BUITENLAND
De vloek van het geld
Tweede Blad
8 Maart 1923
Uitbreiding der bezetting; de Franschen in Muhlheim. Persstemmen
over de rede van dr. Cuno. Een brief van Kardinaal Dubois.
Onder de Telegrammen: De besprekingen in den Rijksdag na de rede
van den Rijkskanselier. Nieuwe eischen der Turken als voorwaarde
voor verdere onderhandelingen. Uit de Engelsche politiek; wijzigin
gen in het Kabinet.
IEN. BUITENL. BERICHTE!!.
RE0HTSZAKEN.
BiNNENLANDSCH NIEUWS.
FEUILLETON
(Naar eene Engelsche vertelling^
48
DE FRANSCHE ACTIE IN WEST-
DUITSCHLAND.
Uitbreiding der bezetting.
Gisterenochtend hebben de Franschen het
station Langendrehr bezet. Op het vier-spo-
rige traject Duisburg-Dortmund, de voor
naamste lijn van het geheele Roergebied zijn
thans de stations Essen, Bochum en Lagen-
drehr bezet, zoodat het verkeer vrijwel geheel
stilstaat. Voor het district Ludwigshaven
is gedurende 4 dagen de uitzonderingstoe
stand afgekondigd. Van 9 uur 's avonds tot
V uur 's ochtends is elk verkeer verboden.
Bij Frankfort is een scherpe douane-con
trole ingesteld.
De werkloosheid aan de Roer toont neiging
rich uit te breiden ten gevolge van de uit
sluiting door de patroons, aangemoedigd door
de regeering daar de arbeiders niet aan den
strijd tegen de bezettende overheid meedoen,
Wordt uit Parijs gemeld.
De hooge commissie der geallieerden heeft
besloten tot 129 nieuwe uitzettingen van amb
tenaren daaronder zijn spoorweg-, post-
tn douane-ambtenaren.
De Fransche troepen hebben Dinsdag, op
de gebruikelijke wijze, Mühlheim a. d. Ruhr
bezet. De stad is zonder politie. De Schupo-
roannen waren reeds in den nacht vertrokken.
Verschillende politie-beambten zijn in den
loopïvan den aag gearresteerd. Mühlheim is,
zooals men weet, het centrum van de fabrie
ken van Thyssen en een groot industrie
centrum.
De Franschen hebben Dinsdag, aldus
meldt een corr. van het „Hbl." een nieuwen
maatregel tegen het spoorwegpersoneel ge
nomen. Nu beloften en bedreigingen niets
gebaat hebben, hebben zij het personeel van
de gemilitariseerde lijnen een ultimatum
van 24 uur gesteld, dat gisterenavond afliep
Indien binnen dien tijd de beambten van de
betrokken lijnen zich niet naar de bevelen
van de bezettings-autoriteiten schil;ken zul
len zij uit hun woningen worden gejaagd.
Zooals wij reeds mededeelden, heeft ge
neraal Degoute van de mijndirecties ge'
ëischt, dat zij de kolenbelasting aan Fran
sche bureaux zullen betalen. Nader wordt
hieromtrent gemeld, dat voor de inning der
kolenbelasting een scheidsgerecht zal wor
den ingesteld, waarbij de Duitsche mijn
directies bezwaren kunnen inbrengen tegen
de hoogte der kolenbelasting. Dit scheids'
gerecht zal ook de grootte der hoeveelheden
kolen te bepalen hebben, die de verschillende
mijnen aan Frankrijk moeten leveren. De
kolenbelasting zal den 15den van eiken
maand moeten worden betaald. Indien op den
18en nog niet betaald is, wordt het eigendom
van de mijnen ter waarde van de betalen
belasting in beslag genomen. Daarbij komt
dan nog 50 voor de strafmaatregelen. Is
op den 26sten de belasting nog niet betaald,
dan wordt de geheele eigendom in beslag
genomen. Is de betaling aan het einde van de
maand nog niet geschied, dan worden de
mijndirecteuren voor een militaire rechtbank
gebracht en zoolang vastgehouden tot ze
betaald hebben. De betalingen moeten ge
schieden aan de „Rheinische Discontobank",
een in Fransche handen zijnde bank. De
helft van de belasting moet in buitenlandsche
valuta's worden betaald. De Franschen be
weren, dat men in jie maand Februari 9 milli-
oen dollar aan belasting hadden kunnen innen.
De Franschen houden het station van
Essen nog altijd bezet. Fransch spoor
wegpersoneel is nog steeds bezig te trachten
de op de rails staande wagens en locomo
tieven weg te brengen.
Het aantal kolentreinen, dat de Fran
schen tot nu toe hebben kunnen laten ver
trekken, is slechts zeer gering. In de derde
week van Februari konden in het geheel 17
wagons de grens passeeren. Eergisteren wer
den 27 kolenwagons naar Frankrijk verzon
den
Op het station te Essen zijn in het geheel
40 locomotieven en ongeveer 400 goederen
wagens in beslag genomen.
De rede Van dr. Cuno.
Een Fransch antwoord.
Havas seint uit Parijs Rijkskanselier Cu
no heeft in zijn rede in den Rijksdag her
haald dat Duitschland destijds in de confe
rentie te Parijs den geallieerden zou hebben
aangeboden schriftelijke voorstellen voor te
leggen, doch dat de geallieerden zouden heb
ben geweigerd deze ernstige voorstellen aan
te nemen. De kanselier beweert dat het Fran
sche Geelboek en het Britsche Blauwboek
duidelijk aantoonen dat geen enkel Duitsch
voorstel Poincaré van zijmn plan om het
Roergebied te bezetten had kunnen afhou
den.
In werkelijkheid echter toonde het Geel
boek afdoende aan dat dr. Mayer, de Duitsche
gezant te Parijs, geen enkel voorstel heeft
gedaan, gelijk de kanselier aanduidt. Het
proces-verbaal van de openingszitting der
conferentie zegt dat Mayer tot Peretto della
Rocca verklaart instructie van zijn regee
ring te hebben om Poincaré officieel er van
in kennis te stellen dat de Duitsche regee
ring, die een plan tot regeling der schadever
goedingskwestie had opgesteld, dr. Mayer
had opgedragen om zich tot Poincaré te wen
den opdat een vertegenwoordiger der Duit
sche regeering de mogelijkheid zou worden
gegeven dit plan aan de geallieerde minis
ters voor te leggen en het mondeling uiteen
te zetten.
caré deed opmerken dat deze stap minder
duidelijk omschreven was als de nota, welke
de Duitsche regeering tot Londen had ge
richt, want het betreft geen schriftelijk
voorstel, doch slechts een stap, welke een
bezoek aankondigde. Bonar Law ging geheel
accoord met Poincaré om het antwoord op
dit Duitsche voorstel op te schorten, daar de
Duitsche regeering geen enkel omschreven
had gedaan. De Duitsche regeering drong
er niet op aan om de conferentie haar voor
stellen kenbaar te maken, van welke de ge
allieerden tot dusver nimmer in kennis zijn
gesteld, noch schriftelijk noch mondeling.
Er is dus geen dubbelzinnigheid mogelijk
Duitschland heeft geen enkel voorstel ge
daan en heeft zich willekeurig aan de aan
gekondigde sancties blootgesteld zonder de
minste poging te doen om ze te vermijden.
In zijn rede heeft Cuno opnieuw beweerd,
dat de Duitsche staat en industrieelen een
degelijken waarborg hadden verschaft en
hadden aangeboden te onderhandelen om
een samenwerking tusschen de Fransche en
Duitsche industrieën tot stand te brengen.
In Fransche Kringen wordt er in dit ver
band aan herinnerd, dat het proces-verbaal
van de eerste zitting der conferentie van
Parijs, hetwelk in het Geelboek is opgeno
men, het verslag bevat van Poincaré over
den stap van den Duitschen gezant, die de
Fransche regeering had verzocht vóór einde
December Stinnes en Silverberg te ontvan
gen, daar deze bereid waren om met de
Fransche industrieelen in verbinding te tre
den teneinde cokes tegen erts uit te wisse
len. Toen dr. Mayer werd gevraagd of deze
uitwisseling op de schadevergoedingsreke
ning zou worden verrekend, aarzelde Mayer
en gaf te verstaan dat zij buiten de schade
vergoedingsrekening zou vallen.
Dit bewijst dat de Duitsche industrieelen
cokes te verkoopen hadden, maar weiger
den ze te leveren ter uitvoering van de schade
vergoeding.
Duitsche persstemmen.
De rede van den rijkskanselier wordt door
de geheele pers zeer gunstig ontvangen. De
mededeelingen van Cuno worden door alle
bladen, zonder onderscheid van partij, on
derstreept en goedgekeurd. Algemeen wordt
op de zakelijkheid en den rustigen toon van
de rede gewezen, en de geheele pers is het
er over eens, dat daarmede van Duitsche
zijde alles gezegd is wat er te zeggen viel.
De algemeene opvatting, die in alle bladen
tot uiting komt, is deze, dat men aan een
ander doel van Frankrijk dan de vernietiging
van Duitschland niet kon gelooven, zoo
lang het niet de voorwaarden noemt, waar
op het bereid zou zijn de Roer-bezetting
op te heffen, en zoolang Duitschland niet
het bewijs heeft, dat Frankrijk een ander
bedoeling heeft dan de onvoorwaardelijke
vernietiging van Duitschland, blijft het
niets anders over dan te trachten onder
de bedreiging verder te leven en den staat
sterk te maken, de industrie door stabili
seering van de valuta te steunen en de een
heid van willen en handelen in het geheele
land te bewaren. Alleen Frankrijk is in staat
de bestaande mogelijkheden om tot overeen
stemming te komen, aan te grijpen
De „Vorwarts" wijst er op, dat dr. Cuno
in den loop van zijn rede vijf maal zijn bereid
willigheid om te onderhandelen en tot over
eenstemming te komen heeft uitgesproken,
maar met nadruk constateert het sociaal
democratische hoofdorgaan, dat er in Duitsch
land thans geen regeering mogelijk is, die
voor het Fransche imperialisme zou capitu-
leeren, wanneer het resultaat der onderhan
delingen het stellen van onuitvoerbare voor
waarden en 't blijven van de vreemde troepen
in de nieuwbezette gebieden zou meebrengen.
Maar evenmin is een regeering mogelijk,
die zou willen weigeren om, in het kader van
het mogelijke, geld en goed te geven teneinde
de zwaarbeproefde volksgenooten in het
westen van den druk der vijandelijke bezet
ting te bevijden. In dit verband klaagt het
blad er over, dat de offervaardigheid der be
zittende klassen nog steeds oneindig veel te
wenschen overlaat.
Onnoodig te zeggen, dat de communisten
den rijkskanselier het recht ontzeggen, tegen
de Fransche gewelddaden te protesteeren.
Nog steeds houden zij zich voor de eenige
geroepenen om de zaak van het Duitsche
porie tariaat voor het forum van het wereld-
proletariaat te verdedigen.
Engelsche persstemmen.
De Times legt er nadruk op, dat de rede
van Cuno een positief karakter miste en dat
de toestand helderder zou worden, indien
Duitschland nauwkeurig het bedrag van de
schadevergoeding zou opgeven, dat het zou
willen betalen. De houding van het Duitsche
rijk zal den twijfel aan zijn goeden wil stellig
niet wegnemen.
De Daily Mail schrijftDe Duitsche bluf
is volslagen mislukt.
De Morning Post zegt, dat de rede duide
lijk toont, dat Cuno geen enkel middel vindt,
om den Duitschen veldtocht gaande te houden
Fransche persstemmen.
De Fransche bladen stellen alle vast,
dat de rede van Cuno, hoofzakelijk bestemd
om den binnenlandschen politieken toestand
in Duitschland te versterken, niets aan den
toestand verandert.
Zij verzoeken Poincaré stelselmatig en
Het proces-verbaal zegt verder dat Poin- geduldig de begonnen actie voort te zetten, j
Can Fransche zijde.
In haar protest aan alle mogendheden,
Frankrijk en België uitgezonderd, tegen de
bezetting van het Roergebied, grondt de
Duitsche regeering zich op een stelling van
een Parijsch student in de rechten Robin,
die in 1913 promoveerde en die, vooral op
dat tijdstip, nog geen gezag had. De Fransche
actie is alleen gebaseerd op den volkomen
duidelijken juridischen tekst van het verdrag
van Versailles, door Duitschland zelf onder-
teekend.
Een Duitscher door
Frankrijk gedecoreerd.
De Fransche regeering heeft de reddings
medaille toegekend aan een Duitsch zeeman,
die een in den Rijn gevallen Franschman het
leven heeft gere
Een brief van Kardinaal
Dubois.
Kardinaal Dubois, de aartsbisschop van
Parijs, heeft in antwoord op het beroep dat
de Zweedsche bisschoppen op de geallieer
den hebben gedaan, den volgenden brief ge
zonden aan Mgr. Soderblom, den aartsbis
schop van Upsala
Uwe vredeswenschen, schrijft kardinaal Du
bois, zijn ook de onze er is geen Fransch
man, die deze wenschen niet deelt. De vre
de berust op gerechtigheid en menschlie-
vendheid. Nu is gebleken, dat men ons ge
rechtigheid weigert, door de vervulling te
ontwijken van verplichtingen, welke door de
verdragen zijn geheiligd en zonder welke
Frankrijk, dat toch de overwinning heeft
behaald, zijn ondergang tegemoet zou gaan.
Wij verlangen slechts nhetgeen waarop wij
recht hebben. Herhaaldelijk werd tevergeefs
een beroep gedaan op den goeden wil van
onzen schuldenaar.
Wanneer de Fransche regeering, nadat
officieel aan de hand van feiten het in ge
breke blijven van Duitschland was gecon
stateerd, verplicht was tot het uitoefenen van
een gewettigden dwang, die niet in overeen
stemming is met onze gewoonten, dan ge
schiedde dat slechts om een vordering te
innen, welke voor Frankrijk onmisbaar is,
en niet, hetgeen misdadig zou zijn, om ge
bruik te maken van de macht ten bate van
het nationale egoïsme. Frankrijk is er zich
daarom van bewust, het recht te eerbiedigen,
zonder in menschlievendheid te kort te schie-
ten.
Het is onze zeer oprechte wensch, dat alle
naties, zonder uitzondering, daarnaar zullen
streven, opdat de wereld eindelijk weer tot
rust moge komen in den vrede. God verwe-
zenlijke dezen wensch, die zich in de harten
van alle christenen moet bevinden.
DE POLITIEK VAN ANGORA.
Een Reuter-telegram, dat de verwerping
van het ontwerp-verdrag van Lausanne
door de Nationale Vergadering te Angora
bevestigt, meldt verder dat een groote meer
derheid aan de regeering machtiging verleende
tot het voortzetten van haar pogingen om
vrede te verkrijgen op den grondslag van een
definitieve regeling van de quaestie Mosoel
binnen het aangegeven tijdperk en de rege
ling van de financieeele, economische en
administratieve quaesties in overeenstemming
met de volledige onafhankelijkheid van het
land, evenals een snelle ontruiming van de
bezette gebieden na het sluiten van den vrede.
DE MILITAIRE DIENSTTIJD IN
FRANKRIJK.
Bij de discussie in den Senaat over de
recruteeringswet heeft de Jouvenel verklaard
„De wereld dient te begrijpen dat wij tot een
oplossing met geweld zijn gekomen toen men
ons een oplossing door solidariteit weigerde".
Hij zou willen dat er in de recruteeringswet
een bepaling zou worden opgenomen, waarin
de regeering de onderteekening van een ga
rantie-pact beoogt, en waarin zij tot de andere
naties zegt „Indien ge wilt dat wij onze
bewapening verminderen, geeft ons dan de
garantie, welke ge ons hebt beloofd. Heden
ten dage is een natie, die alléén leeft, een
verloren natie." De Jouvenel eindigde met de
regeering aan te sporen een politiek te voeren
die op het aangaan van garantie-overeenkom
sten is gericht.
HET OVERLIJDEN VAN Dr. MAYER.
Havas meldt nog dat de directeur van het
Protocole bij den Duitschen zaakgelastigde
te Parijs de officieele deelneming der Fran
sche regeering met het overlijden van den
Duitschen gezant heeft betuigd.
President Millerand heeft eveneens Zijn
deelneming doen betuigen.
DE ZOMERTIJD IN FRANKRIJK.
De correspondent te Parijs van de N. R.
Ct. schrijftHet Kamerlid Louis Martin
zal vermoedelijk deze week nog zijn rapport
aan de commissie van onderwijs en schoone
kunsten over het ontwerp tot handhaving
van den zomertijd indienen. De meerderheid
der commissie is er voor. Naar men weet be
treft het 'n vooruitzetten van de klok met een
uur van den laatsten Zaterdag in Maart tot
den eersten van October, waarbij de regee
ring echter in overleg met de naburige gealli
eerde landen den eersten datum in den
derden Zaterdag in April en den tweeden in
den derden Zaterdag van September zou
veranderen.
De memorie van toelichting kan als volgt
mengevat
af toegepast.
De ervaring leert daaruit voortvloeiende stel
lige voordeelen in economisch, gezondheids-
en sociaal-opzicht. De stedelingen, kooplieden
en industrieelen zijn er eenstemmig voor,
en als 't waar is, dat de boeren bepaalde pro
testen hebben laten hooren, moet opgemerkt,
dat vóór 1922 niet alle maatregelen getroffen
waren om de enkele ongemakken te verbete
ren, die daarvan voor 't huiselijke leven en de
inrichting van markten het gevolg waren.
Met name het toerisme, het vervoerbedrijf
en het hotelwezen zijn op den maatregel ge
brand.
Bepaalde groepen zouden den zomertijd
iting 1
samengevatde zomertijd is elk jaar van 1916
het geheele jaar willen zien toegepast, met
andere woorden den West-Europeeschen tijd
in Frankrijk door den Middel-Europeeschen
zien vervangen.
Een vermeerdering der bezuinigingen zou
daarvan zeker het gevolg zijn, maar gedurende
December en Januari zou deze maatregel be
paalde ongemakken meebrengen voor wie
vroeg op moeten.
Aan den anderen kant moet als logisch
erkend, 's zomers een anderen tijd dan 's
winters te hebben, ten einde in het mooie
getij langer van den „zonnedag" partij te
trekken. Op dien grond is de regeering voor
handhaving van het afwisselende onder
scheid. Ten aanzien van schooltijden, mark
ten, trams lokaalsporen, autobussen enz.
worden faciliteiten toegestaan.
Tegen het eind dezer week kan het ont
werp in behandeling komen.
IERLAND.
Rebellen hebben gisterenmorgen een bom
geplaatst in de deur van het belastingkan
toor te Dublin. Een Vrijstaatsche detective
die de deur opende, werd door de ontplof
fende bom gedood. Het kantoor is verwoest
en schade werd toegebracht aan de naburige
gebouwen.
DE KONINGIN VAN DENEMARKEN.
Volgens het officieele bulletin heeft ko
ningin Alexandrine een rustigen nacht ge
had en is haar toestand bevredigend.
HOOG WATER.
Te Duisburg zijn in verband met den snel
len was van den Rijn maatregelen getroffen
om de havenwijk en de oude stad voor over
strooming te behoeden.
Te Nantes en Angers is de toestand kri
tiek tengevolge van het voortdurende wassen
van de Loire. De Garonne is ook buiten haar
oevers getreden, de kaden overstroomend.
Te Parijs worden maatregelen genomen om
aan een buitengewone stijging van de Seine
het hoofd te bieden.
De Echo de Paris en Les Ailes, het
Fransche blad voor luchtvaart, wijzen er op,
dat de sowjetregeering aan Duitsche vlieg
tuig-bouwers in de buurt van Moskou en
andere plaatsen in Rusland de beschikking
heeft gegeven over laboratoria en fabrieken,
waar deze Duitsche wetenschappelijke Man
nen ongestoord hun onderzoek op het ge
bied van de luchtvaartt kunnen voortzetten.
Beide bladen zien in dit stille werken der
Duitsche vliegtuigbouwers, dat buiten het
toezicht der geallieerden ligt, een ernstige
bedreiging.
Les Ailes weet mee te deelen, dat de Duit
sche deskundigen zich bezig houden met den
bouw van groote metalen vliegtuigen, die
als oorlogsvliegtuigen alles moeten overtref
fen, wat er tot dusver op dat gebied bestaat.
De Echo de Paris verneemt via Stockholm,
dat in een Russische vliegtuigfabriek onder
Duitsche leiding geregeld 1000 arbeiders
aan het werk zijn. En van wat hier gemaakt
wordt zou de eene helft voor sowjet-Rusland,
de andere helft voor Duitschland zijn.
Volgens deskundige Fransche schrijvers
ligt de eigenlijke bedreiging in het feit, dat
de Duitsche lucht-wetenschap, achter ge
sloten deuren, thans in Russische laboratoria,
vrij van toezicht van (le zijde der geallieer
den, haar arbeid voortzet, van welks resul
taat niets bekend behoeft te raken vóórdat
men dit in de lucht ontwaart. De Fransche
schrijvers dringen tegenover dit dreigend
gevaar aan op krachtige ontwikkeling van de
Fransche luchtvloot.
De Tsjecho-Slowaksche Kamer heeft Dins
dag na een vergadering, welke 11 uur ge
duurd heeft, de wet tot bescherming van de
republiek aangenomen, evenals de wet tot
instelling van een staatsgerechtshof.
De communisten zijn in deze bijeenkomst
op schandalige wijze te keer gegaan, met het
gevolg, dat 6 hunner voor 8 a 10 vergaderin
gen geschorst zijn, met verlies van de maan-
delijksche vergoeding. Daar eenigen hunner
weigerden de zaal te verlaten, moest de wacht
komen om hen te verwijderen. De groep
ontplooide daarop de roode vlag en verliet
in haar geheel de zaal. De Slowaksche volks
partij nam daarop de obstructie van hen over,
doch dat was maar van korten duur.
De socialistische en niet-socialistische
Duitsche groepen teekenden verzet aan tegen
de wet, die in Kramar en den socialist Mcjss-
ner welsprekende verdedigers vond.
Nadat de Duitschers en de partij Hlinka
de zaal verlaten hadden, werden de beraad
slagingen in de beste orde voortgezét en
vannacht om 1 uur werden beide wetten in
eerste lezing aangenomen.
Viet nationaal-socialisten, die tegen het
besluit van hun Kamerclub amendemen
ten hadden ingediend, zijn uit hun partij
gestooten.
Praag was gisteren in feesttooi, president
Masaryk vierde zijn 73en verjaardag. De
bladen bevatten artikelen met gelukwenschen,
de scholen vierden feest, er hadden parades
plaats en feestelijke vertooningen in den
schouwburg, kortom de dag werd gevierd,
zooals bij den verjaardag van een hoofd van
staat gebruikelijk is.
Gisteren was het 60 jaar geleden, dat
de koningin-weduwe Alexandra, toen nog
prinses van Denemarken, in Engeland voet
aan wal zette om in het huwelijk te treden
met den prins van Wales, den lateren koning
Edward VII. De bladen vinden in dit feit
aanleiding om te wijzen op de liefde en de
achting, welke Alexandra zich bij het Engel
sche volk verworven heeft, en op de groote
aanhankelijkheid van den koning en zijn ge
zin, voor hun moeder en grootmoeder. Ajs
koningin Alexandra en de koninklijke familie
beiden te Londen vertoeven, gaat er vrijwel
geen dag voorbij, dat koning George geen
bezoek brengt aan huize Marlborough.
De officieele Engelsche draadlooze
dienst zegt, dat, evenals bij de jongste tus-
schentijdsche verkiezingen te Willesden en
Mitcham, ook bij de tusschentijdsche ver
kiezing in het district Edgehill te Liverpool,
waar Hayes den conservatief majoor Hills
met een flinke meerderheid heeft verslagen,
het woningvraagstuk den doorslag heeft ge
geven.
Het standbeeld van keizer Jozef II te
Ostrau in Moravië is op last van de overheid
verwijderd.
De politie te Praag heeft in den kelder
van een oud politiebureau een geheime
stapelplaats van wapens ontdekt, waar zij
2 machinegeweren, 5 geweren, 3000 patro
nen en 45 handgranaten aantrof. Een briga
dier van politie, Hongaarsch onderdaan, die
vaak naar Boedapest ging, is aangehouden.
Het hof van gezworenen te Praag heeft
den Hongaar Khun veroordeeld tot 15 jaar
gevangenisstraf, die in overleg met een Boe-
dapester hoogleeraar voor de vereeniging van
de Ontwakende Hongaren op zich had ge
nomen voor 100 miljoen valsche Tsjechische
bankbiljetten van 500 kronen naar Praag
te smokkelen. Hij is echter al dadelijk bij
zijn aankomst met de eerste 20 miljoen achter
slot en grendel gezet.
Charles W. Anderson, een neger, is
benoemd tot belastingambtenaar in het Der
de New Yorksche district. De benoeming van
een kleurling tot zoo'n ambt is iets zeer
bijzonders.
Een militair vliegtuig, gebouwd voor
het uitwerpen van bommen, is dezer dagen
niet ver van New York gevallen. Van de zes
lieden, die er in zaten is er één, luit. Stanley
Smith, omgekomen majoor Bradley werd
niet ernstig gekwetst en vier anderen zijn
zwaar geblesseerd.
Wij hebben gisteren melding gemaakt
van het vertrek van de familie Harding uit
Washington naar Florida voor een langdurige
vacantie. Tot het reisgezelschap van den Pre
sident behoort niet de secretaris van Staat,
Hughes, die het plan had mee te gaan als
inleiding voor zijn voorgenomen Zuid-Ame-
rikaansche reis. Die reis gaat echter niet door,
daar Hughes den toestand in Europa zoo
precair acht, dat hij thans niet uit Washington
weg wil gaan.
In de Pyreneeën heeft het, naar uit
Perpignan wordt gemeld, zoo gesneeuwd,
dat in het arrondissement Pradeshet verkeer
eheel gestremd is. Treinen zijn in de sneeuw
lijven steken en op de electrische lijn ViJle-
francheBourgMadame zijn twee treinen
door ploegen arbeiders uitgegraven moeten
worden.
De Italiaansche regeering heeft beslo
ten aan buitenlandsche studenten aan open
bare instellingen van onderwijs vrijstelling
van alle belastingen te verleenen.
EEN VERPLEEGSTER CONTRA
„HET LEVEN."
Voor de Rechtbank te Amsterdam diende
een zaak tegen de redactie van „Het Leven".
Zuster Sylva de Pareira, meer bekend als
zuster Bé, achtte zich beleedigd door een pu
blicatie in dit blad, getiteld „De geheim
zinnige historie te Bergen-Binnen", in welk
artikel verband werd gelegd tusschen een
onderzoek der justitie naar aanleiding van
mishandeling van een 17-jarigen jongen, ge
naamd Guus Hoefer, die in zuster Bé's
pension vertoefde en een brand in het pen
sion „Vredenhof". In het artikel kwam de
volgende zinsnede voor „Wie dezen brand
heeft gesticht, is op het oogenblik, dat wij
dit schrijven, nog niet opgehelderd, evenals
er nog wel andere dingen duister zijn in de
geheimzinnige geschiedenis. Maar een vrij
verbreide opinie bestaat te Bergen, dat „zus
ter Bé" en haar zwager aan dezen brand niet
onkundig zouden zijn, terwijl diezelfde par
tij meent, dat er in „Vredenhof" iets uit den
weg moest geruimd worden. De 17-jarige
Guus is nu bij een bevriende familie opge-
romen en houdt vol dat men hem met koude
omslagen mishandelde en in een gesticht
wilde opsluiten, om hem voor goed te gene
zen. Hiér valt inderdaad heel wat op te hel
deren. Zou in dezen tijd dan werkelijk een
normaal mensch nog om redenen die men
slechts kan gissen, opgesloten en mishan
deld kunnen worden en dat onder voor
wendsel van zenuwziekte
Terecht stond de heer F. X. M. Schiphorst
redacteur van „Het Leven", die verklaarde
niet de bedoeling gehad te hebben, te belee-
digen.
Eerste getuige was de persfotograaf R.
Velleman, die de verschillende personen van
deze Bergensche geschiedenis, die destijds
nogal wat sensatie heeft gewekt, had gespro
ken en er foto's van gemaakt had.
Zuster Bé werd daarop als getuige ge
hoord. Zij had een aanklacht tegen „Het
Leven" ingediend, omdat zij zich door het
bewuste artikel beleedigd achtte.
De president, jhr. mr. Quarles van Uf-
ford Waarom was u beleedigd
Zuster Bé Omdat in het artikel stond,
dat Guus Hoefer door mij behandeld is, als
een zwakzinnige en ik hem inwikkelingen
gaf. Bovendien was er geschreven dat ik niet
onkundig was aan den brand.
Mr. De Vrieze tot getuige U wist toch,
dat de beschuldigingen omtrent Guus open
lijk geuit waren?
Zuster Bé Dat was mij' onbekend.
De verdediger toonde de zuster vervol
gens verschillende bladen, waarin over deze
geschiedenis geschreven was.
De getuige had de artikelen niet gelezen.
Mr. De Vrieze Waarom heeft u deze
artikelen niet tegengesproken
Zuster Bé Mijn idee was niet om iets
tegen de pers te zeggen, 't Kon me niet sche
len, wat in de kranten stond.
Mr. De Vrieze Waarom heeft u dan een
aanklacht ingediend
Zuster Bé Omdat er ook portretten bij
stonden.
Op een vraag van den president antwoord
de zuster Bé, met betrekking tot den brand,
dat haar de assurantiegelden voor de bij den
brand geleden schade zijn uitbetaald.
De officier van justitie, mr. Wolfson s
Moest Guus we! eens helpen vaten-wasschen
Zuster Bé Ik heb wel eens gevraagd, of
hij in de huishouding mee helpen wilde.
Guus maakte immers deel uit van het gezin
en het leek me niet onpaedagogisch, dat hij
meehielp in de huishouding.
De officier Kreeg u niet 800 voor de
twee kinderen uit het gezin Hoefer?
Zuster Bé Ik kreeg slechts 200 per per
soon.
De officier Toen Guus weigerde te hel
pen met het wasschen der vaat heeft u hem
toen 5 minuten bedenktijd gegeven En
toen hij weiger,'*'itig bleef, heeft u Guus
toen natte, koude inwikkelingen gegeven?
Zuster Bé Neen. Guus heeft wel met eer
stok gedreigd. Inwikkelingen had getuigt
gegeven op advies van een dokter.
De officier Vaat-wasschen is toch geen
werk voor een jongen.
Zuster Bé Dat ben ik niet met u eens.
De officier Behoort dat tot uw opvat
ting omtrent heilpaedagogie
uster Bé ontkende voorts nog, dat zij den
;Ongen geen eten zou gegeven hebben.
Vervolgens werd de bewuste jongen ge
hoord. Hij beweerde slecht behandeld t(
oiju; d
hoogste instantie toch willen ver
behandeling van den jongen is
t, als zij had moeten zijn. wij
zijn in zuster Bé's pension.
De president Heeft u wel eens inwikke
lingen gehad en hoe vaak?
De jongen Vier maal in het laatste jaar.
Het waren natte lakens met wollen dekens.
Ten slotte ben ik weggeloopen, omdat ik
naar Rekken zou moeten. Thans ben ik bij
een andere dame en gevoel me goed.
De dame bij wie de jongen thans vertoeft,
deelde mede, dat de jongen er uit gehaald it
op verzoek der ingezetenen. Het artikel in
„Het Leven", zoo zeide deze getuige, gaf
weer, wat algemeen door driekwart der be
volking te Bergen gedacht werd.
De heer Klomp, redacteur van de „Alk-
maarsche Courant", beschouwde het artikel
in „Het Leven" als een mak stukje, vergele
ken bij het artikel in de dagbladen.
Een veldwachter uit Bergen zeide, dat te
Bergen algemeen gedacht werd, dat de villa
aangestoken was.
Een ambtenaar ter secretarie deelde nof
mede, dat toen hij van de behandeling van den
jongen hoorde uit eigen initiatief een klacht
bijlden burgemeester had ingediend.
Een schoenmaker getuigde, dat 't te Ber
gen een algemeen verbreide opinie was, dat d(
zuster aan den brand niet onkundig was.
Requisitoir.
De officier van justitie, mr. Wolfson, zeide»
dat het hier een klacht wegens smaadschrift,
subsidiair beleediging geldt, ingediend tegen
„Het Leven". Wat te voorzien was, is ge
beurd. Wij hebben hier slechts de geheim
zinnige historie te Bergen aan de orde gehad.
Aan bekl. zijn zelfs geen vragen gesteld.
Waarom is dan de zaak vervolgd De officier
kende de klaagster. Als er niet tot vervol
ging overgegaan zou zijn, dan had de klaag
ster tot in hoogste instantie toch willen ver
volgen. De
niet geweest,
zijn, ten aanzien van het geheimzinnige dei
historie niet veel verder gekomen. Geheim
zinnig is de oorzaak van den brand gebleven.
De officier, het bewuste stuk nagaande,
vroeg zich af, of hier wel van beleediging
sprake is. Er kan nóch van smaad, nóch van
beleediging gesproken worden. Over de
Zaak was reeds vroeger veel geschreven in de
dagbladen. Alleen de portretten in „Het Le
ven" moeten de hoofdgetuige geprikkeld
hebben en tot de aanklacht gebracht hebben.
De officier kon in deze zaak slechts vrij
spraak vragen.
De verdediger, mr. De Vrieze, achttejhet
iiidienen dezer klacht zeer dom. Bij de be
handeling der zaak is wel gebleken, dat alle
lust vergaan is, den beklaagde nog te veroor
deel en. Met den officier was pl. het eens, dat
er geen opzet is geweest tot Deleedigen. Hel
artikel bevat een serie feiten, welke reeds
algemeen verbreid waren. De bedoeling was
met het artikel het algemeen belang te die
nen. De foto's en onderschriften zijn objec
tief en bezadigd.
Het wettig en overtuigend bewijs is niet
geleverd, zoodat vrijspraak zal moeten vol
gen. Een vrijspraak is daarom van belang,
in verband met een mogelijke civiele actie
tot schadevergoeding, welke bij een veroor
deeling, ook voor een geldboete, zou kunnen
volgen.
De uitspraak werd bepaald op gisteren
over 14 dagen.
MEDEDEELINGEN INZAKE DEN KO
NINKLIJKEN HOLLANDSCHEN LLOYD
AMSTERDAM, 7 Maart. Naar wij verne
men zal heden door de Directie van den Ko
ninklijken Hollandschen Lloyd in den vorm
van een circulaire aan de obligatiehouders der
maatschappij belangrijke mededeelingen
worden gedian.
In aansluiting op die circulaire, welke bij
de firma X J. H. de Bussy verkrijgbaar wordt
gesteld, deelt de Directie van den Koninklij
ken Hollandschen Lloyd het volgende mede
„In tegenstelling met de positie op bijna
alle Oostersche en Australische trajecten blij
ven de vrachten van en naar Zuid-Amerika
nog steeds onder het voor-oorlog-niveau.
Een korte periode van verbetering, zooals in
het afgeloopen jaar zich voordeed, lokt da
delijk zooveel aanbod van tonnage uit, da'
deze verbetering tot binnen zeer enge grenzen
beperkt blijft, terwijl bovendien de groote
verandering der economische toestanden bij
onze Oostelij ke-naburen, vooral sedert de
Ruhr-bezetting, van zeer nadeeligen in
vloed is op de hoeveelheid over onze havens te
vervoeren goederen.
Daar de kosten in 1922 zich zeker nog
bijna 100% boven het voor-oorlogs-niveau
bewogen, laat de exploitatie voor 1922, on
danks sterke bezuiniging geen noemens
waard beter resultaat dan over 1921.
De bezuinigingen in ons bedrijfdie
door de overgangsperiode in 1922 nog niet
alle tot haar recht kwamen, beloven voor
Vertrouw u op mij, Jozef; ik zal geen
misbruik van uw vertrouwen maken. Ver
trouw mij dubbel als ik in het geheim be
trokken ben, neem mijn raad aan en ont
wring u aan het net, dat die man naar alle
kanten uitspreidt en waarin hij iedereen
vangt Bedenk dat wij kinderen van dezelfde
moeder zijn, en dat heft niet meer dan rede
lijk is, dat wij onze gemeenschappelijke be
zwaren tezamen bestrijden en overwinnen.
Als ik u durfde vertrouwen, hoe gaar
ne zou ik den last, die mij neerdrukt, van
mijne schouders schudden, zeide hij, door
mijne hartelijke toespraak diep bewogen.
Als gij verkeerd hebt gehandeld en
dat vrees iken gij mijne hulp noodig hebt
o op den rechten weg te helpen, richt u
dan gerust tot mij, en ik zal u helpen. Als
gij vergeving van mij behoeft ik geloof,
dat ik het geraden heb vertrouw dan
gerust op de liefde van uw jongeren broe
der, die u zoo gaarne zal toeroepen: uwe
zonden zijn u vergeven.
Hij greep nu mijne hand, zonder zich lan
ger te bedenken.
Ik zal u alles Wtellen, zeide hij, en ik
houdt, u aan uw woord .Dan zal ik niet meer
in de macht van dien man, die mij zoolang
vervolgd heeft, en ik zal naderbij de wraak
zijn, die
Laat ons thans niet meer over wraak
spreken, viel ik hem streng in de rede.
Jozef liet mijne hand ios en sloot de ven
sters. Hij ging naar de deur en draaide den
sleutel om, waarna hij zich dicht naast mij
neerzette.
Gij zult mij voortaan balen, Canut,
fluisterde hij, maar. uw haat zal minder
zwaar te dragen zijn dan de geweldenarij
van dien man. Ik stel mij in uwe macht. -
maar ik vertrouw op u. Herinnert gij u het opdagen om mij te ruïneeren.
zult mij toch niet verstooten, nu gij mij het
geheim ontlokt hebt, broeder?
Neen, antwoordde ik.
Ik had berouw, toen het te laat was om
terug te trekken. Mijn advocaat, de vader
van Vaughan, doorzag mijn bedrog, en hielp
mij de zaak verder knoeien. Met vereenigde
pogingen gelukte het ons de wereld te be
driegen. Ik werd bankroet verklaard. De ver.
koop onzer bezittingen bracht onze schuJd-
eischers enkele shillings op van bet pond,
en ik mocht weer van voren af beginnen.
Gij weet, wat er volgde, ik werd rijk, ik ver
diende veel geld, ik maakte fortuin, totdat
die man de zoon van Vaughan kwam
bankroet dat de firma ruïneerde?
- Hoe zou ik dat kunnen vergeten?
Hoe zou ik dat kunnen vergeten?
Het was een voorgewend bankroet,
listig uitgedacht om mij aan allen dwang,
en alle familieverplichting tc onttrekken. Ik
verdiende te weinig naar mijn zin, en kwam
te langzaam vooruit; ik moest jaarlijks te
veel geld aan moeder en de overigen uitbe
talen, en ikwendde een bankroet voor.
God! irep ik uit .terwijl ik onwillekeu
rig opschoof, dat is te erg! dat is gruwe
lijk, vreeselijk!
Jozef schoof dichter bjj mij. Ik zal nooit
afschuwdijker wezen aanschouwen, dan die
man op dat oogenblik opleverde.
Gij hebt mij vergiffenis beloofd, gij
hebt my raad beloofd, smeekte hij; gij
Te ruïneeren?
Mij te ruïneeren.... ja, ik zweer u,
dat bij mij alles heeft afgezet op tweehon
derd pond na. Die man, die Vaughan, had
in de papieren van zjjn vader gesnuffeld,
het geheim ontdekt, en alzoo het middel ge
vonden om mij uit te kleeden. Ik hen sedert
altijd in zijne macht geweest: hij leende
geld van mij dal ik niet durfde terugeischen;
op Ellens huwelijksdag perste hij mij tien
duizend pond af, dat hij beweerde haar
rechtmatig toe te komen, maar dat bij van
de fortuin zijner zuster beloofde te zuilen
teruggeven. Gij herinnert u mijne teleurstel
ling, toen ik uw huwelijk vernam, en gij
kunt nu gissen welken dienst ik van u ver
langde, en wat ik in Knight Ryder Street
bedoelde. Gij ziet thans jhoe alles is afgeloo
pen en wat er van mij geworden is!
Hij streek zijne zenuwachtige handen over
elkaar. Ik zag, dat hij bet verloren geld
meer betreurde dan zijne gruwelijke mis
daad.
Reeds toen hij die bekentenis aflegde was
ik daarvan overtuigd.
Mijn blik scheen dat gevoel te verraden,
want hij voegde er levendig hij:
Denk niet, dat ik u ooit vergat dat
ik niet stellig besloten had u eenmaal al het
geld terug te geven. Ik heb in mijn testa
ment beschreven, dat ik alles wal ik bezit
aan u nalaat, alles blijft in de familie en
vervalt uitsluitend aan de Gears.
Vaughan dreigt u zeker van tijd tot tijd,
de zaak aan mij, en andere minder barmhar
tige schuldei schers hekend te maken?
Juist daarmede vervolgt hij mij! maar
de andere schuldei-schets zijn verstrooid en
gestorven, begraven, of builen 'slntwls ge
gaan. u alleen vreesde ik. Daar moest iets in
u zijn dat u kracht gaf om zoo goed geluimd
te zijn en zooveel onwrikbaar geduld, te
hebben, en dat vreesde ik.
Vrees dat niet meer: zeide ik, maar
tracht u met God te verzoenen, en zoek Zijne
vergiffenis, zooals ik u al de ongelukken ver
geef die gij door een laaghartige geldgierig
heid over ons gebracht hebt. Maar ik geloof
dat gij bet oprecht berouw over uwe zon
den nog niet gevoelt.
Ja wel; ik heb berouw! kermde hij.
Welnu, dan zal ik uw eeheim bewa
ren. Wat meer is, ik verzoek u het nooit te
verraden aan eenig liefhebbend hart, dat den
eerstgeborene teederder bemint dan hare
overige kinderen. Wij zullen hare laatste le
vensjaren niet vergallen door haren trots in
u, zulk een onherslelbarcn slag toe te bren
gen.
Zeker niet, zeide mijn broeder, thans
lichter gestemd.
Zij heeft uwe schranderheid haar leven
lang geroemd, zeide ik.
Hij kromp ineen op dit gezegde; maar
dit was een steek die hem wellicht nuttig
kon zijn, en ik spaarde hem niet.
En om nu aan dit pijnlijk onderwerp
een einde te stellen, zeg mij, waarover Vau
ghan en gij heden getwist hebt?
Hij aarzelde een oogenblik.
Welnu; mij dunkt dat gij hiervan geen
geheim behoeft te maken.
Hij zegt dat ik te hoffelijk met me
vrouw Ray omga, bekende Jozef.
Wat gaat hem dat aan?
Dat vraag ik .juist ook; maar hij schijnt
het zicli aan te trekken, zeide mijn broeder.
Ik zou gemeend hebben dat als het mij ge
lukt was mevrouw Ray weg te krijgen, bij
daarin een nieuw middel zou gezien hebben
om mij geld af te persen.
Dat daargelaten verzet hij er zich
tegen?
ja.
En bekent gij het, dat gij haar die hof
felijkheden bewijst?.
De hand waarmee hij over zijn gerimpeld
voorhoofd streek, draalde even in die bewe
ging. Hij zag mij van ter zijde aan.
Ja, het zijn in zekere opzichten hoffe
lijkheden, maar mevrouw Rav acht er zich
niet door beleedigd. En wie heeft buiten haar,
het recht er over te klagen?
Verscheidene menschen, geloof ik. En nu
eene laatste vraag, Jozef, de allerlaatste:
Zijl gij van zin mevrouw Ray ten huwe
lijk te vragen?
Waarom niet? antwoordde hij.
Het zou eene onnatuurlijke vereeni
ging zijn, een spothuwelijk, dat ieder die he»
hart op de rechte plaats heeft, hinderen zou.
Canut, zeide hij, op fluisterenden, opgewon
den toon, het zou mij en de geheele familie
voor een voliodigen ondergang behoeden. Zij
bezit een vorstelijk vermogen, dat in zorgvul
dige handen verdubbeld kan worden. Ik zou
wel met een akelige vrouw geschoren zitten,
maar zij is gebrekkig en zwak, en zal, met
Gods wil, niet lang meer leven. Bedenk eens
welk een goede kans het voor mij zou zijn!
Zou het geen dwaasheid wezeu die ongebruikt
voorbij te laten gaan, uit vrees voor het oor
deel van een paar gevoelige zielen?
Ik waarschuw u, dat gij u op een ge
vaarlijken grond bevindt, en dat gij het u be
klagen zult als gij dit plan niet laat varen. Ik
geloof zelfs dat gij geen oprecht berouw
over uwe vorige zonden gevoelt, indien gij
zoo bij dit voornemen blitft vol-
t harden.