INDISCHE BRIEVEN. BUITENLAND Onschuldig veroordeeld Tweed® Blad* 10 Januari 1923 I 6EBS. BUITENL. BERIOHTEE^ feuilleton Als men dan echter naar de andere zijde van het schip liep en daar naar buiten uit zag, stond daar reeds de opkomende maan in witte nevelen, en ue zee en de lucht waren er van zoo een vredige klaarte, dat het ont roerend was. J. A. M. d. F. De bezetting van het Roergebied; de houding van Amerika; Duitsche maatregelen; de Fransche opmarsch; een uitspraak van dr. Cimo. De schuldregeling tusschen Engeland en de Vereenigde Staten. Onder de Telegrammen: Vermoedelijk heden bezetting van Essen en Bochem door de Franschen; deelneming der Belgen. De Vereenigde Staten zouden wel geprotesteerd hebben bij de Fransche regeering. Verklaringen van den Duitschen Minister van Buitenlandsche Zaken, dr. Rosenberg. de bezetting van het roerge bied. De houding der Ver. Staten. Uit Parijs meldt Havas: In tegen spraak met het telegram uit Washington aan de Engelsche pers, wordt er in be voegde Fransche kringen verklaard, dat de Amerikaansche regeering geen enke len stap bij de|Fransche regeering heeft gedaan in verband met de bezetting van de Roer. De Fransche regeering acht nilk een stap zeer onwaarschijnlijk. De Fransche opmarsch. Blijkens berichten van betrouwbare zijde zijn 38 treinen met Fransche troe pen naar Essen onderweg, die sedert Maandagmiddag op de stations Batin gen, Mülheim, Speldorf, Duisburg (cen traal station) en Duisburg-Hochfeld- Zuid binnenkwamen. Te Essen, Dusseldorf en Duisburg verwacht men vrij algemeen dat de Franschen heden tot de verwezenlijking van hun plannen zullen overgaan. Dit leidt men af uit de militaire maatregelen die te Dusseldorf, waar een 1400 man zijn ingekwartierd, in vollen gang zijn. Bijna alle auto-garages zijn opgevorderd, tal van openbare gebouwen zijn gere- quireerd omf als militaire bureaux te die nen, kwartiermakers zijn druk aan het werk enz. Daarentegen is te Berlijn bericht ont vangen, dat Fransche officieren te Dus seldorf tegenspreken dat vóór 15 Jan. nieuw Duitsch gebied zal worden bezet. Volgens de Lok. Anz. klopt deze te genspraak met een kennisgeving van den opperbevelhebber der Fransche troepen aan den Rijn aan zijn Engelschen collega te Keulen, dat Frankrijk op 15 dezer Essen en Bochum zal bezetten. Op het hierbij gevoegde verzoek om ter bespoe diging van het transport over het brug- gehoofd Keulen, als etappe-gebied te mogen beschikken zou de Engelsche opperbevelhebber hebben geantwoord daaromtrent instructies van zijn regee ring te moeten vragen. Voorts zou hij de "Franschen hebben gevraagd, ter ver mijding van incidentenniet over te gaan tot bezetting van plaatsen in de on middellijke nabijheid van de Engelsche bezettingszone. Duitsche maatregelen. Uit Essen wordt gemeldOp bevel van de bezettingsoverheid moeten de spoorwegen in de richting Koblentz Niederlahnstein en Koblentz—Trier voor troepentransporten worden vrijgehou den, zoodat een groot aantal goederen en kolentreinen moeten blijven staan. Op de stations in de Fransche bezettings zone is een verscherpte pas-controle in gevoerd. De overheid hier beschikt over geen enkele officieele inlichting nopens de a.s. bezetting. Niettemin heeft zij de noodige maatregelen getroffen om de, onaangenaamheden voor de bevolking tot de kleinst mogelijke afmetingen te rug te brengen. Voor de werkzaamheden die de be zetting zal meebrengen is een bijzonder bezettingsbureau ingesteld. Ook de spoorwegdirectie heeft wijzi gingen getroffen in de verwachting dat wegens het troepentransport het passa giers- en goederenverkeer in de eerst volgende dagen aanzienlijk moet worden beperkt. De Franschen en Belgen heb ben n.l. tal van transporttreinen fn het bezette gebied opgevorderd. Vannacht hebben de Franschen het auto-verkeer DusseldorfEssen zoo scherp gecon troleerd, dat de auto's een omweg moes ten maken. De meening van den Duit schen Kanselier. In een onderhoud met de Berlijnsche vertegenwoordigers van Amerikaansche persbureaux heeft de rijkskanselier er zijn diep le dwezen over uitgesproken, dat de oplossing van het schadevergoe- dingsvraagstuk ook aan de Parijsche conferentie niet is gelukt. Frankrijk maakt nu aanstalten met geweld zijn aanspraken door te zetten. In dit verband herinnerde dr. Cuno aan zijn verklaring te Hamburg, dat dwangmaatregelen elke ekonomische schadevergoeding te niet zullen doen. Duitschlar.d was en is volkomen bereid tot de uiterste grens van zijn ekonomische en financieels draagkracht de Geallieer den schadeloos te stellen, mits dat vrij willig kan geschieden. Voor dwang zal het evenwel niet buigen. Het Duitsche volk kan geweld niet met geyreld beant woorden wat het kan doen en wat de r'jksregeering ook voornemens is te doen, ishet ekonomische onverstand en de onrechtvaardigheid van de Fransche plan nen aan de wereld in het volle licht te toonen. Het verdrag van Versailles, hoe monsterachtig het ook moge zijn, gaat niet zoover, dat het den Geallieerden invallen op Duitsch gebied veroorlooft. Het geeft hun de bevoegdheid, ter waar borging van de schadevergoedings-vorde- ringen het Rijnland een bepaalden tijd bezet te houden. Indien Frankrijk thans op eigen hand verder gaat en op onbezet Duitsch gebied beslag legt, pleegt het verdrag breuk en geweld tegen een weer loos volk. Verhooging der kolen prijzen. Het scheidsgerecht, dat na de misluk king der bemiddelingsactie voor de be slechting van het loongeschil in het Roer gebied is ingesteld, heeft gisteravond uitspraak gedaan, die bepaalt dat de loonen der mijnwerkers met ingang van 5 Jan. met 1700 mark per werkdag wor den verhoogd. Voor de dagen van I5 Jan. is den mijnwerkers 700 mark per dag boven het vroegere loon toegekend. Indien de werkgevers deze uitspraak aanvaarden zullen de kolenprijzen met ongeveer 18.000 mark per ton stijgen. Morgen zullen beide partijen aan het rijksministerie van arbeid moeten mede- deelen of zij met deze regeling accoord gaan. UIT DE COMMISSIE VAN HERSTEL. De commissie van "herstel heeft offici eel bet ingebreke blijven van Duitsch- land ten opzichte van de kolen-levering vastgesteld. Deze beslissing is genomen met 3 stemmen tegen 1, die van den Britschen afgevaardigde. DE FRANSCHE SCHULD AAN DE GEALLIEERDEN. De Petit Parisien, die tot de regeerïng in nauwe betrekking staat, bevat een artikel, waarvan de titel de strekking weergeeft„hoe zwaar zij ook zijn, laat ons onze schulden betalen." Bedoeld zijn de buitenlandsche schulden. *.ou, vraagt het blad, nu wij 'n nieuwe metho de gaan toepassen om ons door Duitsch land te laten betalen, het oogenblik niet gekomen zijn om ook het vraagstuk van onze schulden aan onze bondgenooten eens onder een ander licht te bezien De Petit Parisien berekent, dat Frank rijk op het oogenblik een schuld van 75 milliard frank papier aan Engeland en Amerika heeft. Hoe enorm deze buitenlandsche schuld ook zij, hoe moeilijk het Frankrijk ook schijnen moge om te beginnen haar te betalen, vooral nadat Frankrijk op re kening van Duitschland aan de geteister- den in het verwoeste gebied en voor de oorlogspensioenen 100 milliard heeft voorgeschoten, toch moet zij betaald worden, wil Frankrijk zijn krediet terug vinden en de frank zien stijgen. Wan neer Frankrijk zich van dien last gekwe ten heeft, zal zijn financieele horizont weer helder worden, het vertrouwen in Frankrijks krediet zal grooter zijn dan ooit, de Fransche deviezen zullen niet langer de kunstgrepen der speculanten hébben te vreezen en de economische herleving, die uit den nieuwen toestand zal voortvloeien zal een weldaad voor allen zijn. In een interview aan de pers heeft Bonar Law onlangs de opmerking ge maakt, dat niemand er van houdt zijn schulden te betalen. Hij vergist zich, zegt de Petit Parisien. In Frankrijk zijn de arbeider, de boer, de koopman, de huis vrouw erop gesteld hun schulden te be talen. Zij kunnen niet leven met schula. En dan volgt in het artikel van de Petit Parisien de zinsnede, waarom het waarschijnlijk geschreven is, de aan kondiging van "een nieuwe leening: De regeering, schrijft het blad, die zal durven, verklaren, dat wij, evenals En geland, van plan zijn, onze buitenland sche schulden te betalen, die in Frank rijk een nieuwe bijzondere leening voor de delging'dier schuld zal uitschrijven of aan het land voor die delging een nieuwe belasting zal vragen, zal niet vergeefs een beroep doen op den trots der natie. Want, besluit de Petit Parisien, er is geen Franschman, die niet voelt, dat een groote natie als Frankrijk, wanneer zij zou beknibbelen op de betaling van haar buitenlandsche schulden en niet bloeden om hen te betalen, niet slechts een zwaren slag aan haar krediet en aan haar gezag zou toebrengen, maar tevens, en dat is treuriger, iets van haar vrijheid en haar onafhankelijkheid zou vervreem den. DE VER. STATEN EN ENGELAND Omtrent de besprekingen te Washing ton over de regeling der Engelsche schuld aan Amerika, wordt nog nader 'gemeld Op de Maandag te Washington ge houden bijeenkomst van de Britsche en Amerikaansche commissies voor de regeling van de schuld van Engeland aan de Ver. Staten was de stemming uiterst hartelijk. Minister Mellon, de voorzitter der Amerikaansche commissie, verklaarde zich bijzonder in zijn schik met het feit, dat Engeland een zoo ge zaghebbende delegatie had gestuurd. Hij wees er op, dat het de eerste keer is dat een Britsche kanselier van de schat kist zich met een dergelijke missie bui tenslands heeft begeven. Baldwin, het hoofd der Britsche missie, betuigde zijn dank voor de hartelijke ontvangst. De Engelsche delegatie was gekomen met het vaste voornemen om de schuld van Engeland aan de Ver. Staten te betalen, hetgeen de grootste financieele transactie tusschen twee bevriende naties in de wereldhistorie zou zijn. Ook zeide Baldwin: „De schuld was de eerste bijdrage door de Ver. Staten gegeven om de beschavinger voor te vrijwaren van te worden verzwolgen, en de vrije volken er van te redden, te Worden gebracht onder het vernietigende juk van een militaire autocratie. Daarop was een bijdrage aan menschelijke strijd krachten uit de Ver. Staten gevolgd. Die Amerikaansche soldaten hadden moedig gevochten met die van Engeland en van de met Engeland geallieerde staten, en voor één zelfde doel." Baldwin wees daarna op den druk der belastingen, die Engeland te dragen heeft,'welke druk grooter Is dan die welke eenig ander volk heeft te torsen, en per hoofd van de bevolking over de 20 bedraagt. De kanselier van de schatkist ging nu na, wat dit tengevolge had voor de Amerikaansche loontrekkers, daar het het vermogen van de Britten om in de Ver. Staten aankoopen te doen, vermin derde.' Voorts wees Baldwin er op, dat het geld der door de Ver. Staten verstrek te leening uitsluitend in Amerika zelf was verwerkt. Het was nu zeide Baldwin een natuurlijke vraag, waarom de goederen niet in goederen werden terugbetaald. Doch die goederen waren tegen oorlogs- prijzen gekocht, en thans waren de prij zen gedaald, zoodat Groot-Britannië veel grooter hoeveelheid goederen zou moeten terugsturen als betaling dan zij aanvankelijk had gekocht met het voorgeschoten geld. Ook trok Baldwin in twijfel, of de Ver. Staten wel gesteld zouden zijn op een te rugbetaling op een zoodanige manier, dat het Amerikaansche volk er nog jarenlang de nadeelige gevolgen van zou onder vinden, Waar nu een rechtstreeksche betaling in. goud of in goederen is uit gesloten, bleef nog over dollars te koopen in de wereldwisselmarkten. Wat Brittan- nië wenscht is een billijke handels' regeling, een eerlijke schikking, die van de Ver. Staten de betaling verzekert tot de laatste cent van de kredieten, die de Amer. regeering in de Ver. Staten had verstrekt voor haar geassocieerden in den oorlog; een betaling op zoodanige voorwaarden dat de handelsbetrekkingen tusschen de beide landen er zoo weinig mogelijk door zullen worden belemmerd. Na een vergadering van de Ameri kaansche commissie voor de schuld vorderingen, waarin een nauwkeurig on derzoek was ingésteld nopens de door Engeland verstrekte gegevens, is de Amerikaansche secretaris van de schat kist, Mellon, een uur lang bij Harding geweest. De President heeft te kennen gegeven, dat hij volledig op de hoogte wil worden gehouden van de ontwikke ling der besprekingen. IMMIGRATIE IN DE VER. STATEN. De Democraat Sanders heeft in het Huis van Afgevaardigden een wetsont werp ingediend dat de strekking heeft de immigratie in de Ver. Staten geheel stop te zetten. DE LUSITANIA. Naar verluidt, heeft de gemengde commissie voor wederzijdsche aanspra ken medegedeeld, dat Duitschland be reid is, te erkennen, dat het geheel en al aansprakelijk is voor het in den grond boren van de Lusitania en dat de schade betaald zal worden aan degenen, die deswege actie hebben ingesteld, uit de sommen, verkregen uit den verkoopfvan verbeurd verklaarde Duitsche eigendom men in de Vereenigde Staten. DE ITALIAANSCHE MILITAIRE LUCHTVAART. In een bijeenkomst van Mussolini met de ministers van oorlog en marine en met de voornaamste generaals en admiraals werd vastgesteld, dat het nood zakelijk was in den kortst mogelijken tijd een militaire luchtvaart te scheppen, in evenredigheid met de behoeften van de natie. De bouw van een aantal der 1 vliegtuigen zal opgedragen worden aan de Italiaansche industrie. NIEUWE PLUNDERINGEN INTER LAND. Castlehackett House, in Tuam, een gebouw van meer dan 300 jaar oud en een prachtige buitenplaats, is door re bellen in brand gestoken en geheel in de asch gelegd. In de vlammen zijn familieportretten en oude meubelen verloren gegaan. De schade wordt op bijkans een milHoen gulden geschat. Er is een nieuwe politieke partij ge vormd door een te Dublin gehouden con ventie tot steun van de huidige regeering. Deze partij zal candidaten kiezen en stellen voor de komende algemeene ver kiezing. De hoofdpunten van haar pro gram zijn unificatie van Ierland, samen smelting van de partijen welke voor heen samenwerkten en algemeene ont wikkeling van het land. Een commissie uit de Nationale Vergadering te Angora heeft besloten een wetsvoorstel in te dienen, waarbij degenen, die verantwoordelijk zijn voor het meedoen van. Turkije aan den oor log In 1914, voor een gerechtshof ge daagd zullen worden. Bij het verlaten van den minister raad heeft Poincaré aan journalisten, die hem om inlichtingen vroegen over de maatregelen, die de Fransche regeering in het Roergebied denkt te nemen, ge antwoord, dat er geen spoorwegman en geen soldaat gemobiliseerd zal worden. De draadlooze dienst' te Londen meldt dat de radio-telefonische over brenging van de opera de Tooverfluit gisteravond uitstekend is geslaagd. Dui zenden aangeslotenen hebben ervan ge noten, sommigen op 300 mijl afstand. De geluiden in de zaal van Covent Gar den, waar de opera ten gehoore werd gebracht, waren zoo goed te volgen, dat voor het orkest de ouverture begon te spelen, het ritselen der programma's dui delijk te hooren was. De Petit Parisien meldt, dat bin nenkort te Tomboktoe burgerlijk be stuur gevestigd zal worden ter vervan ging van het militaire. Het vroegere Nigergebied is sedert Juli een Fransche kolonie. Te Potsdam is een misdadiger aan gehouden en herkend als de moordenaar Gerh. Fleischer, die enkele maanden ge leden uit de gevangenis te Munster was ontsnapt. Met zijn broer was hij des tijds te Essen driemaal' ter dood ver oordeeld zijn straf was echter veranderd in levenslange opsluiting. Na zijn ont snapping moet hij weer tal van misdaden., ook een moord hebben gepleegd. Een paar jaar geleden is er in het gebouw van de Fransche Kamer een restaurant geopend, waar Kamer leden tegen matigen prijs eenvoudige maaltijden konden gebruiken. Het res taurant maakte echter geen voldoende zaken en de houders van het eethuis, de erfgenamen van Alexander Duval, dachten reeds er over het maar op te doe ken. Onder de Kamerleden is nu een referendum uitgeschreven betreffende 't voortbestaan van het restaurant, waarvan de uitslag is, dat het restaurant blijft. Bovendien zullen de Kamerleden iedere maand twee frank ieder betalen wat vol doende is om het eethuis voor verdwijnen te behoeden. Vooral onbemiddelde Ka merleden, wier gezinnen buiten Parijs wonen en voor wie de groote Parijsche eethuizen te kostbaar zijn, worden door de nieuwe regeling zeer gebaat. Naar uit Moskou gemeld wordt, heeft de raad van volkscommissarissen besloten de boeren uit de gouvernemen ten, welke het vorig jaar onder misluk king van den oorlog hebben geleden, 5C procent van de belasting tot herstel van den landbouw kwijt te schelden. Het Russische volkscommissariaat vool opvoedingswezen heeft verboden voort aan nog vergunningen tot uitvoer van schilderijen te verleenen. Het commissa riaat zelf neemt den verkoop van schil derijen naar het buitenland geheel in handen en wil tegen alle concurrentie waken. In 23 houtpulp-molens in Zweden is een staking uitgebroken die ongeveer 5000 man omvat. Al deze molens behoo- ren aan de Zweedsche houtpulp-mij. die 90 molens heeft, waar 17.000 arbei ders werken. Prof. Lomonosof, het hoofd van de*Russische commissie, die te Stock holm de bestellingen van spoorwegmate- riaal regelt, zal eerlang als zoodanig af- treden, in verband met een reorganisatie der commissie. De havenarbeiders te Stettin staken omdat de werkgevers hun geen 50 pet. loonsverhooging willen toestaan. Het geheele havenbedrijf ligt stil. KUNST EN KENNIS. UIT BOEK EN BLAD. MAANDBLAD VOOR LITURGIE Nov. Dec. 1922. Ook Jozef ging op naar Bethlehem. Joz. Poels, Wat is Litur gie? J. Teulings, Twee plechtige Missen in Rome. W. v. K.' Een niet- Katholiek over onze beweging. Eleo trisch Licht. W. v. K., Het offer der H. Mis in de eerste eeuwen. Au,gust Strindberg. Kap. De Kroon, De knie buiging voor het H. Sacrament. Me dedeel ingen. HET ROER. Maandschrift voor de R.KJ Arbeidersbeweging. Dec. 1922. Het groo te vraagstuk der Bedrijfsorganisatie^ II, door H. Hedendaagsche Vakorganisatie en Toekomstige Bedrijfsorganisatie. Uit en voor de Praktijk. Federatie der Dioc. Volks- en Werkliedenbonden in Nederland. '-eiddraad voor rijf cursua- lessen. ORGAAN. Uitgegeven vanwege den Nft derl. R.K. Bond van ziekenverpleegsters Januari 1923. Nieuwjaar Opleiding Liefdadigheid of Liefde Stemmen uit de praktijk Stuipen bij zuigelingen Retraite nieuws Dringend verzoek Nieuws Hoofdbestuur Opwekking ver pleegsters-arbeid Het gevaar van haar verf Over den bloedsomloop Re ligieuzen en 't diploma Mooie en goe de romans. Gedachten van anderen. Geslaagde zusters Ingezonden. ONS EIGEN BLAD. Tijdschrift voor praktische Roomsche Opvoeding 11e jaar gang no. 1. Dr. J. W. J, Geerts: Recol lectie Januari. Redactie: Ter inlei ding van de elfde jaargang. Fr. Mi Thomas: Na ons laatste woord. De R.: De katholieke jeugdbeweging in Duitschland I. Een en ander over huiswerk II. X.: Van kind en klas en leidingskunst. Ingekomen gelden voor de Dominicanessen van Lienz. Dankschrijven derzelfde Zusteis. Boek aankondiging. SINT-ANTONIUS 29e jg. afl. I St. An. tonius' eerste Wonder.Minderbr oodniv Vertegenwoordiger. Wie kiezen de le den der Provinciale Staten? Onver breekbaarheid v.h. Huwelgk. Uit on ze Missie van Brazilië. Uit onze Mis sie van Zuid-Chansi. Misslie-Actie. Missie-Kroniek. Missie-Giften. De Idioot. Verkregen en Gevr. Gunsten. Van het oogenblik, dat we Paul Har mant zich hebben zien opsluiten in zijn kantoor, was hij in dezelfde houding olijven zitten, Met schrik dacht hij terug aan het ,e" en aan het verleden. Waarom, wist hij ri et. Door een zacht kloppen op de deur werd hij in zijn overpeinzing' n ges.oord. De huisknecht verscheen. >>Ur !S een vrouw, die mijnheer spreken wilZij heeft alleen igezegd, dat ze kwam namens mijnheer Ovide." Bij het hooren van dezen naam, moest Paul Hermant moeite doen zijn aandoening e verbergen. „Waarom zendt hij iemand naar mij toe, vrorg hij zich af. Wat is hem over komen Waarom komt hij zelf niet „Laat die vrouw binnenkomen," zeide hu. De buisknecht bracht de bezoekster binnen en sloot de deur onder het heen gaan dicht. Paul Harmant wendde zich om, om te zien, wie Ovide Soliveau hem gezonden had. Eensklaps stootte hij een kreet uit en bleek, verpletterd, met wijd geopende oogen trok hij zich terug in c<n hoek van de kamer. Hij had vóór zich moeder Lise, die naar Ovide beweerde verpletterd was onder de stelling in de Git-le-Coeurstraat XVII. „Ah 1" zeide Jeanne Fortier op zachten en langzamen toon, „uw schrik spreekt voor uw schuld. Hij is voor mij het bewijs, dat het op uw bevel is geweest, dat men mij heeft willen vermoorden De gewezen meesterknecht van Al- fortville kreeg op dat oogenblik een ge voel, alsof hij krankzinnig ging worden. Hij begreep, dat hij verloren was, als hij geen weerstand bood aan den opkomen den storm en op Jeanne toeschrijdend, riep hij uit „Gij ongelukkige 1 gij hier Wat komt gij in mijn huis doen „Durftgij dat nog vragen? Hebt gij niet begrepen, toen gij mij zaagt, dat ik eindelijk het masker heb opgelicht, dat u zoo lang heeft bedekt „Die vrouw is krankzinnig!" mompel de Paul Harmant. de schouders opha lend. „Krankzinnig herhaalde Jeanne. „Ja, ik ben gedurende tien jaar gek ge weest, maar ik heb mijn verstand terug gekregen, om het doel van mijn leven te kunnen volvoeren. Wat ik hier kom doen ....Ik kom u rekenschap vragen over hetgeen ik sederf een en twintig daar heb geleden, Jacques Garaud." De millionnair ven, dc verwondering. „Jacques Garaud fljherhaalde hij. „Wat is dat voor een naam „Uw naam." „De heele wereld weet, dat ik Paul Harmant heelgij zijt gek, Lise Peirin. „Ik ben Lise Perrin niet. Ik ben Jeanne Fortier, dat weet gij heel goed. Gij hebt lang genoeg comedie gespeeld. Gij hebt mij herkend bij advocaat DarierIk ben Jeanne Fortier, uw slachtoffer Jeanne Fortier in uwe plaats veroordeeld.,..,." „Zwijg „Ik zal met zwijgen! Men zoekt en volgt mij Ik ben hier gekomen, bij u, opdat de politie ons beiden arresteeren kan Een aal gevangen, zult gij wel moeten bekennen, dat gij de misdaad van Alfortville hebt bedreven en dat gij nadien mijne dochter hebt trachten te doen dooden en mij hebt willen doen vermoorden." Jacques Garaud wilde antwoorden. Hij had er den tijd niet voor. De deur werd plotseling geopend en Mary, doods bleek en wankelend, verscheen op den drempel. „Wat gebeurt er toch, vader Ik meende, dat er zoo luid werd gesproken „Mijn kind," antwoordde hij, „ga heen .....blijf niet hier....deze vróuw is gek. Zij beleedigt mijbedreigt mij...." „Welnu vader, waarom "roept u dan ..laat ze uit ons huis zetten.,. Mary ging naar Jeanne. „Wie zijt gij „Vraag dat aan uw vader... „Wat wilt gij „Dat men'dien man met mij arresteert en dat er recht wordt gedaan „Je ziet wel, dat ze gek is," riep Paul Harmant uit. „Het is duidelijk, dat gij niemand durft roepen antwoordde Jeanne. Eén van ons beiden is bang, maar niet ik „Bel toch vader, bel toch 1" hernam Mary, De millionnair zeide geen woord en bleef onbewegelijk staan. Mary keek hem met verbazing aan. „Waarom belt u toch niet vroeg zij andermaal. De ontvluchte van Clermont barstte in een lach uit. „Ik heb het u gezegd," zeide zl], „hij is bang." „Welnu,"'dan zal ik bellen.. En de dochter vari Paul Harmant liep naar den schoorsteen, zoo snel als hare zwakke krachten het haar veroorloofden. „MaryMarystamelde de el lendeling, een afwerend gebaar makend, neen...., neen.... bel niet ...roep nie mand....." „Waarom niet, vader "ik zal u antwoorden," zeide Jeanne Fortier. „Hij wil niet, dat men weten zal, dat Paul Harmant Jacques Garaud is, de dief, de brandstichter, de moorde naar „Zwijg, ongelukkige, zwijg stamelde de industrieel, wankelend. Maar Jeanne ging voort „Na een en twintig jaar van duister nis en ongestraftheid beseft hij, dat het licht ten slotte zal gaan schijnen. Dat de gerechtigheid haar beurt krijgt. Nu beeft hij...." „Zwijg toch, heb medelijden met mijn kind." „Hebt gij medelijden gehad met mij Met mijn kinderen Dank zij u, geloovenl zij, dat hun moeder een misdadigster is. 1 Nu wil ik, dat uw dochter zal weten, wat voor een man gij zijt. Ik wil, dat men zal weten, dat gij mijne dochter door wan hoop hebt willen dooden, na vergeefs getracht te hebben ze te doen vermoor den door het mes van uw handlanger." „Zwijg toch, zwijg brulde Paul Harmant, zich op Jeanne werpend of anders Maar reeds had Mary zich tusschen hem en de vrouw geplaatst. „Laat die vrouw spreken," zeide zij, „Als zij liegt, moet u haar antwoorden." Bedwongen door den blik van zijn dochter en bovendien liet hoofd geheel kwijt, liet de millionnair zich op een fauteuil neervallen. De ontsnapte van Clermont zette haar verhaal voort „Een en twintig jaar geleden heeft deze man gestolen, brand gesticht, ge moord en bij die vele misdaden de laf heid gehad te doen gelooven aan zijn heldhaftigen dood en mij in zijn plaats te laten rieroordeelen. Besmeurd met het bloed van zijn slachtoffer, heeft hij een valschen naam aangenomen en is getrouwd met tiwe moeder.., (Wordt vervolgd I. Weltevreden, 1 December 1922. Nauwelijks twee maanden ben ik terug te Batavia, Nog pas anderhalve maand ben ik geïn stalleerd in mijne nieuwe woning en reeds heeft de gewone gang van het Indische le ven me te pakken. Alsot bet niet anders is geweest. Alsof de vorige tien jaren zich hebben verlengd, zonder merkbare onderbreking, tot wat het heden is; het heden, dat zich weer verlengen'gaattot hoeveel jaren? Het Indische bestaan is weer de groote werkelijkheid geworden, waarachter alle andere levensuitzichten verdoezelen tot va ge neveligheden. En toch...- nu ik me zet tot het schrij ven van dezen eersten Indischen brief naar Nederland, en mijne gedachten weer terug ijlen tot wat voor eenige maanden nog was, bemerk ik boe scherp hetijnd de herinnerin gen nog aanwezig zijn. .1 autorit, op den ochtend van mijn ver trek van de Residentiestad naar de Lloyd- kade te Rotterdam, dien Iaatsten tocht over Holland's wegen, langs Holland's weide landen, op dien dag als bij feestelijke uit zondering gekoesterd in milde zonnewarm te, ik zie dat alles in mijn geest als was het gisteren gebeurd. En met de herinnering komt nu ster ker dan toen op dien zonnigen zomerochtend mogelijk was de weemoed van het af scheid me beklemmen. Zooals de droevenis om wat voorbij is, pas later komt.... wan neer we weer tot rust, en daardoor tot ons zeiven gekomen zijn. Dat afscheid van het vaderland, het was toen nog viuchtigei, dan ik me voor bad kunnen stellen. Nietwaar, we denken ons dan altijd, staan de aan de verschansing van het schip, dat ons wegvoert, „met vochtige oogen starend naar de verdwijnende kust, welke langzaam achter den kim wegzinkt".... De werkelijkheid was ditmaal anders. Zooals gebruikelijk, was ook voor de „Tambora" het vertrekuur zoodanig gesteld, dat we den Waterweg nog niet uit waren, of de bel voor de lunch riep de passagiers van het dek. En zoo zagca we de duinen van den Hoek van Holland, zijne forten en zijne huizen, slechts door tkleine raampjes van de eetzaal; en het was tusschen de croquetjes en de biefstuk met gebakken aardappelen met sla, dat we toevallig nog het zakdoek- gewuif van eenige menschen op de kade gewaar werden; kennissen, die de afspraak gemaakt hadden ons nog een Iaatsten groet te komen brengen. Ik geloof niet, dat ze heb ben kunnen zien, hoe we van achter de ta fel terug hebben gewuifd. Zoo was de werkelijkheid. Uiterlijk. Dat dit werkelijk uiterlijkheid was, weet ik nu, De zeereis. Hoe verliep ook deze geheel anders, dan ik me gedacht had. Ik hou van de zee. Haar opene blankheid is me als eene li chamelijke verfrissching, hare blanke open heid is me eene geestelijke opmontering, welke ik vaak heb gezocht, wanneer in de stad de geslotenheid der huizenrijen me te veel benauwde. Ik hou van de zee. Ik hou van de zee, wanneer ze in paarle moeren effenheid van den lichtend blauwen hemel den glans te weerspiegelen ligt; ik hou van de zee, wanneer ze onder den druk van den stormwind hare witgekuifde golven tuimelend de ijlende wolken achterna jaagt; ik hou van de zee, wanneer ze in mildheid van maanlicht een ruischende droomerig- heid wordt; ik hou van de zee wanneer ze in zwarte nachten met den hemel tot een groote 'oneindigheid uitgroeit. En toch, hoe weini i heb ik terwijl ze vijf weken lang dagelijks om roe heen was naar de zee omgekeken. Weieens heb ik 030! weinig anderen van het grootsche schouwspel genoten, welke de woelige zee ons bood, heb ik met ontzag gezien naar den zwaren gang der Oceaan rollers, wanneer ze ons schip telkenmale, als was het niet meer dan een vedergewicht, omhoog hieven, en te zwaaien en slingeren brachten, dat het beangstigend werd voor onze hulpelooze nietigheid. Maar lang kon den we niet boven blijven; beneden in de hutten hadden de zeezieken te dikwijls on ze hulp noodig. Een enkele maal hebben we allen in exta- sieve bewoi lering naar de zee en de lucht gezien. Dat was o een middag kort na Gibraltar in de Middellandsche zee. De zee lag glad, met geen ander golven dan door het spelevarende schip bij den boeg werden opgeworpen, aan weerszijden schuisweg uitdeinend tot een groote V met bijna eindelooze uit'loopers. De lucht was be wolkt; niet zwaar, doch als een lichte aan kondiging na een zonnig dag van komende buien. Achter de verre bergen van Spanje ging de zon onder. En terwijl de kantige bergensilhouet van bijna zwarte donkerte werd, vloog de hemel in vlammen. Het was alsof er hellevuur te branden lag, zijn weerschijn werpend tot de hoogste wolken. Met het verder zinken van de zon werd de gloed dieper, de wolken donkerder. Het blauw van de zee vergloeide tot een violette spiegeling. Het werd, met die zee, de lucht en de wolken, een verbijsterende kleuren pracht. Zwijgend heb ik toen minutenlang die stille vredigheid in me opgenomen. Doch dan klonk er de bel van het diner. En vijf minuten later zaten we allen met aandacht het menu te bestudeeren. Den volgenden ochtend was de zee vol witgetopte golven. Met het naderen van de Golf de Lyon stak de „mistral" op. Tegen negen uur was ze tot een stormwind aange sterkt, die gierend door het touwwerk en masten joeg en de schuimende golven tegen den zijwand van het schip te flarden sloeg, dat het water tot over de commando-brug heen spatte. Vlak bij de deur, waar de trap van bene den naar het dek uitkwam op den breeden doorgang tusschen de dekruimten aan stuur boordszijde en bakboordszijde was een stevig touw gespannen, waaraan de passagiers, die zich naar het dek waagden houvast konden vinden om niet door den winddruk op het glibberige dek van de been te v orden ge worpen. Achter de beschuttende wanden van de machinekamer zaten we met enkelen bij elkaar gescholen. Droog zat'en we zelfs daar nog niet. Onze hoog dichtgeknoopte schutting tegen den sproeiregen, welke de schutting tegen de sproeiregen, welke de spattende golven over het dek wierpen. De enkele dames, die het durfden onder nemen naar het dek te komen, waren met vereende hulp der heeren en van het dikke touw voorbij den gevaarlijken doorgang ge loodst. Met heel veel moeite had ik mijn kleinen driejarigen jongen, die zich door welke gecompliceerde beweging van de boot niet van de wijs liet brengen en beneden in de hut niemand vond om zich mee te occupeeren, naar het veiligste plekje Van het dek gedragen, waar hij op den stoel dicht tegen me aangedrukt zich blijkbaar best op zijn gemak voelde. Zoo zaten we dan in ten klein groepje bijeen. De stemming was niet bijster opgewekt, en veel praats had niemand. Het had een moment van vroolijkheid ge geven, toen een behulpzaam echtgenoot, die zijne vrouw ter versterking wat beschuit en een glaasje port wilde brengen en deze met heel wat balanceerkunsten tot vlak bij had gebracht, bij den doorgang gekomen de beschuitjes en het glas van het presenteer blaadje weg stuiven zag. Op dat oogenblik kwam mijn kleine boy, die blijkbaar vond dat hij al lang genoeg ge zwegen en st.il gezeten had, plotseling me uit- noodigen; „Pappie, ik wil gaan wandelen." Ik heb het wandelen uitgesteld tot den na middag, toen we in de haven van Marseille aan de kade lagen. Na tien dagen varens waren we toen anderhalven dag reizens van het vaderland verwijderd. Des avonds kregen we passagiers aan boord, die den vorigen ochtend met den sneltrein uit Den Haag waren vertrokken. Zoo dicht nog bij. En toch wist ik me reeds zoo vér, van mijne vrienden in Nederland.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1923 | | pagina 5