K ELCK WAT WILS Tweede Blad. 16 December 1922 r Ons vroolijk Hoekje. DE ECONOMISCHE TOESTAND. Het maandschrift voor de Statistiek geeft een beknopt overzicht van de voor naamste feiten, in het 3e kwartaal van 1922 op Sociaal-economisch gebied voor gevallen, benevens enkele cijfers, welke een blik geven op den economischen toestand waaraan het onderstaande is ontleend De economische crisis bleef op den gang van zaken in de nijverheid een zeer ongunsfigen invloed uitoefenen. Blijkt dit al reeds duidelijk uit het feit dat in tal van bedrijfstakken, en zeer veel on dernemingen slechts met eenvaak zelfs zeer geringdeel der capaciteit is doorgewerkt, daarnaast valt te wijzen op de van patroonszijde geuite klachten over het slechts verkrijgbaar zijn van weinig of niet loonende orders, hetgeen ook geldt voor een aantal der onderne mingen, welke geen of althans slechts weinig gebrek aan bedrijvigheid vertoon den en welke, alle te 'zamen genomen, toch ook nog een niet gering deel der nij verheid uitmaakten. In verband met het onder deze omstandigheden aangewak kerde streven om tot vermindering dei- productiekosten te geraken, stond het afgeloopen kwartaal, meer nog dan het voorgaande in het teeken van loons verlaging en werktijdverlenging of po gingen daartoe. Ook bleef men van on dernemerszijde krachtig actie voeren ter verkrijging van vermindering van be-, lastingdruk, waarbij o.a. in het bijzonder kan worden gewezen op de beweging tegen de zakelijke bedrijfsbelasting. Ove rigens werd ook nu weder, dikwijls met min of' meer klem, aangedrongen op maatregelen van overheidswege om ge troffen industrieën tegemoet te komen. De verhoudingen op de arbeidsmarkt waren, het behoeft na het voorstaande nauwelijks te worden betoogd, voor de arbeiders in het algemeen zeer ongun stig, al geldt dit natuurlijk niet voor alle bedrijfstakken in even sterke mate en sluit, het niet uit, dat bij uitzondering voor bepaalde bedrijven geschikt per soneel of vaklieden niet genoeg of al thans moeilijk te bekomen varen. In ver gelijking met het vorige kwartaal was hier en daar toeneming der werkgelegen heid te constateeren. Dat was b.v. "het geval in de diamantindustrie, waar in de briliantbranche meer werk kwam. In de sigarenindustrie kon aan vele arbei ders werk worden verschaft bij de werk zaamheden voor de Spaansche Regie. Aan den inderen kant gaven niet weinig anderenen daaronder belangrijke' bedrijfstakken min of meer achteruit gang te zien. Als zoodanig verdienen o.a. vermelding de typografische vakken, het bouwbedrijf, de leder- en rubberindu strie en verscheidene branches der me taal industrie (b.v. de scheepsbouw en de machii elabricage).j In detexti lin ustrie is de werkloosheid eveneens toegenomen, zij het ook, dat zij in totaal nog van be perkten omvang'bleef. doorda"t in een niet gering aantal fabrieken de werkge legenheid nog reden tot tevredenheid gaf. Wat den toestand buiten de nijver heid betreft, valt o.a. op te merken dat uit onderscheidene belangrijke centra van groentencultuur ontslag van los en vast personeel werd gemeld, wegens de uitermate ongunstige omstandigheden, waarin in het bijzonder deze tak van den tu nbouw v rkeerde. Ook in de bloemis- tenbedrijven vinden de slechte tijden hun terugslag. In de centra van boom- kvVeekerijen was voldoende werk met het schoonhouden der kweekerijen, het ocu- leeren enz. In de fruitteelerijen heerschte evenmin slapte, daar 1922 een goed fruitjaar is en een deel van den oogsttijd in dit kwartaal valt. Aan de zeevisscherij namen ook in dit kwartaal weder veel minder vaartuigen deel, dan in het over eenkomstige van 1921, nnl. door den kleineren omvang der drijfnetvisscherij op haring. In "de veenderij was de om standigheid, dat dit jaar over het alge meen zeer weinig turf gegraven is, uiter aard van ongunstigen "invloed op de werk aamheden' in de, vnl. in het 3e kwartaal vallende, droogperiode. In de steenkolenmijnen vertoonde het totaal aantal arbeiders slechts lichte schomme ling m. Het gemiddelde aantal arbeider p' "''dag m het havenbedrijrf te sterdam bedroeg ii dit kwa taal (i. g-*581 in het vorige en 5159 in h 3 - kwartaal van 1921). Te Rotterdam was in genoemde perioden het weekge- middelde der door de losse arbeiders verrichte taken resp. j5, 29836 en 40080 en het gemiddeld aantal vaste arbeiders resp. 4184, 4161 en 4627. NIET STEEDS IS DE LIEFDE BESTEN DIG VAN DUUR. Het is nog niet zoolang geleden dat vrij algemeen door de R.K. in woord en geschrift het R.K. Vereenigingsleven werd aangemoedigd en verdedigd. Onze vakorganisaties werden de grond slag van de op te bouwen bedrijfsorga nisaties genoemd en de bedrijfsorganisa tie zelf was de logische consequentie van pnze sociale actie op het terrein van den arbeid. De laatste tijden geven het bewijs van het aloude gezegde, dat de liefde niet steeds bestendig van duur is. Wat we te hooren en te lezen krijgen verraadt vaak een geestesgesteldheid, die van weinig vriendelijkheid getuigt tegenover de vakorganisatie en tast vaak het wezen dier organisatie's aan. Voorheen zwegen de tegenstanders van ons R.K. Vereenigingsleven, of zij beperkten zich tot het signaleeren van en kele feiten waarvan zij vermeenden, dat ook anderen dan zij zelf het daarmede niet volkomen ééns zouden zijn. Thans echter spreiden# die tegenstanders met een benijdensw'aardige vruchtbaarheid hun anti-sociale gevoelens ten toon en hun optreden staat vrijwel in het teeken van verdelgingsgezindheid ten aanzien van het zoo moeizaam opgebouwde. Velen zullen mèt mij zich hebben af gevraagd van waar die ommekeer en waar ligt de oorzaak van die kentering in het gedachtenleven van zoovelen. En dan meen ik het antwoord op die vraag te mogen geven en de oorzaak te mogen toeschrijven aan materialistische op vattingen, ook dadr waar men bij de be strijding van onze organisaties een zeker godsdienstig uitgangspunt kiest. Men hoopt in deze dagen van terug slag, nu iedereen dien tegenspoed onder vindt, zoo gaarne een zondebok aan wijst, een te beteren voedingsbodem te vinden, voor de verbreiding van hun weinig sociale denkbeelden en zucht tot afbraak. Het is wellicht wat scherp geteekend, maar ik kan het met den besten wil der wereld niet anders zien. Want wat is er nu eigenlijk veranderd Wat wettigt dan de opvatting dat onze organisaties principieel onjuist en wel licht mede daarompractisch onbruik baar zouden zijn. Men versta mij vooral niet verkeerd t onze R.K. Organisatie's en zeker onze R.K. Vakorganisatie's hebben al zóó veel stormen getrotseerd, dat deze aan vallen door haar best kunnen doorstaan worden maar dat verandert niets aan het feit, dat de aanval niet slechts onge motiveerd, maar in wezen een hoogst gevaarlijke aanval is, die zeer storend inwerkt op de rust in onze samenleving en velen onzer R.K. arbeiders in groot gevaar brengt. Niemand heeft ooit beweerd, dat onze R. K. sociale organisaties zonder gebre ken waren, dat er nimmer fouten door haar gemaakt zijn niemand zal willen beweren dat de vorm onzer organisatie onverbeterlijk is, dat haar bestuurders het monopolie van alle deugden bezit ten enz.wan't dat zou een dwaasheid zijn. Maar men mag zich wel tweemaal be denken, voor men er toe overgaat om door verwarring stichtende voorstel ii g n van onze organisaties, ons volk op een dwaal spoor te helpen. De R.K. sociale organisaties en niet het minst onze R.K. Vakorganisaties, zijn als 't v/are door en in de verdrukking tot ontwikkeling en bloei gekomen en wie, los van eigen belangetjes of vocr- oordeelen, een zakelijk oordeel wil vel len zal hebben te erkennen, dat zij on schatbaar nut hebben gesticht niet al leen voor haar leden maar ook voor Kerk en Maatschappij. Is het dan eerlijk om te suggereeren, dat we bezig zijn ons dóód te organisee- ren, op een tijdstip dat er een niet te ontkennen teruggang is in het ledental onzer sociale organisaties. Niemand ontkent alweer, dat we mis schien op sommig terrein een te veel nebben van het goedemaar als het er -«*n op aankomt en we zien wat er eigen lik verdwijnen moet, dan zijn het niet de vereenigingen die de meest onbenul- iigste belangen voorstaan, maar dan komt de aap uit den mouw en is het de vakorganisatie de organisatie die men toch met uw klassenstrijd? Ge zult of, vréést die eigenlijk maar verdwijnen ge wilt of niet, dien strijd hebben te aan moet. vaarden zoogoed als wij. Want ook wij Wie geen critiek kan verdragen mist strijden den strijd niet öm den strijd, het vertrouwen in eigen zaak en op- maar omdat we in deze kapitalistische bouwende critiek kan geen enkele zaak samenleving zonder strijd de grootst schaden. Maar we hebben niet te doen denkbare verdrukking zouden 'onder met kritiek, doch met een poging tot vinden. afbraak. De Heer Stenhuis, voorzitter van het Wat ik dezer dagen weer onder de N.V.V., geft in „Het Volk" van 11 De- oogen kreeg in de „Nieuwe Eeuw" wet- cember een uiteenzetting van den klas- tigt m.i. volkomen deze opvatting. senstrijd met een heel wat zachtaardiger Dit weekblad neemt niet zonder in- karakter als we zoo nu en dan aan onze stemming een studenten-artikel over r.k. Vakbeweging zagen toegedicht, uft „Ro'omsch-studentenblad", hetwelk in antwoord "op de N. Venlosche Cou- voor een gewoon mensch als de meest rant zal de heer Stenhuis even duide- reine onzin klinktvertelt daarna dat jjjk maken wat nu eigenlijk klassen- de organisatie als doel en niet als middel strijd is en hij verklaart plechtig, zooals wordt aangezien om dan later te vertel- alleen de heer Stenhuis kan zijn len dat het met vreugde de ideeën van ;De klassenstrijd is niet een rooftocht den Heer Hermans vernomen heeft, om nog in een zinsverband even later ons weer te willen wijsmaken, dat de orga- nisatiebouw volgens Hermans, nota bene nog te vèr gaat en ook de door Hermans gedachte raden „al te licht zullen vervallen in de „strijdactie, waarin hare leden, dezelfde „menschen immers die nu in de orga nisaties den klassenstrijd voeren, zijn „opgevoed." 1 Ik vraa^ me af, of menschen die zulke theoriën onder ons Roomsche volk wer pen, ondanks alle geleerd-doenerij, wel de draagwijdte daarvan begrijpen. j Want wat zal er van onzen R.K. arbei ders worden als men hun, het eenigste wat zij bezitten, om hun belangen te verdedigen gaat ontnemen en gaat onder mijnen nog vóór er iets anders in de plaats is gesteld. Ik kan het mis hebben waarom niet maar geloof niet aan onderne- mingsraden ecomomische cellen waarin patroon en arbeider en arbeiders onderling in broederlijke liefde zullen samenwerken, om het bedrijf op te voe ren en uit te bouwen alsof het ieders afzonderlijk eigendom wareik geloof daar niet aan. om dezelfde reden waarom ik niet aan socialisatie gelooven kan n.l. omdat de menschelijke natuur nu een- „om den bezitters van nu de zaken af ['te nemen hij bedoelt niet de werk gevers te benadeelen hij beoogt [[evenmin machtsoverweldiging van [[wie ook. „De klassenstrijd is de strijd van de „arbeidersklasse voor haar volledige „emancipatie en voor een verdeeling [[der productie, berustend op wat noo- ,[dig is en wat gepresteerd wordt. „Welke middelen in dien strijd ge bruikt worden, hangt mede af van „hen die nu de arbeiders door hun macht overweldigen. „De klassenstrijd bestaat niet uit „eé'n reeks van stakingen, doch uit [[den voortdurenden druk dien de or ganisatorische, politieke en ekono- „mische macht van het proletariaat „uitoefent op de klassen door welke ,[het wordt onderdrukt. „Welke vormen de strijd aanneemt „wordt mee bepaald door de wijze [[waarop de tegenstanders op dien druk „reageeren. Wij hebben juist betoogd wat wij willendat de weg der evolutie niet ver stopt wordt, dat ons niets liever is dan „langs de wegen van vreedzamen voor- uitgang het doelwit van den klassen- Strijd kan worden bereikt. De cursiveering is van mij. En we moe- maal anders is en het overgroote deel der ten nu niet op een enkel zinnetje gaan menschen nog niet genoeg heeft aan wat )>Vallen" maar dan ziet de „klassen- de Godsdienst en zedewet hun leert strijd" er nu toch waarlijk niet zoo bar- nopens het vervullen van hun plichten, baarsch uit, dunkt me. maar daarenboven nog een zeer sterke En toch dezelfde Stenhuis verklaart maatschappelijke prikkel behoeven om jn bijna elk nummer van het orgaan van dien plicht te vervullen. bet N.V.V. de mentaliteit van de R.K. Nog eens: ik geloof aan al dat moois arbeiders is een geheel andere dan die van niet, maar dat belet toch niemand om een de N.V.V.'ers de R.K. Vakbeweging eerlijke proef te nemen jS onbetrouwbaarzij jaagt hersenschim- Wie zal het nu toch in vredesnaam men na door haar eindeloos pogen om in den Patroon kwalijk nemen, die reeds harmonie met de werkgevers vrede in het morgen beginnen wil om met zijn perso- bedrijf te'brengen enz. neel in overleg te treden over dat enorm Dus, toch weer heel anders groot aantal zaken die nog steeds buiten de bemoeiingssfeer van de vakorganisa- Het kan ons weinig interesseeren wat tie liggen wie zal het den patroon kwa- men nu eigenlijk klassenstrijd wil noe- lijk nemen als hij zijn arbeiders reeds men- een begin van medezeggingschap wil Als het klassenstrijd is, dat de werk- toekennen. gevers en werknemers het somtijds Ik zou zoo zeggenlaat men toch zijn njet eens worden over den inhoud van harf jophalen, laat men toch niet wach- het arbeidscontract, over de erkenning ten tot de wetgever met den politiestok Van de vakorganisatie, kortom over alles achter de deur tot handelen dwingt. waarover menschen al verschil kunnen Men behoeft op niets en niemand te krijgen, dan strijden inderdaad de R.K. wachten, dus waar zeurt men over organisaties den klassenstrijd. Dat kan allemaal zonder maar een Als Stenhuis daarmede gelukkig is te woord kwaad van onze bestaande orga- maken dan is er geen reden hem dat ge- nisatie's te zeggen. Als we met een reëele zaak te doen had den was het zeer gemakkelijk en als we zoover waren dat zonder vakorganisatie de zaak behoorlijk marcheerde, wie zou er dan mal genoeg zijn om nog de offers voor die organisatie te willen brengen. Maar juist het feit, dat men van onze organisaties een karikatuur teekent, noch vóór er ook maar iets voor in de plaats is gesteld, maakt de actie daartegen tot een van de meest bedenkelijke soort. Het is daarom te hopen, dat onze R.K. arbeiders en werkgevers zich daaraan niet storen en vooral onzen R.K. arbei ders zou het een onherstelbare schade beteekenen zoowel op zedelijk als op materieel gebied als ze niet door gewel dige propaganda, door onvermoeid voor hun organisatie op te komen zouden her stellen wat door dezulken bedorven wordt. Maar léérzaam zijn deze tijden wel, waar wij nu onze ware vrienden kunnen herkennen. A. j. L. VAN TWEE KANTEN. Worden we sedert eenige maanden ook door sommigen onder onze geloofs- genooten besprongen, die de fameuze ontdekking hebben gedaan, dat onze R.K. Vakorganisatie's den klassenstrijd strijaende socialisten zouden geen socialisten Tneer zijn, wanneer zij deze voor hen zoo gunstige situatie onbenut zmden laten. Ongetwijfeld word;t het hun den laat- jsten tijd wel wat al te gemakkelijk ge maakt. Als sommigen onzer een strijd over den inhoud van het arbeidscontract een stuk klassenstrijd of althans een uiting daarvan noemen, welnu de socialistische vakbeweging heeft daaraan steeds den zelfden uitleg gegeven. Tot de R.K. geor a eerde arbeiders hebben zij steeds gezegd wat bazelt ge luk te onthouden hetzelfde geldt voor R.K. bladen en personen. Waarom zouden we ook hen niet ge lukkig maken als ze met alle geweld toch klassenstrijd willen zien. Als men maar goed begrijpt, dat er wezenlijk verschil blijft bestaan tusschen organisaties die zich door den Godsdienst en Zedenwet gebonden achten die zich stellen onder de leiding van het Kerke lijk Gezag die bij haar streven naar be langenbehartiging van haar leden toch haar hoogste eer er in stellen waarlijk Katholiek te zijn, ondanks gebreken bij haar en haar leden kortom als men naar het diepgaande verschil wil zien en erkennen tasschen onze Roomsche en Socialistische organisatie's. En als men onder ons kortzichtig ge noeg is om dat niet te erkennen, de soci alistische organisaties doen het ondanks zich zeivenen het feit, dat men op fa brieken en werkplaatsen, bij sport en spel, kortom overal waar men maar kans ziet, probeert de R.K. arbeiders in hun organisaties over te hevelen, bewijst wel dat zij heel goed begrijpen van welke enorme beteekenis het is d,e Roomsche mannen in hun beweging te krijgen. Wat hen behoudens uitzonderings gevallensteeds minder zal gelukken want nimmer was h'et ook voor óns, eenvoudige menschenduidelijker, dat al die maatschappelijke ellende, die wij nu doorleven moeten en in andere landen in nog heviger mate doorleefd moet wor den, een gevolg is van het feit, dat de Christelijke beginselen niet erkend wor den als grondslag en richtsnoer voor het menschelijk handelen. En ondanks werkelijke of vermeende gebreken die men de arbeiders zou willen verwijten, kan men tóch niet zonder respect denken aan het feit, dat zij vaa dag in, a:g uit, zich te verweren nebben tegen hen die er alles op zetten om hen vanuit de Roomsche in de Socialistische vakbeweging over te brengen, maar in ie- TREKJES CCLXXII. dig weerstaan ofschoon het een onbe twistbare waarheid is, dat een beweging die elk verband met den Godsdienst of de Zedenwet ontkent, gemakkelijker pro pageert dan een die zich door de eenig juiste, maar daarom toch niet steeds ge makkelijk na te leven beginselen laat leiden. Als onze R.K. bedillers ook daaraan eens wat aandacht schonken, wellicht was hun oordeel dan iets vriendelijker. Want al kunnen zij per resto onze be weging toch niet onderstboven gooien, ook voor ons geldteen goed woord vindt een goede plaats. LANDBOUW EH VISSGHERIJ. Raadgevingen voor veehouders. VISSCHERIJ-PROEFSTATION TE UTRECHT. Te Utrecht werd dezer dagen door het bestuur van het Nederlandsche Vis- scherij Proefstation officieel geopend, het sedert enkele weken in gebruik ge nomen nieuwe laboratorium. Behalve het bestuur bestaande uit de heeren Mr. A. W. Schippers, W. J. Kernkamp en J. P. van Lonkhuyzen, waren aanwezig ver tegenwoordigers van de verschillende Visscherij-organisaties die zitting heb ben in het algemeen bestuur van de ver- eeniging. De plechtigheid werd mede bijgewoond door Dr. H. J. Lovink, lid van de Tweede Kamer, door de heeren J. W. Botteman- ne en A. B. Brouwer hoofdinspecteur en inspecteur der visscherijen, de weten schappelijke adviseurs van het Proef station Prof. P. van Romburgh en Prof. H. R. Kruyt, den heer A. Nengerman, en verschillende vertegenwoordigers van het bedrijf en uit den handel, benevens enkele genoodigden. KUNST EN KENNIS. KALK IN HET VOEDSEL. Een onmisbaar bestanddeel van het voedsel is kalk schrijft dr. J. de Groot Sr. in „Nosokomos." Is er te weinig kalk in het voedsel, dan wordt er kalk aan het organisme onttrokken, en wel in de eerste plaats aan de beenderen, maar ook aan de wee- ke deelen. Wanneer gedurende langen tijd voedsel wordt gebruikt, dat te weinig kalk bevat, dan doen zich verschijnselen voor van reachitiszelfs kunnen de beenderen bros worden en breken. Door toevoeging van kalk aan het voed sel kunnen deze verschijnselen bestreden worden. Een kip met een gebroken poot legt eieren zonder schaal, doordat de kalk, noodig voor het doen heelen van het been, aan het bloed onttrokken wordt, zoodat er niet genoegd overblijft voor het vormen der eierschalen. Een kip, die niet genoeg kalk in het voedsel krijgt, legt ook eieren zonder schaal en houdt weldra op, eieren té leggen. Dit is het ge val als men de kip voedt met gerst en aardappelen en het dier opgesloten houdt, zoodat het niet in de gelegenheid is kalkhoudende aarde op te pikken. In de gerst is phosphorzuur aanwezig dit nuttige bestanddeel van het voedsel gaat echter voor het dier verloren, tenzij er in het voedsel ook kalk aanwezig is in dat geval wordt er phosnhorzure kalk e ormd, het hoofdbestand leel van de bei n ieren. Voor den mensch is het voor de goede ontwikkeling van b 'enderen en tanden even noodzakelijk, dat in het voedsel de noodige hoeveelheid kalk aanwezig i; In Duitschland heeft men de merk- Z .i* waardige ervaring opgedaan, dat naar mate de tanden der schoolkinderen slechter worden, ook hun lichaamsge wicht en lichaamslengte verminderen, en dezelfde ervaring deed men op bij de miliciens. Opmerkelijk is, dat de schoolkinderen tegel ij kerfijd ook gees telijk minder presteerden. Dat de meerdere of mindere rijkdon aan kalk van den bodem van groote.i invloed is op de lichamelijk» ontwikke ling, heeft men ten opzichte van paarden 'en koeien zoowel als van menschen kun nen vaststellen. Het is ook waarschijnlijk, dat er ver band besfaat tusschen zenuwziekte ea zelfs krankzinnigheid en een tekort aan kalk in het voedselde zenuwarts d Van der Scheer vond, dat bij kranl - zinnigen beenverweeking zeer veel voor komt. Ten slotte wijst de fchrijver erop, dat de zoo gevreesde „slagaderverkalking" <arterioscierose) niet het gevolg is van c e aanwezigheid van te veel kalk in hi t voedsel, maar integendeel het gevo':g van een ziekelijke afwijking, waarbij ruime toevoer van kalk van veel nut k: a zijn. STOOMVAARTLIJNEN. «Jori4In't« 4a Tn<vrvnn - i I i 1 J1 Pt Hoe hei kwam. Ze waren nog jong, en hadden dus 'n schep idealen voor 't presenteeren. Hij was kunstschilder; zij voelde óók ar tistiek. Nee, u moet nou niet direct denken, dat 't zoo'n artistiekerig stelletje was, zooals je ze wel eens ziet loopen: allebei met han gende waai-haren en zonder hoofddeksel. Ze zagen er integendeel nuchter-eenvoudig uit.... niemand zou van hen hebben gezegd, dat ze van de schilderkunst leefden, of pro beerden te leven; ze maakten meer den indruk van: 'n net winkeljuffie en 'n dito kantoorbediende, die nog maar pas met el kaar scharrelden. Ze waren heel jong getrouwd; iets wat, gedachtig de vele idealen, verklaarbaar is. En, waarschijnlijk doordat ze aan het leven heel sobere eischen stelden.... 't ging.... ze hielden zelfs nog wat over. Ze woonden in 'n buitenwijk in 'n klein nieuw huisje met één verdieping, waarvan de zolder als atelier was ingericht. De balken en de wanden had ie zelf oud eiken gebeitst. En heelemaal in 't rond had 'n breede richel gemaakt; daarop stonden pulletjes, testjes, aarden potjes, koperen stoofjes, doofpotjes, gesneden afgodsbeeld jes, kleine bustes in brons en steen en 'n heeleboel amfere dingetjes. Dan hingen aan de wanden 'n paar roestige wapens uit lang vervlogen tijden, sarongs, batik-lappen en hier en daar nog 'n pompadour-doekje, los geplooid om of langs 'n schilderwerkje; eind jes gebruikt Smyrna lagen op den vloer; op 'n tafeltje in den hoek lagen Toorop-albums en 'n viertal dikke carton-portefeuilles met reproducties, en eigen schetsen. Verder de benoodigdheden, die geen enkele kunst schilder kan missen. In dat inderdaad gezellig gemaakte ate lier werkte hij iederen dag ijverig aan de niet al te best betaalde stukjes voor kunsthande laars. 'n Paar maal had ie met e e n i g succes ge- exposeerd; hoopte, idealiseerdedat z'n naam en z'n werk meer bekend zouden wor den.... dan kon ie hoogere eischen stellen en méér gaan leeren, in grootere steden, in t buitenland en.... o, nog zooveel meer. Soms was hij zóó in zijn arbeid verdiept, dat hij pas na 'n kwartier of 'n half uur be merkte, dat z'n jong vrouwtje was binnen gekomen, stil te wachten zat op 't rieten driehoek-stoeltje naast de deur.omdat ze hem in die oogenblikken niet wou storen met de mededeeling dat 't eten klaar was of z'n koffie stond ingeschonken. Maar dan bleef ze nooit lang meer in z'n heiligdomme- tje.ze wist, dat ie alléén beter opschoot, meer qp z'n gemak was. Als 't schemerig werd hield hij op met wérkenen na wat gesnuffel in 'n krant of 'n tijdschrift gingen ze samen de deur uit, keken wat winkels en kochten, wat voor den volgenden dag noodig wasen hij schaam de zich niet een paar zakken of pakjes mee te dragen. Rustigjes ging voort hun mooi jong leven tje van geluk en toekomstdroomen.tot dat. Ja, ik kan 't heusch niet helpen, maar 't wordt v/éér tragisch.Dat heb je van ver haaltjes, die zoo hier en daar uit 't werke lijke leven worden opgepikt. En om er nou 'n onecht vroolijk slot aan te breien.... dat lijkt me banaal. Totdat.de malaise kwam, die de kunst het eerst en 't ergst knauwde.... Van geregeld werk was geen sprake meer en 't werd zoeken.... echt zoeken voor 't bestaantje, want 'n ander vak kon ie niet beginnendaar stonden z'n handen niet naar. 't Vrouwtje ging sukkelenzooiets heb je dikwels in dergelijke omstandigheden.... Sterk was ze nooit geweest. Er kwam 'n dokter, die dingen voorschreef, die toevallig allemaal nogal duur waren. 'n Verhaal van steeds nijpender zorgen en ellende zullen we maar niet gaan ophangen. is al zoo vaak geschreven en gelezen. We gaan dus maar ineens 'n maand oi vier verder. 't Vrouwtje ligt doodiwak in haar bed te peinzen over de vervlogen toekomstdroomen. Hij zit er naast, magerder nog dan ie al was, ook 'n tikkie bleeker.... en peinst eveneens. 't Gezellige ateliertje is leeg-beleend en verkocht.... alleen 't materiaal ligt er nog, droog-korsterig en vuil. Zij zucht.... en hij vertrekt smartelijk z'n bloedlooze lippen, wijl hij weet wat die zucht beteekent. Z'n vingers nlukken zenuwach tig aan z'n kale broek Dit tooneeltje biijft nog 'n minuut of twin tig zoo duren. Dan staat ie op.... geeft haar 'n paar zoenen en zegt, dat ie wat lek kers voor haar gaat koopen.... 'n paar eieren en vleesch misschien. Ze kijkt verbaasd op.... wil wat vragen, maar hij gebaart, dat e zich niet ongerust moet maken. Op haar verzoek brengt ie 'n stapeltje tee- kennigen en schetsen op 't bed, om 't wach ten minder lang te laten duren. Dan gaat ie wegz'n stap is niet zoo zeker, maar ze bemerkt 't niet.... 't was de laatste lijden wel eens meer zoo. Ze gaat z'n werkjes bekijken en glimlacht droevig. Even schrikt ze als ze haar eigen beelte nis van 'n half jaar en langer geleden te genkomt.... nu ziet ze pas goed hoe ze in haar nadeel is veranderd.... en de papie ren blijven weer 'n poosje stilliggen.... al leen die dichter bij haar handen liggen.... die trillen mee. Verstrooid kijkt ze verder.in elk vrou wen figuurtje or hem geteekend, vindt ze haar eigen trekken van vroeger weer.... Dat had ie altijd voor gewoonte gehad.... dan lukte het 't beste had ie steeds gezegd. Ze bladert verder, krijgt er 'n weemoedig genoegen in zich telkens anders te zien met toch datzelfde wezen in 't gelaat.... Zoo gaat er 'n uur voorbij. Hij komt terug met eieren, vleesch, vruch ten cn wijn Ze vraagt, vraagt, maar hij maakt weer 'n geruststellend gebaar.... fluisteit haar be verig in 't oor, dat ie 'n voorschot heeft ge kregen op 'n mooie opdracht, die hem voor 'n beele poos werk bezorgt. In haar blijdschap ziet ze niet, dat ie mal doet met z'n handen, met z'n oogen, die Êr worden dezen winter veel aardappelen aan de verschillende veesoorten vervoederd. Denk daarom aan het volgende: 1. Aardappelen bevatten weinig of geen ei wit en zijn arm aan fosforzuur en kalk. 2. Naast aardappels hoort dus eiwitrijk en fosforztiurhoudend voeder. 3. Aardappels zijn op de eerste plaats mesl- voeder en kunnen daarom goed aangewend worden voor de mesterij van volwassen run deren en meslvarkens. 4. In matige hoeveelheid kunnen V ook opgenomen worden in het rantsoen voor melkvee, echter liefst niet meer dan 10 K.G. per stuk. 5. Geeft men aan melkvee te groote hoe veelheid aardappels, dan krijgt de melk een onaangenamen smaak, karnt moeilijk uit, ter wijl de boter hard en kruimelig wordt. 6. Voor jonge paarden zijn aardappels wei nig geschikt; derhalve in hun rantsoen wei nig of geen aardappels opnemen. 7. Volwassen paarden mogen gerust wat aardappels hébben, doch langzaam aan de dieren er aan gewennen. 8. Voor varkens en paarden koke men de aardappels en werpe men het kookwater weg; melkvee krijgt ze rauw doch goed gewassen; meslrunderen gedeeltelijk rauw, gedeeltelijk gekookt. 9. Vooral bij groeiende dieren, melkgevende en drachtige dieren hoort naast aardappels veel eiwitrijk krachtvoer in het rantsoen; dit geldt zeer zeker ook voor groeiende mesl varkens. Ondermelk, vleesch- en vischmeel werken voor deze laatste dieren zeer gunstig. 10. Voeder geen rotte of geschoten aard appels; werp de scheuten weg en kook ge schoten aardapoels steeds voordat ge ze voert. vreemd, bijna wild door 't kamertje gaan. Ze vermoedt niet wat ie heeft gedaan in z'n vertwijfeling.... in de wanhoop van iemand zonder houvast aan iets hoogers. We springen weer 'n paar maanden ver der. 't Vrouwtje ziet er veel beter uit. De dok ter heeft gezegd, dat ze nu 'n kwartier per dag in den leunstoel mag zitten bij 't raam. dat ze goed vooruitgaat. Ze zit nu half overeind in bed en wacht op haar man, die voor z'n werk de deur uit is. Maar rustig is ze niet. Ze denkt te veel aan z'n vreemd-lacherig doen, z'n gejaagdheid van de laatste maan den. Dat was begonnen toen ie die opdracht had gekregen. Welke opdracht was dat? Waarom gaf ie ontwijkende antwoorden als ze 't hem vroeg? Waarom liet ie haa. noc iets er van zien., vroeger kwam .ie altijd zoo trotsch met z'n werk naar haar toe en vroeg dan haar ook- deel. Was 't dan géén schilder- of teeken- werk? Was 't andere, vernederende arbeid., wou ie 't voor haar niet weten? Die onzekerheid was haar steeds heviger gaan kwellen en ze voelde, dat ze spoediger beter zou zijn als ..e 't wistiets slechts kon t toch niet zijn.... daar kende ze hem te goed voor. Zou ze.... zou ze even.... heel eventjes maar....? Nee, ze ocht niet van de ka mer af.... en ze nad nog maar 'n stapje of wat gelooper met veel moeite.... ze zou cr niet komen. O.... op nog geen '.en pas afstand van haar bed was de de ir van 't ateliereven dat kleine stukje portaal over.... en aan HET PROBAAT MIDDEL. Abrahams kwam Goldstein's kantoor Mn- nen, juist toen deze bezig was zijn kluis open te maken. „Stoor ik je?" vroeg Abrahams. ..Neen maar ik kon mijn kluis niet open krijgen." zei Goldstein. „Stuur even naar de fabriek om 'n man netje.'' De man kwam en maakte de kluis open. „Meneer," zei de man. wees nn verstandig en schrijf de cijfers in uw boek, dan kunt u 't altijd vinden als u de combinatie soms weer eens vergeten bent." Den anderen dag kwam Abrahams weer op het kantoor en vond Goldstein in groote op gewondenheid. Hij kon weer niet in z'n kluis. „Kijk dan in je boek. idioot!" riep Abra hams. „Jij bent 'n idioot!" antwoordde Goldstein kwaad, ,,'t boek ligt in de kluis!" Albireo (R.Z.A. lijn) thuisreis 9/12 v. Mon tevideo. Alkmaar (W.I.M.) 11/12 v. Coquimbo n. Valparaiso. Ares (K.I.M.) 10/12 v. Cristobal n. Calla.i. Bovenkerk (Br. Ind. lijn) 10/12 v. Kurraclue te Bombay. Buitenzorg (R. Lloyd) thuisreis p. tl/12 Scilly. Breedijk (H.A.L.) R'dam-Boston 11/12 te Philadelphia. Edam (H.A.L.) IVdam-New Orleans 11/12 v. Havana. Erato (K.N.S.M.) 12/12 v. R'dam te A'dam. Gaasterdijk (H.A.L.) R'damNew York p. 10/12 Sable Island. Glanmorganshire (H.A.L.)SeattleR'dam 10/11 te Londen. Helder (W.I.M.) 11/12 v. Taleahuano n. San Antonio. Inp (K.N.S.M.) A'dam—Kopenhagen p. 10/12 Holtenau. Jaarstroom (H.W.Afr. lijn) 11/12 v. Lagcs n. Kotonou. Jan Pietersz. Coen (Nederl.) uitreis 11/12 v. Suez. Jan van Nassau (W.I.M.) 9/12 v. Christob: 1 n. Guayaquil. Karimata (Nederl.) uitreis j). 9/12 Perir. Maasdam (H.A.L.) New OrleansR'dam 11/12 v. Vera Cruz. Neptunus (K.N.S.M.) 11/12 v. Gravosa te Venetië. Nero (K.N.S.M.) 11/12 v. A'dam te Gothen burg. Noordam (H.A.L.) New YorkR'dam 11/12 's nachts 12 uur 460 mijl van Scilly wordt 13/12 te Boulogne verwacht. Nijkerk (Br. Indië lijn) 11/12 v. Rangoon te Calcutta. Oranje Nassau (W.I.M.) 8/12 v. Cristobal n. Puerte Colombia. Orestes (H.W.Afr. lijn) 11/12 v. Hamburg n. A'dam. Ouderkerk (H.o.A. lijn) thuisreis 11/12 van Hongkong. Pak Ling (Java-New York lijn) Batavia New York 11/12 te Gibraltar. Perseus (K.N.S.M.) 10/12 v. Villa Garcia r.. Bordeaux. Prinses Juliana (Nederl.) thwsr is p. 11/12 n.m. 12 u. Gibraltar. Prometheus (Oceaan) BataviaA'dam 9/12 v. Port Said. Rietfontein (H.Z.Afr. lijn) 11/12 v. Kaap stad n. Walvischbaai. Salawati (Java-New York lijn) 11/12 v. New York n. Javr. Spaarndam (H.A.L.) New OrleansR'dam 11/12 n.m. 6 uur van Santander. Streefkerk (Br. Indië lijn) thuisreus 8/12 te Vizagapatam. Sumatra (Nederl.) thuisreis 11/12 te Piraeus Tellus (K.N.S.M.) 11/12 v. Carthagena te Genua. Ternate (R. Lloyd) uitreis 11/12 v. Suez. Tjisondari (Java-China-Japan) 11/12 v. Hong.kong n. Dalny. Vondel (Nederl.) uitreis 12/12 v. Southamp ton. Wills (R. Lloyd) uitreis 12/12 v.m. te Mar seille. Zaanland (H. Lloyd) thuisreis p. 12/12 Gra- vesend van Londen. Ceram (Java-Bengalen) 10/12 v. Rangoon te Soerabaja. Ceylon (Java-Bengalen) 10/12 v4 Rangoon n. Java. de trapleuning kon z i 'n heel stuk vast houden.... Ze mocht toch wel weten hoe hij aan 't geld kwam.... en* de toegang tot 't atelier had ie haar nog nooit verboden. Ze liet zich heel voorzichtig uit 't ledikant glijden.... omknelde elk steunpunt wat ze zag.... ze werd duizelig, moest 'n poosje haar oogen sluiten en stilstaan. «Voetje voor voetje schoof ze naar dc deur van 't ate lier, die aan stond.... Niets bijzonders zag ze Op 't tafeltje bij 't raam lagen wat pa pieren, pennen, potlooden, fleschjes Oost- Indische inkt en 'n paar boekeg. Ze wankelde er heen.... lichtte 'n paar papieren op.... Even bleven haar oogen groot cn glazig staren op de teekeningen die bloot waren gekomen.... op de in-ge- meene voorsjellin' van onzedelijke too- neelen, waarin ze direct weer haar eigea gelaatstrekken van vroege, had herkend. Toen zakte ze met 'n lichte kreet over 't tafeltje. bleef roerloos liggen.... tot hij haar vond.... Over den grond lagen de papieren ver spreid, waaronder het contract van 'n uit gever van vieze geïllustreerde romannetjes.. Ze was weer ingestort.... en 'n week la ter zat ie alleen in 't eenigste volgrijtuig van de meer dan sobere begrafenis..,, on herkenbaar bijna. (Nadruk verboden), Q

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1922 | | pagina 5