Brieven uit Frankrijk.
BUITENLAND
BINNENLAND.
De vloek van het qeld
Tweede Blad.
6 Fefonsari 1923
De uitbreiding der Fransche bezetting; de bezetting van Offenburg en
Appenweier, de toestand te Essen. Tusschen Engeland en Egypte is
overeenstemming bereikt in zake Soedan.
Onder de Telegrammen: Ismet pasja zou alsnog bereid zijn het vredes
verdrag te teekenen; de Conferentie te Lausanne nog niet afgebroken; be
middeling van Amerika. Verklaringen van Poincaré. Prinses Jolanda
verloofd. De trein van den Duitschen Rijkskanselier ontspoord:
DE FRANSCHE ACTIE IN HET ROER
GEBIED.
DE FRANSCHE PERS OVER DE CON
FERENTIE TE LAUSSANNE.
GES*. SUiTE^L. BEftfGHTEH
FEUILLETON
ic'lfc
EEN ONVERWACHTE ONTMOETING.
Een treinreis van enkele uren levert soms
de wonderlijkste verrassingen op. Wat mij,
derer dagen naar Chartres reizende is
averkomen, lijkt mij waard in een brief te
vorden vastgelegd. Verdiept in de dagelijk-
jche lectuur der morgenbladen, weinig ver-
leffencl in dezen tijd van wereldonrust en
:llende, was ik stil weggedoken in een der
aoeken van de ouderwetsche coupé.
Er waren weinig reizigers en ik meende
geReel op m'n eentje de reis te zullen maken,
loen op het laatste oogenblik twee heeren
binnensprongen.
De Hollandsche kranten, puilend uit hun
overjaszakken, deden mij aanstonds begrij
pen met landgenooten het Katholieke
dagblad, dat een hunner vluchtig doorbla
derde, overtuigde mij zelfs metKatho
lieke landgenooten te doen te hebben. Hun
conversatie trouwens, die ik, zonder voor
luisteraar te spelen, wel moest volgen, zoo
luide werd deze gevoerd, liet daaraan geen
twijfel over. Na eerst de politiek van den dag
eens duchtig te hebben doorgenomen, de
wisselkoersen met een glunder-egoïstisch
lachje te hebben nagekeken, kwam het ge
sprek op een onderwerp, dat mij ten zeerste
interesseerde. Het ging over niet meer of
minder dan de scheiding in de Katholieke
Staatspartij in Nederland.
De één was blijkbaar een voorstander van
de Nieuwe Katholieke Partij en de andere
(hij leek mij een oudere-jaars-student, wat
later ook bleek juist te zijn) was meer de
richting van de R.K. Volkspartij toegedaan.
Beiden putten zich uit in argumenten om
het eigen standpunt te verdedigen. Over de
noodzakelijkheid van een scheiding in die
partij, waren zij het volkomen eens. Gaarne
erkenden zij, dat de oude partij veel goeds
had verricht, maar volgens den één hield zij
te veel, en volgens den ander te weinig re
kening met de belangen van den arbeider.
Zuiver materieele gronden werden aan
gevoerd om het ontstaan der nieuwe par
tijen te billijken. Het kostte mij moeite, mij
niet aanstonds in het nu en dan heftig op
flikkerende debat te mengen, maar ik oor
deelde het beter uit hun gedachtenwisseling,
die alles behalve de waarheid deed te voor
schijn komen, eens de voor en tegens te ver
nemen.
Ik behoef niet te zeggen, hoe met het recht
op vrijheid werd geschermd, hoe het verzet
tegen iedere nieuwe partij als kleinzielig
werd uitgekreten, de tijdsomstandigheden
opgeld moesten doen en hoe.vooral de kies-
vereenïgingen (hierin waren beiden het
gloeiend eens) er van langs kregen. De over
bekende argumenten van heerschzucht en
éénzijdigheid in de R.K. Staatspartij, de
dure sociale wétten etc. etc. werdén aange
vend.
En wie niet beter wist, zou hebben ge
meend, dat de bewonderenswaardige katho
lieke éénheid in Nederland, absoluut tot het
verleden behoorde.
Tegen den tijd dat ik een verslapping in
hun conversatie begon te bemerken, toen
beiden blijkbaar elkander niet hadden kun
nen overtuigen, mengde ik mij in hun ge
sprek. Verbaasd keken zij mij aan, zij had
den werkelijk niet gedacht een landgenoot
als reiscompagnon te hebben. Spoedig was
het ijs gebreken en mijn geheel andere kijk
op den stand van zaken, deed opnieuw de zoo
uitvoerig door hen behandelde partij kwestie
ter sprake komen. Afgezien van mijn over
tuiging, (dat die verdeeldheid onder Katho
lieken tot niets goeds kan leiden, dat juist die
ééne Katholieke Staatspartij, onze groote
kracht is geweest, dat geen materieele rede
nen de hoogere beginselen die deze partij
steeds hebben geleid en nog leiden, in ge
vaar mogen brengen), is het vooral een blik
op den politieken toestand in Frankrijk, die
eerst volkomen de zegening van een eensge
zinde Katholieke Staatspartij moet doen be
grijpen. Hoe treurig is het hier niet gesteld
met de politieke organisatie. De individueele
kiezer en de jacht naar een kamerzetel vieren
hoogtij, het eigenbelang is de grootste drijf
veer, iedere hoogere leiding ontbreekt, iedere
éénheid onder Katholieken van de daad is
verre te zoeken.
Zij zijn over tal van partijen verdeeld. De
meesten echter zijn georganiseerd, bekom
meren zich niet verder om politiek dan voor
zoover deze direct hun oeconomische be
langen betreft. Wat het gevolg hiervan voor
Frankrijk is geweest en nog is, is slechts al
te duidelijk. De Katholieke belangen zijn
met voeten getreden, een anti-godsdienstige
wetgeving is ingevoerd, omdat een misdadige
lakschheid, duizenden en nog eens duizen
den hun kiezersplicht deed verzuimen.
Voorlichting op politiek gebied ontbreekt
nog altijd, zoo goed als geheel omdat een
leidinggevende macht wordt gemist, geen
Katholieke Staatspartij het roer in handen
heeft. Het absoluut noodige organische ver
band is verre te zoeken. Indien iets noodig is,
ging ik voort, 'om in Frankrijk de Katholie
ken weer in hun rechten te herstellen, dan is
het de stichting van een Katholieke Staats
partij. De schoolstrijd zal hier, evenals in
Holland, alleen beslecht kunnen worden door
een beginselvast eenheidsfront, de terug
keer der congregaties, de afschaffing der ver
foeilijke wetten van 1905, om slechts enkele
hoofdpunten te noemen, zullen alleen ver
kregen worden, als eensgezind het practisch-
Roomsche Frankrijk, zijn stem doet hooren.
Waar zich hier derhalve zoo sterk de behoef
te aan een Katholieke partij doet gevoelen,
zou het onverantwoordelijk zijn indien Ka
tholiek Nederland, vrijwillig, om materieele
motieven en persoonlijke inzichten, dat
door lange jaren van arbeid verkregen over
wicht zou prijsgeven. Reeds hadden wij
de plaats onzer bestemming bereikt en nog
waren wij niet uitgesproken over dit zoo in
grijpende vraagstuk. In de schaduw van die
eeuwenoude Kathedraal van Chartres, de
schoonste wellicht van Frankrijk, op zich
zelf een heerlijk voorbeeld van Katholieke
éénheid, hebben wij ons politiek gesprek
voortgezet. Heb ik den bewonderaar van de
N.K.P. eenigszins terug mogen brengen van
zijn al te reactionaire en niet van egoïsme
vrij te pleiten denkbeelden? Heb ik wel
licht een der jongste leden van de R.K.
Volkspartij doen inzien, dat hij niet beter
kan doen dan terugkeeren tot die céne poli
tieke schaapstal, waaraan zeker wel fouten
zullen kleven, maar wier beginselen en eer
vol verleden recht geven op onvermoeid
handhaven van wat haar voormannen heb
ben bereikt Het zou al te vleiend zijn dit
te gelooven. Men overtuigt de tegenstanders
niet zoo gemakkelijk, zelfs al zijn zij het in
groote lijnen feitelijk met ons eens.
Dit meen ik echter wel te mogen zeggen,
dat de kijk op Fransche politieke toestanden,
hier slechts zeer in het kort door mij weerge
geven, hun eenigszins de oogen heeft doen
opengaan.
Afbreken in het eigen land, wat in Frank
rijk noodig moet worden opgebouwd, zij ga
ven het eerlijk en onomwonden te kennen, het
gevaar daaraan verbonden viel niet weg te
cijferen.
In de Kathredraal zelf, namen zij fluiste
rend afscheid.
Ik hoop dat zij in Holland teruggekeerd,nog
eens zullen terugdenken aan dien winter
dag in Chartres en allen die als zij op 't punt
staan de eenheid van de Katholieke Staats
partij te verbreken en daarmee de Roomsche
belangen in gevaar te brengen, zullen aan
raden, alvorens een beslissing te nemen, een
blik op Frankrijk te slaan.
Wie zich aan een ander spiegelt, spiegelt
zich zacht.
Wie weet, hoe het Katholieke Frankrijk ge
bukt gaat onder het gemis aan Katholieke één
heid, zal niet den treurigen moed hebben in
het eigen vaderland een breuk te bevorderen,
die de grootste rampen voor de Kerk en voor
den Staat met zich zal kunnen slepen.
Partijstand, 31 Jan. 1923.
Mr. P. v. S.
King van net aantal Ttirifseaê troepen Fn Dé meeste biaaen geioovrn, dat ae ge-
Thracië op en het bedrag van de aanspra-beurtenisseti van gisteren niet onmiddellijk
ken van geallieerde onderdanen op Turkije
werd met% drie miljoen Turkschc ponden
verminderd. Inzake het justitieele stelsel
voor de vreemdelingen boden de geallieerden
concessies aan en Engeland stemde er in
toe het onderzoek van het vraagstuks vin
Mosoel een jaar uit te stellen, mits de status
quo zoolang gehandhaafd bleef, en bood aan
zekere bepalingen nopens concessies en
contracten te wijzigen. Alles was echter te
vergeefs en de Turken gingen heen.
.h
Turkije en Engeland.
De Times verneemt uit Konstantinopel
Kemal heeft gezegd, dat de Turksche, natie
Engeland niet vreest. Indien de Engelsthen
door bedreigingen dc Turken willen dwingen
den gekozen weg te verlaten, zullen zij spoe
dig ondervinden, dat zij terugtrekken mdftéfj
Kemal verklaarde voorts, dat de betrekkingen
met Rusland vriendschappelijk zijn.
Uit de Engelsche pers.
De Engelsche bladen drukken openlijk
hun teleurstelling uit over het mislukken van
de conferentie en hun verbolgenheid, dat dit
een gevolg is van de alle perken te biiitén
gaande aanspraken van de Turken.
De Times schrijft dezen uitslag, welke zij
betreurenswaardig noemt, toe aan de Turk-
sche verwachting, ongetwijfeld gegrond op
de verslagen vanthun agenten in de geallieer
de landen, dat de geallieerde regeeringen en
volken toe zouden geven, als Angora maar
voet bij stuk hield. Het blad zegt verder
„Zij hebben de openbare meening in Enge
land in ieder geval totaal misverstaan.' Wij
hebben ons verlangen naar een regeling ge
toond en kunnen niet verder gaan. De krach
tige wensch van de geallieerde mogenheden
om het Naburige Oosten te verlossen van een
oorlog, welke de laatste jaren ongekende el
lende over de bewoners gebracht heeft, en
om de wereld te bevrijden van het ernstig
gevaar, dat onvermijdelijk aan zijn voortdu
ren verbonden is, heeft hen er toe gebracht
om ten opzichte van de eischen van Angora
tot de uiterste grens van toegefelijkheid te
gaan. Zij hebben zelfs, volgens vele tot oor-
deelen bevoegden deze grens overschreden.
Door hun halsstarigheid hebben de Turken
verbazingwekkend gunstige voorwaarden op
geofferd. Zij hebben zichzelf echter een nog
ernstiger en blijvender nadeel toegebracht.
Zij hebben aangetoond, dat zij ten eenenmdlè
niet in staat zijn de eerste beginselen van de
beschaving, waarop zij aanspraak maken, te
beseffen en zoo de diepte getoond van de
kloof, die hen scheidt van alle volken, die
deze wel bezitten."
De Daily Chronicle merkt op, dat men, na
weken van nijver onderhandelen, waarin de
geallieerden herhaaldelijk concessies hebben
aangeboden, dat hun stoutste verwachtingen
van vier jaar her moet overtreffen, is doerd-
geloopen.
De Westminster Gazette zegt„Tot het
allerlaatste hadden wij gedacht, dat de gewel
dige toegevingen, welke de geallieerden aan
boden, ten slotte aanvaard zouden worden
door de Turken, juist omdat de vrede voor
Turkije ten minste van even groot belang is
als hij maar voor eenig ander land zijn kan."
NA DE MISLUKKING DER CONFE
RENTIE TE LAUSANNE.
Over de redenen, waarom de Conferentie
is mislukt, wordt nog het volgende gemeld
Ismet heeft de vertegenwoordigers van de
buitenlandsche bladen ontvangen en hun
meegedeeld, dat de onderhandelingen mis
lukt waren tengevolge van de onverzettelijk
heid van de geallieerden inzake de oecono
mische bepalingen van het verdrag. Het was
voor Turkije onmogelijk om, zonder af
stand te doen van zijn oeconomische zelf
standigheid, dergelijke voorwaarden te .aan
vaarden, Turkije is zich bewust alle moge
lijke opofferingen gebracht te hebben in het
belang van den vrede.
Ismet verklaarde er op te rekenen, dat hij
van de geallieerden een officieele betee ke
ning zou krijgen van het einde van de vredes
conferentie, daar tot zoolang de betrekkingen
tussehen Turkije en de mogendheden gere
geld worden door de overeenkomst van Moe-
dania en daarna elk zijn vrijheid zal herkrij
gen.
Naar Havas zegt, is het onjuist, zooals de
Turken vanavond wilden laten gelooven,
dat de conferentie schipbreuk geleden heeft
op de oeconomische voorstellen der gealli
eerden. Er is vandaag geenerlei bespreking
over deze bepalingen gehouden, doch deze
zou toch den toestand niet verbeterd heb
ben, aangezien de rechtstreeksche oorzaak
van de breuk het verschil is nopens den staat
van de vreemdelingen in Turkije.
Uit Londen wordt nog berichtDe con
ferentie te Lausanne is geëindigd zonder de
hoop te vervullen, dat een regeling bereikt
Zou worden van de reeks vraagstukken,
welke Oost-Europa zoolang in gisting heb
ben gehouden. Van Zondagochtend vroeg
tot in den avond hebben de geallieerde'af
gevaardigden vergaderd in Curzon's kamer
in een laatste poging om de Turken tot een
vergelijk te bewegen. Hoewel de geallieer-
eh hen op verscheidene punten tegemoet
waren gekomen, hebben de Turken een
halsstarrigheid aan den da gelegd, waar
door zij de kans op vrede hebben opgeof
ferd voor dingen, welke, naar men huil heeft
aangetoond, geen man of geen geweerschot
waard zijn. Het verwerpen van het verdrag
onder deze omstandigheden noemde Cur-
zon ongelooflijken Bompard omschreef
het als een misdaad. In het belang van den
vrede hebben de geallieerden in den loop
van den dag nog tal van tegemoetkomingen
gedaan. De Turken hebben hun voorstel
om de Grieksche aanspraken jegens Turkije
aan arbitrage te onderwerpen van de hand
gewezen. De geallieerden geven de beper-
Ten aanzien van de punten van geschil,
wijst de Westminster in het bijzonder op
Mosoel en merkt op, dat gezien Enge-
land's verantwoordelijkheid jegens den Vol
kenbond, de bevolking en den koning van
Irak „wij het verdrag niet op dat punt zou
den offeren, als over al het overige overeen
stemming was verkregen. De verwerping
van de artikelen nopens de capitulaties en
de schadevergoeding stelt de geallieerden ge
zamenlijk tegenovér een toestand, welke 'n
eendrachtig en vlug besluit vereischt."
De „Morning Post zegt: „Het is dus wel
heel mogelijk, dat de Turken nieuwe voor
stellen zullen doen voor een nieuwe con
ferentie. Wij twijfelen echter of de open
bare meening'in Engeland maar goedgera-
stiglijk een hervatting zal toestaan van <3fee
gerekte processen van loven en bieden, ge
zien vooral het voorbeeldige en inderdaad
min of meer pijnlijke geduld, dat de verte
genwoordigers der geallieerden aan den dag
hebben gelegd. De Turksche beslissing eischt
van de Engelsche regeering een nieuwe over
weging van militaire positie in het naburi
ge en centrale Oosten. Het valt voor dit land
zeer te betreuren, dat de Turksche afgevaar
digden zich zoo weerspannig getoond heb
ben, doch wij zijn een practisch volk en moe
ten vastberaden den hierdoor geschapen toe
stand onder het oog zien."
De „Daily News" zegt: „Het is nog steeds
mogelijk, dat wij blijven hopen een gevaarlij
ke uitbarsting in het naburige Oosten te
voorkomen, als de geallieerden blijven bij
hun gemeenschappelijke politiek en hun ver
trouwen in elkaar bewaren."
De Diplomatieke medewerker van de Daily
Telegraph zegt, dat de verklaring van de
Turksche halsstarrigheid gezocht zou kunnen
worden in een hernieuwd en versterkt Ver.
een crisis in het Oosten zullen uitlokken
De Petit ParisiCn acht, na de verklaring
van Ismet pasja, de hoop niet vervlogen dat
de onderhandelingen binnenkort ergens an
ders hervat worden.
be-
De uitbreiding der
zettiing.
Dc Rijnlandcommssie heeft den rijks
commissaris voor de B. G. meegedeeld dat
de nieuwe bezetting een gevolg is van de
beweerde moeilijkheden die dc Duitsche
spoorwegen het internationale treinverkeer
PraagParijs bereidden.
Tc Offenburg is thans ook een Fransch
infanterieregiment aangekomen in volledige
oorlogsuitrusting. De telefoonverbindingen
met Offenburg zijn verbroken.
Alle geruchten over een verderen Fran
schen opmarsch in het Kenzig-dal zijn on
juist. Het spoorwegverkeer met Offenburg
is nog niet verbroken.
De bezetting heeft in hoofdzaak ten doel
de kolentransporten op de hoofdlijn Frank
fortFreiburgBazel te bewaken ten einde
ze over Kehl naar den Elzas te kunnen leiden,
meldt het Wolffbureau.
De Fransche troepen, die Offenburg en
Appenweier hebben bezet, waren reeds Don
derdag en Vrijdag uit de Palts van Landau
naar het bruggehoofd Kehl vervoerd. Het
geheele spoorwegverkeer naar Z. W. Duitsch-
land en naar Zwitserland en Italië komt thans
onder Fransche controle.
De Franschen motiveeren hun nieuwen in
breuk op het volkenrecht met het voorwend
sel dat de rijksregeering de internationale
treinen ParijsBoekarest en ParijsMun-
chenPraag op 30 Januari had gestaakt en
den doortocht der daarin loopende Entente-
wagens niet waarborgde. De nota der Fran
sche regeering noemt dit een schending van
het verdrag van Versailles.
Van bevoegde Duitsche zijde wordt hier
tegen opgemerkt dat de storingen in het
spoorwegverkeer, dus ook in de internatio
nale verbindingen, die op geen rechten van
voorkeur aanspraak hebben, het onver
mijdelijk gevolg zijn van de Roerbezetting en
het daaruit voortvloeiende kolengebrek, dat
tot beperking van 't spoorwegverkeer dwingt
Frankrijk trekt thans partij van de door zijn
eigen actie veroorzaakte kolenschaarschte
om reeds lang gekoesterde wenschen, die met
de schadevergoeding niet het minste verband
houden, met geweld door te zetten ten koste
van een ontwapenden en weerloozen nabuur
Het Bademsche kabinet heeft besloten haar
ambtenaren en beambten op te dragen geen
acht te slaan op Fransche bevelen en alleen
de instructies van de Duitsche regeering op
te volgen.
Daar de Duitsche autoriteiten onder voor.
vvendsel, dat er gebrek aan kolen was, even
buiten Kehl de internationale treinen hebben
laten stoppen, is de grens van het brugge
hoofd van Kehl verder naar het Oosten ge
legd, waardoor dc Franschen sinds Zondag
de stations Offenburg en Appenweier op het
grondgebied van Baden bezet houden.
Aan de r jitsche autoriteiten werd in den
vorm van een ultimatum te kennen gegeven,
dat wanneer ze niet binnen 24 uur besluiten
de directe treinen vrij door Duitschland te
laten reizen, alle Duitsche treinen tusschen
Appenweier en Offenburg zullen worden
vastgehouden.
Te Essen hebben de Fransche troepen
Zondag met machinegeweren in een volks
menigte geschoten, die zich na een commu
nistische vergadering op het stationsplein
had verzamald.
Nader \vordt geipejjl
Na een communistische vergadering te
Essen, die door de bezettingsoverheid was
goedgekeurd, trok Zondagavond een troep
communisten onder het zingen van de in
ternationale voorbij het Centraal-station en
het hoofdpostkantoor. De Fransche wacht
voor het station achtte zich blijkbaar bedreigd
door de menigte, want zij bracht een machine
geweer in stelling en loste eenige schoten,
ofschoon de Schupo voor de handhaving van
de orde en het verkeer zorgt.
Deze schietpartij veroorzaakte in de drukke
straten natuurlijk hevige opwinding. Naar
verluidt is er echter niemand gekwetst.
Twee ambtenaren van een mijn der Stin-
nes-groep te Essen zijn uitgewezen omdat zij
geweigerd hadden kolen aan de bezetting
te leveren.
Zondag zijn te Recklinghausen dc opper-
mijnraden Sarter en Tegeler van de direc
tie der staatsmijnen in hechtenis genomen
en uitgewezen, wegens hun weigering om
cokes uit de staatsmijnen aan Frankrijk en
België te leveren.
Dr. Melchior, de commissaris van politie
te Essen, is gister eveneens uitgezet, omdat
dfenténgevolge ten zeerste Bemoeilfjkt. In
journalistenkringen is men van oordeel dat
de Franschen de onpartijdige berichtgeving
uit Essen onmogelijk willen maken om de
correspondenten te dwingen naar Dusseldorf
ENGELAND EN EGYPTE.
Naar verluidt, is overeenstemming bereik»
tusschen de Britsche en de Egyptische re/
geering over dc bepalingen betreffende Soe
dan en de nieuwe Egyptische grondwet t il
te gaan, de Frabschen propaganda haar m,"zoo g0ed als gereed voor afkondiging is,
wurucii m een utuucuwu en veiaieriu vex-
drag van economisch en militair bondgenoot- hy weigerde het groet-verbod in te trekken
schap tusschen Moskou en Angora en in de
neiging, welke sommige geallieerden den
laatsten tijd aan den dag hebben gelegd voor
een onbeperkte .toegefelijkheid. De Morning
Post zegt,'dat de mislukking te Laussanne het
bolsjewistisch succes kenmerkt in den veld
tocht om voortdurende onrust te stichten en
oorlog te zaaien. De Daily Mail zegt, dat de
conferentie mislukt is, omdat de geallieerde
afgevaardigden de redelijke Turksche aan
spraken op de rechten van een volk hebben
erkend,
M
De Fransche bladen werpen op de onver
zettelijkheid van de Turken de verantwoor
delijkheid voor het mislukken van de con
ferentie te Laussanne. Zij betreuren het, dat
de Kemalisten niet van de gelegenheid wisten
te profiteeren om een verdrag te teekenen,
dat veel voordeeliger_ was dan zij bij hét be
gin der onderhandelingen konden verwach
ten. De bladen verheugen zich er over, dat de
Fransche gedelegeerden tot op het laagte
oogenblik de grootste moeite gedaan hebben
om een breuk te vermijden en dat de ver
tegenwoordigers der bondgenooten Laussanne
in volkomen overeenstemming verlaten. i
Het station Witten is door de Franschen
ontruimd. Het spoorwegpersoneel heeft nu
het werk hervat. v
In het Landesfinanzamt te Dusseldorf is
de afdeeling voor invoerrechten en ver.
hoofdzetel heeft.
BEZETTING VAN MANNHEIM
Berichten uit Ludwigshafen maken gewag
van groote troepenconcentraties. Men ver
moedt dat ze de voorloopers zijn van een be
zetting van Mannheim.
Ondanks de verzekering der Franschen
dat zij de verzending van steenkool naar
Nederland en Zwitserland niet zullen be
lemmeren staan de kolentreinen voor Neder
land, die Vrijdag en Zaterdag zijn aangehou
den, nog steeds te Dorsten en Wezel. Die
voor Zwitserland staan te Horde.
De Franschen blijven ook de verlading van
de steenkool voor Zwitserland uit de mijnen
van de Becker-groep bij Bochum beletten.
FRANSCHE MAATREGELEN.
Dc Fransche militaire overheid heeft, zco-
dra zij in het Roergebied was aangekomen, een
kostelooze voedseluitdeeling georganiseerd.
Een groot-aanta! kinderen woédt door de
veldkeukens der Fransche regimenten aan
een middagmaal geholpen. Ook worden er
elke week aardappelen en steenkolen uit
gedeeld.
EEN DUITSCHE NOTA.
Op de verbale nota, waarin de Fransche
regeering meedeelt dat met ingang van 1 Fe
bruari geen steenkool en cokes meer uit
het bezette gebied naar het onbezette Duitsch
land wordt doorgelaten, en waarin zij zich te
vens verdere sancties voorbehoudt, heeft
de rijksregeering het volgende geantwoord
„De Fransche regeering herhaalt haar poging
om de verantwoordelijkheid op Duitschland
te schuiven, doordien zij Duitschland's recht
matige verdediging tegen den onrechtmati-
gen inval in het Roergebied als aanleiding
voor nieuwe maatregelen van geweld neemt
De werkelijke reden voor dit nieuwe geweld
is echter de voor Frankrijk onbevredigende
uitslag van het eerste onrecht der Roerbezet,
ting.
„De thans genomen maatregel van geweld
is een zware schending van het vredesver
drag, aangezien volgens art. 251 Duitsch
land's behoefte aan steenkool den voorrang
heeft boven de schadevergoedingsleveringen
en onder alle omstandigheden verzekerd moet
zijn
De opwinding onder de ambtenaren en
beambten in het Roergebied en het Rijn
land, die volgens de Fransche regeering
door de rijksregeering wordt aangemoedigd,
is uitsluitend het gevolg van het door Frank
rijk gepleegde onrecht.
„De door de Fransche regeering aange
voerde benadeeling van het ekonomische
leven in het Roergebied berust alleen op de
onrechtmatige houding van de bezettings
overheid. De afsnoering van het Roergebied
van het overige Duitschland zal stellig tot
verder verval van het ekonomische leven
leiden, Duitschland's draagkracht vernietigen
en bijgevolg de schadevergoeding, waarop
Frankrijk beweert uit te zijn, in gevaar bren
gen. Tegen de poging om een vreedzaam
arbeidend volk door het onthouden van
de steenkool, waaraan het behoefte heeft, in
werkloosheid en ellende te storten, ten ein
de het te dwingen een rechtsverkrachting te
erkennen teekent de rijksregeering protest
aan."
Tot België is dezelfde nota gericht.
EEN VERKLARING VAN DEN RIJKS-
KOLENCOMMISSARIS.
Daar de Fransche kolencommissaris Coste
buitenlandsche journalisten volgens Duit
sche opvatting misleidende mededeelingen
heeft gedaan over het kolenvraagstuk, heeft
de rijkskolencommissatris Stutz aan het
Berl. Tagebl. de volgende ophelderingen
gegeven Het Roergebied is zelf de grootste
verbruiker van zijn steenkool slechts 43
pet. gaan naar het onbezette Duitschland.
Zelfs als het Roergebied volslagen wordt
afgesnoerd, zal het overige Duitschland uit
zijn andere kolenbekkens nog de helft van
zijn verbruik kunnen dekken. Ook van co
kes is het Roergebied de voornaamste ver
bruiker.
De kolenbekkens in het onbezette Duitsch
land zullen eerlang door overwerk hun pro
ductie aanmerkelijk opvoeren, en wel met
een half millioen ton per maand. De invoer
uit Poolsch Opper-Silezië en Tsjecho-Slo-
wakije is bevredigend en de invoer uit Enge
land zal vermoedelijk binnenkort ook zijn
vroegeren omvang herkrijgen. Bovendien
hebben alle groote verbruikers den laatsten
tijd groote voorraden kunnen opstapelen, dc
spoorwegen voor 40 dagen, de gasfabrieken
en clectrische centrales voor een maand.
Zuinigheid bij het verbruik en het zachte
weer bevorderen het uithoudingsvermogen.
De afsnoering van het Roergebied zal
natuurlijk tot een buitengewone verminde
ring der productie en tot stagnatie in het ver
keer leiden. Voor Frankrijk is de ekonomi
sche uitkomst der bezetting gelijk nul. In
drie weken heeft Frankrijk zich nog niet zoo
veel kolen kunnen verzekeren als Duitsch
land vrijwillig in een halven dag leverde. Ten-
brtiiksbelastingen door Fransche douane- gevolge van gebrek aan cokes zijn reeds 13
ambtenaren bezet.
De Duitsche ambtenaren werden buiten
de deur gezet, nadat zij hadden geweigerd de
Fransche bevelen op te volgen. Ai deze
ambtenaren met hun gezinnen zijn uitge
wezen.
Te Essen heeft de Fransche bezetting,
die Zondag al eenige uren de telegraaf en
telefoon had afgesneden, vanochtend het. ge
heele telegrafische en telefonische verkeer
onderbroken.
Zij had van de postambtenaren en be
ambten medewerking bij het maken van
telefoonverbindingen voor de bezettings
troepen geëischt, hetgeen dezen krachtens de
opdracht van den rij kspostminister weigerde.
Daarop hebben de Franschen den electrischen
stroom voor telegrafie en telefonie afgesne
den, zoodat het geheele verkeer thans stil
staat.
Daar zich te Essen vele buitenlandsche
journalisten bevinden, wordt pok de bcrich-
geving over de gebeurtenissen aan de Roer
Fransche hoogovens gedoofd.
BEMIDDELING GEWENSCHT.
De politieke medewerker van de Daily
Herald meldt, dat hij goede reden heeftom
te gelooven dat de tijd nadert, waarop beide
partijen in de kwestie van de Roer de be
middeling door een derde partij met vreugde
zouden begroeten.
UIT IERLAND.
In het district New Ceston bij Bandon, in
Ierland, hebben nationale troepen tien onge
wapende rebellen verrast en gevangen geno
men. Zij gelastten hun een wegversperring
van steenen op te ruimen. Toen deze taak
voor de helft volbracht was, rukten de ge
vangenen een platten steenweg en sprongen,
onmiddellijk terug. De steen was bevestigd
aan een toestel tot ontsteking van een mijn.
De ontploffing van de mijn doodde twee en
wondde zeven rebellen terwijl twee nationalen
gewond werden.
De Times verneemt uit Kaïro Een be
vredigende oplossing van den toestand, welk»
tot Zaterdag in een ernstige politieke crisi*
dreigde tc verloopen, is alleen verkregen al<
gevolg van langgerekte besprekingen tot
diep in den nacht, alsmede door den krach-
tigen, maar verzoenenden invloed van Allen-
bv, die mededeelde, dat. tenzij de Egyptisch»
regeering het Britsche inzicht aanvaardde,
een ernstige roestand zou ontstaan, waarin
de Britsche reeeering zich de vrijheid zou
voorbehouden te handelen, als haar goec
daciit. Als gevolg van Allënby's actie was het
kabinet tot een laat uur bijeen. Aldus kwam
de kwestie tot tijdelijke oplossing, op een
wijze welke vereenigbaar is met de Britsche
beloften aan de Soedaneezen.
De Daily Telegraph verneemt uit Kaïro t
Fr zijn reeds teekenen, dat de beslissing van
het kabinet een storm van kritiek in de Egyp
tische pers verwekt, terwijl reeds geruchten
loepen van het aftreden van eenige minis
ters.
DE BEHANDELING VAN ENGELSCH-
INDIëRS IN DE DOMINIONS.
Uit Bombay wordt gemeld Het Al-In
disch congres publiceert een waarschuwing
aan de rijksregeering, behelzende dat, indien
zij onbekwaam is het leven en de eer van In
dische burgers in de Britsche dominions,
bepaaldelijk in Zuid-Afrika te beschermen,
het Indische volk gedwongen zal zijn, zijn
opvatting ten aanzien van Indië's deelge
nootschap aan het rijk te herzien.
TWEE OPPER-SILEZISCHE MIJN
SCHACHTEN ONDERGELOOPEN.
Naar de directie van de Laurahütte mee
deelt zijn Zaterdag door hoogwater en een
dijkbreuk van de Brinitza twee mijnschach
ten van de Laurahütte ondergeloopen. Men is
bezig de dijkbreuk te dichten. Bijzonder
heden over de aangerichte schade ontbreken.
Naar Wolff uit Marburg meldt protes
teeren de daar studeerende Amerikanen,
Engelschen, Nederlanders, Zweden, Zwit
sers, Finnen en Mexicanen in een gemeen
schappelijke motie tegen de gewelddadige
bezetting van het Roergebied, omdat deze d»
nooden van het Duitsche volk zal verergeren,
het economische leven in Europa verzwakken
en den haat tusschen de volken zal aanwak
keren. De onderteekenaars zeggen overtuigd
te zijn dat hun volksgenooten, als zij de toe
standen in Duitschland kennen, het met ons
eens zullen zijn.
Zondag zijn 121 slachtoffers van de
ramp in de mijn Heinitz begraven. Uit all»
deelen van Opper-Silezië waren honderdea
mannen en vrouwen verschenen, zoodat d»
rouwstoet door een dichte menigte toe
schouwers naar het kerkhof trok. Alle straat
lantaarns waren omfloerst.
Om het groote gemeenschappelijke graf,
waarin de lusten werden neergelaten, ston
den 67 vaandels van vereenigingen van
Beuthen geschaard.
De kisten werden op vier groote vracht
auto's, die door vier muziekcorpsen werden
voorafgegaan, naar het kerkhof gebracht,
Het duurde twee uur, voordat alle kisten in
de diepte waren gelaten. Een groot aantal
autoriteiten, o. a. Siering, de Pruisische
minister van handel, woonden de plechtig
heid bij.
Uit Ormond Beach in Florida komt be
richt, dat John D. Rockefeller ziek is. Het
noemen van zijn naam geeft in de Ver, Sta
ten tegenwoordig altijd aanleiding tot een
discussie over de interessante vraag wie d»
rijkste man van de Unie is John D. of H,
Ford, en indien de huidige ziekte van der
petroleummagnaat een slechten afloop heeft,
zal dat punt zeer zeker dadelijk weer in de
bladen aan de orde komen. Rockefeller lijdt
aan een keelontsteking, en ofschoon de laatste
berichten niet ongunstig zijn, waren toch
uit New-York specialiteiten ontboden. De
petroleumvorst is 84 jaar en heeft het tot
aan zijn huidige ziekte steeds volgehouden,
geregeld iederen dag golf te spelen.
Rockefeller doet al jaren lang niets zelf
meer aan zijn zaken. Wel betoont hij nog
altijd groote belangstelling voor de groote
instellingen van openbaar- en wetenschap
pelijk nut, aan welke hij reeds meer dan
500.000.000 heeft geschonken en die zijn
naam dragen.
Bij de Weensche Lombard und Es-
kompte Bank is voor milliarden kronen ver
duisterd. Een onverwacht onderzoek dei
boeken heeft dit aan het licht gebracht. Een
groot aantal bedienden is in hechtenis ge
nomen.
De kassier van de afdeeling buitenland
sche betaalmiddelen, een onlangs wegens
bezuiniging uit den staatsdienst ontslagen
leeraar, bleek de buitenlandsche betaal
middelen, die aan de bank werden verkocht
in kettinghandel verder te verkoopen. Hij
alleen heeft op deze wijze 100 a 150 millioen
kronen weten te verduisteren.
EEN SOCIAAL-DEMOCRAAT OVER
GODSDIENST EN KERK.
Behoort de Staat de ideëele krachten te
steunen, die in de gemeenschap aan het werk
zijn?
Ja, antwoordt de sociaal-democratische pre
dikant en oud-afgevaardigde Melchers in een
brochure, waarin hij zijne artikelen, weleer
door de Socialistische Gids gepubliceerd,
heeft saamgevat.
Tot die ideëele krachten wordt door den
heer Melchers ook de godsdienst gerekend,
en hij wijst er op, dat de Staat reeds de dooi
hem voorgestane gedragslijn volgt, door sub
sidie te geven aan particuliere, meestal gods
dienstige vereenigingen, welke zich het lot
der misdadige of verwaarloosde jeugd aan
trekken
(Naar eone Engelsche vertelling.)
fk wandelde langzaam den hrcede'n rijweg
op, die naar de woning leidde.
Hoe meer ik naderde, hoe somberder, treu
riger en drukkender werd de indruk, dien dat
gebouw op mij maakte. Het was een ouder-
vvetsch gebouw, dat er vervallen uitzog, en
geheel in de schaduw lag van een donkeren
bergrug, waartegen het was gebouwd.
Toen ik mij aanmeldde werd de deur ge
opend door een rijzige, magere schotsche
vrouw met bleek blond haar. Die vrouw zag
er zoo barsch en stuursd^Uif, en had zulk een
oud bruinzijden kleed aan, dat mijne zenuwen
onaangenaam trilden, toen ik dit eerste
staaltje van het huisgezin van mevrouw Zit
man zag.
Eer ik een woord kon uitbrengen, zei de
vrouw kortaf:
Ik denk dat gij mijnheer Gear zijl?> Kom
binnen.
De deur viel met een zwaren slag achter mij
toe, en ik bevoijd mij nu in een broeden mar
meren gang, met mahoniehouten wanden.
Hierheen. Zij wachten u, sprak dc vrouw
jyeec.
Ik hing mijn hoed aan den kapstok, en
volgde da vrouw, die een echt model van het
bnrbnarsche Gallische ras vertoonde, door ver
scheidene gangen heen. Het scheen mij toe of
er geen einde zou komen aan die sombere,
vochtigegangen, waar liet nog donker in
was, alhoewel de ouderwetsche lampen die
aan de zoldering hingen, reeds waren ontsto
ken.
.Zij opende de deur en kondigde mij aldus
aan:
Hier is mijnheer Gear.
Ik trad de ruime zaal binnen, aan welks
einde zich de eetzaal bevond. Mevrouw Zit
man en haar broeder stonden op om mij te
ontvangen. De vrouw des huizes reikte mij
de hand.
Wees wolkom op Nettlewood, mijnheer
Gear zeide zij; mag ik heit genoegen hebben,
u mijn broeder voor te stellen. Mijnheer
Vaughan mijnheer Gear.
De broeder van mevrouw Zitman en ik
wisselden een handdruk.
In weinige woorden, maar op bevallige
wijze, en op bijzonder welluidenden toon, met
een stem .zooals weinige mannen bezitten, be
tuigde hij mij, hoe aangenaam het hem was
met mij kennis te maken. In voorkomen en
spraak was hij geheel de welopgevoede edel
man.
Hij was een knap man, meer dan middel-
mal ig lang, en ongeveer zeven of adht-en-
twintig jaar oud. Zijn gelaat was op het
cersle gezicht zeer innemend, zijne gelaats
kleur was helder, zijn trekken waren reApJ-
matig, terwijl er in zijn bruine dogèf»,;<?eh
doordringende, bijna geslepen uitdrukking
lag. Een gelaatkundige zou wellicht de aan
merking hebben gemaakt, dat zijn bfïtnk
voorhoofd wat te zeer boven de oogen voor
uitkwam. Hot was een zonderling voorhoofd,
dat dadelijk dc aandacht trok een srr.al
maar hoog en vooruitstekend voorhoofd, door
weelderig bruin krullend haar omgfllM®.
Kortom, er lag karakter in dat gelaat, en «as
de gestalte niet volmaakt, zij was tenmiuMe
welgevormd en krachtvol.
En mevrouw Zitman?.
Alhoewel ik haar broeder het eerst heb be
schreven, toch had ik mij bij het bin nen kó
men tot haar gewend, en troffen mij dp jeugd
en de bevalligheid mijner beschermster. 5A
Zij zag er in haar eenvoudig grijs zijden
svondkleed nog jonger en schooner uit,,4an
toen ik haar de eerste maal ontmoette. 5
lk kon mij in den beginne bijna niet voor
stellen, dat zij reeds zooveel zorg en kommer
had doorleefd, dat men haar het hof had ge
maakt, dat zij getrouwd was geweest, wecftAVe
was geworden, en niettemin zulk een kindjiijk
voorkomen had behouden. Doch wanneer®!en
haar gelaat zorgvuldig gadesloeg, dan .,las
men in die bleeke en sprekende trekken, 'die
van ernst en onrust getuigden, dat zij pwhr
dn zorgen des levens geleden, en in do lalMe
jaTen des levens gestreden had, om jdch
krachtvol slaande te houden. Zij had, evïtftts
haar broeder een eigenaardig gelaat; de^^jc
scherpe uitdrukking, alhoewel minder en ge
wijzigd, lag in hare donkergrijze oogen; doch
die uitdrukking was bij dc arme vrouw na
tuurlijk verzacht door de tegenspoeden van
haar jeugdig leven.
Ik geloot', mijnheer Gear, hernam m jn-
heor Vaughan, dat mijn zuster u reeds heeft
medegedeeld, hoe mijne afwezigheid' Uitstel
van zaken veroorzaakt heeft. Ik hoop den
verloren tijd le zullen inhalen.
Ik hen geheel tot uw dienst mijnheer.
Wij -verlangen spoedig aan het gebouw te
beginnen wij zouden zelfs dezen avond
gaarne met u onze bouwplannen bespreken.
Janet, zich lot de vrouw wendeDde, die
als een standbeeld legen dé deur der aangren
zende kamer stond geleund - bedient gij ons
vanavond?
Zeker, antwoordde de stuursche vrouw,
het is de eerste avond na de thuiskomst
van mijn pleegkind, en het is mij immers be
loofd.
Welzeker.
Deze is een oude vriendin van het huis
Vaughan, mijnheer Gear, zeide hij, met een
welluidenden lach Caleb Balderstone de
tweede, in rokken, die haar wat le kort zijn.
Bal zei Janet, die de opmerking gehoord
had.
Mijnher Vaughan voegde er nog op zaclile-
ren toon bij: I
Men vindt in deze ouderwetsche streken
ook nog van die ouderwetsche bedienden. Ik
heken dat ik cr ecu voorliefde voor heb, en
hel contrast tusschen hen en dc statige la
keien die ons in Londen vervelen, is zeer in
.het voordeel dier oude getrouwe dienaars:
Het zijn ruwe diamanten, mijnheer Gear; maar
van het echte water, en wij weten ze op den
echten prijs te schallen. Gij zult als vreemde
ling, wel voor ditmaal haar ruwe manieren
willen vcrschoonen.
Ik vond er iels' koddigs in, dat mijnheer
Vaughan verontschuldigingen maakte over
zijn bedienden, tegen mij, die zich altijd zelf
had móeten bedienen; maar ik boog en ver
zocht hem, zich toch niet aan mij le
storen.
Wilt gij mijn zuster naar tafel geleiden?
vroeg hij met een achteloozen wenk op
haar.
Ik bood mevrouw Zitman mijn arm aan,
en wij gingen mijnheer Vaughan voor, naar
een ruime eetzaal die goed verwarmd en
verlicht was, maar die toch weder, evenals
de geheele woning een somberen indruk op
mij maakte. De meubels waren te groot voor
de kamer, het beeldhouwwerk der zoldering
was Ie plomp, zelfs de donkerroode gordijnen
aan de talrijke gesloten vensters schenen het
licht te beletten van de oude gothische licht
kroon, die midden In de zaal, boven ons
hoofd hing.
Ook de tafel, waaraan wij plaats namen,
was te groot voor ons; een gezellig gesprek
scheen onmogelijk, als men op zulk een af
stand van elkaar gezeten was. Ik was ander-
halven meter van de gastvrouw en haar broe
der verwijderd; beiden plaatsten zich, elk aan
een uiteinde van de tafel, en konden elkan
der nauwelijks zien. Er hadden op zijn minst
twintig gasten aan die tafel moeten zitten, om
cr leven en gezelligheid te doen heerschen i
en om den achtergrond der schilderij een
vroolijker aanzien te doen geven, had de fi
guur van de vrouw, die ons bediende, wat
minder mager en stijf belmoren te zijn.
Het gesprek kwijnde dan ook.
Mevrouw Zitman scheen peinzend en afge
trokken van aard; ik verbeeldde mij zelfs,
dat zij zich niet goed op haar gemak gevoeld»
een wel wat voorbarig oordeel, als men
onze korte kennismaking in aanmerking
neemt.
Eer zij mij aansprak, wierp zij telkens een
schuwen, bijna angstigen blik op haar broe
der; er was iets verlegens in haar antwoor
den; haar toon was vooral beschroomd en
aarzelend als zij tot haar broeder sprak.
Dit was misschien haar natuurlijke
wijze van handelen, maar haar houding kwam
mij vreemd voor. Doch zij overwon spoedig
die verlegenheid of aarzeling, of wat het dan
ook was; zij schudde tfit alles af met een
enkele beweging van hel hoofd, ais ware het
een drop water.
Toen gelukte zij er in. het gesprek in gang
te houden, zij prees mijn ambt van bouw
meester. roemde dal ambt als iets grootsch eu
edel, zinspeelde meermalen op mijn bouw
plannen voor haar nieuwe woning, en vroeg