M-J.Ui VOOR DE Ï^I _F 1 de dubbele man 5niii'niiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii:iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii:miiiiiiiiiiniiii :iiniiiiiii:iini;i ini:ii.iiiiinminiiiiiininii:]« UIT DE MOPPENTROMMEL 17 geautoriseerde vertaling door a. t. EEN DRAMA OP ZEE. courantenknipsels, wier inhoud be- toon deed. Hij had hevige kiespijn en rs Avonds heb Be met Harton den neger-KOK en mijn medepassagie» trekking had op alle moorden, die in verzocht mij om wat laudanum, wijl schaak gespeeld. Goring. Een man lag aan mijn voeten de laatste twintig jaren in de Vereenig- hij wist, dat ik een kistje met medica- 10 November. Het wordt steeds op het dek, maar In de schaduw, zoodal! de Staten waren voorgekomen. Har- menten bij mij had. Ik gaf hem twin- warmer. Eenige landvogels zitten ia Ik zijn gelaat niet zien kon. ton had daar een en ander van gelezen tig droppels, waarop hij mij met een de takelage, ofschoon wij nog een ge- Dit alles ging zoo vlug tal zijn werbl en het had hem getroffen, dat daarin dankbetuiging verliet. Dit voorval ducht eind van ons doel verwijderd dat er slechts een paar minuten ven» slechts van misdaden sprake was had mij zoo aangegrepen dat ik den zijn. De hitte is zeer groot en wij zijn loopen konden xtja, vóór ik gekneveld waarvan men de daders niet op het geheelen dag onwel was. Een week lang zoo lui dat wij niets doen dan liggen en was. Ik hoorde een gefluister om mQ spoor was gekomen. „Wat den aard viel er niets bijzonders voor. en de wijze van uitvoer.ng betreft,' November. Harton en ik zaten rooken. heen en als bij instinct begreep ik^ Vandaag kwam Goring weer bij mij dat mijn leven het voorwerp van had (Slot volgtJ zei hij, „weken zij allen van elkaar af, den geheelen morgen op de cam- en vroeg n°g eens naar den steen- Ik gesprek was. Goring sprak op zachtea. ook de maatschappelijke positie der pagne, want nu wij zuidelijker komen, heb hem kortweg afgescheept. doch bevelenden toon doch de an> slachtoffers. Zij stemmen echter daarin WOrdt het warmer. Wij meenen twee 11 en 12 November. Wij komen deren wilden hem blijkbaar niet gw overeen, dat de dader nog niet gevon derden der reis achter ons te hebben. g°ed vooruit. Ik heb nooit geweten hoorzamen. Toen slopen zij naar de» den is doch dat de politie alle uitzicht Hoe blij zullen wij zijn, als wij de groene dat het in de buurt van Portugal zoo anderen kant van het dek. waar ik heeft hem spoedig op het spoor te oevers van den Taag zien en dit onge- heet wasstellig zal het aan wal koe- hen nog wel hoorde fluisteren, zullen komen. Dit boek versterkte iUkkige schip voor altijd kunnen ver- 'er ziJn- Heyson verwonderde zich er hen niet meer zien kon. Harton in zijn vermoeden, dat Goring iaten. Ik trachtte Harton, door hem over en met hem de geheele bemanning, een beambte van de geheime politie eenige voorvallen uit mijn even te 13 November. Er is iets zeer on- was verhalen, v at op te vroolijken. Onder verklaarbaars voorgevallen. Of wel 27 en 28 October. De wind is nog andere vertelde ik hem, hoe ik in het Heyson heeft een groote fout gemaakt steeds gunstig wij komen goed voor ^ezit van ^en zwarten steen kwam. of een magnetische invloed heeft onze uit. Hoe ongemakkelijk wordt iemand dien ik uit mijn jachtbuis te voor- instrumenten bedorven. Bij het aan- toch vergeten en zijn plaats door een schijn haalde. Wij zaten juist voor- breken van den dag riep de wacht dat ander >ngenomen Over Tibbs wordt overgebogen over den steen om te de branding meende te hooren en maar zelden meer gesproken. Heijson trachten, de fijne lijnen daarop te Heyson verkeerde in de meening land bewoont zijn kajuit en alles gaat zijn onderscheiden, toen plotseling een te zien. Ofschoon wij geen vuurtorens ouden gang. Als de naaimachine van schaduw tusschen ons viel. Omziende ontdekten betwijfelde toch niemand, mevrouw Tibbs ons niet er aan herin- zag ik Goring achter ons staan, die da.t wij de Portugeesche kust eer be. nerde, konden wij vergeten dat de over onze schouders heen den steen be reikt hadden dan wij hadden ver familie ooit bestaan had. Toch komt schouwde. Hij scheen zeer ontsteld, nioed. bij mij telkens de gedachte weer op, hoewel hij zich blijkbaar groote moeite Wie beschrijft echter onze verras wat toch eigenlijk de oorzaak van zijn gaf om Z\ch te beheerschen. Hij wees sing, toen wij bij het daglicht, zoover ken^ waarcJe schoonpaba. maar met gewelddadigen dood wel geweest is. een 0f tweemaal naar den steen voor- °®j8 reikte, de branding ontwaar- ^et huwcjjjk zal ik dan maar liever wach- Vandaag gebeurde er weer een onge- hij zich zoover hersteld had, dat ^en Groote groene golven verhieven ten, tot u de ganschen som bij elkaat luk. dat echter betrekkelijk goed af hij vragen kon wat het was en hoe ik dreigend hun kruinen en versto- heeft." liep Een der blanke matrozen zou in er aan gekomen was een vraag, die ven in een w°lk van schuim. Wat otoctüdi'ivp wax» tttjt het scheepsruim afdalen om een ka- hij op zulk een drieste manier deed, verborg zich echter achter die bran- TOT VERSTERKING VAN HET bel te halen, toen een luik hem op het dat ik mij zeker beleedigd zou gevoeld ding Geen hoogebanken, met de GEHEUGEN, hoofd dreigde te vallen. Door een zij- hebben als ik niet geweten had welk ho°ge klippen der Portugeesche kust, Gast. Aannemen! Betalen! (de kellnei redde hij zijn leven, doch zijn een zo'nderiing mensch hi, was. Ik maar wel een groote zandvlakte, die k°^t. (nadenkend). Zoo, nu weet ik pre- EEN ONGELOOVIGE. „Hief is mijn handl Gij krijgt mijtte dochter als echtgenoot* en een huwelijkt» hadden ver- gift van 50.000 gulden j 10,000 guides ontvangt ge onmiddellijk na het huwe lijk en het restant zoo af en toe, naar 1 mij het best convenieert". „Afgespro- sprong iderling mensch hij esne voet werd zoo ernstig gekwetst. deejde hem de geschiedenis mede zoo- z'ch steeds verder uitstrekte, tot zij of ik 10 of 11 noties bier heb dat de matroos voor het overige_ der ais ik ze Harton zoo pas verteld had. met den horizon samenviel. Rechts Bedr^kcn weet ie wat br^e" e11 non ij met de n vroeg mij aai ae matroos voor net overige uer ajs lk ze Harton zoo pas verteld had. u«i ixcuis gedronkcn, weet je wat, breng me er nog reis ongeschikt voor zijn werk is ge- Hij hoorde mij met de meeste oplettend- en Imks, waarneen net oog zich ook eentje misschien valt het me in dies worden. Hij schrijft het ongeluk toe heid aan en vroeg mij toen of ik wist wendde, was slechts mul zand te zien, tijd te binnen, aan de onvoorzichtigheid van zijn wat deze steen beteekende. Ik kon dat °P menige plaats fantastische heu- zwarten kameraad, die hem bij het ver- kem slechts zeggen dat het een meteor- veis vormde, waarvan sommige eenige DE CONSCIËNTIEUZE FRITS, leggen der luiken moest helpen. Deze steen was. Toen vroeg hij of ik wel eens honderden voeten hoog, andere daar- Vader (tot Frits, die zijn schoolwerk daarentegen wijt het ongeluk aan de onderzocht had welke uitwerking het entegen geheel vlak en effen waren, maakt). Frits, kom nu eten. beweging van het schip. Hoe het ook gezicht van 'dien steen op een neger Harton en ik waren naar het dek ge- Frits. Onmiddelijk, papa, ik moet nog zij, de scheepsbemanning wordt voort- had, wat ik natuurlijk ontkende. sneld en keken elkaar verbluft aan, een kleine „e" schrijven, durend zwakker. Al deze wederwaar- >;Laat ons dan eens hooren wat onze tot Harton in een luid gelach uitbrak. famiï ia ar digheden schijnen op Harton een be- 2warte vriend daar ervan zegt," sprak Heyson was heel in de war en beweert J"* klemmenden indruk te maken, want hii nam mii den steen uit de hand en dat er iets aan de instrumenten moet Eea Eee* maakt eene visite bij een# hij heeft zijn vroo ijk humeur geheel Jgg ar nTnZ den'matt.Belde™ faPeren. Zonder twijfel lag het vaste- ^^^^rilSdeliS verloren. Goring is de eenige die zijn bekeken hem zeer zorgvuldig. Ik zag ,and van Afrika voor ons en het was plaats van antwoord te geVen, werpt d« opgewektheid bewaard heeft. den neger heftig gesticuleeren en mee dus werkelijk de pies van Teneriffe jjefne een kop koffie in 't aangezicht Ik zie hem in zijn nut nog a tijd met bet hoofd knikken, alsof hij iets be- geweest, die wij eenige dagen geleden van den heer. „Excuseer," roept ma de zeekaart bezig. weerde dat de ander betwijfelde. Go- gezien hadden. Toen wij de land- ma, om deze zeer onbeleefde handelwijze Zou Heyson een ongeluk overko- ring kwam daarop met den steen'in de vogels zagen, passeerden wij zonder van haar bedorven kindje te verontschul- men wat God verhoedde dan hand weer bij ons. *-=«-• vKI- '«™- -A- «*- zouden wij ons op Goring's zeevaart kunde moeten verlaten. 29 en 30 October. Wij zeilen nog steeds met gunstigen wind. Niets nieuws voor.mijn dagboek. „De neger zegt dat het ding zondei waarde is, dat men hem gerust over Blanco in de nabijheid der woeste twijfel de Kanarische eilanden. Nu digen, „excuseer, de kleine is wat al te bevinden wij ons noordelijk van kaap spoedig familiaar.' boord kan werpen.' Terwijl Goring dit zei, wilde hij tege streken, die de Sahara begrenzen. Het eenige, wat ons te doen blijft is onz VERANDERING VAN BEROEP. Dief (te vergeefs pogingen aanwenden- 3i October. Mijn zwakke longen de daadJ3ii het woord voegen toen wij 0pnjeuw op ons doei afstevenen. instrumenten herstellen en dan moeten de°m !en brandkast te openen.) Als men 8 uur 30 s avonds. Den geheelen Van mijn vak en ik zie eens om naar een »n 8» crAhPiirf-PmssAti der rei* hehhen de ne?er °P hem toesprong en zijn hand mijn zenuwgestel geschokt; het ge- vasthield Goring liet den steen vallen dag 7tif gefege'n." Wij beenden" ons post™ van kassier ringste voorval jaagt mij vrees aln. en. verwijderde zich boos, zeker om an^erhalv? mfj, van kust. Heyson P Ik kan ternauwernood gelooven, dat miln. verwijten over zijn vrijpostige heeft de instrumenten onderzocht en ik dezelfde man ben. die te Antiestam ma"ier van doe" te ont8aan niet ophoudt die brandkasten zoo drom mels solide te maken, dan geef ik den brui onder een kogelregen een darmslag ader verbond, een operatie die een zeer vaste hand vordert. Ik ben zoo ner veus als een kind. Hedennacht tegen ee™ied 2 uur lag ik in een halve sluimering. vindt geen reden voor hun afwijking De neger echter raapte den steen yan den rechten koer3 op en overh igde mij dien met een diepe buiging en andere teekenen van Hier is mijn dagboek ten einde en nu moet ik het overige uit mijn ge heugen opschrijven. Ik kan mij echter, ONZEKER Heer (in een koffiehuis tot een stu dent). U is philisoof, niet waar? Student, (verwonderd) Zoo? Ik dacht dat ik jurist was Mevrouw A. Weinu, liefste, zijt g« SLIM „Tien flesschen Champagne voor hem> De geheele zaak is mij een raadsel. wat de feiten betreft, die zich diep in Er brandde geen licht in mijn hut. Een Ik geloof stellig, dat Goring krank- mijn geheugen gegrift hebben, moeilijk daarom zoo boos, dat je naar Wiesba- enkele straal der maan viel door een zinnig zal worden, als hij het niet reeds vergissen. den wilt en naar Ems moet gaan? spleet op de deur. Ik keek maar al door Is* Maar hoogst zonderling is mij de jn denzelfden nacht brak het onheil, Mevrouw B. Zeker; hoor eens, ik be naar deze zilveren streep. Plotseling eerbied dien de zwarte matroos voor dat reeds zoo lang gedreigd had, over weer als men een dokter heelt, die goed schrikte ik op. Een klein donker punt den steen toonde. Ik zal hem Goring ons uit. Om half twaalf had ik mij in pen°r£ajL'k verscheen op de deur. Met ingehouden niet meer toevertrouwen mijn hut begeven en wilde mij juist de daarvoor pLende ongesteldheid aan- adem wachtte ik op wat er komen zou. en 9 November. Wij hebben ter ruste leggen, toen er aan mijn raden. Langzamerhand werd de zwarte punt prachtig weer. Als een zwaan schiet deur geklopt werd. Ik deed open en grooter en voller en toen zag ik een de brigantijn over den zilten vloed zag Goring's zwarten bediende voor hand, die door de even geopende deur heen. mij staan, die mij zei dat zijn meester gestoken werd een hand, zooals ik Ge neger heeft zeker zijn zwarte ka- mij gaarne aan dek wilde spreken. Wel die de stem van een dier nabootst," roep' met schrik bemerkte, zonder vinger 1 meraden van mijn steen verteld, want eenigszins verwonderd dat ik nog zoo iemand in 't gezelschap van vrooiiike De deur werd voorzichtig geopend en z'j behandelen mij dllen met den groot- ]aaf geroepen werd, ging ik evenwel broeders „Aangenomen' klinkt het Goring's hoofd volgde de hand. Hij sten eerbied zonder aarzelen naar hem toe. Nauwe- Yaa alle kanten en m?n hoort hinniken, werd juist door het maanlicht besche- Ik sprak met Heyson over zinsbe- lijks echter had ik den voet op het dek kom^iemand^nHden kringen 'zwiie? nen, waardoor zijn trekken duidelijk goocheling, omdat wij meenden juist gezet, of ik werd van achteren aange- j3iepc stdte Na eenige "minuten te herkennen waren. Het was mij onder den invloed daarvan te verkee- grepen, op den rug neergeworpen en zegt de zwijger: „Zoo, dat was een visch" alsof ik nog nooit zulk een vijandige ren. In het noorden zagen wij namelijk een doek werd mij in den mond ge- Hij bad den prijs eéwonnen uitdrukking op een menschelijk gelaat duidelijk een driehoekig voorwerp, met stopt. Ik verweerde mij zoo goed ik gezien had Met wijdopengesperde den top in de wolken. Heyson ver- kon, maar werd viug en stevig met een oogen staarde Goring mij aan zijne klaarde dat het precies op de piek van touw aan een der booten vastgebonden lippen had hij geopend als om zijn Teneriffe geleek, die toch vijfhonderd De punt van een mes, die op mijn keei witte tanden te toonen. terwijl zijn Engelsche mijlen zuidelijker liggen gericht was, gebood mij stil te zijn. De zwart haar te berge scheen te rijzen, moest. Misschien was het een wolk. nacht was zoo donker, dat ik tot nog a*nemei\- w Ik sprong op om de revolver te grij- misschien ook een luchtspiegeling, waar toe mijn aanvaller niet herkennen kon; d'fn pen, doch kwam in mijn overijling in van men zoo vaak leest toen echter mijn oogen aan de duister- hoed 0Pj10uden groote verlegenheid, toen hij mij het Het is zeer warm. De stuurman zegt. nis gewoon waren geworden en de Photópraaf Dat gaa- met \Vïn> noe doel van zijn nachtelijk bezoek ver- dat hij het op deze breedte nooit zoo maan door de wolken brak, zag ik mij zal men u d«a "an elkaar kunnen onder- klaarde, wat hij dadelijk op beleefden warm heeft gehad. omrined doo r d» zwarte matrozen scheiden? GOEDE PHOTOGRAPHIEEN. Kermisphotograal (tot twee jongelui van 't platte land) die hun portret wiileri aten maken) Een uwer moet ziir hoed jVri. -Ö TnrcTjrkP1 TAADP.AVfï intj HUISKAMER M. WHITE NAAft HET ENQEU8CH VAN FRED. vertrekken, zonder dat iemand wist, dat er een schip was geweest. Maar ik zie niet in, waarom Barros hier een schip zou laten komen." „Dat jij dat niet inziet, is wel moge lijk," zei Gilette, „maar ik kan me toch wel voorstellen, dat er iets buitenge- „Uat is heel vriendelijk van u, mijn- Gilette schuddend van het lachen. b°f:r Marne," zei Gilette, „u wilt dan „Je had het gezicht van Barros eens ^oon kostbaars aan boord kan zijn, ..isschien wel zoo goed zijn, aan uw moeten zien, toen hij in de bibliotheek dat Barros hier wil landen, zonder dat oersoneel te zeggen, dat wij ons vrij kwam en daar je broer zag zitten, als- jemand er iets van weet. Ik wil je in het kasteel bewegen mogen. Ten- of er niets gebeurd was. Het scheelde even op weg helpen. Veronderstel eens, minste, als uermetsoptegenhebt.dat maar heel weinig, of onze vriend had dat het jacht van Argentinië kwam! wij overal komen. Ik heb speciaal het zich verraden, maar ik geloof dat we j}an is het heel begrijpelijk, dat het oog op den oudsten vleugel van het zijn ongerustheid netjes in slaap ge- Brest heeft aangedaan om 'kolen en gebouw, waarin enkele werkelijk his- wiegd hebben. Er is niet den minsten proviand op te nemen, om vervolgen; torische gewelven moeten zijn." twijfel aan, dat hij Stephen bedwelmd naar hier op te stoomen'. Ne m eensaan, „Dat hebt u toch mis, mijnheer, dat heeft en, toen al de bedienden naar daj het jacht voor een paar maanden hebt u mis," zei Barros haastig. „Ik bed waren, hem geheel alleen naar de van den een 0j aaderen Argentijnschen neb ook wel die praatjes van het smok- cel gedragen heeft, waar wij hem heb- jxiillioennair was gehuurd en dat er kelen in vroegeren tijd gehoord, maar ben gevonden. Hij dacht blijkbaar, een Spaansche bemanning aan boord daar is niets van waar. Er zijn enkele dat, door het een of andere toeval, is Ajs het dan hier zijn lading had ondergrondsche gangen en ik geloof, hij vergeten had de deur van de cel afgeieverd, zou het weer kunnen terug dat er ook een cel is, die in de middel— achter zich te sluiten. En toen Stephen keei-eo naar de plaats waar het van- seuwen wel gebruikt werd, maar ik hem vertelde, dat hij wel eens meer daaa kwam en dan zou het heelemaal kan u verzekeren, dat er verder niets last had van slaapwandelen, scheen hij njet onwaarschijnlijk zijn, dat geen van dien aard bestaat. dat gereedelijk aa-nt te nemen. Ten enke]e man van de bemanning ooit Gilette gaf Stephen ongemerkt een minste, hij zei niets. meer in dit deel van de wereld terug- knipoogje. „Ja, en het is werkelijk waar dat ik kwam Begin je het nu nog niet te be- „Dat is erg onaangenaam, zei hij. nu en dan in m n slaap wandel. grijpen „Ik ben blijkbaar door ongegronde „Om het even," vervolgde Gilette, 6 Absoluut niet," antwoordde Ray- praatjes misleid en had mij al voorge- „we hebben je uit een benauwde posi- mó'nd. Maar ik bén er wel heel nieuws steld, uit uw spelonken een heeleboel tie gered en Barros gelooft, dat je aan gjerjg naar wat je eigenlijk bedoelt, moois voor een film-drama te zullen niets kwaads denkt. Het is best moge- en ik zie ook det nut en de noodzake' halen. Maar enfin, dat is nu eenmaal lijk, dat hij je met zijn aanbod om je lijfcheid niet in van al die geheim- niet zoo, dus moet ik het maar met uw mee te nemen op zijn zeetochtje, op de doenerji fraaie ontvang-salons doen." proef heeft willen stellen. De onbevan- Niet vroeg Gilette lachend. En- „Die staan geheel te uwer beschik- gen wijze waarop je zijn uitnoodiging fjn" ]aten we dat nu maar iateé"rus- king," zei Barros met zijn vriendelijk- met blijdschap aannam moet hem vol- ten'_ He zal njet ZQ0 jang meer duren_ sten glimlach. „Zeg, Allison, hebt u komen overtuigd hebben.dat je niet o{ 'je DecJr;jpl het volkomen. Wat op het oogenblik iets bijzonders te de geringste verdenking koesterde. stephen" betreft, die gaat nu een doen Je hebt dat heel aardig gedaan, maar hoofdrol vervullen in het volgende be- „Ik? Neen, hoegenaamd met, ant- ik kan je er wel bij vertellen, dat het drijf van het drama en het beste wat woordde Stephen, „maar hoe vraagt eigenlijke gevaar nu eerst begint." jj: kan doe u dat zoo „Maar wat beteekent dat allemaal afwachten „Wel," zei Barros losjes, „ik dacht, vroeg Raymond. „Van wien is dit jacht dat je misschien wel lust zou hebben en waarom denk je dat het hier komt om met me mee te gaan. Als u hier wilt „Dat is een voornaam gedeelte van blijven wachten tot ik terugkom is de geschiedenis," zei Gilette. „Je zal het mij natuurlijk ook goed, maar toch niet verwachten, dat ik mijn dat zal u misschien wel een beetje ver- lezers halverwege het verhaal zal gaan velend vinden als u eens meeging om vertellen wat er aan het einde zal een tochtje van een paar dagen met gebeuren Ze moeten het boek maar een jacht mee te maken heelemaal uitlezen, dan komen ze Elsie Dorida's huisje naar den rotstop „Dat zou me buitengewoon aan- het vanzelf te weten. In elk geval, voerde en, over de heide gaande, ver staan," riep Stephen uit. „U zei, dat het hoort bij mijn prachtfilm en als dween in de richting van het kanaal, u vanavond vertrok?" je je oogen open houdt, zal je de ont- kwam Peggy voorzichtig uit haar schuiL „Over drie uren," antwoordde Bar- knooping gauw genoeg zien. Ja, ik kan plaats te voorschijn en ging het huisje ros, „we moeten den mailtrein in Mer- er nog aan toevoegen, dat jelui alle binnen. Zij trof Elsie in hevig verdriet ston halen." twee een hoofdrol vervullen in het ver- de tranen rolden haar over de wangen. „Uitstekend," zei Stephen. „Maar haal. Maar dat is wel zeker, het jacht Zij werd zoo geheel door haar verdriet vóór we weggaan kan ik dan nog wel komt hier." in beslag genomen, dat Peggy haar even met dezen heer meegaan, om zijn „Hier?" riep Raymond uit. meermalen moest aanspreken alvorens inrichting te bezichtigen. Als tooneel- „Ja, hier. In de kleine baai, daar bij ze haar herkende, speler stel ik veel belang in het film- die kleine zandvlakte, waar je me den „O, wat jammer, dat u nu komt. werk en ik ben al half en half besloten ingang tot de gewelven gewezen hebt. lieve dame," zei ze, „u vindt me hier om me er zelf mee te gaan bezig hou- Heb je me niet zelf gezegd, dat daar heel erg verdrietig, want er heeft me den. Ik zou daar dus graag nog een een vrij groot schip volkomen veilig een zware slag getroffen en ook voor uurtje voor hebben." ligplaats kan vinden, zonder dat het u zelf is het een slagik heb zoo juist Daar kon natuurlijk geen bezwaar van de landzijde kan worden gezien heel slecht niéuws gehoord." tegen gemaakt worden en enkele mi- „Dat is zoo," antwoordde Raymond, „Maar het is niet waar!" riep Peggy nuten later verlieten Gilette en Stephen „een jacht of een kleine stoomboot zou uit. „Het is niet waar Ik heb g-luisterd samen het kasteel. Een kwartier later zoover naar binnen kunnen varen, en elk woord wat door dien slechten zaten ze in Gilette's woonwagen, onder dat de boeg bijna de fundeering van man is gesproken, gehoord. Je hoeft een sigaret en een whisky soda.de ge- het kasteel raakte en dan zelfs van het me heusch niets te vertellen. Ik weet beurtenissen van den ochtend te be- strand uit niet zichtbaar zijn. Als er alles. Die man, die zich Marne noemt, spreken. Raymond Mallison, die daar iemand aan boord is bijvoorbeeld is de oorzaak van al ons lijden." bij hen kwam, was natuurlijk nieuws- een van de oude menschen die hier „Die zich Marne noemt riep Elsie gierig te honren. hoe het on het kasteel wonen die de kust kent, dan zou uit. „Maar hij is Marne niet hij is gegaan was zoo'n schip gemakkelijk 's nachts in mijn vroegere meester niet." ..He* was een «rannia eeval," zei donker kunnen binnenloonen ea weer „Neen, dat geloof ik ook niet." zei reggy eenigszui., vau ouoi..-., „...aar zie je, hij noemt zich hier Marne...." „Hoe durft hij 1" riep Elsie uit. „Hij is de man aan wien ik vele jaren gele den het kind overhandigd heb. Hoe hij heet weet ik niet, maar in geen geval Marne, dat weet ik wel zeker. In die dagen, toen ik nog niet zoo oud was en even goed kon zien als u, zag ik hem aan voor een goed mensch, die zijn best deed om mijn meesteres te helpen. Maar nu weet ik, dat hij slecht is en iets leelijks in den zin heeft, dat ver driet zal brengen over ons allemaal. O, kon ik loch maar zien Kon ik toch maar zien 1' En de arme vrouw bleef handen wringend voor Peggy zitten, die ge duldig moest wachten tot ze weel een beetje bedaarde. Wordt voortgezet. jij kan doen, Raymond is hier blijven ZEVENENTWINTIGSTE HOOFDSTUK. Onderweg. Toen Barros het pad volgde, dat van In de maand December van het jaai 1873 zeilde het Britsche schip „Dal Grantia" naar Gibraltar en wel met de verlaten Marie Celeste" op sleep touw, die 35° 40' N.B. en 17* 15' W.L. gevonden was. Verschillende omstan digheden betreffende den toestand van het verlaten vaartuig wekten een ge heel buitengewone opmerkzaamheid en nieuwsgierigheid. Deze bijzonder heden werden, als ik mij niet vergil in de couranten van 4 Januari 1OT4 meegedeeld. „Wij hebben," zoo verhaalt de schrij ver van dat artikel, „de verlaten „Ma rie Celeste" bezocht en bij de beman ning der „Dei Gratia" naar alle pon ten die eenig licht in de zaak konden brengen, nauwkeurig geïnformeerd. De manschappen meenen, dat het ge vonden schip reeds sedert eenige da gen, misschien reeds weken vóór hel ontdekt is, onbeheerd moest hebben rondgedreven. Het in de kajuit ge vonden scheepsjournaal geeft aan dat het vaartuig den lóden October uit Boston vertrokken was met bestem ming naar Lissabon. Het is echt» slecht bijgehouden, zoodat er maa» weinige aanwijzingen uit te putten zijn. Er is daarin geen sprake van on stuimig weer en de kleur en takelage van het schip sluiten de gedachte dat het wegens ernstige averij verlaten is, geheel uit. Ook van oproer aan boord of zoo iets is geen spoor te ont dekken. Eenige voorwerpen duiden aan dat er een dame aan boord moest geweest zijn er werden namelijk eenige vrouwenkleedingstukken en een naai machine in de kajuit gevonden, waar schijnlijk het eigendom van de vrouw des kapiteins, want in het dagboek staat dat zij haar man vergezelde. Het weer moet steeds kalm geweest zijn dit is af te leiden uit de om standigheid, dat een klosje zijde op d machine rechtop staande is gevon den, dat toch bij het minste schom melen van het schip er af had moeten vallen. De booten waren niet gebruikt en de lading, bestaande uit talk en Amerikaansche klokken, /as nog ge heel in orde. Een oude. eigenaardig bewerkte sabel, die kort eeleden ge-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1923 | | pagina 11