BUITENLAND BINNENLAND. De vloek van het qeld Tweede Blad. 27 Februari 1923 PARLEMENTAIRE KRONIEK. GEM. BUITENL. BERICHTEN. De bezetting van Königswinter. De in beslag genomen Duitsche milllar- Jen aan bankpapier. Felle kritiek van de Daily Chronicle op het gebruik van zwarte troepen aan den Rijn. De politiek van Angora. Memel en Litauen. Ontruiming van Mesopotamië door Engeland? Onder de Telegrammen: Engeland trekt op één na al zijn oorlogsschepen uit Smyrna terug. De Britsche regeering wil zonder hare vooraf ge vraagde toestemming geen arrestaties meer toestaan in de Britsche zone aan den Riin. De Franschen bezetten opnieuw verschillende plaatsen aan den rechter Rijnoever. KONING GUSTAAF VAN ZWEDEN. FEUILLETON (Naar eene Engelsche vertelling). DE BENOEMBAARHEID VAN DE VROUW TOT RECHTERLIJKE BETREKKINGEN. WIJZIGING DER HUURCOMMISSIEWET EN DER HUiUROPZEGGINGSWET. Nadat Donderdag de intrekking der Sche penuitvoerwet zonder beraadslaging was goedgekeurd, kwam de Vrijzinnig-Democrati sche heer Marchant voor het front met zijn wetje tot wijziging van de wet op de rech terlijke organisatie en het beleid der justitie. Dit wetsontwerpje had tot doel de wettelijke bevoegdheid te bepalen van de benoembaar heid der vrouw tot rechter. Het was begrijpelijk, dat deze kwestie in de Kamer, waar reeds 7 vrouwen aanwezig zijn, waarvan 3 juristen, heel wat redevoe ringen uitlokte. Twee dezer dames-juristen namen aan de discussie deel, daarbij gesecondeerd door een viertal mannelijke collega's, van wie er twee aan haar zijde stonden. Alleen de twee anti-revolutionnaire spre kers, de heeren Rutgers en Beumer, waren tegenstanders van het ontwerp. De anti-revolutionnaire heer Beumer bleen een tegenstander der mogelijkheid om de vrouwen toe te laten bij de rechterlijke macht en hij beriep zich daarbij op het oor deel van den heer De Savornin Lohman. Hij wees er o.m. op, dat, als dit ontwerp tot wet verheven wordt, de mogelijkheid zal be staan, dat man en vrouw beiden lid zijn van hetzelfde rechtelijke college, maar dat dit niet zal kunnen met een rechter en de zuster van zijn vrouw. Zoaals gewoonlijk was de re de van dezen afgevaardigde sterk humoris- tisch-sarcastisch getint. Dit wekte den toorn op van den prikkelbaren heer Marchant, die later met grooten nadruk en verontwaardi ging verklaarde, dat hij van dergelijke rede voeringen verschoond wenschte te blijven, omdat deze tot tendenz hebben, ernstige za ken te verkrachten door er een lolletje van te maken. Mej, mr. Frida Katz, het christelijk-histo- rische vrouwelijke Kamerlid, die het ontwerp op bezadigde en sympathieke wijze verdedig de, beriep zich zelfs op den anti-revolution- nairen prof. Bavinck, die inderdaad heel wat vooruitstrevender was dan de heeren Beu mer en Rutgers, die later zijn collega Beumer bijviel en het betoog van Mej. Katz be streed. Natuurlijk werd het ontwerp door de Vrij zinnig-Democratische mevrouw Bakker-Nord verdedigd, terwijl Mr. Dresselhuys meer het beginsel dan het ontwerp, toejuichte. Mr. Marchant verdedigde zijn ontwerp. Hij stelde zich niet op het benepen feministische standpunt dat man en vrouw gelijk zijn. Vol komen terecht verwierp hij dit beginsel; hij wilde de vrouw als rechter juist omdat ze anders is, omdat zij anders voelt, anders ziet. Over de bezwaren tegen de gehuwde vrouw stapte de heer Marchant met al te groote stappen heen, Wie de vrouw als rechter wil, zoo was zijn conclusie, móet ook de ge huwde vrouw maar op den koop toenemen, maar op die wijze worden de zeer gemoti veerde bezwaren tegen de gehuwde vrouw toch wel wat al te licht gewogen. Ook Mr. Troelstra mengde zich in de dis cussie. Hij was van plan ook voor te stem men, al had hij geen bewondering voor het wetje en de toelichting, maar bij vroeg den verdediger; wat zal de beteekenis zijn, als dit wetje eens verworpen wordt? Als het niet aangenomen wordt, blijft de zaak vol gens dezen spreker onbeslist, maar hij was bang, dat verwerping ook wel eens zou kun nen zijn een negatieve beslissing voor de taak waarom het gaat. Na een debat, waarmede de geheele mid dag verknoeid werd, heeft Dr. Nolens nog even aan het wetje den laatsten duw gege ven en daarna is het verworpen met 35 tegen 39 stemmen, Van de rechterzijde stemden met links vóór: Mej. Katz en de heeren Lo- vink en Bakker, allen C.-H.) De Plattelan- dersbond viel weqr eens uiieen, de heer De Boer stemde voor, de heer Braat tegen. Vrijdag kwam de nieuwe wijziging der Huurcommissiewet en Huuropzeggingswet in behandeling. De jongste wijziging had plaats bij de wet van 19 Februari 1921, waarbij de tegen huurverhooging gestelde rem iets losser werd gezet. De verhuurder mocht twen zonder tus- schenkomst der Huurcounmis&ie een huurprijs bedingen, die niet hooger was dan 20 pCt. boven den geldenden prijs van 1 Januari 1916 (eventueel 10 pet. boven de huur van 1 Ja nuari 1918), terwijl de groepen van woningen welke aan de werking der Huurcommissie wet zijn onttrokken, zijn uitgebreid. Het ontwerp, waarmede de Kamer een aanvang heeft gemaakt, beoogt niet anders dan een stap verder te gaan op den toen in geslagen weg, om ook zoo geleidelijk moge lijk te komen tot afschaffing van deze cri- siswet. Algeheele afschaffing wilde de Regeering nog niet, maar zij wil die mogelijkheid ver gemakkelijken. Tot dusver kon de Huurcommissie verhoo gingen toestaan als regel tot 50 pCt. boven den normalen huurprijs van 1916 (37)4 pet. boven 1918); thans wordt voorgesteld den verhuurder vrij te Int en, zonder fusschen- korost der Huurcommissie, deze percentages te bedingen. Dit is in hoofdzaak de beteekenis van deze nieuwe wijziging, die inderdaad gewenscht is, om ook op dit gebied) tot het vrjje bedrijf terug te keeren, Na een bezadigde verdediging van den anti-rev. heer Zijlstra,, kwam al direct de socialist J. ter Laan met zwaar geschut los branden. Evenals zijn communistische col lega dr. van Ravesteyn betoogde de woord voerder der S, D. A. P., dat er nog zoon groot woningtekort is en nog zulke hemel tergende woningtoestanden. Dit laatste kan men ten volle beamen en toch voor verrui ming van de Huurwetten :zijn, op grond dat deze juist de woningproductie schaden, door dat zij kunstmatig de huur van oude wonin gen te laag houden, waardoor de vraag naar nieuwe, duurdere woningen gedrukt wordt. Bij de niet-socialisten vond het ontwerp geen onverdeelde instemming. De heer Her mans wilde voor verschillende plaatsen de vrije verhooging tot minder dan 50 be perken. De anti-rev. heer Smeeak wilde tot 30 gaan en indien er groote uitgaven voor on derhoud noodig zijn, de Huurcommissie tot 50 laten gaan. Hem naderde, dicht de vrijz. dem. heer Oud. die voorstelde tot 35 (resp. 25 te gaan. Daarentegen wilde mr. van Gijn, zich op het advies van den Woning raad beroepend, tot hooger percentages komen en hij meende, dat het beste genees middel tegen ongewenschte woningtoestan den is, dat er perspectief komt" in de vrije percentages. In gelijken geest sprak de katholieke Haagsche wethouder van Vuuren die overigens niet geloofde, dat een vrijge ving van 50 in de huidige omstandigheden ook een verhooging met 50 over de ge heele linie ten gevolge zal hebben. Geheel anders dan zijn collega Hermans wilde de heer van Vuuren niet weten van het schep pen van weer een nieuwe categorie van ver huurders, die meer een speciale behandeling genieten. Minister Aalberse kwam Vrijdag niet aan 't woord. Heden, Dinsdag zal hij zijn standpunt uit een zetten. f verneemt daarover, dat onderscheid wordt gemaakt tusschen zendingen in en buiten de stad. In het algemeen hebben de autoriteiten opdracht de gewone geldtransporten binnen de stad te doen geschieden, onder toezicht van beambten in uniform. Moet echter b.v. de rijksdrukkerij groote getallen nieuwe bankbiljetten naar den Rijksdag zenden, dan feschiedt dit in groote ijzeren wagens, wel- e dan bovendien nog slechts voor de helft gevuld zijn, zoodat eventueel een betrekke lijk gering bedrag in handen dert dieven valt Zulk een transport wordt ook niet begeleid door beambten in uniform, maar in burger. Worden groote bedragen naar elders gezon den, dan worden zij gewoonlijk verpakt in ijzeren kisten. Dit schijnt ook thans het ge val geweest te zijn. Dat er slechts twee be ambten bij waren en dat de kisten waren geplaatst in een coupé derde klasse, is waar schijnlijk geschied, omdat men dacht, dat deze methode de minste aandacht zou trek ken. Men moet n.l. wel bedenken, dat een som van 15 milliard in vijftig duizend mark biljetten een gewicht heeft van ongeveer 600 K.G. (en het zullen wel voornamelijk dui zend mark-biljetten zijn geweest). Hoe min der mannetjes dus erbij, des te minder trekt zulk een zending de aandacht. Men ver moedt dan ook, dat hier verraad in het spel is geweest. In verband met de door sommigen ge uite vrees, dat de Franschen met behulp der clichés thans zelf Duitsch papieren geld kunnen drukken, wordt erop gewezen, dat de Franschen daartoe ook de beschikking zouden moeten hebben over het noodige pa pier en de nummers, hetgeen niet het geval is. DE FRANSCHE ACTIE IN WEST- DUITSCHLAND. De bezetting van Köningswinter. De Franschen melden door bemiddeling ♦in het Havas-burèau te Dusseldorf Zonder incidenten hebben wij op den rechteroever het gebied van Köningswinter bezet tusschen het Britsche bruggehoofd van Keulen en het bruggehoofd van Coblenz, Benevens dat van Mainz, teneinde den spoor weg in handen te krijgen, die op den rechter Rijnoever Keulen met Mainz verbindt, tot dusver onderbroken door onbezet gebied, waardoor de douanecontróle denkbeeldigwerd gemaakt. De nieuwe bezettingen zijn dus het logisch gevolg van het nieuwe Rijnlandsche douanecordon. De toestand te Bot hum. Havas meldt uit Dusseldorf, dat alle raads leden van Bochum op twee na, zijn vrijgela ten vier zullén worden uitgewezen. Terwijl de toestand te Essen en Gelsenkirchen aan merkelijk is verbeterd, blijft hij te Bochum gespannen, waar een huiszoeking in het ge bouw van de kamer van koophandel heeft plaats gehad (bedoeld wordt blijkbaar de totale leegplundering van dat gebouw) en alrijke documenten in beslag zijn genomen. Bij een huiszoeking in de bureaux van het blad „Het Vrije Woord" te Dusseldorf zijn 150 K.G. pamfletten in -slag genomen. De geallieerden nemen maatregelen om „sta- kingsgelden" in beslag te nemen. Een Havas-bericht uit Dusseldorf meldt, dat gisteren de stakende spoorwegbeambten te Worms en omgeving zouden worden uit betaald en dat de daartoe noodige gelden reeds daar zouden zijn aangekomen. De ge allieerden autoriteiten hebben maatregelen genomen teneinde bijtijds die bedragen, be stemd om de stakingsbeweging te steunen, in beslag te nemen. De in beslag genomen milliarden. Havas meldde, zooals men weet, de in beslagneming in een trein, uit Duitschland komende, van ongeveer 12 milliard papier mark en eenige cliché's. Uit een ingesteld voorloopig onderzoek blijkt, dat elf milliard bestemd was voor de kas van de stakende spoorwegbeambten. De inbeslagneming van de Duitsche milli arden (volgens de eene opgaaf tot een bedrag van twaalf, volgens de andere van vijftien milliard) doet natuurlijk de vraag rijzen, in verband met het feit, dat slechts twee be ambten het geld in een derde klassecoupé vervoerden, hoe gewoonlijk dergelijke geld zendingen plaats hebben. Het „Berl. Tag." De zwarte troepen. Naar wij gemeld hebben, heeft Havas tegengesproken, dat zwarte troepen ter ver sterking naar het Roergebied zouden zijn gezonden. Er zouden slechts 200 soldaten van Martinique zijn geweest als tijdelijke aflossing van een, regiment. Een neftig geschreven hoofdartikel van de Daily Chronicle behandelt nu het gebruik van zwarte troepen door de Franschen in het Rijngebied. Afgaande op berichten van zijn correspondent in het Rijnland, consta teert het blad, dat de Franschen de vorige week in drie plaatsen Marokkaansche troe pen brachten, waarvan de helft echte negers. Besloten was die troepen niet in kazernes of openbare gebouwen, maar in de huizen der blanke bevolking in te kwartieren. Het blad vraagt of de hulp, door Bonar Law's wel willende neutraliteit verschaft, de Engelschen verplicht gruwelijkheden van dezen aard te bevorderen. De politiek van schrikaan jaging, inbeslagneming, dwang en roof, welke thans door de Franschen te Essen en Bochum wordt gevolgd, is voor Engelschen pijnlijke lectuur. Het blad wijst dan op Engeland's verantwoordelijkheid en besluit dat de tijd nadert, dat Engeland niet langer aan de Fran- sche actie de goedkeuring kan geven, welke thans uit zijn stilzwijgen is op te maken. De Daily Mail vestigt de aandacht op de uitkomsten van het onderzoek van Fransche, Engelsche en Amerikaansche autoriteiten waarbij de beschuldigingen van Duitschen kant tegen de Fransche troepen op den lin ker Rijnoever weerlegd zijn. Het Ameri kaansche rapport, opgesteld door kolonel Coloman verklaart bepaaldelijk dat de ge kleurde troepen zich kalm en ordelijk ge dragen. Alle wreedheden, die de Duitsche pers hun heeft aangewreven, zijn leugens en bestemd om politieke propaganda te maken Meeningsverschil tusschen Frankrijk en Engeland? De Brusselsche „Peuple" wijst er op, dat tusschen België en Frankrijk ernstig mee- ningsverschil bestaat omtrent het doel, met het Roeravantuur nagestreefd. Zoo heeft Jaspar Donderdag in de Kamercommissie voor de buitenlandsche zaken verklaard, dat geen enkel politiek oogmerk achter de bezetting van het Roergebied bestond, doch op denzelfden dag verklaarde Millerand op het banket van het „Comité Républicain du Commerce," dat Frankrijk wel geen annexatie op het oog had doch besloten was, Zijne veiligheid te verzekeren, terwijl den zelfden Donderdag Albert Sarraut te Was hington verklaarde, dat Frankrijk thans be zig was te voltooien, wat in 1918 onderbroken werd. Daaruit blijkt, aldus betoogfde „Peuple", dat tusschen beide regeeringen een ernstig meeningsverschil is gerezen, want Jaspar is tegen elk politiek oogmerk, maar het doel door Millerand nagestreefd is van politieken aard, terwijl Sarraut van de bezetting van het Roergebied gebruik wil maken om het verdrag van Versailles omver te gooien. De „Peuple" vraagt dan, of de Belgische solda ten het Roergebied zijn binnengetrokken om de Fransche politieke oogmerken, die België niet goedkeurt, te helpen doorvoeren. Het blad eischt een precies en ondubbelzinnig antwoord, temeer daar volgens het blad men 'in Engelsche officieele kringen ernstig be zorgd is over de duidelijke Fransche plannen, om zich blijvend aan den Rijn te vestigen, welke onrust bij de Engelschen nog wordt verhoogd door het feit, dat de Fransche pers een zeer groot belang hech.t aan het politiek testament van Delcassé, die Rijnland onder Fransche controle wenscht te stellen. Zal België, zoo besluit het blad, zich tot dit ge vaarlijke spel laten verleiden? Wij meenen van niet. Delcassé over de Roerbe- zetting. De pas overleden oud-minister van Bui tenlandsche Zaken in Frankrijk, Delcassé, heeft zich tegenover den redacteur van een blad te Nice voor zijn dood als volgt uitge laten over de Roerbezetting Sedert wij in de Roer zijn, ben ik er ook, alle Franschen moeten er met de regeering zijn. Maar de Roer is slechts een episode, men moet eens de slotsom trekken. Ik heb mijn stem niet aan 't verdrag van Versailles gegeven, omdat het ons den dag van morgen niet waarborgt. Het is absurd, een volk van 60 millioen te willen dwingen gedurende 44 jaar aan een ander belasting te betalen. Het is precies hetzelfde, alsof men die natie -wil dwingen, opnieuw oorlog te maken, om haar jonge generaties te be vrijden van een vazalschap, waarvan ze nooit den oorsprong zullen begrijpen. Poltieke dingen moeten eenvoudig zijn. Na dezen oorlog behoefden we een verdrag, dat ons vergoeding en veiligheid zóu geven. Bij den wapenstilstand hadden we aan stonds de hand op de Duitsche banken moeten leggen. Rijnland moet aan Duitsch land ontnomen en onder Fransch toezicht gebracht. Dan zal Frankrijk vergoeding krijgen door de belastinginning, landbouw en handel dier rijke streek. Dan zullen we de heele wereld niet meer met onze eischen vervelen en verklaren we ons voldaan. De Rijngrens zou geen enkele concentratie van Duitsche troepen op ons Noordelijk front mogelijk maken. In de naaste toekomst staat Frankrijk te allen tijde aan een nieuwen aan val bloot. De Vorwarts schrijft over de poging der Franschen om de spoorwegen in het Roer gebied in eigen beheer te nemen Tot dusver hebben de Franschen en Belgen 10.000 spoor wegmannen naar het nieuwe B. G. gestuurd, die echter nog niet eens in staat zijn, de twee gemilitariseerde sporen zoo te doen functio- neeren dat zij eenige bate var. beteekenis a'- werpen.Daaruit blijkt a! dat „loonend beheer" waarnaar de Franschen streven, nog zoo ge makkelijk niet is. Duitschland had voor de bezetting 100.000 spoorwegmannen in het Roergebied aan het werk, die over jaren lange praktische ervaring beschikten, elke stelplaats in onderdeelen kenden en land en bevolking kenden. Dat zijn onontbeerlijke voorwaarden voor een loonende exploitatie, die de Franschen en Belgen niet kunnen ver vangen, zelfs al sturen zij er 150.000 spoor wegmannen heen. Daarom doen zij ook wan hopige pogingen om Duitsche arbeiders in hun dienst te krijgen. De Vorwarts verzekert dat geen georga niseerde arbeiders zich daarvoor zullen laten vinden. Zij weigeren slavendiensten voor Frankrijk te verrichten en weten dat er in Duitschland maatregelen zijn getroffen om hen voor gebrek te behoeden als de nood aan den man komt. De Franschen, zegt de Frankf. Ztg., zijn in het nieuwe bezette gebied druk aan het zoeken naar ministers die het verbod om er te komen zouden willen overtreden. Het verkeer op de sporen en de groote wegen wordt scherp gecontroleerd. Na een te Bar men gehouden vergadering van bestuurs ambtenaren in de Rijnprovincie moesten alle deelnemers zich als niet-ministers legi- timeeren voor zij door de controle werden doorgelaten. Een regeeringsraad die dat niet kon, werd vastgehouden, onder de verden king Duitsch minister te zijn. Hetzelfde blad meldt dat de Franschen, die Duitsche arbeiders trachten aan te werven voor de gemilitariseerde sporen, de volgende arbeidsvoorwaarden aanbieden 10 uursche arbeidsdag en het ter plaatse gebruikelijke dagloon. Bij ongevallen hebben de arbeiders geen recht op schadevergoeding. Erg aan lokkelijk lijkt vooral de laatste bepaling niet,- daar er aan een veilig verkeer ook op deze sporen nog al het een en ander ontbreekt. Zaterdag is in de tolhaven van Mannheim de Nederlandsche sleepark Wijkdienst 12 van de Nieuwe Rijnvaartmpij. door de Fran schen bezet, ondanks de protesten van den kapitein die zich beriep op de Nederlandsche vlag en bovendien op de omstandigheid dat Mannheim niet tot het B. G. behoort. De ark kon echter niet worden weggesleept daar de brug gesloten was. Bij het concert in het circus Busch voor de inzameling ten behoeve van de Roerbevolking waren Zondag president Ebert, de rijkskanse lier en min. Gessier aanwezig,Laatstgenoemde heeft een korte toespraak gehouden om het Duitsche volk tot eensgezind verweer tegen de wederrechtelijke Roer-bezetting aan te sporen. De duizenden aanwezigen hebben deze aanmaning geestdriftig beantwoord. De Deutsche Bühnenklub heeft bij een voorstelling in het A dmiralpalast 2 Yt millioen mark voor de Roer ingezameld. Eenigen tijd geleden had een Ameri- kaansch film-operateur in het bezette gebied een reeks filmen opgenomen, die het optre den der Franschen tegenover de Duitsche bevolking in beeld brachten. In het bezette gebied had men op den Amerikaan jacht ge maakt. Hij was echter in zijn auto ontkomen- De film werd in Berlijn ontwikkeld, terwijl twee copieën zich reeds in het buitenland bevinden. Het negatief is thans door Fransche agenten in den nacht van Vrijdag op Zaterdag gestolen. Men heeft echter een copie en zal daarvan weer een negatief maken. De Matin verneemt uit Dusseldorf Twee oplichters, die zich uitgaven voor agen ten van het Fransche ministerie van finan ciën, hebben bij een bank te Essen een hoe veelheid guldens ter waarde van eenige mil- lioenen mark, gerequireerd. DE POLITIEK VAN ANGORA. De berichten uit Angora zijn niet duide lijk. De Raad van Commissarissen besloot Zondag op het laatste oogenblik, zijn voor stellen aan de Nationale Vergadering te herzien. Waarom ze nog niet bij de Vergade ring werden ingediend. Een blad maakt melding van de vorming van een nieuwe groep, genaamd de groep der or.afhanke- lij ken.Jaie snel aanhangers krijgt, in het bij zonder onder de militairen, die de verwer ping eischt van alle concessies, welke niet in overeenstemming zijn met het nationale pact. UIT IERLAND. Zooals men zich herinnert werd destijds bij de onderhandelingen te Londen tusschen de Engelsche regeering en Zuid-Ierland vast gesteld, dat een grenscommissie zou worden ingesteld, die de grenzen tusschen den Zuid-Ierschen Vrijstaat en Ulster zou moe ten afbakenen in verband met het feit, dat een klein deel der bevol Icing van de zes Noor delijke graafschappen zich op Zuid-Ierland oriënteerde. Deze grenscommissie werd Noord-Ierland eigenlijk opgedrongen, dat zich door de Engelsche regeering plotseling voelde „losgelaten" en er zich voor het oogenblik, doch niet zonder zichtbaren wrevel, in schikte. Sedert is van deze zaak niets meer vernomen de commissie kwam niet tot stand. Het blijkt nu,, dat te Belfast bericht is ontvangen, dat de rechtskundige raadslieden der Kroon een leemte hebben vastgesteld in de Iersche Verdragswet, vol gens welke de commissie voor de grensher ziening had moeten worden ingesteld. De correspondent van de „Evening Standard", die hiervan melding maakt, voegt er aan toe, dat daardoor de steun van de voornaamste rechtsgeleerden wordt gehecht aan de krach tige houding, die Sir James Craig, de pre mier van Noord-Ierland, en zijn regeering innemen, die voornemens waren de com missie te boycotten, haar bevindingen te ne- geeren en zich te beroepen op de vroegere wet, die het parlement van Noord-Ierland jurisdictie gaf over eiken duim der zes graaf schappen. Te Belfast neemt men aan dat de regee ring van den Vrijstaat de tegenwoordige grens erkent door de instelling van een douanelinie langs de grens. Mary Macswiney heeft aan den Paus ge seind, om zijn tusschenkomst te vjagen ten behoeve van haar zuster Annie, die onlangs te Cork in hechtenis is genomen en nu al elf dagen vast. Mary keert zich tegen de poli tieke actie der Iersche geestelijkheid en be schuldigt de bisschoppen ervan, dat zij Annie de sacramenten onthouden. ONTRUIMING VAN MESOPOTAMIE DOOR ENGELAND De politieke medewerker van de Weekly Dispatch schrijft „De regeering is, naar ik verneem, tot de slotsom gekomen, dat wij Mesopotamië zoo spoedig mogelijk moeten ontruimen. Het doel met de benoeming van een commissie uit het kabinet voor het onderzoek van den heelen toestand van Engeland in het Nabu rige Oosten, was na te gaan, welke onze ver plichtingen zijn en hoe wij aan onze ver bintenissen in Mesopotamië een einde kun nen maken zonder het Britsche aanzien te schaden. „De commissie is bijkans gereed met haar werk en haar verslag wordt binnenkort ver wacht. De regeering zal dan een mededeeling in het Lagerhuis doen." Majoor Hills, de financieele'secretaris van de Schatkist, die in Liverpool candidaat is bij een tusschentijdsche verkiezing, heeft voorts aan een man van de Weekly Dispatch verklaard „Ik wil er zoo spoedig mogelijk vandaan," en hij voegde erbij dat zijn col lega's in de regeering er evenzoo over dach ten. DE VER. STATEN EN HET INT. GE RECHTSHOF. De meeste Amerikaansche bladen keuren Harding's plan, dat Amerika zich bij het Permanent hof van internationale justitie zal aansluiten goed, maar achten den tijd te kort voor een actie in de huidige Congres zitting. De World ziet in de aanbeveling een toetssteen voor mogelijke toekomstige ont wikkelingen. De Tribune zegt een groote stap naar veiligheid zal zijn gedaan indien de Senaat de aanbeveling aanneemt. De Times stelt vast, dat de regeering voor het onvermijdelijke zwicht door den eersten grooten stap te doen, welke beteekenis heeft. De Herald vraagt zich af, waarom Harding, na op het scheepvaart-ontwerp verslagen te zijn, om een nieuwe onvermijdelijke neder laag vraagt in de sluitingsuren van het Con gres. HET POOLSCH-LTTAUSCHE CONFLICT. Naar het P. T. A. uit Warschau seint, heeft de Poolsche minister van buitenlandsche zaken in een telegram aan den Raad van den Volkenbond nogmaals op de vredelievendheid gewezen van Polen ten opzichte van Litauen, van welk land piet hetzelfde kan worden ge zegd. DE POOLSCHE GEDELEGEERDE MOET MEMEL VERLATEN. Naar een P. T. A.-telegram uit Warschau meldt, heeft de Poolsche gedelegeerde te Memel aan de pers de volgende beschrijving gegeven van het verloop der jongste gebeur tenissen. Na de coup de main der Litauers nam de Fransche hooge commissaris Petisne de lei ding op zich van de verdediging der stad, hetgeen tot 15 Jan. duurde. To3n de gealli eerde schepen en de geallieerde commissie onder leiding van den Franschman Clin- chant aankwamen, bevond zich het gezag geheel en al in handen van de revolutionairen, aan wier hoofd Simonaitis stond. Besloten werd in gemeenschappelijk overleg een voorloopige regeering onder Galius in te stel len. Toen Petisne met de commissie-Clin- chant Memel verliet, nam Polowinski, bijg. Boedrys, bevelhebber van de Litausche onge regelde troepen, de leiding in handen en eisch- te dat de aanwezige Polen aan boord zouden gaan van het schip van de delegatie, terwijl hij tevens aan de leden der delegatie verzocht Memel te verlaten, daar anders geweld zou worden gebruikt. Dientengevolge verliet de Poolsche delegatie Memel, de behartiging der Poolsche belangen toevertrouwende aan de Engelsche vertegenwoordigers. De Poolsche gedelegeerde schat de Li tausche militaire macht te Memel op 40.000 man geregelde en ongeregelde troepen. EEN PROTEST VAN TSnTSJERIN TE GEN DE TOEWIJZING VAN MEMEL AAN LITHAUEN. De commissaris van buitenlandsche zaken der sovjetregeering, Tsjitsjerin, heeft een radiogram gericht tot de Britsche, de Fran sche en de Italiaansche regeering om te pro testeeren tegen de toewijzing van Memel aan Litauen,door de conferentie van ambassa deurs, buiten Rusland om. Tsjitsjerin herin nert er aan, dat de sovjetregeering reeds op 22 December een protest tot bedoelde regeerin gen heeft gericht tegen een regeling van de quaestie van Memel zonder deelneming van Rusland en zijn bondgenooten. In dat protest werd er op gewézen, dat het boschbedrijf der sovjet-republieken in groote mate afhing van de voorwaarden, regelend de waterverbindin gen van dit gebied benevens van het gebruik van de haven van Memel, die een van de na tuurlijke uitwegen vormt voor den Russi- schen uitvoer. De Russische regeering stelt de geallieerde regeeringen aansprakelijk voor alle schaden en nadeelen, welke voor Rusland en zijn bondgenooten kunnen voortvloeien uit het besluit inzake het lot van Memel en uit de voorwaarden der toewijzing aan Litauen. De sovjetregeeringen zullen, zoo deelt de heer Tsjitsjerin mede, te zijner tijd, wanneer het gaat om de wederzijdsche regeling van aanspraken, bij de geallieerde regeeringen den eisch indienen tot vergoeding voor de bedoelde schade. Met name heeft de sovjetregeering be zwaar tegen het internationale beheer der haven van Memel met deelneming an Polen en zonder die van Rusland en zijn bondge nooten, hetgeen een ontoelaatbare aanslag wordt genoemd op de meest elementaire be langen van Rusland en zijn bondgenooten. In elk geval acht de Russische regeering he' ontoelaatbaar, dat Rusland en zijn bondge nooten zouden worden uitgesloten van een eventueel internationaal beheer van de ha ven. Evenals ten aanzien van de voorgaande quaestie haar houding reserveerend ten aanzien van het beste stelsel voor een rege ling der internationale positie van de Nje- men, constateert de Russische regeering, dat het ook ten opzichte daarvan ontoelaat baar is, dat Rusland wordt buitengesloten en dat alleen een oplossing, waarbij a.-n Rus land en zijn bondgenooten de vrijheid van vervoer o.a. van het houtvlotten op de Nje- men wordt gewaarborgd, door dit land kso worden erkend. De Russische rege-.ang hoopt, dat de regeeringen, die hebben deel genomen aan het desbetreffende besluit van gedachten zullen wisselen met Rusland en zijn bondgenooten, om een eind te maken aan den toestand, geschapen door haar stap, die ernstige gevaren oplevert voor het consolideeren van den vrede in Oost-Euro p— VAN DEN VOLKENBOND. Het algemeen secretariaat van den Volken bond heeft de regeeringen van alle staten leden, alsmede die van Duitschland, de Ver- eenigde Staten, Mexico en Ecuador, uitge- noodigd tot een conferentie te Genève, die 15 Oct. a.s. begint en beoogt de douane-for maliteiten in alle landen op uniformen leest te schoeien. Ondanks den tegenstand der socialisten heeft de hooge raad van Genève een krediet van 400.000 frs. en een bijdrage van 200.000 frs. toegestaan voor den aankoop van grond en den bouw van een paleis voor de Alge- meene Vergadering van den Volkenbond. Op het Zondag te Glasgow gehouden congres der Schotsche Arbeiderspartij deelde de secreatris mede, dat twee afdeelingen com munisten hadden afgevaardigd, doch dat deze afgevaardigden krachtens de statuten niet verkiesbaar waren. Na eenige discussie be sloot het congres met overweldigende meer derheid, de communisten niet toe te laten. Bij Koninklijk besluit is het ministerK voorde bevrijde streken in Italië afgeschaft. Te Berlijn is een Italiaansch apotheker, die verdacht wordt in den Simplon-expres een bedrag van 570 millioen mark in goud te hebben gestolen, ingerekend. Vermoedelijk zal de man, die Marilo Ar» maretti heet, niet naar Frankrijk (dat vóór de Roerbezetting zijn uitlevering had gevraagd, bijaldien hij op Duitsch gebied mocht wor den gearresteerd), doch naar Italië worden uitgeleverd. Naar Havas uit Berlijn meldt dreigt daar met 1 Maart een staking van huishuur ders, die zullen weigeren de geweldige huur verhoogingen te betalen. Naar de Times uit New York verneemt heeft de politie in de kelders van een huur kazerne kisten met 200 moderne legerge weren en duizenden revolverpatronen en handgranaten ontdekt welke naar zij meent bestemd waren voor de Iersche republikei nen. Naar Reuter uit New York meldt heeft een aantal bekende mannen besloten een maatschappij te vormen voor de exploitatie van een luchtschip-dienst New York-Chica go met medewerking der regeering. Van de diensten van een Duitsch Zeppelin-deskun dige zal gebruik worden gemaakt. Gustaaf V, Koning van Zweden, die 2 Maart a.s. zijn intrede in ons land zal doen, is het vijfde regeerende lid uit het huis Ber- nadotte, dat in 1818 in Zweden werd ge grondvest door den persoon van Napoleon's beroemden maarschalk Charles Jean Berna- doi-te. Ale merkwaardigheid zij hier vermeld, dat van alle dynastieën die tijdens het eerste keizerrijk tot macht en aanzien kwamen, het huia van Charles Jean het eenige is, dat zich tot op den huldigen dag heeft gehandhaafd. Het was trouwens niet door verovering, maar door de keuze van het Zweedsche volk, dat maarschalk Bernadotte, prins van Ponte Corvo, koning van Zweden werd. In het „Hbld." lezen wij de volgende bij zonderheden over koning Gustaaf en zijn regeering: 58 Dit was een slechte gewoonte, cüe ik met kracht moest bestrijden, of zij zou mij te machtig worden. Ik vermoedde zelfs dat er gedurende mijn ifwezigheid groote onaangenaamheden tus- iche Herbert Vaughan en zijn zuster hadiden plaats gehad; bet gelaat der zuster was veel magerder en bleeker, dan toen ik het voor 't satst gezien had. Gij zijt ziek geweest, Mary, riep ik eens klaps uit, gij hebt verdriet gelhad. Neen, neen, ik ben alleen bezorgd Zcwoest over u, mijn beste. De heldere glini- a dij es, de oude opgewektheid en de levens lust zullen thans wel weer teruk- komen. En Ellen, zcide ik, terwjjl ik hare omhel zing beantwoordde, die ik weinig verwachtte hier te ontmoeten, die ik nog met haar huwe lijk geluk moet wenschen, en voor wie ik met hart en ziel het beste in de toe komst afsmeek! Ik dank u, antwoordde zij, ik zal voor taan recht gelukkig zijn, Ganut, en ik ben voor altijd van. levens zorgen ontslagen van *1 die kleine kwellingen verlost, waarover ik mij zoo dikwijls placht te beklagen en u mee te vervelen. En gij zijt altijd dezelfde goede edelmoedige broeder, en hebt mij niels he verwjjlen. Gij duidt het mij niet ten kwade, dat ik mijn huwelijk, op verzoek van Herbert, twee of drie maanden geheim hebt gehouden; hij wenschte dit, tot da hij het persoonlijk aan Mary had bekend gemaakt. Toch was het mjj niet mogelijk het voor moeder geheim te houden, Ganut. het was een onnatuurlijke toestand, waaraan ik een einde maakte, voor dat mijn zenuwachtige echtgenoot het mij toe stond. Maar, vervolgde zij, mot een helderen glimlach op hem, hij heeft er mij niet veel om beknord - en zei alleen, da ik hem sleChts eenige dagen vooruit wias geweend. Niet voed moer, antwoordde hij. Zijt gij en Herbert goede vrieden? vroeg üij levendig. Herbert keerde zich van den spiegel af, en zag ons aan. De beste vrienden van de wereld, zeide bij luchtig; vrienden die sommige zaken uit een verschillend oogpunt inzien, maar die dat zeer kiesob weten uit te drukken, cn hoege naamd geen lust hebben zich ter eene van die uitcenloc pende zienswijze de keel af te snij den. Wij zijn de beste vrienden van de wereld, nietwaar mijnheer Gear? Ik weet niet waarom wij vijanden zouden zijn. Hij kwam nader; wij drukten elkaar dc hand, ten onderpand onzer goede verstand houding in de toekomst. Hij liet zich vervolgens in een leunstoel bij de tafel vallen, terwijl hij het oude misboek weer opnam, dat ik den eersten avond onzer kennismaking ook in zijn handen hud gezien. rt Komt gij niet bij ons aan den haard zit ten Herbert, en aan het algemeen gesprek deelnemen over de zaken, die ons aller wel zijn betreffen? vroeg Ellen. Aanstonds, lieve, hernam hij; ik heb he denavond zware hoofdpijn. Hij ondersteunde zijn voorhoofd met de hand, en boog zich niog meer over zijn boek. Toen ik hem bezag, bespeurde ik, dat hij er bleek en afgemat uitzag. Hij ondervond misschien de terugwerking van zijn fijn berekenden aanval en zijner meesterlijke verdediging. Hij zag den blik, dien ik op hem wierp. Als wij elkaar boter zullen kennen, Gear; of liever, wanneer gij tot de familie behoort, zult gij zien, dat ik somtijds aan hevige hoofd pijn lijd. Hedenavond is het mij dubbel moei lijk, daar ik zooveel werk heb. Gij wilt daarmede toch niet zeggen, dat ge nog naar de studeerkamer gaat, Herbert? vroeg zijn vrouw. Ik denk wel, dat ik dit vanavond nog doen zal, was zijn antwoord, Hij stond kort daarna recht en verliet de kamer, toen wij daar nog zoo gezellig bij el kander zaten. Ik heb veel werk en weinig lust er toe, zeide hij, als een halve verontschuldiging, eer hij de deur achter zich toe trok. Zijn heengaan was, tenminste voor twee van ons, een voldoening, misschien ditmaal wel voor drie. Gij hebt toch niet getwist, Ganut? vroeg Ellen opnieuw, en ik stekk haar nogmaals gerust. Hij is van avond stil en nadenkend, zeide Ellen, het schijnt dat hem iets hindert. Beste Ellen, hij is onderhevig aan zulke vlagen van somberheid, zeide mevrouw Zit man; maakt u daarover niet ongerust. Dat zal nog wel meer gebeuren, hij is een geleerde. O, ik ben er niet ongerust over, Mary, riep Ellen uit; ik ben niet van zin mij nog ooit ongerust te maken. j Dat is goed. Ik heb mijn geheele levenswijze veran derd, om gelukkig te worden, en ik wil nu ook steeds de tevredenste vrouw dor wereld zijn. Niemand ral ooit behoeven te vragen, wat mevrouw Vaughan zich toch aantrekt, dait zij er zoo bezorgd en afgemat uitziet. Zij zeide dit met een trotsche beweging van haar schoon hoofd. Ik verbeeldde mij, zooals zij daar voor mjj zat, dat xij de kracht zou hebben om veel te verdragen, zonder ooit te klagen. Ik geloofde haar, ail sprak zij Hmns op onbezorgden tuchtigen toon. Niemand zou ooit weten wat daar binnen bij haar omging. Ellen cn ik zijm den ganschen dog onge rust geweest, zeide mijn verloofde; het waren eigenlijk oorlogsmoeilijkheden, die ons beiden bezig bidden. Wij vreesden dat Herbert u aan het veerhuis zou afwachten en u met allerlei bewijzen zou overslroomen, om tc toonen dat wij het ongeschiktste paar van de wereld zijn. Zij had ook den luchtigen toon van Ellen aangenomen, maar haar gelaat drukte meer uit, dan dat van Ellen. Hoe denkt gij over onze verloving, Ellen? Ik vind dal gij voor elkander in de wieg zijt gelegd. Maar zeg dat niet aan Herbert, want hij zou lifct mij heel kwalijk nemen. Gij, mannen denkt altijd zoo geheel anders dim wij, vrouwen, voegde zij er bij. Wel, mij dunkt ook, dat wij geen betere keuz hadden kunnen dioen, zeide ik lachend. AI werden wij doodarm door uw huwe lijk, ik zou er mij om uwentwille toch in ver heugen, Ganut; en ik verheug er mij dubbel in, voor mijn nieuwe zuster, die u zoo innig lief heeft. Wat zou het aardig zijn voor ons allen, zoowel voor Herbert en mij, als voor Canut en u, van dicht bij elkander te wonen. Wij zaten dien winteravond allergezelligst te praten. De gelaatstrekken van mevrouw Zitman ontspanden zich meer en meer, en de zenuw achtige onrust die er eerst op te lezen stond, maakte voor een kalmere uitdrukking plaats. Ellens vroolijke opgewekte stemming had het gesvensohte uitwerksel op haar nieuwe zuster, vooral nadat Ellen Mary met haur ernstige houding gedaagd had. Beste Ellen, ik ben op mijn manier rees gelukkig. Ik heb mij nooit gelukkiger en dankbaarder gevoeld dan heden avond, voegde zij er bij, terwijl zij haar hand ver trouwelijk in de mijne legde. Ellen dacht een oogenblik later, dat wij misschien wel wat alleen zouden willen zijn. Ik ga mijn geleerden echtgenoot eens opzoeken, en hem van zijn boeken weghalen, zeide zij; ik wil geen bestoven boeken en pa pieren dulden tusschen hem en zijn liefde voor mij. Toen zij de kamer verlaten had, hief Mary Zitman haar groote verwonderde oogen tol mij op. Is het niet onverklaarbaar? zeide zij. Wat is onverklaarbaar, Mary? Dat zij hem bemind heeft, hem getrouwd beeft, en hem naar dit sombere huis gevolgd is, om zich hier voor altijd met hem op to sluiten; dat mijn vroeger leven, hetwelk ik onvtluoht, wanneer ik hier weg ga, door een ander wordt overgenomen, cn dat nog wei door haar, die een gansch ander lot verdien de. O, Ganut! riep tij in hevige gemoedsbewe. ging uit, had ik uwe zuster maar zes, maar drie maanden vroeger gekend! Wat weel gij tegen hem, waarom gij n zoo ongerust maakt over het lot dat Ellen wacht? Stil! spreek zacht. Zelfs do muren heb ben hier ooren, zeide zij. Ik weet niets Canul; ik heb niets gezien; maar hij.... heeft mij nooit lief gehad, en is iwqH JMKi ,yoor mij

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1923 | | pagina 5