E UITENLAND Leest de zeer be langrijke brochure: 35 ets* De vloek van het geld Tweede Bled 9 Maart £923 PARLEMENTAIRE KRONIEK. Wijziging der huurwetten. radenwet. onderwijzerstoe lagen. de jachtwet. De invloed van de bezetting op de Duitsche industrie. De Duitsche bla den over de Riiksriag-debatten. De houding der regeering van Angora. Arrestaties van communisten in België. Krupp spreekt de geruchten tegen over aanmaak van oorlogsmateriaal in Rusland. De militaire diensttijd in Frankrijk. Onder de Telegrammen: De vertoogen der Britsche regeering tegen de uitbreiding der Fransche bezetting. De Franschen hebben Dortmund weer ontruimd. Frankrijk ziet voorloopig van het bouwen van pantsersche pen af. Het Cbineesche kabinet afgetreden. P EEN REDE VANf PRESIDENT EBERT. B ES GEM. BUITENL. BERICHTEN. LANDBOUW EN VISSCHERIJ. HARDVOEDER VOOR PLUIMVEE. de Spaarnestad Haarlem FEUILLETON De Dinsdag voortgezette beraadslaging over de wijziging der huurwetten, had op de eerste plaats tot gevolg, de aanneming van het amendement-Oud, dat toelaat, dat de verhooging beneden de 50 blijft als het onderhoud der woning verwaarloosd wordt. In de praclijk verwachten wij niet veel van deze bepaling. Verworpen is een amendement-Van Rap- pard, dat fabriekswoningen buiten de wet wilde brengen. De Minister had daartegen bezwaar en verschillende leden verzetten zich er tegen, omdat het belang der bewo ners geheel uit het oog werd verloren. Wan neer een arbeider uit dienst eener onderne ming wordt ontslagen, blijft hij huurder van de dienstwoning totdat bij een andere wo ning heeft. Het amendement-Van Gijn, om het maxi mum-percentage automatisch op te voeren tot 60 pCt. op 1 Januari 1924 en tot 70 pCt op 1 Juli 1924, is wijselijk ingetrokken. Er was geen voldoende steun voor. Ten slotte was er nog het amendement- Hermans, dat den Minister de bevoegdheid wil geven om voor nader aan te wijzen ge meenten een afwijkende regeling te maken, die minder vèr gaat dan het algemeen per centage van 50. Feitelijk wordt de wet daar door iets soepeler, vooral voor die gemeen ten waar de volledige verhooging een on billijkheid zou zijn. Over dit punt waren de leden het niet eens en vooral de heer Van Vuuren bestreed het krachtig omdat het z.x. onbillijk was. In het amendement staat een vrij percen tage van 35, maar de Minister wilde dit op 40 brengen en hij dwong daartoe door te zeggen dat hij geen gebruik zou maken van de bevoegdheid als het percentage lager dan 40 was. De heer Hermans wijzigde dan zijn amendement, dat daarna werd aangenomen met 43 tegen 27 stemmen. Ten slotte volgde de aanneming van het ontwerp met 51 tegen 19 stemmen. De so ciaal- en vrijzinnig-democraten met Mej. Katz en de heer Smeenk stemden tegen. Daarop kwam aan de beurt, het ontwerp tot wijziging der Radenwet, hetwelk beoogt te bezuinigen o.a. door combinatie der ver zekeringsraden in de Residentie on Arnhem en door opheffing van de vice-voorzitte'r- schappen der Raden van Arbeid. De anti- revolutionnaire heer Rutgers klaagde er over, dat deze Raden niet langer zijn zelf- slandige organisaties, maar wel rijksdiensten met de bureaucratische inrichting gelijk wij die kennen. De Ministers ontkende dit na tuurlijk. Over het aantal onbezoldigde leden der verzekeringsraden hebben eenige heeren zich dik gemaakt en het aantal is van 6 op 8 gebracht. De heer Duys was ziek, dus misten wij bij dit debat zijn voorlichting die stellig niet achterwege ware gebleven. Het ontwerp werd goedgekeurd. Het ontwerp dat Woensdag aan de orde kwam, was een kluifje voor de onderwijsspe- cialiteiten, die dan ook allen aanwezig wa ren. Het betrof de behandeling van het ontwerp tot toekenning van bevoegdheid aan gemeen teraden tot het verleenen van een toelage ten laste van de gemeente, over elk der jaren 1919, 1920, 1921 en het eerste kwar taal van 1922, voor werkzaamheden welke aan onderwijzeressen buiten den gewonen schooltijd waren opgedragen. Veel kritiek lokte dit zaakje uit. Het gaat hier om een geldelijk belang. Het bestreden punt was het ontbreken van een verplichting voor de gemeenten om deze toelage toe te kennen. Om daartoe te geraken hebben vele leden een amendement ingediend: zij wen- schten de verplichiing op te leggen. Daar naast wenschte de heer Gerhard de lasten op den Slaat af te wentelen. De toezeggingen aan de onderwijzers zijn min of tpeer verzwakt nu alleen aan gemeen tebesturen de bevoegdheid wordt gegeven om de toelagen toe te kennen. Volgens den Minister van Onderwijs is dit niet juist. Hij heeft 9 Maart 1922 niets anders beloofd, dan dat hij de gelegenheid zou openen dat de gemeentebesturen toelagen gaven. Verder is hij nimmer gegaan en het speet hem, dat de Kamer nu verder wil gaan. Hij had zich zelfs tot 1919 kunnen beperken maar nu hij nog een paar jaar er bij nam, weigerde hij ook verder te gaan en hij stelde het ultimatum dat hij schorsing der beraadslaging zou vragen als één der amendementen werd aan genomen. Het onmiddellijk gevolg daarvan was dat alle amendementen werden ingetrokken waarna het ontwerp, dus ongewijzigd, werd aangenomen, zonder stemming zelfs. Nie mand wilde het gevaar loopen, dat de on derwijzers zelfs de kans zouden misloopen op een toelage doordat de gemeenten de be voegdheid niet zouden krijgen. Tenslotte werd de Jachtwet aangesneden. De spreektijd daarover voor eiken spreker werd bepaald op 45 minuten. Feit is, dat sinds vele jaren geklaagd wordt over de ver ouderde Jachtwet. De Regeering zag heel goed in, dat die klachten gegrond waren, maar de moeilijkheid zat hierin, om het be houd van de Jachtsport te vereenigen met het belang van den landbouw. Het door een Staatscommissie opgezette plan bleek onuit voerbaar. Het uitgangspunt van de nu door de Regeering voorgestelde herziening heeft tot beginsel: het jachtrecht is voor den grondgebruiker. Om dit beginsel te behouden is aanstonds bepaald, dat in een pachtcontract nietig is de overeenkomst dat het jachtrecht aan de grondeigenaren blijft. Wel mag de grondge bruiker zijn recht overdragen, maar dan houdt hij het recht onmiddellijk ontbinding van de overeenkomst te vragen in kort geding zelfs als de rechtbezitter niet zóó van zijn recht gebruik maakt, dat het wild voldoende wordt vernietigd. Het gaat nog verder: de grondgebruiker wordt zoo noodig tegen zichzelf beschermd. Als hij niet voldoende van zijn recht ge bruik maakt, kan de Minister anderen het recht geven om desnoods met den ster ken arm op zijn terrein te gaan jagen. Overigens krijgt ieder grondgebruiker een jacht-akte, tenzij hij er misbruik van maakt. De bezitters van de jachtrechten op dit oogenblik^ zullen worden schadeloosgesteld met een financieele regeling die in 30 jaar tijds afloopt. Woensdag lieten zich alleen de plattelan der De Boer en de socialistische landbou werspecialiteit Hiemstra hooren. De eerste bracht een woord van dank namens dé ge- heele landbouwbevolking voor de indiening van het ontwerp door de Regeering. DE FRANSCHE ACTIE IN WEST- DUITSCFILAND. De invloed van de bezet ting op de industrie. De bijzondere correspondent van het „Berl. Tagebl." in het Ruhrgebied, Paul Scheffer, schildert in een artikel„Eiterar- beit" de moeilijkheden, waarmede de Ruhr- industrie thans te kampen heeft. Voor de eerste maal in de geschiedenis der moderne industrie is een productie-centrum vol komen van de buitenwereld afgesloten, met al zijn arbeiders, machines, bodemproducten, grondstoffen, groote apparaten enz., en op zichzelf aangewezen. Maar de industrie heeft nog enorme hoeveelheden grondstoffen overgehouden, en zij heeft thans vóór alles overvloed aan kolen, voor de eerste maal se dert vele jaren. Deze overvloed komt de geheele Ruhr-bevolking ten goede. Er zijn geen kolenkaarten meer. De kclenproductie zelf neemt af. Zij be droeg vóór den intocht der Franschen on geveer 330.000 ton per dag thans staat zij op ongeveer 200.000 ton. Veel op de opslag plaatsen te storten, juist nu de Franschen den laatsten kolentrein onder gejuich naar Frankrijk hebben gestuurd, heeft geen doel. Toch wordt er aan de mijnen druk gewerkt. Alles wat in de laatste jaren niet voldoende verzorgd is, wordt verbeterd, er worden zelfs nieuwe schachten gebouwd, spoorlijnen aangelegd, enz. Van de kolenproductie in het Ruhrgebied neemt de Ruhr-industrie in normale omstandigheden 4042% af. Daar aan is niets veranderd, want de Ruhrindustrie werkt nog steeds voor 90 a 100% van het normale. In de laatste jaren is veel over ver ticale productie gesproken. Omdat de productie door één leiding ge regeld wordt, heeft de economische aanpas sing aan de veranderde fabricatie voor de groote groepen der industrieele onderne mingen zonder moeilijkheden plaats gehad. De productie stokt thans eerst bij het af gewerkte fabricaat. Het opslaan der voor raden is het groote plobleem. De stagnatie begint eerst bij het vervoer Wanneer een maal de blokkade is afgeloopen, dan zullen in het Roergebied vermoedelijk voorraden van allerlei aard, zeker echter kolen liggen in een hoeveelheid, die van invloed zal zijn op de wereldmarkt. Het onbezette Duitsch- land zal dadelijk veel afnemen, maar er zal nog veel overblijven. De „Konjunkturfreu- de" en „Schadenfreude" in andere landen is daarom kortzichtig, zegt Paul Scheffer. De betaling der uitvoer- belasting. Uit Dusseldorf wordt gemeld dat de Fran sche militaire autoriteiten thans ook aan den Dusseldorfschen ijzer-groothandel Otto Wolff te Keulen den eisch hebben gesteld, vóór 10 Maart de uitvoerbelasting en dou anerechten te betalen. Theunis over de bezetting. Robert de Fiers, die een onderhoud heeft gehad met den Belgischen minister-presi dent Theunis, schrijft in de „Figaro' Ik zou willen dat al onze defaitisten, „die in de stad dineeren", dat al onze bibberaars ach ter de coulissen, het antwoord zouden heb ben gehoord dat Theunis mij antwoordde op deze vraag „Hoe ziet ge de toekomst van onze Roerbezetting in?" „Hoe zoo? Ik ben er zeker van dat deze operatie op de meest gelukkige wijze zal eindigen, en wel om drie redenen ten eerste omdat wij het goed recht aan onze zijde hebben ten twee de omdat wij cte kracht bezitten, die steeds van nut is, zelfs ten bate van het goed recht, én ten slotte omdat wij in de volstrekte nood- eakelijkheid verkeeren te moeten slagen. Een zchec, zelfs een half échec zou betcekenen dat wij, na den oorlog te hebben gewon nen, den vrede hebben verloren. België zou dit evenmin als Frankrijk kunnen dulden, en wij zullen onzen wil tot het einde door zetten." Theunis toonde de .Fiers de dossiers van 3900 Belgische weezen. wier vaders geen militairen door de Duitschers werden ge dood, en zeide „Wanneer men ons de ge strengheid van onze bezetting aan de Roer verwijt, mogen wij de schouders wel ophalen. Frankrijk kan niet terug. Draadloos wordt uit Parijs gemeld dat Loucheur, de voormalige minister der be vrijde gebieden, in een toespraak tot de Britsch-Amerikaansche Persvereeniging heeft verklaard, dat hij, ofschoon hij tegenstander van de Roerbezetting is, gelooft dat Frank rijk thans op een punt is genoderd, waarop het zich niet terugtrekken kan vóór dat een geschikte regeling met Duitsc.Wand is ge troffen. De RijksdagdeUatten. De Rijksdagdebatten van Woensdag heb ben, naar het eenstemmig oordeel cier bladen, aangetoond dat alle politieke partijen de Fransche geweldpolitiek veroordèelen en bereid zijn de regeering in haar verbet daar tegen te steunen. De Lokal Anzeiger zegt dat de Rr.jksdag- vergadering de zekerheid heeft verschaft dat niemand er aan denkt thans de ruReering moeilijkheden in den weg te leggen, terwijl de Deutsche Allg. Ztg. constateert (Vat de positie van den kanselier hechter is dan ooit. De Vorwarts maakt met voldoening ge wag van de rede van Klara Zetkin, wstaruit blijkt dat ook de communisten zich iegen het onrecht, Duitschland aangedaan, kauiten. Wegens een vormgebrek heeft de opperste krijgsraad te Mainz het vonnis, dat de krijgs raad te Bredeney tegen Schafer, den burge meester van Essen, geveld, vernietigd em de zaak ter nieuwe behandeling verwezen ntaiar den krijgsraad te Recklinghausen, De Vorwürts doet een scherpen aan p al op dr. Becker, den rijksminister van ekor.io- mie, naar aanleiding van hetgeen bij de behandeling van diens begrooting in de Rijkï;- dagcommissie te berde is gebracht. Uit cle toelichting van den minister en uit de op*- merkingen vanz'n burgerlijke partijgenooteny is de ekonomische politiek van dit kabineiü met vrij groote zekerheid op te maken, zegt*! het blad. In de eerste plaats blijkt daaruit dat tegen de buitensporige winsten van nij verheid, handel en landbouw niets zal worden gedaan, zoodat de maatregelen tegen den Z.g. woeker niets flan een doekje voor het bloeden zijn. De steenkoolbelasting, die met de hoogp spoorwegtarieven de hoofdschuld heeten te hebben aan de hooge prijzen, zal sterk worden verlaagd. De Vorwarts be twijfelt echter of de prijzen daardoor veel zullen dalen en verwacht dat de kolenbaron- nen het leeuwenaandeel van dit nieuwe voor deel in den zak zullen steken. De aanstaan de verhoogingen van de omzet-belasting is een maatregel die rechtstreeks de prijzen nog meer omhoog zal drijven en het beden- kelijkst van al is de door dr. Becker aange kondigde laaghouding van de loonen, die tengevolge van de depreciatie der mark toch al ver beneden peil staan. De inhoud der politiek van dezen minister vat de Vorwarts dan samen in de woorden waarborging van het ondernemersbelang ten koste van den staat, de arbeiders en be ambten. Het is een politiek die stellig naar den afgrond leidt, waarschuwt het blad. DE HOUDING VAN DE REGEERING TE ANGORA. De Turksche regeering heeft een vol ledige overwinning behaald op de extremis ten. De Nationale Vergadering heeft haar goedkeuring gehecht aan Ismet pasja's hou ding ten aanzien van het verdrag van Lau sanne. De regeering is thans vrij om te on derhandelen over de economische clausules, die het onderwerp van geschil vormden, of ze te laten rusten tot na het teekenen van de algemeene vredesvoorwaarden. Verwacht wordt, dat de Turksche voorstellen morgen op zijn laatst aan de mogendheden zullen worden medegedeeld. In Turksche kringen te Konstantinopel is men optimistisch ge stemd. Indien de regeering van Angora aanneme lijke tegenvoorstellen doet, schijnt de Fran sche regeering bereid te zijn om ze nauw keurig te bestudeeren. In geval zij zich voor bespreking leenen, zullen de onderhandelin gen in Lausanne of elders worden hervat. Overeenkomstig het eens aangenomen standpunt zien de regeeringsgezinde. bladen in Frankrijk den toestand ten opzichte van Angora niet somber in. Aan de verwerping van het ontwerp-verdrag door de Nationale Vergadering hechten ze niet veel waarde. Blijkbaar betreft dit vooral de economische en juridische bepalingen. Voor Frankrijk is dit weliswaar onaangenaam, daar Engeland in de eerste plaats bij de territoriale bepaling met name die aangaande de zeeëngten be trokken was en de Turken deze grootendeels buiten geding schijnen te willen houden. Hun voornaamste grieven schijnen zich te richten tegen de artikelen nopens Mosoel en die welke hun souvereiniteit in Klein- Azië aantasten wegens het door de gealli eerden tér bescherming van de daar woon achtige vreemdelingen gewenschte toezicht. De vraag is nou hoe de drie partijen daar tegenover staan. Men meent dat Engeland de punten waarover men het eens geworden is, niet weer aan een beraadslaging wil onderwerpen. Dit zou men hier betreuren, daar enkele dier punten opnieuw ter sprake kunnen worden gebracht. Italië schijnt aldus te redeneeren Daar te Lausanne niet onder teekend is, staat niets vast. Hetzelfde stand punt schijnt Poincaré in te nemen. Met an dere woorden hij blijft zijn gedragslijn trouw den Turken zoo ver mogelijk tegemoet te komen om oorlog in het Oosten, zoo eenigszins mogelijk, te voorkomen. Nu de zaken zoo geloopen zijn, krijgt Curzon daarvoor grootendeels de schuld. Zijn overhaast vertrek uit Lausanne en de keus zijner regeering, die iemand afvaardigde, die wegens zijn ambt elk oogenblik kon worden weggeroepen, bemoeilijkte het be reiken van overeenstemming. De Turksche argwaan zou in het algemeen door de duistere artikelen van het verdrag zijn gewekt. Men hoopt nu, dat Engeland bij de komende be sprekingen zal vertegenwoordigd zijn door iemand die volkomen van de te behandelen kwesties op de hoogte is en die met het oog op de Turksche manier van onderhandelen tijd heeft dit tot een goed eind te brengen. Uit de Engelsche politiek. Neville Chamberlain is nu definitief be noemd tot opvolger van sir A. Griffith Boscawen als minister van volksgezondheid en Sir William Joynson-Hicks, die parle mentair secretaris van het departement van overzeeschen handel was, in Chamberlain's plaats tot postmeester-generaal benoemd. De nieuwe minister van volksgezondheid is een broer van August Chamberlain en is in 1916 al directeur van nationalen dienst ge weest. Hij heeft ook groote ervaring opge daan in het gemeentelijk leven van Birming ham, met welke stad zijn familie lang ver bonden is geweest. Joynson-Hicks staat sinds 1900 in het openbare leven en zijn werk aan het depar tement van overzeeschen handel is zeer nuttig geweest. De Engelsche begrooting van oorlog. De toelichting op de Engelsche begroo ting van oorlog toont een vermindering aan met meer dan 8 millioen bij verleden jaar. Dc toelichting voor de vloot zegt dat de be- grooting opgemaakt is in de onderstelling dat het vlootverdrag van Washington door alle onderteekenende mogendheden zal wor den geratificeerd. Communisten in België. Een dezer dagen ingesteld onderzoek had aanleiding gegeven te veronderstellen, dat de jongste stakingen in de Borinage door in Bel gië vertoevende communisten waren georga niseerd. Het parket te Brussel vernam, dat het hier een waar complot betrof tegen de vuiligheid van den staat. Gisteravond zpn er fcsï van aanhoudingen gedaan te Brussel, Ant werpen, Luik, Charleroi en Gent. Een veertig leitlers van de communistiche partij zijn aldus aar,gehouden en er zijn vele geschriften en een lijvige correspondentie in beslag geno men'. De aangehoudenen ontvingen hun geld voornamelijk uit Duitschland en Rusland. Op Kien is artikel 299 van het strafwetboek van toepassing, dat met straf bedreigt wie een complot tegen de veiligheid van den staat smeedft. UIT NOORWEGEN. Het nitluwe Noorsche kabinet heeftDc.ider- dag in 't Storting meegedeeld, het sluiten van een handelsverdrag met Portugal op den grondslag van intrekking van het invoer verbod van zuidwijnen als zijn eerste taak te beschouwen. Verder zal het trachten het voorloopig verdrag met Spanje op denzelf den grondslag in een duurzaam verdrag om te zetten. In het Storting heeft Halvorsen Donder dag nog gezegd de regeering is tegen ver plichte arbitrage bij arbeids conflicten, daar zij meent dat detze 't beste opgelost kunnen worden door middel van rechtsteeksche on derhandelingen ttisschen werkgevers en werknemers. I DE STAKING TE COLOMBO. De staking te Colombo van 150000 man die reeds veertien d.^gen duurt, omvat de koelies van den re.v\eeringsspoorwegdienst en toont geen teekenon van verzwakking. De vreesaanjaging is groot, terwijl de stakers blijkbaar onder invloed van onruststokers staan. Het is de eerste groote staking op Ceylon. Het bunkeren l'ftdt ernstig, zoodat verscheidene schepen zi'iM opgelegd. Rijkspresident Ebert heeft te Leipzig, waar hij een bezoek brengt aan de jaarmarkt, een rede gehouden over de Fransche. Ruhractie, waarin hij, volgens een telegram van het W. B„ den nadruk erop legde, dat de vijand on der het voorwendsel van schadevergoeding trachtte zijn veroveringsplannen en 't eeuwen oude denkbeeld van gebiedsuitbreiding en onderwerping van Duitschland te verwezenlij ken. Maar niets zal Frankrijk bereiken, hoog stens dit eene, dat het vernietigt hetgeen al leen Duitschland in staat kan stellen de her stelbetalingen te doen. President Ebert sprak tenslotte nogmaals den wil van het Duitsche volk uit, zich niet tot slaaf te maken op het eigen grondgebied van zijn vaderen, welk doel bereikt kon worden, indien allen eensgezind blijven. DE BEWEERDE AANMAAK DOOR KRUPP VAN OORLOGSMATERIAAL IN RUSLAND. Steeds meer duikt in de buitenlandsche pers het bericht op, dat de firma Krupp zich bezig zou houden met den aanmaak van krijgstuig in Rusland. Zoo is gemeld, dat Krupp de Poetilof-fabrieken zou hebben overgenomen. De firma Krupp stelt vast, dat zij noch met de Sovjetregeering, noch met de eige naars der Poetiloffabrieken, noch met iemand anders in verbinding staat. De bewering van de overneming van Poetiloffabrieken door Krupp mist eiken grond. DE MILITAIRE DIENSTTIJD IN FRANKRIJK. De Temps bespreekt, gelijk men verwach ten mocht, met groote instemming, de uit spraak van den Senaat, waardoor de militaire diensttijd op achttien maanden wordt ge bracht. Het blad brengt daarbij hulde aan Senator de Jouvenel, die bij de discussie een punt heeft aangeroerd, dat de Temps in haar kolommen hertraldelijk ter sprake heeft gebracht de zware verantwoordelijkheid van Frankrijk's Angel-saksische bondgenoo- ten in het handhaven van nog te zeer druk kende militaire lasten, opgelegd aan de Fran sche demokratie. De diensttijd van achttien maanden, zoo heeft Senator de Jouvenel betoogd, is de be lasting van onze eenzaamheid. Volgens de Temps zou het niet beter gezegd kunnen worden. Het blad schrijft dan als volgt België en Frankrijk staan daarom alleen in Europa omdat onze Amerikaansche en Britsche vrienden geen gevolg hebben gege ven aan de waarborgverdragen, die de voor waarde geweest waren voor ons afzien van de meest positieve voordeelen der overwin' ning. Maar dit kwade precedent is niet van aard om ons er toe te brengen in de toekomst onze nationale veiligheid langs dezelfde we gen te zoeken, als welke ons tot deze groote historische misrekening gevoerd hebben en wij moeten niet rekenen op de beloften van onze vrienden, die, naar de ondervinding leert, zoo wankel en zoo broos zijn maar op ons zelf en op ons alleen, willen wij ons be staan als vrije en welvarende natie bescher men. Reeds in November had de Kamer na een langdurig debat besloten tot de artikelgewijze behandeling van 't wetsontwerp tot bepaling van het aantal tuighuizen en industrieele etablissementen voor de marine. Eerst eer gisteren heeft de Kamer de behandeling voortgezet. Het eerste artikel van het ont werp bepaalt dat de marine twee tuighuizen zal behouden Brest en Toulon, twee steun punten Cherbourg en Bizerta drie indus trieele etablissementen Lorient, Indret en Ruelle. De etablissementen van Rochefort en Guérigny worden dus opgeheven, Het Kamerlid Goude had een anderen tekst van artikel voorgesteld, volgens welken de tuighuizen en werkplaatsen te Brest, Bizerta, Cherbourg, Guérigny, Indret, Lo rient, Rochefort, Ruelle en Toulon op in- dustrieelen voet georganiseerd zouden wor den en nieuwe staats-etablissementen op gericht zouden worden te Seyne, Meupenti, St. Nazaire en Bordeaux. De minister van marine heeft dezen tekst bestreden. Hij is verworpen. De afgevaardig de Lamy heeft vervolgens voorgesteld artikel 1 van het ontwerp te laten vervallen hij wilde alle marine-tuighuizen, die Frankrijk bezit, behouden, in het bijzonder Lorient. De Kamer verwierp op verzoek van den minister van marine ook dit voorstel. Vandaag zou de Kamer de behandeling van het ontwerp voortzetten. EEN MIJNONGEVAL. EENIGE DOODEN. "In een kolenmijn benoorden Courcelles is een waterader doorgebroken, waardoor drie lagen overstroomd zijn en verscheiden mijnwerkers werden geïsoleerd. Na eenige uren arbeid werden zij bevrijd. Er zijn echter drie dooden en verschillende gewonden. De jongste berichten zeggen dat er zes dooden en een vijftiental gewonden zouden zijn. De Amerikaansche minister van koop handel Hoover, heeft Dinsdag in een rede verklaard, dat de bezetting van het Roer gebied ernstig nadeel toebracht, aan den Amerikaanschen handel. Echter is hij van oordeel, dat de stand van zaken het gevolg is van de verwarring, door de bezetting te weeggebracht. Hij is echter van mtcning, dat mettertijd, de goede gang van zaken zal worden hersteld, De laatste presidentieele daad van Har ding vóór zijn vertrek naar Florida om va- cantie te nemen was een brief, door hem gericht tot de Federated Shops Crafts of Central New Jersey, een bond van vak- vereenigingen dus. Het bestuur dier organisatie had den Pre sident zijn portret met handteekening ge vraagd, welk verzoek door Harding was in gewilligd. De President had er een brief bij gevoegd, waarin hij klaagde over het voort duren der staking in de steenkoolnijverheid waar een minderheid van de werknemers weigert zich te voegen naar de regeling door de meerderheid van de werknemers getrof fen met de werkgevers. Deze onwillige min derheid zoo merkte de President op was er voor verantwoordelijk, dat er geen vol doende steenkool aan de markt kwam, het geen groot leed en nadeel berokkent in de gezinnen en de industrie. Naar schatting zijn nog 130,000 arbeiders in staking. Lord Robert Cecil, de apostel van den Volkenbond, die echter onlangs vrij huiverig bleek, toen het gold, dien Volkenbond een rol van eenige beteekenis toe te kennen als bemiddelaar in het Roerconflict, gaat een spreekbeurten-tournee in de V. St. vervul len. Hij is daartoe uitgenoodigd door de Foreign Poliey Association en als onderwerp van zijn lezingen zal hij den Volkenbond en het Wereldhof behandelen. Er zijn le zingen georganiseerd te New York, Boston, Chicago, Philadelphia en misschien Cincin nati. Lord Robert Cecil zou de tournee tot die vijf lezingen willen beperken, maar een aan tal Amerikaansche universiteiten doet moeite om hem er toe te krijgen, zijn program uit te breiden. De rede te New York zal worden gehouden aan een besloten diner, de andere redevoeringen in openbare vergaderingen. Thans is bekend geworden hoe groot de nalatenschap was, opengevallen bij den dood van mevr. Anna Swift, de weduwe van den stichter van de bekende vleeschfirma Swift <5c Co. Het blijkt, dat de erfenis na aftrek van alle belastingen en verplichte uitkeeringen 4.922.000 (dus globaal 5.00.000) heeft bedragen. Behoudens 500.000 aan legaten voor liefdadigheid en openbaar nut, komt alles aan de zes kinderen. In Boston heeft gisteren een zware sneeuwstorm gewoed. Er viel 22 Ys c.M. sneeuw. Doumergue, die Bourgeois als voor zitter van den Senaat heeft opgevolgd, was voorzitter van de commissie uit den Senaat voor buitenlandsche aangelegenheden. Van daar dat deze gewichtige post thans vacant is en er dus een nieuwe voorzitter van de Senaats-commissie benoemd moet worden. Léon Bourgeois, aan wien de post was aan geboden, heeft haar om gezondheidsredenen geweigerd. Men verwacht nu dat de Selves, Bienvenu-Martin Lucien Hubert gekozen zullen worden. In een storm aan de kust van Noord- Carolina is een stoomboot, de A. P. Hurt, gezonken. Het was de laatsté van het beroem de flotille van dertien raderbooten, die al sinds de dagen van den burgeroorlog de Cape Fear-rivier bevoeren. De A. P. Hurt was het eigendom van de New York, Wilmington and Fayetteville Steamboat Cy. Ten gevolge van den hoogen stand van de Loire staan er te Nantes dne-en-zeventig straten onder water. Uit sommige vragen van pluimveehouders onder onze lezers blijkt, schrijft de Zaaier, dat er nog altijd kippenhouders zijn, die niet precies weten wat onder „hardvoer" verstaan wordt. Al het voeder, dat eerst in den krop van het dier een weeking moet ondergaan alvorens het dienst kan doen, noemt men „hardvoer". Wij willen hier over diverse soorten hardvoeder een en ander mededee- len. De volgende granen enz. kunnen wij on der het hardvoeder rangschikken. Haver. Deze is wel een der beste granen voor hoendervoeding. Haver is gemakkelijk verteerbaar en het werkt ook meer opwek kend op de spijsverteringso.rganen dan an dere graansoorten. Wij kunnen het als een krachtig voeder voor alle pluipvee beschou wen en het heeft de goede eigenschap, dat het de dieren niet te vet maakt. Winterhaver is voor voedering nog wel het geschiktste, daar de bast dun en de kern groot is. Deze haver is dus voor de dieren gemak kelijker verteerbaar, maar zij is ook voed zamer dan de zomerhaver. Deze laatste moet zich in korten tiid ontwikkelen en daardoor blijven verschillende voedingssappen meer in den halm en de bladeren achter. Goede haver moet aan de volgende eischen voldoen: 4c bast moet dun, glad en glimmend zijn, de reuk weinig merkbaar, de smaak ueel- en zoetachtig, de kleur van het meel van den korrel wit. Sommige havervariëteiten zijn iets donker der van kleur, maar toch altijd goed te on derscheiden van haver, die door broeiing slecht geworden is. De kleur van zulke haver is zeer donker, tot bruinachtig zwart en hier en daar bezet met zwarte stippen. In tegen stelling met goede haver, is de bast dof van kleur en gerimpeld, dc korrel dik en licht van gewicht. De reuk is muf en prikkelend en de smaak bitter Door ze te zwavelen kan zulke haver wel weder op kleur worden ge bracht, doch dergelijke gezwavelde haver kan toch altijd door haar eigenaardigen teint van ongezwavelde onderscheiden worden. Verder kennen we nog de wilde haver, die bruin behaard en bitter van smaak is. Deze haver kunen wij echter als onkruid beschou wen. Enkele korrels komen wel tusschen dc gewone haver of tusschen gerst door. Bij voedering met haver moeten wij er steeds aan' denken, dat zij nimmer in groote hoeveelheid mag worden gegeven, om krop- ziekte te voorkomen. Gerst is een hardvoeder met uitsteken de kwaliteiten. Men kan het t geheele jaar DE ROOMSCHE BOERIN ES (Naar eene Engelsche vertelling.) 47 Ik verliet mevrouw Ray in diep gepeins over deze gewichtige berekeningen; ik vond haar en haar rijtuig aan het veerhuis, toen ik thuis kwam om te middagmalen. Zij iiad mijn vrouw, tot dezer verwondering, een morgenbezoek gebracht, en haar zoolang ge plaagd, tot zij haar uilnoodiging had aange nomen. Mevrouw Ray deelde mij eenige dagen laler met een vergenoegden glimlach mede, dat haar uilnoodiging door allen was aangeno men. Sommigen komen uit nieuwsgierigheid, zeide zij; de anderen uit goedwilligheid, de pen komt omdat hij geen hoogmoedig man is,, de andere omdat hij het wel is en zich gaarne in gezelschap vertoont Ik heb zotten Wenford eigenlijk tegen mijn zin gevraagd, want hij slaat steeds een toon legen mij aan, alsof ik nog altijd herberg hield ,maar ik heb hem toch verzocht. Men zegt dat de speculatie in de loodmijn hem zeer heeft ge stemd, dus: gezegend zij de loodmijn! Mag ik vragen of mijnheer Vaughan heeft aangenomen?. O ja! sedert lang. Mijnheer Vaughan en ik komen tegenwoordig heel goed overeen. Wij vergeten en vergeven, zooals het goede Christenen betaamt. Herinnert gij u, hoe wij eens arm aan arm hem aan het veer zagen overzetten? Welnu? En wat ik toen zeide? Welnu? herhaalde ik. Ik zeide dat hij ons naderde als bet noodlot: voor mij is hij geen slecht noodlot geweest. Hij verbitterde het léven zijner zus ter zoodanig, dat zij u in de ai-men snelde, en haar fortuin verloor. Ha!.... hal.... en baar fortuin verloor! De oude vrouw stikte bijna van het lachen over de macht van het toeval, dat haar zoo hoog verheven had. Juist verscheen mijn broeder om naar haar gezondheid te vragen, en dit strekte mij tot voorwendsel om heen te gaan, terwijl hij de gelegenheid had om ook nog van de grap te genieten. Het feest had op den avond van 20 Juli plaats. Ik vestig i er de aandacht op, omdat dien avond een oude geschiedenis werd opgehel derd, die mijn verbazing wekte, en omdat zich daaruit een nieuwe geschiedenis ont wikkelde. Het getal gasten was zeer groot, en zij werden goed onthaald. Mevrouw Ray 'had tafeldienaars en muzi kanten uit Londen doen komen. Haar dochter en de gouvernante ontvingen de gasten. De oude mevrouw, in grijze zijde gekleed, zat in een hock van de zaal. Zij was zelfs zoo verstandig om weinig te spreken en liever te buigen en te glimlachen dan met de gaslen le praten die haar -kwamen gelukwen- schen, dat zij in het bezit was gemaakt van het fortuin van haar familie. Toen mijn vrouw en ik zeer laat in den avond binnenkwamen, wij wenschten ons be zoek aldaar zoo kort mogelijk te maken, ver zocht zij ons, naast haar plaats te nemen. Hoe vindt gij dat alles er uitziet? fluis terde zij. Wij vonden dat alles er zeer goed en luister rijk uitzag. Er wordt in een andere kamer met do kaarten gespeeld, als gij van kaarten houdt. Hier wordt gedanst als gij daarin lust mocht Ji<}bben. Ik zit hier, op aanraden van mijn 'dochter, stil toe te zien. Op Letty's raad? Hal.... hebt gij haar gezien? Als men haar ziet moet men aan wonderen gelooven. Zij heeft veel van een prinses en zij houdt zich meesterlijk. Ik ben voor het eerst van mijn leven trolsch op haar; zij is een echte dame!een echte dame! Waar is zij? vroeg ik. Hier of daar, zei do moeder; ga haar eens opzoeken en zeg haar dat zij er als ccn dame uitziet. Dan is zij blij. En gij, Mary Gear, ik zeide bijna Zitman, dat klinkt zoo natuurlijk, ga hier naast mij, oude vrouw, Kitten, en praat met mij, om aan allen te loc.nen, dat gij mij geen haat toedraagt. Ik voel mij hier eigenlijk geheel eenzaam; dc gouvernante heefl mij niets geleerd, en ais ik mijn mond open, gaapt mij iedereen aan, atsof ze in een lach zullen uitbarsten. Hebt gij er niets legen om hier naast mij plaats te nemen? herhaalde zij tot mijn vrouw. Of ik er iets tegen heb? Wel neen. Sommigen zullen zich verwonderen, dat geldverlies het goed uitzicht van vroeger, toen zij nog de dochter van den advokaat was, terug heeft gegeven. En zij zullen zien dat zij mij geen kwaad hart toedraagt, daar van wensch ik vooral, dat zij zich zullen overtuigen. Zij legde haar gerimpelde hand op die van mijn vrouw. Geen kwaad hart, niet waar? In het minst niet. Niet om ai het kwaad dat ik u eens toewenschle, en om al het kwaad dat ik u poogde te doen. Zeg daarop neen? Neen. Blijf dan eerf weinig naast mij zitte-n, om dat aan allen te toonen, terwijl uw man de zalen eens rond gaat. Mijnheer Gear, breng mijn dochter hier, om haar aan uw vrouw voqr te stellen. Zij heeft een paars zijden kleed aan, dat een pond de el heeft ge kost. Ik baande mij een weg door de schaar gas ten heen, tusschen welke er waren die wel twintig mijJen ver gekomen waren, om zich lo vermaken, om Ellen Vaughan niet Letty Ray op te zoeken. Sommige der gasten waren druk aan het dansen, andere die als toeschouwers aan de deuren stonden, spraken openlijk, en piet dal gebrek aan goedep toon, hetwelk gasten owr het algemeen kenmerkt, over de fortuin die de Rays zoo onverwacht ten deel was ge vallen. De meesten der genoodigden kenden mijn vrouw zeer goed .Ik was vreemd aan allen, die niat dicht in den omtrek woonden. Me vrouw Ray had hel uitwerksel van de nabij heid van mijn vrouw goed berekend: men sprak er algemeen over. Aan aJi\n kanlen zeide men: Zij lurkt zich het verlies van haar for- luin niet aan dat blijkt duidelijk! wat ziet zij er lief uitl Welk verschil tuschen die twee; zeide een ander. Of liewr, welk een afschuwelijke verge lijking, merkte een derde op. Ik trad dc zaal binnen, waar men kaart speelde; cn ging door deze heen en kwam weer in een andeib prachtige ver lichte zaal. De vensters van eenige. kamers waren open, en ik zag in hel voorbij gaan even naar buiten. Hier cn daar dwaalden paren rond; op het terras en in den tuin wandelden andere groepen. Jk ging naar buiten en begaf mij op het grasplein om Ellen op te zoeken; de koele nachtlucht verfrischte mij, na de hitte in de kamers. De wandelaars gingen mij, meest allen arm aan arm, voorbij. Een der laatste paren was Herbert Vaughan met Letty Ray. Ik herkende haar reeds aan de kleur en de kostbaarheid van haar kleeding, eer zij voorbij het venster ging en haar sprekend ge laat verlicht werd door den lichtgloed van binnen. Het was een zeer schoon, maar overspannen gelaat; en de slem die in bet voorbijgaan mijn oor trof, klonk in het geheel niet kalm. Zij zeide: Dit is een zonderlinge mededeeling, mijn heer Vaughan; ik wil daarvan niets meer hooren. Wien zal ik dan mijn vertrouwen schen ken, Letty? antwoordde Herbert Vaughan hierop. Iedereen, behalve mij, zeide zij; iedereen eerder dan mij! Zij warén voorbij, en ik keerde naar de zaal terug, uiterst verwonderd over deze ver. Irouweliikheid, die weinig goeds beloofde voor deze erfgename van lage geboorte. Toen ik naarde zaal terugkeerde, legde iemand de hand op mijn arm. Zoekt gij mij. Canul? Mevrouw Ray heeft mij dat gezegd. Ja, Ellen, ik zocht u«

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1923 | | pagina 5