BUITENLAND
De vloek van het geld
Tweede Blad#
23 Januari 1923
BRIEVEN UIT BORNEO.
't Is alweer de laatste maand van
het jaarTwee en twintig is op sterven
na dood. Als gewoonlijk wensch ik de
lezers van mijn „brieven," zalig nieuw
jaar.
't Is waar, wanneer deze hrief aankomt,
het nieuwtje van nieuwjaar er al af is,
want ofschoon ik me voorgenomen had
te pennen, dat 'n wensch van mij
heel in het begin van Januari zou aan
komen, ben ik deze maand later dan
anders. Doch beter laat dan nooit, dus
goede lezers„Zalig Nieuwjaar". Moge
de Algoede Goed u en ons geven wat
strekt tot onze Zaligheid, of in het versje
van B. v. Meurs
Kost en kleer
Het Hemelrijk,
En dan niet meer.
Bidt s.v.p. voor alle missionarissen
en vergeet ondergeteekende ook niet
We hebben genade en kracht zoo hard,
hard noodig. Het missiewerk gaat hier
wel niet zóó vooruit, als we zouden wen-
schen, want we zitten in het luxurieuze
Oosten. Doch met God's alvermogende
genade, uw godvruchtig gebed, ons
vasthoudende werk, zal ons ploegen en
zaaien toch eens vruchten opleveren op
een tijd dien God voorbeschikt heeft.
Maar 'weer met frisschen moed drie en
twintig ingegaan Ik hoop ook dat jaar
een maandelijksch briefje te pennen,
als ik de „Moós" kan vinden voor papier
en postzegels. Dat is één goed voorne
men van mijn kant. U moet ook goede
voornemens maken om de missie naar
vermogen te helpen, en ook ten uitvoer
brengen en niet alles blauw-blauw laten;
neen, als echte Hollanders van rood-
wit-blauw-oranje meewerken aan de uit
breiding van God's Rijk op aarde. lede
ren dag een klein gebedje voor missies
en missionarissen in het algemeen en
vo'or mij in het bijzonder, kunnen alle
lezers. Een kort gebedje met de dank
zegging na de H. Communie kost ook
niets en dat is de beste tijd om ons te
gedenken Zóó zal '23 ook voor u zeiven
een „Zalig" jaar zijn." Bemint God
bovenal en uw naaste als u zeiven."
Eerst het Rijk God's en Zijn gerechtig
heid en al het overige komt van zelf."
Zalig Nieuwjaar
De laatste paar weken is het hier re
gen, regen en nog eens regen. lederen
morgen heete zonneschijn en 's middags
water met bakken vol tot tegen den
avond. Gelukkig dat ik op 'n heuvel
woon De rivier is steeds in vloed, de
grond is week en nat. Je houdt je hart
vast, als je „uit" moet. In den morgen
is het natte hitte en je goed is zóó door
nat van transpiratie, en 's middags krijg
je 'n stortbui. Op gewone paadjes zinkt
men weg, en het loopen valt moeilijk en
lastig. Eergisteren nog waren mijn on
derdanen één steek modder; en hooger
op vol spatten, behangen met modder-
medailles. Aan den voet van den missie
heuvel stroomt de steeds-breeder-wor-
dende Mizok, rechts loopt de Putatan,
die in de eerste „valt" links de vlakte
met Inabong-dorpshuizen, en de kleine
rivier van den zelfden naam. Zoo aan
drie kanten rivieren en in de heele plaats
en ver in den omtrek is geen boot te
bekennen. Zoover zijn we nog niet. In
gewonen doen kunnen we de drie stroo
men doorwaden, als het erg laag water
is tot zoowat de knieën. Zoolang het
borst-hoog staat loopt iedereen er door,
en wij ook natuurlijk. Doch dan moet
ik toch voor de „Mizok" een „handje
geven" aan 'n Doesoen, want de stroo
ming is steeds sterk, en daar de bedding
uit groote steenen bestaat, is het ge
makkelijk om te kielewaaien Een Doe
soen schijnt daarvoor geboren te zijn en
staat nou vast. Doch zij ook dikwijls ne
men een zwaren éteen op schouder, om
zich zwaarder te maken, onder het door
waden want als men op sommige plaat
sen van de been zou raken, zou inen zich
op het minste erg bezeeren, want stee
nen steken boven water uit en zijn hard.
Zelfs kikker-Doesoens zijn verdronken;
want een goede stoot tegen een steen,
en krachtig-stroomend water, is meer
dan een native mans is. Zij verloren
hun bewust-zijn door den stoot natuur
lijk. En dan deze rivier is als alle andere.
Hier kan men nu gemakkelijk door
baden, terwijl drie, vierj'meter verder op,
de rivier een paar meter diep is, en de
doorwaadbare plaatsen verplaatsen zich
na iederen vloed. In laag Holland heb
ben we zoo geen benul van riviertjes in
berg- en heuvelland.
Als het hoog is en ik moet er over,
dan worden een half dozijn lange bam
boestokken bijeen gebonden en een of
andere Doesoen zet me over. Wanneer
ze met tweeën zijn, zwemmen ze terwijl
ik op het vlot zit of sta. Je wordt tóch
nat. Bamboevlotten zijn zeer practisch,
goedkoop, gauw gemaakt en zinken
nooit, alleen kantelen ze soms, en je
kantelt mee, doch dat is alleen met oude
bamboes, die gespleten, vol water loo
pen. Zelfs als ze los zouden laten, houdt
één bamboe gemakkelijk een man „bo
ven water.
Zooals de rivier nu is, nu ik dezen
brief zit te pennen zou niemand er
aan denken om over te gaan. Het water
komt met volle kracht van de bergen,
boornen, stokken, bamboes meesleurend.
Als er nu iemand naar den anderen kant
moest, dan ging hij doodeenvoudig niet.
Aan dien kant zijn ook huizen waar hij
eten kan en den nacht doorbrengen.
Eén uur na den regen stroomt het water
niet meer zoo sterk, schoon nog zeer
hoog, waarschijnlijk twee meter hooger
dan in gewonen doen. Dan steken de
Doesoens over met één bamboe. Zij
houden den linkerarm over den bamboe
stok en zwemmen. Als. ik er nu over
moést zou ik 'h man of drie, vier krijgen
en op 'n paar bamboes zou het wel gaan,
ofschoon we misschien een halven kilo
meter zouden afdrijven. Doch we zou-
den er zijn. Ik hoep echter niet te hoeven.
In de twee kleinste rivieren is het al
tijd doorwaden. Putatan is misschien
'n twaalf meter breed, hierin is in 1891
Pater Rientjes verdronken en de
Inabong vier. Over de laatste liggen op
verschillende plaatsen hengelstokken
de brug Doch die zijn nu op dit oogen-
blik alle weggespoeld, en de eerste die
daar passeert wordt verondersteld een
bamboe te kappen en die er over te leg
gen. Edoch 't Is dikwijls gemak
kelijker er door te sjouwen dan je nek
te wagen op 'n hengelstokkoorddan
send 1
Daar ik daar dikwijls over móet, ben
ik op onderzoek uit geweest om een
flinke brug te slaan, doch de kanten zijn
hoog en telkens vallen ze in met hóóg
water. De waterspiegel is vier meter
breed, doch de hooge wal veel breeder
't is altijd een klimpartij. We hebben
een paar goede bruggen gemaakt in den
verleden tijd, doch ze worden onder
mijnd door het water en zijn voor de poes.
Juist 'n veertien dagen geleden kwam
ik bij 'n ander klein riviertje, waar
ik zelf een brug gemaakt had meer dan
'n jaar terugeen bruggetje waar ik
trotsch overging telkenmale, doch 'n
veertien dagen geleden was er niets
meer van te zien dan een half afgebroken
paal, 't restje golfde wellicht op zee,
of hing hier of daar in 'n boom langs de
rivier. Was er slechts 'n plaats met rot
sen aan beide kanten, dan ging het, en
dan konden we 'n hangbrug" maken,
doch het is alles zand en klei.
Een flinke brug kost geld en zooveel
dat 'n missionaris daar niet overdenken
kan. Met die kleinere riviertjes hindert
't niet, daar kan men altijd „door," doch
voor een groote rivier is 'n bamboevlot
voldoende.
Die kleine riviertjes juist, beken in
het droge seizoen, rijzen, bulderen en
razen en apen de grootere na in het natte
jaargetijde. Heel wat paa-rdekrachten
gaan verloren. Hoelang nog voor dat
water gebruikt wordt om machines te
laten loopen en om duister Borneo te
verlichten
Dat water heeft geloopen voor eeuwen
reedsde tegenwoordige Doesoens d'r
grootvaders zagen de rivier en waadden
er door en hun kinderen doen hetzelfde.
Gelukkig dat er geen gevaar is voor kro
kodillen hier. Beneden zijn er genoeg,
hier worden ze zelden gezien. Borneo
is water en woud Valete l
Inabong Dec. '22.
t.t. J. STAAL, Pr.
De Duitsche scheidsrechter in de gemengde arbitrale rechtbank, wei
gert verder mee te werken. De stemming in Frankrijk. De houding van
Engeland. Een aanval op Hughes. Scheepsrampen.
Onder de Telegrammen: Nog meer Fransche ingenieurs naar het Roer
gebied. De Duitschers zetten het kolenvervoer op den Rijn stop. De
Franschen laten verschillende gearresteerden weer vrij. Frankrijk wil
aan Duitschland opnieuw een moratorium van twee jaar aanbieden.
Een aanslag op LéoitDaudet; zijn secretaris vermoord.
De FRANSCHE ACTIE AAN DE ROER.
Duitschland en de gemengde Arbitrale
Becfytbank
De bladen hebben gemeld, dat de
Duitsche arbiters en agenten bij de ge-
mengde scheidsrechterlijke rechtbank,
ingesteld ingevolge de bepalingen van
het vredesverdrag, opdracht ontvangen
hebben van de Duitsche regeering om te
weigeren verder aan den arbeid van de
rechtbank mee te werken.
De Fransche regeering heeft dit for
meel in gebreke blijven van Duitschland
om de bepalingen van het verdrag na te
komen vastgesteld in een nota aan den
Duitschen zaakgelastigde, er op wijzende,
dat Duitschland zich verantwoordelijk
stelde voor elk nadeel, dat er door ver
traging in de administratie van de scheids
rechterlijke rechtspraak aan de Fransche
zaak wordt toegebracht.
De Fransche regeering heeft terstond
alle noodige maatregelen genomen om
de functies van de "gemengde arbitrale
rechtbank te verzekeren. Het Verdrag
van Versailles bevat in dit opzicht alle
noodige bepalingen.
Later werd uit Parijs geseind
In de zitting van de Fransch-Duitsche
rechtbank heeft de Duitsche scheids
rechter, na behoorlijk opgeroepen te zijn,
geweigerd deel te nemen aan de werk
zaamheden. De voorzitter stelde zijn in
gebreke blijven vast.
De stemming in Frankrijk.
Het uitgangspunt van het Fransche
optreden in de Roer was en blijftde
bewoners zoo min mogelijk lastig te val
len. De houding der arbeiders vergemak
kelijkt dit tot nu. De lijdelijke staking,
waartoe de mijnwerkers besloten, haalt
een streep door de rekening. Een aantal
spoorarbeiders volgt dit voorbeeld. Ook
hierop was de Fransche overheid ver
dacht. Het mechanisme is zoo uitge
dacht, dat Duitschland ten slotte zelf
daarbij schade moet lijden. Deze zal in
de eerste plaats in onthouding van kolen
bestaan immers gaat slechts het over
schot daarvan naar het overige Duitsch
land als de geallieerden en het bezette
gebied van Roerkolen voorzien zijn.
Duitschland heeft het dus zelf in de hand
of het zijn economische leven op gang
wil houden. Te Parijs meent men, aldus
seint de corr. van de N. R. Ct. dat het
het ontbrekende elders niet voldoende
kan aanvullen. In Engeland niet om
redenen Zaterdag uiteen gezet, en even
min in Polen of Tsjecho-Slowakije, welke
landen maatregelen nemen om verhoo
ging der betrokken Duitsche orders te
gen te gaan. Bovendien zijn er Poolsche,
Tsjechische en Italiaansche mijnwerkers
naar de Roer op weg. Hun reis werd tot
nu in Duitschland slechts enkele ufen
door den onwil der overheid onderbroken.
Deze opvatting is misschien te opti
mistisch. Het ontbreekt niet aan Fran
sche waarschuwingen voor den ernst van
den toestand. Engeland schijnt voorloopig
bij zijn kolenleveringen aan Frankrijk en
Duitschland zij te spinnen. Inderdaad
worden er cokes-vrachten van de Roer
naar Frankrijk en België afgevoerd, maar
l'Oeuvre berekent, dat dit land tot nog
dagelijks 20.000 ton daarvan te kort
komt. Ook is 't waar, dat in de Roer
negen tienden van de Duitsche mijnen stil
liggen, maar Duitschland zou het tijdelijk
met de exploitatie v.bruinkoollagen,elders
op zijn gebied, kunnen stellen, terwijl in
de Roer ook zijn voornaamste industrie
is geconcentreerd.
Men hoopt dus de Duitsche arbeiders
tot reden te kunnen brengen en vermijdt
daartoe alles wat naar uitdaging zweemt.
Men stelt het optreden van de^Fransche
officieren tegenover het optreden van de
Duitsche militairen in het bezette Fran
sche gebied tijdens den oorlog. Generaal
Degoutte zet de conferenties met de
Duitsche werklieden voort om hun de
beteekenis van de Fransche bezetting
van bepaalde fabrieken en mijnen uit te
leggen. Hij toont zich zooveel mogelijk
tegemoetkomend.
Dit verveelt de rechtsche groepen in
de openbare meening. De aandrang
groeit, dat de Franschen den aard der
bezetting grondig wijzigen. De zooge
naamde onzichtbare bezetting had niet
het gewenschte resultaat. Hun optreden
maakt den indruk achter de door de
Duitschers uitgelokte gebeurtenissen aan
te loopen. Men moet nu, aldus raden die
bladen, overwegen of alle Pruisische
ambtenaren uit" het gansche bezette ge
bied, links en rechts van den Rijn en in
de eerste plaats de Duitsche commissaris
te Koblentz moeten uitgezet worden.
De taak van de laatste wordt omschreven
als de bewoners tegen de bezetters op te
hitsen. Het zou een fout van de Fransch-
Britsche-Amerikaansche conventie van
1919 geweest zijn hem daar toe te laten.
Daarna zou Frankrijk het economisch
bezette gebied van het overige Duitsch
land door een tolgrens moeten scheiden.
De arbeiders in de Roer zouden dus voor
de keus gesteld worden of hervatting van
het werk, óf intrekking van de bevoor
rading. In Öit geval zóu Frankrijk voor
de laatste moeten kunnen opkomen.
Inderdaad schijnt de militaire overheid
ook te Rotterdam en te Antwerpen voor
de noodige maatregelen gezord te hebben.
Het trekt de aandacht, dat Foch gis
teren de ministerieele conferenties "bij
woonde. Het betrof de maatregelen om
de Fransche troepen, aan de Roer te
beschermen tegen een mogelijke Duit
sche aanranding. Volgens bepaalde be
richten, die officieel niet bevestigd wor
den, trekken de Duitschers bij Munster
troepen samen, die voor Ludendorff
oefeningen zouden hebben gehouden.
De Action Fran?aise keert zich tegen
Branting's voornemen deze zaak voor
den Volkenbond te brengen. Rechtens
is daartoe geen grond, daar het de uit
voering van het"verdrag van Versailles
betreft. Andere bladen steunen met
aandrang het plan de vergoedings-kwes-
tie daarvoor te brengen.
Vandaag wordt vermoedelijk het
Fransche plan officieus aan de leden
dier commissie meegedeeld, volgens het
welk Quitschland een moratorium van
2 jaar zou krijgen, maar in dien tijd een
binnenlandsche leening van 3 milliard
moet aangaan.
De houding van
Engeland.
De Londensche bladen vermelden den
vermoedelijken inhoud van Poincaré's
nieuwe moratorium-voorstel en zien
daaruit een laatste, zij het zwak straal
tje hoop verschijnen. Men vraagt zich
af, waarom Poincaré deze twee weken
uitstel eigenlijk gewild heeft. In elk ge
val is het ongetwijfeld beter dat de zaak
ter tafel komt na twee weken ervaring
van de bezetting dan daarvóór. Vol
gens Spender, den gewezen hoofdredac
teur van de Westminster Gazette, wach
ten de gematigde politici te Parijs slechts
hun beurt af, om hun invloed te doen
voelen. Zij schrijven de heele misère
aan de hoekigheid van Bonar Law's
voorstel toe, dat Poincaré gedwongen
zou hebben tegen zijn zin met den inval
in het Roer-gebied te beginnen. Het
plan daarvoor, zeggen zij, was, naar ge
bleken is, niet klaar. Men kan daarente
gen opmerken, dat bet forceeren van in
brekersstellingen op ondergeschikte pun
ten dan een zeer gevaarlijk en eenigs-
zins onbegrijpelijk experiment was "en
dat uit het veiloop van zaken wel blijkt,
hoezeer Poincaré tegen zijn zin handeide,
daar hij immers niet klaar was.
Het kan een vriendelijke bemaskering
zijn van een groote vergissing in ae inter
pretatie van Duitschland's" financieelen
en geestestoestand, dezelfde fout, die
men in 1914 den Duitschers zoozeer ver
weet. Ook in de verklaring der gematig
den zit te duidelijk de opzet om de ver
antwoordelijkheid voor een mislukking
op de Britten t werpen.
Dat de Telegraph geweigerd heeft,
Lloyd George's felle artikel af te drukken,
verwekt veel commentaar.*) Men be
schouwt zijn journalistiek in aen regel
van het standpunt van de vraag uit, of
zij Engeland in zijn verhouding tot Frank
rijk benadeelt. Men kan haar -ook nog
van een anderen kant bekijken. Lloyd
George doet nooit iets zonder binnen-
landsch politieke overwegingen. Ik stel
mij voor, dat hij, overtuigd dat de Fran
sche inval afmetingen zal aannemen die
een handhaving van de Britscbe neutra
liteit onmogelijk maken, een leiderschap
nastreeft van de velen, voorloopig meest
labour-menschen en radicale liberalen,
die de manier waarop Law de onzijdig
heid opvat, funest achten, tenzij deze
tijdig zijn houding verandert.
Law is een oogenbiik om zijn optreden
te Parijs populair geweest, maar hij
begint die populariteit al weer te verlie-,
zen bij hen, die een consequent sterke
politiek ten behoeve van wat ook Law
zelf het Britsche belang weet, van hem
De Daily Telegraph oevatte Zater
dag een mededeeling, dat dien dag hét
zevende van de bekende reeks artikelen
van Lloyd George (die nog op vacantie
in Spanje is) had moeten verschijnen.
Dit artikel ging over de Fransche actie
aan de Roer, maar, was zóó fel, dat de
hoofdredacteur, met het oog op den
moeilijken internationalen toestand be
sloot het niet te plaatsen.
verwacht hadden. Het hangt er maar
van af, welke rampspoedige afmetingen
de Roer-affaire aanneemt, of Law zich
zal kunnen handhaven, en blijkt hij dat
niet te kunnen, dan wenscht, als de teeke
nen niet bedriegen, Lloyd George klaar
te staan om nogmaals als redder des
vaderlands op te treden en eindelijk vrije
lijk zijn jarenlange innerlijke overtuiging
te verwezenlijken. Welke partijgroepee-
ring zich zou voordoen, is uit den aard
der zaak vooralsnog een raadsel. De Mor
ning Post geeft aan dat de steun van de
voormalige die-hards aan Law zeer be
perkt is. Zij zullen in hun blinde pro-
Franschheid niet zonder bitteren strijd
toelaten, dat hij een zeer welwillende,
desnoods op vermomde medewerking
gelijkende onzijdigheid te buiten gaat.
Een Interview met Cuno.
Naar Wolff uit Berlijn meldt heeft de
Duitsche rijkskanselier Cuno een inter
view toegestaan aan een Engelschen
journalist, Robert Dell. De Vossische
Ztg. drukt af wat Cuno aan Dell heeft
meegedeeld. De bewering der Franschen,
dat zij in het Roer-gebied geen militaire
actie beoogen, is naar de gebeurtenissen
hebben bewezen, onjuist. Geen verstan
dig mensch kan beweren, dat twee
inranterie-divisies en een cavalerie-divisie
noodig zijn om een ingenieurs-commissie
tegen de ongewapende bevolking van
Essen vte beschermen. De Fransche
strijdkrachten hebben overal de krijgswet
afgekondigd zij deelen bevelen uit aan
alle Duitsche ambtenaren, bedreigen de
leiders der mijnen met berechting door
de krijgswet indien zij niet gehoorzamen.
Cuno zou wel eens willen weten, waarin
een militaire operatie zou kunnen afwij
ken van een dergelijx optreden.
Het is kenschetsend, dat dergelijke
vooze voorwendsels worden te berde ge
bracht, want daardoor heeft de Fran
sche regeering indirect toegegeven, dat
een operatie van een militair karakter een
schending van het vredesverdrag zou
beteekenen.
Wat nu de bedoeling met de Fransche
actie aan de Roer betrof, had de laatste
rede van Poincaré in de Fransche Kamer
bewezen, dat hij geen hoop koesterde
daardoor de vergoédingsbetaljngen te
verkrijgen.
De markkoers, die zou worden gestabili
seerd, was ook, toen beseft werd dat het
een militaire verovering gold, snel gedaald,
zoodat nog meer nieuw papieren geld moesi
worden gedrukt, wijl anders in Duitschland
een revolutie zou zijn uitgebroken. Daar ieder
verstandig mensch moet inzien, dat de be
vordering der economische ineenstorting van
Duitschland geen middel is om devergoeding-
betallngen te vergemakkelijken, moet het
motief der Fransche actie een ander zijn.
In werkelijkheid vormt de bezetting de
eerste stap naar de verwezenlijking van het
program van Dariac, dat beoogt de exploi
tatie van het Roergebied in een samenwer
king tusschen Duitschland en Frankrijk
af te dwingen, waarbij Frankrijk dan de
permanente overheersching zou hebben.
Dariac heeft verklaard, dat de Duitsche
industrievorsten ertoe moeten worden ge
dwongen met de Franschen samen te werken.
Willen zij dit niet, dan moet hun geheele
nijverheid worden gedesorganiseerd. Daarop
moet dan de controle (door Frankrijk) over
de Duitsche nijverheid in haar geheel volgen.
De bezetting is een steek naar het hart van
Duitschland en moet volgens Dariac
permanent zijn. Dat pand mag door Frank
rijk nooit meer worden losgelaten. Er moet
volgens Dariac een vrij Rijnland, onder mili
taire bescherming van Frankrijk en België,
worden in het leven geroepen.
De politiek van Dariaczei rijkskanselier
Cunowordt thans naar de letter uitge
voerd. Het vergoedingsbedrag is opzettelijk
zoo hoog bepaald, dat noch Duitschland noch
welke andere staat ook, het zou hebben kun
nen betalen. Dat was enkel om de onmacht
tot betalen te kunnen aangrijpen als een
voorwendsel om tot de tenuitvoerlegging
dier actie te kunnen overgaan.
De Duitsche regeering beschouwt dit
als een schending van het vredesverdrag.
Wij zullen echter voortgaan met het naleven
van onze verplichtingen tegenover die ver-
drags-mogendheden, die het vredesverdrag
niet hebben geschonden.
„De mijneigenaars verdedigen de onaf
hankelijkheid van het Duitsche gebied en
de vrijheid van de Duitsche bevolking tegen
het agressieve imperialisme."
ENGELSCHE MEDEWERKING.
Ingevolge de beslissing van de Hooge
Commissie om den president van het ge
westelijke financieele bureau te Keulen
af- en "uit te zetten wegens zijn verzet
tegen de besluiten van de geallieerden,
heeft de Britsche gedelegeerde in de Hoo
ge Commissie te Keulen aan den belang
hebbende de beslissing dier commissie
meegedeeld en aan de Britsche politie
te Keulen gelast alle maatregelen te ne
men, noodig in verband met de,uitzetting.
De Britsche regeering, aldus wordt uit
Londen gemeld, die met spanning den
loop der gebeurtenissen aan de Roer ga
deslaat, handhaaft haar welwillende lijde
lijkheid jegens de actie der Franschen
daar. De bladen blijven echter ernstige
bezorgdheid uit|p met betrekking tot den
uitslag van die actie.
Het vertrek van de Amerikaansche
troepen van den Rijn, dat op Maandag
bepaald was, is tot Vrijdag uitgesteld.
De Vereeniging van Duitsche ijzer- mi
staal-industrie heeft besloten de zaken-
betrekkingen met Frankrijk en België
af te breken. Zij heeft de loopende con
tracten voor ertsleveranties uit die lan
den geannuleerd en het in ontvangs'
nemen van reeds geleverde ertsvoorrade'
geweigerd.
De Belgische divis e, die in het bezette
gebied opereert, heeft thans de bezet
ting uitgebreid naar het oosten over de
lijn Gladbeck, Polsum, Marl en Inker-
beck en de bruggen over de Lippe bezui
den Haltern.
Fransche persstemmen ove»
de Roer-bezetting.
De République Fran?aise schrijft:
Duitschland moet sedert generaal Gal-
liéni weten, dat Franrijk, als het eenmaal
begonnen is, gaat tot aan het bittere
einde. Waarom dus deze schijn van ver
zet, waarvan Duitschland weet dat het
nutteloos is. Het kan ons slechts tijdelijk
moeite geven en de kosten moet Duitsch
land onvermijdelijk betalen.
De Victoire schrijftSlechts iemand die
een volkomen vreemdeling is in Frankrijk
kan een oogenbiik veronderstellen, dat
wij de Roer zullen ontruimen voor wij de
afbetaling van het verschuldigde verze
kerd hebben.
Sowjet-Rusland en de
Roerbezetting.
Uit Wladiwostok wordt gemeld, dat
de arbeiders op last der sowjet-regeering
Zondag een protestbetooging gehouden
hebben naar aanleiding van de Roer»
bezetting.
BRITSCHE MAATREGELEN VOOR-
JEUGDIGE WERKLOOZEN.
Men twijfelt er niet aan dat, bij den te«
genwoordigen toestand op de arbeids
markt, vele jongelieden die sedert 1918
de school hebben verlaten, nog geen be*
zigheid hebben kunnen vinden. Dt
minister van arbeid heeft daarom ge
vraagd, dat de plaatselijke autoriteiten
hem voor 1 Februari plannnen zullen
voorleggen, hoe men met deze jeugdige
personen moet handelen. Een van die
plannen heeft tot strekking, aan kinde
ren tusschen 14 en 16 jaar uitgebreid
onderwijs te geven. Voor jongens en
meisjes tusschen 16 en 18 stelt men
voor drie of vier bijzondere centrale
bureau's in te stellen.
Te Plymouth schat men dat daar van
de 7000 kinderen, die in de laatste vier
jaren de school verlaten hebben, 2000
tot 3000 ledig rondloopen.
EEN AANVAL OP HUGHES.
Uit New York wordt gemeld, dat de Ne»
York World, den secretaris van Staat,
Hughes, aanvalt om wat het blad noemt
„zijn geheimzinnigheid" en zijn ongenaak
baarheid in buitenlandsche zaken." Het
blad heeft den laatsten tijd de regeering in
dit opzicht bitter aangevallen.
Het gewaagde Zondag van een gerucht
dat Hughes voornemens was, af te treden,
naar aanleiding waarvan Hughes reeds een
mededeeling verstrekte, zeggende dat hjl
niet voornemens is, af te treden.
DE CONFERENTIE TE LAUSANNE.
De Grieksche en Armenische vlucht»,
lingen hebben een vergadering gehouden om
te protesteeren tegen het besluit van de
conferentie van Lausanne, waarbij de uit
wisseling der bevolking toegestaan wordt,
Ismet pasja heeft de ultnoodiging van
Curzon aangenomen om Dinsdag voor de
eerste commissie het Turksche standpunt
in zake de grenzen van Mesopotamië en
Syrië uiteen te zettenmaar de Turksche
delegatie Is.nietvan zins de Fransch-Turk.
sche overeenkomst van Angora aan discus
sie te onderwerpen.
DE BRITSCHE SCHULD AANjAMERlKA
Volgens een bericht van de Associated
Press uit' Washington, zou de Britsche
regeering volgens het oorspronkelijke
Amerikaansche plan gedwongen geweest
zijn meer dan een miliioen dollars daags
te betalen in een toekomst van zestig
jaar, maar is dit bedrag tot de helft van
de som teruggebracht bij de proeve van
een overeenkomst, die tusschen Baldwin
en de Amerikaansche commissie behan
deld is.
Om zelfs dien last op zich te kunnen
nemen, was men van meening, dat d<
Britsche regeering waarschijnlijk genoopt
zou zijn, uitgebreide veranderingen aan
te brengen in zijn financieele en oeco-
nomische stelsel.
Baldwin heeft voor hij zich op de O-
lympic inscheepte, het Amerikaansche
volk bedankt voor de buitengewoon
hartelijke ontvangst en gezegd dat da
Britsche missie zeer onder den indruk
was geweest van de behandeling die haar
te Washington ten deel was gevallen en
van de matiging en rondborstigheid
waarmee de onderhandelingen gevoerd
waren.
Volgens de Daily News bedraagt het
heele verschil in de rente, die men aan
den eenen kant wil aannemen en aan den
anderen kant wil betalen, nog minder dan
y2 pet. of iets meer dan 3 miliioen dollar*
in het jaar.
Uit New-York wordt d.d. gisteren ge-
meld, dat de Britsche gezant te Was
hington, sir Aucland Geddes, Zaterdag t»
FEUILLETON
(blaar tene Engelsche vertelling.)
8.A ,.v
Wi] zullen naar Dfnnên gaan.
Jozef.
t- Zooals gij wilt, hebt gij.heb!
gij geen knoopen aan uwe zakken?
kn Nooit
te- God beware ons!
b? Ik geloof, dat die knoppen al
iang uit de mode zijn,
Uit de mode?
IWat lag er een diepe verachting in
een toon, waarop broeder over de
zwakheid van drie-vierden van het
mensch elijk geslacht sprak.
iWfj gingen te zamen naar binnen
waar ik eene schuldbekentenis voor
twintig pond schreef.
Hij nam de schuldbekentenis aan
- niettegenstaande ik zeer onduide
lijk schreef s* en legde het papier
voorzichtig in eene portefeuille, die
hij uit een geheimen zak »a yporschjiu
had gehaald- t
Moeder zag dit alles met een behaag
lijken glimlach aan; Jozefs edelmoe
digheid had haar hart getroffen, ter
wijl zijne manier van zaken te behan
delen altijd het diepste ontzag bij haar
opwekte.
r— Waar is Ellen? vroeg broeder
Jozef.
Hel lieve kind is bezig met on
derwijs aan hare leerlingen te geven,
antwoordde moeder.
fe-a Zij schijnt tegenwoordig korselig
te zijn. Is dit horloge blijven stil staan?
Dat heb ik vergeten te vragen,
zeide ik lachend.
lk heb nooit in mijn leven zoo
met een horloge zien omgaan. Eer ik
het vergeet, moeder, gij behoeft niet
aan mevrouw Gear te zeggen, dat ik
hedenmorgen hier ben geweesL Vrou
wen kennen zoo weinig van zaken.
Wij beloofden gaarne er niet over
te zullen spreiten.
mi Het moet gansch onder ons blij
ven 5— geheel onder ons, herhaalde
hij. Wanneer denkt gü uw acid weg
le leggen?
é-, Aanstonds.
*-s In dien vermolmden! lessenaar?
Neen. boven in een kleine ijzeren
geldkist t vjr-j
Dat is beter goeden morgen.
Vaarwel. Zoodra ik mijn geld van
mevrouw Zilman ontvang, zal ik u de
twintig pond onmiddellijk terugzenden.
Zeer goed.
Hij ging langzaam den winkel uit
en de straat op. Een oogenbiik later
kwam nij terua.
Hoe was de naam ook weer?
i-i Zitman.
Woonachtig in Cumberland. Gij
zult u het adres wel herinneren en
mij, als gij tijd en lust Jaebt, een
regeltje schrijven.
O, zekerI
Hij verdween als een geest uit den
winkel, om nogmaals, maar nu meer
als een menscüelijk .wezen, terug te
keeren. i
Als gij het geld in een brief
terug zoudt zenden, stuurt dan slechts
het halve bedrag en wacht met cl©
andere helft totdat u de goede ont
vangst gemeld is.
Hij kwam daarna niet meer terug
en ik begaf mij een oogenbiik later
naar mijn kamer om de twintig pond
weg te sluiten.
Het haar van den nauwgezetten Jo
zef zou van argrijzen te berge zijn
gerezen, als hij de flesch „chierry"
had gezien, die wij den volgenden Zon
dagavond kochten om op den goeden
uitslag mijner onderneming te drinken.
Moeder beschuldigde mij zelfs van ver-
kwisling, wij hadden in de laatste ja
ren zoo zelden wijn gedronken en
eigenlijk in zeer bekrompen omstandig
heden verkeerd, zoodat Wij het zeer
moesten overleggen om zonder scnuld
rond te komen.
Moeder en Ellen dronken op mijn
gezondheid, terwijl de tranen der eer
ste in haar wijnglas vielen.
Dit was ook de eerste scheiding van
haren jongen; het was de eerste keer
dat hij zich van moeder losrukte, het
geen zooveel apdene jongens op veel
jeugdiger leeftijd soms zoo licht valt.
Ellen en ik overtroffen elkander dien
avond; wij veinsden, om moeders wil,
uitbundige vroolijkheid. Ellen legde de
kaarten en voorspelde mij in de toe
komst veel zegen op zijin nieuwe loop
baan, een kostbaar geschenk van de
mevrouw, dio zulk een vorstelijk pa
leis voor zicb liet oprichten, en, ten
slotte, de liefde van een rijk en schoon
meisje.
.Verliefd op Canut! Q, hij heeft
nog al den tijd om zicb die zottig
heid in het hoofd te steken I zcldo
moeder.
Op mij verliefd! herhaalde ik;
op mij, die eeneu halven bult h©b ge
kregen van over mijnen lesenaar ge
bogen te ztten en er rieeds zoo oud
begin uit te zien. Het is al te laait;
niemand zal nog op mij verliefd wor
den.
j—: Wacht maar tot de meisjes u
zoo goed kennen als ik, beste Canut,
zeide Ellen,
Ik bezag mij dien avond ta den
spiegel en stelde mij de vraag 1 niet
hoe de meisjes in Cumberland mij
zouden vinden, maar of mijn voor
komen een gunstigen indruk oj> mijne
weldoenster zou maken.
Ik bezat eene rijzige, ranke gestalte
en was acht-en-twintig jaar oud. Ik
wenschto wel dat ik er wat ouder
uitzag, uit vrees van op mevrouw
Zitman den indruk te maken van een
al te jong bouwmeester, wien zij het
toezicht over de uitvoering van zijn
plan niet gaarne zou toevertrouwen.'
Diezelfde gedachte verontrustte mij
nog steeds, toen ik den volgenden mor
gen met den eersten trein naar JLendal
ia "Westmoreland" vertrok.
Ik had moeder en zuster vaarwel
gezegd; zij .wuifden mij toe met hunne
zakdoeken, zoolang ik hel hoofd buitent
het raampje van het rijtuig stak en
de spoorhal zien kon.
Ik ben overtuigd, dat zjj even innig
voor mijn geluk, mijn voorspoed em
mijne goede reis baden, als Ik God
vurig smeekte, over deze beide vrom-
wen te waken, die ik alleen achter.,
liet in den strijd des levens.
Zoo eindigde het stille leven van
Canut Gear - dat tot voorrede aan
dit verhaal dienen- zal.
.TWEEDE HOOFDSTUK;
L
Ik aarzelde lang eer Ik voor goe'cT
lót een besluit kwam over mijn reis-j
weg naar Netllewood.
Men kon die reis op twee vijzen
doen, namelijk: regelrecht met den
spoortrein naar Penrith, en verder inj
rijtuig of postkoets naar Nettlewood;
of over Bownes en Windernere, een
schllderachtigen omweg naar de plaats
mijner bestemming maken.
Mijn oude meester, die in .Westmore-
land geboren .was, raadde mij ten zeer
ste het tweede plan aan, als den kort-
stea en benen mg
[Wordt vervólgd^
A