BUITENLAND
BINNENLAND.
De vloek van het qeld
Tweede Blad.
27 Februari 1923
PARLEMENTAIRE KRONIEK.
GEM. BUITENL. BERICHTEN.
De bezetting van Königswinter. De in beslag genomen Duitsche milllar-
Jen aan bankpapier. Felle kritiek van de Daily Chronicle op het gebruik
van zwarte troepen aan den Rijn. De politiek van Angora. Memel en
Litauen. Ontruiming van Mesopotamië door Engeland?
Onder de Telegrammen: Engeland trekt op één na al zijn oorlogsschepen
uit Smyrna terug. De Britsche regeering wil zonder hare vooraf ge
vraagde toestemming geen arrestaties meer toestaan in de Britsche zone
aan den Riin. De Franschen bezetten opnieuw verschillende plaatsen
aan den rechter Rijnoever.
KONING GUSTAAF VAN ZWEDEN.
FEUILLETON
(Naar eene Engelsche vertelling).
DE BENOEMBAARHEID VAN DE VROUW TOT RECHTERLIJKE BETREKKINGEN.
WIJZIGING DER HUURCOMMISSIEWET EN DER HUiUROPZEGGINGSWET.
Nadat Donderdag de intrekking der Sche
penuitvoerwet zonder beraadslaging was
goedgekeurd, kwam de Vrijzinnig-Democrati
sche heer Marchant voor het front met zijn
wetje tot wijziging van de wet op de rech
terlijke organisatie en het beleid der justitie.
Dit wetsontwerpje had tot doel de wettelijke
bevoegdheid te bepalen van de benoembaar
heid der vrouw tot rechter.
Het was begrijpelijk, dat deze kwestie in
de Kamer, waar reeds 7 vrouwen aanwezig
zijn, waarvan 3 juristen, heel wat redevoe
ringen uitlokte.
Twee dezer dames-juristen namen aan de
discussie deel, daarbij gesecondeerd door een
viertal mannelijke collega's, van wie er twee
aan haar zijde stonden.
Alleen de twee anti-revolutionnaire spre
kers, de heeren Rutgers en Beumer, waren
tegenstanders van het ontwerp.
De anti-revolutionnaire heer Beumer bleen
een tegenstander der mogelijkheid om de
vrouwen toe te laten bij de rechterlijke
macht en hij beriep zich daarbij op het oor
deel van den heer De Savornin Lohman. Hij
wees er o.m. op, dat, als dit ontwerp tot
wet verheven wordt, de mogelijkheid zal be
staan, dat man en vrouw beiden lid zijn van
hetzelfde rechtelijke college, maar dat dit
niet zal kunnen met een rechter en de zuster
van zijn vrouw. Zoaals gewoonlijk was de re
de van dezen afgevaardigde sterk humoris-
tisch-sarcastisch getint. Dit wekte den toorn
op van den prikkelbaren heer Marchant, die
later met grooten nadruk en verontwaardi
ging verklaarde, dat hij van dergelijke rede
voeringen verschoond wenschte te blijven,
omdat deze tot tendenz hebben, ernstige za
ken te verkrachten door er een lolletje van
te maken.
Mej, mr. Frida Katz, het christelijk-histo-
rische vrouwelijke Kamerlid, die het ontwerp
op bezadigde en sympathieke wijze verdedig
de, beriep zich zelfs op den anti-revolution-
nairen prof. Bavinck, die inderdaad heel wat
vooruitstrevender was dan de heeren Beu
mer en Rutgers, die later zijn collega Beumer
bijviel en het betoog van Mej. Katz be
streed.
Natuurlijk werd het ontwerp door de Vrij
zinnig-Democratische mevrouw Bakker-Nord
verdedigd, terwijl Mr. Dresselhuys meer het
beginsel dan het ontwerp, toejuichte.
Mr. Marchant verdedigde zijn ontwerp. Hij
stelde zich niet op het benepen feministische
standpunt dat man en vrouw gelijk zijn. Vol
komen terecht verwierp hij dit beginsel; hij
wilde de vrouw als rechter juist omdat ze
anders is, omdat zij anders voelt, anders ziet.
Over de bezwaren tegen de gehuwde vrouw
stapte de heer Marchant met al te groote
stappen heen, Wie de vrouw als rechter wil,
zoo was zijn conclusie, móet ook de ge
huwde vrouw maar op den koop toenemen,
maar op die wijze worden de zeer gemoti
veerde bezwaren tegen de gehuwde vrouw
toch wel wat al te licht gewogen.
Ook Mr. Troelstra mengde zich in de dis
cussie. Hij was van plan ook voor te stem
men, al had hij geen bewondering voor het
wetje en de toelichting, maar bij vroeg den
verdediger; wat zal de beteekenis zijn, als
dit wetje eens verworpen wordt? Als het
niet aangenomen wordt, blijft de zaak vol
gens dezen spreker onbeslist, maar hij was
bang, dat verwerping ook wel eens zou kun
nen zijn een negatieve beslissing voor de
taak waarom het gaat.
Na een debat, waarmede de geheele mid
dag verknoeid werd, heeft Dr. Nolens nog
even aan het wetje den laatsten duw gege
ven en daarna is het verworpen met 35 tegen
39 stemmen, Van de rechterzijde stemden
met links vóór: Mej. Katz en de heeren Lo-
vink en Bakker, allen C.-H.) De Plattelan-
dersbond viel weqr eens uiieen, de heer De
Boer stemde voor, de heer Braat tegen.
Vrijdag kwam de nieuwe wijziging der
Huurcommissiewet en Huuropzeggingswet in
behandeling.
De jongste wijziging had plaats bij de wet
van 19 Februari 1921, waarbij de tegen
huurverhooging gestelde rem iets losser werd
gezet. De verhuurder mocht twen zonder tus-
schenkomst der Huurcounmis&ie een huurprijs
bedingen, die niet hooger was dan 20 pCt.
boven den geldenden prijs van 1 Januari 1916
(eventueel 10 pet. boven de huur van 1 Ja
nuari 1918), terwijl de groepen van woningen
welke aan de werking der Huurcommissie
wet zijn onttrokken, zijn uitgebreid.
Het ontwerp, waarmede de Kamer een
aanvang heeft gemaakt, beoogt niet anders
dan een stap verder te gaan op den toen in
geslagen weg, om ook zoo geleidelijk moge
lijk te komen tot afschaffing van deze cri-
siswet.
Algeheele afschaffing wilde de Regeering
nog niet, maar zij wil die mogelijkheid ver
gemakkelijken.
Tot dusver kon de Huurcommissie verhoo
gingen toestaan als regel tot 50 pCt. boven
den normalen huurprijs van 1916 (37)4 pet.
boven 1918); thans wordt voorgesteld den
verhuurder vrij te Int en, zonder fusschen-
korost der Huurcommissie, deze percentages
te bedingen.
Dit is in hoofdzaak de beteekenis van deze
nieuwe wijziging, die inderdaad gewenscht is,
om ook op dit gebied) tot het vrjje bedrijf
terug te keeren,
Na een bezadigde verdediging van den
anti-rev. heer Zijlstra,, kwam al direct de
socialist J. ter Laan met zwaar geschut los
branden. Evenals zijn communistische col
lega dr. van Ravesteyn betoogde de woord
voerder der S, D. A. P., dat er nog zoon
groot woningtekort is en nog zulke hemel
tergende woningtoestanden. Dit laatste kan
men ten volle beamen en toch voor verrui
ming van de Huurwetten :zijn, op grond dat
deze juist de woningproductie schaden, door
dat zij kunstmatig de huur van oude wonin
gen te laag houden, waardoor de vraag naar
nieuwe, duurdere woningen gedrukt wordt.
Bij de niet-socialisten vond het ontwerp
geen onverdeelde instemming. De heer Her
mans wilde voor verschillende plaatsen de
vrije verhooging tot minder dan 50 be
perken.
De anti-rev. heer Smeeak wilde tot 30
gaan en indien er groote uitgaven voor on
derhoud noodig zijn, de Huurcommissie tot
50 laten gaan. Hem naderde, dicht de vrijz.
dem. heer Oud. die voorstelde tot 35 (resp.
25 te gaan. Daarentegen wilde mr. van
Gijn, zich op het advies van den Woning
raad beroepend, tot hooger percentages
komen en hij meende, dat het beste genees
middel tegen ongewenschte woningtoestan
den is, dat er perspectief komt" in de vrije
percentages. In gelijken geest sprak de
katholieke Haagsche wethouder van Vuuren
die overigens niet geloofde, dat een vrijge
ving van 50 in de huidige omstandigheden
ook een verhooging met 50 over de ge
heele linie ten gevolge zal hebben. Geheel
anders dan zijn collega Hermans wilde de
heer van Vuuren niet weten van het schep
pen van weer een nieuwe categorie van ver
huurders, die meer een speciale behandeling
genieten.
Minister Aalberse kwam Vrijdag niet aan
't woord.
Heden, Dinsdag zal hij zijn standpunt uit
een zetten.
f verneemt daarover, dat onderscheid wordt
gemaakt tusschen zendingen in en buiten
de stad.
In het algemeen hebben de autoriteiten
opdracht de gewone geldtransporten binnen
de stad te doen geschieden, onder toezicht
van beambten in uniform. Moet echter b.v.
de rijksdrukkerij groote getallen nieuwe
bankbiljetten naar den Rijksdag zenden, dan
feschiedt dit in groote ijzeren wagens, wel-
e dan bovendien nog slechts voor de helft
gevuld zijn, zoodat eventueel een betrekke
lijk gering bedrag in handen dert dieven valt
Zulk een transport wordt ook niet begeleid
door beambten in uniform, maar in burger.
Worden groote bedragen naar elders gezon
den, dan worden zij gewoonlijk verpakt in
ijzeren kisten. Dit schijnt ook thans het ge
val geweest te zijn. Dat er slechts twee be
ambten bij waren en dat de kisten waren
geplaatst in een coupé derde klasse, is waar
schijnlijk geschied, omdat men dacht, dat
deze methode de minste aandacht zou trek
ken. Men moet n.l. wel bedenken, dat een
som van 15 milliard in vijftig duizend mark
biljetten een gewicht heeft van ongeveer 600
K.G. (en het zullen wel voornamelijk dui
zend mark-biljetten zijn geweest). Hoe min
der mannetjes dus erbij, des te minder trekt
zulk een zending de aandacht. Men ver
moedt dan ook, dat hier verraad in het spel
is geweest.
In verband met de door sommigen ge
uite vrees, dat de Franschen met behulp
der clichés thans zelf Duitsch papieren geld
kunnen drukken, wordt erop gewezen, dat
de Franschen daartoe ook de beschikking
zouden moeten hebben over het noodige pa
pier en de nummers, hetgeen niet het geval
is.
DE FRANSCHE ACTIE IN WEST-
DUITSCHLAND.
De bezetting van Köningswinter.
De Franschen melden door bemiddeling
♦in het Havas-burèau te Dusseldorf
Zonder incidenten hebben wij op den
rechteroever het gebied van Köningswinter
bezet tusschen het Britsche bruggehoofd van
Keulen en het bruggehoofd van Coblenz,
Benevens dat van Mainz, teneinde den spoor
weg in handen te krijgen, die op den rechter
Rijnoever Keulen met Mainz verbindt, tot
dusver onderbroken door onbezet gebied,
waardoor de douanecontróle denkbeeldigwerd
gemaakt. De nieuwe bezettingen zijn dus het
logisch gevolg van het nieuwe Rijnlandsche
douanecordon.
De toestand te Bot hum.
Havas meldt uit Dusseldorf, dat alle raads
leden van Bochum op twee na, zijn vrijgela
ten vier zullén worden uitgewezen. Terwijl
de toestand te Essen en Gelsenkirchen aan
merkelijk is verbeterd, blijft hij te Bochum
gespannen, waar een huiszoeking in het ge
bouw van de kamer van koophandel heeft
plaats gehad (bedoeld wordt blijkbaar de
totale leegplundering van dat gebouw) en
alrijke documenten in beslag zijn genomen.
Bij een huiszoeking in de bureaux van het
blad „Het Vrije Woord" te Dusseldorf zijn
150 K.G. pamfletten in -slag genomen.
De geallieerden nemen
maatregelen om „sta-
kingsgelden" in beslag te
nemen.
Een Havas-bericht uit Dusseldorf meldt,
dat gisteren de stakende spoorwegbeambten
te Worms en omgeving zouden worden uit
betaald en dat de daartoe noodige gelden
reeds daar zouden zijn aangekomen. De ge
allieerden autoriteiten hebben maatregelen
genomen teneinde bijtijds die bedragen, be
stemd om de stakingsbeweging te steunen,
in beslag te nemen.
De in beslag genomen
milliarden.
Havas meldde, zooals men weet, de in
beslagneming in een trein, uit Duitschland
komende, van ongeveer 12 milliard papier
mark en eenige cliché's. Uit een ingesteld
voorloopig onderzoek blijkt, dat elf milliard
bestemd was voor de kas van de stakende
spoorwegbeambten.
De inbeslagneming van de Duitsche milli
arden (volgens de eene opgaaf tot een bedrag
van twaalf, volgens de andere van vijftien
milliard) doet natuurlijk de vraag rijzen, in
verband met het feit, dat slechts twee be
ambten het geld in een derde klassecoupé
vervoerden, hoe gewoonlijk dergelijke geld
zendingen plaats hebben. Het „Berl. Tag."
De zwarte troepen.
Naar wij gemeld hebben, heeft Havas
tegengesproken, dat zwarte troepen ter ver
sterking naar het Roergebied zouden zijn
gezonden. Er zouden slechts 200 soldaten
van Martinique zijn geweest als tijdelijke
aflossing van een, regiment.
Een neftig geschreven hoofdartikel van
de Daily Chronicle behandelt nu het gebruik
van zwarte troepen door de Franschen in
het Rijngebied. Afgaande op berichten van
zijn correspondent in het Rijnland, consta
teert het blad, dat de Franschen de vorige
week in drie plaatsen Marokkaansche troe
pen brachten, waarvan de helft echte negers.
Besloten was die troepen niet in kazernes
of openbare gebouwen, maar in de huizen der
blanke bevolking in te kwartieren. Het blad
vraagt of de hulp, door Bonar Law's wel
willende neutraliteit verschaft, de Engelschen
verplicht gruwelijkheden van dezen aard
te bevorderen. De politiek van schrikaan
jaging, inbeslagneming, dwang en roof, welke
thans door de Franschen te Essen en Bochum
wordt gevolgd, is voor Engelschen pijnlijke
lectuur. Het blad wijst dan op Engeland's
verantwoordelijkheid en besluit dat de tijd
nadert, dat Engeland niet langer aan de Fran-
sche actie de goedkeuring kan geven, welke
thans uit zijn stilzwijgen is op te maken.
De Daily Mail vestigt de aandacht op de
uitkomsten van het onderzoek van Fransche,
Engelsche en Amerikaansche autoriteiten
waarbij de beschuldigingen van Duitschen
kant tegen de Fransche troepen op den lin
ker Rijnoever weerlegd zijn. Het Ameri
kaansche rapport, opgesteld door kolonel
Coloman verklaart bepaaldelijk dat de ge
kleurde troepen zich kalm en ordelijk ge
dragen. Alle wreedheden, die de Duitsche
pers hun heeft aangewreven, zijn leugens en
bestemd om politieke propaganda te maken
Meeningsverschil tusschen
Frankrijk en Engeland?
De Brusselsche „Peuple" wijst er op, dat
tusschen België en Frankrijk ernstig mee-
ningsverschil bestaat omtrent het doel, met
het Roeravantuur nagestreefd. Zoo heeft
Jaspar Donderdag in de Kamercommissie
voor de buitenlandsche zaken verklaard,
dat geen enkel politiek oogmerk achter de
bezetting van het Roergebied bestond, doch
op denzelfden dag verklaarde Millerand op
het banket van het „Comité Républicain
du Commerce," dat Frankrijk wel geen
annexatie op het oog had doch besloten was,
Zijne veiligheid te verzekeren, terwijl den
zelfden Donderdag Albert Sarraut te Was
hington verklaarde, dat Frankrijk thans be
zig was te voltooien, wat in 1918 onderbroken
werd.
Daaruit blijkt, aldus betoogfde „Peuple",
dat tusschen beide regeeringen een ernstig
meeningsverschil is gerezen, want Jaspar is
tegen elk politiek oogmerk, maar het doel
door Millerand nagestreefd is van politieken
aard, terwijl Sarraut van de bezetting van
het Roergebied gebruik wil maken om het
verdrag van Versailles omver te gooien. De
„Peuple" vraagt dan, of de Belgische solda
ten het Roergebied zijn binnengetrokken
om de Fransche politieke oogmerken, die
België niet goedkeurt, te helpen doorvoeren.
Het blad eischt een precies en ondubbelzinnig
antwoord, temeer daar volgens het blad men
'in Engelsche officieele kringen ernstig be
zorgd is over de duidelijke Fransche plannen,
om zich blijvend aan den Rijn te vestigen,
welke onrust bij de Engelschen nog wordt
verhoogd door het feit, dat de Fransche pers
een zeer groot belang hech.t aan het politiek
testament van Delcassé, die Rijnland onder
Fransche controle wenscht te stellen. Zal
België, zoo besluit het blad, zich tot dit ge
vaarlijke spel laten verleiden? Wij meenen
van niet.
Delcassé over de Roerbe-
zetting.
De pas overleden oud-minister van Bui
tenlandsche Zaken in Frankrijk, Delcassé,
heeft zich tegenover den redacteur van een
blad te Nice voor zijn dood als volgt uitge
laten over de Roerbezetting
Sedert wij in de Roer zijn, ben ik er ook,
alle Franschen moeten er met de regeering
zijn. Maar de Roer is slechts een episode,
men moet eens de slotsom trekken.
Ik heb mijn stem niet aan 't verdrag van
Versailles gegeven, omdat het ons den dag
van morgen niet waarborgt. Het is absurd,
een volk van 60 millioen te willen dwingen
gedurende 44 jaar aan een ander belasting
te betalen. Het is precies hetzelfde, alsof
men die natie -wil dwingen, opnieuw oorlog
te maken, om haar jonge generaties te be
vrijden van een vazalschap, waarvan ze nooit
den oorsprong zullen begrijpen. Poltieke
dingen moeten eenvoudig zijn. Na dezen
oorlog behoefden we een verdrag, dat ons
vergoeding en veiligheid zóu geven.
Bij den wapenstilstand hadden we aan
stonds de hand op de Duitsche banken
moeten leggen. Rijnland moet aan Duitsch
land ontnomen en onder Fransch toezicht
gebracht. Dan zal Frankrijk vergoeding
krijgen door de belastinginning, landbouw
en handel dier rijke streek. Dan zullen we
de heele wereld niet meer met onze eischen
vervelen en verklaren we ons voldaan. De
Rijngrens zou geen enkele concentratie van
Duitsche troepen op ons Noordelijk front
mogelijk maken. In de naaste toekomst staat
Frankrijk te allen tijde aan een nieuwen aan
val bloot.
De Vorwarts schrijft over de poging der
Franschen om de spoorwegen in het Roer
gebied in eigen beheer te nemen Tot dusver
hebben de Franschen en Belgen 10.000 spoor
wegmannen naar het nieuwe B. G. gestuurd,
die echter nog niet eens in staat zijn, de twee
gemilitariseerde sporen zoo te doen functio-
neeren dat zij eenige bate var. beteekenis a'-
werpen.Daaruit blijkt a! dat „loonend beheer"
waarnaar de Franschen streven, nog zoo ge
makkelijk niet is. Duitschland had voor de
bezetting 100.000 spoorwegmannen in het
Roergebied aan het werk, die over jaren
lange praktische ervaring beschikten, elke
stelplaats in onderdeelen kenden en land en
bevolking kenden. Dat zijn onontbeerlijke
voorwaarden voor een loonende exploitatie,
die de Franschen en Belgen niet kunnen ver
vangen, zelfs al sturen zij er 150.000 spoor
wegmannen heen. Daarom doen zij ook wan
hopige pogingen om Duitsche arbeiders in
hun dienst te krijgen.
De Vorwarts verzekert dat geen georga
niseerde arbeiders zich daarvoor zullen laten
vinden. Zij weigeren slavendiensten voor
Frankrijk te verrichten en weten dat er in
Duitschland maatregelen zijn getroffen om
hen voor gebrek te behoeden als de nood aan
den man komt.
De Franschen, zegt de Frankf. Ztg., zijn
in het nieuwe bezette gebied druk aan het
zoeken naar ministers die het verbod om er
te komen zouden willen overtreden. Het
verkeer op de sporen en de groote wegen
wordt scherp gecontroleerd. Na een te Bar
men gehouden vergadering van bestuurs
ambtenaren in de Rijnprovincie moesten
alle deelnemers zich als niet-ministers legi-
timeeren voor zij door de controle werden
doorgelaten. Een regeeringsraad die dat niet
kon, werd vastgehouden, onder de verden
king Duitsch minister te zijn.
Hetzelfde blad meldt dat de Franschen, die
Duitsche arbeiders trachten aan te werven
voor de gemilitariseerde sporen, de volgende
arbeidsvoorwaarden aanbieden 10 uursche
arbeidsdag en het ter plaatse gebruikelijke
dagloon. Bij ongevallen hebben de arbeiders
geen recht op schadevergoeding. Erg aan
lokkelijk lijkt vooral de laatste bepaling niet,-
daar er aan een veilig verkeer ook op deze
sporen nog al het een en ander ontbreekt.
Zaterdag is in de tolhaven van Mannheim
de Nederlandsche sleepark Wijkdienst 12
van de Nieuwe Rijnvaartmpij. door de Fran
schen bezet, ondanks de protesten van den
kapitein die zich beriep op de Nederlandsche
vlag en bovendien op de omstandigheid dat
Mannheim niet tot het B. G. behoort. De
ark kon echter niet worden weggesleept daar
de brug gesloten was.
Bij het concert in het circus Busch voor de
inzameling ten behoeve van de Roerbevolking
waren Zondag president Ebert, de rijkskanse
lier en min. Gessier aanwezig,Laatstgenoemde
heeft een korte toespraak gehouden om het
Duitsche volk tot eensgezind verweer tegen
de wederrechtelijke Roer-bezetting aan te
sporen. De duizenden aanwezigen hebben
deze aanmaning geestdriftig beantwoord.
De Deutsche Bühnenklub heeft bij een
voorstelling in het A dmiralpalast 2 Yt millioen
mark voor de Roer ingezameld.
Eenigen tijd geleden had een Ameri-
kaansch film-operateur in het bezette gebied
een reeks filmen opgenomen, die het optre
den der Franschen tegenover de Duitsche
bevolking in beeld brachten. In het bezette
gebied had men op den Amerikaan jacht ge
maakt. Hij was echter in zijn auto ontkomen-
De film werd in Berlijn ontwikkeld, terwijl
twee copieën zich reeds in het buitenland
bevinden. Het negatief is thans door Fransche
agenten in den nacht van Vrijdag op Zaterdag
gestolen. Men heeft echter een copie en zal
daarvan weer een negatief maken.
De Matin verneemt uit Dusseldorf
Twee oplichters, die zich uitgaven voor agen
ten van het Fransche ministerie van finan
ciën, hebben bij een bank te Essen een hoe
veelheid guldens ter waarde van eenige mil-
lioenen mark, gerequireerd.
DE POLITIEK VAN ANGORA.
De berichten uit Angora zijn niet duide
lijk. De Raad van Commissarissen besloot
Zondag op het laatste oogenblik, zijn voor
stellen aan de Nationale Vergadering te
herzien. Waarom ze nog niet bij de Vergade
ring werden ingediend. Een blad maakt
melding van de vorming van een nieuwe
groep, genaamd de groep der or.afhanke-
lij ken.Jaie snel aanhangers krijgt, in het bij
zonder onder de militairen, die de verwer
ping eischt van alle concessies, welke niet
in overeenstemming zijn met het nationale
pact.
UIT IERLAND.
Zooals men zich herinnert werd destijds
bij de onderhandelingen te Londen tusschen
de Engelsche regeering en Zuid-Ierland vast
gesteld, dat een grenscommissie zou worden
ingesteld, die de grenzen tusschen den
Zuid-Ierschen Vrijstaat en Ulster zou moe
ten afbakenen in verband met het feit, dat
een klein deel der bevol Icing van de zes Noor
delijke graafschappen zich op Zuid-Ierland
oriënteerde. Deze grenscommissie werd
Noord-Ierland eigenlijk opgedrongen, dat
zich door de Engelsche regeering plotseling
voelde „losgelaten" en er zich voor het
oogenblik, doch niet zonder zichtbaren
wrevel, in schikte. Sedert is van deze zaak
niets meer vernomen de commissie kwam
niet tot stand. Het blijkt nu,, dat te Belfast
bericht is ontvangen, dat de rechtskundige
raadslieden der Kroon een leemte hebben
vastgesteld in de Iersche Verdragswet, vol
gens welke de commissie voor de grensher
ziening had moeten worden ingesteld. De
correspondent van de „Evening Standard",
die hiervan melding maakt, voegt er aan toe,
dat daardoor de steun van de voornaamste
rechtsgeleerden wordt gehecht aan de krach
tige houding, die Sir James Craig, de pre
mier van Noord-Ierland, en zijn regeering
innemen, die voornemens waren de com
missie te boycotten, haar bevindingen te ne-
geeren en zich te beroepen op de vroegere
wet, die het parlement van Noord-Ierland
jurisdictie gaf over eiken duim der zes graaf
schappen.
Te Belfast neemt men aan dat de regee
ring van den Vrijstaat de tegenwoordige
grens erkent door de instelling van een
douanelinie langs de grens.
Mary Macswiney heeft aan den Paus ge
seind, om zijn tusschenkomst te vjagen ten
behoeve van haar zuster Annie, die onlangs
te Cork in hechtenis is genomen en nu al elf
dagen vast. Mary keert zich tegen de poli
tieke actie der Iersche geestelijkheid en be
schuldigt de bisschoppen ervan, dat zij Annie
de sacramenten onthouden.
ONTRUIMING VAN MESOPOTAMIE
DOOR ENGELAND
De politieke medewerker van de Weekly
Dispatch schrijft
„De regeering is, naar ik verneem, tot de
slotsom gekomen, dat wij Mesopotamië zoo
spoedig mogelijk moeten ontruimen. Het
doel met de benoeming van een commissie
uit het kabinet voor het onderzoek van den
heelen toestand van Engeland in het Nabu
rige Oosten, was na te gaan, welke onze ver
plichtingen zijn en hoe wij aan onze ver
bintenissen in Mesopotamië een einde kun
nen maken zonder het Britsche aanzien te
schaden.
„De commissie is bijkans gereed met haar
werk en haar verslag wordt binnenkort ver
wacht. De regeering zal dan een mededeeling
in het Lagerhuis doen."
Majoor Hills, de financieele'secretaris van
de Schatkist, die in Liverpool candidaat is
bij een tusschentijdsche verkiezing, heeft
voorts aan een man van de Weekly Dispatch
verklaard „Ik wil er zoo spoedig mogelijk
vandaan," en hij voegde erbij dat zijn col
lega's in de regeering er evenzoo over dach
ten.
DE VER. STATEN EN HET INT. GE
RECHTSHOF.
De meeste Amerikaansche bladen keuren
Harding's plan, dat Amerika zich bij het
Permanent hof van internationale justitie
zal aansluiten goed, maar achten den tijd
te kort voor een actie in de huidige Congres
zitting. De World ziet in de aanbeveling een
toetssteen voor mogelijke toekomstige ont
wikkelingen. De Tribune zegt een groote
stap naar veiligheid zal zijn gedaan indien
de Senaat de aanbeveling aanneemt. De
Times stelt vast, dat de regeering voor het
onvermijdelijke zwicht door den eersten
grooten stap te doen, welke beteekenis heeft.
De Herald vraagt zich af, waarom Harding,
na op het scheepvaart-ontwerp verslagen te
zijn, om een nieuwe onvermijdelijke neder
laag vraagt in de sluitingsuren van het Con
gres.
HET POOLSCH-LTTAUSCHE
CONFLICT.
Naar het P. T. A. uit Warschau seint, heeft
de Poolsche minister van buitenlandsche
zaken in een telegram aan den Raad van den
Volkenbond nogmaals op de vredelievendheid
gewezen van Polen ten opzichte van Litauen,
van welk land piet hetzelfde kan worden ge
zegd.
DE POOLSCHE GEDELEGEERDE
MOET MEMEL VERLATEN.
Naar een P. T. A.-telegram uit Warschau
meldt, heeft de Poolsche gedelegeerde te
Memel aan de pers de volgende beschrijving
gegeven van het verloop der jongste gebeur
tenissen.
Na de coup de main der Litauers nam de
Fransche hooge commissaris Petisne de lei
ding op zich van de verdediging der stad,
hetgeen tot 15 Jan. duurde. To3n de gealli
eerde schepen en de geallieerde commissie
onder leiding van den Franschman Clin-
chant aankwamen, bevond zich het gezag
geheel en al in handen van de revolutionairen,
aan wier hoofd Simonaitis stond. Besloten
werd in gemeenschappelijk overleg een
voorloopige regeering onder Galius in te stel
len. Toen Petisne met de commissie-Clin-
chant Memel verliet, nam Polowinski, bijg.
Boedrys, bevelhebber van de Litausche onge
regelde troepen, de leiding in handen en eisch-
te dat de aanwezige Polen aan boord zouden
gaan van het schip van de delegatie, terwijl
hij tevens aan de leden der delegatie verzocht
Memel te verlaten, daar anders geweld zou
worden gebruikt. Dientengevolge verliet de
Poolsche delegatie Memel, de behartiging der
Poolsche belangen toevertrouwende aan de
Engelsche vertegenwoordigers.
De Poolsche gedelegeerde schat de Li
tausche militaire macht te Memel op 40.000
man geregelde en ongeregelde troepen.
EEN PROTEST VAN TSnTSJERIN TE
GEN DE TOEWIJZING VAN MEMEL
AAN LITHAUEN.
De commissaris van buitenlandsche zaken
der sovjetregeering, Tsjitsjerin, heeft een
radiogram gericht tot de Britsche, de Fran
sche en de Italiaansche regeering om te pro
testeeren tegen de toewijzing van Memel
aan Litauen,door de conferentie van ambassa
deurs, buiten Rusland om. Tsjitsjerin herin
nert er aan, dat de sovjetregeering reeds op 22
December een protest tot bedoelde regeerin
gen heeft gericht tegen een regeling van de
quaestie van Memel zonder deelneming van
Rusland en zijn bondgenooten. In dat protest
werd er op gewézen, dat het boschbedrijf der
sovjet-republieken in groote mate afhing van
de voorwaarden, regelend de waterverbindin
gen van dit gebied benevens van het gebruik
van de haven van Memel, die een van de na
tuurlijke uitwegen vormt voor den Russi-
schen uitvoer. De Russische regeering stelt de
geallieerde regeeringen aansprakelijk voor alle
schaden en nadeelen, welke voor Rusland en
zijn bondgenooten kunnen voortvloeien uit
het besluit inzake het lot van Memel en uit
de voorwaarden der toewijzing aan Litauen.
De sovjetregeeringen zullen, zoo deelt de
heer Tsjitsjerin mede, te zijner tijd, wanneer
het gaat om de wederzijdsche regeling van
aanspraken, bij de geallieerde regeeringen
den eisch indienen tot vergoeding voor de
bedoelde schade.
Met name heeft de sovjetregeering be
zwaar tegen het internationale beheer der
haven van Memel met deelneming an Polen
en zonder die van Rusland en zijn bondge
nooten, hetgeen een ontoelaatbare aanslag
wordt genoemd op de meest elementaire be
langen van Rusland en zijn bondgenooten.
In elk geval acht de Russische regeering he'
ontoelaatbaar, dat Rusland en zijn bondge
nooten zouden worden uitgesloten van een
eventueel internationaal beheer van de ha
ven. Evenals ten aanzien van de voorgaande
quaestie haar houding reserveerend ten
aanzien van het beste stelsel voor een rege
ling der internationale positie van de Nje-
men, constateert de Russische regeering,
dat het ook ten opzichte daarvan ontoelaat
baar is, dat Rusland wordt buitengesloten
en dat alleen een oplossing, waarbij a.-n Rus
land en zijn bondgenooten de vrijheid van
vervoer o.a. van het houtvlotten op de Nje-
men wordt gewaarborgd, door dit land kso
worden erkend. De Russische rege-.ang
hoopt, dat de regeeringen, die hebben deel
genomen aan het desbetreffende besluit van
gedachten zullen wisselen met Rusland en
zijn bondgenooten, om een eind te maken
aan den toestand, geschapen door haar stap,
die ernstige gevaren oplevert voor het
consolideeren van den vrede in Oost-Euro p—
VAN DEN VOLKENBOND.
Het algemeen secretariaat van den Volken
bond heeft de regeeringen van alle staten
leden, alsmede die van Duitschland, de Ver-
eenigde Staten, Mexico en Ecuador, uitge-
noodigd tot een conferentie te Genève, die
15 Oct. a.s. begint en beoogt de douane-for
maliteiten in alle landen op uniformen leest
te schoeien.
Ondanks den tegenstand der socialisten
heeft de hooge raad van Genève een krediet
van 400.000 frs. en een bijdrage van 200.000
frs. toegestaan voor den aankoop van grond
en den bouw van een paleis voor de Alge-
meene Vergadering van den Volkenbond.
Op het Zondag te Glasgow gehouden
congres der Schotsche Arbeiderspartij deelde
de secreatris mede, dat twee afdeelingen com
munisten hadden afgevaardigd, doch dat deze
afgevaardigden krachtens de statuten niet
verkiesbaar waren. Na eenige discussie be
sloot het congres met overweldigende meer
derheid, de communisten niet toe te laten.
Bij Koninklijk besluit is het ministerK
voorde bevrijde streken in Italië afgeschaft.
Te Berlijn is een Italiaansch apotheker,
die verdacht wordt in den Simplon-expres
een bedrag van 570 millioen mark in goud
te hebben gestolen, ingerekend.
Vermoedelijk zal de man, die Marilo Ar»
maretti heet, niet naar Frankrijk (dat vóór de
Roerbezetting zijn uitlevering had gevraagd,
bijaldien hij op Duitsch gebied mocht wor
den gearresteerd), doch naar Italië worden
uitgeleverd.
Naar Havas uit Berlijn meldt dreigt
daar met 1 Maart een staking van huishuur
ders, die zullen weigeren de geweldige huur
verhoogingen te betalen.
Naar de Times uit New York verneemt
heeft de politie in de kelders van een huur
kazerne kisten met 200 moderne legerge
weren en duizenden revolverpatronen en
handgranaten ontdekt welke naar zij meent
bestemd waren voor de Iersche republikei
nen.
Naar Reuter uit New York meldt heeft
een aantal bekende mannen besloten een
maatschappij te vormen voor de exploitatie
van een luchtschip-dienst New York-Chica
go met medewerking der regeering. Van de
diensten van een Duitsch Zeppelin-deskun
dige zal gebruik worden gemaakt.
Gustaaf V, Koning van Zweden, die 2
Maart a.s. zijn intrede in ons land zal doen,
is het vijfde regeerende lid uit het huis Ber-
nadotte, dat in 1818 in Zweden werd ge
grondvest door den persoon van Napoleon's
beroemden maarschalk Charles Jean Berna-
doi-te.
Ale merkwaardigheid zij hier vermeld, dat
van alle dynastieën die tijdens het eerste
keizerrijk tot macht en aanzien kwamen, het
huia van Charles Jean het eenige is, dat zich
tot op den huldigen dag heeft gehandhaafd.
Het was trouwens niet door verovering, maar
door de keuze van het Zweedsche volk, dat
maarschalk Bernadotte, prins van Ponte
Corvo, koning van Zweden werd.
In het „Hbld." lezen wij de volgende bij
zonderheden over koning Gustaaf en zijn
regeering:
58
Dit was een slechte gewoonte, cüe ik met
kracht moest bestrijden, of zij zou mij te
machtig worden.
Ik vermoedde zelfs dat er gedurende mijn
ifwezigheid groote onaangenaamheden tus-
iche Herbert Vaughan en zijn zuster hadiden
plaats gehad; bet gelaat der zuster was veel
magerder en bleeker, dan toen ik het voor 't
satst gezien had.
Gij zijt ziek geweest, Mary, riep ik eens
klaps uit, gij hebt verdriet gelhad.
Neen, neen, ik ben alleen bezorgd
Zcwoest over u, mijn beste. De heldere glini-
a dij es, de oude opgewektheid en de levens
lust zullen thans wel weer teruk-
komen.
En Ellen, zcide ik, terwjjl ik hare omhel
zing beantwoordde, die ik weinig verwachtte
hier te ontmoeten, die ik nog met haar huwe
lijk geluk moet wenschen, en voor wie
ik met hart en ziel het beste in de toe
komst afsmeek!
Ik dank u, antwoordde zij, ik zal voor
taan recht gelukkig zijn, Ganut, en ik ben
voor altijd van. levens zorgen ontslagen
van *1 die kleine kwellingen verlost, waarover
ik mij zoo dikwijls placht te beklagen en
u mee te vervelen. En gij zijt altijd dezelfde
goede edelmoedige broeder, en hebt mij niels
he verwjjlen. Gij duidt het mij niet ten kwade,
dat ik mijn huwelijk, op verzoek van Herbert,
twee of drie maanden geheim hebt gehouden;
hij wenschte dit, tot da hij het persoonlijk
aan Mary had bekend gemaakt. Toch was het
mjj niet mogelijk het voor moeder geheim te
houden, Ganut. het was een onnatuurlijke
toestand, waaraan ik een einde maakte, voor
dat mijn zenuwachtige echtgenoot het mij toe
stond. Maar, vervolgde zij, mot een helderen
glimlach op hem, hij heeft er mij niet veel
om beknord - en zei alleen, da ik hem
sleChts eenige dagen vooruit wias geweend.
Niet voed moer, antwoordde hij.
Zijt gij en Herbert goede vrieden? vroeg
üij levendig.
Herbert keerde zich van den spiegel af,
en zag ons aan.
De beste vrienden van de wereld, zeide
bij luchtig; vrienden die sommige zaken uit
een verschillend oogpunt inzien, maar die dat
zeer kiesob weten uit te drukken, cn hoege
naamd geen lust hebben zich ter eene van die
uitcenloc pende zienswijze de keel af te snij
den. Wij zijn de beste vrienden van de wereld,
nietwaar mijnheer Gear?
Ik weet niet waarom wij vijanden zouden
zijn.
Hij kwam nader; wij drukten elkaar dc
hand, ten onderpand onzer goede verstand
houding in de toekomst.
Hij liet zich vervolgens in een leunstoel bij
de tafel vallen, terwijl hij het oude misboek
weer opnam, dat ik den eersten avond
onzer kennismaking ook in zijn handen hud
gezien.
rt Komt gij niet bij ons aan den haard zit
ten Herbert, en aan het algemeen gesprek
deelnemen over de zaken, die ons aller wel
zijn betreffen? vroeg Ellen.
Aanstonds, lieve, hernam hij; ik heb he
denavond zware hoofdpijn.
Hij ondersteunde zijn voorhoofd met de
hand, en boog zich niog meer over zijn boek.
Toen ik hem bezag, bespeurde ik, dat hij er
bleek en afgemat uitzag.
Hij ondervond misschien de terugwerking
van zijn fijn berekenden aanval en zijner
meesterlijke verdediging.
Hij zag den blik, dien ik op hem wierp.
Als wij elkaar boter zullen kennen, Gear;
of liever, wanneer gij tot de familie behoort,
zult gij zien, dat ik somtijds aan hevige hoofd
pijn lijd. Hedenavond is het mij dubbel moei
lijk, daar ik zooveel werk heb.
Gij wilt daarmede toch niet zeggen, dat ge
nog naar de studeerkamer gaat, Herbert?
vroeg zijn vrouw.
Ik denk wel, dat ik dit vanavond nog
doen zal, was zijn antwoord,
Hij stond kort daarna recht en verliet de
kamer, toen wij daar nog zoo gezellig bij el
kander zaten.
Ik heb veel werk en weinig lust er toe,
zeide hij, als een halve verontschuldiging,
eer hij de deur achter zich toe trok.
Zijn heengaan was, tenminste voor twee
van ons, een voldoening, misschien ditmaal
wel voor drie.
Gij hebt toch niet getwist, Ganut? vroeg
Ellen opnieuw, en ik stekk haar nogmaals
gerust.
Hij is van avond stil en nadenkend,
zeide Ellen, het schijnt dat hem iets hindert.
Beste Ellen, hij is onderhevig aan zulke
vlagen van somberheid, zeide mevrouw Zit
man; maakt u daarover niet ongerust. Dat zal
nog wel meer gebeuren, hij is een geleerde.
O, ik ben er niet ongerust over, Mary,
riep Ellen uit; ik ben niet van zin mij nog
ooit ongerust te maken. j
Dat is goed.
Ik heb mijn geheele levenswijze veran
derd, om gelukkig te worden, en ik wil nu
ook steeds de tevredenste vrouw dor wereld
zijn. Niemand ral ooit behoeven te vragen,
wat mevrouw Vaughan zich toch aantrekt,
dait zij er zoo bezorgd en afgemat uitziet.
Zij zeide dit met een trotsche beweging van
haar schoon hoofd. Ik verbeeldde mij, zooals
zij daar voor mjj zat, dat xij de kracht zou
hebben om veel te verdragen, zonder ooit te
klagen. Ik geloofde haar, ail sprak zij Hmns
op onbezorgden tuchtigen toon. Niemand zou
ooit weten wat daar binnen bij haar omging.
Ellen cn ik zijm den ganschen dog onge
rust geweest, zeide mijn verloofde; het waren
eigenlijk oorlogsmoeilijkheden, die ons beiden
bezig bidden. Wij vreesden dat Herbert u aan
het veerhuis zou afwachten en u met allerlei
bewijzen zou overslroomen, om tc toonen dat
wij het ongeschiktste paar van de wereld zijn.
Zij had ook den luchtigen toon van Ellen
aangenomen, maar haar gelaat drukte meer
uit, dan dat van Ellen.
Hoe denkt gij over onze verloving,
Ellen?
Ik vind dal gij voor elkander in de wieg
zijt gelegd. Maar zeg dat niet aan Herbert,
want hij zou lifct mij heel kwalijk nemen. Gij,
mannen denkt altijd zoo geheel anders dim
wij, vrouwen, voegde zij er bij.
Wel, mij dunkt ook, dat wij geen betere
keuz hadden kunnen dioen, zeide ik lachend.
AI werden wij doodarm door uw huwe
lijk, ik zou er mij om uwentwille toch in ver
heugen, Ganut; en ik verheug er mij dubbel
in, voor mijn nieuwe zuster, die u zoo innig
lief heeft. Wat zou het aardig zijn voor ons
allen, zoowel voor Herbert en mij, als voor
Canut en u, van dicht bij elkander te wonen.
Wij zaten dien winteravond allergezelligst
te praten.
De gelaatstrekken van mevrouw Zitman
ontspanden zich meer en meer, en de zenuw
achtige onrust die er eerst op te lezen stond,
maakte voor een kalmere uitdrukking plaats.
Ellens vroolijke opgewekte stemming had
het gesvensohte uitwerksel op haar nieuwe
zuster, vooral nadat Ellen Mary met haur
ernstige houding gedaagd had.
Beste Ellen, ik ben op mijn manier rees
gelukkig. Ik heb mij nooit gelukkiger en
dankbaarder gevoeld dan heden avond,
voegde zij er bij, terwijl zij haar hand ver
trouwelijk in de mijne legde.
Ellen dacht een oogenblik later, dat wij
misschien wel wat alleen zouden willen zijn.
Ik ga mijn geleerden echtgenoot eens
opzoeken, en hem van zijn boeken weghalen,
zeide zij; ik wil geen bestoven boeken en pa
pieren dulden tusschen hem en zijn liefde
voor mij.
Toen zij de kamer verlaten had, hief Mary
Zitman haar groote verwonderde oogen tol
mij op.
Is het niet onverklaarbaar? zeide zij.
Wat is onverklaarbaar, Mary?
Dat zij hem bemind heeft, hem getrouwd
beeft, en hem naar dit sombere huis gevolgd
is, om zich hier voor altijd met hem op to
sluiten; dat mijn vroeger leven, hetwelk ik
onvtluoht, wanneer ik hier weg ga, door een
ander wordt overgenomen, cn dat nog wei
door haar, die een gansch ander lot verdien
de. O, Ganut! riep tij in hevige gemoedsbewe.
ging uit, had ik uwe zuster maar zes, maar
drie maanden vroeger gekend!
Wat weel gij tegen hem, waarom gij n
zoo ongerust maakt over het lot dat Ellen
wacht?
Stil! spreek zacht. Zelfs do muren heb
ben hier ooren, zeide zij. Ik weet niets Canul;
ik heb niets gezien; maar hij.... heeft mij
nooit lief gehad, en is iwqH JMKi ,yoor mij