BUITENLAND
De vloek van het geld
Tweede Blad.
24 Januari 1923
Brieven uit Duitschland.
G m. BUS TEEL. BERICHTEN.
KOE BERLIJN THANS BETOOGT.
De toestand In het nieuwe en oude bezette gebied van Duitschland wordt
steeds critieker. Italië zou bemiddeling hebben aangeboden. Te Londen
zal in verband met het schadevergoedingsvraagstuk een belangrijke con
ferentie van de leiders van alle politieke partijen gehouden worden. Sena
tor Borah laakt de houding van Frankrijk en der Amerikaansche Regee-
ring.
Onder de Telegrammen: De president van het Finanzamt te Keulen
gearresteerd en uitgewezen. De burgemeester van Duisburg door de Bel
gen gevangen genomen. Een ultimatum aan Duitschland tot 15 Februari?
Te Lausanne is de kwestie Mosoel weer ter tafel gekomen; Curzon stelt
arbitrage door de 1 Volkenbond voor, wat Ismet weigert.
DE FRANSCHE ACTIE AAN DE ROER.
De dreigende algemeen,
staking.
Uit Par^s komen de volgende berich-
Im i
fh Petit Parisien zegt, dat de Fran-
«che regeering de overtuiging gekregen
heeft, die berust op dokumenten in haar
bezit, dat de algemeene mijnwerkers-
staking aan de Roer ontketend is op
bevel van de Duitsche regeering.
De in het Roer-gebied bevolen sta
king heeft slechts eenige uren geduurd.
Bijna iedereen arbeidtaan het station
Dortmund is het werk ook hervat. Het
kolenvervoer wordt voortgezet.
De regeeringspresident te Spiers is
afgezet omdat hij weigerde de bevelen
van de hooge commissie der geallieerden
na te komen.
De bladen wijden op de teleurstelling
te Berlijn over de houding van Engeland.
De staking in het Roer-gebied is niet
alleen niet algemeen geweest, maar
nauwelijks gedeeltelijk. De staalfabrie
ken en andere industrieele ondernemin
gen werken als gewoonlijk evenals de
particuliere kolenmijnen. Van staking
blijkt het meest aan de staatsmijnen.
Óe stakingen aan de spoorwegen worden
door besluiteloosheid gekenmerkt.
De Fransche regeering is besloten haar
plan van actie krachtig door te zetten.
Naar gemeld wordt is gisteren een
aanvang gemaakt met het onder bewa
king stellen van de stedelijke bosschen
om Wiesbaden.
Een vergelijking.
In verband met de bezetting van het
Roergebied herinnert de „Bergknape,"
het orgaan van den bond van christelijke
mijnwerkers, aan de vreeselijke ramp
van 1906 in de Fransche mijn Courbières,
toen Duitsche mijnwerkers met de groot
ste opofferingen aan het reddingswerk
hebben deelgenomen. Destijds was het
geheele Fransche volk vol lof over de
heldendaden van onze wakkere mannen
aan de Roer, die als redders in den nood
werden geprezen.
Thans heeft het Fransche volk geen
mededoogen met den nood dezer mijn
werkers. "Het militarisme triomfeert en
tracht een weerloos volk te knechten.
Gelooft men te Parijs misschien, vraagt
het blad, met kanonnen, machinegewe
ren, handgranaten, karabijnen e. d.
tuig de arbeidende bevolking aan de
Roer de maag te kunnen vullen
Een protestmeeting.
In Keulen heeft in den Rijkshallen-
schouwburg een groote betooging plaats
gevonden van den Duitschen Wielrij-
dersbond. Ettelijke duizenden waren
opgekomen. Ofschoon het verboden was,
over het Roergebied te spreken, kwam
het toch tot stormachtige betoogingen
voor Duitschland, vooral toen een tele
gram van president Ebert werd voorge
lezen, waarin deze den bond een groet
bracht en verklaarde, dat het Duitsche
volk van harte den moed en de trouw
van de Rijnlanders beantwoordde, in
het besef dat beider lot onverbrekelijk
was verbonden.
Troepentransporten worden door de
spoor niet meer vervoerd daarentegen
vertrekken de kolentreinen naar het niet
bezette Duitschland nog geregeld.
Naar Frankrijk is nog geen enkele wa
gen met steenkool vertrokken.
Naar gemeld wordt hebben de Fran
schen beslag gelegd op een voor loons-
betaling bestemd bedrag van 100,000,000
M., toebehoorende aan de Badcnsche
Analine- en Sodafabriek.
De schietpartij te Bo-
chum.
Op het protest der Duitsche regeering
tegen het doodschieten van een zoon
van den treinmachinist, Biyve te Bochum
heeft Poincaré geantwoord, dat elke
daad, die de veiligheid der ingenieurs
commissie of der haar begeleidende troe
pen in gevaar kan brengen, of elke po
ging om die veiligheid in gevaar te bren
gen, met alle kracht moet worden on
derdrukt.
Het Wolff-bureau merkt hieromtrent
op De Fransche regeering tracht zelfs
niet het optreden der Fransche soldaten,
die blindelings met machine-geweren op
de menschenmenigte losbrandden, te
rechtvaardigen. Dat laat zich overigens
wel hooren, want zij had, ten bewijze
dat „de veiligheid van de ingenieurs
commissie en de haar begeleidende troe
pen gevaar liep," niets anders kunnen
aanvoeren dan dat de menigte, waarop
geschoten is, vaderlandsche liederen zong.
Duitsch protest tegen de
verordeningen der Rijn
landcommissie.
De rijksregeering heeft haar vertegen
woordigers te Parijs, Brussel, Londen en
Rome opdracht gegeven aan de regee
ringen van Frankrijk, België, Engeland
en Italië een nota te overhandigen waarin
geprotesteerd wordt tegen de verorde
ningen van 13 en 18 dezer der geallieerde
Rijnlandcommissie nopens de inbeslag
neming van de kolenbelasting, de douane
ontvangsten, de in- en uitvoerbelastin-
en de inkomsten uit gemeente-en staats-
bosschen.
De Duitsche regeering verklaart, da-
de Rijnland-commissie bij het uitvaart
digen dezer verordeningen het rechts-
standpunt heeft verlaten en met schen
ding van de Duitsche souvereiniteit op
bestuurs- en financieel gebied, zich in
dienst heeft gesteld van een militaire
actie. De aan de Duitsche ambtenaren
en autoriteiten gegeven opdracht mede
te werken aan de uitvoering der veror
deningen en het dreigen met zware straf
fen bij weigering is ongehoord, daar zelfs
in oorlogstijd de autoriteiten van een
bezet land niet kunnen worden gedwon
gen mede te werken aan de uitvoering
van maatregelen? welke tegen haar
eigen regeering zijn gericht.
Isoleerlng van het Roer
gebied
De Petit Parisien overweegt de moge
lijkheid van een georganiseerde werk
staking in het Roergebied, in de mijnen
en op de spoorwegen. Ia dat geval, zegt
het blad, zou het waarschijnlijkste ge
volg zijn, dat het Roer-gebied, zoo niet
van Beieren, dan toch van Pruisen werd
afgesneden.
Ook de Echo de Paris ziet het groote
dwangmiddel in een volkomen isoleerlng
van het Roergebied, dankzij de instelling
van een douanecordon. De uitwerking
van een dergelijken maatregel zal zij'n
le dat hij werkt op 't geheel van Duitsch
land door van het economisch lichaam
de rijkste industrie-streek af te snijden,
2e dat de bewoners van het Roer-gebied
voor het volgende initiatief zouden ko
men te staanof volledige hervatting
van den arbeid, of inhouden van de le-
v: nsmiddelingvoorziening.
Een dergelijk initiatief, zegt de Echo
de Paris, houdt van den dag af, waarop
wij het nemen, in, dat wij bereid zijn de
levensmiddelenvoorziening van het land
te verzekeren.
De Fransche Temps tegen
Lloyd George.
Lloyd George en Cuno, de Duitsche
kanselier, vallen in Engelsche dagbladen
Frankrijk aan. Aldus constateert de
Temps. "Door een leerzame toevalligheid,
zegt het blad, redeneeren zij precies op
dezelfde manier. In de Daily Chronicle
beschuldigde Lloyd George Frankrijk
ervan, dat het Duitschland wil verbrok
kelen. In de Observer betoogt Cuno,
dat de bezetting van de Roer geen ander
doel heeft. Tusschen de twee schrijvers,
aldus de Temps, bestaat slechts een bij
komstig verschilLloyd George be
weert, dat Poincaré Napoleon III tot
voorbeeld kiest, terwijl Cuno hem ver
wijt, dat Dariac hem inspireert. De Temps
rekent dan op de volgende manier met
Lloyd George af
„Alle beleedigingen op te halen, die
Lloyd George Frankrijk toevoegt zou
veel ruimte vragen. Maar waarom zou
den wij aan den gewezen eerste-minister
in een Fransch blad meer plaats inrui
men dan hij op het oogenbhk in het po
litieke leven van zijn land inneemt
Wij willen hem slechts aan zijn zware
verantwoordelijkheid herinneren in twee
gevallen, waarmede zijn nagedachtenis
bezwaard zal blijven. Lloyd George heeft
tot 2 Augustus 1914 gevochten om de
Britsche regeering te beletten de flinke
woorden te spreken, die misschien den
oorlog voorkomen hadden. Lloyd George,
meester van Europa van den herfst van
1918 af tot aan den herfst van 1922,
heeft dit door zijn dwalingen, zijn wis
selingen en zijn misleiding tot de crisis
geleid, die het thans doormaakt. Wan
neer men die dingen op zijn geweten
heeft, doet men beter een ander niet uit
te tarten."
De Engelsche handel en
de actie aan de Roer.
In een rede die Sir W. Johnson-Hicks,
parlementajr secretaris van het departe
ment van overzeeschen handel, gisteren
avond voor de Kamer van Koophandel
te Reading gehouden heeft, zeide hij
De toestand in Duitschland zal, naar ik
vrees, ertoe strekken de herleving die
in de laatste maanden in onzen handel
merkbaar was, eenigszins te belemmeren.
Het staat niet aan mij een oordeel uit te
spreken over de verhouding tusschen
Frankrijk en Duitschland op dit oogen-
blik, die bij allen die aan het ministerie
van koophandel verbonden zijn, ernstige
zorg baart. Ofschoon wij misschien niet
met Frankrijk instemmen wat de maat
regelen betreft die het neemt, ten einde
Duitschland te dwingen het tractaat uit
te voeren, Wenschen wij het alle succes.
Spr. roerde daarna andere moeielijk-
heden aan, waarmee de overzeesche han
del te kampen had en den last dien de
werkloosheid het land oplegde. Hij merk
te opdat Engeland 330 millioen pd.st. met
zijn uitvoerhandel ten achter was, in
vergelijking met 1913. Indien deze ach
terstand werd ingehaald, zouden 95
pet. van de werkloozen verdwijnen. Vele
markten van Europa waren vooreerst
weg, maar er waren markten waar men
naar zijn meening hulp kon vragen. Er
waren markten die met Engeland handel
wilden drijven de markten van de
groote dominions.
Engeland en de Roer.
Terwijl verscheidene ochtendbladen in
verband met den toestand aan de Roer
Duitscher zoehten In Engelsch bezet
gebied, daarover ingelicht, terwijl de
Britsche militaire politie de Fransche
gendarmes vergezelde, indien arrestatie
plaats had.
In verband met de Instructies echter,
welke ontvangen zijn door den Britschen
commandant, dat de Britsche troepen
niet mogen medewerken aan de uit
voering van nieuwe sancties, zal deze
gang van zaken niet langer mogelijk zijn.
In Britsche officieele en militaire krin
gen heerscht ongerustheid over den mo
gelijken loop van zaken in de eerstvol
gende dagen. De bestendiging van den
oestand wordt onmogelijk geacht, in
dien de Britten te Keulen willen blijven.
Of de Britten zullen volledig moeten toe
stemmen in het Fransche plan en voor de
toekomst aan de Fransche in het Roer
gebied en het Rijnland hun volledigen
steun moeten geven of de Britten zullen
verplicht worden, hun troepen van den
Rijn weg te nemen en den Franschen de
vrije hand te laten. Inmiddels heeft de
Britsche opperbevelhebber gelast, dat
geen verdere verbanningen of arrestaties
zullen plaats hebben in de Britsche zone
totdat nadere instructies uit Londen ont
vangen zijn.
De correspondent verneemt dat deze
instructies dringend verzocht zijn, zoo
wel van oorlog als van buitenlandsche
zaken.
Italië en de Roer-actie.
Volgens de Daily News heeft Italië
'isteren zijn bemiddeling aan Duitscli-
'and aangeboden „teneinde den op han
den zijnden oeconomischen ondergang
van Midden-Europa te voorkomen."
Duitschland antwoordde dat de eerste
voorwaarde voor het eindigen van het
conflict'het terugtrekken van de Fran
sche troepen moet zijn.
Senator Borah over
de actie aan de Roer.
Uit Washington wordt dd. Maandag
het volgende gemeld
Senator Borah, die lid is van de Se-
naats-commissie voor de buitenlandsche
betrekkingen, heeft een mededeeling ge
daan, waarin hij de Fransche actie aan
de Roer meedoogenloos militairisme
noemtook een schending van den
wapenstilstand en van het verdrag van
Versailles" en „een aanslag op de mensch-
heid."
Borah veroordeelt de politiek van
stil- en werkeloos blijven van het dept-,
van Staat en verklaart dat de Ver. Sta
ten kleur moeten bekennen, door offi
cieel te protesteeren.
Ook zeide de Senator dat de toestand
van dien aard is, dat het voor de Ver.
Staten niet eervol is, er het stilzwijgen
bij te bewaren.
Wat Frankrijk doet, zal meent Bo
rahgeen vergoeding opbrengen; en
kel zal het een zeer bitter lijden veroor
zaken, niet enkel voor de Duitschers,
maar voor geheel Europa. Het zal een
onberekenbaar verlies berokkenen aan
het Amerikaansche volk.
De Times zegt, naar aanleiding van
het bericht dat Lord Curzon vandaag te
Lausanne de kwestie van Mosoel ter sprake
zal brengen Er kan geen twijfel aan bestaan,
hoe Engeland's houding in dezen moet zijn.
Het is in Mesopotamië als mandataris van
den Volkenbond en zijn verplichtingen jegens
dien bond en de bevolking van Mesopotamië
moet het houden. Zonder beider goedvinden
kunnen wij die verplichtingen niet verzaken.
De Engelsche verplichtingen van Irak zijn
aangevuld door het tractaat van Engeland
met koning Feisal, volgens hetwelk geen
gebied afgestaan of onder vreemd gezag ge
plaatst zal worden. De afstand dien de Tur
ken verlangen, zou een flagrante schending
van die bepaling zijn.
DE RAAD VAN DEN VOLKENBOND.
De vergaderin r van den Raad van den
Volkenbond die op 29 dezer zal plaats heb
ben. heeft betrekking op het Oostenrijkrche
vraagstuk. De Oostenrijksche commissie en
subcommissie voor de waarborgen zullen
26 dezer vergaderen.
DE VER. STATEN EN ENGELAND.
De Amerikaansche gezant te Londen,
Harvey, die op de terugreis is van Amerika
naar zijn standplaats, heeft aan boord van
het s.j. Amerika, waarop hij zich bevindt,
een i«dio-telegram gestuurd, waarin hij ont
kent, dat er verschil van opinie zou bestaan
tusschen den secretaris van Staat, Hughes,
en hem (Harvey) over de quaestie van de
buitenlandsche politiek.
DE AMERIKAANSCHE VLOOT.
President Harding heeft de vlootwet door
zijn onderteekening bekrachtigd. In die wet
is een verzoek aan de regeering opgenomen
om met andere mogendheden te onderhan
delen over een verdere beperking der mari
tieme wapeningen. De president wordt in de
wet vrijgelaten om zelf te beslissen of hij
aan het verzoek al of niet zal voldoen.
Denby, de minister van marine, heeft in
de marine-commissie van het Huis van Af
gevaardigden er op aangedrongen een krediet
van 16.500.000 dollar toe te staan voor het
aanbrengen van een up-to-date uitrusting op
23 oude oorlogsschepen. Dit beteekent
zeide de minister niet dat wordt terugge
keerd tot een wedstrijd op het gebied van de
marine-strijdkrachten, maar het bedoelt en
kel, dat deze 23 schepen op voet van gelijk
waardigheid zullen worden gebracht met die
van Engeland en Japan.
Volgens de New York Herald heeft pre
sident Harding het wetsontwerp onder
teekend, waarbij een krediet van
295.000.000 dollar wordt toegestaan aan de
marine.
In de toelichting deelde president Harding
mee, dat er een internationale conferente
zal worden bijeengeroepen ter vaststelling
van het aantal marine hulpschepen, marine
vliegtuigen en duikbooten.
Het huwelijk van den hertog van York
en Lady Bowes-Lyon zal waarschijnlijk in
de derde week van April voltrokken worden.
Uit de Duitsche pers.
In een artikel over „Poincaré's mora
torium" zegt de Germania o.a.Naar
verluidt zal de C.v.H. vandaag haar be
raadslaging over Poincaré's moratorium
plan beginnen. Uit de gegevens die daar
omtrent hier bekend zijn, volgt dat de
Fransche geweld-politici deze aangelegen
heid willen bezigen tot nieuwe afpersin
gen. Zij willen het Roergebied bezet
houden en tevens het leeuwendeel van
een door Duitschland te sluiten leening
van 3 milliard goudmark opstrijken. De
rijksregeering heeft echter duidelijk ver
klaard dat van een vergelijk tusschen
Berlijn en Parijs geen sprake kan zijn,
zoolang er Fransche troepen aan de Roer
staan.
Het blad maant de rijksregeering
voorts aan, op haar hoede te zijn tegen
de advc reken van Poincaré.
Belangrijke con
ferentie te Londen.
De Wcoüiii.ister Gazette meldt; Er
zal te Londen in verband met het scha
devergoedingsprobleem een conferentie
gehouden worden, waartoe de leiders
van alle politieke partijen uitgenoodigd
zullen worden. Het doel Is de noodza
kelijkheid te betoogen van een actie die
het dreigend bankroet van Europa moet
erop zinspelen dat het oogenbhk voor be-v,rh:nt,5ri>n
middeling rijp zou zijn, gaat de Daily verhinderen.
Mail voort, levendig een energieke po
litiek aan te moedigen. Frankrijk, zoo
schrijft het blad, moet niet gedoogen,
dat de bemiddelaars die te veel Duit
sche marken hebben, het overreden thans
te gaan transigeeren. Het blad weet wel,
waar dat bemiddelingsdenkbeeld zijn
oorsprong vindt en kent de ware beweeg
reden.
De correspondent van de Times te
Keulen""beschrijft den kritieken toestand
die ontstaan is door de verbanningen
van Duitsche ambtenaren uit Keulen
op last van de Franschen, welke door
die ambtenaren genegeerd worden. De
correspondent acht het waarschijnlijk,
dat er Fransche gendarmes zullen uit
gezonden worden, om die ambtenaren te
arresteeren. Totnutoe werd de Britsche
commandant, wanneer de Franschen een
UIT IERLAND.
De nationale troepen van den Vrijstaat
hebben zoo pas een flinken slag geslagen met
de gevangenneming in het graafschap Cork
van den heelen staf van de eerste zuidelijke
divisie van de rebellen in een onbewoond
huls te Kilmichaei, de plaats waar Michael
Collins verleden jaar zijn dood vond. De
troepen hebben ook stukken in beslag ge
nomen die betrekking hadden op de bedrij
vigheid der rebellen in die streek gedurende
de ftatste zes maanden.
DE CONFERENTIE TE LAUSANNE.
De langdurige ongesteldheid van Barière,
de Fransche gevolmachtigde ter conferentie
van Lausanne, wekt in Londen deelneming
en sympathie. De Engelsche delegatie stelt
zijn loyale en krachtige houding ten zeerste
op prijs en zij hoopt dat hij zijn medewerking
aan de conferentie, die haar einde nadert,
al kunnen voortzetten.
Maandag was het honderd jaar geleden
dat John Julius Angerstein, de „vader van
Lloyd's", te Biackheath stierf. Angerstein,
wiens door Lawrence geschilderd portret in
de Nationale Galerij hangt, was in 1735 te
St. Petersburg geboren en kwam op 15-jari-
en leeftijd te Londen. Na zes jaar lang op
het kantoor van een Russisch koopman ge
werkt te hebben, werd hij lid van het assu-
rantiebedrijf van Lloyd's. Zijn schranderheid
in zaken was zoo groot dat hij nog voor zijn
dertigste iaar een grooten naam in de City
kreeg. Een polis met zijn naam erop was
zoo veilig als goud. In die dagen kwamen
de leden van Lloyd's bijeen in het koffiehuis
van Edward Lloyd, maar de ruimte werd
spoedig te bekrompen. Angerstein kreeg
opdracht naar iets anders om te zien en hij
huurde toen kantoren in het Beurs-gebouw
Waarheen Lloyd's in 1774 verhuisde.
Angerstein 'vergaarde een ontzaglijk for
tuin en'verwierf groot grondbezit in vier
verschillende graafschappen. Hij was de man
die verantwoordelijk was voor de scheep
vaartwet, welke een einde maakte aan het
misbruik dat de namen van schepen verwis
seld werden om onzeewaardige schepen op
nieuw verzekerd te krijgen. In den Napoleon-
tischen oorlog bewees hij den staat groote
diensten.
Angerstein was ook een groot verzamelaar
van'kunst en 38 schilderijen uit zijn vu uine-
ling in Pall Mall, onder welke Rembrandt's
Overspelige Vrouw en de Aanbidding door
de Herders, werden na zijn dood door den
staat aangekocht.
Het lid van het Amerikaansche Huis
van Afgevaardigden Maioney heeft een reso
lutie ingediend welke de strekking heeft,
door de regeering een algemeen onderzoek
te laten instellen naar de toestanden in
Porto Rico.
De Amerikaansche minister van ma
rine, Denby, heeft er zich vóór verklaard,
dat de Amerikaansche regeering een haar
aangeboden gebied, groot 5340 acres, te
Alameda, in Californië, zal aanvaarden, om
daarop een marine-basis te stichten.
In de commissie voor de handelsaan
gelegenheden uit het Huis van Afgevaar
digden te Washington was een voorstel ia
behandeling gekomen om onverwijld over
te gaan tot teruggaaf aar. de eigenaars, vaa
alle (voormalige) vijandelijke bezittingen,
die door den regeeringdcurator worden be
heerd. De commissie wilde er echter niel
aan en de bewindvoering blijft voortdu
ren.
Onder het plaatsje Ribbing, in den staaf
Minnesota (V,S.) ligt een bedding ijzererts.
Om dit erts te kunnen ontginnen wordt de
stad.... verplaatst.
De heer Benedictus Crowell, die gedu
rende den oorlog onderminister van oorlog
was in de Ver. Staten, wordt vervolgd we
gens knoeierijen met de contracten, inder.
FEUILLETON
(Aaar eene Engelsche vertelling.)
0.
Hij week terug van een eerste-klus
rijtuig, dat de bediende voor hem ge
opend had
Ik heb eenen afschuw van leege
wagens zie eens, ik moest eens een
geraaktheid krijgen of er in sterven.
Weet gij nog niet, dat ik van gezel
schap boud?
Dit is het eenige rijtuig van eer
ste klas, dat aan dezen trein is.
Wijs mij een waggon van derde
klas.
Wat belieft u, mijnheer?
Wijs mij een rijtuig van derde
klas! snauwde de reiziger.
De bediende deinsde terug, alsof hij
een oorveeg verwachtte »n wees hem
toen een rijtuig van derde klas aan,
waarin ik met nog drie andere reizi
gers reeds plaats had genome».
Wij begeeren die» zot niet ln
onzen wagen, stamelde een oud man
met grijze haren.
Die man behoorde In Lancashire
thuis en kende waarschijnlijk den gast.
Hoe heet hij? vroeg ik.
Mijneer Weniord, van Nettlewood
zijn bij'iaam is „Zotte VVeuford",
fWordt vervolgd.)
Berlijn, 17 Januari 1923.
Het bericht in dit blad van Maandag 15
Januari over de betoogingen in Duitschland
op Zondag j.l., in verband met de bezetting
van het Roergebied door de Franschen, geelt
me aanleiding ook mijne indrukken weer te
geven, als ooggetuige van de indrukwekken
de betoogingen in Berlijn. Dat bericht spreekt
van „het opgehitste volk". Als iets het volk
heeft opgehitst, dan toch zeker niet de
woorden, gedurende deze betooging gespro
ken, noch de resolutie. Evenals reeds van
regeeringswege is geschied en herhaaldelijk
in de geheele Duitsche pers, werd ook hier
met allen aandrang gemaand tot kalmte en
bezonnenheid. Het volk was voor deze be
tooging opgeroepen, niet om het op te hit
sen, maar om eendrachtig te demonstreeren
en in massa plechtig te demonstreeren tegen
de Fransche gewelddaad, plechtig, indruk
wekkend en waardig, zooals het inderdaad
was. Men spotte hier niet! omdat men der
gelijke uitingen van het nationaal gevoel van
een volk in nood niet kent. Velen uwer zou
den ontroerd zijn geweest, waren zij Zondag
op het groote plein vóór het Rijksdaggebouw
aanwezig.
Om het Duitsche volk te kunnen waar-
deeren, moet men te midden van dit rolk
leven. Gedurende en vooral in het begin van
den oorlog laaide een felle verontwaardiging
op tegen Duitschland, dat, niets ontziende,
een deel van het vijandelijke land verwoest
te. De zonde van den een vindt natuurlijk
geen verontschuldiging in de zonde, die de
ander zou hebben bedreven, ware hij daar
toe in staat geweest. Zouden de Franschen
werkelijk „génereuser" zijn opgetreden, als
zij Duitschland hadden kunnen binnenvallen?
Is het gevleugelde woord la guerre, comme
d la guerre" niet afkomstig van den grooten
Franschinan, als een soort verontschuldiging
voor de krijgsgruwelen, die hij met zijn dap
pere Fransche soldaten bedreef?
Het aanvankelijk voordeel der Duitschers
bracht hen dit nadeel, dat het de zeer ver
klaarbare antipathie der neutralen opwekte,
een antipathie, die zich stellig zou gewend
hebben tegen de Franschen, wanneer zij in
etaat waren geweest, in West-Duitschland
eveneens 'toe te slaan als hunne Russische
bondgenooten in Oost-Duitschland, die daar
ontzettend hebben huisgehouden. Afgezien
van de wel degelijk nog immer hangende
schuldvraag, het Duitsche volk trok ten strij
de, overtuigd, dat de vijand zijne vernieti
ging wilde en hiertoe tot den aanval zou
overgaan. Denkt aan de mobilisatie van
Rusland, den vriend en bondgenoot van
Frankrijk!
Goed en bloed bracht het ten offer ter
verdediging van het bedreigde vaderland.
Men glijde hier niet overheen als over lou
ter een phrase! Alle strijdende volkeren
in dezen vervloekten kamp zijn zwaar ge
troffen in hunne zonen, maar geen heeft zoo
veel geleden als heel het Duitsche volk,
welks vrouwen en kinderen ook nog getrof
fen werden door de hongerblokkade, die
ziekte en dood zaaide onder deze weerloo-
zen. Het is waarlijk niet moeilijk te beseffen,
hoe zwaar juist dit volk geleden heeft ge
durende de oorlogsjaren. En wat bracht de
vrede, of liever de caricatuur daarvan?
De kanonnen zwijgen. Imperialisme, haat
en domheid woeden voort. De tallooze con
ferenties, redevoeringen en besluiten der
zeer wijze geallieerde en geassocieerde hee-
ren hebben hun eigen landen niet kunnen
baten en den nood en de ellende der over
wonnenen nog doen toenemen. Vier jaren na
den wapenstilstand dreigt het Duitsche volk
weer een hongerblokkade; de ontzettende
geldontwaarding brengt het tot armoede. Dit
is juist wat Frankrijk nastreeft. Frankrijk
acht zich gerechtigd het Roergebied te be
zetten, om, zooals het officieel heet, zelf de
kolen te halen, die Duitschland verplicht' was
te leveren en opzettelijk niet geleverd heeft.
Men hoore nu de verklaring van den Rijks
minister Dr. Becker: „Met onze houtleverin
gen hebben wij een tekort van enkele mil-
lioenen francs, ons tekort aan kolenleverin-
gen bedraagt in het geheel eveneens hoog
stens 25 millioen francs". De Duitsche Re
geering bood Frankrijk aan, kolen te koopen
in Engeland en ze op deze wijze alsnog te
leveren. Tevergeefsl
Frankrijk, of beter gezegd, Poincaré, liet
zfch een prachtig voorwendsel niet uit de
hand slaan. Bij zulk een staat van zaken en
de gewelddaad, die het nationaliteitsgevoel
van het Duitsche volk kwetst en de armoede
en ellende jammerlijk zal doen toenemen,
zijn betoogingen als op Zondag j.l. ontroe
rende manifestaties.
De honderdduizenden kwamen opzetten,
niet met banieren of sehilden, waarop drei
gende uitroepen, zooals bij betoogingen van
partijgangers zoo vaak het geval is; even
min onder gezang of in groepen. Het was een
menigte, die van alle zijden rustig samen
kwam op de groote vlakte, deels plein, deels
park, vóór het gebouw van den Rijksdag en
aangroeide tot een volksmassa van meer
dan een half millioen. De Sociaal-Democra
ten en de Communisten hadden hun partij-
genooten elders bijeengeroepen. Centrum,
Democraten en alle partijen van Rechts ver
zamelden hier de „burgerlijken". Luide fan
fares deden precies te 12 uur elk geluid ver
stommen en de muziekkapel, die op den oprit
voor het Rijksdaggebouw stond opgesteld,
hief Valerius' Dankgebed aan, door de
menigte, eerbiedig de hoofden ontbloot, aan
gehoord. Welk een mooie plechtige melodie
is dat toch! Het is hier algemeen bekend als
„das Niederlandische Dankgebet" en zeer
geliefd.
De vele sprekers hielden daarop hun korte
toespraken, die natuurlijk een krachtig pro
test inhielden tegen de bezetting van het
Roergebied, maar vrij van elke ophitserij.
De spreker dien ik mede aanhoorde, spoorde
aan tot eenheid: „Wir wollen sein ein einig
Volk von Brudern" en hij besloot met de
woorden: „Lass, o Herr! die Gerechtigkeit
nicht untergehen". Die „Wacht am Rhein"
werd nog gezongen evenals het Deutschland
Lied en hiermede zou de betooging een
einde genomen hebben, als niet een paar
stemmen om den Rijkskanselier hadden ge
roepen. Dat geroep plantte zich voort en
iemand met een stenstorstem riep eindelijk
de menigte toe, dat de leiders der betooging
zich reeds naar den kanselier hadden bege
ven, die zich in het Rijksdaggebouw ophield,
om hem uit te noodigen, het volk tpe te
spreken.
Intusschen speelde de kapel het lied „Hal-
tet aus in Sturm ünd Braus", dat door allen
werd meegezongen en de menschen tot
enthousiasme bracht. Als het bericht kwam,
dat de kanselier door een gewichtige confe
rentie verhinderd was, voor het volk te ver
schijnen, was de teleurstelling algemeen.
Toch werd op hem en de heele regeering een
donderend „hoch" afgegeven.
Dan zette de menigt'e rich in beweging en
verliet in volmaakte orde den Koningsplatz.
De meesten begaven zich huistoe. Maar niet
zoo een groote groep opgewonden jongelui,
reeds opgewonden lang vóór den aanvang
der betooging. Trouwens, kan het nog eenige
bevreemding wekken, dat door de gebeur
tenissen der laatste dagen de opwinding al
gemeen is en wel bijzonder moet zijn bij de
toch al zoo vurige jongelui uit de Duitsch-
nationale kringen? Zij bleven doof voor de
aanmaningen tot kalmte en hebben bij „Bel-
levue" op Potsdamerplatz, waar de Entente-
Commissie voor de controle geinstalleerd is,
heftig gedemonstreerd; maakten zelfs aan
stalten, het gebouw te bestormen. De politie
wist dit evenwel te verijdelen.
Zooals het bij dergelijke gevallen overal
gaat, benutten „rowdys" de prachtgelegen-
heid, hun hart weer eens op te halen, waar
door het een paar maal tot heftige kloppar
tijen kwam.
De betoogers, zoolang ze in gesloten rijen
bleven trokken voort tusschen meerdere
groote vrachtauto's, vol gewapende Schupo's.
Om half 4 was overal de rust weergekeerd.
Wanneer de leiders der groote betooging
het volk hadden opgehitst, dan zouden zij
zich aan een onvergeeflijke domheid heboen
schuldig gemaakt. Het ware geweest wapens
drukken in de hand van den tegenstander,
die niet geaarzeld zou hebben, er een ver
nietigend gebruik van te maken. De betoo
ging zelf was waardig en indrukwekkend,
wat zich daarna afspeelde waren de onver
mijdelijke uitwassen.
Mocht toch overal doordringen het luide
protest tegen een daad, die gelijk is aan
den striemenden zweepslag, waarmee de on
barmhartige den weerlooze geesclt, die uit
geput voor zijn voeten ligt!
H. L.
-= Reis over Keswick naar Bor-
rowdale, zeide hij, en zet uwen weg
verder te voet voort, of gij loopt gc-
voor u in een Cumberlandschen wagen
dooreen te laten schokken. Men kan
te Nettlewood niet komen dan langs
een bergweg, or men moet een om
weg doen over Portinscale en Bndlü-
svaite.
Is Nettlewood dan geen zeer be
zochte plaats?
iNeen, «iet veel bezocht.
Het moet toch, volgens ik ver
nomen heb, een allerliefst plekje zijn
en ik; die nog weinig van het huiten-
leven genoten heb, zal het dubbel
schoon vinden.
Als gij er het heimwee ma3r niet
krijgt, mijnheer Gear.
_'0, daar ben ik niet onderhevig
fc— Men ziet toch z;vr dikwijls dai
menschen, die aan het woelige leven
van een drukke stad gewoon zijn,
in bergstreken zwaarmoedig woraen,
hernam hij lachend.
Ik lachte mee.
Ik zal het toch wagen, mijnbeer.
Zoo gezegd zoo gedaan; ik was nu
op weg naar het Noorden van Enge
land, naar mijne nieuwe meesteres.
De trein vertrok 's morgens ten 9
ure van Euston Square. Er viel niets
bijzonders voer, tot 's namiddags vier
ure, toen wij in de woelige, bedomp
te stad Preston aankwamen en er docr
verwisseling van trein en andere zaken,
een opontneud van twintig minuten
plaats r.ad.
Ik had zoo zuinig mogelijk gereisd
en plaats genomen in een rijtuig derde
klasse; net was mij eene verademing
mijn narde zitplaats voor een oogen-
b'.ik te verlaten on de benauwde lucht
in den volgepropten wagen tegen de
frisschc buitenlucht te ruilein.
Ik mengde mij in het gedrang, dat
mij naar hel buffet voerde, waar ik
een rijzig, zwaar man zag met een
rossigen knevel, die door alle voorbij
gangers zoo onderdanig gegroet werd,
dat ik mij afvroeg ol hij een Lord of
een Spoorwegbeambte was.
Die man trok al meer en meer mijne
aandacht zelfs zóó uitsluitend, dat
ik mijn valies in de wachtkamer ver
geten zou hebben en zonder kloeren
te Windermere aangekomen zou zijn,
als een beleefde wachter mij niet ge
waarschuwd had.
De man, die mijne opmerkzaamheid
gaande maakte, was buitengewoon
lang, wel eenige duimen meer dan
zes voet; zijn jas zat hem als ge
goten aan het lijf; hij had enge, n-
troenkleurige lederen handschoenen
aan en droeg op zijn lichtbruin haar
een klein, zonderling gefatsoeneerd
Fransch muisje, waardoor hij veel op
eenen polichinel geleek. Hij had al
lerzonderlingste manieren, maakte druk
het hof aan een buffetmeisje en ver
kocht zijne beleefdheden zoo luidop,
dat de he'.ft der reizigers in de drink-
zaal ze duidelijk konden verstaan.
Ik hoorde hem vragen:
Zoudt ge me willen, Polly, als
ik u ten huwelijk vroeg? Het onge
huwd leven begint mij zeer te ver
velen en ik zoek eene geschikte vrouw
om mij te verzorgen en mij voor eenen
misslap in het moeras van het moe
ras van wat duivel, hoe heet dat
moeras ook weer?
Hij scheen een oogenblik later ge
heel in gedachten verzonken over den
naam van dal moeras. Hij beet zich
beurtelings alle zijne nagels af, vloek
te als een ketter, stampvoctlc en sloeg
ongeduldig met de vuist op de tafel,
omdat hij niet op den naam kon
komen.
Ik stond vlak naast hem en had
juist mijn kop koffie geledigd, toen
mij onwillekeurig den lust bekroop
hem uit den nood te helpen,
Gij meent misschien het moeras
der Somberheid, mijnheer 1
Juist. Ik dank u, mijnheer,
ik dank u zeer.
Hij nam zijn vreemdsoortige muts
af en groette mij zoo ernstig en plech
tig,, dat ik mij haastte mijn hoed af
te nemen. Zijn strakke blik volgde mij
toen ik mij van het buffet verwijderde.
De wachter herinnerde mij toen, dat
ik mijn valies vergat Ik bedankte hein
en keerde terug om het te halen.
De lange heer aan het buffet barstte
in een schaterlach uit, toen hij mijne
verstrooidheid gewaar werd.
Dat zou u deerlijk in moeilijk
heid hebben gebracht,, mijnheer.
Het zou mij zeker last hebben
veroorzaakt
Een duivelschen last, dunkt mij.
Wat luidt daart
Dat is de bel voor de reizigers,
antwoordde iemand
H(j spoedde zich weg onder hel
uilen van verwcnschingen en zonder
een enkel afschcidswoordje aan het
meiaie. dat hij het hof had gemaakt.
Bij het uitgaan der deur greep hij
een lange, blauwe, met rood gevoerde
laken jas van den arm van een be
diende, liet een geldstuk in diens hand
glijden en snelde naar den trein.
De man volde hem.
Verlangt mijnheer een bijzonder
rijtuig? vroeg de man, terwijl hij zijne
klak aanraakte.
Neen, plaats mij waar gij wilt,
het is mij onverschillig. Waar zijni
de honden
Zij zijn goed verzorgd, ln den
hondenwagen,, mijnheer
En mijn zweep en geweer?
Die hebben wij in eenen vracht
wagen gelegd, mijnheer. Als mijnheer
ze verlangt, kan ik ze hem aanstonds
bezorgen
Dat is onpoodig, Iaat ze waar
ze zijn en dring mij, voor den duivel,
uwe diensten zoo niet op. Wat be
teekent datl