BUITENLAND De vloek van het geld Tweede Blad# 23 Januari 1923 BRIEVEN UIT BORNEO. 't Is alweer de laatste maand van het jaarTwee en twintig is op sterven na dood. Als gewoonlijk wensch ik de lezers van mijn „brieven," zalig nieuw jaar. 't Is waar, wanneer deze hrief aankomt, het nieuwtje van nieuwjaar er al af is, want ofschoon ik me voorgenomen had te pennen, dat 'n wensch van mij heel in het begin van Januari zou aan komen, ben ik deze maand later dan anders. Doch beter laat dan nooit, dus goede lezers„Zalig Nieuwjaar". Moge de Algoede Goed u en ons geven wat strekt tot onze Zaligheid, of in het versje van B. v. Meurs Kost en kleer Het Hemelrijk, En dan niet meer. Bidt s.v.p. voor alle missionarissen en vergeet ondergeteekende ook niet We hebben genade en kracht zoo hard, hard noodig. Het missiewerk gaat hier wel niet zóó vooruit, als we zouden wen- schen, want we zitten in het luxurieuze Oosten. Doch met God's alvermogende genade, uw godvruchtig gebed, ons vasthoudende werk, zal ons ploegen en zaaien toch eens vruchten opleveren op een tijd dien God voorbeschikt heeft. Maar 'weer met frisschen moed drie en twintig ingegaan Ik hoop ook dat jaar een maandelijksch briefje te pennen, als ik de „Moós" kan vinden voor papier en postzegels. Dat is één goed voorne men van mijn kant. U moet ook goede voornemens maken om de missie naar vermogen te helpen, en ook ten uitvoer brengen en niet alles blauw-blauw laten; neen, als echte Hollanders van rood- wit-blauw-oranje meewerken aan de uit breiding van God's Rijk op aarde. lede ren dag een klein gebedje voor missies en missionarissen in het algemeen en vo'or mij in het bijzonder, kunnen alle lezers. Een kort gebedje met de dank zegging na de H. Communie kost ook niets en dat is de beste tijd om ons te gedenken Zóó zal '23 ook voor u zeiven een „Zalig" jaar zijn." Bemint God bovenal en uw naaste als u zeiven." Eerst het Rijk God's en Zijn gerechtig heid en al het overige komt van zelf." Zalig Nieuwjaar De laatste paar weken is het hier re gen, regen en nog eens regen. lederen morgen heete zonneschijn en 's middags water met bakken vol tot tegen den avond. Gelukkig dat ik op 'n heuvel woon De rivier is steeds in vloed, de grond is week en nat. Je houdt je hart vast, als je „uit" moet. In den morgen is het natte hitte en je goed is zóó door nat van transpiratie, en 's middags krijg je 'n stortbui. Op gewone paadjes zinkt men weg, en het loopen valt moeilijk en lastig. Eergisteren nog waren mijn on derdanen één steek modder; en hooger op vol spatten, behangen met modder- medailles. Aan den voet van den missie heuvel stroomt de steeds-breeder-wor- dende Mizok, rechts loopt de Putatan, die in de eerste „valt" links de vlakte met Inabong-dorpshuizen, en de kleine rivier van den zelfden naam. Zoo aan drie kanten rivieren en in de heele plaats en ver in den omtrek is geen boot te bekennen. Zoover zijn we nog niet. In gewonen doen kunnen we de drie stroo men doorwaden, als het erg laag water is tot zoowat de knieën. Zoolang het borst-hoog staat loopt iedereen er door, en wij ook natuurlijk. Doch dan moet ik toch voor de „Mizok" een „handje geven" aan 'n Doesoen, want de stroo ming is steeds sterk, en daar de bedding uit groote steenen bestaat, is het ge makkelijk om te kielewaaien Een Doe soen schijnt daarvoor geboren te zijn en staat nou vast. Doch zij ook dikwijls ne men een zwaren éteen op schouder, om zich zwaarder te maken, onder het door waden want als men op sommige plaat sen van de been zou raken, zou inen zich op het minste erg bezeeren, want stee nen steken boven water uit en zijn hard. Zelfs kikker-Doesoens zijn verdronken; want een goede stoot tegen een steen, en krachtig-stroomend water, is meer dan een native mans is. Zij verloren hun bewust-zijn door den stoot natuur lijk. En dan deze rivier is als alle andere. Hier kan men nu gemakkelijk door baden, terwijl drie, vierj'meter verder op, de rivier een paar meter diep is, en de doorwaadbare plaatsen verplaatsen zich na iederen vloed. In laag Holland heb ben we zoo geen benul van riviertjes in berg- en heuvelland. Als het hoog is en ik moet er over, dan worden een half dozijn lange bam boestokken bijeen gebonden en een of andere Doesoen zet me over. Wanneer ze met tweeën zijn, zwemmen ze terwijl ik op het vlot zit of sta. Je wordt tóch nat. Bamboevlotten zijn zeer practisch, goedkoop, gauw gemaakt en zinken nooit, alleen kantelen ze soms, en je kantelt mee, doch dat is alleen met oude bamboes, die gespleten, vol water loo pen. Zelfs als ze los zouden laten, houdt één bamboe gemakkelijk een man „bo ven water. Zooals de rivier nu is, nu ik dezen brief zit te pennen zou niemand er aan denken om over te gaan. Het water komt met volle kracht van de bergen, boornen, stokken, bamboes meesleurend. Als er nu iemand naar den anderen kant moest, dan ging hij doodeenvoudig niet. Aan dien kant zijn ook huizen waar hij eten kan en den nacht doorbrengen. Eén uur na den regen stroomt het water niet meer zoo sterk, schoon nog zeer hoog, waarschijnlijk twee meter hooger dan in gewonen doen. Dan steken de Doesoens over met één bamboe. Zij houden den linkerarm over den bamboe stok en zwemmen. Als. ik er nu over moést zou ik 'h man of drie, vier krijgen en op 'n paar bamboes zou het wel gaan, ofschoon we misschien een halven kilo meter zouden afdrijven. Doch we zou- den er zijn. Ik hoep echter niet te hoeven. In de twee kleinste rivieren is het al tijd doorwaden. Putatan is misschien 'n twaalf meter breed, hierin is in 1891 Pater Rientjes verdronken en de Inabong vier. Over de laatste liggen op verschillende plaatsen hengelstokken de brug Doch die zijn nu op dit oogen- blik alle weggespoeld, en de eerste die daar passeert wordt verondersteld een bamboe te kappen en die er over te leg gen. Edoch 't Is dikwijls gemak kelijker er door te sjouwen dan je nek te wagen op 'n hengelstokkoorddan send 1 Daar ik daar dikwijls over móet, ben ik op onderzoek uit geweest om een flinke brug te slaan, doch de kanten zijn hoog en telkens vallen ze in met hóóg water. De waterspiegel is vier meter breed, doch de hooge wal veel breeder 't is altijd een klimpartij. We hebben een paar goede bruggen gemaakt in den verleden tijd, doch ze worden onder mijnd door het water en zijn voor de poes. Juist 'n veertien dagen geleden kwam ik bij 'n ander klein riviertje, waar ik zelf een brug gemaakt had meer dan 'n jaar terugeen bruggetje waar ik trotsch overging telkenmale, doch 'n veertien dagen geleden was er niets meer van te zien dan een half afgebroken paal, 't restje golfde wellicht op zee, of hing hier of daar in 'n boom langs de rivier. Was er slechts 'n plaats met rot sen aan beide kanten, dan ging het, en dan konden we 'n hangbrug" maken, doch het is alles zand en klei. Een flinke brug kost geld en zooveel dat 'n missionaris daar niet overdenken kan. Met die kleinere riviertjes hindert 't niet, daar kan men altijd „door," doch voor een groote rivier is 'n bamboevlot voldoende. Die kleine riviertjes juist, beken in het droge seizoen, rijzen, bulderen en razen en apen de grootere na in het natte jaargetijde. Heel wat paa-rdekrachten gaan verloren. Hoelang nog voor dat water gebruikt wordt om machines te laten loopen en om duister Borneo te verlichten Dat water heeft geloopen voor eeuwen reedsde tegenwoordige Doesoens d'r grootvaders zagen de rivier en waadden er door en hun kinderen doen hetzelfde. Gelukkig dat er geen gevaar is voor kro kodillen hier. Beneden zijn er genoeg, hier worden ze zelden gezien. Borneo is water en woud Valete l Inabong Dec. '22. t.t. J. STAAL, Pr. De Duitsche scheidsrechter in de gemengde arbitrale rechtbank, wei gert verder mee te werken. De stemming in Frankrijk. De houding van Engeland. Een aanval op Hughes. Scheepsrampen. Onder de Telegrammen: Nog meer Fransche ingenieurs naar het Roer gebied. De Duitschers zetten het kolenvervoer op den Rijn stop. De Franschen laten verschillende gearresteerden weer vrij. Frankrijk wil aan Duitschland opnieuw een moratorium van twee jaar aanbieden. Een aanslag op LéoitDaudet; zijn secretaris vermoord. De FRANSCHE ACTIE AAN DE ROER. Duitschland en de gemengde Arbitrale Becfytbank De bladen hebben gemeld, dat de Duitsche arbiters en agenten bij de ge- mengde scheidsrechterlijke rechtbank, ingesteld ingevolge de bepalingen van het vredesverdrag, opdracht ontvangen hebben van de Duitsche regeering om te weigeren verder aan den arbeid van de rechtbank mee te werken. De Fransche regeering heeft dit for meel in gebreke blijven van Duitschland om de bepalingen van het verdrag na te komen vastgesteld in een nota aan den Duitschen zaakgelastigde, er op wijzende, dat Duitschland zich verantwoordelijk stelde voor elk nadeel, dat er door ver traging in de administratie van de scheids rechterlijke rechtspraak aan de Fransche zaak wordt toegebracht. De Fransche regeering heeft terstond alle noodige maatregelen genomen om de functies van de "gemengde arbitrale rechtbank te verzekeren. Het Verdrag van Versailles bevat in dit opzicht alle noodige bepalingen. Later werd uit Parijs geseind In de zitting van de Fransch-Duitsche rechtbank heeft de Duitsche scheids rechter, na behoorlijk opgeroepen te zijn, geweigerd deel te nemen aan de werk zaamheden. De voorzitter stelde zijn in gebreke blijven vast. De stemming in Frankrijk. Het uitgangspunt van het Fransche optreden in de Roer was en blijftde bewoners zoo min mogelijk lastig te val len. De houding der arbeiders vergemak kelijkt dit tot nu. De lijdelijke staking, waartoe de mijnwerkers besloten, haalt een streep door de rekening. Een aantal spoorarbeiders volgt dit voorbeeld. Ook hierop was de Fransche overheid ver dacht. Het mechanisme is zoo uitge dacht, dat Duitschland ten slotte zelf daarbij schade moet lijden. Deze zal in de eerste plaats in onthouding van kolen bestaan immers gaat slechts het over schot daarvan naar het overige Duitsch land als de geallieerden en het bezette gebied van Roerkolen voorzien zijn. Duitschland heeft het dus zelf in de hand of het zijn economische leven op gang wil houden. Te Parijs meent men, aldus seint de corr. van de N. R. Ct. dat het het ontbrekende elders niet voldoende kan aanvullen. In Engeland niet om redenen Zaterdag uiteen gezet, en even min in Polen of Tsjecho-Slowakije, welke landen maatregelen nemen om verhoo ging der betrokken Duitsche orders te gen te gaan. Bovendien zijn er Poolsche, Tsjechische en Italiaansche mijnwerkers naar de Roer op weg. Hun reis werd tot nu in Duitschland slechts enkele ufen door den onwil der overheid onderbroken. Deze opvatting is misschien te opti mistisch. Het ontbreekt niet aan Fran sche waarschuwingen voor den ernst van den toestand. Engeland schijnt voorloopig bij zijn kolenleveringen aan Frankrijk en Duitschland zij te spinnen. Inderdaad worden er cokes-vrachten van de Roer naar Frankrijk en België afgevoerd, maar l'Oeuvre berekent, dat dit land tot nog dagelijks 20.000 ton daarvan te kort komt. Ook is 't waar, dat in de Roer negen tienden van de Duitsche mijnen stil liggen, maar Duitschland zou het tijdelijk met de exploitatie v.bruinkoollagen,elders op zijn gebied, kunnen stellen, terwijl in de Roer ook zijn voornaamste industrie is geconcentreerd. Men hoopt dus de Duitsche arbeiders tot reden te kunnen brengen en vermijdt daartoe alles wat naar uitdaging zweemt. Men stelt het optreden van de^Fransche officieren tegenover het optreden van de Duitsche militairen in het bezette Fran sche gebied tijdens den oorlog. Generaal Degoutte zet de conferenties met de Duitsche werklieden voort om hun de beteekenis van de Fransche bezetting van bepaalde fabrieken en mijnen uit te leggen. Hij toont zich zooveel mogelijk tegemoetkomend. Dit verveelt de rechtsche groepen in de openbare meening. De aandrang groeit, dat de Franschen den aard der bezetting grondig wijzigen. De zooge naamde onzichtbare bezetting had niet het gewenschte resultaat. Hun optreden maakt den indruk achter de door de Duitschers uitgelokte gebeurtenissen aan te loopen. Men moet nu, aldus raden die bladen, overwegen of alle Pruisische ambtenaren uit" het gansche bezette ge bied, links en rechts van den Rijn en in de eerste plaats de Duitsche commissaris te Koblentz moeten uitgezet worden. De taak van de laatste wordt omschreven als de bewoners tegen de bezetters op te hitsen. Het zou een fout van de Fransch- Britsche-Amerikaansche conventie van 1919 geweest zijn hem daar toe te laten. Daarna zou Frankrijk het economisch bezette gebied van het overige Duitsch land door een tolgrens moeten scheiden. De arbeiders in de Roer zouden dus voor de keus gesteld worden of hervatting van het werk, óf intrekking van de bevoor rading. In Öit geval zóu Frankrijk voor de laatste moeten kunnen opkomen. Inderdaad schijnt de militaire overheid ook te Rotterdam en te Antwerpen voor de noodige maatregelen gezord te hebben. Het trekt de aandacht, dat Foch gis teren de ministerieele conferenties "bij woonde. Het betrof de maatregelen om de Fransche troepen, aan de Roer te beschermen tegen een mogelijke Duit sche aanranding. Volgens bepaalde be richten, die officieel niet bevestigd wor den, trekken de Duitschers bij Munster troepen samen, die voor Ludendorff oefeningen zouden hebben gehouden. De Action Fran?aise keert zich tegen Branting's voornemen deze zaak voor den Volkenbond te brengen. Rechtens is daartoe geen grond, daar het de uit voering van het"verdrag van Versailles betreft. Andere bladen steunen met aandrang het plan de vergoedings-kwes- tie daarvoor te brengen. Vandaag wordt vermoedelijk het Fransche plan officieus aan de leden dier commissie meegedeeld, volgens het welk Quitschland een moratorium van 2 jaar zou krijgen, maar in dien tijd een binnenlandsche leening van 3 milliard moet aangaan. De houding van Engeland. De Londensche bladen vermelden den vermoedelijken inhoud van Poincaré's nieuwe moratorium-voorstel en zien daaruit een laatste, zij het zwak straal tje hoop verschijnen. Men vraagt zich af, waarom Poincaré deze twee weken uitstel eigenlijk gewild heeft. In elk ge val is het ongetwijfeld beter dat de zaak ter tafel komt na twee weken ervaring van de bezetting dan daarvóór. Vol gens Spender, den gewezen hoofdredac teur van de Westminster Gazette, wach ten de gematigde politici te Parijs slechts hun beurt af, om hun invloed te doen voelen. Zij schrijven de heele misère aan de hoekigheid van Bonar Law's voorstel toe, dat Poincaré gedwongen zou hebben tegen zijn zin met den inval in het Roer-gebied te beginnen. Het plan daarvoor, zeggen zij, was, naar ge bleken is, niet klaar. Men kan daarente gen opmerken, dat bet forceeren van in brekersstellingen op ondergeschikte pun ten dan een zeer gevaarlijk en eenigs- zins onbegrijpelijk experiment was "en dat uit het veiloop van zaken wel blijkt, hoezeer Poincaré tegen zijn zin handeide, daar hij immers niet klaar was. Het kan een vriendelijke bemaskering zijn van een groote vergissing in ae inter pretatie van Duitschland's" financieelen en geestestoestand, dezelfde fout, die men in 1914 den Duitschers zoozeer ver weet. Ook in de verklaring der gematig den zit te duidelijk de opzet om de ver antwoordelijkheid voor een mislukking op de Britten t werpen. Dat de Telegraph geweigerd heeft, Lloyd George's felle artikel af te drukken, verwekt veel commentaar.*) Men be schouwt zijn journalistiek in aen regel van het standpunt van de vraag uit, of zij Engeland in zijn verhouding tot Frank rijk benadeelt. Men kan haar -ook nog van een anderen kant bekijken. Lloyd George doet nooit iets zonder binnen- landsch politieke overwegingen. Ik stel mij voor, dat hij, overtuigd dat de Fran sche inval afmetingen zal aannemen die een handhaving van de Britscbe neutra liteit onmogelijk maken, een leiderschap nastreeft van de velen, voorloopig meest labour-menschen en radicale liberalen, die de manier waarop Law de onzijdig heid opvat, funest achten, tenzij deze tijdig zijn houding verandert. Law is een oogenbiik om zijn optreden te Parijs populair geweest, maar hij begint die populariteit al weer te verlie-, zen bij hen, die een consequent sterke politiek ten behoeve van wat ook Law zelf het Britsche belang weet, van hem De Daily Telegraph oevatte Zater dag een mededeeling, dat dien dag hét zevende van de bekende reeks artikelen van Lloyd George (die nog op vacantie in Spanje is) had moeten verschijnen. Dit artikel ging over de Fransche actie aan de Roer, maar, was zóó fel, dat de hoofdredacteur, met het oog op den moeilijken internationalen toestand be sloot het niet te plaatsen. verwacht hadden. Het hangt er maar van af, welke rampspoedige afmetingen de Roer-affaire aanneemt, of Law zich zal kunnen handhaven, en blijkt hij dat niet te kunnen, dan wenscht, als de teeke nen niet bedriegen, Lloyd George klaar te staan om nogmaals als redder des vaderlands op te treden en eindelijk vrije lijk zijn jarenlange innerlijke overtuiging te verwezenlijken. Welke partijgroepee- ring zich zou voordoen, is uit den aard der zaak vooralsnog een raadsel. De Mor ning Post geeft aan dat de steun van de voormalige die-hards aan Law zeer be perkt is. Zij zullen in hun blinde pro- Franschheid niet zonder bitteren strijd toelaten, dat hij een zeer welwillende, desnoods op vermomde medewerking gelijkende onzijdigheid te buiten gaat. Een Interview met Cuno. Naar Wolff uit Berlijn meldt heeft de Duitsche rijkskanselier Cuno een inter view toegestaan aan een Engelschen journalist, Robert Dell. De Vossische Ztg. drukt af wat Cuno aan Dell heeft meegedeeld. De bewering der Franschen, dat zij in het Roer-gebied geen militaire actie beoogen, is naar de gebeurtenissen hebben bewezen, onjuist. Geen verstan dig mensch kan beweren, dat twee inranterie-divisies en een cavalerie-divisie noodig zijn om een ingenieurs-commissie tegen de ongewapende bevolking van Essen vte beschermen. De Fransche strijdkrachten hebben overal de krijgswet afgekondigd zij deelen bevelen uit aan alle Duitsche ambtenaren, bedreigen de leiders der mijnen met berechting door de krijgswet indien zij niet gehoorzamen. Cuno zou wel eens willen weten, waarin een militaire operatie zou kunnen afwij ken van een dergelijx optreden. Het is kenschetsend, dat dergelijke vooze voorwendsels worden te berde ge bracht, want daardoor heeft de Fran sche regeering indirect toegegeven, dat een operatie van een militair karakter een schending van het vredesverdrag zou beteekenen. Wat nu de bedoeling met de Fransche actie aan de Roer betrof, had de laatste rede van Poincaré in de Fransche Kamer bewezen, dat hij geen hoop koesterde daardoor de vergoédingsbetaljngen te verkrijgen. De markkoers, die zou worden gestabili seerd, was ook, toen beseft werd dat het een militaire verovering gold, snel gedaald, zoodat nog meer nieuw papieren geld moesi worden gedrukt, wijl anders in Duitschland een revolutie zou zijn uitgebroken. Daar ieder verstandig mensch moet inzien, dat de be vordering der economische ineenstorting van Duitschland geen middel is om devergoeding- betallngen te vergemakkelijken, moet het motief der Fransche actie een ander zijn. In werkelijkheid vormt de bezetting de eerste stap naar de verwezenlijking van het program van Dariac, dat beoogt de exploi tatie van het Roergebied in een samenwer king tusschen Duitschland en Frankrijk af te dwingen, waarbij Frankrijk dan de permanente overheersching zou hebben. Dariac heeft verklaard, dat de Duitsche industrievorsten ertoe moeten worden ge dwongen met de Franschen samen te werken. Willen zij dit niet, dan moet hun geheele nijverheid worden gedesorganiseerd. Daarop moet dan de controle (door Frankrijk) over de Duitsche nijverheid in haar geheel volgen. De bezetting is een steek naar het hart van Duitschland en moet volgens Dariac permanent zijn. Dat pand mag door Frank rijk nooit meer worden losgelaten. Er moet volgens Dariac een vrij Rijnland, onder mili taire bescherming van Frankrijk en België, worden in het leven geroepen. De politiek van Dariaczei rijkskanselier Cunowordt thans naar de letter uitge voerd. Het vergoedingsbedrag is opzettelijk zoo hoog bepaald, dat noch Duitschland noch welke andere staat ook, het zou hebben kun nen betalen. Dat was enkel om de onmacht tot betalen te kunnen aangrijpen als een voorwendsel om tot de tenuitvoerlegging dier actie te kunnen overgaan. De Duitsche regeering beschouwt dit als een schending van het vredesverdrag. Wij zullen echter voortgaan met het naleven van onze verplichtingen tegenover die ver- drags-mogendheden, die het vredesverdrag niet hebben geschonden. „De mijneigenaars verdedigen de onaf hankelijkheid van het Duitsche gebied en de vrijheid van de Duitsche bevolking tegen het agressieve imperialisme." ENGELSCHE MEDEWERKING. Ingevolge de beslissing van de Hooge Commissie om den president van het ge westelijke financieele bureau te Keulen af- en "uit te zetten wegens zijn verzet tegen de besluiten van de geallieerden, heeft de Britsche gedelegeerde in de Hoo ge Commissie te Keulen aan den belang hebbende de beslissing dier commissie meegedeeld en aan de Britsche politie te Keulen gelast alle maatregelen te ne men, noodig in verband met de,uitzetting. De Britsche regeering, aldus wordt uit Londen gemeld, die met spanning den loop der gebeurtenissen aan de Roer ga deslaat, handhaaft haar welwillende lijde lijkheid jegens de actie der Franschen daar. De bladen blijven echter ernstige bezorgdheid uit|p met betrekking tot den uitslag van die actie. Het vertrek van de Amerikaansche troepen van den Rijn, dat op Maandag bepaald was, is tot Vrijdag uitgesteld. De Vereeniging van Duitsche ijzer- mi staal-industrie heeft besloten de zaken- betrekkingen met Frankrijk en België af te breken. Zij heeft de loopende con tracten voor ertsleveranties uit die lan den geannuleerd en het in ontvangs' nemen van reeds geleverde ertsvoorrade' geweigerd. De Belgische divis e, die in het bezette gebied opereert, heeft thans de bezet ting uitgebreid naar het oosten over de lijn Gladbeck, Polsum, Marl en Inker- beck en de bruggen over de Lippe bezui den Haltern. Fransche persstemmen ove» de Roer-bezetting. De République Fran?aise schrijft: Duitschland moet sedert generaal Gal- liéni weten, dat Franrijk, als het eenmaal begonnen is, gaat tot aan het bittere einde. Waarom dus deze schijn van ver zet, waarvan Duitschland weet dat het nutteloos is. Het kan ons slechts tijdelijk moeite geven en de kosten moet Duitsch land onvermijdelijk betalen. De Victoire schrijftSlechts iemand die een volkomen vreemdeling is in Frankrijk kan een oogenbiik veronderstellen, dat wij de Roer zullen ontruimen voor wij de afbetaling van het verschuldigde verze kerd hebben. Sowjet-Rusland en de Roerbezetting. Uit Wladiwostok wordt gemeld, dat de arbeiders op last der sowjet-regeering Zondag een protestbetooging gehouden hebben naar aanleiding van de Roer» bezetting. BRITSCHE MAATREGELEN VOOR- JEUGDIGE WERKLOOZEN. Men twijfelt er niet aan dat, bij den te« genwoordigen toestand op de arbeids markt, vele jongelieden die sedert 1918 de school hebben verlaten, nog geen be* zigheid hebben kunnen vinden. Dt minister van arbeid heeft daarom ge vraagd, dat de plaatselijke autoriteiten hem voor 1 Februari plannnen zullen voorleggen, hoe men met deze jeugdige personen moet handelen. Een van die plannen heeft tot strekking, aan kinde ren tusschen 14 en 16 jaar uitgebreid onderwijs te geven. Voor jongens en meisjes tusschen 16 en 18 stelt men voor drie of vier bijzondere centrale bureau's in te stellen. Te Plymouth schat men dat daar van de 7000 kinderen, die in de laatste vier jaren de school verlaten hebben, 2000 tot 3000 ledig rondloopen. EEN AANVAL OP HUGHES. Uit New York wordt gemeld, dat de Ne» York World, den secretaris van Staat, Hughes, aanvalt om wat het blad noemt „zijn geheimzinnigheid" en zijn ongenaak baarheid in buitenlandsche zaken." Het blad heeft den laatsten tijd de regeering in dit opzicht bitter aangevallen. Het gewaagde Zondag van een gerucht dat Hughes voornemens was, af te treden, naar aanleiding waarvan Hughes reeds een mededeeling verstrekte, zeggende dat hjl niet voornemens is, af te treden. DE CONFERENTIE TE LAUSANNE. De Grieksche en Armenische vlucht», lingen hebben een vergadering gehouden om te protesteeren tegen het besluit van de conferentie van Lausanne, waarbij de uit wisseling der bevolking toegestaan wordt, Ismet pasja heeft de ultnoodiging van Curzon aangenomen om Dinsdag voor de eerste commissie het Turksche standpunt in zake de grenzen van Mesopotamië en Syrië uiteen te zettenmaar de Turksche delegatie Is.nietvan zins de Fransch-Turk. sche overeenkomst van Angora aan discus sie te onderwerpen. DE BRITSCHE SCHULD AANjAMERlKA Volgens een bericht van de Associated Press uit' Washington, zou de Britsche regeering volgens het oorspronkelijke Amerikaansche plan gedwongen geweest zijn meer dan een miliioen dollars daags te betalen in een toekomst van zestig jaar, maar is dit bedrag tot de helft van de som teruggebracht bij de proeve van een overeenkomst, die tusschen Baldwin en de Amerikaansche commissie behan deld is. Om zelfs dien last op zich te kunnen nemen, was men van meening, dat d< Britsche regeering waarschijnlijk genoopt zou zijn, uitgebreide veranderingen aan te brengen in zijn financieele en oeco- nomische stelsel. Baldwin heeft voor hij zich op de O- lympic inscheepte, het Amerikaansche volk bedankt voor de buitengewoon hartelijke ontvangst en gezegd dat da Britsche missie zeer onder den indruk was geweest van de behandeling die haar te Washington ten deel was gevallen en van de matiging en rondborstigheid waarmee de onderhandelingen gevoerd waren. Volgens de Daily News bedraagt het heele verschil in de rente, die men aan den eenen kant wil aannemen en aan den anderen kant wil betalen, nog minder dan y2 pet. of iets meer dan 3 miliioen dollar* in het jaar. Uit New-York wordt d.d. gisteren ge- meld, dat de Britsche gezant te Was hington, sir Aucland Geddes, Zaterdag t» FEUILLETON (blaar tene Engelsche vertelling.) 8.A ,.v Wi] zullen naar Dfnnên gaan. Jozef. t- Zooals gij wilt, hebt gij.heb! gij geen knoopen aan uwe zakken? kn Nooit te- God beware ons! b? Ik geloof, dat die knoppen al iang uit de mode zijn, Uit de mode? IWat lag er een diepe verachting in een toon, waarop broeder over de zwakheid van drie-vierden van het mensch elijk geslacht sprak. iWfj gingen te zamen naar binnen waar ik eene schuldbekentenis voor twintig pond schreef. Hij nam de schuldbekentenis aan - niettegenstaande ik zeer onduide lijk schreef s* en legde het papier voorzichtig in eene portefeuille, die hij uit een geheimen zak »a yporschjiu had gehaald- t Moeder zag dit alles met een behaag lijken glimlach aan; Jozefs edelmoe digheid had haar hart getroffen, ter wijl zijne manier van zaken te behan delen altijd het diepste ontzag bij haar opwekte. r— Waar is Ellen? vroeg broeder Jozef. Hel lieve kind is bezig met on derwijs aan hare leerlingen te geven, antwoordde moeder. fe-a Zij schijnt tegenwoordig korselig te zijn. Is dit horloge blijven stil staan? Dat heb ik vergeten te vragen, zeide ik lachend. lk heb nooit in mijn leven zoo met een horloge zien omgaan. Eer ik het vergeet, moeder, gij behoeft niet aan mevrouw Gear te zeggen, dat ik hedenmorgen hier ben geweesL Vrou wen kennen zoo weinig van zaken. Wij beloofden gaarne er niet over te zullen spreiten. mi Het moet gansch onder ons blij ven 5— geheel onder ons, herhaalde hij. Wanneer denkt gü uw acid weg le leggen? é-, Aanstonds. *-s In dien vermolmden! lessenaar? Neen. boven in een kleine ijzeren geldkist t vjr-j Dat is beter goeden morgen. Vaarwel. Zoodra ik mijn geld van mevrouw Zilman ontvang, zal ik u de twintig pond onmiddellijk terugzenden. Zeer goed. Hij ging langzaam den winkel uit en de straat op. Een oogenbiik later kwam nij terua. Hoe was de naam ook weer? i-i Zitman. Woonachtig in Cumberland. Gij zult u het adres wel herinneren en mij, als gij tijd en lust Jaebt, een regeltje schrijven. O, zekerI Hij verdween als een geest uit den winkel, om nogmaals, maar nu meer als een menscüelijk .wezen, terug te keeren. i Als gij het geld in een brief terug zoudt zenden, stuurt dan slechts het halve bedrag en wacht met cl© andere helft totdat u de goede ont vangst gemeld is. Hij kwam daarna niet meer terug en ik begaf mij een oogenbiik later naar mijn kamer om de twintig pond weg te sluiten. Het haar van den nauwgezetten Jo zef zou van argrijzen te berge zijn gerezen, als hij de flesch „chierry" had gezien, die wij den volgenden Zon dagavond kochten om op den goeden uitslag mijner onderneming te drinken. Moeder beschuldigde mij zelfs van ver- kwisling, wij hadden in de laatste ja ren zoo zelden wijn gedronken en eigenlijk in zeer bekrompen omstandig heden verkeerd, zoodat Wij het zeer moesten overleggen om zonder scnuld rond te komen. Moeder en Ellen dronken op mijn gezondheid, terwijl de tranen der eer ste in haar wijnglas vielen. Dit was ook de eerste scheiding van haren jongen; het was de eerste keer dat hij zich van moeder losrukte, het geen zooveel apdene jongens op veel jeugdiger leeftijd soms zoo licht valt. Ellen en ik overtroffen elkander dien avond; wij veinsden, om moeders wil, uitbundige vroolijkheid. Ellen legde de kaarten en voorspelde mij in de toe komst veel zegen op zijin nieuwe loop baan, een kostbaar geschenk van de mevrouw, dio zulk een vorstelijk pa leis voor zicb liet oprichten, en, ten slotte, de liefde van een rijk en schoon meisje. .Verliefd op Canut! Q, hij heeft nog al den tijd om zicb die zottig heid in het hoofd te steken I zcldo moeder. Op mij verliefd! herhaalde ik; op mij, die eeneu halven bult h©b ge kregen van over mijnen lesenaar ge bogen te ztten en er rieeds zoo oud begin uit te zien. Het is al te laait; niemand zal nog op mij verliefd wor den. j—: Wacht maar tot de meisjes u zoo goed kennen als ik, beste Canut, zeide Ellen, Ik bezag mij dien avond ta den spiegel en stelde mij de vraag 1 niet hoe de meisjes in Cumberland mij zouden vinden, maar of mijn voor komen een gunstigen indruk oj> mijne weldoenster zou maken. Ik bezat eene rijzige, ranke gestalte en was acht-en-twintig jaar oud. Ik wenschto wel dat ik er wat ouder uitzag, uit vrees van op mevrouw Zitman den indruk te maken van een al te jong bouwmeester, wien zij het toezicht over de uitvoering van zijn plan niet gaarne zou toevertrouwen.' Diezelfde gedachte verontrustte mij nog steeds, toen ik den volgenden mor gen met den eersten trein naar JLendal ia "Westmoreland" vertrok. Ik had moeder en zuster vaarwel gezegd; zij .wuifden mij toe met hunne zakdoeken, zoolang ik hel hoofd buitent het raampje van het rijtuig stak en de spoorhal zien kon. Ik ben overtuigd, dat zjj even innig voor mijn geluk, mijn voorspoed em mijne goede reis baden, als Ik God vurig smeekte, over deze beide vrom- wen te waken, die ik alleen achter., liet in den strijd des levens. Zoo eindigde het stille leven van Canut Gear - dat tot voorrede aan dit verhaal dienen- zal. .TWEEDE HOOFDSTUK; L Ik aarzelde lang eer Ik voor goe'cT lót een besluit kwam over mijn reis-j weg naar Netllewood. Men kon die reis op twee vijzen doen, namelijk: regelrecht met den spoortrein naar Penrith, en verder inj rijtuig of postkoets naar Nettlewood; of over Bownes en Windernere, een schllderachtigen omweg naar de plaats mijner bestemming maken. Mijn oude meester, die in .Westmore- land geboren .was, raadde mij ten zeer ste het tweede plan aan, als den kort- stea en benen mg [Wordt vervólgd^ A

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1923 | | pagina 5