E UITENLAND
Leest de zeer be
langrijke brochure:
35 ets*
De vloek van het geld
Tweede Bled
9 Maart £923
PARLEMENTAIRE KRONIEK.
Wijziging der huurwetten. radenwet. onderwijzerstoe
lagen. de jachtwet.
De invloed van de bezetting op de Duitsche industrie. De Duitsche bla
den over de Riiksriag-debatten. De houding der regeering van Angora.
Arrestaties van communisten in België. Krupp spreekt de geruchten
tegen over aanmaak van oorlogsmateriaal in Rusland. De militaire
diensttijd in Frankrijk.
Onder de Telegrammen: De vertoogen der Britsche regeering tegen de
uitbreiding der Fransche bezetting. De Franschen hebben Dortmund weer
ontruimd. Frankrijk ziet voorloopig van het bouwen van pantsersche
pen af. Het Cbineesche kabinet afgetreden.
P
EEN REDE VANf PRESIDENT
EBERT. B ES
GEM. BUITENL. BERICHTEN.
LANDBOUW EN VISSCHERIJ.
HARDVOEDER VOOR PLUIMVEE.
de Spaarnestad
Haarlem
FEUILLETON
De Dinsdag voortgezette beraadslaging
over de wijziging der huurwetten, had op
de eerste plaats tot gevolg, de aanneming
van het amendement-Oud, dat toelaat, dat
de verhooging beneden de 50 blijft als
het onderhoud der woning verwaarloosd
wordt. In de praclijk verwachten wij niet
veel van deze bepaling.
Verworpen is een amendement-Van Rap-
pard, dat fabriekswoningen buiten de wet
wilde brengen. De Minister had daartegen
bezwaar en verschillende leden verzetten
zich er tegen, omdat het belang der bewo
ners geheel uit het oog werd verloren. Wan
neer een arbeider uit dienst eener onderne
ming wordt ontslagen, blijft hij huurder van
de dienstwoning totdat bij een andere wo
ning heeft.
Het amendement-Van Gijn, om het maxi
mum-percentage automatisch op te voeren
tot 60 pCt. op 1 Januari 1924 en tot 70 pCt
op 1 Juli 1924, is wijselijk ingetrokken. Er
was geen voldoende steun voor.
Ten slotte was er nog het amendement-
Hermans, dat den Minister de bevoegdheid
wil geven om voor nader aan te wijzen ge
meenten een afwijkende regeling te maken,
die minder vèr gaat dan het algemeen per
centage van 50. Feitelijk wordt de wet daar
door iets soepeler, vooral voor die gemeen
ten waar de volledige verhooging een on
billijkheid zou zijn. Over dit punt waren de
leden het niet eens en vooral de heer Van
Vuuren bestreed het krachtig omdat het z.x.
onbillijk was.
In het amendement staat een vrij percen
tage van 35, maar de Minister wilde dit op
40 brengen en hij dwong daartoe door te
zeggen dat hij geen gebruik zou maken van
de bevoegdheid als het percentage lager dan
40 was. De heer Hermans wijzigde dan zijn
amendement, dat daarna werd aangenomen
met 43 tegen 27 stemmen.
Ten slotte volgde de aanneming van het
ontwerp met 51 tegen 19 stemmen. De so
ciaal- en vrijzinnig-democraten met Mej.
Katz en de heer Smeenk stemden tegen.
Daarop kwam aan de beurt, het ontwerp
tot wijziging der Radenwet, hetwelk beoogt
te bezuinigen o.a. door combinatie der ver
zekeringsraden in de Residentie on Arnhem
en door opheffing van de vice-voorzitte'r-
schappen der Raden van Arbeid. De anti-
revolutionnaire heer Rutgers klaagde er
over, dat deze Raden niet langer zijn zelf-
slandige organisaties, maar wel rijksdiensten
met de bureaucratische inrichting gelijk wij
die kennen. De Ministers ontkende dit na
tuurlijk.
Over het aantal onbezoldigde leden der
verzekeringsraden hebben eenige heeren
zich dik gemaakt en het aantal is van 6 op
8 gebracht.
De heer Duys was ziek, dus misten wij bij
dit debat zijn voorlichting die stellig niet
achterwege ware gebleven.
Het ontwerp werd goedgekeurd.
Het ontwerp dat Woensdag aan de orde
kwam, was een kluifje voor de onderwijsspe-
cialiteiten, die dan ook allen aanwezig wa
ren.
Het betrof de behandeling van het ontwerp
tot toekenning van bevoegdheid aan gemeen
teraden tot het verleenen van een toelage
ten laste van de gemeente, over elk der
jaren 1919, 1920, 1921 en het eerste kwar
taal van 1922, voor werkzaamheden welke
aan onderwijzeressen buiten den gewonen
schooltijd waren opgedragen.
Veel kritiek lokte dit zaakje uit. Het gaat
hier om een geldelijk belang. Het bestreden
punt was het ontbreken van een verplichting
voor de gemeenten om deze toelage toe te
kennen. Om daartoe te geraken hebben vele
leden een amendement ingediend: zij wen-
schten de verplichiing op te leggen. Daar
naast wenschte de heer Gerhard de lasten op
den Slaat af te wentelen.
De toezeggingen aan de onderwijzers zijn
min of tpeer verzwakt nu alleen aan gemeen
tebesturen de bevoegdheid wordt gegeven
om de toelagen toe te kennen. Volgens den
Minister van Onderwijs is dit niet juist. Hij
heeft 9 Maart 1922 niets anders beloofd, dan
dat hij de gelegenheid zou openen dat de
gemeentebesturen toelagen gaven. Verder is
hij nimmer gegaan en het speet hem, dat de
Kamer nu verder wil gaan. Hij had zich zelfs
tot 1919 kunnen beperken maar nu hij nog
een paar jaar er bij nam, weigerde hij ook
verder te gaan en hij stelde het ultimatum
dat hij schorsing der beraadslaging zou
vragen als één der amendementen werd aan
genomen.
Het onmiddellijk gevolg daarvan was dat
alle amendementen werden ingetrokken
waarna het ontwerp, dus ongewijzigd, werd
aangenomen, zonder stemming zelfs. Nie
mand wilde het gevaar loopen, dat de on
derwijzers zelfs de kans zouden misloopen
op een toelage doordat de gemeenten de be
voegdheid niet zouden krijgen.
Tenslotte werd de Jachtwet aangesneden.
De spreektijd daarover voor eiken spreker
werd bepaald op 45 minuten. Feit is, dat
sinds vele jaren geklaagd wordt over de ver
ouderde Jachtwet. De Regeering zag heel
goed in, dat die klachten gegrond waren,
maar de moeilijkheid zat hierin, om het be
houd van de Jachtsport te vereenigen met
het belang van den landbouw. Het door een
Staatscommissie opgezette plan bleek onuit
voerbaar. Het uitgangspunt van de nu door
de Regeering voorgestelde herziening heeft
tot beginsel: het jachtrecht is voor den
grondgebruiker.
Om dit beginsel te behouden is aanstonds
bepaald, dat in een pachtcontract nietig is de
overeenkomst dat het jachtrecht aan de
grondeigenaren blijft. Wel mag de grondge
bruiker zijn recht overdragen, maar dan
houdt hij het recht onmiddellijk ontbinding
van de overeenkomst te vragen in kort
geding zelfs als de rechtbezitter niet zóó
van zijn recht gebruik maakt, dat het wild
voldoende wordt vernietigd.
Het gaat nog verder: de grondgebruiker
wordt zoo noodig tegen zichzelf beschermd.
Als hij niet voldoende van zijn recht ge
bruik maakt, kan de Minister anderen het
recht geven om desnoods met den ster
ken arm op zijn terrein te gaan jagen.
Overigens krijgt ieder grondgebruiker een
jacht-akte, tenzij hij er misbruik van maakt.
De bezitters van de jachtrechten op dit
oogenblik^ zullen worden schadeloosgesteld
met een financieele regeling die in 30 jaar
tijds afloopt.
Woensdag lieten zich alleen de plattelan
der De Boer en de socialistische landbou
werspecialiteit Hiemstra hooren. De eerste
bracht een woord van dank namens dé ge-
heele landbouwbevolking voor de indiening
van het ontwerp door de Regeering.
DE FRANSCHE ACTIE IN WEST-
DUITSCFILAND.
De invloed van de bezet
ting op de industrie.
De bijzondere correspondent van het
„Berl. Tagebl." in het Ruhrgebied, Paul
Scheffer, schildert in een artikel„Eiterar-
beit" de moeilijkheden, waarmede de Ruhr-
industrie thans te kampen heeft. Voor de
eerste maal in de geschiedenis der moderne
industrie is een productie-centrum vol
komen van de buitenwereld afgesloten, met
al zijn arbeiders, machines, bodemproducten,
grondstoffen, groote apparaten enz., en op
zichzelf aangewezen. Maar de industrie
heeft nog enorme hoeveelheden grondstoffen
overgehouden, en zij heeft thans vóór alles
overvloed aan kolen, voor de eerste maal se
dert vele jaren. Deze overvloed komt de
geheele Ruhr-bevolking ten goede. Er zijn
geen kolenkaarten meer.
De kclenproductie zelf neemt af. Zij be
droeg vóór den intocht der Franschen on
geveer 330.000 ton per dag thans staat zij
op ongeveer 200.000 ton. Veel op de opslag
plaatsen te storten, juist nu de Franschen
den laatsten kolentrein onder gejuich naar
Frankrijk hebben gestuurd, heeft geen doel.
Toch wordt er aan de mijnen druk gewerkt.
Alles wat in de laatste jaren niet voldoende
verzorgd is, wordt verbeterd, er worden
zelfs nieuwe schachten gebouwd, spoorlijnen
aangelegd, enz. Van de kolenproductie in
het Ruhrgebied neemt de Ruhr-industrie in
normale omstandigheden 4042% af. Daar
aan is niets veranderd, want de Ruhrindustrie
werkt nog steeds voor 90 a 100% van het
normale. In de laatste jaren is veel over ver
ticale productie gesproken.
Omdat de productie door één leiding ge
regeld wordt, heeft de economische aanpas
sing aan de veranderde fabricatie voor de
groote groepen der industrieele onderne
mingen zonder moeilijkheden plaats gehad.
De productie stokt thans eerst bij het af
gewerkte fabricaat. Het opslaan der voor
raden is het groote plobleem. De stagnatie
begint eerst bij het vervoer Wanneer een
maal de blokkade is afgeloopen, dan zullen
in het Roergebied vermoedelijk voorraden
van allerlei aard, zeker echter kolen liggen
in een hoeveelheid, die van invloed zal zijn
op de wereldmarkt. Het onbezette Duitsch-
land zal dadelijk veel afnemen, maar er zal
nog veel overblijven. De „Konjunkturfreu-
de" en „Schadenfreude" in andere landen
is daarom kortzichtig, zegt Paul Scheffer.
De betaling der uitvoer-
belasting.
Uit Dusseldorf wordt gemeld dat de Fran
sche militaire autoriteiten thans ook aan
den Dusseldorfschen ijzer-groothandel Otto
Wolff te Keulen den eisch hebben gesteld,
vóór 10 Maart de uitvoerbelasting en dou
anerechten te betalen.
Theunis over de bezetting.
Robert de Fiers, die een onderhoud heeft
gehad met den Belgischen minister-presi
dent Theunis, schrijft in de „Figaro' Ik
zou willen dat al onze defaitisten, „die in de
stad dineeren", dat al onze bibberaars ach
ter de coulissen, het antwoord zouden heb
ben gehoord dat Theunis mij antwoordde
op deze vraag „Hoe ziet ge de toekomst
van onze Roerbezetting in?" „Hoe zoo? Ik
ben er zeker van dat deze operatie op de
meest gelukkige wijze zal eindigen, en wel
om drie redenen ten eerste omdat wij het
goed recht aan onze zijde hebben ten twee
de omdat wij cte kracht bezitten, die steeds
van nut is, zelfs ten bate van het goed recht,
én ten slotte omdat wij in de volstrekte nood-
eakelijkheid verkeeren te moeten slagen. Een
zchec, zelfs een half échec zou betcekenen
dat wij, na den oorlog te hebben gewon
nen, den vrede hebben verloren. België zou
dit evenmin als Frankrijk kunnen dulden,
en wij zullen onzen wil tot het einde door
zetten."
Theunis toonde de .Fiers de dossiers van
3900 Belgische weezen. wier vaders geen
militairen door de Duitschers werden ge
dood, en zeide „Wanneer men ons de ge
strengheid van onze bezetting aan de Roer
verwijt, mogen wij de schouders wel ophalen.
Frankrijk kan niet terug.
Draadloos wordt uit Parijs gemeld dat
Loucheur, de voormalige minister der be
vrijde gebieden, in een toespraak tot de
Britsch-Amerikaansche Persvereeniging heeft
verklaard, dat hij, ofschoon hij tegenstander
van de Roerbezetting is, gelooft dat Frank
rijk thans op een punt is genoderd, waarop
het zich niet terugtrekken kan vóór dat een
geschikte regeling met Duitsc.Wand is ge
troffen.
De RijksdagdeUatten.
De Rijksdagdebatten van Woensdag heb
ben, naar het eenstemmig oordeel cier bladen,
aangetoond dat alle politieke partijen de
Fransche geweldpolitiek veroordèelen en
bereid zijn de regeering in haar verbet daar
tegen te steunen.
De Lokal Anzeiger zegt dat de Rr.jksdag-
vergadering de zekerheid heeft verschaft
dat niemand er aan denkt thans de ruReering
moeilijkheden in den weg te leggen, terwijl
de Deutsche Allg. Ztg. constateert (Vat de
positie van den kanselier hechter is dan ooit.
De Vorwarts maakt met voldoening ge
wag van de rede van Klara Zetkin, wstaruit
blijkt dat ook de communisten zich iegen
het onrecht, Duitschland aangedaan, kauiten.
Wegens een vormgebrek heeft de opperste
krijgsraad te Mainz het vonnis, dat de krijgs
raad te Bredeney tegen Schafer, den burge
meester van Essen, geveld, vernietigd em de
zaak ter nieuwe behandeling verwezen ntaiar
den krijgsraad te Recklinghausen,
De Vorwürts doet een scherpen aan p al
op dr. Becker, den rijksminister van ekor.io-
mie, naar aanleiding van hetgeen bij de
behandeling van diens begrooting in de Rijkï;-
dagcommissie te berde is gebracht. Uit cle
toelichting van den minister en uit de op*-
merkingen vanz'n burgerlijke partijgenooteny
is de ekonomische politiek van dit kabineiü
met vrij groote zekerheid op te maken, zegt*!
het blad. In de eerste plaats blijkt daaruit
dat tegen de buitensporige winsten van nij
verheid, handel en landbouw niets zal worden
gedaan, zoodat de maatregelen tegen den
Z.g. woeker niets flan een doekje voor het
bloeden zijn. De steenkoolbelasting, die met
de hoogp spoorwegtarieven de hoofdschuld
heeten te hebben aan de hooge prijzen, zal
sterk worden verlaagd. De Vorwarts be
twijfelt echter of de prijzen daardoor veel
zullen dalen en verwacht dat de kolenbaron-
nen het leeuwenaandeel van dit nieuwe voor
deel in den zak zullen steken. De aanstaan
de verhoogingen van de omzet-belasting is
een maatregel die rechtstreeks de prijzen
nog meer omhoog zal drijven en het beden-
kelijkst van al is de door dr. Becker aange
kondigde laaghouding van de loonen, die
tengevolge van de depreciatie der mark toch
al ver beneden peil staan.
De inhoud der politiek van dezen minister
vat de Vorwarts dan samen in de woorden
waarborging van het ondernemersbelang
ten koste van den staat, de arbeiders en be
ambten. Het is een politiek die stellig naar
den afgrond leidt, waarschuwt het blad.
DE HOUDING VAN DE REGEERING
TE ANGORA.
De Turksche regeering heeft een vol
ledige overwinning behaald op de extremis
ten. De Nationale Vergadering heeft haar
goedkeuring gehecht aan Ismet pasja's hou
ding ten aanzien van het verdrag van Lau
sanne. De regeering is thans vrij om te on
derhandelen over de economische clausules,
die het onderwerp van geschil vormden, of
ze te laten rusten tot na het teekenen van
de algemeene vredesvoorwaarden. Verwacht
wordt, dat de Turksche voorstellen morgen
op zijn laatst aan de mogendheden zullen
worden medegedeeld. In Turksche kringen
te Konstantinopel is men optimistisch ge
stemd.
Indien de regeering van Angora aanneme
lijke tegenvoorstellen doet, schijnt de Fran
sche regeering bereid te zijn om ze nauw
keurig te bestudeeren. In geval zij zich voor
bespreking leenen, zullen de onderhandelin
gen in Lausanne of elders worden hervat.
Overeenkomstig het eens aangenomen
standpunt zien de regeeringsgezinde. bladen
in Frankrijk den toestand ten opzichte van
Angora niet somber in. Aan de verwerping
van het ontwerp-verdrag door de Nationale
Vergadering hechten ze niet veel waarde.
Blijkbaar betreft dit vooral de economische
en juridische bepalingen. Voor Frankrijk is
dit weliswaar onaangenaam, daar Engeland
in de eerste plaats bij de territoriale bepaling
met name die aangaande de zeeëngten be
trokken was en de Turken deze grootendeels
buiten geding schijnen te willen houden.
Hun voornaamste grieven schijnen zich te
richten tegen de artikelen nopens Mosoel
en die welke hun souvereiniteit in Klein-
Azië aantasten wegens het door de gealli
eerden tér bescherming van de daar woon
achtige vreemdelingen gewenschte toezicht.
De vraag is nou hoe de drie partijen daar
tegenover staan. Men meent dat Engeland
de punten waarover men het eens geworden
is, niet weer aan een beraadslaging wil
onderwerpen. Dit zou men hier betreuren,
daar enkele dier punten opnieuw ter sprake
kunnen worden gebracht. Italië schijnt aldus
te redeneeren Daar te Lausanne niet onder
teekend is, staat niets vast. Hetzelfde stand
punt schijnt Poincaré in te nemen. Met an
dere woorden hij blijft zijn gedragslijn
trouw den Turken zoo ver mogelijk tegemoet
te komen om oorlog in het Oosten, zoo
eenigszins mogelijk, te voorkomen.
Nu de zaken zoo geloopen zijn, krijgt
Curzon daarvoor grootendeels de schuld.
Zijn overhaast vertrek uit Lausanne en de
keus zijner regeering, die iemand afvaardigde,
die wegens zijn ambt elk oogenblik kon
worden weggeroepen, bemoeilijkte het be
reiken van overeenstemming. De Turksche
argwaan zou in het algemeen door de duistere
artikelen van het verdrag zijn gewekt. Men
hoopt nu, dat Engeland bij de komende be
sprekingen zal vertegenwoordigd zijn door
iemand die volkomen van de te behandelen
kwesties op de hoogte is en die met het oog
op de Turksche manier van onderhandelen
tijd heeft dit tot een goed eind te brengen.
Uit de Engelsche
politiek.
Neville Chamberlain is nu definitief be
noemd tot opvolger van sir A. Griffith
Boscawen als minister van volksgezondheid
en Sir William Joynson-Hicks, die parle
mentair secretaris van het departement van
overzeeschen handel was, in Chamberlain's
plaats tot postmeester-generaal benoemd.
De nieuwe minister van volksgezondheid
is een broer van August Chamberlain en is in
1916 al directeur van nationalen dienst ge
weest. Hij heeft ook groote ervaring opge
daan in het gemeentelijk leven van Birming
ham, met welke stad zijn familie lang ver
bonden is geweest.
Joynson-Hicks staat sinds 1900 in het
openbare leven en zijn werk aan het depar
tement van overzeeschen handel is zeer
nuttig geweest.
De Engelsche begrooting
van oorlog.
De toelichting op de Engelsche begroo
ting van oorlog toont een vermindering aan
met meer dan 8 millioen bij verleden jaar.
Dc toelichting voor de vloot zegt dat de be-
grooting opgemaakt is in de onderstelling
dat het vlootverdrag van Washington door
alle onderteekenende mogendheden zal wor
den geratificeerd.
Communisten in België.
Een dezer dagen ingesteld onderzoek had
aanleiding gegeven te veronderstellen, dat de
jongste stakingen in de Borinage door in Bel
gië vertoevende communisten waren georga
niseerd. Het parket te Brussel vernam, dat
het hier een waar complot betrof tegen de
vuiligheid van den staat. Gisteravond zpn er
fcsï van aanhoudingen gedaan te Brussel, Ant
werpen, Luik, Charleroi en Gent. Een veertig
leitlers van de communistiche partij zijn aldus
aar,gehouden en er zijn vele geschriften en
een lijvige correspondentie in beslag geno
men'. De aangehoudenen ontvingen hun geld
voornamelijk uit Duitschland en Rusland.
Op Kien is artikel 299 van het strafwetboek
van toepassing, dat met straf bedreigt wie
een complot tegen de veiligheid van den staat
smeedft.
UIT NOORWEGEN.
Het nitluwe Noorsche kabinet heeftDc.ider-
dag in 't Storting meegedeeld, het sluiten van
een handelsverdrag met Portugal op den
grondslag van intrekking van het invoer
verbod van zuidwijnen als zijn eerste taak te
beschouwen. Verder zal het trachten het
voorloopig verdrag met Spanje op denzelf
den grondslag in een duurzaam verdrag om
te zetten.
In het Storting heeft Halvorsen Donder
dag nog gezegd de regeering is tegen ver
plichte arbitrage bij arbeids conflicten, daar
zij meent dat detze 't beste opgelost kunnen
worden door middel van rechtsteeksche on
derhandelingen ttisschen werkgevers en
werknemers.
I DE STAKING TE COLOMBO.
De staking te Colombo van 150000 man
die reeds veertien d.^gen duurt, omvat de
koelies van den re.v\eeringsspoorwegdienst
en toont geen teekenon van verzwakking.
De vreesaanjaging is groot, terwijl de stakers
blijkbaar onder invloed van onruststokers
staan. Het is de eerste groote staking op
Ceylon. Het bunkeren l'ftdt ernstig, zoodat
verscheidene schepen zi'iM opgelegd.
Rijkspresident Ebert heeft te Leipzig, waar
hij een bezoek brengt aan de jaarmarkt, een
rede gehouden over de Fransche. Ruhractie,
waarin hij, volgens een telegram van het W.
B„ den nadruk erop legde, dat de vijand on
der het voorwendsel van schadevergoeding
trachtte zijn veroveringsplannen en 't eeuwen
oude denkbeeld van gebiedsuitbreiding en
onderwerping van Duitschland te verwezenlij
ken. Maar niets zal Frankrijk bereiken, hoog
stens dit eene, dat het vernietigt hetgeen al
leen Duitschland in staat kan stellen de her
stelbetalingen te doen. President Ebert sprak
tenslotte nogmaals den wil van het Duitsche
volk uit, zich niet tot slaaf te maken op het
eigen grondgebied van zijn vaderen, welk doel
bereikt kon worden, indien allen eensgezind
blijven.
DE BEWEERDE AANMAAK DOOR
KRUPP VAN OORLOGSMATERIAAL
IN RUSLAND.
Steeds meer duikt in de buitenlandsche pers
het bericht op, dat de firma Krupp zich bezig
zou houden met den aanmaak van krijgstuig
in Rusland. Zoo is gemeld, dat Krupp de
Poetilof-fabrieken zou hebben overgenomen.
De firma Krupp stelt vast, dat zij noch
met de Sovjetregeering, noch met de eige
naars der Poetiloffabrieken, noch met iemand
anders in verbinding staat. De bewering van
de overneming van Poetiloffabrieken door
Krupp mist eiken grond.
DE MILITAIRE DIENSTTIJD IN
FRANKRIJK.
De Temps bespreekt, gelijk men verwach
ten mocht, met groote instemming, de uit
spraak van den Senaat, waardoor de militaire
diensttijd op achttien maanden wordt ge
bracht. Het blad brengt daarbij hulde aan
Senator de Jouvenel, die bij de discussie
een punt heeft aangeroerd, dat de Temps in
haar kolommen hertraldelijk ter sprake heeft
gebracht de zware verantwoordelijkheid
van Frankrijk's Angel-saksische bondgenoo-
ten in het handhaven van nog te zeer druk
kende militaire lasten, opgelegd aan de Fran
sche demokratie.
De diensttijd van achttien maanden, zoo
heeft Senator de Jouvenel betoogd, is de be
lasting van onze eenzaamheid. Volgens de
Temps zou het niet beter gezegd kunnen
worden. Het blad schrijft dan als volgt
België en Frankrijk staan daarom alleen
in Europa omdat onze Amerikaansche en
Britsche vrienden geen gevolg hebben gege
ven aan de waarborgverdragen, die de voor
waarde geweest waren voor ons afzien van
de meest positieve voordeelen der overwin'
ning. Maar dit kwade precedent is niet van
aard om ons er toe te brengen in de toekomst
onze nationale veiligheid langs dezelfde we
gen te zoeken, als welke ons tot deze groote
historische misrekening gevoerd hebben en
wij moeten niet rekenen op de beloften van
onze vrienden, die, naar de ondervinding
leert, zoo wankel en zoo broos zijn maar op
ons zelf en op ons alleen, willen wij ons be
staan als vrije en welvarende natie bescher
men.
Reeds in November had de Kamer na een
langdurig debat besloten tot de artikelgewijze
behandeling van 't wetsontwerp tot bepaling
van het aantal tuighuizen en industrieele
etablissementen voor de marine. Eerst eer
gisteren heeft de Kamer de behandeling
voortgezet. Het eerste artikel van het ont
werp bepaalt dat de marine twee tuighuizen
zal behouden Brest en Toulon, twee steun
punten Cherbourg en Bizerta drie indus
trieele etablissementen Lorient, Indret en
Ruelle. De etablissementen van Rochefort en
Guérigny worden dus opgeheven,
Het Kamerlid Goude had een anderen
tekst van artikel voorgesteld, volgens welken
de tuighuizen en werkplaatsen te Brest,
Bizerta, Cherbourg, Guérigny, Indret, Lo
rient, Rochefort, Ruelle en Toulon op in-
dustrieelen voet georganiseerd zouden wor
den en nieuwe staats-etablissementen op
gericht zouden worden te Seyne, Meupenti,
St. Nazaire en Bordeaux.
De minister van marine heeft dezen tekst
bestreden. Hij is verworpen. De afgevaardig
de Lamy heeft vervolgens voorgesteld artikel
1 van het ontwerp te laten vervallen hij
wilde alle marine-tuighuizen, die Frankrijk
bezit, behouden, in het bijzonder Lorient.
De Kamer verwierp op verzoek van den
minister van marine ook dit voorstel.
Vandaag zou de Kamer de behandeling
van het ontwerp voortzetten.
EEN MIJNONGEVAL. EENIGE
DOODEN.
"In een kolenmijn benoorden Courcelles
is een waterader doorgebroken, waardoor
drie lagen overstroomd zijn en verscheiden
mijnwerkers werden geïsoleerd. Na eenige
uren arbeid werden zij bevrijd. Er zijn echter
drie dooden en verschillende gewonden.
De jongste berichten zeggen dat er zes
dooden en een vijftiental gewonden zouden
zijn.
De Amerikaansche minister van koop
handel Hoover, heeft Dinsdag in een rede
verklaard, dat de bezetting van het Roer
gebied ernstig nadeel toebracht, aan den
Amerikaanschen handel. Echter is hij van
oordeel, dat de stand van zaken het gevolg
is van de verwarring, door de bezetting te
weeggebracht. Hij is echter van mtcning,
dat mettertijd, de goede gang van zaken
zal worden hersteld,
De laatste presidentieele daad van Har
ding vóór zijn vertrek naar Florida om va-
cantie te nemen was een brief, door hem
gericht tot de Federated Shops Crafts of
Central New Jersey, een bond van vak-
vereenigingen dus.
Het bestuur dier organisatie had den Pre
sident zijn portret met handteekening ge
vraagd, welk verzoek door Harding was in
gewilligd. De President had er een brief bij
gevoegd, waarin hij klaagde over het voort
duren der staking in de steenkoolnijverheid
waar een minderheid van de werknemers
weigert zich te voegen naar de regeling door
de meerderheid van de werknemers getrof
fen met de werkgevers. Deze onwillige min
derheid zoo merkte de President op
was er voor verantwoordelijk, dat er geen vol
doende steenkool aan de markt kwam, het
geen groot leed en nadeel berokkent in de
gezinnen en de industrie.
Naar schatting zijn nog 130,000 arbeiders
in staking.
Lord Robert Cecil, de apostel van den
Volkenbond, die echter onlangs vrij huiverig
bleek, toen het gold, dien Volkenbond een
rol van eenige beteekenis toe te kennen als
bemiddelaar in het Roerconflict, gaat een
spreekbeurten-tournee in de V. St. vervul
len. Hij is daartoe uitgenoodigd door de
Foreign Poliey Association en als onderwerp
van zijn lezingen zal hij den Volkenbond
en het Wereldhof behandelen. Er zijn le
zingen georganiseerd te New York, Boston,
Chicago, Philadelphia en misschien Cincin
nati.
Lord Robert Cecil zou de tournee tot die
vijf lezingen willen beperken, maar een aan
tal Amerikaansche universiteiten doet moeite
om hem er toe te krijgen, zijn program uit te
breiden. De rede te New York zal worden
gehouden aan een besloten diner, de andere
redevoeringen in openbare vergaderingen.
Thans is bekend geworden hoe groot
de nalatenschap was, opengevallen bij den
dood van mevr. Anna Swift, de weduwe van
den stichter van de bekende vleeschfirma
Swift <5c Co. Het blijkt, dat de erfenis na
aftrek van alle belastingen en verplichte
uitkeeringen 4.922.000 (dus globaal
5.00.000) heeft bedragen. Behoudens
500.000 aan legaten voor liefdadigheid en
openbaar nut, komt alles aan de zes kinderen.
In Boston heeft gisteren een zware
sneeuwstorm gewoed. Er viel 22 Ys c.M.
sneeuw.
Doumergue, die Bourgeois als voor
zitter van den Senaat heeft opgevolgd, was
voorzitter van de commissie uit den Senaat
voor buitenlandsche aangelegenheden. Van
daar dat deze gewichtige post thans vacant
is en er dus een nieuwe voorzitter van de
Senaats-commissie benoemd moet worden.
Léon Bourgeois, aan wien de post was aan
geboden, heeft haar om gezondheidsredenen
geweigerd. Men verwacht nu dat de Selves,
Bienvenu-Martin Lucien Hubert gekozen
zullen worden.
In een storm aan de kust van Noord-
Carolina is een stoomboot, de A. P. Hurt,
gezonken. Het was de laatsté van het beroem
de flotille van dertien raderbooten, die al
sinds de dagen van den burgeroorlog de Cape
Fear-rivier bevoeren. De A. P. Hurt was het
eigendom van de New York, Wilmington
and Fayetteville Steamboat Cy.
Ten gevolge van den hoogen stand van
de Loire staan er te Nantes dne-en-zeventig
straten onder water.
Uit sommige vragen van pluimveehouders
onder onze lezers blijkt, schrijft de Zaaier,
dat er nog altijd kippenhouders zijn, die niet
precies weten wat onder „hardvoer" verstaan
wordt.
Al het voeder, dat eerst in den krop van
het dier een weeking moet ondergaan
alvorens het dienst kan doen, noemt men
„hardvoer". Wij willen hier over diverse
soorten hardvoeder een en ander mededee-
len. De volgende granen enz. kunnen wij on
der het hardvoeder rangschikken.
Haver. Deze is wel een der beste granen
voor hoendervoeding. Haver is gemakkelijk
verteerbaar en het werkt ook meer opwek
kend op de spijsverteringso.rganen dan an
dere graansoorten. Wij kunnen het als een
krachtig voeder voor alle pluipvee beschou
wen en het heeft de goede eigenschap, dat
het de dieren niet te vet maakt.
Winterhaver is voor voedering nog wel het
geschiktste, daar de bast dun en de kern groot
is. Deze haver is dus voor de dieren gemak
kelijker verteerbaar, maar zij is ook voed
zamer dan de zomerhaver. Deze laatste moet
zich in korten tiid ontwikkelen en daardoor
blijven verschillende voedingssappen meer in
den halm en de bladeren achter.
Goede haver moet aan de volgende eischen
voldoen: 4c bast moet dun, glad en glimmend
zijn, de reuk weinig merkbaar, de smaak
ueel- en zoetachtig, de kleur van het meel
van den korrel wit.
Sommige havervariëteiten zijn iets donker
der van kleur, maar toch altijd goed te on
derscheiden van haver, die door broeiing
slecht geworden is. De kleur van zulke haver
is zeer donker, tot bruinachtig zwart en hier
en daar bezet met zwarte stippen. In tegen
stelling met goede haver, is de bast dof van
kleur en gerimpeld, dc korrel dik en licht
van gewicht. De reuk is muf en prikkelend en
de smaak bitter Door ze te zwavelen kan
zulke haver wel weder op kleur worden ge
bracht, doch dergelijke gezwavelde haver
kan toch altijd door haar eigenaardigen teint
van ongezwavelde onderscheiden worden.
Verder kennen we nog de wilde haver, die
bruin behaard en bitter van smaak is. Deze
haver kunen wij echter als onkruid beschou
wen. Enkele korrels komen wel tusschen dc
gewone haver of tusschen gerst door.
Bij voedering met haver moeten wij er
steeds aan' denken, dat zij nimmer in groote
hoeveelheid mag worden gegeven, om krop-
ziekte te voorkomen.
Gerst is een hardvoeder met uitsteken
de kwaliteiten. Men kan het t geheele jaar
DE ROOMSCHE BOERIN ES
(Naar eene Engelsche vertelling.)
47
Ik verliet mevrouw Ray in diep gepeins
over deze gewichtige berekeningen; ik vond
haar en haar rijtuig aan het veerhuis, toen
ik thuis kwam om te middagmalen. Zij iiad
mijn vrouw, tot dezer verwondering, een
morgenbezoek gebracht, en haar zoolang ge
plaagd, tot zij haar uilnoodiging had aange
nomen.
Mevrouw Ray deelde mij eenige dagen laler
met een vergenoegden glimlach mede, dat
haar uilnoodiging door allen was aangeno
men.
Sommigen komen uit nieuwsgierigheid,
zeide zij; de anderen uit goedwilligheid, de
pen komt omdat hij geen hoogmoedig man
is,, de andere omdat hij het wel is en zich
gaarne in gezelschap vertoont Ik heb zotten
Wenford eigenlijk tegen mijn zin gevraagd,
want hij slaat steeds een toon legen mij aan,
alsof ik nog altijd herberg hield ,maar ik
heb hem toch verzocht. Men zegt dat de
speculatie in de loodmijn hem zeer heeft ge
stemd, dus: gezegend zij de loodmijn!
Mag ik vragen of mijnheer Vaughan
heeft aangenomen?.
O ja! sedert lang. Mijnheer Vaughan en
ik komen tegenwoordig heel goed overeen.
Wij vergeten en vergeven, zooals het goede
Christenen betaamt. Herinnert gij u, hoe wij
eens arm aan arm hem aan het veer zagen
overzetten?
Welnu?
En wat ik toen zeide?
Welnu? herhaalde ik.
Ik zeide dat hij ons naderde als bet
noodlot: voor mij is hij geen slecht noodlot
geweest. Hij verbitterde het léven zijner zus
ter zoodanig, dat zij u in de ai-men snelde,
en haar fortuin verloor. Ha!.... hal.... en
baar fortuin verloor!
De oude vrouw stikte bijna van het lachen
over de macht van het toeval, dat haar zoo
hoog verheven had.
Juist verscheen mijn broeder om naar haar
gezondheid te vragen, en dit strekte mij tot
voorwendsel om heen te gaan, terwijl hij de
gelegenheid had om ook nog van de grap te
genieten.
Het feest had op den avond van 20 Juli
plaats.
Ik vestig i er de aandacht op, omdat dien
avond een oude geschiedenis werd opgehel
derd, die mijn verbazing wekte, en omdat
zich daaruit een nieuwe geschiedenis ont
wikkelde.
Het getal gasten was zeer groot, en zij
werden goed onthaald.
Mevrouw Ray 'had tafeldienaars en muzi
kanten uit Londen doen komen.
Haar dochter en de gouvernante ontvingen
de gasten.
De oude mevrouw, in grijze zijde gekleed,
zat in een hock van de zaal. Zij was zelfs
zoo verstandig om weinig te spreken en
liever te buigen en te glimlachen dan met de
gaslen le praten die haar -kwamen gelukwen-
schen, dat zij in het bezit was gemaakt van
het fortuin van haar familie.
Toen mijn vrouw en ik zeer laat in den
avond binnenkwamen, wij wenschten ons be
zoek aldaar zoo kort mogelijk te maken, ver
zocht zij ons, naast haar plaats te nemen.
Hoe vindt gij dat alles er uitziet? fluis
terde zij.
Wij vonden dat alles er zeer goed en luister
rijk uitzag.
Er wordt in een andere kamer met do
kaarten gespeeld, als gij van kaarten houdt.
Hier wordt gedanst als gij daarin lust mocht
Ji<}bben. Ik zit hier, op aanraden van mijn
'dochter, stil toe te zien.
Op Letty's raad?
Hal.... hebt gij haar gezien? Als men
haar ziet moet men aan wonderen gelooven.
Zij heeft veel van een prinses en zij houdt
zich meesterlijk. Ik ben voor het eerst van
mijn leven trolsch op haar; zij is een echte
dame!een echte dame!
Waar is zij? vroeg ik.
Hier of daar, zei do moeder; ga haar
eens opzoeken en zeg haar dat zij er als ccn
dame uitziet. Dan is zij blij. En gij, Mary
Gear, ik zeide bijna Zitman, dat klinkt zoo
natuurlijk, ga hier naast mij, oude vrouw,
Kitten, en praat met mij, om aan allen te
loc.nen, dat gij mij geen haat toedraagt. Ik
voel mij hier eigenlijk geheel eenzaam; dc
gouvernante heefl mij niets geleerd, en ais ik
mijn mond open, gaapt mij iedereen aan,
atsof ze in een lach zullen uitbarsten. Hebt
gij er niets legen om hier naast mij plaats te
nemen? herhaalde zij tot mijn vrouw.
Of ik er iets tegen heb? Wel neen.
Sommigen zullen zich verwonderen, dat
geldverlies het goed uitzicht van vroeger,
toen zij nog de dochter van den advokaat
was, terug heeft gegeven. En zij zullen zien
dat zij mij geen kwaad hart toedraagt, daar
van wensch ik vooral, dat zij zich zullen
overtuigen.
Zij legde haar gerimpelde hand op die
van mijn vrouw.
Geen kwaad hart, niet waar?
In het minst niet.
Niet om ai het kwaad dat ik u eens
toewenschle, en om al het kwaad dat ik u
poogde te doen. Zeg daarop neen?
Neen.
Blijf dan eerf weinig naast mij zitte-n,
om dat aan allen te toonen, terwijl uw man
de zalen eens rond gaat. Mijnheer Gear, breng
mijn dochter hier, om haar aan uw vrouw
voqr te stellen. Zij heeft een paars zijden
kleed aan, dat een pond de el heeft ge
kost.
Ik baande mij een weg door de schaar gas
ten heen, tusschen welke er waren die wel
twintig mijJen ver gekomen waren, om zich
lo vermaken, om Ellen Vaughan niet
Letty Ray op te zoeken.
Sommige der gasten waren druk aan het
dansen, andere die als toeschouwers aan de
deuren stonden, spraken openlijk, en piet
dal gebrek aan goedep toon, hetwelk gasten
owr het algemeen kenmerkt, over de fortuin
die de Rays zoo onverwacht ten deel was ge
vallen.
De meesten der genoodigden kenden mijn
vrouw zeer goed .Ik was vreemd aan allen,
die niat dicht in den omtrek woonden. Me
vrouw Ray had hel uitwerksel van de nabij
heid van mijn vrouw goed berekend: men
sprak er algemeen over.
Aan aJi\n kanlen zeide men:
Zij lurkt zich het verlies van haar for-
luin niet aan dat blijkt duidelijk! wat
ziet zij er lief uitl
Welk verschil tuschen die twee; zeide
een ander.
Of liewr, welk een afschuwelijke verge
lijking, merkte een derde op.
Ik trad dc zaal binnen, waar men kaart
speelde; cn ging door deze heen en
kwam weer in een andeib prachtige ver
lichte zaal.
De vensters van eenige. kamers waren
open, en ik zag in hel voorbij gaan even naar
buiten.
Hier cn daar dwaalden paren rond; op het
terras en in den tuin wandelden andere
groepen.
Jk ging naar buiten en begaf mij op het
grasplein om Ellen op te zoeken; de koele
nachtlucht verfrischte mij, na de hitte in de
kamers.
De wandelaars gingen mij, meest allen arm
aan arm, voorbij. Een der laatste paren was
Herbert Vaughan met Letty Ray.
Ik herkende haar reeds aan de kleur en
de kostbaarheid van haar kleeding, eer zij
voorbij het venster ging en haar sprekend ge
laat verlicht werd door den lichtgloed van
binnen.
Het was een zeer schoon, maar overspannen
gelaat; en de slem die in bet voorbijgaan
mijn oor trof, klonk in het geheel niet
kalm.
Zij zeide:
Dit is een zonderlinge mededeeling, mijn
heer Vaughan; ik wil daarvan niets meer
hooren.
Wien zal ik dan mijn vertrouwen schen
ken, Letty? antwoordde Herbert Vaughan
hierop.
Iedereen, behalve mij, zeide zij; iedereen
eerder dan mij!
Zij warén voorbij, en ik keerde naar de
zaal terug, uiterst verwonderd over deze ver.
Irouweliikheid, die weinig goeds beloofde
voor deze erfgename van lage geboorte.
Toen ik naarde zaal terugkeerde, legde
iemand de hand op mijn arm.
Zoekt gij mij. Canul? Mevrouw Ray
heeft mij dat gezegd.
Ja, Ellen, ik zocht u«