BUITENLAND De vloek van het geld Tweede Blad 8 Maart 1923 Uitbreiding der bezetting; de Franschen in Muhlheim. Persstemmen over de rede van dr. Cuno. Een brief van Kardinaal Dubois. Onder de Telegrammen: De besprekingen in den Rijksdag na de rede van den Rijkskanselier. Nieuwe eischen der Turken als voorwaarde voor verdere onderhandelingen. Uit de Engelsche politiek; wijzigin gen in het Kabinet. IEN. BUITENL. BERICHTE!!. RE0HTSZAKEN. BiNNENLANDSCH NIEUWS. FEUILLETON (Naar eene Engelsche vertelling^ 48 DE FRANSCHE ACTIE IN WEST- DUITSCHLAND. Uitbreiding der bezetting. Gisterenochtend hebben de Franschen het station Langendrehr bezet. Op het vier-spo- rige traject Duisburg-Dortmund, de voor naamste lijn van het geheele Roergebied zijn thans de stations Essen, Bochum en Lagen- drehr bezet, zoodat het verkeer vrijwel geheel stilstaat. Voor het district Ludwigshaven is gedurende 4 dagen de uitzonderingstoe stand afgekondigd. Van 9 uur 's avonds tot V uur 's ochtends is elk verkeer verboden. Bij Frankfort is een scherpe douane-con trole ingesteld. De werkloosheid aan de Roer toont neiging rich uit te breiden ten gevolge van de uit sluiting door de patroons, aangemoedigd door de regeering daar de arbeiders niet aan den strijd tegen de bezettende overheid meedoen, Wordt uit Parijs gemeld. De hooge commissie der geallieerden heeft besloten tot 129 nieuwe uitzettingen van amb tenaren daaronder zijn spoorweg-, post- tn douane-ambtenaren. De Fransche troepen hebben Dinsdag, op de gebruikelijke wijze, Mühlheim a. d. Ruhr bezet. De stad is zonder politie. De Schupo- roannen waren reeds in den nacht vertrokken. Verschillende politie-beambten zijn in den loopïvan den aag gearresteerd. Mühlheim is, zooals men weet, het centrum van de fabrie ken van Thyssen en een groot industrie centrum. De Franschen hebben Dinsdag, aldus meldt een corr. van het „Hbl." een nieuwen maatregel tegen het spoorwegpersoneel ge nomen. Nu beloften en bedreigingen niets gebaat hebben, hebben zij het personeel van de gemilitariseerde lijnen een ultimatum van 24 uur gesteld, dat gisterenavond afliep Indien binnen dien tijd de beambten van de betrokken lijnen zich niet naar de bevelen van de bezettings-autoriteiten schil;ken zul len zij uit hun woningen worden gejaagd. Zooals wij reeds mededeelden, heeft ge neraal Degoute van de mijndirecties ge' ëischt, dat zij de kolenbelasting aan Fran sche bureaux zullen betalen. Nader wordt hieromtrent gemeld, dat voor de inning der kolenbelasting een scheidsgerecht zal wor den ingesteld, waarbij de Duitsche mijn directies bezwaren kunnen inbrengen tegen de hoogte der kolenbelasting. Dit scheids' gerecht zal ook de grootte der hoeveelheden kolen te bepalen hebben, die de verschillende mijnen aan Frankrijk moeten leveren. De kolenbelasting zal den 15den van eiken maand moeten worden betaald. Indien op den 18en nog niet betaald is, wordt het eigendom van de mijnen ter waarde van de betalen belasting in beslag genomen. Daarbij komt dan nog 50 voor de strafmaatregelen. Is op den 26sten de belasting nog niet betaald, dan wordt de geheele eigendom in beslag genomen. Is de betaling aan het einde van de maand nog niet geschied, dan worden de mijndirecteuren voor een militaire rechtbank gebracht en zoolang vastgehouden tot ze betaald hebben. De betalingen moeten ge schieden aan de „Rheinische Discontobank", een in Fransche handen zijnde bank. De helft van de belasting moet in buitenlandsche valuta's worden betaald. De Franschen be weren, dat men in jie maand Februari 9 milli- oen dollar aan belasting hadden kunnen innen. De Franschen houden het station van Essen nog altijd bezet. Fransch spoor wegpersoneel is nog steeds bezig te trachten de op de rails staande wagens en locomo tieven weg te brengen. Het aantal kolentreinen, dat de Fran schen tot nu toe hebben kunnen laten ver trekken, is slechts zeer gering. In de derde week van Februari konden in het geheel 17 wagons de grens passeeren. Eergisteren wer den 27 kolenwagons naar Frankrijk verzon den Op het station te Essen zijn in het geheel 40 locomotieven en ongeveer 400 goederen wagens in beslag genomen. De rede Van dr. Cuno. Een Fransch antwoord. Havas seint uit Parijs Rijkskanselier Cu no heeft in zijn rede in den Rijksdag her haald dat Duitschland destijds in de confe rentie te Parijs den geallieerden zou hebben aangeboden schriftelijke voorstellen voor te leggen, doch dat de geallieerden zouden heb ben geweigerd deze ernstige voorstellen aan te nemen. De kanselier beweert dat het Fran sche Geelboek en het Britsche Blauwboek duidelijk aantoonen dat geen enkel Duitsch voorstel Poincaré van zijmn plan om het Roergebied te bezetten had kunnen afhou den. In werkelijkheid echter toonde het Geel boek afdoende aan dat dr. Mayer, de Duitsche gezant te Parijs, geen enkel voorstel heeft gedaan, gelijk de kanselier aanduidt. Het proces-verbaal van de openingszitting der conferentie zegt dat Mayer tot Peretto della Rocca verklaart instructie van zijn regee ring te hebben om Poincaré officieel er van in kennis te stellen dat de Duitsche regee ring, die een plan tot regeling der schadever goedingskwestie had opgesteld, dr. Mayer had opgedragen om zich tot Poincaré te wen den opdat een vertegenwoordiger der Duit sche regeering de mogelijkheid zou worden gegeven dit plan aan de geallieerde minis ters voor te leggen en het mondeling uiteen te zetten. caré deed opmerken dat deze stap minder duidelijk omschreven was als de nota, welke de Duitsche regeering tot Londen had ge richt, want het betreft geen schriftelijk voorstel, doch slechts een stap, welke een bezoek aankondigde. Bonar Law ging geheel accoord met Poincaré om het antwoord op dit Duitsche voorstel op te schorten, daar de Duitsche regeering geen enkel omschreven had gedaan. De Duitsche regeering drong er niet op aan om de conferentie haar voor stellen kenbaar te maken, van welke de ge allieerden tot dusver nimmer in kennis zijn gesteld, noch schriftelijk noch mondeling. Er is dus geen dubbelzinnigheid mogelijk Duitschland heeft geen enkel voorstel ge daan en heeft zich willekeurig aan de aan gekondigde sancties blootgesteld zonder de minste poging te doen om ze te vermijden. In zijn rede heeft Cuno opnieuw beweerd, dat de Duitsche staat en industrieelen een degelijken waarborg hadden verschaft en hadden aangeboden te onderhandelen om een samenwerking tusschen de Fransche en Duitsche industrieën tot stand te brengen. In Fransche Kringen wordt er in dit ver band aan herinnerd, dat het proces-verbaal van de eerste zitting der conferentie van Parijs, hetwelk in het Geelboek is opgeno men, het verslag bevat van Poincaré over den stap van den Duitschen gezant, die de Fransche regeering had verzocht vóór einde December Stinnes en Silverberg te ontvan gen, daar deze bereid waren om met de Fransche industrieelen in verbinding te tre den teneinde cokes tegen erts uit te wisse len. Toen dr. Mayer werd gevraagd of deze uitwisseling op de schadevergoedingsreke ning zou worden verrekend, aarzelde Mayer en gaf te verstaan dat zij buiten de schade vergoedingsrekening zou vallen. Dit bewijst dat de Duitsche industrieelen cokes te verkoopen hadden, maar weiger den ze te leveren ter uitvoering van de schade vergoeding. Duitsche persstemmen. De rede van den rijkskanselier wordt door de geheele pers zeer gunstig ontvangen. De mededeelingen van Cuno worden door alle bladen, zonder onderscheid van partij, on derstreept en goedgekeurd. Algemeen wordt op de zakelijkheid en den rustigen toon van de rede gewezen, en de geheele pers is het er over eens, dat daarmede van Duitsche zijde alles gezegd is wat er te zeggen viel. De algemeene opvatting, die in alle bladen tot uiting komt, is deze, dat men aan een ander doel van Frankrijk dan de vernietiging van Duitschland niet kon gelooven, zoo lang het niet de voorwaarden noemt, waar op het bereid zou zijn de Roer-bezetting op te heffen, en zoolang Duitschland niet het bewijs heeft, dat Frankrijk een ander bedoeling heeft dan de onvoorwaardelijke vernietiging van Duitschland, blijft het niets anders over dan te trachten onder de bedreiging verder te leven en den staat sterk te maken, de industrie door stabili seering van de valuta te steunen en de een heid van willen en handelen in het geheele land te bewaren. Alleen Frankrijk is in staat de bestaande mogelijkheden om tot overeen stemming te komen, aan te grijpen De „Vorwarts" wijst er op, dat dr. Cuno in den loop van zijn rede vijf maal zijn bereid willigheid om te onderhandelen en tot over eenstemming te komen heeft uitgesproken, maar met nadruk constateert het sociaal democratische hoofdorgaan, dat er in Duitsch land thans geen regeering mogelijk is, die voor het Fransche imperialisme zou capitu- leeren, wanneer het resultaat der onderhan delingen het stellen van onuitvoerbare voor waarden en 't blijven van de vreemde troepen in de nieuwbezette gebieden zou meebrengen. Maar evenmin is een regeering mogelijk, die zou willen weigeren om, in het kader van het mogelijke, geld en goed te geven teneinde de zwaarbeproefde volksgenooten in het westen van den druk der vijandelijke bezet ting te bevijden. In dit verband klaagt het blad er over, dat de offervaardigheid der be zittende klassen nog steeds oneindig veel te wenschen overlaat. Onnoodig te zeggen, dat de communisten den rijkskanselier het recht ontzeggen, tegen de Fransche gewelddaden te protesteeren. Nog steeds houden zij zich voor de eenige geroepenen om de zaak van het Duitsche porie tariaat voor het forum van het wereld- proletariaat te verdedigen. Engelsche persstemmen. De Times legt er nadruk op, dat de rede van Cuno een positief karakter miste en dat de toestand helderder zou worden, indien Duitschland nauwkeurig het bedrag van de schadevergoeding zou opgeven, dat het zou willen betalen. De houding van het Duitsche rijk zal den twijfel aan zijn goeden wil stellig niet wegnemen. De Daily Mail schrijftDe Duitsche bluf is volslagen mislukt. De Morning Post zegt, dat de rede duide lijk toont, dat Cuno geen enkel middel vindt, om den Duitschen veldtocht gaande te houden Fransche persstemmen. De Fransche bladen stellen alle vast, dat de rede van Cuno, hoofzakelijk bestemd om den binnenlandschen politieken toestand in Duitschland te versterken, niets aan den toestand verandert. Zij verzoeken Poincaré stelselmatig en Het proces-verbaal zegt verder dat Poin- geduldig de begonnen actie voort te zetten, j Can Fransche zijde. In haar protest aan alle mogendheden, Frankrijk en België uitgezonderd, tegen de bezetting van het Roergebied, grondt de Duitsche regeering zich op een stelling van een Parijsch student in de rechten Robin, die in 1913 promoveerde en die, vooral op dat tijdstip, nog geen gezag had. De Fransche actie is alleen gebaseerd op den volkomen duidelijken juridischen tekst van het verdrag van Versailles, door Duitschland zelf onder- teekend. Een Duitscher door Frankrijk gedecoreerd. De Fransche regeering heeft de reddings medaille toegekend aan een Duitsch zeeman, die een in den Rijn gevallen Franschman het leven heeft gere Een brief van Kardinaal Dubois. Kardinaal Dubois, de aartsbisschop van Parijs, heeft in antwoord op het beroep dat de Zweedsche bisschoppen op de geallieer den hebben gedaan, den volgenden brief ge zonden aan Mgr. Soderblom, den aartsbis schop van Upsala Uwe vredeswenschen, schrijft kardinaal Du bois, zijn ook de onze er is geen Fransch man, die deze wenschen niet deelt. De vre de berust op gerechtigheid en menschlie- vendheid. Nu is gebleken, dat men ons ge rechtigheid weigert, door de vervulling te ontwijken van verplichtingen, welke door de verdragen zijn geheiligd en zonder welke Frankrijk, dat toch de overwinning heeft behaald, zijn ondergang tegemoet zou gaan. Wij verlangen slechts nhetgeen waarop wij recht hebben. Herhaaldelijk werd tevergeefs een beroep gedaan op den goeden wil van onzen schuldenaar. Wanneer de Fransche regeering, nadat officieel aan de hand van feiten het in ge breke blijven van Duitschland was gecon stateerd, verplicht was tot het uitoefenen van een gewettigden dwang, die niet in overeen stemming is met onze gewoonten, dan ge schiedde dat slechts om een vordering te innen, welke voor Frankrijk onmisbaar is, en niet, hetgeen misdadig zou zijn, om ge bruik te maken van de macht ten bate van het nationale egoïsme. Frankrijk is er zich daarom van bewust, het recht te eerbiedigen, zonder in menschlievendheid te kort te schie- ten. Het is onze zeer oprechte wensch, dat alle naties, zonder uitzondering, daarnaar zullen streven, opdat de wereld eindelijk weer tot rust moge komen in den vrede. God verwe- zenlijke dezen wensch, die zich in de harten van alle christenen moet bevinden. DE POLITIEK VAN ANGORA. Een Reuter-telegram, dat de verwerping van het ontwerp-verdrag van Lausanne door de Nationale Vergadering te Angora bevestigt, meldt verder dat een groote meer derheid aan de regeering machtiging verleende tot het voortzetten van haar pogingen om vrede te verkrijgen op den grondslag van een definitieve regeling van de quaestie Mosoel binnen het aangegeven tijdperk en de rege ling van de financieeele, economische en administratieve quaesties in overeenstemming met de volledige onafhankelijkheid van het land, evenals een snelle ontruiming van de bezette gebieden na het sluiten van den vrede. DE MILITAIRE DIENSTTIJD IN FRANKRIJK. Bij de discussie in den Senaat over de recruteeringswet heeft de Jouvenel verklaard „De wereld dient te begrijpen dat wij tot een oplossing met geweld zijn gekomen toen men ons een oplossing door solidariteit weigerde". Hij zou willen dat er in de recruteeringswet een bepaling zou worden opgenomen, waarin de regeering de onderteekening van een ga rantie-pact beoogt, en waarin zij tot de andere naties zegt „Indien ge wilt dat wij onze bewapening verminderen, geeft ons dan de garantie, welke ge ons hebt beloofd. Heden ten dage is een natie, die alléén leeft, een verloren natie." De Jouvenel eindigde met de regeering aan te sporen een politiek te voeren die op het aangaan van garantie-overeenkom sten is gericht. HET OVERLIJDEN VAN Dr. MAYER. Havas meldt nog dat de directeur van het Protocole bij den Duitschen zaakgelastigde te Parijs de officieele deelneming der Fran sche regeering met het overlijden van den Duitschen gezant heeft betuigd. President Millerand heeft eveneens Zijn deelneming doen betuigen. DE ZOMERTIJD IN FRANKRIJK. De correspondent te Parijs van de N. R. Ct. schrijftHet Kamerlid Louis Martin zal vermoedelijk deze week nog zijn rapport aan de commissie van onderwijs en schoone kunsten over het ontwerp tot handhaving van den zomertijd indienen. De meerderheid der commissie is er voor. Naar men weet be treft het 'n vooruitzetten van de klok met een uur van den laatsten Zaterdag in Maart tot den eersten van October, waarbij de regee ring echter in overleg met de naburige gealli eerde landen den eersten datum in den derden Zaterdag in April en den tweeden in den derden Zaterdag van September zou veranderen. De memorie van toelichting kan als volgt mengevat af toegepast. De ervaring leert daaruit voortvloeiende stel lige voordeelen in economisch, gezondheids- en sociaal-opzicht. De stedelingen, kooplieden en industrieelen zijn er eenstemmig voor, en als 't waar is, dat de boeren bepaalde pro testen hebben laten hooren, moet opgemerkt, dat vóór 1922 niet alle maatregelen getroffen waren om de enkele ongemakken te verbete ren, die daarvan voor 't huiselijke leven en de inrichting van markten het gevolg waren. Met name het toerisme, het vervoerbedrijf en het hotelwezen zijn op den maatregel ge brand. Bepaalde groepen zouden den zomertijd iting 1 samengevatde zomertijd is elk jaar van 1916 het geheele jaar willen zien toegepast, met andere woorden den West-Europeeschen tijd in Frankrijk door den Middel-Europeeschen zien vervangen. Een vermeerdering der bezuinigingen zou daarvan zeker het gevolg zijn, maar gedurende December en Januari zou deze maatregel be paalde ongemakken meebrengen voor wie vroeg op moeten. Aan den anderen kant moet als logisch erkend, 's zomers een anderen tijd dan 's winters te hebben, ten einde in het mooie getij langer van den „zonnedag" partij te trekken. Op dien grond is de regeering voor handhaving van het afwisselende onder scheid. Ten aanzien van schooltijden, mark ten, trams lokaalsporen, autobussen enz. worden faciliteiten toegestaan. Tegen het eind dezer week kan het ont werp in behandeling komen. IERLAND. Rebellen hebben gisterenmorgen een bom geplaatst in de deur van het belastingkan toor te Dublin. Een Vrijstaatsche detective die de deur opende, werd door de ontplof fende bom gedood. Het kantoor is verwoest en schade werd toegebracht aan de naburige gebouwen. DE KONINGIN VAN DENEMARKEN. Volgens het officieele bulletin heeft ko ningin Alexandrine een rustigen nacht ge had en is haar toestand bevredigend. HOOG WATER. Te Duisburg zijn in verband met den snel len was van den Rijn maatregelen getroffen om de havenwijk en de oude stad voor over strooming te behoeden. Te Nantes en Angers is de toestand kri tiek tengevolge van het voortdurende wassen van de Loire. De Garonne is ook buiten haar oevers getreden, de kaden overstroomend. Te Parijs worden maatregelen genomen om aan een buitengewone stijging van de Seine het hoofd te bieden. De Echo de Paris en Les Ailes, het Fransche blad voor luchtvaart, wijzen er op, dat de sowjetregeering aan Duitsche vlieg tuig-bouwers in de buurt van Moskou en andere plaatsen in Rusland de beschikking heeft gegeven over laboratoria en fabrieken, waar deze Duitsche wetenschappelijke Man nen ongestoord hun onderzoek op het ge bied van de luchtvaartt kunnen voortzetten. Beide bladen zien in dit stille werken der Duitsche vliegtuigbouwers, dat buiten het toezicht der geallieerden ligt, een ernstige bedreiging. Les Ailes weet mee te deelen, dat de Duit sche deskundigen zich bezig houden met den bouw van groote metalen vliegtuigen, die als oorlogsvliegtuigen alles moeten overtref fen, wat er tot dusver op dat gebied bestaat. De Echo de Paris verneemt via Stockholm, dat in een Russische vliegtuigfabriek onder Duitsche leiding geregeld 1000 arbeiders aan het werk zijn. En van wat hier gemaakt wordt zou de eene helft voor sowjet-Rusland, de andere helft voor Duitschland zijn. Volgens deskundige Fransche schrijvers ligt de eigenlijke bedreiging in het feit, dat de Duitsche lucht-wetenschap, achter ge sloten deuren, thans in Russische laboratoria, vrij van toezicht van (le zijde der geallieer den, haar arbeid voortzet, van welks resul taat niets bekend behoeft te raken vóórdat men dit in de lucht ontwaart. De Fransche schrijvers dringen tegenover dit dreigend gevaar aan op krachtige ontwikkeling van de Fransche luchtvloot. De Tsjecho-Slowaksche Kamer heeft Dins dag na een vergadering, welke 11 uur ge duurd heeft, de wet tot bescherming van de republiek aangenomen, evenals de wet tot instelling van een staatsgerechtshof. De communisten zijn in deze bijeenkomst op schandalige wijze te keer gegaan, met het gevolg, dat 6 hunner voor 8 a 10 vergaderin gen geschorst zijn, met verlies van de maan- delijksche vergoeding. Daar eenigen hunner weigerden de zaal te verlaten, moest de wacht komen om hen te verwijderen. De groep ontplooide daarop de roode vlag en verliet in haar geheel de zaal. De Slowaksche volks partij nam daarop de obstructie van hen over, doch dat was maar van korten duur. De socialistische en niet-socialistische Duitsche groepen teekenden verzet aan tegen de wet, die in Kramar en den socialist Mcjss- ner welsprekende verdedigers vond. Nadat de Duitschers en de partij Hlinka de zaal verlaten hadden, werden de beraad slagingen in de beste orde voortgezét en vannacht om 1 uur werden beide wetten in eerste lezing aangenomen. Viet nationaal-socialisten, die tegen het besluit van hun Kamerclub amendemen ten hadden ingediend, zijn uit hun partij gestooten. Praag was gisteren in feesttooi, president Masaryk vierde zijn 73en verjaardag. De bladen bevatten artikelen met gelukwenschen, de scholen vierden feest, er hadden parades plaats en feestelijke vertooningen in den schouwburg, kortom de dag werd gevierd, zooals bij den verjaardag van een hoofd van staat gebruikelijk is. Gisteren was het 60 jaar geleden, dat de koningin-weduwe Alexandra, toen nog prinses van Denemarken, in Engeland voet aan wal zette om in het huwelijk te treden met den prins van Wales, den lateren koning Edward VII. De bladen vinden in dit feit aanleiding om te wijzen op de liefde en de achting, welke Alexandra zich bij het Engel sche volk verworven heeft, en op de groote aanhankelijkheid van den koning en zijn ge zin, voor hun moeder en grootmoeder. Ajs koningin Alexandra en de koninklijke familie beiden te Londen vertoeven, gaat er vrijwel geen dag voorbij, dat koning George geen bezoek brengt aan huize Marlborough. De officieele Engelsche draadlooze dienst zegt, dat, evenals bij de jongste tus- schentijdsche verkiezingen te Willesden en Mitcham, ook bij de tusschentijdsche ver kiezing in het district Edgehill te Liverpool, waar Hayes den conservatief majoor Hills met een flinke meerderheid heeft verslagen, het woningvraagstuk den doorslag heeft ge geven. Het standbeeld van keizer Jozef II te Ostrau in Moravië is op last van de overheid verwijderd. De politie te Praag heeft in den kelder van een oud politiebureau een geheime stapelplaats van wapens ontdekt, waar zij 2 machinegeweren, 5 geweren, 3000 patro nen en 45 handgranaten aantrof. Een briga dier van politie, Hongaarsch onderdaan, die vaak naar Boedapest ging, is aangehouden. Het hof van gezworenen te Praag heeft den Hongaar Khun veroordeeld tot 15 jaar gevangenisstraf, die in overleg met een Boe- dapester hoogleeraar voor de vereeniging van de Ontwakende Hongaren op zich had ge nomen voor 100 miljoen valsche Tsjechische bankbiljetten van 500 kronen naar Praag te smokkelen. Hij is echter al dadelijk bij zijn aankomst met de eerste 20 miljoen achter slot en grendel gezet. Charles W. Anderson, een neger, is benoemd tot belastingambtenaar in het Der de New Yorksche district. De benoeming van een kleurling tot zoo'n ambt is iets zeer bijzonders. Een militair vliegtuig, gebouwd voor het uitwerpen van bommen, is dezer dagen niet ver van New York gevallen. Van de zes lieden, die er in zaten is er één, luit. Stanley Smith, omgekomen majoor Bradley werd niet ernstig gekwetst en vier anderen zijn zwaar geblesseerd. Wij hebben gisteren melding gemaakt van het vertrek van de familie Harding uit Washington naar Florida voor een langdurige vacantie. Tot het reisgezelschap van den Pre sident behoort niet de secretaris van Staat, Hughes, die het plan had mee te gaan als inleiding voor zijn voorgenomen Zuid-Ame- rikaansche reis. Die reis gaat echter niet door, daar Hughes den toestand in Europa zoo precair acht, dat hij thans niet uit Washington weg wil gaan. In de Pyreneeën heeft het, naar uit Perpignan wordt gemeld, zoo gesneeuwd, dat in het arrondissement Pradeshet verkeer eheel gestremd is. Treinen zijn in de sneeuw lijven steken en op de electrische lijn ViJle- francheBourgMadame zijn twee treinen door ploegen arbeiders uitgegraven moeten worden. De Italiaansche regeering heeft beslo ten aan buitenlandsche studenten aan open bare instellingen van onderwijs vrijstelling van alle belastingen te verleenen. EEN VERPLEEGSTER CONTRA „HET LEVEN." Voor de Rechtbank te Amsterdam diende een zaak tegen de redactie van „Het Leven". Zuster Sylva de Pareira, meer bekend als zuster Bé, achtte zich beleedigd door een pu blicatie in dit blad, getiteld „De geheim zinnige historie te Bergen-Binnen", in welk artikel verband werd gelegd tusschen een onderzoek der justitie naar aanleiding van mishandeling van een 17-jarigen jongen, ge naamd Guus Hoefer, die in zuster Bé's pension vertoefde en een brand in het pen sion „Vredenhof". In het artikel kwam de volgende zinsnede voor „Wie dezen brand heeft gesticht, is op het oogenblik, dat wij dit schrijven, nog niet opgehelderd, evenals er nog wel andere dingen duister zijn in de geheimzinnige geschiedenis. Maar een vrij verbreide opinie bestaat te Bergen, dat „zus ter Bé" en haar zwager aan dezen brand niet onkundig zouden zijn, terwijl diezelfde par tij meent, dat er in „Vredenhof" iets uit den weg moest geruimd worden. De 17-jarige Guus is nu bij een bevriende familie opge- romen en houdt vol dat men hem met koude omslagen mishandelde en in een gesticht wilde opsluiten, om hem voor goed te gene zen. Hiér valt inderdaad heel wat op te hel deren. Zou in dezen tijd dan werkelijk een normaal mensch nog om redenen die men slechts kan gissen, opgesloten en mishan deld kunnen worden en dat onder voor wendsel van zenuwziekte Terecht stond de heer F. X. M. Schiphorst redacteur van „Het Leven", die verklaarde niet de bedoeling gehad te hebben, te belee- digen. Eerste getuige was de persfotograaf R. Velleman, die de verschillende personen van deze Bergensche geschiedenis, die destijds nogal wat sensatie heeft gewekt, had gespro ken en er foto's van gemaakt had. Zuster Bé werd daarop als getuige ge hoord. Zij had een aanklacht tegen „Het Leven" ingediend, omdat zij zich door het bewuste artikel beleedigd achtte. De president, jhr. mr. Quarles van Uf- ford Waarom was u beleedigd Zuster Bé Omdat in het artikel stond, dat Guus Hoefer door mij behandeld is, als een zwakzinnige en ik hem inwikkelingen gaf. Bovendien was er geschreven dat ik niet onkundig was aan den brand. Mr. De Vrieze tot getuige U wist toch, dat de beschuldigingen omtrent Guus open lijk geuit waren? Zuster Bé Dat was mij' onbekend. De verdediger toonde de zuster vervol gens verschillende bladen, waarin over deze geschiedenis geschreven was. De getuige had de artikelen niet gelezen. Mr. De Vrieze Waarom heeft u deze artikelen niet tegengesproken Zuster Bé Mijn idee was niet om iets tegen de pers te zeggen, 't Kon me niet sche len, wat in de kranten stond. Mr. De Vrieze Waarom heeft u dan een aanklacht ingediend Zuster Bé Omdat er ook portretten bij stonden. Op een vraag van den president antwoord de zuster Bé, met betrekking tot den brand, dat haar de assurantiegelden voor de bij den brand geleden schade zijn uitbetaald. De officier van justitie, mr. Wolfson s Moest Guus we! eens helpen vaten-wasschen Zuster Bé Ik heb wel eens gevraagd, of hij in de huishouding mee helpen wilde. Guus maakte immers deel uit van het gezin en het leek me niet onpaedagogisch, dat hij meehielp in de huishouding. De officier Kreeg u niet 800 voor de twee kinderen uit het gezin Hoefer? Zuster Bé Ik kreeg slechts 200 per per soon. De officier Toen Guus weigerde te hel pen met het wasschen der vaat heeft u hem toen 5 minuten bedenktijd gegeven En toen hij weiger,'*'itig bleef, heeft u Guus toen natte, koude inwikkelingen gegeven? Zuster Bé Neen. Guus heeft wel met eer stok gedreigd. Inwikkelingen had getuigt gegeven op advies van een dokter. De officier Vaat-wasschen is toch geen werk voor een jongen. Zuster Bé Dat ben ik niet met u eens. De officier Behoort dat tot uw opvat ting omtrent heilpaedagogie uster Bé ontkende voorts nog, dat zij den ;Ongen geen eten zou gegeven hebben. Vervolgens werd de bewuste jongen ge hoord. Hij beweerde slecht behandeld t( oiju; d hoogste instantie toch willen ver behandeling van den jongen is t, als zij had moeten zijn. wij zijn in zuster Bé's pension. De president Heeft u wel eens inwikke lingen gehad en hoe vaak? De jongen Vier maal in het laatste jaar. Het waren natte lakens met wollen dekens. Ten slotte ben ik weggeloopen, omdat ik naar Rekken zou moeten. Thans ben ik bij een andere dame en gevoel me goed. De dame bij wie de jongen thans vertoeft, deelde mede, dat de jongen er uit gehaald it op verzoek der ingezetenen. Het artikel in „Het Leven", zoo zeide deze getuige, gaf weer, wat algemeen door driekwart der be volking te Bergen gedacht werd. De heer Klomp, redacteur van de „Alk- maarsche Courant", beschouwde het artikel in „Het Leven" als een mak stukje, vergele ken bij het artikel in de dagbladen. Een veldwachter uit Bergen zeide, dat te Bergen algemeen gedacht werd, dat de villa aangestoken was. Een ambtenaar ter secretarie deelde nof mede, dat toen hij van de behandeling van den jongen hoorde uit eigen initiatief een klacht bijlden burgemeester had ingediend. Een schoenmaker getuigde, dat 't te Ber gen een algemeen verbreide opinie was, dat d( zuster aan den brand niet onkundig was. Requisitoir. De officier van justitie, mr. Wolfson, zeide» dat het hier een klacht wegens smaadschrift, subsidiair beleediging geldt, ingediend tegen „Het Leven". Wat te voorzien was, is ge beurd. Wij hebben hier slechts de geheim zinnige historie te Bergen aan de orde gehad. Aan bekl. zijn zelfs geen vragen gesteld. Waarom is dan de zaak vervolgd De officier kende de klaagster. Als er niet tot vervol ging overgegaan zou zijn, dan had de klaag ster tot in hoogste instantie toch willen ver volgen. De niet geweest, zijn, ten aanzien van het geheimzinnige dei historie niet veel verder gekomen. Geheim zinnig is de oorzaak van den brand gebleven. De officier, het bewuste stuk nagaande, vroeg zich af, of hier wel van beleediging sprake is. Er kan nóch van smaad, nóch van beleediging gesproken worden. Over de Zaak was reeds vroeger veel geschreven in de dagbladen. Alleen de portretten in „Het Le ven" moeten de hoofdgetuige geprikkeld hebben en tot de aanklacht gebracht hebben. De officier kon in deze zaak slechts vrij spraak vragen. De verdediger, mr. De Vrieze, achttejhet iiidienen dezer klacht zeer dom. Bij de be handeling der zaak is wel gebleken, dat alle lust vergaan is, den beklaagde nog te veroor deel en. Met den officier was pl. het eens, dat er geen opzet is geweest tot Deleedigen. Hel artikel bevat een serie feiten, welke reeds algemeen verbreid waren. De bedoeling was met het artikel het algemeen belang te die nen. De foto's en onderschriften zijn objec tief en bezadigd. Het wettig en overtuigend bewijs is niet geleverd, zoodat vrijspraak zal moeten vol gen. Een vrijspraak is daarom van belang, in verband met een mogelijke civiele actie tot schadevergoeding, welke bij een veroor deeling, ook voor een geldboete, zou kunnen volgen. De uitspraak werd bepaald op gisteren over 14 dagen. MEDEDEELINGEN INZAKE DEN KO NINKLIJKEN HOLLANDSCHEN LLOYD AMSTERDAM, 7 Maart. Naar wij verne men zal heden door de Directie van den Ko ninklijken Hollandschen Lloyd in den vorm van een circulaire aan de obligatiehouders der maatschappij belangrijke mededeelingen worden gedian. In aansluiting op die circulaire, welke bij de firma X J. H. de Bussy verkrijgbaar wordt gesteld, deelt de Directie van den Koninklij ken Hollandschen Lloyd het volgende mede „In tegenstelling met de positie op bijna alle Oostersche en Australische trajecten blij ven de vrachten van en naar Zuid-Amerika nog steeds onder het voor-oorlog-niveau. Een korte periode van verbetering, zooals in het afgeloopen jaar zich voordeed, lokt da delijk zooveel aanbod van tonnage uit, da' deze verbetering tot binnen zeer enge grenzen beperkt blijft, terwijl bovendien de groote verandering der economische toestanden bij onze Oostelij ke-naburen, vooral sedert de Ruhr-bezetting, van zeer nadeeligen in vloed is op de hoeveelheid over onze havens te vervoeren goederen. Daar de kosten in 1922 zich zeker nog bijna 100% boven het voor-oorlogs-niveau bewogen, laat de exploitatie voor 1922, on danks sterke bezuiniging geen noemens waard beter resultaat dan over 1921. De bezuinigingen in ons bedrijfdie door de overgangsperiode in 1922 nog niet alle tot haar recht kwamen, beloven voor Vertrouw u op mij, Jozef; ik zal geen misbruik van uw vertrouwen maken. Ver trouw mij dubbel als ik in het geheim be trokken ben, neem mijn raad aan en ont wring u aan het net, dat die man naar alle kanten uitspreidt en waarin hij iedereen vangt Bedenk dat wij kinderen van dezelfde moeder zijn, en dat heft niet meer dan rede lijk is, dat wij onze gemeenschappelijke be zwaren tezamen bestrijden en overwinnen. Als ik u durfde vertrouwen, hoe gaar ne zou ik den last, die mij neerdrukt, van mijne schouders schudden, zeide hij, door mijne hartelijke toespraak diep bewogen. Als gij verkeerd hebt gehandeld en dat vrees iken gij mijne hulp noodig hebt o op den rechten weg te helpen, richt u dan gerust tot mij, en ik zal u helpen. Als gij vergeving van mij behoeft ik geloof, dat ik het geraden heb vertrouw dan gerust op de liefde van uw jongeren broe der, die u zoo gaarne zal toeroepen: uwe zonden zijn u vergeven. Hij greep nu mijne hand, zonder zich lan ger te bedenken. Ik zal u alles Wtellen, zeide hij, en ik houdt, u aan uw woord .Dan zal ik niet meer in de macht van dien man, die mij zoolang vervolgd heeft, en ik zal naderbij de wraak zijn, die Laat ons thans niet meer over wraak spreken, viel ik hem streng in de rede. Jozef liet mijne hand ios en sloot de ven sters. Hij ging naar de deur en draaide den sleutel om, waarna hij zich dicht naast mij neerzette. Gij zult mij voortaan balen, Canut, fluisterde hij, maar. uw haat zal minder zwaar te dragen zijn dan de geweldenarij van dien man. Ik stel mij in uwe macht. - maar ik vertrouw op u. Herinnert gij u het opdagen om mij te ruïneeren. zult mij toch niet verstooten, nu gij mij het geheim ontlokt hebt, broeder? Neen, antwoordde ik. Ik had berouw, toen het te laat was om terug te trekken. Mijn advocaat, de vader van Vaughan, doorzag mijn bedrog, en hielp mij de zaak verder knoeien. Met vereenigde pogingen gelukte het ons de wereld te be driegen. Ik werd bankroet verklaard. De ver. koop onzer bezittingen bracht onze schuJd- eischers enkele shillings op van bet pond, en ik mocht weer van voren af beginnen. Gij weet, wat er volgde, ik werd rijk, ik ver diende veel geld, ik maakte fortuin, totdat die man de zoon van Vaughan kwam bankroet dat de firma ruïneerde? - Hoe zou ik dat kunnen vergeten? Hoe zou ik dat kunnen vergeten? Het was een voorgewend bankroet, listig uitgedacht om mij aan allen dwang, en alle familieverplichting tc onttrekken. Ik verdiende te weinig naar mijn zin, en kwam te langzaam vooruit; ik moest jaarlijks te veel geld aan moeder en de overigen uitbe talen, en ikwendde een bankroet voor. God! irep ik uit .terwijl ik onwillekeu rig opschoof, dat is te erg! dat is gruwe lijk, vreeselijk! Jozef schoof dichter bjj mij. Ik zal nooit afschuwdijker wezen aanschouwen, dan die man op dat oogenblik opleverde. Gij hebt mij vergiffenis beloofd, gij hebt my raad beloofd, smeekte hij; gij Te ruïneeren? Mij te ruïneeren.... ja, ik zweer u, dat bij mij alles heeft afgezet op tweehon derd pond na. Die man, die Vaughan, had in de papieren van zjjn vader gesnuffeld, het geheim ontdekt, en alzoo het middel ge vonden om mij uit te kleeden. Ik hen sedert altijd in zijne macht geweest: hij leende geld van mij dal ik niet durfde terugeischen; op Ellens huwelijksdag perste hij mij tien duizend pond af, dat hij beweerde haar rechtmatig toe te komen, maar dat bij van de fortuin zijner zuster beloofde te zuilen teruggeven. Gij herinnert u mijne teleurstel ling, toen ik uw huwelijk vernam, en gij kunt nu gissen welken dienst ik van u ver langde, en wat ik in Knight Ryder Street bedoelde. Gij ziet thans jhoe alles is afgeloo pen en wat er van mij geworden is! Hij streek zijne zenuwachtige handen over elkaar. Ik zag, dat hij bet verloren geld meer betreurde dan zijne gruwelijke mis daad. Reeds toen hij die bekentenis aflegde was ik daarvan overtuigd. Mijn blik scheen dat gevoel te verraden, want hij voegde er levendig hij: Denk niet, dat ik u ooit vergat dat ik niet stellig besloten had u eenmaal al het geld terug te geven. Ik heb in mijn testa ment beschreven, dat ik alles wal ik bezit aan u nalaat, alles blijft in de familie en vervalt uitsluitend aan de Gears. Vaughan dreigt u zeker van tijd tot tijd, de zaak aan mij, en andere minder barmhar tige schuldei schers hekend te maken? Juist daarmede vervolgt hij mij! maar de andere schuldei-schets zijn verstrooid en gestorven, begraven, of builen 'slntwls ge gaan. u alleen vreesde ik. Daar moest iets in u zijn dat u kracht gaf om zoo goed geluimd te zijn en zooveel onwrikbaar geduld, te hebben, en dat vreesde ik. Vrees dat niet meer: zeide ik, maar tracht u met God te verzoenen, en zoek Zijne vergiffenis, zooals ik u al de ongelukken ver geef die gij door een laaghartige geldgierig heid over ons gebracht hebt. Maar ik geloof dat gij bet oprecht berouw over uwe zon den nog niet gevoelt. Ja wel; ik heb berouw! kermde hij. Welnu, dan zal ik uw eeheim bewa ren. Wat meer is, ik verzoek u het nooit te verraden aan eenig liefhebbend hart, dat den eerstgeborene teederder bemint dan hare overige kinderen. Wij zullen hare laatste le vensjaren niet vergallen door haren trots in u, zulk een onherslelbarcn slag toe te bren gen. Zeker niet, zeide mijn broeder, thans lichter gestemd. Zij heeft uwe schranderheid haar leven lang geroemd, zeide ik. Hij kromp ineen op dit gezegde; maar dit was een steek die hem wellicht nuttig kon zijn, en ik spaarde hem niet. En om nu aan dit pijnlijk onderwerp een einde te stellen, zeg mij, waarover Vau ghan en gij heden getwist hebt? Hij aarzelde een oogenblik. Welnu; mij dunkt dat gij hiervan geen geheim behoeft te maken. Hij zegt dat ik te hoffelijk met me vrouw Ray omga, bekende Jozef. Wat gaat hem dat aan? Dat vraag ik .juist ook; maar hij schijnt het zicli aan te trekken, zeide mijn broeder. Ik zou gemeend hebben dat als het mij ge lukt was mevrouw Ray weg te krijgen, bij daarin een nieuw middel zou gezien hebben om mij geld af te persen. Dat daargelaten verzet hij er zich tegen? ja. En bekent gij het, dat gij haar die hof felijkheden bewijst?. De hand waarmee hij over zijn gerimpeld voorhoofd streek, draalde even in die bewe ging. Hij zag mij van ter zijde aan. Ja, het zijn in zekere opzichten hoffe lijkheden, maar mevrouw Rav acht er zich niet door beleedigd. En wie heeft buiten haar, het recht er over te klagen? Verscheidene menschen, geloof ik. En nu eene laatste vraag, Jozef, de allerlaatste: Zijl gij van zin mevrouw Ray ten huwe lijk te vragen? Waarom niet? antwoordde hij. Het zou eene onnatuurlijke vereeni ging zijn, een spothuwelijk, dat ieder die he» hart op de rechte plaats heeft, hinderen zou. Canut, zeide hij, op fluisterenden, opgewon den toon, het zou mij en de geheele familie voor een voliodigen ondergang behoeden. Zij bezit een vorstelijk vermogen, dat in zorgvul dige handen verdubbeld kan worden. Ik zou wel met een akelige vrouw geschoren zitten, maar zij is gebrekkig en zwak, en zal, met Gods wil, niet lang meer leven. Bedenk eens welk een goede kans het voor mij zou zijn! Zou het geen dwaasheid wezeu die ongebruikt voorbij te laten gaan, uit vrees voor het oor deel van een paar gevoelige zielen? Ik waarschuw u, dat gij u op een ge vaarlijken grond bevindt, en dat gij het u be klagen zult als gij dit plan niet laat varen. Ik geloof zelfs dat gij geen oprecht berouw over uwe vorige zonden gevoelt, indien gij zoo bij dit voornemen blitft vol- t harden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1923 | | pagina 5