UITEN LAND De vloek van het geld ^weede Blad 16 Maart 1923 PARLEMENTAIRE KRONIEK. De schietpartijen in Buer; nog steeds verschillerde lezingen. De Pa- rijsclie Temps over te jongste Lagerhuisdebatten. De Beiersche samen zwering. De vredespolitiek van Hongarije. Onder de Telegrammen: Drie Duitschers door Fransche schildwachts doodgeschoten. Het wetsontwerp op de waardedaling van de Marlt in ten Rijksdag aangenomen. Mededeelingen in het Lagerhuis over de nngerneming van Katholieke geestelijken in Rusland.Groote oveisiroontingen in Roemenië. Hoe Frankrijk en Duitschland tot nieu we besprekingen kunnen komen. BfNNENLAKDSCH NIEUWS, NEDERLAND EN HET ROERGEBIED FEUILLETON DE JACHTWET. Dinsdag werd de reeds zoo langdurige dLcussie voortgezet. Het ging thans over de vraag, wie het jachtrecht zal hebben en welke bevoegdheid de grondgebruiker ten aanzien daarvan zal hebben. De moeilijkheid van definieering van het begrip „gebruiker" heeft de regeering opgelost door geen defi nitie meer te geven. Dat moet dan inciden- eel worden vastgesteld. De heer Van Schaik kwam met een 2 tal iub-amendementen, die algemeen erkend werden als een verbetering van het met zoo nauwgezette studie samengestelde amende ment van de Commissie van Rapporteurs. Het eerste sub-amendement had alleer sen juridische beteekenis en wi'de de be palingen der Jachtwet in overeenstemming brengen met het Burgerlijk Wetboek, waarin hij, volgens algemeene erkenning, ten slotte slaagde. Het tweede sub-amendement had echte practische beteekenis, n.l. die van het jacht recht alleen toe te kennen aan den grond eigenaar, diens huisgenooten en kinderen, om daardoor te voorkomen dat de eerste de beste O.W.-er voor wat geld het jachtrecht kocht, juist omdat deze jagers in den regel de meeste schade berokkenen. De Commissie van Rapporteurs nam het over, waarmee de Minister zich kon ver-, eenigen. Natuurlek nam de Kamer het systeem Van Schaik aan. Het jachtrecht blijft dus bij den eigenaar, die 't kan overdragen aan den gebruiker of aan een derde, mits met goed keuring van den gebruiker. Geheel overbodig voegde de Kamer er een amendement bij, dat een jachtvergunning voor ten hoogste drie jaar kan worden verleend. De Minister vond die bepaling totaal overbodig, hetgeen te begrijpen is, maar de Kamer nam het toch aan. Ook nam de Kamer aan een amendement van de Commissie van Rapporteurs, om te verbied n, dat kinderen beneden 18 jaar deelnemen aan de jacht. Verworpen werd de beoaling, dat de „logeer-akte" d.i. de akte voor hen, die tijdelijke ten huize van den houder van het jachtrecht logeeren alleen zal gelden als de logé in gezelschap van den jacht-akte-houder is. Het zelfde lot onderging de heer Braat, die twee amendementen verdedigde, die feitelijk al of niet bedoeld hierop neer kwamen, dat ook aan al te goede kennissen van de rechterlijke macht in menig gevai jachtacten zouden worden verstrekt. Bij de bespreking van deze amendementen deed. zich een curieuze vergissing voor. „Ik.be grijp niet" aldus begon Mr. Dresselhuys zijne bestrijding „dat iemand, die zich heeft doen kennen als een strooper „Wie gilde hier plotseling de heer Braat, die dit ten onrechte op zich zelf gemunt achtte. Homerisch gelach volgde, waaraan de plattelander zelf van harte meedeed. Beide amendementen-Braat zijn verworpen, het eerste met 54 tegen 2 stemmen, het tweede bij zitten en opstaan. (Deze wijze van stem men was tot dusverre nog maar alleen op moties toegepast). Goedig stond behalve de heeren Braat en De Boer ook de heer Weit- kamp op. De rest bleef zitten. De heeren Kamerleden zetten Woensdag de discussie in met de z.g. lange jacht, die volgens velen eer een moordpartij is dan een sport. Er woelde dan ook in de Kamer het verlangen om deze jacht te verbieden. De heer Bakker stelde dit voor en de dames Groeneweg en Van Dorp hielpen hem, nog bijgestaan door de heeren Dekkers en Braat. De Minister had echter bezwaar tegen de afschaffing omdat *deze jacht ook een sport is en slechts gradueel iets van andere jacht- ■soorten verschilt. De Kamer schaarde zich echter aan de zijde van de bestrijders en verbood dè lange jacht met 60 tegen 18 stemmen Het amendement-Hiemstra, om den boe ren een jachtakte te geven voor f 2.50, werd verworpen met 62 tegen 16 stemmen. Het amendemênt-Braat, om te bepalen dat voor het jagen met lange honden en schietgeweer een duurdere akte dan die van f 25 noodig is, werd ook verworpen, met 57 tegen 22 stemmen. Ook kwam aan de orde een amendement Duymaer v. Twist om het opsporen en doo- den van schadelijk gedierte op Zondag te verbieden. Het was geheel overbodig dat de heer Duys daar een lootje mee nam. Dr. Deckers gevoelde wel voor het amen dement, de heer Wintermans wilde althans het uitgraven van konijnen en het fret- teeren op Zondag toelaten en de Minister gevoelde (^lijkbaar alleen voor een schiet- verbod op Zondag, alle middelen om schade- lij k gedierte te bemachtigen op Zondag te verbieden, ging den bewindsman te ver. DE FRANSCHE ACTIE IN WEST- DUITSCHLAND. De schietpartijen in Buer. In verhand met het siandirec.hle.lijk dood schieten der twee Schupo-beambten in Buer, me dt Paul Scheffer aan het „Berl. Tagebl.", dat reeds Dinsdag geruchten in omloop waren, dat twee Schupo-beambten den dag te voren doodgeschoten zouden zijn. Uil begrijpelijken jngst meldden de ooggetuigen zich niet aan: .vat men vertelde klonk zoo ongeioofelijk, dat te grootste voorzichtigheid geboden was.Tot- dat bleek, dat het de waarheid was. Om dezelfde reden is lot nu toe niets ge zegd over het feit, dat ook gewonden, die Zondag het slachtoffer werden van Fransche kogels, sedert dien verdwenen zijn. Zij be vinden zich in handen der Franschen, waar en im we'lken toestand is onbekend. De vrouw van den gewezen Engelschen o renner Asquith maakt een reis door het f-\hrgebied. Naar de correspondent van het Berliner Tageblatt uit het Roer-gebied seint, is het bewezen, dat twee schupo-agenten Maandag middag op de binnenplaats van het lyceum van Buer door twee Fransche officieren zijn doodgeschoten. Verscheidene getuigen hebben dit bevestigd. De twee agenten werden gevonnist volgens het standrecht, hoewel dit in het geheel niet is afgekondigd. Dezelfde correspondent zegt, dat de vier gewonden, die Zondag laatstleden door Fransche kogels werden, getroffen, spoorloos terdwenen zijn. Zij moef^n zich in Fransche Landen bevinden waar zij zijn, weet echter •demand. Een gift van Z. H. den Paus. Naar de „Köln. Volksztg." meldt, heeft de Paus 150.000 lire voor de bevolking van het duingebied gezonden. Verschillende Fransche Berichten. De directeur van het Wolffbureau te Mainz s door de Franschen uitgewezen. Uit Dusseldorf wordt gemeld: Het schijnt, dat men in 't Ruhigebied sedert een. tiental Wagen tegenover een verscherping en een eieuwc." vorm van tegenstand slaat. Een gansche reeks van plaatselijke incidenten heeft bijkans gelijktijdig plaats gehad. De dubbele moord te Buer ging vergezeld van en werd gevolgd dooi verschillende daden san geweld, o. a. werden soldaten aangeval len in Dortmund, in Miihiheim ontplofte een bom, bij Kcttwig werd een rails met dyna miet opgeblazen. Doch de Duitschers. die rich haasten om de incidenten in het buiten land kenbaar te maken, om de verantwoorde lijkheid er voor op den bezetter te laten neerkomen, verbergen ze voor de plaatselijke bevolking. Tot dusver schijnen de daden van geweld, hel werk van op zichzelf slaande indi viduen en de Fransche autoriteiten weigeren op het oogenblik gemeen schappelijke sancties Ie nemen. De Engelsche industrie en de bezetting. Te Glasgow het woord voerend, heeft de oud-minister der schatkist Sir Robert Home gezegd, dat er tal van contracten waren ge sloten met Duilsche producenten in het Rulirgebied voor de levering van grondstof fen, in het westen van Schotland benoodigd voor aanbestede werken. Tengevolge van het optreden der Franschen was de levering dier grondstoffen .stopgezel en tenzij er verbetering j in den toestand 'kon worden gebracht, zouden er eindelooze moeilijkheden zoowel van juri- dischen als van coinmercieelen aard worden geschapen. Het was volgens Sir Robert Horne gebie dend noodzakelijk, dat er zoo spoedig moge lijk verbetering in den toestand kwam en als de Fransche regeering ook maar eenige on geneigdheid toonde om tegemoet te komen aan de Rritsche moeilijkheden uit dien hoofde was het duidelijk, dat ieder vriendschappelijk gevoel tusschen beide volken spoedig onmo gelijk zou worcjgn gemaakt. De arbeiders houden vol. Het orgaan van den (soc.) ouden mijn- werikersbond, de „Bergarbeiterz.", wijst op 't nutteiooze van de door Frankrijk toegepaste dwangmethode, waardoor de ellende en de nood van honderden hongerlijdende menschen wordt vergroot. Wij weten niet, schrijft het blad, lol welke proefnemingen de Franschen nog zulien komen maar dit eene welen we wel: vrijwillig buigen wij voor geen geweld; de arbeiders willen een schikking, maar geen slavernij. Dc Temps over de La gerhuisdebatten. De Temps komt met kracht op tegen de jongste redevoering, die Asquith in het Engelsche Lagerhuis in verband met de Roerbezetting gehouden heeft. Het blad wil niets weten van Asquith's opvatting, volgens welke Engeland vriendschappelijk jegens Frankrijk zou handelen, wanneer het vraagstuk van de vergoeding en de Roer voor den volkenbond bracht. Dat zou, vol gens de Temps, integendeel een zeer on vriendschappelijke daad zijn. De Temps protesteert voorts krachtig tegen Asquith's bewering, dat de Fransche politiek er niet in geslaagd is vergoeding los te krijgen, noch de veiligheid van Frank rijk te verzekeren en dat zij leidt tot het vergieten van bloed. De Temps wil niet dulden, dat op Frankrijk een verantwoorde lijkheid geworpen wordt, die anderen be hoort te treffen. Wanneer Frankrijk, zoo betoogt het blad, j geen vergoeding heeft kunnen krijgen, dan ligt ue scnutct daarvan hoofzakelijk bij «en man, dien Asquifh nog beter kent dan Frankrijk dat doet. De improvisat.es, de wisselingen, de intriges van Lloyd George ten tijde, dat zijn Kindergarten en zijn secretariaat de plaats innamen van een con- stitutioneele regeering, hebben Europa tot de crisis gevoerd, waarin het nu verkeert. Frankrijk te verwijten, dat het niet veilig is, het te beschuldigen bloed te verbreiden terwijl aan de Roer Fransche mannen gedood worden, zou buitengewoon onbillijk zijn. Wanneer Asquith de Roer bezocht had, ge lijk minister Maginot zoo pas gedaan heeft, zou hij andere indrukken hebben. Hij zou den Franschen generaal bewonderen, die zonder eenig theatraal gebaar, zonder toorn daarginds een taak vervult, waarvan de groot heid den geschiedkundigen zal blijken en waarvan de moeilijkheid heel wat andere leiders afgeschrikt zouden hebben. Ware hij naar de Roer gegaan, dan zou Asquith geweten hebben, hoezeer generaal Degoutte door onze Belgische bondgenooten geëer biedigd wordt, die hem in hun eigen leger aan het werk hebben gezien en hoe hij door een samenwerking van verscheidene jaren het vertrouwen verworven heeft van de hooge commissie der geallieerden, waarin lord Kilmarnock zitting heeft. Asquith zou waargenomen hebben, dat de eenheid van bevelvoering geen moeilijkheid ondervindt, dat de spoorwegen ondanks alle verzet func- tionneeren en dat de bezettingstroepen er in geslaagd zijn zonder bloedvergieten, bui tengewoon moeilijke operaties uit te voeren, bijv. toen het er om ging in volkrijke steden Schupo-kazernes te doen onrtuimen. Dan zou Asquith begrijpen, dat het in de Roer ondernomen werk geen oorlogswerk is, geen werk van plundering en overweldiging, maar 'n werk van vrede, rechtvaardigheid en vrijmaking, en hij zou zich eerlijk bekennen, dat de Franschen trotsch kunnen zijn op hun soldaten en hun generaal. De kolenbelasting. Uit Washington wordt, aan de York He- veld gemeld De regeering van de Ver- eenigde Staten heeft gisteren in een officieel communiqué meegedeeld, dat Frankrijk en België het recht hebben belastingen te heffen in het Roer-gebied- Volgens de Matin zijn de Duitsche in- dustneelen een campagne begonnen om van Duitschland afschaffing van de kolen- belasting te verkrijgen. Volgens hetzelfde blad heeft de Duitsche regeering aan spoorwegmannen, die ge zinnen tot hun last hebben, vergunning verleend hun dienst op de lijnen in het Rijn gebied te hervatten. De staking in de fiscale mijn te Wester- holt, waarop beslag was gelegd, is geëin digd. De arbeiders hebben zonder dat er iets voorviel het werk hervat. De begrafenis van luitenant Calpin en den technïschen agent Joly, slachtoffers van den moord te Buer heeft zonder inci dent plaats gehad. Generaal Payot en ge neraal Degoutte hebben het woord gevoerd om hulde te brengen aan de vermoorden. Vele Duitsche ingezetenen stonden op het trottoir achter de Fransche soldaten hun houding was eerbiedig. In het geheele Roer-gebied is het kalm, niettegenstaande de pogingen der natio nalisten. Een aantal klachten van Duitschers, die beweerden door Franschen aangevallen te zijn, bleken bij getuigenverhoor geheel on gegrond te zijn. DE BEIERSCHE SAMENZWERING Over de Beiersche samenzwering beginnen thans ook uit Weenen gegevens los te ko men. Men beweert er, dat de betrokkenen bij Fran' rijk steun hadden gevraagd voor de stiel ti tg van een katholieken Donau- staat, waartoe behalve Beieren ook Oosten rijk zou behooren. Agenten van het complot hebben te Salsburg en te Innsbruck gepolst, doch overal hun neus gestooten. De „Weensche Reichspost", d.e in mo narchistische kringen veel gelezen wordt en en het dus wel kan weten, geeft generaal Lu- dendorff de eer, Oostenrijk tegen het plan te hebben gewaarschuwd. In een te Klagen- furth gehouden conferentie met verschei dene gezaghebbende politici moet Luden- dorff zich met allen nadruk tegen de stich ting van een katholieken Donaustaat heb ben verklaard. „Als Beieren zich van het Duitsche rijk afscheidde zeide hij zou van Duitschland een rompoverblijven, die innerlijk verdeeld door het tot statenbouw onmachtige socialisme, een gemakkelijke buit voor Frankrijk zou worden." Deze waarschuwing heeft, volgens de Reichspost, in Oostenrijk velen de oogen geopend voor het gevaar van het plan der sa menzweerders. Dat men overigens nieuwtjes over Luden- dorff met het noodige voorbehoud dient te lezen, blijkt uit zijn eigen tegenspraak van de berichten over zijn driewee ksch verblijf te Berlijn, waar hij volgens de eene lezing met Helfferich, von Seeckt, Rossbach e.a. reac tionairen overleg zou hebben gepleegd, vol gens de andere met de kopstukken der in dustrie, wien hij zijn diensten zou hebben aangeboden voor een schikking met Frank rijk. Ludendorff zelf verklaar' nu zoo stel lig mogelijk, dat hij in het geheel niet te Ber lijn en sedert begin Maart zelfs niet buiten Munchen is geweest. DE VREDESPOLITIEK VAN HONGARIJE. Een medewerker van het „Journal de Ge- nève" heeft een intervieuw gehad met den Hongaarschen minister van buitenlandsche zaken, waarin deze zich uitliet over de vre despolitiek van zijn regeering. De minister zeide in dit gesprek, dat'Hongarije zich bij den Volkenbond had aangesloten om het bewijs te leveren, dat het zijn belangen langs vreed- zamen weg wil behartigen en deel wenscht te nemen aan het streven van den Volkenbond om te komen tot samenwerking van de vol keren en tot den internationalen vrede. Van de ■middelen, waardoor dit doel bereikt ken wor den zijn er twee voor Hongarije van bizon der belang de ontwapening en de bescher ming der minderheden. De minister sprak ook de hoop uit dat Hongarije's toetreden tot den Volkenbond een einde zou maken aan het wantrouwen, waarmee zekere staten zijn buitenlandsche politiek beschouwen. Hon garije hoopt door zich te onderwerpen aan c'e beschikkingen van den Volkenbond het bewijs te leveren, dat het vreedzame bedoelin gen heeft. Hij betoogde, dat het alleen uit onvoldoende kennis van de feiten en hetgeen er in Hongarije gebeurt, te verklaren is, dat de openbare meening in de wereld geloof pehecht heeft aan de ongegronde beweringen, die over Hongarije uitgestrooid z»jn. De ont wapening van Hongarije is onder toezicht van de geallieerde commissie van toezicht volkomen volvoerd. Reeds in 1921 is hef effectief van het leger overeenkomstig de voorschriften van het vredesverdrag van Tri anon verminderd, in Februari 1922 is de wet tot regeling van de aanwerving van recruten in werking getreden. Reeds in 1921 heeft de controle-commissie vastgesteld, dat de uit rusting van het Hongaarsche leger zeer ge brekkig was. Het is ondenkbaar, dat Hon garije met zijn door het vredesverdrag voor geschreven leger van 35.000 man agressief tegen zijn buren zou kunnen optreden, die ieder voor zich over sterke en goed uitgeruste legers beschikken en zich bovendien weder kerig verbonden hebben elkaar ingeval van een aanval door Hongarije bij te staan. Het eenige doel wat Hongarije op het oogen blik voor oogen heeft is deconsolidatie en het samengaan van alle krachten in het land ter verzekering van den vrede, het verwacht dat het daarbij op den steun van den Volken bond kan rekenen. DE REDE VAN LLOYD GEORGE OVER DE VEREENIGING DER LI BERALE PARTIJEN. In de reeds vermelde rede, die Lloyd George gisteren over de liberale hereeni- ging gehouden heeft, roerde hij ook de kwes tie aan, wélke houding de liberalen tegen over de arbeiderspartij dienen aan te nemn. Men weet, dat Lloyd George haar in den tijd der coalitie en later den oorlog verklaard heeft. Nu heeft hij echter duidelijk te kennen gege ven dat hij niet meer op een coalitie met de conservatieven aanstuurt. In dit opzicht was zijn verklaring, „dat er in de geschiedenis van de laatste jaren nooit een regeering was geweest, die zoo snel en zoo volledig haar prestige verloren had" voorloopig afdoende. Men moet daarom aannemen, dat hij in de toekomst om redenen van parlementaire taktiek eer samenwerking zal zoeken met de arbeiders, want de liberalen zullen zelfs na een hereeniging niet sterk genoeg zijn om tot de regeering geroepen te kunnen worden. Het kwam er dus gisteren voor hem op aan, ook op dit punt, „oude plunje" met een ele gant gebaar overboord te werpen. Hij heeft dit gedaan in de volgende zinsneden „Moet men," zoo vroeg hij, „de arbeiderspartij als vijandin behandelen Zeker niet. De revo lutionaire elementen van de arbeiderspartij Stellig wel." Voorts zeide hij, dat andere menschen krachtiger taal ten aanzien van de arbeiderspartij hadden gebruikt dan hij. Zoo had Asquith veertien dagen geleden ge zegd, dat de arbeiderspartij bestond uit „discipelen van de revolutionaire proefne ming." Sommige menschen, was Lloyd George's verder commentaar, konden blasphemeeren terwijl men anderen niet toestond afwerend te doen. Wat nu de uitdrukking „gemeen schappelijke vijandin" betrof, die hij zelf voor de arbeiderspartij had gebruikt, dit wrs slechts gebeurd in den zin van de groepeering, die bij de verkiezing bestond. Zonderling is in Lloyd Geroge's betoog alweer de schimpscheut op Asquith op een oogenblik, dat hij den anderen vleugel van de liberalen trachtte te winnen. De persoon-* lijke tegenstelling tusschen de twee leiders lijkt nog altijd het grootste struikelblok voor de hereeniging. ERLAND. De Iersche republikeinen hebben W ns- dagavond een proclamatie uitgegeven, aar bij een nationale rouw afgekondigd ordt voor onbepaalden tijd, -~ort en - maak opgeschort worden en ook het bezoe ken van schouwburgen, l ,...en en ren banen. Het doel is de openbare aandacht te vestigen op de „nationale tragedie" veroor zaakt door de „Britsche oorlogsbedreiging en daarvoor zwichten van zekere Ieren". In brieven van de Valera, gedagteekend van 5 dezer aan de republikeinsche vertegen woordigers in Amerika die gisteren officieel zijn bekend gemaakt, wordt er nadruk op ge legd dat er een groote behoefte aan geld be staat „Wij zijn thans in een kritiek stadium. Indien onze vrienden allerwegen een krach tige poging deden, zouden wij den Vrijstaat kunnen vernietigen." In een anderen brief trekt de Valera in twijfel, of het wijs ware een leening in Ajperika te beproeven. DE AMERIKAANSCHE MINISTER VAN MARINE. De P menkaansche minister van marine Derby en de met hem reizende senatoren en leden van het Huis van Afgevaardigden, zijn heden door het Panama-kanaal gegaan, op hun reis om de havens en versterkingen aan de kust der Stille Oceaan-staten (van de Unie) te inspecteeren. DE ZOMERTIJD IN FRANKRIJK. De correspondent van de N.R.Qt. te Parijs schrijft d.d. 14 Maart Ook hier wordt herstel van den zomer tijd met een beroep op de noodzaak, de oogen der scholieren te sparen, verdedigd. Bijna 44 procent der kinderen op de gemeentelijke scholen hier sukkelen met de oogen. Het raadslid Joly constateert het in een rapport. In de meeste gevallen betreft het niet ern stige bijziendheid. In Engeland en Duitschland aldus werdt in verband hiermee opgemerkt, zijn veel m^er kinderen met zwakke oogen. En in Neder land, nog er veilig bij. Men lette op het aantal brillen ten onzent vergeleken met hi.r. In Italië en Spanje is dat percentage veei ge ringer, wat daaraan wordt toegeschreven, dat er meer met daglicht gewerkt wordt. DE TOESTAND VAN LENIN. Volgens het laatste bij het Russische Ge zantschap te Berlijn ontvangen berichten, is bij Lenin ook aan de linkerzijde een verlam ming opgetreden. In den nacht van Maandag op Dinsdag is hij door een beroerte gel rotten. De waterstand op de rivieren in Frank rijk is sterk aan het dalen. De Loire, die voor al nu buiten haar oevers getreden was, is weer snel in haar bedding teruggekeerd. In het vervolg van zijn rede bij de in diening van de luchtvaartbegrooting heeft Hoare, de Britsche lachtminister, nog in het Lagerhuis gezegd dat het burgerlijke vlieg- wezen nooit het militaire zou kunnen ver vangen, evenmin als koopvaardijschepen de plaats zouden kunnen innemen van oorlogs schepen. Indien particulieren echter 1 mil- lioen kapitaal bijeenbrachten voor een bur gerlijk vliegverkeer zou de staat bereid zijn, over tien jaar verdeeld, een subsidie van in het geheel ten hoogste 1 millioen beschik baar te stellen, mits een bevredigende regeling werd getroffen voor het gebruik van vlieg tuigen en vliegers in tijden van nationaal gevaar. Te Londen ;s een mknnelijk telefoon beambte tot zes maanden gevangenisstraf veroordeeld wegens schending van het tele foongeheim. Hij had een telefonische bood schap moeten overbrengen en den inhoud daarvan als nieuwtje aan de Daily Express me degedeeld, die er zich echter niet van gediend verklaarde, toen zij begreep hoe hij aan het bericht gekomen was. Het openbaar ministerie zeide, dat dit het eerste geval van dien aard was, dat gerechtelijk vervolgd werd. De rechter merkte echter op, dat er in den openbaren dienst reeds te veel uitlekte. A Het Huis van Afgevaardigden van den staat New York te Albany heeft met 74 tegen 70 stemmen besloten, dat de Mullin- Gage-wet, die in den staat New York het drankverbod regelt, op den grondslag van den Volstead-Act, niet zal worden afgeschaft. De politiek in de Ver. Staten is voor knappe en kundige partijpolitici nog niet zoo'n slecht beroep (want in de Unie wordt de politiek veelal bepaaldelijk als beroep op gevat). Lieden als Croker de boss van Tam many Hall e.d. wisten een groot fortuin bij een te garen, en ook het dezer dagen gestor ven lid van het Huis van Afgevaardigden, Bourke Corkran, de bekende Iersch-Ame- rikaansche advocaat, redenaar en politicus-, heeft „lang niet slecht geboerd." De nala tenschap blijkt omstreeks 500,000 te be dragen. De weduwe erft alles. Corkran was zooals de meeste rijk gestorven Iersch- Amerikanen in de Unie als weinig vermo gend man zijn carrière begonnen. Wij hebben dezer dagen al iets mede gedeeld over de vlucht v<an de Italiaansche bank'ers Tisbo uit New York (stad). De hui dige verblijfplaats der voortvluchtigen is niet bekend, het passief schijnt zeer aan zienlijk te wezen. Het is weer de oude kwestie van bekrompen weinig ontwikkelde men schen, die in den vreemde het oor leenen aan de lokkende beweringen van onsoliede maar wei-bespraakte en handige landgenooten, met voorbijgaan van instellingen als de post- snaarbank e.d. Tulk soort lieden hebben dikwijls een ingeschapen wantrouwen tegen finarc'eele instellingen beheerd door re- geeringsmenschen. Veelal ook weten zij van hét bestaan van dergelijke spaarbanken niet af. De justitie heeft thans de drie brandkasten laten openen, die door de gebrs. Tisbo waren achtergelaten. Het bleek dat de inhoud uit vrij waardelooze zaken bestond pakken Russische roebels en Duitsche marken, ver der goedkoope juweelen, maar feitelijk niets van veel waarde. De deposito's hadden ca. 2.000.000 bedragen, de baten beliepen tisschien nog geen 1000. Uit een rapport betreffende den toe stand van den landbouw in het gouverne ment Moskou blijkt, dat de landbouwcrisis waaronder dié gouvernement, zoo goed als de meeste andere, in ernstige mate geleden heeft, overwonnen is en de landbouw zich thans duidelijk aan het herstellen is. Het gouvernementeel uitvoerend comité heeft de aandacht van alle lichamen, die op land bouwgebied werkzaam zijn, gevestigd op een aantal maatregelen, oie in het belang van den arbeid genomen dienen te worden. Vooral moet gezorgd worden, dat de thans bebouwde oppervlakte grond gehandhaafd blijft. Het productie-programma, voor 1923 is, volgens de Izwestia, door het uitvoerend co mité goedgekeurd. Het comité legt daarbij nadruk op een aantal belangrijke punten, als daar zijn afschaffing van de betaling voor veterinaire diensten hetverstrekken van credieten voor het openen van vee-hos pitalen, verlaging van de kosten van land meting enz. In opdracht van den federatieven raad van volkscommissarissen heeft Koerski, de volks commissaris van justitie, een wetsontwerp uitgewerkt inzake de rechten en Verplich tingen van de instellingen van het staats- politiek-bestuur. De raad van volkscommissa rissen heeft Het ontwerp van Koerski om advies naar het centraal comité jjer Russische communistische partij gezonden. Op verschillende mijnen van Buer heb ben de arbeiders gestaakt, daar de Franschen daar de voorraden cokes in beslag hebben genomen. Het bedrag, dat de Franschen in het regeeringsgebouw te Dusseldorf in beslag hebben genomen, is 830.000 mark. De Sowjet-regeering heeft te Moskou aartsbisschop - Cieplak en Reize, katholieke priesters, die uit St. Petersburg genomen zijn voor hun proces, dat den 14de dezer begonnen is, n de gevangenis gezet. De aarts- Disscnop is te moskou aangenouuen in at woning der katholieke geestelijken, nadat er een huiszoeking gedaan was. De geestelijken worden beschuldigd een actie gevoerd te heb ben tegen de sowjet in 1918 en zij worden tevens vervolgd omdat zij geweigerd hebben kostbare voorwerpen uit katholieke kerken te St. Petersburg ter beschikking te stellen van de sowjet-overheid. Voor het eerste ver grijp kunnen zij met de doodstraf, voor het tweede met drie jaar gevangenis gestraft worden. DE ZOMERTIJD. Het antal bandteekeningen voor het be- oud van den zomertijd oe„roeg gisteravond reeds meer dan 70.000. DE JACHTWET. D Tweede Kam r heeft met ^7 tegen 29 stemmen aangenomen een amendement van Mevr. Ba ker-Nort op de Jachtwet, vol ens hetwelk konijnenstrikke in 't alge meen'niet meer mogen worden gebruikt. CENTRAAL BUREAU VOOR SOCIALE ADVIEZEN. Het centraal bureau voor sociale advie zen te Amsterdam heeft tot liquidatie beslo ten, indien niet uit de kringen van belang hebbend n een jaarlij ksch bedrag van ƒ13.000 a ƒ15.000 kan worden bijeenge bracht om het instituut voor verdwijnen te behoeden. NIET SCHIETEN OP ZONDAG. Het amendement Duymaer van Twist (verbod van schieten op Zondag) werd in de Tweede Kamer aangenomen met 54 tegen 22 stemmen. Vóór de rechterzijde, de libe ralen en Plattelanders. GEEN NIEUW CREDIET AAN DUITSCHLAND. Het bericht van de Hannoverische Knriet dat er tusschen de Nederlandsche en Duit sche regeeringen onderhandelingen zouden worden gevoerd over een nieuw Neder- landsch-Duitsch crediet op denzelfden voet als het bestaande, wordt, naar het Hbl. meldt, in regeeringskringen tegengesproken. Een interpellatie-Brautigam. De heer Brautigam (S.D.A.P.), lid dei Tweede Kamer, heeft verlof gevraagd, tot de regeering vragen te richten over de belemme ringen van de scheepvaart op het Duitsche edeelte van den Rijn, zoomede over de moeil.jkheden, cie de Nederlandsche handel in het Inzette gedeelte van Duitschland ondervind\ MANOEUVRE VAN ANNEXIONISTEN. Volgens een bericht in Belgische bladen hebben „gedelegeerden van Maastricht en andere steden van Limbourg cédé" zich te Brussel naar het graf van den Onbekenden Soldaat begeven en daar een krans neerge legd met het opschrift„Au soldat inconnu, les patriotes du Limbourg cédé qui n'ou- blient pas". De Limb. Koerier merkt hierbij op Het is misschien overbodig aan te teeke nen dat, noch Maastricht, noch eenige andere stad van Nederlandsch Limburg, noch van gemeentewege noch uit den boezem der be volking, eenige(n) persoon hebjjen gedele geerd, om te Brussel of elders iets van dien aard te doen, zoodat degenen, die zich ter zake voor gedelegeerden uitgaven, op snijders moeten zijn geweest, zonder eenige opdracht of be.oegdheid. SUPPLETOIRE BEGROOTING VAN JUSTITIE VOOR 1923. Handhaving politietroepen aan de grens. Een wetsontwerp is ingediend tot wijziging van het IVde hoofdstuk der Staatsbegrooting voor 1923, strekkende om het begrootings- artikel inzake de iostea der grensbewaking enz. te verhoogen met\f 60.000. Blijkens de Memorie van Toelichting was bij het opmaken der begrooting er van uit gegaan, dat de toestanden zich wel zoo danig in gunstige rich ing zouden ontwik kelen dat tegen het midden van 1923 de 30C man politietroepen aan de grens zouden kunn n worden gemist. Sindsdien is in de ontwikkeli g der toe standen geen gunstige keer gekomen. In tegendeel is een verergering ingetreden die d Regeering onlangs heeft genoodzaakt de politie roepen aan de gréhs met ruim 300 man uit het binnenland tijdelijk te verster ken. Redelijk uitzicht, dat omstreeks het mid den van het jaar de bijzondere maatregeler inzake di grensbewaki :g zullen kunnen worden b ëindigd, kan dan ook bezwaarlijk meer aanwezig worden geoord:eld. Zelfs is te duchten, dat de tijdelijke versterking der 300 man uit het binnenland een meei blijvend karakter zal moeten verkrijgen. Daarmede is dus de noodzakelijkheid ge geven om den bedoelden begrootingsposi te versterken, opdat de Regeering in de ge legenheid is, indien de omstandigheden niet zooals nauwelijks gehoopt mag worden, ter gunste wenden, de dien overeenkomstige maatregelen ook verder te treffen DE VERGOEDING VOOR HET BRIE VENVERVOER DOOR SPOORWEGEN. De heer Van Gijn heeft aan den Ministei van Financiën de volgende vraag gericht Kan de Minister van Financiën zjch er me de vereenigen, dat op de begrooting van het Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie er Telefonie is vervallen de uitgaafpost „Ver goeding aan het Departement van Finan ciën voor het brievenvervoer door spoor, wegen f 5.000.000 welke post als kapi- (Naar eene Engelsche vertelling.) 53 De dokter en Janet wanhoopten niet, maar tk* vertrouwde hen niet, en ik geloof, dat zij voor mijn hoofd vreesden. Maar ach, zij konden zich immers geen denkbeeld van mijn innige, vurige liefde voor de lijderes vormen. Die liefde was uit roman tische gevoelens ontslaan; zij was door hare edele opoffering versterkt; zij was'een deel van mijn gemoedsbestaan geworden, en ik zou het gemis dier liefde niet overleefd hebben. Ik kon ternauwernood meer gelooven, dat ik mij in drift vergeten, en haar ruw behan deld had; alles was mij een bange droom. Hoe had ik, haar beschermer, dc smart die haar neerdrukte, door mijn lafhartig gedrag nog kunnen verzwaren! Ook mijne moeder kwam, om mij in die treurige dagen te troosten. Wij spraken eerst niet over Ellen; maar ik zag met smart, hoezeer mijn arme moeder ver anderd was, sedert ik haar verliet, en de oor zaak was niet moeilijk te gissen. Zij s"prak al- 'een over Mary en poogde de hoop °P her stelling, die ik reeds geheel had opgegeven, weer bij mij op te wekken. Het doel barer reis was voornamelijk om mijn vrouw op te passen; deze toch was'nu haar eenige doclvter, maar Janet verzette zich daartegen, en de tegenstand die zij onder vond versterkte haar nog meer in haar on herroepelijk besluit. Janet was afgetobd door het langdurige wa ken; zij sluimerde slechts nu en dan op haar stoel voor de legerstede der zieke in, maar daarbij bepaalde zich haar rust, en zij ge bruikte bijna geen voedsel. Haar..gansche ziel was met een gedachte, het herstel mijner vrouw, vervuld; daarvoor streed zij met hart en ziel, zonder tusschen- komst te dulden. Zij had reeds meermalen van oordeel ver schild met den dokter, en naar eigen gedachte, iels in zijn voorschriften veranderd, lvet bleek steeds dat die veranderingen gunstig op de zieke werkten, zoodat zij geheel aileen heerschtc in het ziekenvertrek. Ik werd nu niet meer uit de ziekenkamer verbannen. Ik was er tegen wil en dank in doorgedron gen, en had mijn plaats naast de zieke inge nomen. Mijne vrouw lag geheel en al bewuste loos, en herkende niemand, Janet zoomin als mij. Woelend en koerend op haaf legerstede ijlde zij onophoudelijk over allerlei zaken, die mij vreemd waren, maar die, naar ik be merkte Janet meermalen deden schrikken, ais waren het zinspelingen op het verleden, waarin ik nooit was ingewijd. Zij sprak gedurig mijn naam uit, ook die van haar broer, van Ellen en van Janct, zelfs die van haar eersten echt genoot. De herinnering aan ons allen woelde in haar door de koorts verhit brein en benam haar alle rust. Ik schonk geen aandacht aan dat ijlen; ik stelde mij tevreden met bij haar te waken, en haar hand vast te houden; ik verbeeldde mij meermalen, dal zij mij herkende; dan ver toonde zich weer een glans in haar oogen, en ik hoopte, dat zij wist, hoe trouw ik bij haar waakte. Janct en de dokier kwamen later lusschen- beiden; zij verzekerden mij dat Mary onrus tiger werd door mijne tegenwoordigheid, en het ijlen daardoor toenam, dat zij rustiger lag ais ik afwezig was; zij poogden mij te over tuigen, dat het dwaasheid was z.oo onver poosd te waken. Ik mocht haar eindelijk slechts tweemaal daags zien, en. ik word aan de zorg en de liefde van mijn moeder toevertrouwd, als ware ik weer een kind, dat verpleging noodig had. Ik vernam later, dat dit alles voor mijn eigen welzijn geschiedde; maar zij speel den hun fijn spel en misleidden mij. Er kwam icderen morgen een knecht, van hat kaslecl om naar de gezondheid van me vrouw Gear te vragen, maar de broeder zelf I kwam persoonlijk niet en verried geen bij zondere bezorgdheid voor den toestand van zijn zuster. Mevrouw Ray was veel bezorgder, zij hield eiken morgen met haar rijtuig voor het veer huis stil, en vroeg mij dan te spreken. Haar eerste woorden waren gewoon lijk- Zeg niet dat zij hedenmorgen niet beter is. Zij is niet beter, was mijn ant woord dan Ik moet haar zien; versta mij wel, ik wil haar zien! Later mischien. rk heb het aan Janet gevraagd, maar zij wil niemand in het zie- kcnvèi ck toe aten. Ik moet haar zien, eer zij sterft, zeide zij, en Janet zal mij dat niet beletten. Waar is die vrouw, kan zij aan iemand die meer is dan zij geen beleefder bescheid doen? Janct kwam eens zelf te voorschijn en het gevo.g daarvan was een hevige woordenstrijd tusschen beide vrouwen. Mevrouw Ray ver langde bij Mary toegelaten te worden, en Janet weigerde dit onverzettelijk. Versta mij wel, ving mevrouw Ray aan, ik wil haar zien. Ik verzeker u dat ik den eersten den besten schoonen morgen naar boven sluip. Dan kunt gij er op rekenen, dat gij van boven neer wordt geworpen, mevrouw Ray. Gij moest mij eens durven aanraken! Gij zult zien dttt ik het durf. Gij waart altijd een onbeschoft schepsel; maar nu ik mijn eigen rijtuig houd, moest gij tenminste een anderen toon aanslaan. Gij zijt nog altijd vrouw Ray gebleven, luidde het antwoord, dat met minachting werd uitgesproken. Vergeet niet, dat ik de vriendin ben van Mary Gear, zeide inevronw Rav op heftigen loon, terwijl zij ha ar met de vuist dreigde. Wij zijn de beste vrienden, en zij zal mij altijd gaarne ontvangen. Zoodra ik dat merk, zult gij boven komen, zeide Janet droog. Zij liet mevrouw Ray alleen om dat ant woord te verteren en nadat de oude vrouw er eenigen tijd over gepeinsd had, riep zij mij aan het rijtuig. Dat wreede mcnsch kan uwe vrouw onmógelijk goed verplegen, zeide me vrouw Ray, wil ik haar komen oppassen, mijnheer Gear? Ik dank u. Zij is in goede handen. Die Janet was altijd een ruw schepsel wij hebben nooit goed overweg kunnen komen. Mijnheer Gear, wanneer mag ik uw vrouw nu eens komen bezoeken? Dat moet gij aan den dokter vragen, als gij geen vrede hebt met het antwoord van Janet. Goed, dan rijd ik onmiddellijk naar den dokter. Zij gaf bevel om naar Henlock te rijden, maar eensklaps scheen haar iets in le vallen, en zich tet mij wendende, zeide zij; Daar had ik bijna iets vergeten, mijn heer Gear. Ik naderde weer het rijtuig. De verbouwingen vorderen weinig; alles loopt in de war. nu gij u niet meer vertoont, en hier uw tijd in die herberg verbeuzelt. Mij dunkt dat gij mij veel geld zoudt kunnen uit sparen als gij nu Al dan eens een oogje op die ellendelingen hieldL Het is toch zoo dichtbij. - Ik verdiende de berisping, al liet ze in kieschheid veel te wenschen over. Ik was slechts een halve mijt van het huis verwijderd; mijn onafgebroken tegenwoordig heid aan hel veerhuis was volstrekt geen vert eischte; de verbouwingen zouden weinig vor deren, als ik het toezicht niet over de werk lieden hield; tijd en geld werden noodeloos verspild. Ik zal morgen komen, zeide ik moede loos. Mevrouw Rav klaarde geheel en al op, toen zij dit hoorde en vergat de teleurstelling, van niet in de kamer van mijn vrouw te zijn toe gelaten. Ik begaf mij den volgenden morgen op weg, en die afleiding deed mij goed Er waren in mijn afwezigheid eenige fouten begaan, en terwijl ik die trachtte te verbete ren, werden mijn gedachten van het eene punt afgeleid, waardoor ik zelfs Ellen en de gan sche wereld vergeten had. Ik begon weer langzamerhand een flauwe hoop te koesteren, dat het noodlot mii niet van al wat mij lief

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1923 | | pagina 5