DE SPORT ILLUSTRATIE
Donderdag 1 Maart 1923
45ste Jaargang No. 14375
A Waar het ge vaar schuilt.
Lichamelijke verzorging
en opvoeding.
MUZIEK.
BIT NUMMER BESTAAT UIT 8 BLADZIJDEN. EERSTE BLAD
van deze week:
64 prachtige kiekén
Chèvremont-Valkenburg
(vier toto'8)
E. M, M.-Zaandam
(vier foti's.)
D. 0. S S.-D. H. L.
(vijf foto's.)
Foto's Groninger
Dagbladbeker ('0 foto's)
5. België-Frankrijk
(vijf foto's met eigen artikel.)
6. Feijenoord-H V. V. v
(vijf foto's.)
t.
3.
4.
STADSNIEUWS.
ASENDA
2 MAART
Dr. L. C. Kersbergen.
De Duitsche dienstboden.
Haarlenjsche Orkest-Vereeniging.
Gladiolen,
Een imitatie van een bouquet van
Toetankhamen.
Fegularisatie in het schildersbedrijf.
VAN ONZE RECHTBANK.
Een wenk
J. J. WEBER ZOON
Opticiens Fabrikanten
Koningstraat 10 Haarlem
TELEGRAFISCH WEERBERICHT;
Uitspraken inzake vrijsttumg.
Dé abonnementsprijs bedraagt Poor
Haarlem en Agentschappen:
Per K w ar taal f 3<25
Per Week ƒ0.25
Franco per post p. kwartaal bij
vooruitbetaling 3.58
Bureaux: Nassaulaan 49
Haarlem.
Telefoonnummers: 1426, 2741 en
1748.
Postrekening No. 5970.
HAARLEM
COURANT
Advei+entiën 35 cents per regel
Bij contract belangrijke korting.
Advertentiën tusschen den tekst
als ingezonden mededeeling: 60 ci.
per regel. Vraag- en aanbod-ad-
verten tiën 14 regels 60 cent per
plaatsing; elke regel meer 15 cent
bij vooruitbetaling.
K.
Op de gisteren gehouden algemeene ver
gadering der Christelijk-Historische Unie
beeft zich een ergerlijk geval afgespeeld.
Door twee zeer bekende predikanten, n.m.
ds. Bakker en dr. Kromsigt, werd de vol
gende motie ter tafel gebracht:
„De C,-H. Unie etc., van oordeel, dat een
R.-K. Universiteit geen nationaal, maar een
specificiek Roomsch belang is, bovendien in
gaat tegen het historisch Protestantsch ka
rakter van de natie, -en zoodoende de wig
nog dieper in onze nationale eenheid in
drijft.
spreekt een krachtig protest tegen het
raadsbesluitvan Nijmegen om een jaarlijk-
sche subsidie aan zoodanige Universiteit toe
te kennen en brengt hulde aan de Chr.-Hist.
Kiesvereeniging om haar protest en aan de
raadsleden, die tegen dit besluit stemden".
Deze heeren wilden dus de geheele geor
ganiseerde christelijk-historische partij in
Nederland ten eerste «en afkeuring doen uit
spreken over e?n gemeenteraadsbesluit van
een in meerderheid Katholieke gemeente;
ten tweede diezelfde politieke partij laten
vastleggen, dat een R.-K. Universiteit een
anti-nationale instelling is. En deze vermetel-
beid werd door dr. Kromsigt ,m, op deze
wijze verdedigd: „de Roomschen zijn bezig
een streep te halen door onze historie!"
Nu zou men tocfe van mannen van alge-
meene ontwikkeling mogen verwachten, dat
zij, na een tijdje van verklaarbaar slecht hu
meur over den gestadigen groei van een
volksdeel, waarmee zij niet erg sympathi-
seeren, eindelijk hun fanatieke gevoelens
overwonnen ên tegenover de nuchtere fei
ten de werkelijkheid zonder meer aanvaard
den. Die feiten zijn, dat iedere dag nieuwe
geschiedenis maakt en het dus dwaasheid is
ten historische evolutie als vernietiging van
nude geschiedenis te bestempelen; die fei
ten zijn voorts de cijfers van de volkstellin-
gen, die uitwijzen, dat het minst genomen be-
1 lachelijk is Nederland een „protestantsche
latje" te noemen. Men zou beter Polen een
Joodsche natie kunnen heeten! En daar
denkt niemand aan.
Maar het ergste is, dat deze vergadering op
nieuw gewezen heeft op het gevaar van op-
groeienden godsdiensthaat, van een langs
zaam maar zeker komenden feilen gods
dienststrijd, waarvoor in ons volk de kiemen
nog altijd aanwezig zijn, wanneer leidende
kerkelijke personen als zich op bovenver
melde vergadering uitten, zich aan het
hoofd van minder ontwikkelde, fanatieke ele
menten plaatsen, in stede van de hartstoch
ten te bedwingen.
Gelukkig wist de vóot-zitter der Chr, His
torische Unie het aannemen van bovenver
melde motie nog te beletten door er op te
wijzen, dat men met dergelijke besluiten
niets bereikt. De bekeeringsijver der Room-
ichen zou er niet door verminderen. „Doe
groot werk. Stel er uw eigen geloofsijver
tegenover!" zei de leider dier vergadering zeer
terecht. En zoo is het: wanneer, wat op de
bijeenkomst van gisteren weer uitkwam, een
deel der protestanten bevreesd is voor „de
bekeering van Nederland tot de Katholieke
Kerk", laat men dan strijden met eerlijke,
met geestelijke wapenen en niet met die,
welke Groen van Prinsterer reeds in de
liberalen tegenover de Roomschen laakte:
n.m. van tyrannie en onderdrukking of
ilthans de pogingen daartoe. Het is te hopen,
dat men in leidende christelijk-historische
kringen eindelijk eens gaat inzien, welk een
omvang langzamerhand de anti-Roomsche
Hetze aaneemt; dat zij het bedwingen van die
godsdienstige 'hartstochten in de hand heb
ben; dat daar en daar alleen „het nationale
gevaar" op het oogenblik schuilt.
H.
Onder de vele vraagstukken, betreffende
de opvoeding der opgeschoten jeugd, waar
mede de tegenwoordige tijd zich bezighoudt,
neemt het bevorderen van lichamelijke oefe
ningen, als turnen, spelen, wandelen, en de
verschillende soorten van sport een niet ge
ringe plaats in. Het schijnt een reactie te
zijn tegen verwaarloozing van dit onderdeel
der opvoeding in vroegere jaren.
Eerst enkele herinneringen uit het verle
den:
Bij Grieken en Romeinen beheerschte de
lichaams-gymnastiek het opvoedingsplan; in
Sparta en Athene bereikte deze te samen
met het beste wat de Helleners bezaten, met
nationaliteit en godsdienst, haar hoogtepunt
trtn uit te loopen in het Olympische spel.
De Romeinen maakten van de gymnastiek
pen werkelijk bestanddeel van de volksbe
schaving; er waren vele worstelscholen. Ook
bij de Germanen trof men rijkelijk lichaams
oefeningen aan; en het Christendom was t'e-
Jen dergelijke zaken niet gekant.
In de Middeleeuwen kwam de schoolgvm-
aastiek fVittorino da Feltre en Masseo Veg-
gio). Ook de ridderscholen hadden voor li
chamelijke oefeningen gezorgd; bij het volk
was o.a. het balspel in zwang.
Het humanisme en de renaissanse waren de
lichamelijke opvoeding niet zoozeer genegen,
maar de Jezuïtenscholen bevorderden ze
zeer. Na de droeve tijden van geloofsver
deeldheid en den 30-jarigen oorlog, kreeg
een andere opvatting de overhand: „li
chaamsoefeningen als klimmen, worstelen,
baden, zwemmen, enz. werden op school
vormelijk verboden en golden als ruwheden
en onbehoorlijkheden". De onnatuurlijkheid
in kleeding en lichaamshouding uit het land
van Lodewijk XIV, versterkte dien geest.
Een omkeer werd weer tot stand gebracht
door Rousseau, Basedow, Salzmann, Ro-
chow, Campe en Pestalozzi. Langzamerhand
komt de kentering, totdat het eerste leer-
boek voor gymnastiek geschreven w?rd
Friedrich Ludwig Jahn, stelde op de thesis:
'„Ohne Turnsciele kann das Turnwesen nicht
gedeichen, ohne Spielplatz ist ein Turnplatz
nicht gut zu denken". Toch bleef men het
turnen nog te veel beschouwen als een soort
kunst, die niet door alle jongens beoefend
behoefde te worden. Eerst na 1870 kreeg de
lichaamsgymnastiek de algemeene aandacht,
en nu worden ook de scholen beter daartoe
ingericht; turnen, spelen, wandelen, wordt nu
op de scholen meer gedaan en met zorg ge
daan. In Duitschland bevorderde vooral de
gedachte, dat men eenmaal zijn bestaan zou
moeten verdedigen de lichaamsoefeningen.
De heilzame invloed, dien de lichamelijke
oefeningen van den jongen mensch heeft,
komt aan geheel zijn wezen ten'goede, aan
het lichaam als aan de ziel met hare krach
ten, n.l. het gemoed en den wil, zelfs het
verstand.
Mgr. Keppler zegt hierover in: „Mehr
Freude", p. 113: Men nioet ook nog bijzonder
letten op een, in het eigen levensgebied der
jeugd uitspringende natuurbron van geeste
lijk-lichamelijke vreugde, van physiek en
moreel welzijn, van gezonde vroolijkheid en
frischheid der jeugd: op de.lichamelijke oefe
ningen, spelen, turnen, marcheeren, ook
sport, voor zoover dit laatste binnen ver
standige grenzen blijft. Men moet op deze
bron letten in een tijd, waarin uit velerlei
bekende oorzaken een zwak en slecht ge
vormd geslacht opgroeit, dat de voeten niet
meer weet te gebruiken en geen lust meer
heeft in een flinke wandeling of geduchten
voetmarsch. Hoeveel ellende ontstaat hier
door en hoeveel degelijke vreugde ontgaat
hierdoor de jeugd! Het beste middel om
het organisme te versterken, blijft onbenut;
het beste middel om het „reizen" werkelijk
verfrisschend en interessant te maken, gaat
verloren; de zin en het gevoel voor de na
tuur droogt uit; een lui, ziekelijk lichamelijk
leven krenkt ook het geestelijke en moreele
leven, en. maakt het rot".
Gaan we nu eens wat dieper in op den
invloed van gymnastiek op het lichamelijk le
ven.
De natuur zelf wijst op dit middel: bij het
jonge dier woont de drift om te spelen;
daarmee is het gegeven de aansporing tot
beweging en oefening der organen. De
Mensch, die in een toestand van volslagen
hulpeloosheid in de wereld komt, heeft dus
nog meer reden, zijn ledematen te oefenen.
Deze voor-oefening bereidt hem tevens
voor op den ernst des levens. Wanneer nu
zulke beweging zoowel in de kinderjaren als
in alle levensperioden noodzakelijk is, dan is
zij toch vooral noodzakelijk in den tijd van
den groei, als het lichaam en zijn organen
zijn snelste en feitelijke vervolmaking krijgt.
Daarom moet aan turnen, spelen, sport
en wandelingen bij de lichamelijke opvoeding
van den opgroeienden mensch een voorname
plaats worden ingeruimd. Hun invloed is di
rect en indirect. De indirecte werking heeft
plaats in het gemoedsleven en dat van den
wil; en wordt dit meer verheven, dan zal
dit weer inwerken op 't lichaam.
Van den directen invloed geldt in 't alge
meen het volgende: Beweging sterkt het
spierstelsel van het geheele lichaam en
draagt bij tot verhooging van kracht en ge
zondheid, Hart, longen en zenuwstelsel wor
den tot verhoogde werking aangezet .eh ge.
Sterkt;, matige oefeningen met voldoende
rustpoozen verhoogen vooral het prestatie
vermogen. Het bloed wordt weggeleid van
het hoofd, waarheen hét bij voortdurenden
geestelijken arbeid en bij lang op de school
banken zitten is gestegen. De bloedsomloop
krijgt meer kracht; stofwisseling en slaap
worden daardoor bevoordeeld en alles
wat afhangt van het zenuwstelsel krijgt
een nuttige beïnvloeding. Geheel bij
zonder nut hebben de hersenen, het rugge-
merg en het centraal zenuwstelsel, de
grondslagen van een gezond lichaam. Die
oefeningen kunnen gerust een zenuwgymnas-
tiek genoemd worden. Daardoor wordt het
lichaam tegelijk gehard, krijgt vastheid, ook
gaat het meer gewennen aan sterkere on
gunstige inwerkingen, zooals verandering
van temperatuur, en leert men ongemakken
verdragen. Beweging heeft overeenkomstig
de soort en de manier, waarop ze wordt ge
nomen, een menigvuldigen invloed.
Turnen brengt teweeg een versterking der
spieren en helpt tot beheersching van het
lichaam, 't geen in de onrustige puberteits
jaren zeer noodig is. Een vervolmaking van
het turnen ligt in het spel. Het verbindt
vreugde, gezelligheid en lichaamsverzorging.
Omdat spelen gewoonlijk plaats heeft, in de
open lucht, heeft het daardoor een voor
sprong op turnen. Als de jeugd door geeste
lijken arbeid vermoeid is, en nog geen be
hoefte heeft aan slaap of uitrusten, dan is 't
spel op zijn plaats. Het biedt steeds andere
bekoorlijkheden en is een middel tegen een
zijdigheid en zwartgalligheid; ook brengt het
alle krachten in werking. Het,opgewekte ge
voel en het belang voor het spel brengen
de bewegingscentra in de hersens in sneller
tempo en vergemakkelijken alle beweging
in zenuwen en spieren. Het spel der. jeugd
maakt frisch en blij.
Is het spél vooral voor de studeerende
jeugd noodig. ook de arbeidende jeugd kan
het niet missen. In den lichamelijken arbeid
toch ligt eenzijdigheid, en laat nu eenmaal
een harmonische ontwikkeling van het li
chamelijke organisme niet toe. Arbeid is ge
bonden werkzaamheid, spel daarentegen
vrije; het oefent zoowel den lichamelijken
als geestelijken aanleg en beteekent een zich
losmaken uit den dagsleur van het werk.
Omdat het spel de jeugdige arbeiders, die
meestal de heele week in slechte atmosfeer
vertoeven, brengt in de vrije lucht, moeten
ouders en jeugdvereenigingen het spel be
gunstigen. Ook oefent het een heilzamen
voorbehoedenden invloed uit. Het houdt de
jonge menschen uit herberg en danszaal.
Daardoor verhindert het hun, in de uren
van ontspanning op Zon- en Feestdagen, hun
nog niet ontwikkelde lichamelijke krachten
te benadeelen. Bekend is de belangstelling,
welke Pius X had voor het spel der jeugd.
Tusschen arbeid en spel ligt de sport; ook
deze is voor de lichaamsontwikkeling zeer
heilzaam en een rijke bron van vroolijkheid,
opgewektheid en gezondheid.
Een onuitputtelijke bron voor lichamelij
ke en geestelijke gezondheid is verder het
wandelen in de vrije natuur. Het verheft de
spierkracht, en in de zenuw- en hartverster
kend. Daarvoor is niet noodig hooge bergen te
gaan beklimmen, het wandelen ook op meer
bescheiden voet brengt de gewichtigste le
vensorganen van het lichaam tot verhoogde
werkzaamheid, bevordert ademhaling en
stofwisseling en verhardt verweekelijkte na
turen; tevens brengt het genezing in de sto
ring van geestelijke evenwichtigheid. Aan
de opgroeiende jeugd, vooral de mannelijke,
kan derhalve het maken van flinke voetmar-
schen worden aanbevolen; de indrukken, die
op de ziel gemaakt worden bij het aanschou
wen van de wonderen Gods in de natuur,
zullen ook nog gunstig werken op het li
chamelijke in den jongen mensch.
De lichamelijke oefeningen te samen dra-
Zie vooral
gen ook nog bij tot vermindering of tot be
heersching van de ongedurigheid, die de
jonge menschen doortrilt. Wil de ontwikke
ling niet gestuit worden op heillooze manier,
dan moet de overschietende kracht een af
leiding hebben. Dit geschiedt door die be
wegingen, die een verwerken van dien' over
vloed tot stand brengen. De lichaamsgym
nastiek, en bovenal het turnen, is een krach
tig, middel om de verkeerde .verlangens van
den jóngen mensch te leeren overwinnen: het
leert hem meester te zijn over het lichaam
en zijn ledematen; de verschillende turnoefe
ningen eischen strenge discipline. Van Don
Bbsco is bet bekend, dat hij turnen en mi
litaire oefeningen maakte tot een gewichtig
deel van zijn opvoedingsmiddelen in zijne in
richtingen. Was aan de jongelui genoeg gele
genheid tót beweging en tot krachtsinspan
ning gegeven, dan kan ook door strenger
tucht er op gelet worden, dat zij hunne li
chamen in rust en orde hielden.
Nog één ding moeten we onder t oog zien.
Spel, sport en wandeling bewaren vooral
in dien kritieken tijd, waarin de geslachts
drift opkomt, en de trek naar zinnelijke
vreugde ontstaat, de jeugd voor excessen,
vooral van sexueelen aard. De zinnelijke
neigingen worden tot rust gebracht en
vooral van een onnatuurlijke bevrediging te
rug gehouden. Ook het'alcoholgévaar wórdt
kleiner, omdat die oefeningen dat gift ver
bieden, want het gebruik van alcohol zou
ieder succes in gevaar brengen. Zoo bevorde
ren de lichamelijke oefeningen in vele ge
wichtige opzichten de moraal en werken
daarbij allergunstigst voor de lichamelijke
gezondheid, aldus wordt de hygiëne door de
moraal gesteund. De hygiënische beteekenis
van een goed geweten, en daar tegenover
de lichamelijke, verlammende en zenuwver-
woestende werking van een diepe moreele
inzinking zijn factoren, die alle zuiver psy
chologische veronderstellingen en berekenin
gen over hoop werpen, zegt Foerster.
Wat over de beteekenis van de lichaams
beweging in turnen, sport en spel en wan
deling gezegd werd, geldt vooreerst de jon
gens. Bij de meisjes echter treden in de
overgangsjaren gelijke physiologische ver
schijnselen op als bij de jongens; daarom
passen onze stellingen in het algemeen ook
voor de meisjes. Lichamelijke arbeid, in het
huishouden is n.l. aan te bevelen. Als dat is
afgeloopen zijn vrije oefeningen, spel in de
frissche lucht, en wandelingen geschikt tege
lijkertijd de lichamelijke gezondheid te ver
zekeren als een te vroeg verliefd worden
tegen te gaan. Doch de gymnastiek voor de
meisjes eischt niet geringe wijzigingen, want
vele oefeningen, die wel passen voor knapen
en jongelingen, komen niet overeen met den
eigen aard der meisjes. Het lichaam van het
opgroeiende meisje is zwakker en minder
geschikt tot energieke krachtsontplooiing;
daarom is het spoediger vermoeid. Men zij
dus wel voorzichtig, ofschoon de lichaams
gymnastiek ook bij het zich ontwikkelende
meisje vele storingen kan voorkomen; daar
om is de gymnastiek voor het meisje dus
ook raadzaam.
Het samen beoefenen van spel en sport
door jongens en meisjes is vanzelf al te ont
raden door de verschillende eigenaardighe
den en verschillen in kracht van de beide
geslachten; en vooral ook de welvoeglijk
heid en de zedigheid trekken hier strenge
Van "den anderen kant moet ook niet de
meening gaan heerschen, dat de lichaams
gymnastiek alvermogend is voor de lichame
lijke gezondheid. Physieke degeneratie heelt
haar laatste en diepste wortels dikwijls
Juist in de geestelijke oorzaken; moreele in
zinking' werkt ook op het lichaam storend
in- daarom leenen inwendige scholing en
verharding der jeugd, die beschermen tegen
geestelijke verweekehjking, ook voor het li
chamelijk welzijn voortreffelijke diensten.
Gaat men eenzijdig te werk en zorgt men aj-
leen voor de bevordering der lichamelijke
gezondheid, terwijl men daarmee al te veel
het geestelijk leven wil verheffen, dan wordt,
niet alleen dit in oppervlakkigheid en leeg
heid vermoord, maar ook het eerste niet
bevorderd.
De zenuwachtigheid van onzen tijd is meer
dan een product alleen van geestelijke fac
toren, Welzijn en spierkracht moet niet met
elkaar verwisseld worden;, er kunnen ker- j
misathleten en krachtmenschen zijn, die een
zwakke gezondheid hebben.
JAN VAN HAARLEM.
Sociëteit „St. Bavo" Haarlem's Gemengd
Koor 8 uur Rederijkers 8 uur
Overheidspersoneel 8 uur Be
stuur Liefdebeurs 8 uur Bestuur
Zuivelbereiders 8 uur.
Hanzegebouw Zangkoor „Proza" half
9 Orkest 8 uur.
R. K. Leeszaal en uitleenbibliotheek Jans
straat 49 Eiken dag geopend van 10
12%, van 25 en van 710 uur, behalve
des Maandagsochtends en op Zon- en
Feesldagen.
Uitleen van boeken van h?lf 39 uur.
R. K, Arbeidsbeurs voor mannen Jacobij-1
nestraat 15 A lte werkdagen, voorin, van
912 uur, a.m. van 25 uur. Zalerdags
alleen van 912 uur.
R. K. Arbeidsbeurs voor vrouwen Kleine
Houtweg 13 Alle werkdagen des v.m.
van half 11 lot half 12. des nam. van
3 tot 4 en van half 8 tot half 9. Telefoon
2981.
Martha-vereeniging Bloemhofstraat 1
Betrekkingbureau voor vrouwen Alle
werkdagen van 1012, van 24 en van
89 uur.
F. H. Smit Groote Houtstraat 69 Ten
toonstelling.
Waaggebouw K. Z. O. D. 115 uur.
Tentoonstelling.
Bisschoppelijk Museum. Dagelijks, uitgeno
men Zaterdag, Zon- en Feestdagen toeganke
lijk.
Maandag 5 Maart zal het 25 jaar geleden
zijn, dat dr. Kersbergen tot arts bevorderd
werd.
Dr. Kersbergen, die zich in 1900 hier ter
stede vestigde, is niet alleen te Haarlem, maar
ook daarbuiten een welbekend en zeer gezien
arts. die. zijn plicht welbewust, zich met ijver
geeft aan de verzorging zijner patiënten. Al
vorens d'r. Kersbergen, nadat hij tot arts be
vorderd was, iin de practijik ging, studeerde hij
eerst nog bacteriologie, om daarna assistent
bij prof. Nolen, te Leiden te worden. Ook
later heeft de a.s. jubilaris nog te Weenen een
cursus gevo'gd, om zijn kennis te verdiepen.
In 1907 werd dr. Kersbergen internist van
het Diaconessenhuis, welke functie hij tot 1919
waarnam, om in dat jaar directeur te worden
van het St. Elisabeth's Gasthuis. En het mag
békend heeten, op welke wijze bij dit direc
teurschap vervuld heeft en nog sleeds vervult.
Hier mag aan het oude ,,the right man on
the right place (de rechte man op de rechte
plaats) 'de volle waarde toegekend worden.
Nog op ander gebied heeft dir. Kersbergen
zich verdienstelijk gemaakt en wel op het ge
bied der tuberculose-bestrijding. Ook daaraan
geeft hij zijn volle kracht.
Dit is zeer in het kort en heel oppervlak
kig' dr.' Kersbergen .geschetst: een huisarts,
die tevens huisvriend is, een volijverig gast-
huis-directeur en een onvermoeid tuberculose-
bestrijder. Het is dan ook begrijpelijkerwijze
te verwachten, dat zijn a.s. feest dan ook een.
jubeldag worden zal in den echten zin des
woords. Er heeft zich 'n commissie vatn hui
daging gevormd.
Voorzitter van deze commissie is de heer
Joh. de Brenik, oud-webhouder der gemeente
Haarlem; penningmeester is de heer O. D.
Enrrik. Dit comité zal zich op Zondag 4 Maart
om half drie ten huize van den jubilaris ver
voegen, om hem te huldigen. Om 3 uur heeft
de officieele receptie plaats.
Naar we vernemen heerscht onder een
deel onzer Duitsche dienstpersoneel de mee-,
ning, dat Duitsche dienstboden, die vooreen
korten tijd naar "haar Heimat lerugkeeren,
moeilijkheden zuilen ondervinden bij haar te
rugkeer naar Holland, zoo zelfs dat zij" niet
wederom zullen worden toegelaten in Ne
derland. Wij hebben te bevoegder plaatse
eens geïnformeerd naar de gegrondheid de
zer geruchten. Men wist daar echter van
het in den weg leggen van zulke moeilijk
heden niets af. Mits de pas in ordfe is en
de toestemming van de Konink'ljjke Mare
chaussee, Imhoffplein 12, den Haag, za!
men den Duitschen dienstboden geen bijzon
dere moeilijkheden in den weg brengén. Dat
de Nederlandsche autoriteiten den intocht
van Duitsóhe dienstboden zouden tegenwer
ken. is. op dit oogenblik althans, biet juist.
Wel wordt vernomen, dat men in sómmige
deelen van Duitschland, in sommige Kreise,
aandrang uitoefent, op de dienstbaren om
niet meer naar Holland te gaan. Men wijst
daarbij dan op de gevaren, die dienstboden
in 't algemeen in een vreemd land loopen,
ver van familie en bekenden, en wordt daar
bij gedreven door het feit dat er in Duitsch
land een groote dienstbodennood heerscht.
Maar die aandrang kan uit den aard der
zaak niet anders dan een zedelijke zijn, zon
der eenige wettelijke kracht.
De Duitsche regeering heeft, in verband
met de toestanden in Duitschland, de voor
waarden voor het verkrijgen van het Duit
sche visum belangrijk verscherpt. Daarbij
dient de noodzakelijkheid der reis aan de
Duitsche pasbureaux te blijken. Doch dit
geldt natuurlijk alleen voor buitenlanders en
niet voor terugkeerende' Duitschers.
Op het buitengewoon concert van Woens
dagavond introduceerde zioh de concert- en
operazanger Evert Miedenia als een tenor
van ongewone kwaliteiten. Hij is een ste
vige, rijzige Fries, zijn geluid is kerngezond,
al is het niet geheel en al vrij zooals dat
van de Ilaliaansche tenoren. Gezond 'is ook
zijn voordracht, een valsch sentiment heb
ben wij niet bij hem gehoord, waar hij
naast een aria uit „Don Juan" zong uit
„Carmen" de groote aria in des en nog eert
tweetal uit „Tosca." Het allermeest boei
den ons de beide aria's van Puccini, waar
van hij de laatste, het prachtige, ezonde
lied „E Jucevan le stelle" moest herhalen.
Op de voornaamste plaats is zijn succes
van den avond te danken aan het feit, dat
hij is dramatisch zanger, maar die door een
gezonde zngtechniek de volledige beheer
sching over zijn orgaan heeft. Zooals ge
zegd, men mocht het nog vrijer wenschen,
hij laboreert nog ietwat aan het euval van
do meeste Hollandsche en Duitsche tenoren
die boel zelden de neiging om met hoog
liggend strottenhoofd te zingen volledig we
ten te overwinnen. Ik vermeid in hoofdzaak
deze bij Miedema niet al te hinderlijk op
tredende neiging, oindat het bepaald het
eenige is, wat men meer volmaakt zou wen
schen. Zangers als hij kunnen wel een
stootje verdragen en daarom maak ik ook
naast zijn bijzonder loffelijke uitspraak
van 't Italiaanseh gewag van enkele tekort
komingen in het Fransch (enivrer, accu
ser.) Men draagt van zijn uitstekende voor
dracht, gesteund door een hoogst gemak
kelijke techniek, te aangename indrukken
weg, dan dat men uitspraakfeilen niet zou
willen zien weggenomen.
Het publiek ziet graag den operazanger
in de concertzaal. Maar wie van de Carmen
houdt, zal toch moeten toegeven, dat de
aria „La fleur que tu m'avais jefée" pas zin
krijgt waar zij uit het dramatisch gebeuren
naar voren treedt; er gaat at te veel ver
loren bij conrertvoordrachL En och, is een
vertaling nu zoo'n groote weelde voor een
concert als dit? Zelfs van 't Italiaanseh was
geen woordje ter verduidelijking van den
zin bijgevoegd. Dat zal in de opera niet
hinderen; bij concertvoordracht moest men
het niet nalaten.
Het allermooist klonk wel het orkest bij
de heerlijke bloeiende klanken van Pucci
ni's muziek. Vooral de aria tm de eerste
acte heeft een pracht van een inleiding,
waar deze schildert de schoonheid van Ca-
varadossi's geliefde. Daar toont de Ilali
aansche meester van het veriswo, en zijn
muziek is toch zeker al dertig jaar oud. dat
hij, om karakteristiek te geven, het wezen
van elk instrument heeft doorpeild; de or-
keststemmen vrij weet te voeren; en dat een
levend rvthme prachtig opbloeit uit stuwende
harmonieën. Men zal er stellig beter bij va
ren, zoo men inplaats van altijd en altijd
weer Wagner rta te volgen wat meer studie
maakte van de geheimen van Puccini's or
kest.
Gerharz liet de muziek prachtig spelen,
en ook in Lohengrin deed hij weer uitne
mende dingen, zoowel als in de ouverture
.„Freischütz."
Een vol huis en een frenetiek applaus!
G. J. K.
Op Maandagen wordt, tegenwoordig bij
Brinlkmann te Haarlem een gladdolenbeurs ge
houden en de omzet is niet zoo gering.
Voor de vorige maand bedroeg de uitvoer
191839 K.G., vertegenwoordigende een waarde
van 175,359. Naar Engeland ging het
leeuwendeel te weiten 107939 K.G. voor
96,074»
Frankrijk betrok ongeveer een zesde van
'het totaal.
De heer Daudey, Bloemenihandelaar in de
Gr .Houtstraat, deelt'onis mede, dait door hem
is vervaardigd een merkwaardige bouquet, ge
heel volgens het model dat zich bij de ont
dekking van het Egyptische koningsgraf in
Luxor, onder de voorwerpen bevond, die
daar gedurende meer dan 30 eeuwen begra
ven zijn geweest. Gelijk de andere kostbaar
heden bevond ook het bouquet zich in een
goeden toestand en bleek van een bijzondere
samenstelling te zijn.
Het Plaatselijk Gomité van Actie fot regu-
larisatie van het Schildersbedrijf heeft een
circulaire rond gezonden, waarin het er op
aandringt het schilderwerk niet alleen in den
zomer 'te laten verrichten.
„Ook het huisschildersbedrijf zoo lezen
wij in deze circulaire kant telken jare
maanden van groote werkloosheid. Sinds een
paar jaar bestaat er in dit bedrijf een comité
tot regularisatie en werkverruiming. Dit co
mité wil door betere wericverdeeling, maar
bovenal door werkverruiming, de werkloos
heid in het bedrijf zoo krachtig mogelijk te
gen gaan. Het comité mocht zich van het
eerste oogenblik van haar bestaan verheu
gen in den bijzon/deren moreelen en financi
eeilcn steun van de regeering. WH dit comité
echter in staat zijn. zijn werkzaamheden op
doei treffende wijze te verrichten, dan is bet
aangewezen op de daadwerkelijke hulp van
allien, die in de gelegenheid zijn, die hulp te
verschaffen. Tol onze voldoening kunnen wij
constateeren, dat in het bijzonder de gemeen
tebesturen in deze hun medewerking ver-
leenen, door veel sdhüderwerk te laten uit
voeren in den winter, wanneer de weikloos-
fheid in ons bedrijf het grootst is.
Wij doen thans een dringend beroep op de
diëntèle van het huisschilder sbedrijf en ver
zoeken haar om ons te helpen de werkloos
heid fë bestrijden door zooveel mogelijk aan
den huisschilder werk op te dragen.
(Zitting van heden.)
Valschheid in geschrifte.
De Rechtbank deed heden uitspraak in de
zaak tegen T. J. F, C„ tegen wien wegens
valschheid in geschrifte 2 jaar met aftrek der
preventieve hechtenis was geëiischt, en veroor
deelde hem tot 1 jaaT en 6 maanden gevan
genisstraf met aftrek der preven'tdeve hechtenis
Inbraak en diefstal.
ria een zaak met gesloten deuren behandel
de de Rechtbank de zaak tegen den 19-jarigen
Jh M. v. St., los-werkman, geboren en wo
nende te Haarlem. Hij wordt beschuldigd, in
den nacht van 12 op 13 December te hebben
ingebroken in het depot der Petroleum-Mnat-
schappij, aan den Spaanndammerweg. alhier,
en zich toegang te hebben verschaft tot het
kantoor, waar hij een geldkistje met f 340
zou hebben weggenomen. Beklaagde ontkent
echter. „Ik weet er absoluut niet van," zegt
bekl. De president zegt: „O, gaat n dan maar
zitten, dan zuien we de getuigen hoeren."
De chef van het depot bevestigt, dat er in
braak is gepleegd en dat het ikistjc met geld
werd vermist. Hij geeft voorts eenige inlich
tingen over de situatie Jan het gebouw.
S. Schrama verklaart, dat voor de inbraak
kennissen aan zijn kosthuis zijn geweest, om
te zeggen, dat .de rooiie van St." (dit is bètóL)
wat in te breken wist en te vragen, of hij
wilde medte doen- Bekl. weidende dit. Hij
hoorde later, dat er ingebroken was en is
toen naar St. gegaan, om geld te vragen, an-
dëTs zou hij hem verraden. Sb iheeft toen ge
zegd, dat hij er eerst met zijn kameraden
oveir moest spreken, maar hem later f 100
gegeven, zonder te zeggen, dat dit van diefstal
afkomstig was. Ook een andere kameraad
heeft bekl. geld gegeven. Hij had met hem
een gesprek gevoerd waardin sprake geweest
was, dat beikil. op het politiebureau moest
komen en dat er kans wa«, dat ze hem daar
zouden houden.
Bekl. herinnerde zich dit gesprek niet. Hij
had wel geld gegeven, maar had' dit dn de
Haarlemmermeer verdiend.
De 22-jarige voerman de K. heeft in de in
structie gezegd, dat bekl. zoowat nooit werkte.
Thans verklaart hij dit niet te weten en draait
er herhaaldelijk om heen. Bekl. vpreekt zeer
zacht, zoodat de president er telkens op aan
dringen moet harder te spreken. „Buiten
schreeuw je altijd zoo hard," zegt de presi
dent, maar bekl. verklaart: „Ik zeg nooit wat."
Getuige vertellit verder, dat v. St. hem op 12
December gevraagd heeft, des nachts mede in
te breken. Hij heeft dit niet gedaan. In de
tweede helft van December heeft bekl., die
nooit geld had, een hit gekocht.
Bekl. ontkent dit alles cd zegt: „De K. staat
1e liegen, dat hij het zelf gelooft."
De broer van bekl. heeft op 13 December
van bekl!. een biljet van 40 ontvangen, maar
bekl. zegt, dat ook dit miel waar is.
De scheikundige Dr. van Ledden Hulse
bosch heeft een paar pluisjes, die in het
kanloor gevonden zijn, onderzocht en be
vonden dat ze van gelijksoortige stof zijn
als het pak, dat bekl. droeg. Desgevraagd
legde deze getuige-deskundige uit, dat dit
z.i. een beduidende aanwijzing was.
De inspecteur der recherche, de heer Ver
schoor, heeft de pluisjes gevonden aan den
scherpen kant van de schuifdeur, die op 13
December half openstond en haast nooit
gebruikt wordt.
De ambtenaar van det O. M. acht hel
bewijs geleverd. Het voornaamste is de
kwestie met de pluisjes. Voor spr. slaat het
vast, dat de jas van bekl. die schuifdeur is
gepasseerd. De deur wordt alleen wei eens
Zooals bekenid. geven we gaarne genegen
heid aan onze lezers, opmerkingen onder deze
rubriek te plaatsen. Dit houdt echter niet in,
dat we het altijd met de. meening van den in
zender eens zijn. Een albonné vraagt ons nu
opname onder de „Damiaatjes" van het vol
gende. W ijhebben er geen bezwaar tegen:
Meermalen is reeds geschreven over de
groote werkloosheid welke reeds zoo lang
heerscht, over de ellende welke zij met zich
brengt en over de moeilijkheid voor zoove-
!en, voor hun gezin nog een stuk brood te
verdienen. Op allerlei wijze wondt getracht
geld te verdienen: door colportage van cou
rantjes, door een soort muzikale wandelingen
en anderszins. Maar ondanks de ellendige tij
den. welke we doormaken, is het toch dik
wijls te zien, hoe velen, of het lijden kan of
niet, hun avonden in de café's doorbrengen
en daar tot het sluitingsuur blijven plakker-
Dat bevorder tniet het huiselijk geluk, noch
den financieelen toestand in het gezin. Eerst
daags komt de lieve zomer met zijn lange
avonden, en dan gaat de man weer zijn tijd
zoek brengen buiten vóór het café natuurlijk.
De man met 'het glaasje voor zioh en vrouw
en kinderen thuis in nood. Zou het nu niet
mogelijk zijn, dat het sluitingsuur der café's
vervroegd en bijv. op 10 uur gesteld werd?
Dat zou wellicht alvast iets helpen. En dan
moest men ook niet zoo royaal zijn met het
geven van nachtpermissies. Want dait is ook
niet bevorderlijk aan een goeden geldei ijken
toestand voor het huisgezin.
Barometerstand: 746. Vooruit.
OPGAYE VAN»
Medegedeeld door het Kon. Ned. Meteorol.
Instituut te De Bildt.
Naar waarnemingen in den morgen van
1 Maart 1923.
Hoogste Barometerstand 767.3 mJM. f«
Stensele.
•Laagste Barometerstand 743.9 m.M'. te
Malinhead en Shields.
Verwachting van den avond van 1 tot
den avond van 2 Maart:
Aanvankelijk matige of zwakke zuidwes
telijke, later krimpende en toenemende
wind. aanvankelijk halfbewolkt, later toe
nemende bewolking met regenbuien, zelfde
temperatuur.
gebruikt om handwagens door te laten,
maar dan wordt ze geheel opengeschoven.
Voorts blijkt bekl.'s schuld uit de gevoerde
gesprekken en uit den plotselingen rijkdom
van bekl.; die door zijn kameraden alge
meen als een „gesjochten jongen" wordt be
schouwd. De ontkenningen kunnen dezen
bekl. niet baten. Spr. wijst er op, dat bekl.
al eens tot 2 jaar voorwaardelijk veroor
deeld is, doch de proeftijd heeft niet gebaat,
Spr. vraagt thans een gevangenisstraf van 8
maanden, met aftrek der preventieve beel
tenis.
De verdediger van bek!., mr. Molenburg,
acht de aanwijzingen niet overtuigend en do
basis van het requisitoir zwak. Op de ge
sprekken kan z.i. niet worden afgegaan,
Spr. kan verklaringen overleggen; dat bekl.
bij landbouwers in de Meer f 30 en 50
heeft verdiend in de maand November; Zoo
gesjochten was hij dus niet en hij ging ook
niet uit. Waar zou dit geld dan gebleven
zijn?
Pleiter meent, dat bekl. moet worden
worden vrijgesproken, subs, tot een lichts
straf veroordeeld.
RfjwielcHef.
Daarna stond terecht W. G., 43 jaar,
bankwerker, geboren te den Haag, zonder
vaste woonplaats, thans gedetineerd. Hij
wordt beschuldigd, op 23 December te
Zaandam een rijwiel te hebben weggenomen,
dat even onbeheerd stond voor de woning
van K. Kuijer- in de Zuider Kerkstraat.
vlak bij het politiebureau! Bekl. ontkende.
Het O.M. vroeg 4 maanden gevangenisstraf
met aftrek. De verdediger, Mr. v. Leeuwen,
pleitte vrijspraak.
Uitspraken van 1 Maart
A. K. magnetiseur, te Haarlem, thans ged,
H. v. Bew. Haarlem, overtreding ari. 25Ibis
W. v. S.. 6 maanden gevangenisstraf met af-
IHk preventieve hechitenits.
L B., wehkman te Amsterdam, vrijgespro
ken.
W. K. veedrijver te Purmerend, oplichting,
geldboete van f 12. subs. 6 dagen hechtenis.
I. A. G. los werkman te Haarlem. 2. H. S.
vissclwr, te Haarlem, appèl overtreding viv
scherijwet, vonnis Kantonrechter Haarl.meer
bevestigd.
J. F. A. V. schoenmaker te Leiden, bij ver
stek. overtreding art. 247 W. v. S., 6 maanden
gevangenisstraf
Th. J. F. C. voorheen magazijnchef, to
Haarlem, gedetineerd, valschheid in geschrif
te. 1 jaar en 6 maanden gevangenisstraf met
aftretk preventieve hechtenis.
De Burgemeester var Haariem brengt ter
kennis dat aan A. H. Mariens, lichting 1919,
mót ingang van 3 April 1923 voor den tijd
van één jaar vrijs/telling van den dienstplicht
verleend is wegens Ikostwimumschaa,
I