INDISCHE BRIEVEN.
BUITENLAND
Onschuldig veroordeeld
Tweed® Blad*
10 Januari 1923
I 6EBS. BUITENL. BERIOHTEE^
feuilleton
Als men dan echter naar de andere zijde
van het schip liep en daar naar buiten uit
zag, stond daar reeds de opkomende maan
in witte nevelen, en ue zee en de lucht waren
er van zoo een vredige klaarte, dat het ont
roerend was.
J. A. M. d. F.
De bezetting van het Roergebied; de houding van Amerika; Duitsche
maatregelen; de Fransche opmarsch; een uitspraak van dr. Cimo. De
schuldregeling tusschen Engeland en de Vereenigde Staten.
Onder de Telegrammen: Vermoedelijk heden bezetting van Essen en
Bochem door de Franschen; deelneming der Belgen. De Vereenigde
Staten zouden wel geprotesteerd hebben bij de Fransche regeering.
Verklaringen van den Duitschen Minister van Buitenlandsche Zaken, dr.
Rosenberg.
de bezetting van het roerge
bied.
De houding der Ver. Staten.
Uit Parijs meldt Havas: In tegen
spraak met het telegram uit Washington
aan de Engelsche pers, wordt er in be
voegde Fransche kringen verklaard, dat
de Amerikaansche regeering geen enke
len stap bij de|Fransche regeering heeft
gedaan in verband met de bezetting van
de Roer. De Fransche regeering acht
nilk een stap zeer onwaarschijnlijk.
De Fransche opmarsch.
Blijkens berichten van betrouwbare
zijde zijn 38 treinen met Fransche troe
pen naar Essen onderweg, die sedert
Maandagmiddag op de stations Batin
gen, Mülheim, Speldorf, Duisburg (cen
traal station) en Duisburg-Hochfeld-
Zuid binnenkwamen.
Te Essen, Dusseldorf en Duisburg
verwacht men vrij algemeen dat de
Franschen heden tot de verwezenlijking
van hun plannen zullen overgaan. Dit
leidt men af uit de militaire maatregelen
die te Dusseldorf, waar een 1400 man
zijn ingekwartierd, in vollen gang zijn.
Bijna alle auto-garages zijn opgevorderd,
tal van openbare gebouwen zijn gere-
quireerd omf als militaire bureaux te die
nen, kwartiermakers zijn druk aan het
werk enz.
Daarentegen is te Berlijn bericht ont
vangen, dat Fransche officieren te Dus
seldorf tegenspreken dat vóór 15 Jan.
nieuw Duitsch gebied zal worden bezet.
Volgens de Lok. Anz. klopt deze te
genspraak met een kennisgeving van den
opperbevelhebber der Fransche troepen
aan den Rijn aan zijn Engelschen collega
te Keulen, dat Frankrijk op 15 dezer
Essen en Bochum zal bezetten. Op het
hierbij gevoegde verzoek om ter bespoe
diging van het transport over het brug-
gehoofd Keulen, als etappe-gebied te
mogen beschikken zou de Engelsche
opperbevelhebber hebben geantwoord
daaromtrent instructies van zijn regee
ring te moeten vragen. Voorts zou hij
de "Franschen hebben gevraagd, ter ver
mijding van incidentenniet over te gaan
tot bezetting van plaatsen in de on
middellijke nabijheid van de Engelsche
bezettingszone.
Duitsche maatregelen.
Uit Essen wordt gemeldOp bevel
van de bezettingsoverheid moeten de
spoorwegen in de richting Koblentz
Niederlahnstein en Koblentz—Trier voor
troepentransporten worden vrijgehou
den, zoodat een groot aantal goederen
en kolentreinen moeten blijven staan.
Op de stations in de Fransche bezettings
zone is een verscherpte pas-controle in
gevoerd.
De overheid hier beschikt over geen
enkele officieele inlichting nopens de
a.s. bezetting. Niettemin heeft zij de
noodige maatregelen getroffen om de,
onaangenaamheden voor de bevolking
tot de kleinst mogelijke afmetingen te
rug te brengen.
Voor de werkzaamheden die de be
zetting zal meebrengen is een bijzonder
bezettingsbureau ingesteld.
Ook de spoorwegdirectie heeft wijzi
gingen getroffen in de verwachting dat
wegens het troepentransport het passa
giers- en goederenverkeer in de eerst
volgende dagen aanzienlijk moet worden
beperkt. De Franschen en Belgen heb
ben n.l. tal van transporttreinen fn het
bezette gebied opgevorderd. Vannacht
hebben de Franschen het auto-verkeer
DusseldorfEssen zoo scherp gecon
troleerd, dat de auto's een omweg moes
ten maken.
De meening van den Duit
schen Kanselier.
In een onderhoud met de Berlijnsche
vertegenwoordigers van Amerikaansche
persbureaux heeft de rijkskanselier er
zijn diep le dwezen over uitgesproken,
dat de oplossing van het schadevergoe-
dingsvraagstuk ook aan de Parijsche
conferentie niet is gelukt. Frankrijk
maakt nu aanstalten met geweld zijn
aanspraken door te zetten.
In dit verband herinnerde dr. Cuno
aan zijn verklaring te Hamburg, dat
dwangmaatregelen elke ekonomische
schadevergoeding te niet zullen doen.
Duitschlar.d was en is volkomen bereid
tot de uiterste grens van zijn ekonomische
en financieels draagkracht de Geallieer
den schadeloos te stellen, mits dat vrij
willig kan geschieden. Voor dwang zal
het evenwel niet buigen. Het Duitsche
volk kan geweld niet met geyreld beant
woorden wat het kan doen en wat de
r'jksregeering ook voornemens is te doen,
ishet ekonomische onverstand en de
onrechtvaardigheid van de Fransche plan
nen aan de wereld in het volle licht te
toonen. Het verdrag van Versailles, hoe
monsterachtig het ook moge zijn, gaat
niet zoover, dat het den Geallieerden
invallen op Duitsch gebied veroorlooft.
Het geeft hun de bevoegdheid, ter waar
borging van de schadevergoedings-vorde-
ringen het Rijnland een bepaalden tijd
bezet te houden. Indien Frankrijk thans
op eigen hand verder gaat en op onbezet
Duitsch gebied beslag legt, pleegt het
verdrag breuk en geweld tegen een weer
loos volk.
Verhooging der kolen prijzen.
Het scheidsgerecht, dat na de misluk
king der bemiddelingsactie voor de be
slechting van het loongeschil in het Roer
gebied is ingesteld, heeft gisteravond
uitspraak gedaan, die bepaalt dat de
loonen der mijnwerkers met ingang van
5 Jan. met 1700 mark per werkdag wor
den verhoogd.
Voor de dagen van I5 Jan. is den
mijnwerkers 700 mark per dag boven
het vroegere loon toegekend.
Indien de werkgevers deze uitspraak
aanvaarden zullen de kolenprijzen met
ongeveer 18.000 mark per ton stijgen.
Morgen zullen beide partijen aan het
rijksministerie van arbeid moeten mede-
deelen of zij met deze regeling accoord
gaan.
UIT DE COMMISSIE VAN HERSTEL.
De commissie van "herstel heeft offici
eel bet ingebreke blijven van Duitsch-
land ten opzichte van de kolen-levering
vastgesteld. Deze beslissing is genomen
met 3 stemmen tegen 1, die van den
Britschen afgevaardigde.
DE FRANSCHE SCHULD AAN DE
GEALLIEERDEN.
De Petit Parisien, die tot de regeerïng
in nauwe betrekking staat, bevat een
artikel, waarvan de titel de strekking
weergeeft„hoe zwaar zij ook zijn, laat
ons onze schulden betalen." Bedoeld
zijn de buitenlandsche schulden. *.ou,
vraagt het blad, nu wij 'n nieuwe metho
de gaan toepassen om ons door Duitsch
land te laten betalen, het oogenblik niet
gekomen zijn om ook het vraagstuk van
onze schulden aan onze bondgenooten
eens onder een ander licht te bezien
De Petit Parisien berekent, dat Frank
rijk op het oogenblik een schuld van
75 milliard frank papier aan Engeland
en Amerika heeft.
Hoe enorm deze buitenlandsche schuld
ook zij, hoe moeilijk het Frankrijk ook
schijnen moge om te beginnen haar te
betalen, vooral nadat Frankrijk op re
kening van Duitschland aan de geteister-
den in het verwoeste gebied en voor de
oorlogspensioenen 100 milliard heeft
voorgeschoten, toch moet zij betaald
worden, wil Frankrijk zijn krediet terug
vinden en de frank zien stijgen. Wan
neer Frankrijk zich van dien last gekwe
ten heeft, zal zijn financieele horizont
weer helder worden, het vertrouwen in
Frankrijks krediet zal grooter zijn dan
ooit, de Fransche deviezen zullen niet
langer de kunstgrepen der speculanten
hébben te vreezen en de economische
herleving, die uit den nieuwen toestand
zal voortvloeien zal een weldaad voor
allen zijn.
In een interview aan de pers heeft
Bonar Law onlangs de opmerking ge
maakt, dat niemand er van houdt zijn
schulden te betalen. Hij vergist zich, zegt
de Petit Parisien. In Frankrijk zijn de
arbeider, de boer, de koopman, de huis
vrouw erop gesteld hun schulden te be
talen. Zij kunnen niet leven met schula.
En dan volgt in het artikel van de
Petit Parisien de zinsnede, waarom het
waarschijnlijk geschreven is, de aan
kondiging van "een nieuwe leening:
De regeering, schrijft het blad, die zal
durven, verklaren, dat wij, evenals En
geland, van plan zijn, onze buitenland
sche schulden te betalen, die in Frank
rijk een nieuwe bijzondere leening voor
de delging'dier schuld zal uitschrijven
of aan het land voor die delging een
nieuwe belasting zal vragen, zal niet
vergeefs een beroep doen op den trots der
natie.
Want, besluit de Petit Parisien, er
is geen Franschman, die niet voelt, dat
een groote natie als Frankrijk, wanneer
zij zou beknibbelen op de betaling van
haar buitenlandsche schulden en niet
bloeden om hen te betalen, niet slechts
een zwaren slag aan haar krediet en aan
haar gezag zou toebrengen, maar tevens,
en dat is treuriger, iets van haar vrijheid
en haar onafhankelijkheid zou vervreem
den.
DE VER. STATEN EN ENGELAND
Omtrent de besprekingen te Washing
ton over de regeling der Engelsche
schuld aan Amerika, wordt nog nader
'gemeld
Op de Maandag te Washington ge
houden bijeenkomst van de Britsche
en Amerikaansche commissies voor de
regeling van de schuld van Engeland
aan de Ver. Staten was de stemming
uiterst hartelijk. Minister Mellon, de
voorzitter der Amerikaansche commissie,
verklaarde zich bijzonder in zijn schik
met het feit, dat Engeland een zoo ge
zaghebbende delegatie had gestuurd.
Hij wees er op, dat het de eerste keer is
dat een Britsche kanselier van de schat
kist zich met een dergelijke missie bui
tenslands heeft begeven. Baldwin, het
hoofd der Britsche missie, betuigde zijn
dank voor de hartelijke ontvangst. De
Engelsche delegatie was gekomen met
het vaste voornemen om de schuld van
Engeland aan de Ver. Staten te betalen,
hetgeen de grootste financieele transactie
tusschen twee bevriende naties in de
wereldhistorie zou zijn.
Ook zeide Baldwin: „De schuld was
de eerste bijdrage door de Ver. Staten
gegeven om de beschavinger voor te
vrijwaren van te worden verzwolgen,
en de vrije volken er van te redden, te
Worden gebracht onder het vernietigende
juk van een militaire autocratie. Daarop
was een bijdrage aan menschelijke strijd
krachten uit de Ver. Staten gevolgd. Die
Amerikaansche soldaten hadden moedig
gevochten met die van Engeland en
van de met Engeland geallieerde staten,
en voor één zelfde doel."
Baldwin wees daarna op den druk der
belastingen, die Engeland te dragen
heeft,'welke druk grooter Is dan die
welke eenig ander volk heeft te torsen,
en per hoofd van de bevolking over de
20 bedraagt.
De kanselier van de schatkist ging
nu na, wat dit tengevolge had voor de
Amerikaansche loontrekkers, daar het
het vermogen van de Britten om in de
Ver. Staten aankoopen te doen, vermin
derde.' Voorts wees Baldwin er op, dat
het geld der door de Ver. Staten verstrek
te leening uitsluitend in Amerika zelf
was verwerkt.
Het was nu zeide Baldwin een
natuurlijke vraag, waarom de goederen
niet in goederen werden terugbetaald.
Doch die goederen waren tegen oorlogs-
prijzen gekocht, en thans waren de prij
zen gedaald, zoodat Groot-Britannië
veel grooter hoeveelheid goederen zou
moeten terugsturen als betaling dan
zij aanvankelijk had gekocht met het
voorgeschoten geld.
Ook trok Baldwin in twijfel, of de Ver.
Staten wel gesteld zouden zijn op een te
rugbetaling op een zoodanige manier, dat
het Amerikaansche volk er nog jarenlang
de nadeelige gevolgen van zou onder
vinden, Waar nu een rechtstreeksche
betaling in. goud of in goederen is uit
gesloten, bleef nog over dollars te koopen
in de wereldwisselmarkten. Wat Brittan-
nië wenscht is een billijke handels'
regeling, een eerlijke schikking, die van
de Ver. Staten de betaling verzekert tot
de laatste cent van de kredieten, die de
Amer. regeering in de Ver. Staten had
verstrekt voor haar geassocieerden in
den oorlog; een betaling op zoodanige
voorwaarden dat de handelsbetrekkingen
tusschen de beide landen er zoo weinig
mogelijk door zullen worden belemmerd.
Na een vergadering van de Ameri
kaansche commissie voor de schuld
vorderingen, waarin een nauwkeurig on
derzoek was ingésteld nopens de door
Engeland verstrekte gegevens, is de
Amerikaansche secretaris van de schat
kist, Mellon, een uur lang bij Harding
geweest. De President heeft te kennen
gegeven, dat hij volledig op de hoogte
wil worden gehouden van de ontwikke
ling der besprekingen.
IMMIGRATIE IN DE VER. STATEN.
De Democraat Sanders heeft in het
Huis van Afgevaardigden een wetsont
werp ingediend dat de strekking heeft
de immigratie in de Ver. Staten geheel
stop te zetten.
DE LUSITANIA.
Naar verluidt, heeft de gemengde
commissie voor wederzijdsche aanspra
ken medegedeeld, dat Duitschland be
reid is, te erkennen, dat het geheel en al
aansprakelijk is voor het in den grond
boren van de Lusitania en dat de schade
betaald zal worden aan degenen, die
deswege actie hebben ingesteld, uit de
sommen, verkregen uit den verkoopfvan
verbeurd verklaarde Duitsche eigendom
men in de Vereenigde Staten.
DE ITALIAANSCHE MILITAIRE
LUCHTVAART.
In een bijeenkomst van Mussolini
met de ministers van oorlog en marine
en met de voornaamste generaals en
admiraals werd vastgesteld, dat het nood
zakelijk was in den kortst mogelijken
tijd een militaire luchtvaart te scheppen,
in evenredigheid met de behoeften van
de natie. De bouw van een aantal der
1 vliegtuigen zal opgedragen worden aan
de Italiaansche industrie.
NIEUWE PLUNDERINGEN INTER
LAND.
Castlehackett House, in Tuam, een
gebouw van meer dan 300 jaar oud en
een prachtige buitenplaats, is door re
bellen in brand gestoken en geheel in de
asch gelegd.
In de vlammen zijn familieportretten
en oude meubelen verloren gegaan. De
schade wordt op bijkans een milHoen
gulden geschat.
Er is een nieuwe politieke partij ge
vormd door een te Dublin gehouden con
ventie tot steun van de huidige regeering.
Deze partij zal candidaten kiezen en
stellen voor de komende algemeene ver
kiezing. De hoofdpunten van haar pro
gram zijn unificatie van Ierland, samen
smelting van de partijen welke voor
heen samenwerkten en algemeene ont
wikkeling van het land.
Een commissie uit de Nationale
Vergadering te Angora heeft besloten
een wetsvoorstel in te dienen, waarbij
degenen, die verantwoordelijk zijn voor
het meedoen van. Turkije aan den oor
log In 1914, voor een gerechtshof ge
daagd zullen worden.
Bij het verlaten van den minister
raad heeft Poincaré aan journalisten,
die hem om inlichtingen vroegen over de
maatregelen, die de Fransche regeering
in het Roergebied denkt te nemen, ge
antwoord, dat er geen spoorwegman en
geen soldaat gemobiliseerd zal worden.
De draadlooze dienst' te Londen
meldt dat de radio-telefonische over
brenging van de opera de Tooverfluit
gisteravond uitstekend is geslaagd. Dui
zenden aangeslotenen hebben ervan ge
noten, sommigen op 300 mijl afstand.
De geluiden in de zaal van Covent Gar
den, waar de opera ten gehoore werd
gebracht, waren zoo goed te volgen, dat
voor het orkest de ouverture begon te
spelen, het ritselen der programma's dui
delijk te hooren was.
De Petit Parisien meldt, dat bin
nenkort te Tomboktoe burgerlijk be
stuur gevestigd zal worden ter vervan
ging van het militaire. Het vroegere
Nigergebied is sedert Juli een Fransche
kolonie.
Te Potsdam is een misdadiger aan
gehouden en herkend als de moordenaar
Gerh. Fleischer, die enkele maanden ge
leden uit de gevangenis te Munster was
ontsnapt. Met zijn broer was hij des
tijds te Essen driemaal' ter dood ver
oordeeld zijn straf was echter veranderd
in levenslange opsluiting. Na zijn ont
snapping moet hij weer tal van misdaden.,
ook een moord hebben gepleegd.
Een paar jaar geleden is er in het
gebouw van de Fransche Kamer een
restaurant geopend, waar Kamer
leden tegen matigen prijs eenvoudige
maaltijden konden gebruiken. Het res
taurant maakte echter geen voldoende
zaken en de houders van het eethuis,
de erfgenamen van Alexander Duval,
dachten reeds er over het maar op te doe
ken. Onder de Kamerleden is nu een
referendum uitgeschreven betreffende 't
voortbestaan van het restaurant, waarvan
de uitslag is, dat het restaurant blijft.
Bovendien zullen de Kamerleden iedere
maand twee frank ieder betalen wat vol
doende is om het eethuis voor verdwijnen
te behoeden. Vooral onbemiddelde Ka
merleden, wier gezinnen buiten Parijs
wonen en voor wie de groote Parijsche
eethuizen te kostbaar zijn, worden door
de nieuwe regeling zeer gebaat.
Naar uit Moskou gemeld wordt,
heeft de raad van volkscommissarissen
besloten de boeren uit de gouvernemen
ten, welke het vorig jaar onder misluk
king van den oorlog hebben geleden, 5C
procent van de belasting tot herstel van
den landbouw kwijt te schelden.
Het Russische volkscommissariaat vool
opvoedingswezen heeft verboden voort
aan nog vergunningen tot uitvoer van
schilderijen te verleenen. Het commissa
riaat zelf neemt den verkoop van schil
derijen naar het buitenland geheel in
handen en wil tegen alle concurrentie
waken.
In 23 houtpulp-molens in Zweden
is een staking uitgebroken die ongeveer
5000 man omvat. Al deze molens behoo-
ren aan de Zweedsche houtpulp-mij.
die 90 molens heeft, waar 17.000 arbei
ders werken.
Prof. Lomonosof, het hoofd van
de*Russische commissie, die te Stock
holm de bestellingen van spoorwegmate-
riaal regelt, zal eerlang als zoodanig af-
treden, in verband met een reorganisatie
der commissie.
De havenarbeiders te Stettin staken
omdat de werkgevers hun geen 50 pet.
loonsverhooging willen toestaan. Het
geheele havenbedrijf ligt stil.
KUNST EN KENNIS.
UIT BOEK EN BLAD.
MAANDBLAD VOOR LITURGIE Nov.
Dec. 1922. Ook Jozef ging op naar
Bethlehem. Joz. Poels, Wat is Litur
gie? J. Teulings, Twee plechtige
Missen in Rome. W. v. K.' Een niet-
Katholiek over onze beweging. Eleo
trisch Licht. W. v. K., Het offer der
H. Mis in de eerste eeuwen. Au,gust
Strindberg. Kap. De Kroon, De knie
buiging voor het H. Sacrament. Me
dedeel ingen.
HET ROER. Maandschrift voor de R.KJ
Arbeidersbeweging. Dec. 1922. Het groo
te vraagstuk der Bedrijfsorganisatie^ II,
door H. Hedendaagsche Vakorganisatie
en Toekomstige Bedrijfsorganisatie.
Uit en voor de Praktijk. Federatie der
Dioc. Volks- en Werkliedenbonden in
Nederland. '-eiddraad voor rijf cursua-
lessen.
ORGAAN. Uitgegeven vanwege den Nft
derl. R.K. Bond van ziekenverpleegsters
Januari 1923. Nieuwjaar Opleiding
Liefdadigheid of Liefde Stemmen uit
de praktijk Stuipen bij zuigelingen
Retraite nieuws Dringend verzoek
Nieuws Hoofdbestuur Opwekking ver
pleegsters-arbeid Het gevaar van haar
verf Over den bloedsomloop Re
ligieuzen en 't diploma Mooie en goe
de romans. Gedachten van anderen.
Geslaagde zusters Ingezonden.
ONS EIGEN BLAD. Tijdschrift voor
praktische Roomsche Opvoeding 11e jaar
gang no. 1. Dr. J. W. J, Geerts: Recol
lectie Januari. Redactie: Ter inlei
ding van de elfde jaargang. Fr. Mi
Thomas: Na ons laatste woord. De
R.: De katholieke jeugdbeweging in
Duitschland I. Een en ander over
huiswerk II. X.: Van kind en klas
en leidingskunst. Ingekomen gelden
voor de Dominicanessen van Lienz.
Dankschrijven derzelfde Zusteis. Boek
aankondiging.
SINT-ANTONIUS 29e jg. afl. I St. An.
tonius' eerste Wonder.Minderbr oodniv
Vertegenwoordiger. Wie kiezen de le
den der Provinciale Staten? Onver
breekbaarheid v.h. Huwelgk. Uit on
ze Missie van Brazilië. Uit onze Mis
sie van Zuid-Chansi. Misslie-Actie.
Missie-Kroniek. Missie-Giften. De
Idioot. Verkregen en Gevr. Gunsten.
Van het oogenblik, dat we Paul Har
mant zich hebben zien opsluiten in zijn
kantoor, was hij in dezelfde houding
olijven zitten,
Met schrik dacht hij terug aan het
,e" en aan het verleden. Waarom,
wist hij ri et. Door een zacht kloppen op
de deur werd hij in zijn overpeinzing' n
ges.oord. De huisknecht verscheen.
>>Ur !S een vrouw, die mijnheer spreken
wilZij heeft alleen igezegd, dat ze
kwam namens mijnheer Ovide."
Bij het hooren van dezen naam,
moest Paul Hermant moeite doen zijn
aandoening e verbergen.
„Waarom zendt hij iemand naar mij
toe, vrorg hij zich af. Wat is hem over
komen Waarom komt hij zelf niet
„Laat die vrouw binnenkomen," zeide
hu.
De buisknecht bracht de bezoekster
binnen en sloot de deur onder het heen
gaan dicht. Paul Harmant wendde zich
om, om te zien, wie Ovide Soliveau hem
gezonden had. Eensklaps stootte hij een
kreet uit en bleek, verpletterd, met wijd
geopende oogen trok hij zich terug in c<n
hoek van de kamer. Hij had vóór zich
moeder Lise, die naar Ovide beweerde
verpletterd was onder de stelling in de
Git-le-Coeurstraat
XVII.
„Ah 1" zeide Jeanne Fortier op zachten
en langzamen toon, „uw schrik spreekt
voor uw schuld. Hij is voor mij het bewijs,
dat het op uw bevel is geweest, dat men
mij heeft willen vermoorden
De gewezen meesterknecht van Al-
fortville kreeg op dat oogenblik een ge
voel, alsof hij krankzinnig ging worden.
Hij begreep, dat hij verloren was, als hij
geen weerstand bood aan den opkomen
den storm en op Jeanne toeschrijdend,
riep hij uit
„Gij ongelukkige 1 gij hier Wat komt
gij in mijn huis doen
„Durftgij dat nog vragen? Hebt gij
niet begrepen, toen gij mij zaagt, dat ik
eindelijk het masker heb opgelicht, dat u
zoo lang heeft bedekt
„Die vrouw is krankzinnig!" mompel
de Paul Harmant. de schouders opha
lend.
„Krankzinnig herhaalde Jeanne.
„Ja, ik ben gedurende tien jaar gek ge
weest, maar ik heb mijn verstand terug
gekregen, om het doel van mijn leven
te kunnen volvoeren. Wat ik hier kom
doen ....Ik kom u rekenschap vragen
over hetgeen ik sederf een en twintig
daar heb geleden, Jacques Garaud."
De millionnair ven, dc verwondering.
„Jacques Garaud fljherhaalde hij.
„Wat is dat voor een naam
„Uw naam."
„De heele wereld weet, dat ik Paul
Harmant heelgij zijt gek, Lise
Peirin.
„Ik ben Lise Perrin niet. Ik ben Jeanne
Fortier, dat weet gij heel goed. Gij hebt
lang genoeg comedie gespeeld. Gij hebt
mij herkend bij advocaat DarierIk ben
Jeanne Fortier, uw slachtoffer Jeanne
Fortier in uwe plaats veroordeeld.,..,."
„Zwijg
„Ik zal met zwijgen! Men zoekt en
volgt mij Ik ben hier gekomen, bij u,
opdat de politie ons beiden arresteeren
kan Een aal gevangen, zult gij wel
moeten bekennen, dat gij de misdaad
van Alfortville hebt bedreven en dat gij
nadien mijne dochter hebt trachten te
doen dooden en mij hebt willen doen
vermoorden."
Jacques Garaud wilde antwoorden.
Hij had er den tijd niet voor. De deur
werd plotseling geopend en Mary, doods
bleek en wankelend, verscheen op den
drempel.
„Wat gebeurt er toch, vader Ik
meende, dat er zoo luid werd gesproken
„Mijn kind," antwoordde hij, „ga heen
.....blijf niet hier....deze vróuw is gek.
Zij beleedigt mijbedreigt mij...."
„Welnu vader, waarom "roept u dan
..laat ze uit ons huis zetten.,.
Mary ging naar Jeanne.
„Wie zijt gij
„Vraag dat aan uw vader...
„Wat wilt gij
„Dat men'dien man met mij arresteert
en dat er recht wordt gedaan
„Je ziet wel, dat ze gek is," riep Paul
Harmant uit.
„Het is duidelijk, dat gij niemand
durft roepen antwoordde Jeanne.
Eén van ons beiden is bang, maar niet
ik
„Bel toch vader, bel toch 1" hernam
Mary,
De millionnair zeide geen woord en
bleef onbewegelijk staan. Mary keek
hem met verbazing aan.
„Waarom belt u toch niet vroeg zij
andermaal.
De ontvluchte van Clermont barstte
in een lach uit.
„Ik heb het u gezegd," zeide zl], „hij
is bang."
„Welnu,"'dan zal ik bellen..
En de dochter vari Paul Harmant liep
naar den schoorsteen, zoo snel als hare
zwakke krachten het haar veroorloofden.
„MaryMarystamelde de el
lendeling, een afwerend gebaar makend,
neen...., neen.... bel niet ...roep nie
mand....."
„Waarom niet, vader
"ik zal u antwoorden," zeide Jeanne
Fortier. „Hij wil niet, dat men weten
zal, dat Paul Harmant Jacques Garaud
is, de dief, de brandstichter, de moorde
naar
„Zwijg, ongelukkige, zwijg stamelde
de industrieel, wankelend.
Maar Jeanne ging voort
„Na een en twintig jaar van duister
nis en ongestraftheid beseft hij, dat het
licht ten slotte zal gaan schijnen. Dat de
gerechtigheid haar beurt krijgt. Nu
beeft hij...."
„Zwijg toch, heb medelijden met mijn
kind."
„Hebt gij medelijden gehad met mij
Met mijn kinderen Dank zij u, geloovenl
zij, dat hun moeder een misdadigster is. 1
Nu wil ik, dat uw dochter zal weten, wat
voor een man gij zijt. Ik wil, dat men zal
weten, dat gij mijne dochter door wan
hoop hebt willen dooden, na vergeefs
getracht te hebben ze te doen vermoor
den door het mes van uw handlanger."
„Zwijg toch, zwijg brulde Paul
Harmant, zich op Jeanne werpend of
anders
Maar reeds had Mary zich tusschen
hem en de vrouw geplaatst.
„Laat die vrouw spreken," zeide zij,
„Als zij liegt, moet u haar antwoorden."
Bedwongen door den blik van zijn
dochter en bovendien liet hoofd geheel
kwijt, liet de millionnair zich op een
fauteuil neervallen. De ontsnapte van
Clermont zette haar verhaal voort
„Een en twintig jaar geleden heeft
deze man gestolen, brand gesticht, ge
moord en bij die vele misdaden de laf
heid gehad te doen gelooven aan zijn
heldhaftigen dood en mij in zijn plaats
te laten rieroordeelen. Besmeurd met
het bloed van zijn slachtoffer, heeft hij
een valschen naam aangenomen en is
getrouwd met tiwe moeder..,
(Wordt vervolgd
I.
Weltevreden, 1 December 1922.
Nauwelijks twee maanden ben ik terug te
Batavia,
Nog pas anderhalve maand ben ik geïn
stalleerd in mijne nieuwe woning en reeds
heeft de gewone gang van het Indische le
ven me te pakken.
Alsot bet niet anders is geweest.
Alsof de vorige tien jaren zich hebben
verlengd, zonder merkbare onderbreking, tot
wat het heden is; het heden, dat zich weer
verlengen'gaattot hoeveel jaren?
Het Indische bestaan is weer de groote
werkelijkheid geworden, waarachter alle
andere levensuitzichten verdoezelen tot va
ge neveligheden.
En toch...- nu ik me zet tot het schrij
ven van dezen eersten Indischen brief naar
Nederland, en mijne gedachten weer terug
ijlen tot wat voor eenige maanden nog was,
bemerk ik boe scherp hetijnd de herinnerin
gen nog aanwezig zijn.
.1 autorit, op den ochtend van mijn ver
trek van de Residentiestad naar de Lloyd-
kade te Rotterdam, dien Iaatsten tocht over
Holland's wegen, langs Holland's weide
landen, op dien dag als bij feestelijke uit
zondering gekoesterd in milde zonnewarm
te, ik zie dat alles in mijn geest als was het
gisteren gebeurd.
En met de herinnering komt nu ster
ker dan toen op dien zonnigen zomerochtend
mogelijk was de weemoed van het af
scheid me beklemmen. Zooals de droevenis
om wat voorbij is, pas later komt.... wan
neer we weer tot rust, en daardoor tot ons
zeiven gekomen zijn.
Dat afscheid van het vaderland, het was
toen nog viuchtigei, dan ik me voor bad
kunnen stellen.
Nietwaar, we denken ons dan altijd, staan
de aan de verschansing van het schip, dat
ons wegvoert, „met vochtige oogen starend
naar de verdwijnende kust, welke langzaam
achter den kim wegzinkt"....
De werkelijkheid was ditmaal anders.
Zooals gebruikelijk, was ook voor de
„Tambora" het vertrekuur zoodanig gesteld,
dat we den Waterweg nog niet uit waren,
of de bel voor de lunch riep de passagiers
van het dek. En zoo zagca we de duinen van
den Hoek van Holland, zijne forten en zijne
huizen, slechts door tkleine raampjes van
de eetzaal; en het was tusschen de croquetjes
en de biefstuk met gebakken aardappelen
met sla, dat we toevallig nog het zakdoek-
gewuif van eenige menschen op de kade
gewaar werden; kennissen, die de afspraak
gemaakt hadden ons nog een Iaatsten groet
te komen brengen. Ik geloof niet, dat ze heb
ben kunnen zien, hoe we van achter de ta
fel terug hebben gewuifd.
Zoo was de werkelijkheid.
Uiterlijk.
Dat dit werkelijk uiterlijkheid was, weet
ik nu,
De zeereis.
Hoe verliep ook deze geheel anders, dan
ik me gedacht had.
Ik hou van de zee.
Haar opene blankheid is me als eene li
chamelijke verfrissching, hare blanke open
heid is me eene geestelijke opmontering,
welke ik vaak heb gezocht, wanneer in de
stad de geslotenheid der huizenrijen me te
veel benauwde.
Ik hou van de zee.
Ik hou van de zee, wanneer ze in paarle
moeren effenheid van den lichtend blauwen
hemel den glans te weerspiegelen ligt; ik
hou van de zee, wanneer ze onder den druk
van den stormwind hare witgekuifde golven
tuimelend de ijlende wolken achterna jaagt;
ik hou van de zee, wanneer ze in mildheid
van maanlicht een ruischende droomerig-
heid wordt; ik hou van de zee wanneer ze
in zwarte nachten met den hemel tot een
groote 'oneindigheid uitgroeit.
En toch, hoe weini i heb ik terwijl ze
vijf weken lang dagelijks om roe heen was
naar de zee omgekeken.
Weieens heb ik 030! weinig anderen van
het grootsche schouwspel genoten, welke
de woelige zee ons bood, heb ik met ontzag
gezien naar den zwaren gang der Oceaan
rollers, wanneer ze ons schip telkenmale,
als was het niet meer dan een vedergewicht,
omhoog hieven, en te zwaaien en slingeren
brachten, dat het beangstigend werd voor
onze hulpelooze nietigheid. Maar lang kon
den we niet boven blijven; beneden in de
hutten hadden de zeezieken te dikwijls on
ze hulp noodig.
Een enkele maal hebben we allen in exta-
sieve bewoi lering naar de zee en de lucht
gezien.
Dat was o een middag kort na Gibraltar
in de Middellandsche zee.
De zee lag glad, met geen ander golven
dan door het spelevarende schip bij den
boeg werden opgeworpen, aan weerszijden
schuisweg uitdeinend tot een groote V met
bijna eindelooze uit'loopers. De lucht was be
wolkt; niet zwaar, doch als een lichte aan
kondiging na een zonnig dag van komende
buien.
Achter de verre bergen van Spanje ging de
zon onder.
En terwijl de kantige bergensilhouet van
bijna zwarte donkerte werd, vloog de hemel
in vlammen. Het was alsof er hellevuur te
branden lag, zijn weerschijn werpend tot de
hoogste wolken.
Met het verder zinken van de zon werd de
gloed dieper, de wolken donkerder. Het
blauw van de zee vergloeide tot een violette
spiegeling. Het werd, met die zee, de lucht
en de wolken, een verbijsterende kleuren
pracht.
Zwijgend heb ik toen minutenlang die
stille vredigheid in me opgenomen.
Doch dan klonk er de bel van het diner.
En vijf minuten later zaten we allen met
aandacht het menu te bestudeeren.
Den volgenden ochtend was de zee vol
witgetopte golven. Met het naderen van de
Golf de Lyon stak de „mistral" op. Tegen
negen uur was ze tot een stormwind aange
sterkt, die gierend door het touwwerk en
masten joeg en de schuimende golven tegen
den zijwand van het schip te flarden sloeg,
dat het water tot over de commando-brug
heen spatte.
Vlak bij de deur, waar de trap van bene
den naar het dek uitkwam op den breeden
doorgang tusschen de dekruimten aan stuur
boordszijde en bakboordszijde was een stevig
touw gespannen, waaraan de passagiers, die
zich naar het dek waagden houvast konden
vinden om niet door den winddruk op het
glibberige dek van de been te v orden ge
worpen. Achter de beschuttende wanden
van de machinekamer zaten we met enkelen
bij elkaar gescholen. Droog zat'en we zelfs
daar nog niet. Onze hoog dichtgeknoopte
schutting tegen den sproeiregen, welke de
schutting tegen de sproeiregen, welke de
spattende golven over het dek wierpen.
De enkele dames, die het durfden onder
nemen naar het dek te komen, waren met
vereende hulp der heeren en van het dikke
touw voorbij den gevaarlijken doorgang ge
loodst. Met heel veel moeite had ik mijn
kleinen driejarigen jongen, die zich door
welke gecompliceerde beweging van de
boot niet van de wijs liet brengen en beneden
in de hut niemand vond om zich mee te
occupeeren, naar het veiligste plekje Van het
dek gedragen, waar hij op den stoel dicht
tegen me aangedrukt zich blijkbaar best op
zijn gemak voelde.
Zoo zaten we dan in ten klein groepje
bijeen.
De stemming was niet bijster opgewekt,
en veel praats had niemand.
Het had een moment van vroolijkheid ge
geven, toen een behulpzaam echtgenoot, die
zijne vrouw ter versterking wat beschuit en
een glaasje port wilde brengen en deze met
heel wat balanceerkunsten tot vlak bij had
gebracht, bij den doorgang gekomen de
beschuitjes en het glas van het presenteer
blaadje weg stuiven zag.
Op dat oogenblik kwam mijn kleine boy,
die blijkbaar vond dat hij al lang genoeg ge
zwegen en st.il gezeten had, plotseling me uit-
noodigen; „Pappie, ik wil gaan wandelen."
Ik heb het wandelen uitgesteld tot den na
middag, toen we in de haven van Marseille
aan de kade lagen.
Na tien dagen varens waren we toen
anderhalven dag reizens van het vaderland
verwijderd. Des avonds kregen we passagiers
aan boord, die den vorigen ochtend met den
sneltrein uit Den Haag waren vertrokken.
Zoo dicht nog bij.
En toch wist ik me reeds zoo vér, van mijne
vrienden in Nederland.