Brieven uit Frankrijk. BUITENLAND BINNENLAND. De vloek van het qeld Tweede Blad. 6 Fefonsari 1923 De uitbreiding der Fransche bezetting; de bezetting van Offenburg en Appenweier, de toestand te Essen. Tusschen Engeland en Egypte is overeenstemming bereikt in zake Soedan. Onder de Telegrammen: Ismet pasja zou alsnog bereid zijn het vredes verdrag te teekenen; de Conferentie te Lausanne nog niet afgebroken; be middeling van Amerika. Verklaringen van Poincaré. Prinses Jolanda verloofd. De trein van den Duitschen Rijkskanselier ontspoord: DE FRANSCHE ACTIE IN HET ROER GEBIED. DE FRANSCHE PERS OVER DE CON FERENTIE TE LAUSSANNE. GES*. SUiTE^L. BEftfGHTEH FEUILLETON ic'lfc EEN ONVERWACHTE ONTMOETING. Een treinreis van enkele uren levert soms de wonderlijkste verrassingen op. Wat mij, derer dagen naar Chartres reizende is averkomen, lijkt mij waard in een brief te vorden vastgelegd. Verdiept in de dagelijk- jche lectuur der morgenbladen, weinig ver- leffencl in dezen tijd van wereldonrust en :llende, was ik stil weggedoken in een der aoeken van de ouderwetsche coupé. Er waren weinig reizigers en ik meende geReel op m'n eentje de reis te zullen maken, loen op het laatste oogenblik twee heeren binnensprongen. De Hollandsche kranten, puilend uit hun overjaszakken, deden mij aanstonds begrij pen met landgenooten het Katholieke dagblad, dat een hunner vluchtig doorbla derde, overtuigde mij zelfs metKatho lieke landgenooten te doen te hebben. Hun conversatie trouwens, die ik, zonder voor luisteraar te spelen, wel moest volgen, zoo luide werd deze gevoerd, liet daaraan geen twijfel over. Na eerst de politiek van den dag eens duchtig te hebben doorgenomen, de wisselkoersen met een glunder-egoïstisch lachje te hebben nagekeken, kwam het ge sprek op een onderwerp, dat mij ten zeerste interesseerde. Het ging over niet meer of minder dan de scheiding in de Katholieke Staatspartij in Nederland. De één was blijkbaar een voorstander van de Nieuwe Katholieke Partij en de andere (hij leek mij een oudere-jaars-student, wat later ook bleek juist te zijn) was meer de richting van de R.K. Volkspartij toegedaan. Beiden putten zich uit in argumenten om het eigen standpunt te verdedigen. Over de noodzakelijkheid van een scheiding in die partij, waren zij het volkomen eens. Gaarne erkenden zij, dat de oude partij veel goeds had verricht, maar volgens den één hield zij te veel, en volgens den ander te weinig re kening met de belangen van den arbeider. Zuiver materieele gronden werden aan gevoerd om het ontstaan der nieuwe par tijen te billijken. Het kostte mij moeite, mij niet aanstonds in het nu en dan heftig op flikkerende debat te mengen, maar ik oor deelde het beter uit hun gedachtenwisseling, die alles behalve de waarheid deed te voor schijn komen, eens de voor en tegens te ver nemen. Ik behoef niet te zeggen, hoe met het recht op vrijheid werd geschermd, hoe het verzet tegen iedere nieuwe partij als kleinzielig werd uitgekreten, de tijdsomstandigheden opgeld moesten doen en hoe.vooral de kies- vereenïgingen (hierin waren beiden het gloeiend eens) er van langs kregen. De over bekende argumenten van heerschzucht en éénzijdigheid in de R.K. Staatspartij, de dure sociale wétten etc. etc. werdén aange vend. En wie niet beter wist, zou hebben ge meend, dat de bewonderenswaardige katho lieke éénheid in Nederland, absoluut tot het verleden behoorde. Tegen den tijd dat ik een verslapping in hun conversatie begon te bemerken, toen beiden blijkbaar elkander niet hadden kun nen overtuigen, mengde ik mij in hun ge sprek. Verbaasd keken zij mij aan, zij had den werkelijk niet gedacht een landgenoot als reiscompagnon te hebben. Spoedig was het ijs gebreken en mijn geheel andere kijk op den stand van zaken, deed opnieuw de zoo uitvoerig door hen behandelde partij kwestie ter sprake komen. Afgezien van mijn over tuiging, (dat die verdeeldheid onder Katho lieken tot niets goeds kan leiden, dat juist die ééne Katholieke Staatspartij, onze groote kracht is geweest, dat geen materieele rede nen de hoogere beginselen die deze partij steeds hebben geleid en nog leiden, in ge vaar mogen brengen), is het vooral een blik op den politieken toestand in Frankrijk, die eerst volkomen de zegening van een eensge zinde Katholieke Staatspartij moet doen be grijpen. Hoe treurig is het hier niet gesteld met de politieke organisatie. De individueele kiezer en de jacht naar een kamerzetel vieren hoogtij, het eigenbelang is de grootste drijf veer, iedere hoogere leiding ontbreekt, iedere éénheid onder Katholieken van de daad is verre te zoeken. Zij zijn over tal van partijen verdeeld. De meesten echter zijn georganiseerd, bekom meren zich niet verder om politiek dan voor zoover deze direct hun oeconomische be langen betreft. Wat het gevolg hiervan voor Frankrijk is geweest en nog is, is slechts al te duidelijk. De Katholieke belangen zijn met voeten getreden, een anti-godsdienstige wetgeving is ingevoerd, omdat een misdadige lakschheid, duizenden en nog eens duizen den hun kiezersplicht deed verzuimen. Voorlichting op politiek gebied ontbreekt nog altijd, zoo goed als geheel omdat een leidinggevende macht wordt gemist, geen Katholieke Staatspartij het roer in handen heeft. Het absoluut noodige organische ver band is verre te zoeken. Indien iets noodig is, ging ik voort, 'om in Frankrijk de Katholie ken weer in hun rechten te herstellen, dan is het de stichting van een Katholieke Staats partij. De schoolstrijd zal hier, evenals in Holland, alleen beslecht kunnen worden door een beginselvast eenheidsfront, de terug keer der congregaties, de afschaffing der ver foeilijke wetten van 1905, om slechts enkele hoofdpunten te noemen, zullen alleen ver kregen worden, als eensgezind het practisch- Roomsche Frankrijk, zijn stem doet hooren. Waar zich hier derhalve zoo sterk de behoef te aan een Katholieke partij doet gevoelen, zou het onverantwoordelijk zijn indien Ka tholiek Nederland, vrijwillig, om materieele motieven en persoonlijke inzichten, dat door lange jaren van arbeid verkregen over wicht zou prijsgeven. Reeds hadden wij de plaats onzer bestemming bereikt en nog waren wij niet uitgesproken over dit zoo in grijpende vraagstuk. In de schaduw van die eeuwenoude Kathedraal van Chartres, de schoonste wellicht van Frankrijk, op zich zelf een heerlijk voorbeeld van Katholieke éénheid, hebben wij ons politiek gesprek voortgezet. Heb ik den bewonderaar van de N.K.P. eenigszins terug mogen brengen van zijn al te reactionaire en niet van egoïsme vrij te pleiten denkbeelden? Heb ik wel licht een der jongste leden van de R.K. Volkspartij doen inzien, dat hij niet beter kan doen dan terugkeeren tot die céne poli tieke schaapstal, waaraan zeker wel fouten zullen kleven, maar wier beginselen en eer vol verleden recht geven op onvermoeid handhaven van wat haar voormannen heb ben bereikt Het zou al te vleiend zijn dit te gelooven. Men overtuigt de tegenstanders niet zoo gemakkelijk, zelfs al zijn zij het in groote lijnen feitelijk met ons eens. Dit meen ik echter wel te mogen zeggen, dat de kijk op Fransche politieke toestanden, hier slechts zeer in het kort door mij weerge geven, hun eenigszins de oogen heeft doen opengaan. Afbreken in het eigen land, wat in Frank rijk noodig moet worden opgebouwd, zij ga ven het eerlijk en onomwonden te kennen, het gevaar daaraan verbonden viel niet weg te cijferen. In de Kathredraal zelf, namen zij fluiste rend afscheid. Ik hoop dat zij in Holland teruggekeerd,nog eens zullen terugdenken aan dien winter dag in Chartres en allen die als zij op 't punt staan de eenheid van de Katholieke Staats partij te verbreken en daarmee de Roomsche belangen in gevaar te brengen, zullen aan raden, alvorens een beslissing te nemen, een blik op Frankrijk te slaan. Wie zich aan een ander spiegelt, spiegelt zich zacht. Wie weet, hoe het Katholieke Frankrijk ge bukt gaat onder het gemis aan Katholieke één heid, zal niet den treurigen moed hebben in het eigen vaderland een breuk te bevorderen, die de grootste rampen voor de Kerk en voor den Staat met zich zal kunnen slepen. Partijstand, 31 Jan. 1923. Mr. P. v. S. King van net aantal Ttirifseaê troepen Fn Dé meeste biaaen geioovrn, dat ae ge- Thracië op en het bedrag van de aanspra-beurtenisseti van gisteren niet onmiddellijk ken van geallieerde onderdanen op Turkije werd met% drie miljoen Turkschc ponden verminderd. Inzake het justitieele stelsel voor de vreemdelingen boden de geallieerden concessies aan en Engeland stemde er in toe het onderzoek van het vraagstuks vin Mosoel een jaar uit te stellen, mits de status quo zoolang gehandhaafd bleef, en bood aan zekere bepalingen nopens concessies en contracten te wijzigen. Alles was echter te vergeefs en de Turken gingen heen. .h Turkije en Engeland. De Times verneemt uit Konstantinopel Kemal heeft gezegd, dat de Turksche, natie Engeland niet vreest. Indien de Engelsthen door bedreigingen dc Turken willen dwingen den gekozen weg te verlaten, zullen zij spoe dig ondervinden, dat zij terugtrekken mdftéfj Kemal verklaarde voorts, dat de betrekkingen met Rusland vriendschappelijk zijn. Uit de Engelsche pers. De Engelsche bladen drukken openlijk hun teleurstelling uit over het mislukken van de conferentie en hun verbolgenheid, dat dit een gevolg is van de alle perken te biiitén gaande aanspraken van de Turken. De Times schrijft dezen uitslag, welke zij betreurenswaardig noemt, toe aan de Turk- sche verwachting, ongetwijfeld gegrond op de verslagen vanthun agenten in de geallieer de landen, dat de geallieerde regeeringen en volken toe zouden geven, als Angora maar voet bij stuk hield. Het blad zegt verder „Zij hebben de openbare meening in Enge land in ieder geval totaal misverstaan.' Wij hebben ons verlangen naar een regeling ge toond en kunnen niet verder gaan. De krach tige wensch van de geallieerde mogenheden om het Naburige Oosten te verlossen van een oorlog, welke de laatste jaren ongekende el lende over de bewoners gebracht heeft, en om de wereld te bevrijden van het ernstig gevaar, dat onvermijdelijk aan zijn voortdu ren verbonden is, heeft hen er toe gebracht om ten opzichte van de eischen van Angora tot de uiterste grens van toegefelijkheid te gaan. Zij hebben zelfs, volgens vele tot oor- deelen bevoegden deze grens overschreden. Door hun halsstarigheid hebben de Turken verbazingwekkend gunstige voorwaarden op geofferd. Zij hebben zichzelf echter een nog ernstiger en blijvender nadeel toegebracht. Zij hebben aangetoond, dat zij ten eenenmdlè niet in staat zijn de eerste beginselen van de beschaving, waarop zij aanspraak maken, te beseffen en zoo de diepte getoond van de kloof, die hen scheidt van alle volken, die deze wel bezitten." De Daily Chronicle merkt op, dat men, na weken van nijver onderhandelen, waarin de geallieerden herhaaldelijk concessies hebben aangeboden, dat hun stoutste verwachtingen van vier jaar her moet overtreffen, is doerd- geloopen. De Westminster Gazette zegt„Tot het allerlaatste hadden wij gedacht, dat de gewel dige toegevingen, welke de geallieerden aan boden, ten slotte aanvaard zouden worden door de Turken, juist omdat de vrede voor Turkije ten minste van even groot belang is als hij maar voor eenig ander land zijn kan." NA DE MISLUKKING DER CONFE RENTIE TE LAUSANNE. Over de redenen, waarom de Conferentie is mislukt, wordt nog het volgende gemeld Ismet heeft de vertegenwoordigers van de buitenlandsche bladen ontvangen en hun meegedeeld, dat de onderhandelingen mis lukt waren tengevolge van de onverzettelijk heid van de geallieerden inzake de oecono mische bepalingen van het verdrag. Het was voor Turkije onmogelijk om, zonder af stand te doen van zijn oeconomische zelf standigheid, dergelijke voorwaarden te .aan vaarden, Turkije is zich bewust alle moge lijke opofferingen gebracht te hebben in het belang van den vrede. Ismet verklaarde er op te rekenen, dat hij van de geallieerden een officieele betee ke ning zou krijgen van het einde van de vredes conferentie, daar tot zoolang de betrekkingen tussehen Turkije en de mogendheden gere geld worden door de overeenkomst van Moe- dania en daarna elk zijn vrijheid zal herkrij gen. Naar Havas zegt, is het onjuist, zooals de Turken vanavond wilden laten gelooven, dat de conferentie schipbreuk geleden heeft op de oeconomische voorstellen der gealli eerden. Er is vandaag geenerlei bespreking over deze bepalingen gehouden, doch deze zou toch den toestand niet verbeterd heb ben, aangezien de rechtstreeksche oorzaak van de breuk het verschil is nopens den staat van de vreemdelingen in Turkije. Uit Londen wordt nog berichtDe con ferentie te Lausanne is geëindigd zonder de hoop te vervullen, dat een regeling bereikt Zou worden van de reeks vraagstukken, welke Oost-Europa zoolang in gisting heb ben gehouden. Van Zondagochtend vroeg tot in den avond hebben de geallieerde'af gevaardigden vergaderd in Curzon's kamer in een laatste poging om de Turken tot een vergelijk te bewegen. Hoewel de geallieer- eh hen op verscheidene punten tegemoet waren gekomen, hebben de Turken een halsstarrigheid aan den da gelegd, waar door zij de kans op vrede hebben opgeof ferd voor dingen, welke, naar men huil heeft aangetoond, geen man of geen geweerschot waard zijn. Het verwerpen van het verdrag onder deze omstandigheden noemde Cur- zon ongelooflijken Bompard omschreef het als een misdaad. In het belang van den vrede hebben de geallieerden in den loop van den dag nog tal van tegemoetkomingen gedaan. De Turken hebben hun voorstel om de Grieksche aanspraken jegens Turkije aan arbitrage te onderwerpen van de hand gewezen. De geallieerden geven de beper- Ten aanzien van de punten van geschil, wijst de Westminster in het bijzonder op Mosoel en merkt op, dat gezien Enge- land's verantwoordelijkheid jegens den Vol kenbond, de bevolking en den koning van Irak „wij het verdrag niet op dat punt zou den offeren, als over al het overige overeen stemming was verkregen. De verwerping van de artikelen nopens de capitulaties en de schadevergoeding stelt de geallieerden ge zamenlijk tegenovér een toestand, welke 'n eendrachtig en vlug besluit vereischt." De „Morning Post zegt: „Het is dus wel heel mogelijk, dat de Turken nieuwe voor stellen zullen doen voor een nieuwe con ferentie. Wij twijfelen echter of de open bare meening'in Engeland maar goedgera- stiglijk een hervatting zal toestaan van <3fee gerekte processen van loven en bieden, ge zien vooral het voorbeeldige en inderdaad min of meer pijnlijke geduld, dat de verte genwoordigers der geallieerden aan den dag hebben gelegd. De Turksche beslissing eischt van de Engelsche regeering een nieuwe over weging van militaire positie in het naburi ge en centrale Oosten. Het valt voor dit land zeer te betreuren, dat de Turksche afgevaar digden zich zoo weerspannig getoond heb ben, doch wij zijn een practisch volk en moe ten vastberaden den hierdoor geschapen toe stand onder het oog zien." De „Daily News" zegt: „Het is nog steeds mogelijk, dat wij blijven hopen een gevaarlij ke uitbarsting in het naburige Oosten te voorkomen, als de geallieerden blijven bij hun gemeenschappelijke politiek en hun ver trouwen in elkaar bewaren." De Diplomatieke medewerker van de Daily Telegraph zegt, dat de verklaring van de Turksche halsstarrigheid gezocht zou kunnen worden in een hernieuwd en versterkt Ver. een crisis in het Oosten zullen uitlokken De Petit ParisiCn acht, na de verklaring van Ismet pasja, de hoop niet vervlogen dat de onderhandelingen binnenkort ergens an ders hervat worden. be- De uitbreiding der zettiing. Dc Rijnlandcommssie heeft den rijks commissaris voor de B. G. meegedeeld dat de nieuwe bezetting een gevolg is van de beweerde moeilijkheden die dc Duitsche spoorwegen het internationale treinverkeer PraagParijs bereidden. Tc Offenburg is thans ook een Fransch infanterieregiment aangekomen in volledige oorlogsuitrusting. De telefoonverbindingen met Offenburg zijn verbroken. Alle geruchten over een verderen Fran schen opmarsch in het Kenzig-dal zijn on juist. Het spoorwegverkeer met Offenburg is nog niet verbroken. De bezetting heeft in hoofdzaak ten doel de kolentransporten op de hoofdlijn Frank fortFreiburgBazel te bewaken ten einde ze over Kehl naar den Elzas te kunnen leiden, meldt het Wolffbureau. De Fransche troepen, die Offenburg en Appenweier hebben bezet, waren reeds Don derdag en Vrijdag uit de Palts van Landau naar het bruggehoofd Kehl vervoerd. Het geheele spoorwegverkeer naar Z. W. Duitsch- land en naar Zwitserland en Italië komt thans onder Fransche controle. De Franschen motiveeren hun nieuwen in breuk op het volkenrecht met het voorwend sel dat de rijksregeering de internationale treinen ParijsBoekarest en ParijsMun- chenPraag op 30 Januari had gestaakt en den doortocht der daarin loopende Entente- wagens niet waarborgde. De nota der Fran sche regeering noemt dit een schending van het verdrag van Versailles. Van bevoegde Duitsche zijde wordt hier tegen opgemerkt dat de storingen in het spoorwegverkeer, dus ook in de internatio nale verbindingen, die op geen rechten van voorkeur aanspraak hebben, het onver mijdelijk gevolg zijn van de Roerbezetting en het daaruit voortvloeiende kolengebrek, dat tot beperking van 't spoorwegverkeer dwingt Frankrijk trekt thans partij van de door zijn eigen actie veroorzaakte kolenschaarschte om reeds lang gekoesterde wenschen, die met de schadevergoeding niet het minste verband houden, met geweld door te zetten ten koste van een ontwapenden en weerloozen nabuur Het Bademsche kabinet heeft besloten haar ambtenaren en beambten op te dragen geen acht te slaan op Fransche bevelen en alleen de instructies van de Duitsche regeering op te volgen. Daar de Duitsche autoriteiten onder voor. vvendsel, dat er gebrek aan kolen was, even buiten Kehl de internationale treinen hebben laten stoppen, is de grens van het brugge hoofd van Kehl verder naar het Oosten ge legd, waardoor dc Franschen sinds Zondag de stations Offenburg en Appenweier op het grondgebied van Baden bezet houden. Aan de r jitsche autoriteiten werd in den vorm van een ultimatum te kennen gegeven, dat wanneer ze niet binnen 24 uur besluiten de directe treinen vrij door Duitschland te laten reizen, alle Duitsche treinen tusschen Appenweier en Offenburg zullen worden vastgehouden. Te Essen hebben de Fransche troepen Zondag met machinegeweren in een volks menigte geschoten, die zich na een commu nistische vergadering op het stationsplein had verzamald. Nader \vordt geipejjl Na een communistische vergadering te Essen, die door de bezettingsoverheid was goedgekeurd, trok Zondagavond een troep communisten onder het zingen van de in ternationale voorbij het Centraal-station en het hoofdpostkantoor. De Fransche wacht voor het station achtte zich blijkbaar bedreigd door de menigte, want zij bracht een machine geweer in stelling en loste eenige schoten, ofschoon de Schupo voor de handhaving van de orde en het verkeer zorgt. Deze schietpartij veroorzaakte in de drukke straten natuurlijk hevige opwinding. Naar verluidt is er echter niemand gekwetst. Twee ambtenaren van een mijn der Stin- nes-groep te Essen zijn uitgewezen omdat zij geweigerd hadden kolen aan de bezetting te leveren. Zondag zijn te Recklinghausen dc opper- mijnraden Sarter en Tegeler van de direc tie der staatsmijnen in hechtenis genomen en uitgewezen, wegens hun weigering om cokes uit de staatsmijnen aan Frankrijk en België te leveren. Dr. Melchior, de commissaris van politie te Essen, is gister eveneens uitgezet, omdat dfenténgevolge ten zeerste Bemoeilfjkt. In journalistenkringen is men van oordeel dat de Franschen de onpartijdige berichtgeving uit Essen onmogelijk willen maken om de correspondenten te dwingen naar Dusseldorf ENGELAND EN EGYPTE. Naar verluidt, is overeenstemming bereik» tusschen de Britsche en de Egyptische re/ geering over dc bepalingen betreffende Soe dan en de nieuwe Egyptische grondwet t il te gaan, de Frabschen propaganda haar m,"zoo g0ed als gereed voor afkondiging is, wurucii m een utuucuwu en veiaieriu vex- drag van economisch en militair bondgenoot- hy weigerde het groet-verbod in te trekken schap tusschen Moskou en Angora en in de neiging, welke sommige geallieerden den laatsten tijd aan den dag hebben gelegd voor een onbeperkte .toegefelijkheid. De Morning Post zegt,'dat de mislukking te Laussanne het bolsjewistisch succes kenmerkt in den veld tocht om voortdurende onrust te stichten en oorlog te zaaien. De Daily Mail zegt, dat de conferentie mislukt is, omdat de geallieerde afgevaardigden de redelijke Turksche aan spraken op de rechten van een volk hebben erkend, M De Fransche bladen werpen op de onver zettelijkheid van de Turken de verantwoor delijkheid voor het mislukken van de con ferentie te Laussanne. Zij betreuren het, dat de Kemalisten niet van de gelegenheid wisten te profiteeren om een verdrag te teekenen, dat veel voordeeliger_ was dan zij bij hét be gin der onderhandelingen konden verwach ten. De bladen verheugen zich er over, dat de Fransche gedelegeerden tot op het laagte oogenblik de grootste moeite gedaan hebben om een breuk te vermijden en dat de ver tegenwoordigers der bondgenooten Laussanne in volkomen overeenstemming verlaten. i Het station Witten is door de Franschen ontruimd. Het spoorwegpersoneel heeft nu het werk hervat. v In het Landesfinanzamt te Dusseldorf is de afdeeling voor invoerrechten en ver. hoofdzetel heeft. BEZETTING VAN MANNHEIM Berichten uit Ludwigshafen maken gewag van groote troepenconcentraties. Men ver moedt dat ze de voorloopers zijn van een be zetting van Mannheim. Ondanks de verzekering der Franschen dat zij de verzending van steenkool naar Nederland en Zwitserland niet zullen be lemmeren staan de kolentreinen voor Neder land, die Vrijdag en Zaterdag zijn aangehou den, nog steeds te Dorsten en Wezel. Die voor Zwitserland staan te Horde. De Franschen blijven ook de verlading van de steenkool voor Zwitserland uit de mijnen van de Becker-groep bij Bochum beletten. FRANSCHE MAATREGELEN. Dc Fransche militaire overheid heeft, zco- dra zij in het Roergebied was aangekomen, een kostelooze voedseluitdeeling georganiseerd. Een groot-aanta! kinderen woédt door de veldkeukens der Fransche regimenten aan een middagmaal geholpen. Ook worden er elke week aardappelen en steenkolen uit gedeeld. EEN DUITSCHE NOTA. Op de verbale nota, waarin de Fransche regeering meedeelt dat met ingang van 1 Fe bruari geen steenkool en cokes meer uit het bezette gebied naar het onbezette Duitsch land wordt doorgelaten, en waarin zij zich te vens verdere sancties voorbehoudt, heeft de rijksregeering het volgende geantwoord „De Fransche regeering herhaalt haar poging om de verantwoordelijkheid op Duitschland te schuiven, doordien zij Duitschland's recht matige verdediging tegen den onrechtmati- gen inval in het Roergebied als aanleiding voor nieuwe maatregelen van geweld neemt De werkelijke reden voor dit nieuwe geweld is echter de voor Frankrijk onbevredigende uitslag van het eerste onrecht der Roerbezet, ting. „De thans genomen maatregel van geweld is een zware schending van het vredesver drag, aangezien volgens art. 251 Duitsch land's behoefte aan steenkool den voorrang heeft boven de schadevergoedingsleveringen en onder alle omstandigheden verzekerd moet zijn De opwinding onder de ambtenaren en beambten in het Roergebied en het Rijn land, die volgens de Fransche regeering door de rijksregeering wordt aangemoedigd, is uitsluitend het gevolg van het door Frank rijk gepleegde onrecht. „De door de Fransche regeering aange voerde benadeeling van het ekonomische leven in het Roergebied berust alleen op de onrechtmatige houding van de bezettings overheid. De afsnoering van het Roergebied van het overige Duitschland zal stellig tot verder verval van het ekonomische leven leiden, Duitschland's draagkracht vernietigen en bijgevolg de schadevergoeding, waarop Frankrijk beweert uit te zijn, in gevaar bren gen. Tegen de poging om een vreedzaam arbeidend volk door het onthouden van de steenkool, waaraan het behoefte heeft, in werkloosheid en ellende te storten, ten ein de het te dwingen een rechtsverkrachting te erkennen teekent de rijksregeering protest aan." Tot België is dezelfde nota gericht. EEN VERKLARING VAN DEN RIJKS- KOLENCOMMISSARIS. Daar de Fransche kolencommissaris Coste buitenlandsche journalisten volgens Duit sche opvatting misleidende mededeelingen heeft gedaan over het kolenvraagstuk, heeft de rijkskolencommissatris Stutz aan het Berl. Tagebl. de volgende ophelderingen gegeven Het Roergebied is zelf de grootste verbruiker van zijn steenkool slechts 43 pet. gaan naar het onbezette Duitschland. Zelfs als het Roergebied volslagen wordt afgesnoerd, zal het overige Duitschland uit zijn andere kolenbekkens nog de helft van zijn verbruik kunnen dekken. Ook van co kes is het Roergebied de voornaamste ver bruiker. De kolenbekkens in het onbezette Duitsch land zullen eerlang door overwerk hun pro ductie aanmerkelijk opvoeren, en wel met een half millioen ton per maand. De invoer uit Poolsch Opper-Silezië en Tsjecho-Slo- wakije is bevredigend en de invoer uit Enge land zal vermoedelijk binnenkort ook zijn vroegeren omvang herkrijgen. Bovendien hebben alle groote verbruikers den laatsten tijd groote voorraden kunnen opstapelen, dc spoorwegen voor 40 dagen, de gasfabrieken en clectrische centrales voor een maand. Zuinigheid bij het verbruik en het zachte weer bevorderen het uithoudingsvermogen. De afsnoering van het Roergebied zal natuurlijk tot een buitengewone verminde ring der productie en tot stagnatie in het ver keer leiden. Voor Frankrijk is de ekonomi sche uitkomst der bezetting gelijk nul. In drie weken heeft Frankrijk zich nog niet zoo veel kolen kunnen verzekeren als Duitsch land vrijwillig in een halven dag leverde. Ten- brtiiksbelastingen door Fransche douane- gevolge van gebrek aan cokes zijn reeds 13 ambtenaren bezet. De Duitsche ambtenaren werden buiten de deur gezet, nadat zij hadden geweigerd de Fransche bevelen op te volgen. Ai deze ambtenaren met hun gezinnen zijn uitge wezen. Te Essen heeft de Fransche bezetting, die Zondag al eenige uren de telegraaf en telefoon had afgesneden, vanochtend het. ge heele telegrafische en telefonische verkeer onderbroken. Zij had van de postambtenaren en be ambten medewerking bij het maken van telefoonverbindingen voor de bezettings troepen geëischt, hetgeen dezen krachtens de opdracht van den rij kspostminister weigerde. Daarop hebben de Franschen den electrischen stroom voor telegrafie en telefonie afgesne den, zoodat het geheele verkeer thans stil staat. Daar zich te Essen vele buitenlandsche journalisten bevinden, wordt pok de bcrich- geving over de gebeurtenissen aan de Roer Fransche hoogovens gedoofd. BEMIDDELING GEWENSCHT. De politieke medewerker van de Daily Herald meldt, dat hij goede reden heeftom te gelooven dat de tijd nadert, waarop beide partijen in de kwestie van de Roer de be middeling door een derde partij met vreugde zouden begroeten. UIT IERLAND. In het district New Ceston bij Bandon, in Ierland, hebben nationale troepen tien onge wapende rebellen verrast en gevangen geno men. Zij gelastten hun een wegversperring van steenen op te ruimen. Toen deze taak voor de helft volbracht was, rukten de ge vangenen een platten steenweg en sprongen, onmiddellijk terug. De steen was bevestigd aan een toestel tot ontsteking van een mijn. De ontploffing van de mijn doodde twee en wondde zeven rebellen terwijl twee nationalen gewond werden. De Times verneemt uit Kaïro Een be vredigende oplossing van den toestand, welk» tot Zaterdag in een ernstige politieke crisi* dreigde tc verloopen, is alleen verkregen al< gevolg van langgerekte besprekingen tot diep in den nacht, alsmede door den krach- tigen, maar verzoenenden invloed van Allen- bv, die mededeelde, dat. tenzij de Egyptisch» regeering het Britsche inzicht aanvaardde, een ernstige roestand zou ontstaan, waarin de Britsche reeeering zich de vrijheid zou voorbehouden te handelen, als haar goec daciit. Als gevolg van Allënby's actie was het kabinet tot een laat uur bijeen. Aldus kwam de kwestie tot tijdelijke oplossing, op een wijze welke vereenigbaar is met de Britsche beloften aan de Soedaneezen. De Daily Telegraph verneemt uit Kaïro t Fr zijn reeds teekenen, dat de beslissing van het kabinet een storm van kritiek in de Egyp tische pers verwekt, terwijl reeds geruchten loepen van het aftreden van eenige minis ters. DE BEHANDELING VAN ENGELSCH- INDIëRS IN DE DOMINIONS. Uit Bombay wordt gemeld Het Al-In disch congres publiceert een waarschuwing aan de rijksregeering, behelzende dat, indien zij onbekwaam is het leven en de eer van In dische burgers in de Britsche dominions, bepaaldelijk in Zuid-Afrika te beschermen, het Indische volk gedwongen zal zijn, zijn opvatting ten aanzien van Indië's deelge nootschap aan het rijk te herzien. TWEE OPPER-SILEZISCHE MIJN SCHACHTEN ONDERGELOOPEN. Naar de directie van de Laurahütte mee deelt zijn Zaterdag door hoogwater en een dijkbreuk van de Brinitza twee mijnschach ten van de Laurahütte ondergeloopen. Men is bezig de dijkbreuk te dichten. Bijzonder heden over de aangerichte schade ontbreken. Naar Wolff uit Marburg meldt protes teeren de daar studeerende Amerikanen, Engelschen, Nederlanders, Zweden, Zwit sers, Finnen en Mexicanen in een gemeen schappelijke motie tegen de gewelddadige bezetting van het Roergebied, omdat deze d» nooden van het Duitsche volk zal verergeren, het economische leven in Europa verzwakken en den haat tusschen de volken zal aanwak keren. De onderteekenaars zeggen overtuigd te zijn dat hun volksgenooten, als zij de toe standen in Duitschland kennen, het met ons eens zullen zijn. Zondag zijn 121 slachtoffers van de ramp in de mijn Heinitz begraven. Uit all» deelen van Opper-Silezië waren honderdea mannen en vrouwen verschenen, zoodat d» rouwstoet door een dichte menigte toe schouwers naar het kerkhof trok. Alle straat lantaarns waren omfloerst. Om het groote gemeenschappelijke graf, waarin de lusten werden neergelaten, ston den 67 vaandels van vereenigingen van Beuthen geschaard. De kisten werden op vier groote vracht auto's, die door vier muziekcorpsen werden voorafgegaan, naar het kerkhof gebracht, Het duurde twee uur, voordat alle kisten in de diepte waren gelaten. Een groot aantal autoriteiten, o. a. Siering, de Pruisische minister van handel, woonden de plechtig heid bij. Uit Ormond Beach in Florida komt be richt, dat John D. Rockefeller ziek is. Het noemen van zijn naam geeft in de Ver, Sta ten tegenwoordig altijd aanleiding tot een discussie over de interessante vraag wie d» rijkste man van de Unie is John D. of H, Ford, en indien de huidige ziekte van der petroleummagnaat een slechten afloop heeft, zal dat punt zeer zeker dadelijk weer in de bladen aan de orde komen. Rockefeller lijdt aan een keelontsteking, en ofschoon de laatste berichten niet ongunstig zijn, waren toch uit New-York specialiteiten ontboden. De petroleumvorst is 84 jaar en heeft het tot aan zijn huidige ziekte steeds volgehouden, geregeld iederen dag golf te spelen. Rockefeller doet al jaren lang niets zelf meer aan zijn zaken. Wel betoont hij nog altijd groote belangstelling voor de groote instellingen van openbaar- en wetenschap pelijk nut, aan welke hij reeds meer dan 500.000.000 heeft geschonken en die zijn naam dragen. Bij de Weensche Lombard und Es- kompte Bank is voor milliarden kronen ver duisterd. Een onverwacht onderzoek dei boeken heeft dit aan het licht gebracht. Een groot aantal bedienden is in hechtenis ge nomen. De kassier van de afdeeling buitenland sche betaalmiddelen, een onlangs wegens bezuiniging uit den staatsdienst ontslagen leeraar, bleek de buitenlandsche betaal middelen, die aan de bank werden verkocht in kettinghandel verder te verkoopen. Hij alleen heeft op deze wijze 100 a 150 millioen kronen weten te verduisteren. EEN SOCIAAL-DEMOCRAAT OVER GODSDIENST EN KERK. Behoort de Staat de ideëele krachten te steunen, die in de gemeenschap aan het werk zijn? Ja, antwoordt de sociaal-democratische pre dikant en oud-afgevaardigde Melchers in een brochure, waarin hij zijne artikelen, weleer door de Socialistische Gids gepubliceerd, heeft saamgevat. Tot die ideëele krachten wordt door den heer Melchers ook de godsdienst gerekend, en hij wijst er op, dat de Staat reeds de dooi hem voorgestane gedragslijn volgt, door sub sidie te geven aan particuliere, meestal gods dienstige vereenigingen, welke zich het lot der misdadige of verwaarloosde jeugd aan trekken (Naar eone Engelsche vertelling.) fk wandelde langzaam den hrcede'n rijweg op, die naar de woning leidde. Hoe meer ik naderde, hoe somberder, treu riger en drukkender werd de indruk, dien dat gebouw op mij maakte. Het was een ouder- vvetsch gebouw, dat er vervallen uitzog, en geheel in de schaduw lag van een donkeren bergrug, waartegen het was gebouwd. Toen ik mij aanmeldde werd de deur ge opend door een rijzige, magere schotsche vrouw met bleek blond haar. Die vrouw zag er zoo barsch en stuursd^Uif, en had zulk een oud bruinzijden kleed aan, dat mijne zenuwen onaangenaam trilden, toen ik dit eerste staaltje van het huisgezin van mevrouw Zit man zag. Eer ik een woord kon uitbrengen, zei de vrouw kortaf: Ik denk dat gij mijnheer Gear zijl?> Kom binnen. De deur viel met een zwaren slag achter mij toe, en ik bevoijd mij nu in een broeden mar meren gang, met mahoniehouten wanden. Hierheen. Zij wachten u, sprak dc vrouw jyeec. Ik hing mijn hoed aan den kapstok, en volgde da vrouw, die een echt model van het bnrbnarsche Gallische ras vertoonde, door ver scheidene gangen heen. Het scheen mij toe of er geen einde zou komen aan die sombere, vochtigegangen, waar liet nog donker in was, alhoewel de ouderwetsche lampen die aan de zoldering hingen, reeds waren ontsto ken. .Zij opende de deur en kondigde mij aldus aan: Hier is mijnheer Gear. Ik trad de ruime zaal binnen, aan welks einde zich de eetzaal bevond. Mevrouw Zit man en haar broeder stonden op om mij te ontvangen. De vrouw des huizes reikte mij de hand. Wees wolkom op Nettlewood, mijnheer Gear zeide zij; mag ik heit genoegen hebben, u mijn broeder voor te stellen. Mijnheer Vaughan mijnheer Gear. De broeder van mevrouw Zitman en ik wisselden een handdruk. In weinige woorden, maar op bevallige wijze, en op bijzonder welluidenden toon, met een stem .zooals weinige mannen bezitten, be tuigde hij mij, hoe aangenaam het hem was met mij kennis te maken. In voorkomen en spraak was hij geheel de welopgevoede edel man. Hij was een knap man, meer dan middel- mal ig lang, en ongeveer zeven of adht-en- twintig jaar oud. Zijn gelaat was op het cersle gezicht zeer innemend, zijne gelaats kleur was helder, zijn trekken waren reApJ- matig, terwijl er in zijn bruine dogèf»,;<?eh doordringende, bijna geslepen uitdrukking lag. Een gelaatkundige zou wellicht de aan merking hebben gemaakt, dat zijn bfïtnk voorhoofd wat te zeer boven de oogen voor uitkwam. Hot was een zonderling voorhoofd, dat dadelijk dc aandacht trok een srr.al maar hoog en vooruitstekend voorhoofd, door weelderig bruin krullend haar omgfllM®. Kortom, er lag karakter in dat gelaat, en «as de gestalte niet volmaakt, zij was tenmiuMe welgevormd en krachtvol. En mevrouw Zitman?. Alhoewel ik haar broeder het eerst heb be schreven, toch had ik mij bij het bin nen kó men tot haar gewend, en troffen mij dp jeugd en de bevalligheid mijner beschermster. 5A Zij zag er in haar eenvoudig grijs zijden svondkleed nog jonger en schooner uit,,4an toen ik haar de eerste maal ontmoette. 5 lk kon mij in den beginne bijna niet voor stellen, dat zij reeds zooveel zorg en kommer had doorleefd, dat men haar het hof had ge maakt, dat zij getrouwd was geweest, wecftAVe was geworden, en niettemin zulk een kindjiijk voorkomen had behouden. Doch wanneer®!en haar gelaat zorgvuldig gadesloeg, dan .,las men in die bleeke en sprekende trekken, 'die van ernst en onrust getuigden, dat zij pwhr dn zorgen des levens geleden, en in do lalMe jaTen des levens gestreden had, om jdch krachtvol slaande te houden. Zij had, evïtftts haar broeder een eigenaardig gelaat; de^^jc scherpe uitdrukking, alhoewel minder en ge wijzigd, lag in hare donkergrijze oogen; doch die uitdrukking was bij dc arme vrouw na tuurlijk verzacht door de tegenspoeden van haar jeugdig leven. Ik geloot', mijnheer Gear, hernam m jn- heor Vaughan, dat mijn zuster u reeds heeft medegedeeld, hoe mijne afwezigheid' Uitstel van zaken veroorzaakt heeft. Ik hoop den verloren tijd le zullen inhalen. Ik hen geheel tot uw dienst mijnheer. Wij -verlangen spoedig aan het gebouw te beginnen wij zouden zelfs dezen avond gaarne met u onze bouwplannen bespreken. Janet, zich lot de vrouw wendeDde, die als een standbeeld legen dé deur der aangren zende kamer stond geleund - bedient gij ons vanavond? Zeker, antwoordde de stuursche vrouw, het is de eerste avond na de thuiskomst van mijn pleegkind, en het is mij immers be loofd. Welzeker. Deze is een oude vriendin van het huis Vaughan, mijnheer Gear, zeide hij, met een welluidenden lach Caleb Balderstone de tweede, in rokken, die haar wat le kort zijn. Bal zei Janet, die de opmerking gehoord had. Mijnher Vaughan voegde er nog op zaclile- ren toon bij: I Men vindt in deze ouderwetsche streken ook nog van die ouderwetsche bedienden. Ik heken dat ik cr ecu voorliefde voor heb, en hel contrast tusschen hen en dc statige la keien die ons in Londen vervelen, is zeer in .het voordeel dier oude getrouwe dienaars: Het zijn ruwe diamanten, mijnheer Gear; maar van het echte water, en wij weten ze op den echten prijs te schallen. Gij zult als vreemde ling, wel voor ditmaal haar ruwe manieren willen vcrschoonen. Ik vond er iels' koddigs in, dat mijnheer Vaughan verontschuldigingen maakte over zijn bedienden, tegen mij, die zich altijd zelf had móeten bedienen; maar ik boog en ver zocht hem, zich toch niet aan mij le storen. Wilt gij mijn zuster naar tafel geleiden? vroeg hij met een achteloozen wenk op haar. Ik bood mevrouw Zitman mijn arm aan, en wij gingen mijnheer Vaughan voor, naar een ruime eetzaal die goed verwarmd en verlicht was, maar die toch weder, evenals de geheele woning een somberen indruk op mij maakte. De meubels waren te groot voor de kamer, het beeldhouwwerk der zoldering was Ie plomp, zelfs de donkerroode gordijnen aan de talrijke gesloten vensters schenen het licht te beletten van de oude gothische licht kroon, die midden In de zaal, boven ons hoofd hing. Ook de tafel, waaraan wij plaats namen, was te groot voor ons; een gezellig gesprek scheen onmogelijk, als men op zulk een af stand van elkaar gezeten was. Ik was ander- halven meter van de gastvrouw en haar broe der verwijderd; beiden plaatsten zich, elk aan een uiteinde van de tafel, en konden elkan der nauwelijks zien. Er hadden op zijn minst twintig gasten aan die tafel moeten zitten, om cr leven en gezelligheid te doen heerschen i en om den achtergrond der schilderij een vroolijker aanzien te doen geven, had de fi guur van de vrouw, die ons bediende, wat minder mager en stijf belmoren te zijn. Het gesprek kwijnde dan ook. Mevrouw Zitman scheen peinzend en afge trokken van aard; ik verbeeldde mij zelfs, dat zij zich niet goed op haar gemak gevoeld» een wel wat voorbarig oordeel, als men onze korte kennismaking in aanmerking neemt. Eer zij mij aansprak, wierp zij telkens een schuwen, bijna angstigen blik op haar broe der; er was iets verlegens in haar antwoor den; haar toon was vooral beschroomd en aarzelend als zij tot haar broeder sprak. Dit was misschien haar natuurlijke wijze van handelen, maar haar houding kwam mij vreemd voor. Doch zij overwon spoedig die verlegenheid of aarzeling, of wat het dan ook was; zij schudde tfit alles af met een enkele beweging van hel hoofd, ais ware het een drop water. Toen gelukte zij er in. het gesprek in gang te houden, zij prees mijn ambt van bouw meester. roemde dal ambt als iets grootsch eu edel, zinspeelde meermalen op mijn bouw plannen voor haar nieuwe woning, en vroeg

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1923 | | pagina 5