DE SPORT ILLUSTRATIE Donderdag 1 Maart 1923 45ste Jaargang No. 14375 A Waar het ge vaar schuilt. Lichamelijke verzorging en opvoeding. MUZIEK. BIT NUMMER BESTAAT UIT 8 BLADZIJDEN. EERSTE BLAD van deze week: 64 prachtige kiekén Chèvremont-Valkenburg (vier toto'8) E. M, M.-Zaandam (vier foti's.) D. 0. S S.-D. H. L. (vijf foto's.) Foto's Groninger Dagbladbeker ('0 foto's) 5. België-Frankrijk (vijf foto's met eigen artikel.) 6. Feijenoord-H V. V. v (vijf foto's.) t. 3. 4. STADSNIEUWS. ASENDA 2 MAART Dr. L. C. Kersbergen. De Duitsche dienstboden. Haarlenjsche Orkest-Vereeniging. Gladiolen, Een imitatie van een bouquet van Toetankhamen. Fegularisatie in het schildersbedrijf. VAN ONZE RECHTBANK. Een wenk J. J. WEBER ZOON Opticiens Fabrikanten Koningstraat 10 Haarlem TELEGRAFISCH WEERBERICHT; Uitspraken inzake vrijsttumg. Dé abonnementsprijs bedraagt Poor Haarlem en Agentschappen: Per K w ar taal f 3<25 Per Week ƒ0.25 Franco per post p. kwartaal bij vooruitbetaling 3.58 Bureaux: Nassaulaan 49 Haarlem. Telefoonnummers: 1426, 2741 en 1748. Postrekening No. 5970. HAARLEM COURANT Advei+entiën 35 cents per regel Bij contract belangrijke korting. Advertentiën tusschen den tekst als ingezonden mededeeling: 60 ci. per regel. Vraag- en aanbod-ad- verten tiën 14 regels 60 cent per plaatsing; elke regel meer 15 cent bij vooruitbetaling. K. Op de gisteren gehouden algemeene ver gadering der Christelijk-Historische Unie beeft zich een ergerlijk geval afgespeeld. Door twee zeer bekende predikanten, n.m. ds. Bakker en dr. Kromsigt, werd de vol gende motie ter tafel gebracht: „De C,-H. Unie etc., van oordeel, dat een R.-K. Universiteit geen nationaal, maar een specificiek Roomsch belang is, bovendien in gaat tegen het historisch Protestantsch ka rakter van de natie, -en zoodoende de wig nog dieper in onze nationale eenheid in drijft. spreekt een krachtig protest tegen het raadsbesluitvan Nijmegen om een jaarlijk- sche subsidie aan zoodanige Universiteit toe te kennen en brengt hulde aan de Chr.-Hist. Kiesvereeniging om haar protest en aan de raadsleden, die tegen dit besluit stemden". Deze heeren wilden dus de geheele geor ganiseerde christelijk-historische partij in Nederland ten eerste «en afkeuring doen uit spreken over e?n gemeenteraadsbesluit van een in meerderheid Katholieke gemeente; ten tweede diezelfde politieke partij laten vastleggen, dat een R.-K. Universiteit een anti-nationale instelling is. En deze vermetel- beid werd door dr. Kromsigt ,m, op deze wijze verdedigd: „de Roomschen zijn bezig een streep te halen door onze historie!" Nu zou men tocfe van mannen van alge- meene ontwikkeling mogen verwachten, dat zij, na een tijdje van verklaarbaar slecht hu meur over den gestadigen groei van een volksdeel, waarmee zij niet erg sympathi- seeren, eindelijk hun fanatieke gevoelens overwonnen ên tegenover de nuchtere fei ten de werkelijkheid zonder meer aanvaard den. Die feiten zijn, dat iedere dag nieuwe geschiedenis maakt en het dus dwaasheid is ten historische evolutie als vernietiging van nude geschiedenis te bestempelen; die fei ten zijn voorts de cijfers van de volkstellin- gen, die uitwijzen, dat het minst genomen be- 1 lachelijk is Nederland een „protestantsche latje" te noemen. Men zou beter Polen een Joodsche natie kunnen heeten! En daar denkt niemand aan. Maar het ergste is, dat deze vergadering op nieuw gewezen heeft op het gevaar van op- groeienden godsdiensthaat, van een langs zaam maar zeker komenden feilen gods dienststrijd, waarvoor in ons volk de kiemen nog altijd aanwezig zijn, wanneer leidende kerkelijke personen als zich op bovenver melde vergadering uitten, zich aan het hoofd van minder ontwikkelde, fanatieke ele menten plaatsen, in stede van de hartstoch ten te bedwingen. Gelukkig wist de vóot-zitter der Chr, His torische Unie het aannemen van bovenver melde motie nog te beletten door er op te wijzen, dat men met dergelijke besluiten niets bereikt. De bekeeringsijver der Room- ichen zou er niet door verminderen. „Doe groot werk. Stel er uw eigen geloofsijver tegenover!" zei de leider dier vergadering zeer terecht. En zoo is het: wanneer, wat op de bijeenkomst van gisteren weer uitkwam, een deel der protestanten bevreesd is voor „de bekeering van Nederland tot de Katholieke Kerk", laat men dan strijden met eerlijke, met geestelijke wapenen en niet met die, welke Groen van Prinsterer reeds in de liberalen tegenover de Roomschen laakte: n.m. van tyrannie en onderdrukking of ilthans de pogingen daartoe. Het is te hopen, dat men in leidende christelijk-historische kringen eindelijk eens gaat inzien, welk een omvang langzamerhand de anti-Roomsche Hetze aaneemt; dat zij het bedwingen van die godsdienstige 'hartstochten in de hand heb ben; dat daar en daar alleen „het nationale gevaar" op het oogenblik schuilt. H. Onder de vele vraagstukken, betreffende de opvoeding der opgeschoten jeugd, waar mede de tegenwoordige tijd zich bezighoudt, neemt het bevorderen van lichamelijke oefe ningen, als turnen, spelen, wandelen, en de verschillende soorten van sport een niet ge ringe plaats in. Het schijnt een reactie te zijn tegen verwaarloozing van dit onderdeel der opvoeding in vroegere jaren. Eerst enkele herinneringen uit het verle den: Bij Grieken en Romeinen beheerschte de lichaams-gymnastiek het opvoedingsplan; in Sparta en Athene bereikte deze te samen met het beste wat de Helleners bezaten, met nationaliteit en godsdienst, haar hoogtepunt trtn uit te loopen in het Olympische spel. De Romeinen maakten van de gymnastiek pen werkelijk bestanddeel van de volksbe schaving; er waren vele worstelscholen. Ook bij de Germanen trof men rijkelijk lichaams oefeningen aan; en het Christendom was t'e- Jen dergelijke zaken niet gekant. In de Middeleeuwen kwam de schoolgvm- aastiek fVittorino da Feltre en Masseo Veg- gio). Ook de ridderscholen hadden voor li chamelijke oefeningen gezorgd; bij het volk was o.a. het balspel in zwang. Het humanisme en de renaissanse waren de lichamelijke opvoeding niet zoozeer genegen, maar de Jezuïtenscholen bevorderden ze zeer. Na de droeve tijden van geloofsver deeldheid en den 30-jarigen oorlog, kreeg een andere opvatting de overhand: „li chaamsoefeningen als klimmen, worstelen, baden, zwemmen, enz. werden op school vormelijk verboden en golden als ruwheden en onbehoorlijkheden". De onnatuurlijkheid in kleeding en lichaamshouding uit het land van Lodewijk XIV, versterkte dien geest. Een omkeer werd weer tot stand gebracht door Rousseau, Basedow, Salzmann, Ro- chow, Campe en Pestalozzi. Langzamerhand komt de kentering, totdat het eerste leer- boek voor gymnastiek geschreven w?rd Friedrich Ludwig Jahn, stelde op de thesis: '„Ohne Turnsciele kann das Turnwesen nicht gedeichen, ohne Spielplatz ist ein Turnplatz nicht gut zu denken". Toch bleef men het turnen nog te veel beschouwen als een soort kunst, die niet door alle jongens beoefend behoefde te worden. Eerst na 1870 kreeg de lichaamsgymnastiek de algemeene aandacht, en nu worden ook de scholen beter daartoe ingericht; turnen, spelen, wandelen, wordt nu op de scholen meer gedaan en met zorg ge daan. In Duitschland bevorderde vooral de gedachte, dat men eenmaal zijn bestaan zou moeten verdedigen de lichaamsoefeningen. De heilzame invloed, dien de lichamelijke oefeningen van den jongen mensch heeft, komt aan geheel zijn wezen ten'goede, aan het lichaam als aan de ziel met hare krach ten, n.l. het gemoed en den wil, zelfs het verstand. Mgr. Keppler zegt hierover in: „Mehr Freude", p. 113: Men nioet ook nog bijzonder letten op een, in het eigen levensgebied der jeugd uitspringende natuurbron van geeste lijk-lichamelijke vreugde, van physiek en moreel welzijn, van gezonde vroolijkheid en frischheid der jeugd: op de.lichamelijke oefe ningen, spelen, turnen, marcheeren, ook sport, voor zoover dit laatste binnen ver standige grenzen blijft. Men moet op deze bron letten in een tijd, waarin uit velerlei bekende oorzaken een zwak en slecht ge vormd geslacht opgroeit, dat de voeten niet meer weet te gebruiken en geen lust meer heeft in een flinke wandeling of geduchten voetmarsch. Hoeveel ellende ontstaat hier door en hoeveel degelijke vreugde ontgaat hierdoor de jeugd! Het beste middel om het organisme te versterken, blijft onbenut; het beste middel om het „reizen" werkelijk verfrisschend en interessant te maken, gaat verloren; de zin en het gevoel voor de na tuur droogt uit; een lui, ziekelijk lichamelijk leven krenkt ook het geestelijke en moreele leven, en. maakt het rot". Gaan we nu eens wat dieper in op den invloed van gymnastiek op het lichamelijk le ven. De natuur zelf wijst op dit middel: bij het jonge dier woont de drift om te spelen; daarmee is het gegeven de aansporing tot beweging en oefening der organen. De Mensch, die in een toestand van volslagen hulpeloosheid in de wereld komt, heeft dus nog meer reden, zijn ledematen te oefenen. Deze voor-oefening bereidt hem tevens voor op den ernst des levens. Wanneer nu zulke beweging zoowel in de kinderjaren als in alle levensperioden noodzakelijk is, dan is zij toch vooral noodzakelijk in den tijd van den groei, als het lichaam en zijn organen zijn snelste en feitelijke vervolmaking krijgt. Daarom moet aan turnen, spelen, sport en wandelingen bij de lichamelijke opvoeding van den opgroeienden mensch een voorname plaats worden ingeruimd. Hun invloed is di rect en indirect. De indirecte werking heeft plaats in het gemoedsleven en dat van den wil; en wordt dit meer verheven, dan zal dit weer inwerken op 't lichaam. Van den directen invloed geldt in 't alge meen het volgende: Beweging sterkt het spierstelsel van het geheele lichaam en draagt bij tot verhooging van kracht en ge zondheid, Hart, longen en zenuwstelsel wor den tot verhoogde werking aangezet .eh ge. Sterkt;, matige oefeningen met voldoende rustpoozen verhoogen vooral het prestatie vermogen. Het bloed wordt weggeleid van het hoofd, waarheen hét bij voortdurenden geestelijken arbeid en bij lang op de school banken zitten is gestegen. De bloedsomloop krijgt meer kracht; stofwisseling en slaap worden daardoor bevoordeeld en alles wat afhangt van het zenuwstelsel krijgt een nuttige beïnvloeding. Geheel bij zonder nut hebben de hersenen, het rugge- merg en het centraal zenuwstelsel, de grondslagen van een gezond lichaam. Die oefeningen kunnen gerust een zenuwgymnas- tiek genoemd worden. Daardoor wordt het lichaam tegelijk gehard, krijgt vastheid, ook gaat het meer gewennen aan sterkere on gunstige inwerkingen, zooals verandering van temperatuur, en leert men ongemakken verdragen. Beweging heeft overeenkomstig de soort en de manier, waarop ze wordt ge nomen, een menigvuldigen invloed. Turnen brengt teweeg een versterking der spieren en helpt tot beheersching van het lichaam, 't geen in de onrustige puberteits jaren zeer noodig is. Een vervolmaking van het turnen ligt in het spel. Het verbindt vreugde, gezelligheid en lichaamsverzorging. Omdat spelen gewoonlijk plaats heeft, in de open lucht, heeft het daardoor een voor sprong op turnen. Als de jeugd door geeste lijken arbeid vermoeid is, en nog geen be hoefte heeft aan slaap of uitrusten, dan is 't spel op zijn plaats. Het biedt steeds andere bekoorlijkheden en is een middel tegen een zijdigheid en zwartgalligheid; ook brengt het alle krachten in werking. Het,opgewekte ge voel en het belang voor het spel brengen de bewegingscentra in de hersens in sneller tempo en vergemakkelijken alle beweging in zenuwen en spieren. Het spel der. jeugd maakt frisch en blij. Is het spél vooral voor de studeerende jeugd noodig. ook de arbeidende jeugd kan het niet missen. In den lichamelijken arbeid toch ligt eenzijdigheid, en laat nu eenmaal een harmonische ontwikkeling van het li chamelijke organisme niet toe. Arbeid is ge bonden werkzaamheid, spel daarentegen vrije; het oefent zoowel den lichamelijken als geestelijken aanleg en beteekent een zich losmaken uit den dagsleur van het werk. Omdat het spel de jeugdige arbeiders, die meestal de heele week in slechte atmosfeer vertoeven, brengt in de vrije lucht, moeten ouders en jeugdvereenigingen het spel be gunstigen. Ook oefent het een heilzamen voorbehoedenden invloed uit. Het houdt de jonge menschen uit herberg en danszaal. Daardoor verhindert het hun, in de uren van ontspanning op Zon- en Feestdagen, hun nog niet ontwikkelde lichamelijke krachten te benadeelen. Bekend is de belangstelling, welke Pius X had voor het spel der jeugd. Tusschen arbeid en spel ligt de sport; ook deze is voor de lichaamsontwikkeling zeer heilzaam en een rijke bron van vroolijkheid, opgewektheid en gezondheid. Een onuitputtelijke bron voor lichamelij ke en geestelijke gezondheid is verder het wandelen in de vrije natuur. Het verheft de spierkracht, en in de zenuw- en hartverster kend. Daarvoor is niet noodig hooge bergen te gaan beklimmen, het wandelen ook op meer bescheiden voet brengt de gewichtigste le vensorganen van het lichaam tot verhoogde werkzaamheid, bevordert ademhaling en stofwisseling en verhardt verweekelijkte na turen; tevens brengt het genezing in de sto ring van geestelijke evenwichtigheid. Aan de opgroeiende jeugd, vooral de mannelijke, kan derhalve het maken van flinke voetmar- schen worden aanbevolen; de indrukken, die op de ziel gemaakt worden bij het aanschou wen van de wonderen Gods in de natuur, zullen ook nog gunstig werken op het li chamelijke in den jongen mensch. De lichamelijke oefeningen te samen dra- Zie vooral gen ook nog bij tot vermindering of tot be heersching van de ongedurigheid, die de jonge menschen doortrilt. Wil de ontwikke ling niet gestuit worden op heillooze manier, dan moet de overschietende kracht een af leiding hebben. Dit geschiedt door die be wegingen, die een verwerken van dien' over vloed tot stand brengen. De lichaamsgym nastiek, en bovenal het turnen, is een krach tig, middel om de verkeerde .verlangens van den jóngen mensch te leeren overwinnen: het leert hem meester te zijn over het lichaam en zijn ledematen; de verschillende turnoefe ningen eischen strenge discipline. Van Don Bbsco is bet bekend, dat hij turnen en mi litaire oefeningen maakte tot een gewichtig deel van zijn opvoedingsmiddelen in zijne in richtingen. Was aan de jongelui genoeg gele genheid tót beweging en tot krachtsinspan ning gegeven, dan kan ook door strenger tucht er op gelet worden, dat zij hunne li chamen in rust en orde hielden. Nog één ding moeten we onder t oog zien. Spel, sport en wandeling bewaren vooral in dien kritieken tijd, waarin de geslachts drift opkomt, en de trek naar zinnelijke vreugde ontstaat, de jeugd voor excessen, vooral van sexueelen aard. De zinnelijke neigingen worden tot rust gebracht en vooral van een onnatuurlijke bevrediging te rug gehouden. Ook het'alcoholgévaar wórdt kleiner, omdat die oefeningen dat gift ver bieden, want het gebruik van alcohol zou ieder succes in gevaar brengen. Zoo bevorde ren de lichamelijke oefeningen in vele ge wichtige opzichten de moraal en werken daarbij allergunstigst voor de lichamelijke gezondheid, aldus wordt de hygiëne door de moraal gesteund. De hygiënische beteekenis van een goed geweten, en daar tegenover de lichamelijke, verlammende en zenuwver- woestende werking van een diepe moreele inzinking zijn factoren, die alle zuiver psy chologische veronderstellingen en berekenin gen over hoop werpen, zegt Foerster. Wat over de beteekenis van de lichaams beweging in turnen, sport en spel en wan deling gezegd werd, geldt vooreerst de jon gens. Bij de meisjes echter treden in de overgangsjaren gelijke physiologische ver schijnselen op als bij de jongens; daarom passen onze stellingen in het algemeen ook voor de meisjes. Lichamelijke arbeid, in het huishouden is n.l. aan te bevelen. Als dat is afgeloopen zijn vrije oefeningen, spel in de frissche lucht, en wandelingen geschikt tege lijkertijd de lichamelijke gezondheid te ver zekeren als een te vroeg verliefd worden tegen te gaan. Doch de gymnastiek voor de meisjes eischt niet geringe wijzigingen, want vele oefeningen, die wel passen voor knapen en jongelingen, komen niet overeen met den eigen aard der meisjes. Het lichaam van het opgroeiende meisje is zwakker en minder geschikt tot energieke krachtsontplooiing; daarom is het spoediger vermoeid. Men zij dus wel voorzichtig, ofschoon de lichaams gymnastiek ook bij het zich ontwikkelende meisje vele storingen kan voorkomen; daar om is de gymnastiek voor het meisje dus ook raadzaam. Het samen beoefenen van spel en sport door jongens en meisjes is vanzelf al te ont raden door de verschillende eigenaardighe den en verschillen in kracht van de beide geslachten; en vooral ook de welvoeglijk heid en de zedigheid trekken hier strenge Van "den anderen kant moet ook niet de meening gaan heerschen, dat de lichaams gymnastiek alvermogend is voor de lichame lijke gezondheid. Physieke degeneratie heelt haar laatste en diepste wortels dikwijls Juist in de geestelijke oorzaken; moreele in zinking' werkt ook op het lichaam storend in- daarom leenen inwendige scholing en verharding der jeugd, die beschermen tegen geestelijke verweekehjking, ook voor het li chamelijk welzijn voortreffelijke diensten. Gaat men eenzijdig te werk en zorgt men aj- leen voor de bevordering der lichamelijke gezondheid, terwijl men daarmee al te veel het geestelijk leven wil verheffen, dan wordt, niet alleen dit in oppervlakkigheid en leeg heid vermoord, maar ook het eerste niet bevorderd. De zenuwachtigheid van onzen tijd is meer dan een product alleen van geestelijke fac toren, Welzijn en spierkracht moet niet met elkaar verwisseld worden;, er kunnen ker- j misathleten en krachtmenschen zijn, die een zwakke gezondheid hebben. JAN VAN HAARLEM. Sociëteit „St. Bavo" Haarlem's Gemengd Koor 8 uur Rederijkers 8 uur Overheidspersoneel 8 uur Be stuur Liefdebeurs 8 uur Bestuur Zuivelbereiders 8 uur. Hanzegebouw Zangkoor „Proza" half 9 Orkest 8 uur. R. K. Leeszaal en uitleenbibliotheek Jans straat 49 Eiken dag geopend van 10 12%, van 25 en van 710 uur, behalve des Maandagsochtends en op Zon- en Feesldagen. Uitleen van boeken van h?lf 39 uur. R. K, Arbeidsbeurs voor mannen Jacobij-1 nestraat 15 A lte werkdagen, voorin, van 912 uur, a.m. van 25 uur. Zalerdags alleen van 912 uur. R. K. Arbeidsbeurs voor vrouwen Kleine Houtweg 13 Alle werkdagen des v.m. van half 11 lot half 12. des nam. van 3 tot 4 en van half 8 tot half 9. Telefoon 2981. Martha-vereeniging Bloemhofstraat 1 Betrekkingbureau voor vrouwen Alle werkdagen van 1012, van 24 en van 89 uur. F. H. Smit Groote Houtstraat 69 Ten toonstelling. Waaggebouw K. Z. O. D. 115 uur. Tentoonstelling. Bisschoppelijk Museum. Dagelijks, uitgeno men Zaterdag, Zon- en Feestdagen toeganke lijk. Maandag 5 Maart zal het 25 jaar geleden zijn, dat dr. Kersbergen tot arts bevorderd werd. Dr. Kersbergen, die zich in 1900 hier ter stede vestigde, is niet alleen te Haarlem, maar ook daarbuiten een welbekend en zeer gezien arts. die. zijn plicht welbewust, zich met ijver geeft aan de verzorging zijner patiënten. Al vorens d'r. Kersbergen, nadat hij tot arts be vorderd was, iin de practijik ging, studeerde hij eerst nog bacteriologie, om daarna assistent bij prof. Nolen, te Leiden te worden. Ook later heeft de a.s. jubilaris nog te Weenen een cursus gevo'gd, om zijn kennis te verdiepen. In 1907 werd dr. Kersbergen internist van het Diaconessenhuis, welke functie hij tot 1919 waarnam, om in dat jaar directeur te worden van het St. Elisabeth's Gasthuis. En het mag békend heeten, op welke wijze bij dit direc teurschap vervuld heeft en nog sleeds vervult. Hier mag aan het oude ,,the right man on the right place (de rechte man op de rechte plaats) 'de volle waarde toegekend worden. Nog op ander gebied heeft dir. Kersbergen zich verdienstelijk gemaakt en wel op het ge bied der tuberculose-bestrijding. Ook daaraan geeft hij zijn volle kracht. Dit is zeer in het kort en heel oppervlak kig' dr.' Kersbergen .geschetst: een huisarts, die tevens huisvriend is, een volijverig gast- huis-directeur en een onvermoeid tuberculose- bestrijder. Het is dan ook begrijpelijkerwijze te verwachten, dat zijn a.s. feest dan ook een. jubeldag worden zal in den echten zin des woords. Er heeft zich 'n commissie vatn hui daging gevormd. Voorzitter van deze commissie is de heer Joh. de Brenik, oud-webhouder der gemeente Haarlem; penningmeester is de heer O. D. Enrrik. Dit comité zal zich op Zondag 4 Maart om half drie ten huize van den jubilaris ver voegen, om hem te huldigen. Om 3 uur heeft de officieele receptie plaats. Naar we vernemen heerscht onder een deel onzer Duitsche dienstpersoneel de mee-, ning, dat Duitsche dienstboden, die vooreen korten tijd naar "haar Heimat lerugkeeren, moeilijkheden zuilen ondervinden bij haar te rugkeer naar Holland, zoo zelfs dat zij" niet wederom zullen worden toegelaten in Ne derland. Wij hebben te bevoegder plaatse eens geïnformeerd naar de gegrondheid de zer geruchten. Men wist daar echter van het in den weg leggen van zulke moeilijk heden niets af. Mits de pas in ordfe is en de toestemming van de Konink'ljjke Mare chaussee, Imhoffplein 12, den Haag, za! men den Duitschen dienstboden geen bijzon dere moeilijkheden in den weg brengén. Dat de Nederlandsche autoriteiten den intocht van Duitsóhe dienstboden zouden tegenwer ken. is. op dit oogenblik althans, biet juist. Wel wordt vernomen, dat men in sómmige deelen van Duitschland, in sommige Kreise, aandrang uitoefent, op de dienstbaren om niet meer naar Holland te gaan. Men wijst daarbij dan op de gevaren, die dienstboden in 't algemeen in een vreemd land loopen, ver van familie en bekenden, en wordt daar bij gedreven door het feit dat er in Duitsch land een groote dienstbodennood heerscht. Maar die aandrang kan uit den aard der zaak niet anders dan een zedelijke zijn, zon der eenige wettelijke kracht. De Duitsche regeering heeft, in verband met de toestanden in Duitschland, de voor waarden voor het verkrijgen van het Duit sche visum belangrijk verscherpt. Daarbij dient de noodzakelijkheid der reis aan de Duitsche pasbureaux te blijken. Doch dit geldt natuurlijk alleen voor buitenlanders en niet voor terugkeerende' Duitschers. Op het buitengewoon concert van Woens dagavond introduceerde zioh de concert- en operazanger Evert Miedenia als een tenor van ongewone kwaliteiten. Hij is een ste vige, rijzige Fries, zijn geluid is kerngezond, al is het niet geheel en al vrij zooals dat van de Ilaliaansche tenoren. Gezond 'is ook zijn voordracht, een valsch sentiment heb ben wij niet bij hem gehoord, waar hij naast een aria uit „Don Juan" zong uit „Carmen" de groote aria in des en nog eert tweetal uit „Tosca." Het allermeest boei den ons de beide aria's van Puccini, waar van hij de laatste, het prachtige, ezonde lied „E Jucevan le stelle" moest herhalen. Op de voornaamste plaats is zijn succes van den avond te danken aan het feit, dat hij is dramatisch zanger, maar die door een gezonde zngtechniek de volledige beheer sching over zijn orgaan heeft. Zooals ge zegd, men mocht het nog vrijer wenschen, hij laboreert nog ietwat aan het euval van do meeste Hollandsche en Duitsche tenoren die boel zelden de neiging om met hoog liggend strottenhoofd te zingen volledig we ten te overwinnen. Ik vermeid in hoofdzaak deze bij Miedema niet al te hinderlijk op tredende neiging, oindat het bepaald het eenige is, wat men meer volmaakt zou wen schen. Zangers als hij kunnen wel een stootje verdragen en daarom maak ik ook naast zijn bijzonder loffelijke uitspraak van 't Italiaanseh gewag van enkele tekort komingen in het Fransch (enivrer, accu ser.) Men draagt van zijn uitstekende voor dracht, gesteund door een hoogst gemak kelijke techniek, te aangename indrukken weg, dan dat men uitspraakfeilen niet zou willen zien weggenomen. Het publiek ziet graag den operazanger in de concertzaal. Maar wie van de Carmen houdt, zal toch moeten toegeven, dat de aria „La fleur que tu m'avais jefée" pas zin krijgt waar zij uit het dramatisch gebeuren naar voren treedt; er gaat at te veel ver loren bij conrertvoordrachL En och, is een vertaling nu zoo'n groote weelde voor een concert als dit? Zelfs van 't Italiaanseh was geen woordje ter verduidelijking van den zin bijgevoegd. Dat zal in de opera niet hinderen; bij concertvoordracht moest men het niet nalaten. Het allermooist klonk wel het orkest bij de heerlijke bloeiende klanken van Pucci ni's muziek. Vooral de aria tm de eerste acte heeft een pracht van een inleiding, waar deze schildert de schoonheid van Ca- varadossi's geliefde. Daar toont de Ilali aansche meester van het veriswo, en zijn muziek is toch zeker al dertig jaar oud. dat hij, om karakteristiek te geven, het wezen van elk instrument heeft doorpeild; de or- keststemmen vrij weet te voeren; en dat een levend rvthme prachtig opbloeit uit stuwende harmonieën. Men zal er stellig beter bij va ren, zoo men inplaats van altijd en altijd weer Wagner rta te volgen wat meer studie maakte van de geheimen van Puccini's or kest. Gerharz liet de muziek prachtig spelen, en ook in Lohengrin deed hij weer uitne mende dingen, zoowel als in de ouverture .„Freischütz." Een vol huis en een frenetiek applaus! G. J. K. Op Maandagen wordt, tegenwoordig bij Brinlkmann te Haarlem een gladdolenbeurs ge houden en de omzet is niet zoo gering. Voor de vorige maand bedroeg de uitvoer 191839 K.G., vertegenwoordigende een waarde van 175,359. Naar Engeland ging het leeuwendeel te weiten 107939 K.G. voor 96,074» Frankrijk betrok ongeveer een zesde van 'het totaal. De heer Daudey, Bloemenihandelaar in de Gr .Houtstraat, deelt'onis mede, dait door hem is vervaardigd een merkwaardige bouquet, ge heel volgens het model dat zich bij de ont dekking van het Egyptische koningsgraf in Luxor, onder de voorwerpen bevond, die daar gedurende meer dan 30 eeuwen begra ven zijn geweest. Gelijk de andere kostbaar heden bevond ook het bouquet zich in een goeden toestand en bleek van een bijzondere samenstelling te zijn. Het Plaatselijk Gomité van Actie fot regu- larisatie van het Schildersbedrijf heeft een circulaire rond gezonden, waarin het er op aandringt het schilderwerk niet alleen in den zomer 'te laten verrichten. „Ook het huisschildersbedrijf zoo lezen wij in deze circulaire kant telken jare maanden van groote werkloosheid. Sinds een paar jaar bestaat er in dit bedrijf een comité tot regularisatie en werkverruiming. Dit co mité wil door betere wericverdeeling, maar bovenal door werkverruiming, de werkloos heid in het bedrijf zoo krachtig mogelijk te gen gaan. Het comité mocht zich van het eerste oogenblik van haar bestaan verheu gen in den bijzon/deren moreelen en financi eeilcn steun van de regeering. WH dit comité echter in staat zijn. zijn werkzaamheden op doei treffende wijze te verrichten, dan is bet aangewezen op de daadwerkelijke hulp van allien, die in de gelegenheid zijn, die hulp te verschaffen. Tol onze voldoening kunnen wij constateeren, dat in het bijzonder de gemeen tebesturen in deze hun medewerking ver- leenen, door veel sdhüderwerk te laten uit voeren in den winter, wanneer de weikloos- fheid in ons bedrijf het grootst is. Wij doen thans een dringend beroep op de diëntèle van het huisschilder sbedrijf en ver zoeken haar om ons te helpen de werkloos heid fë bestrijden door zooveel mogelijk aan den huisschilder werk op te dragen. (Zitting van heden.) Valschheid in geschrifte. De Rechtbank deed heden uitspraak in de zaak tegen T. J. F, C„ tegen wien wegens valschheid in geschrifte 2 jaar met aftrek der preventieve hechtenis was geëiischt, en veroor deelde hem tot 1 jaaT en 6 maanden gevan genisstraf met aftrek der preven'tdeve hechtenis Inbraak en diefstal. ria een zaak met gesloten deuren behandel de de Rechtbank de zaak tegen den 19-jarigen Jh M. v. St., los-werkman, geboren en wo nende te Haarlem. Hij wordt beschuldigd, in den nacht van 12 op 13 December te hebben ingebroken in het depot der Petroleum-Mnat- schappij, aan den Spaanndammerweg. alhier, en zich toegang te hebben verschaft tot het kantoor, waar hij een geldkistje met f 340 zou hebben weggenomen. Beklaagde ontkent echter. „Ik weet er absoluut niet van," zegt bekl. De president zegt: „O, gaat n dan maar zitten, dan zuien we de getuigen hoeren." De chef van het depot bevestigt, dat er in braak is gepleegd en dat het ikistjc met geld werd vermist. Hij geeft voorts eenige inlich tingen over de situatie Jan het gebouw. S. Schrama verklaart, dat voor de inbraak kennissen aan zijn kosthuis zijn geweest, om te zeggen, dat .de rooiie van St." (dit is bètóL) wat in te breken wist en te vragen, of hij wilde medte doen- Bekl. weidende dit. Hij hoorde later, dat er ingebroken was en is toen naar St. gegaan, om geld te vragen, an- dëTs zou hij hem verraden. Sb iheeft toen ge zegd, dat hij er eerst met zijn kameraden oveir moest spreken, maar hem later f 100 gegeven, zonder te zeggen, dat dit van diefstal afkomstig was. Ook een andere kameraad heeft bekl. geld gegeven. Hij had met hem een gesprek gevoerd waardin sprake geweest was, dat beikil. op het politiebureau moest komen en dat er kans wa«, dat ze hem daar zouden houden. Bekl. herinnerde zich dit gesprek niet. Hij had wel geld gegeven, maar had' dit dn de Haarlemmermeer verdiend. De 22-jarige voerman de K. heeft in de in structie gezegd, dat bekl. zoowat nooit werkte. Thans verklaart hij dit niet te weten en draait er herhaaldelijk om heen. Bekl. vpreekt zeer zacht, zoodat de president er telkens op aan dringen moet harder te spreken. „Buiten schreeuw je altijd zoo hard," zegt de presi dent, maar bekl. verklaart: „Ik zeg nooit wat." Getuige vertellit verder, dat v. St. hem op 12 December gevraagd heeft, des nachts mede in te breken. Hij heeft dit niet gedaan. In de tweede helft van December heeft bekl., die nooit geld had, een hit gekocht. Bekl. ontkent dit alles cd zegt: „De K. staat 1e liegen, dat hij het zelf gelooft." De broer van bekl. heeft op 13 December van bekl!. een biljet van 40 ontvangen, maar bekl. zegt, dat ook dit miel waar is. De scheikundige Dr. van Ledden Hulse bosch heeft een paar pluisjes, die in het kanloor gevonden zijn, onderzocht en be vonden dat ze van gelijksoortige stof zijn als het pak, dat bekl. droeg. Desgevraagd legde deze getuige-deskundige uit, dat dit z.i. een beduidende aanwijzing was. De inspecteur der recherche, de heer Ver schoor, heeft de pluisjes gevonden aan den scherpen kant van de schuifdeur, die op 13 December half openstond en haast nooit gebruikt wordt. De ambtenaar van det O. M. acht hel bewijs geleverd. Het voornaamste is de kwestie met de pluisjes. Voor spr. slaat het vast, dat de jas van bekl. die schuifdeur is gepasseerd. De deur wordt alleen wei eens Zooals bekenid. geven we gaarne genegen heid aan onze lezers, opmerkingen onder deze rubriek te plaatsen. Dit houdt echter niet in, dat we het altijd met de. meening van den in zender eens zijn. Een albonné vraagt ons nu opname onder de „Damiaatjes" van het vol gende. W ijhebben er geen bezwaar tegen: Meermalen is reeds geschreven over de groote werkloosheid welke reeds zoo lang heerscht, over de ellende welke zij met zich brengt en over de moeilijkheid voor zoove- !en, voor hun gezin nog een stuk brood te verdienen. Op allerlei wijze wondt getracht geld te verdienen: door colportage van cou rantjes, door een soort muzikale wandelingen en anderszins. Maar ondanks de ellendige tij den. welke we doormaken, is het toch dik wijls te zien, hoe velen, of het lijden kan of niet, hun avonden in de café's doorbrengen en daar tot het sluitingsuur blijven plakker- Dat bevorder tniet het huiselijk geluk, noch den financieelen toestand in het gezin. Eerst daags komt de lieve zomer met zijn lange avonden, en dan gaat de man weer zijn tijd zoek brengen buiten vóór het café natuurlijk. De man met 'het glaasje voor zioh en vrouw en kinderen thuis in nood. Zou het nu niet mogelijk zijn, dat het sluitingsuur der café's vervroegd en bijv. op 10 uur gesteld werd? Dat zou wellicht alvast iets helpen. En dan moest men ook niet zoo royaal zijn met het geven van nachtpermissies. Want dait is ook niet bevorderlijk aan een goeden geldei ijken toestand voor het huisgezin. Barometerstand: 746. Vooruit. OPGAYE VAN» Medegedeeld door het Kon. Ned. Meteorol. Instituut te De Bildt. Naar waarnemingen in den morgen van 1 Maart 1923. Hoogste Barometerstand 767.3 mJM. f« Stensele. •Laagste Barometerstand 743.9 m.M'. te Malinhead en Shields. Verwachting van den avond van 1 tot den avond van 2 Maart: Aanvankelijk matige of zwakke zuidwes telijke, later krimpende en toenemende wind. aanvankelijk halfbewolkt, later toe nemende bewolking met regenbuien, zelfde temperatuur. gebruikt om handwagens door te laten, maar dan wordt ze geheel opengeschoven. Voorts blijkt bekl.'s schuld uit de gevoerde gesprekken en uit den plotselingen rijkdom van bekl.; die door zijn kameraden alge meen als een „gesjochten jongen" wordt be schouwd. De ontkenningen kunnen dezen bekl. niet baten. Spr. wijst er op, dat bekl. al eens tot 2 jaar voorwaardelijk veroor deeld is, doch de proeftijd heeft niet gebaat, Spr. vraagt thans een gevangenisstraf van 8 maanden, met aftrek der preventieve beel tenis. De verdediger van bek!., mr. Molenburg, acht de aanwijzingen niet overtuigend en do basis van het requisitoir zwak. Op de ge sprekken kan z.i. niet worden afgegaan, Spr. kan verklaringen overleggen; dat bekl. bij landbouwers in de Meer f 30 en 50 heeft verdiend in de maand November; Zoo gesjochten was hij dus niet en hij ging ook niet uit. Waar zou dit geld dan gebleven zijn? Pleiter meent, dat bekl. moet worden worden vrijgesproken, subs, tot een lichts straf veroordeeld. RfjwielcHef. Daarna stond terecht W. G., 43 jaar, bankwerker, geboren te den Haag, zonder vaste woonplaats, thans gedetineerd. Hij wordt beschuldigd, op 23 December te Zaandam een rijwiel te hebben weggenomen, dat even onbeheerd stond voor de woning van K. Kuijer- in de Zuider Kerkstraat. vlak bij het politiebureau! Bekl. ontkende. Het O.M. vroeg 4 maanden gevangenisstraf met aftrek. De verdediger, Mr. v. Leeuwen, pleitte vrijspraak. Uitspraken van 1 Maart A. K. magnetiseur, te Haarlem, thans ged, H. v. Bew. Haarlem, overtreding ari. 25Ibis W. v. S.. 6 maanden gevangenisstraf met af- IHk preventieve hechitenits. L B., wehkman te Amsterdam, vrijgespro ken. W. K. veedrijver te Purmerend, oplichting, geldboete van f 12. subs. 6 dagen hechtenis. I. A. G. los werkman te Haarlem. 2. H. S. vissclwr, te Haarlem, appèl overtreding viv scherijwet, vonnis Kantonrechter Haarl.meer bevestigd. J. F. A. V. schoenmaker te Leiden, bij ver stek. overtreding art. 247 W. v. S., 6 maanden gevangenisstraf Th. J. F. C. voorheen magazijnchef, to Haarlem, gedetineerd, valschheid in geschrif te. 1 jaar en 6 maanden gevangenisstraf met aftretk preventieve hechtenis. De Burgemeester var Haariem brengt ter kennis dat aan A. H. Mariens, lichting 1919, mót ingang van 3 April 1923 voor den tijd van één jaar vrijs/telling van den dienstplicht verleend is wegens Ikostwimumschaa, I

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1923 | | pagina 1