonhouden der kweekerijen, het ocu-
leeren enz. In de fruitteelerijen heerschte
evenmin slapte, daar 1922 een goed
fruitjaar is en een deel van den oogsttijd
in dit kwartaal valt. Aan de zeevisscherij
namen ook in dit kwartaal weder veel
minder vaartuigen deel, dan in het over
eenkomstige van 1921, nnl. door den
kleineren omvang der drijfnetvisscherij
op haring. In "de veenderij was de om
standigheid, dat dit jaar over het alge
meen zeer weinig turf gegraven is, uiter
aard van ongunstigen "invloed op de
werk aamheden' in de, vnl. in het 3e
kwartaal vallende, droogperiode. In de
steenkolenmijnen vertoonde het totaal
aantal arbeiders slechts lichte schomme
ling m. Het gemiddelde aantal arbeider
p' "''dag m het havenbedrijrf te
sterdam bedroeg ii dit kwa taal
(i. g-*581 in het vorige en 5159 in h
3 - kwartaal van 1921). Te Rotterdam
was in genoemde perioden het weekge-
middelde der door de losse arbeiders
verrichte taken resp. j5, 29836 en
40080 en het gemiddeld aantal vaste
arbeiders resp. 4184, 4161 en 4627.
NIET STEEDS IS DE LIEFDE BESTEN
DIG VAN DUUR.
Het is nog niet zoolang geleden dat
vrij algemeen door de R.K. in woord
en geschrift het R.K. Vereenigingsleven
werd aangemoedigd en verdedigd.
Onze vakorganisaties werden de grond
slag van de op te bouwen bedrijfsorga
nisaties genoemd en de bedrijfsorganisa
tie zelf was de logische consequentie van
pnze sociale actie op het terrein van den
arbeid.
De laatste tijden geven het bewijs van
het aloude gezegde, dat de liefde niet
steeds bestendig van duur is.
Wat we te hooren en te lezen krijgen
verraadt vaak een geestesgesteldheid,
die van weinig vriendelijkheid getuigt
tegenover de vakorganisatie en tast vaak
het wezen dier organisatie's aan.
Voorheen zwegen de tegenstanders
van ons R.K. Vereenigingsleven, of zij
beperkten zich tot het signaleeren van en
kele feiten waarvan zij vermeenden, dat
ook anderen dan zij zelf het daarmede
niet volkomen ééns zouden zijn. Thans
echter spreiden# die tegenstanders met
een benijdensw'aardige vruchtbaarheid
hun anti-sociale gevoelens ten toon en
hun optreden staat vrijwel in het teeken
van verdelgingsgezindheid ten aanzien
van het zoo moeizaam opgebouwde.
Velen zullen mèt mij zich hebben af
gevraagd van waar die ommekeer en
waar ligt de oorzaak van die kentering
in het gedachtenleven van zoovelen. En
dan meen ik het antwoord op die vraag
te mogen geven en de oorzaak te mogen
toeschrijven aan materialistische op
vattingen, ook dadr waar men bij de be
strijding van onze organisaties een zeker
godsdienstig uitgangspunt kiest.
Men hoopt in deze dagen van terug
slag, nu iedereen dien tegenspoed onder
vindt, zoo gaarne een zondebok aan
wijst, een te beteren voedingsbodem te
vinden, voor de verbreiding van hun
weinig sociale denkbeelden en zucht tot
afbraak.
Het is wellicht wat scherp geteekend,
maar ik kan het met den besten wil der
wereld niet anders zien.
Want wat is er nu eigenlijk veranderd
Wat wettigt dan de opvatting dat onze
organisaties principieel onjuist en wel
licht mede daarompractisch onbruik
baar zouden zijn.
Men versta mij vooral niet verkeerd t
onze R.K. Organisatie's en zeker onze
R.K. Vakorganisatie's hebben al zóó
veel stormen getrotseerd, dat deze aan
vallen door haar best kunnen doorstaan
worden maar dat verandert niets aan
het feit, dat de aanval niet slechts onge
motiveerd, maar in wezen een hoogst
gevaarlijke aanval is, die zeer storend
inwerkt op de rust in onze samenleving
en velen onzer R.K. arbeiders in groot
gevaar brengt.
Niemand heeft ooit beweerd, dat onze
R. K. sociale organisaties zonder gebre
ken waren, dat er nimmer fouten door
haar gemaakt zijn niemand zal willen
beweren dat de vorm onzer organisatie
onverbeterlijk is, dat haar bestuurders
het monopolie van alle deugden bezit
ten enz.wan't dat zou een dwaasheid
zijn.
Maar men mag zich wel tweemaal be
denken, voor men er toe overgaat om door
verwarring stichtende voorstel ii g n van
onze organisaties, ons volk op een dwaal
spoor te helpen.
De R.K. sociale organisaties en niet
het minst onze R.K. Vakorganisaties,
zijn als 't v/are door en in de verdrukking
tot ontwikkeling en bloei gekomen en
wie, los van eigen belangetjes of vocr-
oordeelen, een zakelijk oordeel wil vel
len zal hebben te erkennen, dat zij on
schatbaar nut hebben gesticht niet al
leen voor haar leden maar ook voor
Kerk en Maatschappij.
Is het dan eerlijk om te suggereeren,
dat we bezig zijn ons dóód te organisee-
ren, op een tijdstip dat er een niet te
ontkennen teruggang is in het ledental
onzer sociale organisaties.
Niemand ontkent alweer, dat we mis
schien op sommig terrein een te veel
nebben van het goedemaar als het er
-«*n op aankomt en we zien wat er eigen
lik verdwijnen moet, dan zijn het niet
de vereenigingen die de meest onbenul-
iigste belangen voorstaan, maar dan
komt de aap uit den mouw en is het de
vakorganisatie de organisatie die men toch met uw klassenstrijd? Ge zult of,
vréést die eigenlijk maar verdwijnen ge wilt of niet, dien strijd hebben te aan
moet. vaarden zoogoed als wij. Want ook wij
Wie geen critiek kan verdragen mist strijden den strijd niet öm den strijd,
het vertrouwen in eigen zaak en op- maar omdat we in deze kapitalistische
bouwende critiek kan geen enkele zaak samenleving zonder strijd de grootst
schaden. Maar we hebben niet te doen denkbare verdrukking zouden 'onder
met kritiek, doch met een poging tot vinden.
afbraak. De Heer Stenhuis, voorzitter van het
Wat ik dezer dagen weer onder de N.V.V., geft in „Het Volk" van 11 De-
oogen kreeg in de „Nieuwe Eeuw" wet- cember een uiteenzetting van den klas-
tigt m.i. volkomen deze opvatting. senstrijd met een heel wat zachtaardiger
Dit weekblad neemt niet zonder in- karakter als we zoo nu en dan aan onze
stemming een studenten-artikel over r.k. Vakbeweging zagen toegedicht,
uft „Ro'omsch-studentenblad", hetwelk in antwoord "op de N. Venlosche Cou-
voor een gewoon mensch als de meest rant zal de heer Stenhuis even duide-
reine onzin klinktvertelt daarna dat jjjk maken wat nu eigenlijk klassen-
de organisatie als doel en niet als middel strijd is en hij verklaart plechtig, zooals
wordt aangezien om dan later te vertel- alleen de heer Stenhuis kan zijn
len dat het met vreugde de ideeën van ;De klassenstrijd is niet een rooftocht
den Heer Hermans vernomen heeft, om
nog in een zinsverband even later ons
weer te willen wijsmaken, dat de orga-
nisatiebouw volgens Hermans, nota bene
nog te vèr gaat en ook de door Hermans
gedachte raden
„al te licht zullen vervallen in de
„strijdactie, waarin hare leden, dezelfde
„menschen immers die nu in de orga
nisaties den klassenstrijd voeren, zijn
„opgevoed." 1
Ik vraa^ me af, of menschen die zulke
theoriën onder ons Roomsche volk wer
pen, ondanks alle geleerd-doenerij, wel de
draagwijdte daarvan begrijpen. j
Want wat zal er van onzen R.K. arbei
ders worden als men hun, het eenigste
wat zij bezitten, om hun belangen te
verdedigen gaat ontnemen en gaat onder
mijnen nog vóór er iets anders in de
plaats is gesteld.
Ik kan het mis hebben waarom
niet maar geloof niet aan onderne-
mingsraden ecomomische cellen
waarin patroon en arbeider en arbeiders
onderling in broederlijke liefde zullen
samenwerken, om het bedrijf op te voe
ren en uit te bouwen alsof het ieders
afzonderlijk eigendom wareik geloof
daar niet aan. om dezelfde reden waarom
ik niet aan socialisatie gelooven kan n.l.
omdat de menschelijke natuur nu een-
„om den bezitters van nu de zaken af
['te nemen hij bedoelt niet de werk
gevers te benadeelen hij beoogt
[[evenmin machtsoverweldiging van
[[wie ook.
„De klassenstrijd is de strijd van de
„arbeidersklasse voor haar volledige
„emancipatie en voor een verdeeling
[[der productie, berustend op wat noo-
,[dig is en wat gepresteerd wordt.
„Welke middelen in dien strijd ge
bruikt worden, hangt mede af van
„hen die nu de arbeiders door hun
macht overweldigen.
„De klassenstrijd bestaat niet uit
„eé'n reeks van stakingen, doch uit
[[den voortdurenden druk dien de or
ganisatorische, politieke en ekono-
„mische macht van het proletariaat
„uitoefent op de klassen door welke
,[het wordt onderdrukt.
„Welke vormen de strijd aanneemt
„wordt mee bepaald door de wijze
[[waarop de tegenstanders op dien druk
„reageeren.
Wij hebben juist betoogd wat wij
willendat de weg der evolutie niet ver
stopt wordt, dat ons niets liever is dan
„langs de wegen van vreedzamen voor-
uitgang het doelwit van den klassen-
Strijd kan worden bereikt.
De cursiveering is van mij. En we moe-
maal anders is en het overgroote deel der ten nu niet op een enkel zinnetje gaan
menschen nog niet genoeg heeft aan wat )>Vallen" maar dan ziet de „klassen-
de Godsdienst en zedewet hun leert strijd" er nu toch waarlijk niet zoo bar-
nopens het vervullen van hun plichten, baarsch uit, dunkt me.
maar daarenboven nog een zeer sterke En toch dezelfde Stenhuis verklaart
maatschappelijke prikkel behoeven om jn bijna elk nummer van het orgaan van
dien plicht te vervullen. bet N.V.V. de mentaliteit van de R.K.
Nog eens: ik geloof aan al dat moois arbeiders is een geheel andere dan die van
niet, maar dat belet toch niemand om een de N.V.V.'ers de R.K. Vakbeweging
eerlijke proef te nemen jS onbetrouwbaarzij jaagt hersenschim-
Wie zal het nu toch in vredesnaam men na door haar eindeloos pogen om in
den Patroon kwalijk nemen, die reeds harmonie met de werkgevers vrede in het
morgen beginnen wil om met zijn perso- bedrijf te'brengen enz.
neel in overleg te treden over dat enorm Dus, toch weer heel anders
groot aantal zaken die nog steeds buiten
de bemoeiingssfeer van de vakorganisa- Het kan ons weinig interesseeren wat
tie liggen wie zal het den patroon kwa- men nu eigenlijk klassenstrijd wil noe-
lijk nemen als hij zijn arbeiders reeds men-
een begin van medezeggingschap wil Als het klassenstrijd is, dat de werk-
toekennen. gevers en werknemers het somtijds
Ik zou zoo zeggenlaat men toch zijn njet eens worden over den inhoud van
harf jophalen, laat men toch niet wach- het arbeidscontract, over de erkenning
ten tot de wetgever met den politiestok Van de vakorganisatie, kortom over alles
achter de deur tot handelen dwingt. waarover menschen al verschil kunnen
Men behoeft op niets en niemand te krijgen, dan strijden inderdaad de R.K.
wachten, dus waar zeurt men over organisaties den klassenstrijd.
Dat kan allemaal zonder maar een Als Stenhuis daarmede gelukkig is te
woord kwaad van onze bestaande orga- maken dan is er geen reden hem dat ge-
nisatie's te zeggen.
Als we met een reëele zaak te doen had
den was het zeer gemakkelijk en als we
zoover waren dat zonder vakorganisatie
de zaak behoorlijk marcheerde, wie zou
er dan mal genoeg zijn om nog de offers
voor die organisatie te willen brengen.
Maar juist het feit, dat men van onze
organisaties een karikatuur teekent, noch
vóór er ook maar iets voor in de plaats
is gesteld, maakt de actie daartegen tot
een van de meest bedenkelijke soort.
Het is daarom te hopen, dat onze R.K.
arbeiders en werkgevers zich daaraan
niet storen en vooral onzen R.K. arbei
ders zou het een onherstelbare schade
beteekenen zoowel op zedelijk als op
materieel gebied als ze niet door gewel
dige propaganda, door onvermoeid voor
hun organisatie op te komen zouden her
stellen wat door dezulken bedorven
wordt.
Maar léérzaam zijn deze tijden wel,
waar wij nu onze ware vrienden kunnen
herkennen.
A. j. L.
VAN TWEE KANTEN.
Worden we sedert eenige maanden
ook door sommigen onder onze geloofs-
genooten besprongen, die de fameuze
ontdekking hebben gedaan, dat onze
R.K. Vakorganisatie's den klassenstrijd
strijaende socialisten zouden geen
socialisten Tneer zijn, wanneer zij deze
voor hen zoo gunstige situatie onbenut
zmden laten.
Ongetwijfeld word;t het hun den laat-
jsten tijd wel wat al te gemakkelijk ge
maakt.
Als sommigen onzer een strijd over
den inhoud van het arbeidscontract een
stuk klassenstrijd of althans een uiting
daarvan noemen, welnu de socialistische
vakbeweging heeft daaraan steeds den
zelfden uitleg gegeven.
Tot de R.K. geor a eerde arbeiders
hebben zij steeds gezegd wat bazelt ge
luk te onthouden hetzelfde geldt voor
R.K. bladen en personen.
Waarom zouden we ook hen niet ge
lukkig maken als ze met alle geweld
toch klassenstrijd willen zien.
Als men maar goed begrijpt, dat er
wezenlijk verschil blijft bestaan tusschen
organisaties die zich door den Godsdienst
en Zedenwet gebonden achten die zich
stellen onder de leiding van het Kerke
lijk Gezag die bij haar streven naar be
langenbehartiging van haar leden toch
haar hoogste eer er in stellen waarlijk
Katholiek te zijn, ondanks gebreken
bij haar en haar leden kortom als men
naar het diepgaande verschil wil zien en
erkennen tasschen onze Roomsche en
Socialistische organisatie's.
En als men onder ons kortzichtig ge
noeg is om dat niet te erkennen, de soci
alistische organisaties doen het ondanks
zich zeivenen het feit, dat men op fa
brieken en werkplaatsen, bij sport en
spel, kortom overal waar men maar kans
ziet, probeert de R.K. arbeiders in hun
organisaties over te hevelen, bewijst wel
dat zij heel goed begrijpen van welke
enorme beteekenis het is d,e Roomsche
mannen in hun beweging te krijgen.
Wat hen behoudens uitzonderings
gevallensteeds minder zal gelukken
want nimmer was h'et ook voor óns,
eenvoudige menschenduidelijker, dat
al die maatschappelijke ellende, die wij
nu doorleven moeten en in andere landen
in nog heviger mate doorleefd moet wor
den, een gevolg is van het feit, dat de
Christelijke beginselen niet erkend wor
den als grondslag en richtsnoer voor het
menschelijk handelen.
En ondanks werkelijke of vermeende
gebreken die men de arbeiders zou willen
verwijten, kan men tóch niet zonder
respect denken aan het feit, dat zij vaa
dag in, a:g uit, zich te verweren nebben
tegen hen die er alles op zetten om hen
vanuit de Roomsche in de Socialistische
vakbeweging over te brengen, maar in ie-
TREKJES CCLXXII.
dig weerstaan ofschoon het een onbe
twistbare waarheid is, dat een beweging
die elk verband met den Godsdienst of
de Zedenwet ontkent, gemakkelijker pro
pageert dan een die zich door de eenig
juiste, maar daarom toch niet steeds ge
makkelijk na te leven beginselen laat
leiden.
Als onze R.K. bedillers ook daaraan
eens wat aandacht schonken, wellicht
was hun oordeel dan iets vriendelijker.
Want al kunnen zij per resto onze be
weging toch niet onderstboven gooien,
ook voor ons geldteen goed woord
vindt een goede plaats.
LANDBOUW EH VISSGHERIJ.
Raadgevingen voor veehouders.
VISSCHERIJ-PROEFSTATION TE
UTRECHT.
Te Utrecht werd dezer dagen door
het bestuur van het Nederlandsche Vis-
scherij Proefstation officieel geopend,
het sedert enkele weken in gebruik ge
nomen nieuwe laboratorium. Behalve het
bestuur bestaande uit de heeren Mr. A.
W. Schippers, W. J. Kernkamp en J. P.
van Lonkhuyzen, waren aanwezig ver
tegenwoordigers van de verschillende
Visscherij-organisaties die zitting heb
ben in het algemeen bestuur van de ver-
eeniging.
De plechtigheid werd mede bijgewoond
door Dr. H. J. Lovink, lid van de Tweede
Kamer, door de heeren J. W. Botteman-
ne en A. B. Brouwer hoofdinspecteur en
inspecteur der visscherijen, de weten
schappelijke adviseurs van het Proef
station Prof. P. van Romburgh en Prof.
H. R. Kruyt, den heer A. Nengerman,
en verschillende vertegenwoordigers van
het bedrijf en uit den handel, benevens
enkele genoodigden.
KUNST EN KENNIS.
KALK IN HET VOEDSEL.
Een onmisbaar bestanddeel van het
voedsel is kalk schrijft dr. J. de Groot
Sr. in „Nosokomos."
Is er te weinig kalk in het voedsel,
dan wordt er kalk aan het organisme
onttrokken, en wel in de eerste plaats
aan de beenderen, maar ook aan de wee-
ke deelen. Wanneer gedurende langen tijd
voedsel wordt gebruikt, dat te weinig
kalk bevat, dan doen zich verschijnselen
voor van reachitiszelfs kunnen
de beenderen bros worden en breken.
Door toevoeging van kalk aan het voed
sel kunnen deze verschijnselen bestreden
worden.
Een kip met een gebroken poot legt
eieren zonder schaal, doordat de kalk,
noodig voor het doen heelen van het
been, aan het bloed onttrokken wordt,
zoodat er niet genoegd overblijft voor
het vormen der eierschalen. Een kip,
die niet genoeg kalk in het voedsel krijgt,
legt ook eieren zonder schaal en houdt
weldra op, eieren té leggen. Dit is het ge
val als men de kip voedt met gerst en
aardappelen en het dier opgesloten houdt,
zoodat het niet in de gelegenheid is
kalkhoudende aarde op te pikken. In
de gerst is phosphorzuur aanwezig dit
nuttige bestanddeel van het voedsel
gaat echter voor het dier verloren, tenzij
er in het voedsel ook kalk aanwezig is
in dat geval wordt er phosnhorzure
kalk e ormd, het hoofdbestand leel van
de bei n ieren.
Voor den mensch is het voor de goede
ontwikkeling van b 'enderen en tanden
even noodzakelijk, dat in het voedsel
de noodige hoeveelheid kalk aanwezig
i; In Duitschland heeft men de merk-
Z .i*
waardige ervaring opgedaan, dat naar
mate de tanden der schoolkinderen
slechter worden, ook hun lichaamsge
wicht en lichaamslengte verminderen,
en dezelfde ervaring deed men op bij
de miliciens. Opmerkelijk is, dat de
schoolkinderen tegel ij kerfijd ook gees
telijk minder presteerden.
Dat de meerdere of mindere rijkdon
aan kalk van den bodem van groote.i
invloed is op de lichamelijk» ontwikke
ling, heeft men ten opzichte van paarden
'en koeien zoowel als van menschen kun
nen vaststellen.
Het is ook waarschijnlijk, dat er ver
band besfaat tusschen zenuwziekte ea
zelfs krankzinnigheid en een tekort aan
kalk in het voedselde zenuwarts d
Van der Scheer vond, dat bij kranl -
zinnigen beenverweeking zeer veel voor
komt.
Ten slotte wijst de fchrijver erop, dat
de zoo gevreesde „slagaderverkalking"
<arterioscierose) niet het gevolg is van c e
aanwezigheid van te veel kalk in hi t
voedsel, maar integendeel het gevo':g
van een ziekelijke afwijking, waarbij
ruime toevoer van kalk van veel nut k: a
zijn.
STOOMVAARTLIJNEN.
«Jori4In't« 4a Tn<vrvnn - i I i 1 J1 Pt
Hoe hei kwam.
Ze waren nog jong, en hadden dus 'n
schep idealen voor 't presenteeren.
Hij was kunstschilder; zij voelde óók ar
tistiek.
Nee, u moet nou niet direct denken, dat
't zoo'n artistiekerig stelletje was, zooals
je ze wel eens ziet loopen: allebei met han
gende waai-haren en zonder hoofddeksel.
Ze zagen er integendeel nuchter-eenvoudig
uit.... niemand zou van hen hebben gezegd,
dat ze van de schilderkunst leefden, of pro
beerden te leven; ze maakten meer den
indruk van: 'n net winkeljuffie en 'n dito
kantoorbediende, die nog maar pas met el
kaar scharrelden.
Ze waren heel jong getrouwd; iets wat,
gedachtig de vele idealen, verklaarbaar is.
En, waarschijnlijk doordat ze aan het leven
heel sobere eischen stelden.... 't ging....
ze hielden zelfs nog wat over.
Ze woonden in 'n buitenwijk in 'n klein
nieuw huisje met één verdieping, waarvan
de zolder als atelier was ingericht.
De balken en de wanden had ie zelf oud
eiken gebeitst. En heelemaal in 't rond had
'n breede richel gemaakt; daarop stonden
pulletjes, testjes, aarden potjes, koperen
stoofjes, doofpotjes, gesneden afgodsbeeld
jes, kleine bustes in brons en steen en 'n
heeleboel amfere dingetjes. Dan hingen aan
de wanden 'n paar roestige wapens uit lang
vervlogen tijden, sarongs, batik-lappen en
hier en daar nog 'n pompadour-doekje, los
geplooid om of langs 'n schilderwerkje; eind
jes gebruikt Smyrna lagen op den vloer; op
'n tafeltje in den hoek lagen Toorop-albums
en 'n viertal dikke carton-portefeuilles met
reproducties, en eigen schetsen. Verder de
benoodigdheden, die geen enkele kunst
schilder kan missen.
In dat inderdaad gezellig gemaakte ate
lier werkte hij iederen dag ijverig aan de niet
al te best betaalde stukjes voor kunsthande
laars.
'n Paar maal had ie met e e n i g succes ge-
exposeerd; hoopte, idealiseerdedat z'n
naam en z'n werk meer bekend zouden wor
den.... dan kon ie hoogere eischen stellen
en méér gaan leeren, in grootere steden, in
t buitenland en.... o, nog zooveel meer.
Soms was hij zóó in zijn arbeid verdiept,
dat hij pas na 'n kwartier of 'n half uur be
merkte, dat z'n jong vrouwtje was binnen
gekomen, stil te wachten zat op 't rieten
driehoek-stoeltje naast de deur.omdat ze
hem in die oogenblikken niet wou storen
met de mededeeling dat 't eten klaar was of
z'n koffie stond ingeschonken. Maar dan
bleef ze nooit lang meer in z'n heiligdomme-
tje.ze wist, dat ie alléén beter opschoot,
meer qp z'n gemak was.
Als 't schemerig werd hield hij op met
wérkenen na wat gesnuffel in 'n krant of
'n tijdschrift gingen ze samen de deur uit,
keken wat winkels en kochten, wat voor den
volgenden dag noodig wasen hij schaam
de zich niet een paar zakken of pakjes mee
te dragen.
Rustigjes ging voort hun mooi jong leven
tje van geluk en toekomstdroomen.tot
dat.
Ja, ik kan 't heusch niet helpen, maar 't
wordt v/éér tragisch.Dat heb je van ver
haaltjes, die zoo hier en daar uit 't werke
lijke leven worden opgepikt. En om er nou
'n onecht vroolijk slot aan te breien....
dat lijkt me banaal.
Totdat.de malaise kwam, die de
kunst het eerst en 't ergst knauwde....
Van geregeld werk was geen sprake meer
en 't werd zoeken.... echt zoeken voor 't
bestaantje, want 'n ander vak kon ie niet
beginnendaar stonden z'n handen niet
naar.
't Vrouwtje ging sukkelenzooiets heb
je dikwels in dergelijke omstandigheden....
Sterk was ze nooit geweest. Er kwam 'n
dokter, die dingen voorschreef, die toevallig
allemaal nogal duur waren.
'n Verhaal van steeds nijpender zorgen en
ellende zullen we maar niet gaan ophangen.
is al zoo vaak geschreven en gelezen.
We gaan dus maar ineens 'n maand oi
vier verder.
't Vrouwtje ligt doodiwak in haar bed te
peinzen over de vervlogen toekomstdroomen.
Hij zit er naast, magerder nog dan ie al
was, ook 'n tikkie bleeker.... en peinst
eveneens.
't Gezellige ateliertje is leeg-beleend en
verkocht.... alleen 't materiaal ligt er nog,
droog-korsterig en vuil.
Zij zucht.... en hij vertrekt smartelijk z'n
bloedlooze lippen, wijl hij weet wat die zucht
beteekent. Z'n vingers nlukken zenuwach
tig aan z'n kale broek
Dit tooneeltje biijft nog 'n minuut of twin
tig zoo duren. Dan staat ie op.... geeft
haar 'n paar zoenen en zegt, dat ie wat lek
kers voor haar gaat koopen.... 'n paar
eieren en vleesch misschien.
Ze kijkt verbaasd op.... wil wat vragen,
maar hij gebaart, dat e zich niet ongerust
moet maken.
Op haar verzoek brengt ie 'n stapeltje tee-
kennigen en schetsen op 't bed, om 't wach
ten minder lang te laten duren.
Dan gaat ie wegz'n stap is niet zoo
zeker, maar ze bemerkt 't niet.... 't was
de laatste lijden wel eens meer zoo.
Ze gaat z'n werkjes bekijken en glimlacht
droevig.
Even schrikt ze als ze haar eigen beelte
nis van 'n half jaar en langer geleden te
genkomt.... nu ziet ze pas goed hoe ze in
haar nadeel is veranderd.... en de papie
ren blijven weer 'n poosje stilliggen.... al
leen die dichter bij haar handen liggen....
die trillen mee.
Verstrooid kijkt ze verder.in elk vrou
wen figuurtje or hem geteekend, vindt ze
haar eigen trekken van vroeger weer....
Dat had ie altijd voor gewoonte gehad....
dan lukte het 't beste had ie steeds gezegd.
Ze bladert verder, krijgt er 'n weemoedig
genoegen in zich telkens anders te zien met
toch datzelfde wezen in 't gelaat....
Zoo gaat er 'n uur voorbij.
Hij komt terug met eieren, vleesch, vruch
ten cn wijn
Ze vraagt, vraagt, maar hij maakt weer 'n
geruststellend gebaar.... fluisteit haar be
verig in 't oor, dat ie 'n voorschot heeft ge
kregen op 'n mooie opdracht, die hem voor
'n beele poos werk bezorgt.
In haar blijdschap ziet ze niet, dat ie mal
doet met z'n handen, met z'n oogen, die
Êr worden dezen winter veel aardappelen
aan de verschillende veesoorten vervoederd.
Denk daarom aan het volgende:
1. Aardappelen bevatten weinig of geen ei
wit en zijn arm aan fosforzuur en kalk.
2. Naast aardappels hoort dus eiwitrijk en
fosforztiurhoudend voeder.
3. Aardappels zijn op de eerste plaats mesl-
voeder en kunnen daarom goed aangewend
worden voor de mesterij van volwassen run
deren en meslvarkens.
4. In matige hoeveelheid kunnen V ook
opgenomen worden in het rantsoen voor
melkvee, echter liefst niet meer dan 10 K.G.
per stuk.
5. Geeft men aan melkvee te groote hoe
veelheid aardappels, dan krijgt de melk een
onaangenamen smaak, karnt moeilijk uit, ter
wijl de boter hard en kruimelig wordt.
6. Voor jonge paarden zijn aardappels wei
nig geschikt; derhalve in hun rantsoen wei
nig of geen aardappels opnemen.
7. Volwassen paarden mogen gerust wat
aardappels hébben, doch langzaam aan de
dieren er aan gewennen.
8. Voor varkens en paarden koke men de
aardappels en werpe men het kookwater weg;
melkvee krijgt ze rauw doch goed gewassen;
meslrunderen gedeeltelijk rauw, gedeeltelijk
gekookt.
9. Vooral bij groeiende dieren, melkgevende
en drachtige dieren hoort naast aardappels
veel eiwitrijk krachtvoer in het rantsoen; dit
geldt zeer zeker ook voor groeiende mesl
varkens. Ondermelk, vleesch- en vischmeel
werken voor deze laatste dieren zeer gunstig.
10. Voeder geen rotte of geschoten aard
appels; werp de scheuten weg en kook ge
schoten aardapoels steeds voordat ge ze voert.
vreemd, bijna wild door 't kamertje gaan.
Ze vermoedt niet wat ie heeft gedaan
in z'n vertwijfeling.... in de wanhoop van
iemand zonder houvast aan iets hoogers.
We springen weer 'n paar maanden ver
der.
't Vrouwtje ziet er veel beter uit. De dok
ter heeft gezegd, dat ze nu 'n kwartier per
dag in den leunstoel mag zitten bij 't raam.
dat ze goed vooruitgaat.
Ze zit nu half overeind in bed en wacht
op haar man, die voor z'n werk de deur uit
is.
Maar rustig is ze niet.
Ze denkt te veel aan z'n vreemd-lacherig
doen, z'n gejaagdheid van de laatste maan
den. Dat was begonnen toen ie die opdracht
had gekregen.
Welke opdracht was dat? Waarom gaf ie
ontwijkende antwoorden als ze 't hem vroeg?
Waarom liet ie haa. noc iets er van zien.,
vroeger kwam .ie altijd zoo trotsch met z'n
werk naar haar toe en vroeg dan haar ook-
deel. Was 't dan géén schilder- of teeken-
werk? Was 't andere, vernederende arbeid.,
wou ie 't voor haar niet weten?
Die onzekerheid was haar steeds heviger
gaan kwellen en ze voelde, dat ze spoediger
beter zou zijn als ..e 't wistiets slechts
kon t toch niet zijn.... daar kende ze hem
te goed voor.
Zou ze.... zou ze even.... heel eventjes
maar....? Nee, ze ocht niet van de ka
mer af.... en ze nad nog maar 'n stapje of
wat gelooper met veel moeite.... ze
zou cr niet komen.
O.... op nog geen '.en pas afstand van
haar bed was de de ir van 't ateliereven
dat kleine stukje portaal over.... en aan
HET PROBAAT MIDDEL.
Abrahams kwam Goldstein's kantoor Mn-
nen, juist toen deze bezig was zijn kluis open
te maken.
„Stoor ik je?" vroeg Abrahams.
..Neen maar ik kon mijn kluis niet open
krijgen." zei Goldstein.
„Stuur even naar de fabriek om 'n man
netje.''
De man kwam en maakte de kluis open.
„Meneer," zei de man. wees nn verstandig
en schrijf de cijfers in uw boek, dan kunt u
't altijd vinden als u de combinatie soms
weer eens vergeten bent."
Den anderen dag kwam Abrahams weer op
het kantoor en vond Goldstein in groote op
gewondenheid. Hij kon weer niet in z'n kluis.
„Kijk dan in je boek. idioot!" riep Abra
hams.
„Jij bent 'n idioot!" antwoordde Goldstein
kwaad, ,,'t boek ligt in de kluis!"
Albireo (R.Z.A. lijn) thuisreis 9/12 v. Mon
tevideo.
Alkmaar (W.I.M.) 11/12 v. Coquimbo n.
Valparaiso.
Ares (K.I.M.) 10/12 v. Cristobal n. Calla.i.
Bovenkerk (Br. Ind. lijn) 10/12 v. Kurraclue
te Bombay.
Buitenzorg (R. Lloyd) thuisreis p. tl/12
Scilly.
Breedijk (H.A.L.) R'dam-Boston 11/12 te
Philadelphia.
Edam (H.A.L.) IVdam-New Orleans 11/12 v.
Havana.
Erato (K.N.S.M.) 12/12 v. R'dam te A'dam.
Gaasterdijk (H.A.L.) R'damNew York p.
10/12 Sable Island.
Glanmorganshire (H.A.L.)SeattleR'dam
10/11 te Londen.
Helder (W.I.M.) 11/12 v. Taleahuano n. San
Antonio.
Inp (K.N.S.M.) A'dam—Kopenhagen p.
10/12 Holtenau.
Jaarstroom (H.W.Afr. lijn) 11/12 v. Lagcs
n. Kotonou.
Jan Pietersz. Coen (Nederl.) uitreis 11/12 v.
Suez.
Jan van Nassau (W.I.M.) 9/12 v. Christob: 1
n. Guayaquil.
Karimata (Nederl.) uitreis j). 9/12 Perir.
Maasdam (H.A.L.) New OrleansR'dam
11/12 v. Vera Cruz.
Neptunus (K.N.S.M.) 11/12 v. Gravosa te
Venetië.
Nero (K.N.S.M.) 11/12 v. A'dam te Gothen
burg.
Noordam (H.A.L.) New YorkR'dam 11/12
's nachts 12 uur 460 mijl van Scilly wordt
13/12 te Boulogne verwacht.
Nijkerk (Br. Indië lijn) 11/12 v. Rangoon te
Calcutta.
Oranje Nassau (W.I.M.) 8/12 v. Cristobal n.
Puerte Colombia.
Orestes (H.W.Afr. lijn) 11/12 v. Hamburg n.
A'dam.
Ouderkerk (H.o.A. lijn) thuisreis 11/12 van
Hongkong.
Pak Ling (Java-New York lijn) Batavia
New York 11/12 te Gibraltar.
Perseus (K.N.S.M.) 10/12 v. Villa Garcia r..
Bordeaux.
Prinses Juliana (Nederl.) thwsr is p. 11/12
n.m. 12 u. Gibraltar.
Prometheus (Oceaan) BataviaA'dam 9/12
v. Port Said.
Rietfontein (H.Z.Afr. lijn) 11/12 v. Kaap
stad n. Walvischbaai.
Salawati (Java-New York lijn) 11/12 v.
New York n. Javr.
Spaarndam (H.A.L.) New OrleansR'dam
11/12 n.m. 6 uur van Santander.
Streefkerk (Br. Indië lijn) thuisreus 8/12 te
Vizagapatam.
Sumatra (Nederl.) thuisreis 11/12 te Piraeus
Tellus (K.N.S.M.) 11/12 v. Carthagena te
Genua.
Ternate (R. Lloyd) uitreis 11/12 v. Suez.
Tjisondari (Java-China-Japan) 11/12 v.
Hong.kong n. Dalny.
Vondel (Nederl.) uitreis 12/12 v. Southamp
ton.
Wills (R. Lloyd) uitreis 12/12 v.m. te Mar
seille.
Zaanland (H. Lloyd) thuisreis p. 12/12 Gra-
vesend van Londen.
Ceram (Java-Bengalen) 10/12 v. Rangoon
te Soerabaja.
Ceylon (Java-Bengalen) 10/12 v4 Rangoon
n. Java.
de trapleuning kon z i 'n heel stuk vast
houden.... Ze mocht toch wel weten hoe
hij aan 't geld kwam.... en* de toegang tot
't atelier had ie haar nog nooit verboden.
Ze liet zich heel voorzichtig uit 't ledikant
glijden.... omknelde elk steunpunt wat ze
zag.... ze werd duizelig, moest 'n poosje
haar oogen sluiten en stilstaan. «Voetje voor
voetje schoof ze naar dc deur van 't ate
lier, die aan stond.... Niets bijzonders zag
ze
Op 't tafeltje bij 't raam lagen wat pa
pieren, pennen, potlooden, fleschjes Oost-
Indische inkt en 'n paar boekeg.
Ze wankelde er heen.... lichtte 'n paar
papieren op.... Even bleven haar oogen
groot cn glazig staren op de teekeningen
die bloot waren gekomen.... op de in-ge-
meene voorsjellin' van onzedelijke too-
neelen, waarin ze direct weer haar eigea
gelaatstrekken van vroege, had herkend.
Toen zakte ze met 'n lichte kreet over
't tafeltje. bleef roerloos liggen.... tot hij
haar vond....
Over den grond lagen de papieren ver
spreid, waaronder het contract van 'n uit
gever van vieze geïllustreerde romannetjes..
Ze was weer ingestort.... en 'n week la
ter zat ie alleen in 't eenigste volgrijtuig
van de meer dan sobere begrafenis..,, on
herkenbaar bijna.
(Nadruk verboden), Q