J HE J i Kerkleemng Polly Perkins 1 Apenbare verkoopimg HOOFDPIJN DAT IS ZEKER DUR Verkooping. \v ul NlEN JüïST GOEDKOOPE^ CENT PER KWALITEITSSIGAAR 8 CENT BELANGRIJKE te ZANDVOORT (bad). Donderdag 18 Januari 1923, NOTARIS VAN NIEKIRK Donderdag 18 Januari 1923, Het Huis en Tuin aan de Velserstraat No. 31 BOTERMARKT 16 EN 18 HAARLEM. Donderdag 18 Jan. 1923 Publiek verkoopen: OPENBARE VERKOOPING Donderdag 18 Januari 1923, Gem. Bank van Lesning QPErlMRE MMWMm te Zandvoort Openbare Verkooping CPEMBARE VERKGOPIHG te Beverwijk Woensdag 17 Januari 1923, HEEMSTEDE Heeren weg, hoek Wester- houtpark. OPENBARE VERKOOPING Maandag 8 Januari 1923, VILLA TE GVERVEEN. Maandag 8 Januari 1923, de Villa „Dennenhorst", OPENBARE VERKOOPING te Zandvoort Meubilaire en andere Goederen lhoofdpijn-tablettem No aris Van hiekerk van de Parochie van den H. GERARDUS MAJELLA te 's-Gravenhage. Vijf present Geldlsening greet f400.000.- a pari Meest soliede geldbelegging. R.-K. Vereenigings- geböww - Beverwijk. Peperstraat. Dinsdag 9 Jan. - 8 uur PONDS DAK Gevraagd bij H.A.VAN OLPHEN, Don kere Spaarne, Haarlem, een genegen om onder voorwaarden der nieuwe C. A. O. te willen werken. Vaste positie. Overlegging van proef stukken beslist vereischte. Advsrfsert in M blad, Oorn^lillQ Ml!«ïinc fdag voor hem een vreugdedag was, die jaar- vUl llCIIUd l.iUo.wJi lijks met blijdschap herdacht werd want Prior van 't Sint-Aechtenklooster te Delft van nu af kon hij zich met meer kalmte en Ter gelegenheid van den 350sten gedenk- met minder bezorgdheid voor het tijdelijke dag van ziin marteldood 10 December moge ,°P e* geestelijk leven toeleggen en zich te- 0 tipnc prnctirr aan 7imp crunt on hlittroti iimron het mij geoorloofd zijn aldus Pastoor L. Stolk uit Amsterdam in „De Tijd," hier in het kort het leven,strijden en lijden in herin nering te brengen van een man, die om zijn onschuldigen levenswandel, liefde voor het vaderland en zijn buitengewone gaven, door katholieke en niet-katholieke schrijvers als om strijd wordt geprezen, het leven, strijden en lijden van een eerbiedwaardig priester, die trouw aan zijn geloof tot in den dood, geval len is als slachtoffer van Lumey's geloofs-en priesterhaat, het leven, strijden en lijden van den beminnelijken kloosteroverste van St. Agatha te Delft, van den eerwaardigen prior Cornelius Musius. Gaarne maak ik van dit verlof gebruik, omdat naar ik meen, de waardeering van Cornelius Musius zich op dezen gedenkdag wel iets verder mag uitstrekken dan tot den beperkten kring te Leiden, waar zijn gedachtenis onlangs gé- vierd is. Daarbij komt waarom zou ik het ver zwijgen dat ik een bijzonder zwak heb voor de beminnelijke figuur van dien eer- biedwaardigen Cornelius Musius, dat hij mij om verschillende reden bijzonder dierbaar is. Zijn beeltenis staat mij steeds levendig voor den geest en wie ooit het woord zou uiten, dat eens Vondel sprak van een ande ren Delvenaar„Men stel een beeld den wijzen Delvenaar," zou hopelijk in mij, on danks mijn geringe krachten, een groot mede stander vinden. Cornelius Musius werd den 13 Juni 1500 te Delft geboren. Zijne ouders waren eer zame burgerlieden, die alles aanwendden om hunne kinderen een waarlijk deugdzame opvoeding te geven. Reeds vroegtijdig werd onze jeugdige Musius ter school gezonden, bij den geleerden Joannes Nardenus, onder wiens leiding hij zich met hart en ziel toe legde om al die kundigheden te verwerven, die hem later een eereplaats onder de groote mannen van zijn tijd zouden doen innemen. Na vervolgens te Leuven zijne studiën vol tooid te hebben, trok hij achtereenvolgens naar Gent en Kortrijk, door het geven van onderwijs in ziin onderhoud voorziende, tot dat hij wederom naar Leuven terugkeerde en heilige wijdingen ontving. Priester geworden, scheen het aanvankelijk, dat hij zijn geheele leven aan het onderwijs zou blijven wijden vens ernstig aan zijne studiën blijven wijden. Wij kunnen ons het leven van den God- vreezenden en geleerden priester, daar binnen de muren van het Sinte Agathaklooster te Delft, gemakkelijk voorstellen. In onze ver beelding zien wij hem des morgens in alle godsvrucht het H. Misoffer opdragen en het Brood des Levens aan zijne Zusters uitrei ken. Wij zien hem de verdere uren van den dag doorbrengen in gebed en studie en van tijd tot tijd de stille eenzaamheid met een bezoek aan bloedverwanten en vrienden in de stad afwisselen. Dan weer gaat hij een oogenblik bidden in de nabijgelegen St. Hippolytuskerk, waar hij eenmaal het H. Doopsel ontving, of heeft hij gasten aan zijne tafel genoodigd, waar het altoos gezellig en eerzaam toegaat. Dat Musius "in de 34 jaren, gedurende welke hij het bestier over het Sinte Agatha klooster voerde, niet slechts de klooster zusters door zijn waarlijk heiligen levenswan del stichtte, maar ook voor de inwoners van Delft een voorbeeld van oprechte deugd was, daarvan spreekt ons alles wat ons van hem is beke id worden. Hoe wist hij de Zusters van het ointe Agatha-klooster te sterken in haar geloof, zoodat zij ten tijde der beproeving standvastig bleven 1 Hoe wist hij haar in te boezemen liefde voor het eenzame leven, Idat door hem zeiven zoozeer bemind werd. Hoe zag geheel Delft naar hem op als naar een priester, die op heilige wijze den staat beleefde, waatoe God hem geroepen had 1 Zie, hoe hij den tijd benutte, om door ge schriften en gezangen en door persoonlijke bezoeken den goeden geest bij zijne tijdgenoo ten te bewaren of op te wekken. Wat al personen rekenden het zich een eer, be vriend te zijn met dien braven en geleerden klooster-overste,die door zijn deftige houding, vriendelijken en gezeiligen omgang, nuttige en aangename gesprekken, zooveel bezat, dat aantrok en hem maakte tot een geheel bijzondere persoonlijkheid. Ja, alwat in Delft en verre daarbuiten groot, geleerd en deugdzaam was, gevoelde zich aangetrokken tot dien edelen priester, die geroepen was om het bestier te voeren over eenige klooster zusters, maar ongezocht de leidsman werd van tal van personen daar buiten't klooster. Zoo gingen er vele jaren van Musius' leven Doch zie, daar sterft te Delft, zijne geboorte- vol van verdiensten voor den hemel, kalm en plaats, de prior van het Sint Agatha-klooster I rustig voorbij. Maar zoo kalfn en rustig als Joannes Colmannus, en Musius, van ver schillende kanten daartoe aangespoord, aan vaardde de op hem gevallen keuze der Zusters. En zoo zien wij hem, na een langdurige af wezigheid, in het voorjaar van 1523 weder om te Delft. Het was voorzeker een gelukki ge keuze, die de Zusters van het Sinte Agatha- kloo;ter te Deift gedaan hadden met Musius tot pri >r te benoemen,want wie was meer voor deze waardigheid geschikt dan hij, die door zijne godsvrucht en godsdienstige zeden, door zijne bekwaamheid in het verkondigen van Gods woord, door zijne grondige wetenschap en kennis van de kerkelijke gezangen zoozeer boven vele anderen uitmuntte. Den 12 Maart 1538 nam Musius het be stuur der Maagden van het Sinte Agatha- klooster op zich en wij begrijpen, dat deze tot nu toe, zou het niet altoos blijven in de verte loeide reeds de storm der godsdienstige omwenteling. De godsdienstige en staatkundige toe stand van ons vaderland had in de laatste jaren eene aanmerkelijke verandering onder gaan. Terwijl tot voor korten tijd allen, die onze taal spraken, nog in hetzelfde geloof vereenigd waren, had de nieuwe leer, door Luther en Calvijn gepredikt en weldra ook naar deze gewesten overgebracht, hier tal van geheime en openlijke aanhangers ge vonden. Op meerdere plaatsen hadden de nieuwgezinden de kerken voor zich genomen, de beelden verbrijzeld, de klooster? geplun derd en de priesters verjaagd. Bov n was men in verzet gekomen tegen 1 et bestier van Spanje en dit verzet ging op vl.„, plaatsen vergezeld met een opstand tegen het ka tholiek gezag, zoodat daar, waar het Spaan- sche juk werd afgeschud, de trouwgebleven katholièken en vooral de priesters en klooster lingen het ergste te vreezen hadden. Den 1 Anril 1572 hadden de Watergeuzen, onder aar voering van Lumeij, Den Briel in genomen en die inneming gaf verschillenden steden den moed om openlijk tot de partij van Oranje over te gaan. Ook Delft behoorde tot die steden en had dan ook weldra het be zoek van den wreeden Lumeij te wachten. Alleen het bericht van diens komst men wist hoe hij te Brielie tegen de priesters en kloosterlingen had gewoed deed vee! geestelijken en leeken de stad verlaten maar hoevëlen ook elders eene veilige schuil plaats gingen zoeken de prior van het Sinte Agatha-klooster verliet zijne Godgewijde maagden niet en bleef te Deift. Lumeij, die den 26 Juli te Delft kwam, gedroeg zich, ge lijk te verwachten was, aanstonds in alles als een echte geloofs-en priesterhater, zoodat zelfs in Delft de zoo algemeen beminde Mu sius genoodzaakt was, zich voor diens woeste bende te verbergen. Eerst toen de Prins van Oranje den 11 November wederkeerde, kwam Musius te voorschijn om ten opzichte van den Prins, die zich in het Sinte Agatha-klooster een ver blijf had gekozen te handelen als de gulle gastheer van voorheen. In die dagen werd de stad Haarlem door de Spanjaarden belegerd en Lumeij maakte zich gereed om de belegerde Haarlemmers te hulp te komen. Tot dat doel kwam hij, na een korte afwezigheid, wederom te Delft, waar hij den 8 December het middagmaal gebruikte bij den Prins van Oranje. Ook Musius bevond zich, in zijn priesterlijk gewaad, aan de tafel van den Prins. Wat er in het gemoed van den wreedaardigen Lumeij, die in de laatste maanden zoo menigen priester en klooster ling had laten ombrengen, moet hebben omgegaan, toen hij daar als gast van den Prins, in Musius' woning, met dezen eerbied- waardigen priester aan den disch moest aanzitten, Iaat zich gemakkelijk begrijpen. Hoe stak zijn ruwheid af bij de vriendelijke woorden en gesprekken van den prior, hoe sprak zijn wrevel, zijn haat,zijn woede uit den spottenden grijnslach, den bitteren toon, de lage handelwijze tegenover Musius 1 O,- die oogenblikken aan dezen maaltijd doorge bracht, waren voor Musius allerpijnlijkst en het was hem nu duidelijk, dat, zoo hij nog eenige jaren voor zijne Zusters wilde gespaard blijven, hij zich zoodra mogelijk voor Lumeij moest trachten te verbergen. Het was den 8 December, dat deze maal tijd plaats had en reeds den volgenden mor gen zien wij Musius afscheid nemen van zijne klooster-Zusters. Treuriger ochtend zal hij in zijn leven wel niet gehad hebben. Op dien morgen riep de teergeliefde Vader zijne geestelijke kinderen bijeen en maakte aan haar zijn voornemen kenbaar om zich naar elders te begeven, totdat betere tijden zou den zijn aangebroken. Vervolgens droeg hij voor het laatst het H. Misoffer op, reikte de H. Communie aan de Zusters uit en nuttigde de H. Hosties, die in den tabernakel over waren. Daarna sprak hij: „Door deze teerspijze zal ik tot het marte laarschap giwapend zijn en door dit zoo heilzaam Sacrament gesterkt, zal ik niet be zwijken." Na het einde van de H. Mis zien wij Mu sius het hem zodierbare klooster met zijne gelukkige en tevredene bewoonsters verla ten, om, zoo God het wil, van zoo nabij moge lijk en op een veilige schuilplaats zijn zusters van dienst te blijven. Voorloopig, zoo is zijn voornemen, zal hij zich naar den Haag bege ven, waar hem van betrouwbare zijde een verblijf is aangeboden. Wijl het echter reeds vroegtijdig winter is en de wegen met sneeuw bedekt zijn, kon de reis niet op de gewone wijze worden ondernomen, maar wordt een slede gebruikt, waarin behalve Musius ook de adellijke kloosterzuster Char lotte de Merws van Nassau en Cornelius Mu sius v. d. Meer, zijn petekind, plaats nemen. Niet onopgemerkt verliet dit drietal in den ochtend van den 9en December 1572 de stad .Delft. Aan de poort van de stad worden zij door de wacht van den prins ontdekt en weldra ook achtervolgd en ingehaald. Bijna hadden zij het doel van hun reis bereikt, zij waren reeds dicht bij denHaag gekomen, toen zij door de partiigenooten van den prins gedwongen werden uit de slede te stappen en in een nabijgelegen herberg de bevelen van den prins af te wachten. Eerst den volgenden morgen keerde de inmiddels naar Delft gezondene bode terug met een brief van den prins waarin vrijgeleide of veilige terugkeer voor Musius werd toege staan. De talrijke vrienden in Delft verheug den zich ten zeerste over dezen gelukkigen loop der zaken en maakten zich reeds gereed om hem een feestelijke ontvangst in de stad te bereiden. Helaas zij hadden buiten den priesterhater Lumey gerekend. Ook deze had dien morgen de stad Delft verlaten, zich op weg begevend naar Leiden, om daar te overnachten en vervolgens naar Haarlem te vertrekken. Bij de Tolbrug gekomen zijnde en Musius nog niet ontmoet hebbende, gaf hij aan eenige zijner soldaten bevel om links den weg naar den Haag in te slaan en Mu sius op te vangen. Dit ging echter niet zoo gemakkelijk, als zij aanvankelijk misschien gemeend hadden, want zij stuitten op het ver verzet van het geheele gezelschap, dat den brief van vrijgeleide, door den prins afgege ven, aan de soldaten vertoonde. Niettemin dwongen zij den voerman van de slede om den weg naar Leiden inplaats van naar Delft in te slaan. Dat dit niet zonder tegenkanting geschiedde, laat zich gemakkelijk begrijpen. Maar wat vermocht men tegen Lumey's woeste soldaten4? Zij trokken met zooveel geweld de slede den weg op naar Leiden, dat Musius de muts van het hoofd vloog en in plaats van haar even op te zoeken, riepen zij spottend „Wij zullen den mispaap te Lei den wel een andere muts op het hoofd zet ten,", tegelijk ontnamen ze hem ook zijn man tel. Nadat ook Musius' petekind, die uit vrees een weinig achtergebleven was, door de soldaten van Lumey opgevangen en van zijn zwaard beroofd was, werd het drietal Cornelius Musius, de kloosterzuster Char lotte de Merws van Nassau en Cornelius Mu sius v.d. Meer geboeid naar Leiden gevoerd. Des namiddags ten 5 ure op een Woensdag kwam Lumey's bende met den onderweg op gevangen buit de Witte poort te Leiden binnen. Terwijl Lumey hier zijn intrek nam in het hwis van Cornelius van Veen, werd Musius eerst gebracht naar het huis van Lockhorst. Dit huis was door z'n bewoner verlaten en nu tijdelijk bewoond door Cijsbert van Duiven voorde, heer van Obdam, wiens vader be vriend was ge veest met den prior van het Sinte Agatha-klooster te Delft. Zal de her innering aan deze vriendschap misschien den heer van Obdam tot medelijden met den in zijn huis gebrachten Musius kunnen stemmen Ach, waartoe voert somtijds de hartstocht den mensch 1 Gijsbert van Duiven voorde ziet eerst al zwijgende den geboeiden grijzen priester aan en spreekt hem dan ver achtelijk toe Zoo, zijt gij de overste van de Begijnen van Sint Aachten Ik dacht, dat gij een vuile monnik waart Hierna ver dween de bewoner des huizes en in zijn plaats verscheen nu een kettersche predikant, die Musius met allerlei woorden aanraadde het katholiek geloof te verzaken. Maar de onver schrokken belijder van Christus dacht hier aan geen oogenblik en sprak „Maar goede man, wat begint gij Ziet gij mij voor zoo dwaas en lafhartig aan, dat ik, na mijn ge heele leven in het onderzoeken der heilige schriften en in het doorbladeren der heilige Vaders te hebben doorgebracht, zoo op slag en stoot van het geloof zou afvallen. Wil u zeiven en ook mij niet vermoeden, want wat ik als kind geleerd heb, zal ik als grijsaard niet verwerpen." Na deze vergeefsche poging om den heili gen kloosteroverste tot afval van zijn geloof te brengen, wórdt Musius uit het huis van Lockhorst overgebracht naar het huis van Cornelius van Veen, alwaar thans Lumey zijn intrek heeft genomen. Hier nu werd hij door den afgevallen kanunnik Aumale en door van Duivenvoorde in verhoor genomen. Men wilde van hem te weten komen waar de kloosterschatten van Sinte Agatha zich bevonden. Maar de waardige priester tbe- waarde op al hunne vragen het zwijgen. Om hem nu, zoo mogelijk, tot antwoord te dwingen, legt men hem, vastgebonden aan handen en voeten, op een tafel of volgens anderen op een ladder en folterde hem aldus op vreeselijke wijze. Neen, wij willen en mo gen niet in uitvoerige bijzonderheden treden om de lage mishandelingen en gruwzame martelingen te verhalen, die den eerbaren grijzen priester door de soldaten van Lumey werden aangedaan. Men vult zijn lichaam geweldig met water op, trapt hem onmen- schelijk met de voeten, rekt zijn lichaam uit en schroeit 't met brandende fakkels. Dan weer haalt men hem met het hoofd omlaag in de hoogte op en laat hem zoo eenigen tijd hangen, totdat hij met het hoofd op den grond nedervalt. Ja, eene rilling gaat ons door de leden, als wij de gruwelen lezen, die de brooddronken soldaten zich hier tegenover Musius veroorloofden. Maar, ondanks alle folteringen, ondanks alle gruwzame mishandelingen, bleef de moedige geloofsheld onoverwinnelijk. Met geduld verdroeg hij alles, wat men hem aan deed met vreugde in zijne ziel leed hij voor zijn Goddelijken Meester. God had hem in dit uur van beproeving de kracht van boven, Zijn liefdegloed geschonken en daarmede begenadigd, zoo had hij tevoren gezegd, zou hij gaarne zijn Iaatsten druppel bloed tot offerande willen brengen. 't Was ruim 9 ure in den avond van den lOen December 1572, toen men den zwaar mishandelden Musius uit het huis van Cor nelius van Veen naar buiten voerde. De eer biedwaardige grijze priester kan van uitput ting nauwelijks een voet verzetten meer voortgesleurd, dan hij zelf voortgaat, wordt het slachtoffer van Lumey's geloofs-en pries terhaat nu barrevoets langs de besneeuwde straten van Leiden naar de Breestraat ge voerd, waar men vlak voor de Maarsmans- steeg met hem stil houdt. Hier op deze plek is de aloude stedelijke gerechtsplaats, de z.g. blauwe steen gelegen, en aan de galg, die hier juist is opgericht, zal hij sterven. De eerbiedwaardige kloosteroverste ziet, dat zijn einde is genaderd en dat de kroon van het martelaarschap hem weldra wacht. Opnieuw beveelt hij zich aan den Koning der martelaren en smeekt Hem om kracht en moed in dezen Iaatsten strijd. Met gebonden handen en bloedend uit zijne wonden, staat Musius daar te midden van die woestelingen. Weldra wordt hem een ruw touw om den hals geworpen en trekken de wreede beulen hem omhoog. Lang duurt de doodstrijd, wait het touw belet de ademhaling niet geheei en al, zoodatMusiusgeruimen tijd daar levend blijft hangen. Eindelijk is de strijd volstreden, geen-verzuchting, geen smeekgebed wordt meer van zijne lippen vernomen Musius heeft zijne ziel aan z'n Schepper weergegeven. Het was reeds diep in den nacht geworden, toen dit afschuwelijk tafereel 'n echt werk der duisternis was afgespeeld. Den vol genden dag tegen den middag kwamen de beulen terug, sneden het touw door, waar mede zij hun slachtoffer hadden opgehangen, en het ontzielde lichaam van Musius viel op den grond neder. Na zich eerst allerlei laagheden veroor loofd te hebben, gingen zij met het lichaam van den eerbiedwaardigen priester naar de Sint Pieterskerk, waar zij ingekwartierd wa ren. Hier maakten zij zich andermaal aan de afschuwelijkste onteeringen schuldig. Gelukkig, dat een nog jeugdige klooster zuster uit de Abdij Leeuwenbosch bij Noord- wijk, die uit vrees voor Lumey's bende met andere Zusters dier Abdij thans te Leiden woonde, den moed had, om naar Lumey te gaan en van hem het lichaam van Musius te vragen. Lumey willigde dit verzoek voor iveel geld in, zoodat 's avonds Musius' lichaam werd begraven. Men verhaalt, dat eenige jaren later in 1576 naar zijn gebeente is gezocht geworden, maar dat men het op de aangeduide plaats niet heeft gevonden. Waren zijne beenderen tijdens of na het beleg van Leiden, toen zoovele graven moesten ge dolven worden, verstrooid geraakt, waren zij misschien reeds in stilte opgegraven en in een waardiger graf bijgezet Wij weten het niet. Hopen wij, dat God, die de over blijfselen der zijnen bewaart, ons nog een maal de plaats zal doen vinden, waar thans de eerbiedwaardige prior van het Sinte Agatha-klooster te Delft, Cornelius Musius, de verrijzenis des vleesches wacht. Ziedaar in het kort de geschiedenis van den heldhaftigen dienaar van Christus, Corne lius Musius verhaald. Moge de 350ste herin neringsdag van zijn marteldood een weinig er toe bijdragen on het leven van dezen ge- loofsheid beter te doen kennen, moge zijn beeltenis steeds staan voor de oogen des geestes van allen, die eerbied hebben voot ware vroomheid en trouwe plichtsvervulling, ja, moge nog eenmaal voor onze lichame lijke oogen het beeld in zijne geboortestad verrijzen van den grooten Overste van het Sint Aechtenklooster te Delft, den eerbied waardigen Cornelius Musius. Notarissen BERTLING en WOL- LAK te Haarlem zullen op s namiddags 3 uren, in café-restau- ant „Zomcrlust" aan de Koster- traat te Zandvoort in het OPENBAAR VERKOOPEN: I. Het Hotel-pension „BELVEDE RE", aan de Dr. Joh. Metzgerstraat 86, met daaraan en daarachter ge legen villa's genaamd „DUINLUS T" en „WILLY" met steenen berg plaats, zoomede de villa „JOHAN- n"A ELISABETH", aan den Parallel weg 57, 59 en 61 en erven, Sectie B. nos. 5424, 5432, 5431 en 5430, groot resp. 5,24 A.; 2.76 A.; 1.40 A.; en 74 c.A. Het geheel bevat: groote restau ratiezaal, 48 kamers met uitzicht op zee en duin, 2 keukens, badkamer en kelder. II. Het Hotel-restaurant „AMERI- CAN-HALL" aan de Kerkstraat 15, achteruitkomende aan de Koster straat, Sectie C. no. 1140, groot 1.59 A., bevattende restauratiezaal. 10 kamers, keuken, zolder. Het perceel staat op drukken stand en is voor alle doeleinden ge schikt. IU. De villa „ANNIE" met erf en grond aan de Westerparkstraat 9, Sectie C. no. 3549, groot 1.60 A. Verhuurd tot Maart 1923 voor 1400.per jaar, doch kan eerder aanvaard worden. Hypotheek be schikbaar. IV. Het HUIS en ERF aan de Pak- seldstraat 2, Sectie C. no. 83, groot 1.25 A. V. Het Yt gedeelte in het recht van erfpacht tot 1 Mei 1974 van een erf aan den Hoogen weg, Sectie C. no 1721, geheel groot 45 c.A. Alle perceelen kunnen terstond worden aanvaard bij betaling, die plaats moet hebben vóór of op 1 Maart 1923. Bezichtiging Dinsdags en Don derdags van 24 uren. Nadere inlichtingen bij de Nota rissen Jansweg 52, Haarlem. te HAARLEM, zal op nam. 614 uur in 't Notarishuis aan de Bilderdijkstraat te Haarlem, PUBLIEK VERKOOPEN: te HAARLEM, groot 1 A. 37 cA. Bez. Dinsd. en Donderd. 2-4 u. Aanv. bij bet. koopprijs. Notaris DAAMEN te Haarlem, zal 's avonds na 614 uur in ,,'t Notaris huis, Bilderdijkstraat te Haar lem Een flink en soli.ed gebouwd WOONHUIS, verdeeld in beneden woning cn eene binnenopgaande bo venwoning te Haarlem aan de Bo termarkt No. 13, benevens de daar achter gelegen houten en steenen berg- of werkplaatsen met toe gang door een breede gang, Bo termarkt No. 16, alles samen groot 3 Aren. Het geheel allergunstigst in het centrum der stad gelegen, is bijzon der geschikt voor industrieele- of handelsonderneming. Aanvaarding bij de betaling der kooppenningen vóór of op 15 Maart 1923. Bezichtiging Dinsdags en Donder dags van 24 uur. Nadere inlichtingen verstrekt ge noemde Notaris, Spaarne 14, Haar lem. ten overstaan van Notarissen BERTLING en WOLZAK te Haar lem, op des avonds na 6% uur in het No tarishuis aldaar van de volgende perceelen, allen te Haarlem, en wel: 1. Het HEERENHUIS, ERF en TUIN a.d. Leidschevaart 136, groot 2.34 A. Verhuurd tot 1 Mei 1925 voor 725.per jaar. 2. Het HEERENHUIS, ERF en TUIN a.d. Jordenstraat 69, groot 1.62 A. Terstond ontruimd te aanvaarden. 3. Het HUIS en ERF a.d. Ken- nemerstraat 3, groot 37 c.A. Per week verhuurd. 4. Het HUIS er ERF a.d. Ken- ncmerstraat 5, groot 52 c.A. Per week verhuurd. Bezichtiging Dinsdag en Donder dag van 24 uur. Betaling vóór of op 1 Maart 1923. Inlichtingen ten kantore van de Notarissen, Jansweg 52. te Haarlem, des voormiddag* 10 ure op Donderdag 18 Januari 1923 van KLEEREN, MEUBELEN ENZ. en Vrijdag 19 Januari 1923 van GOUD en ZILVER ENZ. beleeend in April, Mei eu Juni 1922. Te zien Woensdag 17 Januari 1923 van 10 lot 2 uur. Het lossen en vernieuwen der pan den ban geschieden tot WOENSDAG 10 JANUARI, des middags 12 uur. Het betoenen var. Meubelen, Rij wielen en andere goederen, kan da gelijks geschieden van 9 tot 5 uur, alleen Donderdags tot 12 uur. in Café ZOMERLUST, op DINSDAG 16 JANUARI 1923, 's nam. 3 uur ten overstaan van No taris J. WILLEMS van: HET. RECHT VAN ERFPACHT tot 31 Oct. 2001 van grond te Zand voort aan de Zeestraat, met de daarop staande twee HEERF.NHUI- ZEN Nos. 45, groot 277 c.A. en 47 groot 308 c.A. Ontruimd te aan- vaarden. TWEE HUIZEN met afz. BOVEN WONINGEN en eigen grond te Zandvoort aan den Parallelweg Nos 21, groot 137 c.A. en 23 groot 130 c.A. Bovenwoning van No. 21 en be nedenwoning van No 23 zijn ver huurd tot 1 Mei 1924 resp. tegen 500 en 900 per jaar: het ove rige is ontruimd te aanvaarden. Bezichtiging Dinsdags en Donder dags van 24 uur. Inlichtingen ten kantore van No tarissen J. WILLEMS, Gierstraat 14 te Haarlem en KRABBENDAM VR1ESENDORP. Weesperzijde 34, te Amsterdamm. op MAANDAG 8 JANUARI 1922 ues avonds te 7 uur in het alge meen veikoonlolkaal Nieuwe Gracht 71 te Haarlem, ten overslaan vav notarissen BERTLING en WOLZAK te Haariem. van: 1. Het HUIS. ERF en TUIN tb Scnotcn aan de Ged. Schalkburgc* gracht 65, groot 98 c.A. ontruimd te aanvaarden na beta- Hnz. 2. Het HUIS. ERF en TUIN te Scholen aan het Raadhuisplein 20, groot 1.75 A. ontruimd te aanvaarden na beta ling. Bezichtiging Dinsdag en Donder dag en op den verkoopdag van 24 uur. Betaling vóór of op 19 Februari 1923. Inlichtingen ten kantore van de notarissen, Jansweg 52. krachtens art. 1223 B. W. op des namiddags 1 uur (precies) in Hotel „DE ZON", ten overstaan van NOTARIS W. A. DóLLEMAN te IJMUIDEN, van: EEN PERCEEL TUINGROND, liggende te Heemskerk, nabij den Hoflanderweg, groot 1.30.20 H.A. Eigendom van de heeren PEEKEL en HOOGEWERF. Aanvaarding terstond na be taling. Betaling vóór of op 28 Februari 1923. Nad-re inlichtingen ten kantore van voornoemden Notaris. WEGENS STERFGEVAL ten overstaan van Notarissen BERTLING en WOLZAK te Haar lem, op des avonds té 7 uur in het alge meen verkooolokaal Nieuwe Gracht 74 te Haarlem, van: Het solied gebouwde, mooi gele gen HEERENHUIS MET VOOR-, ACHTER- en ZIJTUIN 4e Heemste de aan den Heefenweg 160, groot 3.35 A. Ontruimd te aanvaarden uiterlijk 1 Maart 1923, na betaling. Bezichtiging Dinsdag en Donder dag en op den verkoopdag van 2—4 uur. Inlichtingen ten kantore van de notarissen, Jansweg 52. NOTARIS VAN NIEKERK, ge vestigd te Haarlem, zal op 's avonds 7 uur in het „Algemeen Verkooplokaal" aan de Nieuwe Gracht te Haarlem PUBLIEK VER KOOPEN: zeer gunstig gelegen bij spoor en tram aan den Bloemendaalschen weg No. 227, groot 2 A, 20 c.A. Bez. Dinsd. en Donderd. 24 u. Aanv. bij bet. koopprijs. op DINSDAG 9 JANUARI 1923, v.m, 10 uur in de Autogarage aan de Brederodestraat door den Ma kelaar P. VAN DE GEER, ten overstaan van den Deurwaarder LOUIS A. GLASER van net onderhouden alsmede van een vleeschsnijmachi- ne, merk „Burger", Motorrijwiel, rijwielen, Carosserie Limousine en hetgeen meer ten verkoop zal wor den aangeboden. Daags voor den verkoop van 10 tot 4 uur te zien. f wordt- spoedig verdreven oor enkele door ent MIJNHARDT'5 Per koken 60ct. i Bj Apolh. en Drogisten. feetjl vooral niJflHARPT'3 uanl dit zijn de echla. te Haarlem, zal wegens sterfgeval op DONDERDAG 18 JANUARI 1923 nam. 614 uur in 't Notarishuis, aan de Bilderdijkstr. te Haarlem PUBLIEK VERKOOPEN: Het HEERENHUIS met TUIN in het Kleverpark No. 40 te Haarlem, groot 1 A., 61 c.A. Bez. Dinsd. en Donderd. 24. Int. kant. gen. Notaris. Goedgekeurd door Z. D. H. Mgr. A. J. CALLIER, Bisschop van Haar lem, Het geld moet dienen voor den aankoop van grond voor Kerk, pas torie, bewaar- en leerscholen, en voor den bouw van Kerk, pastorie en voorloopig Zusterklooster. De Obligaties zijn groot 1000. f 500.- en f 100.- en zijn te verkrij gen bij den WelEerw. Heer J. A. RUHE, door den Bisschop van Haarlem belast met de voorberei ding van de oprichting der Paro chie, Adres: J. A. RUHE, pr„ Brou wersgracht 24, 's-Gravenhage. Post-Giro: Kantoor den Haa j No. 45801. N.V. Het Schouwtooneel- Amsterdam. Directie ADR. VAN DER HORST en JAN MUSCH Eén buitengewone opvoering van Een vroolijk spel van liefde en list in 3 bedrijven. Medewerkende dames: Kit- hler, H. Rijken-van Rijk, Jettie i ty Périn-Kluppel, Charl, Kö- van Dijk, Coba Blankenstein. Heeren: P. Périn, Co Balfoort en Ezerman. Prijzen 0.75, 1.25 en 1.75. Tijdig plaatsbespreken aanbe volen. 35 ROOKTU 1 WASSENAAR?

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1923 | | pagina 10