ELCK WATWILS
Tweede Blad
24 Maart 1923
A
RESHTSZAKEN.
HANDEL EN NIJVERHEID.
=3.
LANDBOUW EN VISSCHERIJ.
KERK EN SCHOOL
TREKJES CCLXXXV1I.
MERKWAARDIGE FEITEN.
Onder bovenstaand opschrift wijst „K." in
de Volkskrant op twee voorbeelden van R. K.
Patroonsvereenigingen die een gunstige aan-
teekening verdienen
Vooreerst wijst hij dan op den Kath. Bond
van Bouwvakpatroons die zijn neutrale zus
terorganisatie in den steek liet omdat door
haar optreden de bedrijfsvrede in gevaar
werd gebracht.
Ook in de meubelindustrie hebben de R. K.
Werkgevers het geschil voor den R. K. Be-
drijfsraad gebracht en dus den iuisten weg
gekozen.
Dat zijn inderdaad feiten, waarvan men
de beteekenis niet te laag mag aanslaan. Er
hoort wij arbeidèrs ondervinden dat zoo
vaak werlkeijk moed toe om de samen
werking met andersgezinde collega's af te
breken zoodra men bemerkt dat niet over
eenkomstig onze beginselen wordt gehandeld.
Men komt er zoo spoedig toe, om hande
lingen van de wederpartij als uitgangspunt
en richtsnoer aan te nemen en dat moeten
we juist niet hebben voor alles dient de
vraag gesteld of de actie in zich aan onze be
ginselen kan getoetst worden en ten slotte
of er niet door andere middelen dan door
strijd tot oplossing kan gekomen worden.
Dat lijkt mij voor beide partijen indien
rij zich op R. K. standpunt willen stellen
de eenig juiste weg.
Intusschen het is niet aan te nemen dat
„K." met het noemen van deze twee gunstige
voorbeelden uitgeput zou zijn, want er zijn
er ongetwijfeld méér zoo aan te halen.
Waarheid is, dat nog maar al te sporadisch
R. K. Patroonsvereenigingen er voor te vin
den zijn om recht boven macht te stellen en
dus aan het oordeel van onpartijdigden over
te laten hoe er gehandeld moet worden, wan
neer geen overeenstemming is te verkrijgen.
De leden stellen zich hoewel zeer ten
onrechte vaak op het standpunt, dat zelfs
de beste scheidsrechters niet kunnen uit
maken wat zij betalen kunnen, terwijl van
de honderd gevallen wel negen en negentig
de beslissing die een scheidsgerecht neemt,
oneindig veel beter is te achten dan zelfs
den meest gunstig ten einde gebrachten
strijd of zelfs als een voortdurende ontevre
denheid.
Dat er nog wel meerdere R. K. Patroons
vereenigingen zijnj.die er zoo over denken
heb ik zoo pas nófe ondervonden te Loosdui
nen.
Het tuinbouwbedrijf is niemand twij
felt daaraan een getroffen bedrijf en het is
verklaarbaar dat de onderhandelingen met
de arbeidersorganisatie^ moeilijkheden op
leverden.
Aan de eene zijde een bedrijf dat in het
afgeloopen jaar zeer ongunstig is geweest, aan
de andere zijde de noodzakelijkheid om toch
een zoodanig loon te bedingen dat de huis
gezinnen niet ten gronde gaan.
Vandaar dan ook, dat nóch de R. K. Werk
gevers, nóch de neutrale Werkgevers het met
de arbeiders ééns konden worden over de
arbeidsvoorwaarden.
Maar de R. K. Patroons-organisatie
(L.T.B.) te Loosduinen zegde, zoodra zij
bemerkte, dat de combinatie van patroons
vereenigingen den vrede in gevaar bracht,' de
samenwerking op en ging haar eigen
weg, die ten slotte op arbitrage is uitgeloopen
Zoo zou ik wel meerdere gevallen
kunnen noemen, doch ik meen voor heden
hiermede wel te kunnen volstaan, want het
is voldoende om hun die meenen, dat het
practisch geen verschil uitmaakt of we met
een R. K. of neutrale Patroonsvereeniging
te maken hebben, toch duidelijk te maken dat
we ook op dat terrein niet generaliseeren kun-
i en
Mijn werk brengt het mede, dat ik vaak
met Patroonsbonden in aanraking kom en
ik erken gaarne dat nog lang niet allen het
Zoover gebracht hebben om strijd als een
alleruiterst middel te beschouwen, ofwel te
begrijpen dat het in hooge mate verkeerd is
eenzijdig de arbeidsvoorwaarden vast te stel
len.
Maat ik ben het volmaakt- met „K." eens,
dat het van groot belang is, om ook de aan
dacht wat meer te schenken aan die gevallen,
vaarin de R. K. Werkgevers zich wel degelijk
ioor hun beginsel lieten leiden.
En waar dat gebeurt ik wees daar ver
leden week reeds op is strijd tusschen
R. K. Organisatie's buitengesloten en zullen
we ook aan zooveel anderen die het goede
willen een voorbeeld geven hoe het kan en
hoe het moet.
A. J. L.
SLAP IN DE KNIEëN.
„Wanneer de Roomsche en Christelijke
„vakbeweging niet slap in de knieën wor-
„den dan moeten de werkgevers in de meu
belindustrie zich geen illusies maken."
St(enhuis) Het Volk, 3 Maart.
Dat is weer écht Stenhuisiaans. De man
heeft niet eens geduld om af te wachten. Al
bij voorbaat staat voor hem vast, dat als het
eens minder goed ging in dien strijd, zulks
te wijten is aan de „Kerkelijken".
De situatie is dus alweer bij voorbaat'
gered gaat het-goed, dan komt dat door het
zeldzaam tactisch of krachtig optreden van
„onz:n" M rnen Meubelmakersbond
komt er pèch, dan zij de andere organisatie's
door hun knieën ge-akt.
Welk nu er nu in dergelijke redeneering
gelegen is ik wil het eerlijk erkennen het
niet te begr 'pen.
Vr eger, toen het organisatieleven nog
weinig was doorgedronegn, waren er altijd
nog onder ons, die zich door zulke „handig
heidjes" van het pad lieten brengen en had
den zij althans oppervlakkig nog eenige
propagandistische waarde.
Maar welk Roomsch of Christelijk geor
ganiseerd arbeider laat zich nu door dergelij
ke praat misleiden Zoover zijn de arbeiders
wel al, dat ze die dingen op de juiste waarde
weten te schatten.
Het eenige wat de man bereiken kan, is
dus kwaad bloed zetten onderling en of dit nu
van zooveel tactisch beleid getuigt, kan voor
alsnog betwijfeld worden.
De tijden zijn voorbij, dat men sommige
arbeiders wijs kon maken wat men wilde en
dus ook, dat de socialistische bonden beter
voor de belangen van de arbeiders opkomen
dan de andere Bonden.
Wijl doelloos, is die uitdrukking daarom
alleen reeds schadelijk zij wordt het te
meer, omdat de R. K. en Chr. arbeiders niet
gehouden zijn, zich reeds tijdens den strijd
te laten g ieven.
Wil hij met alle geweld de oudbakken heo-
rie aanhangen, dat alleen de socialistische
organisatie's perfect werken, dan is dat zijn
zaak maar hij zou toch kunnen bedenken,
meen ik zoo, dat de propaganda voor die
theorie tijdens een strijd weinig nut kan
afwerpen, tenzij ook hij het nuttig acht, dat
men steeds beter de.taktiek aan die zijde leert
doorzien.
A. J. L.
HERWONNEN LEVENSKRACHT.
Naar aanleiding van het maandbericht
van Herwonnen Levenskracht schrijft de
R. K. Vakbeweging het volgende
„Bij dit maandbericht wenscht de re
dactie aan te teekenen, dat dit ongewoon
„korte lijstje geen gevolg is van het gebrek
„aan patiënten, doch helaas van gebrek
„aan geld.
„In vorige maandberichten van „Her-
„wonnen Levenskracht" werd steed, een
„grooter aantal voor hare rekening ver
pleegde patiënten aangegeven. Het was
„toen 180, 188 en 184, terwijl het nu
„plotseling tot 163 is gedaald.
„Dat is het gevolg van een noodge
dwongen 1 ezuiniging, cmdat de inkomsten
dat volle aantal patiënten niet langer toeston-
cen.
„De inkomsten daalden het vorig jaar
„in die mate, dat Herwonnen Levenskracht
„haar zegenrijk werk moet inkrimpen.
„Het bestuur heeft daarmede zoolang
„mogelijk gewacht, doch móét er toe over-
„gaan, met bloedend hart, want het be
stuur weet zoo goed hoe pijnlijk het is
„meuschen af te wijzen, die, zelf onbemid
deld, hun hoop op „Herwonnen Levens-
dracht" adden gesteld.
„Laat ons enkele momenten overwegen
„wat deze bezuiniging zeggen wil voor de
„slachtoffers der tuberculose onder onze
„menschen, en wij zullen het eens zijn
dat deze toestand geen oogenblik langer mag
„duren, en heel onze R. K.-Arbeidersbe
weging met verdubbelde krachten „H.-L."
„zal helpen aan de noodige gelden. Dat is
„een zaak voor eer en van plicht."
Het is ongetwijfeld een bedenkelijk ver
schijnsel, wanneer Herwonnen Levenskracht
in haar actie moet gaan verslappen.
Iedereen weet het de inkomsten in talloos
veel gezinnen zijn gedaald en het leven wordt
er niet gemakkelijker op. Maar het moet ons
met eenige inspanning toch mogelijk zijn om
te zorgen dat H.-L. haar zegenrijken arbeid
kan voortzetten zoo mogelijk nog kan uit
breiden.
Er worden toch waarlijk geen groote be
dragen in ééns gevraagd en daarom
kan ook iedereen toch wel iets doen.
Wie zich eenig begrip kan vormen van
wat het moet wezen als vrouwen en kinderen
moeten afgewezen worden omdat inkomsten
niet meer zoo vlot vloeien, die begrijpt tevens
dat zulks onverantwoordelijk zou zijn.
En zij die hun lidmaatschap van de R.K.
Vakbeweging hebben opgezegd, mogen wel
bedenken, dat ook dat één van de oorzaken
is dat Herwonnen Levenskracht minder in
komen heeft.
Want van elk aangesloten lid,, moet van de
contributie aan den vakbond betaald één
cent per week aan H.L. afgedragen worden.
Ook hier blijkt weer dat er geen schadelij
ker reactie is dan de reactie onder ons zélf
waardoor wë wat met zooveel moeite is opge
bouwd in gevaar brengen.
A. J. L.
HET WONINGVRAAGSTUK.
Het woningvraagstuk is in Nederland nog
lang niet opgelost op sommige plaatsen is er
nog een belangrijk te kort aan arbeidswonin-
gen, waarbij steeds meer gaat klemmen dat
de huurprijzen van nieuwe woningen niet
meer in overeenstemming zijn met de loonen.
Als we echter als juist mogen aan emen wat
een Engelsch persbericht deze week ons
omtrent de gehouden woningtelling berichtte,
dan zijn we met alles waarover we meenen
nog te moeten klagen, toch wel in een eenigs-
zins betere conditie.
Uit dat verslag blijkt dan
dat te Londen slechts 38 pet. der bevolking
een huis voor zich alleen heeft 32, pet. leeft
met 2 gezinnen in 1 huis en 30 pet. met 3 ge
zinnen in een huis. 683 duizend menschen in
Londen hebben slechts een vertrek voor 2
personen. In de noordelijke i dustrie-streken
vooral te Glasgow is de toestand nog slechter.
UITVOERING LANDBOUWARBEI-
DERSWET.
Bij Kon. besluit zijn aan de volgende ge
meenten de daarbij vermelde bedragen als
voorschot verstrekt ter uitbetaling aan de in
die gemeenten gevestigde vereenigingen uit
sluitend werkzaam ter bevordering van de
verkrijging van onroerend goed door land
arbeiders Delfzijl f 903.Hellendoorn
f 2600 Gendt f 10.800 Heerhugowaard
f 6730 Costerhesselen f 2674.50 Oud-
Vossemeer f 30650; Sleen f 9565; Vlagtwedde
f 5440 Kantens f 5000 Marum f 1800 en
de Wijk f 1620.
SOCIALE WETGEVING.
De Memorie van Antwoord op het Voor-
loopig Verslag der Eersite Kamer inzake de
begrooting van het Ministerie van Arbeid,
H. en N., laat zien dat minister Aalberse nog
niet van plan is om den voortgang der Sociale
Wetgeving stop te zetten. Wel gaat het in een
langzamer tempo en wordt niet te veel hooi
op den vork genomen. Eenige passages uit
bedoeld staatstuk mogen hier volgen
De Arbeidswet.De meening, dat de toe
passing, die thans aan de Arbeidswet door
middel van overwerkvergunningen gegeven
wordt, zou beteekenen een meegaan zij het
ook tegen wil en dank in reactionnaire
richting, acht de minister geheel onjuist.
De toepassing houdt verband met den on-
gunstigen toestand van onze industrie, ten
gevolge van de tegenwoordige malaise, en
geen regeering, ook de meest vooruitstreven
de, kan zich hierbij aan den drang der om
standigheden onttrekken. Van een toegeven
aan de reactie is echter geen sprake, omdat
bij het verleenen van overwerkvergunningen
nimmer verder is gegaan dan in het belang
der industrie noodzakelijk was.
De leden, die meenen dat de minister te
veel waarde hecht aan overwerkvergunningen
denken blijkbaar alleen aan vergunningen,
die verleend worden wegens onvoorziene
omstandigheden en seizoendrukte. De eco
nomische crisis heeft echter tengevolge ge
had, dat reeds sedert geruimen tijd werktijd
verlengingen worden toegestaan om geheele
of gedeeltelijke stopzetting van fabrieken
in verschillende bedrijfstakken te voorkomen.
Regeling der huisindustrie. De indiening
van een wetsontwerp betreffende de huisin
dustrie zal geschieden zoodra de toestand
van 's lands financiën dit toelaat. De minister
is voornemens een. voorontwerp eener wet
telijke regeling van de huisindustrie binnen
kort bij den Hoogen Raad van Arbeid aan
hangig te maken.
Collectieve arbeidsovereenkomst. Om
trent een aan het Departement van Justitie
ontworpen privaatrechtelijke regeling van
de collectieve arbeidsovereenkomst, is des
tijds door den Hoogen Raad van Arbeid advies
uitgebracht. Mede op grond van dat advies
wa~ de minister met zijn ambtgenoot van
justitie van oordeel, dat de privaatrechtelijke
en publiekrechtelijke regeling tegelijk bij de
Staten—Generaal aanhangig gemaakt moes
ten worden. Nu het praeadvies van Commis
sie XII van den Hoogen Raad van Arbeid
over bedrijfsorganisatie en aanverwante vraag
stukken een onderwerp van bespreking in
dien Raad heeft uitgemaakt, zal spoedig een
beslissing over de indiening van een wetsont
werp tot regeling der collectieve arbeidsover
eenkomst genomen kunnen worden.
Sociale Verzekering. De minister acht
den tijd nog niet gekomen, volledig zijn denk
beelden inzake de geheele regeling der sociale
verzekering thans te bespreken.
Rijkskinderfonds. Voorloopig komt er
geen voorstel inzake instelling van genoemd
fonds, omdat de toestand der industrie
het opleggen van zwaardere lasten niet ge
doogt.
Ziekteverzekering. Ook deze verzekering
moet nog een wijle rusten. Evenwel wil de
minister niet te lang hiermede wachten.
Volkshuisvesting. Door de daling in de
i bouwkosten kan in afzienbaren tijd het toe
kennen van bouwpremie vervallen. Of straks
I een deel der bouwpremiën als crisis kosten
zullen moeten worden afgeschreven, kan
eerst bij meer stabieler toestand overwogen
worden.
Werkloosheidsverzekering en Arbeids
bemiddeling. De indiening van een wets
ontwerp tot regeling van de verzekering tegen
de geldelijke gevolgen van werkloosheid,
heeft bij den minister reeds geruimen tijd
geleden een punt van ernstige overweging
uitgemaakt. Hij heeft over enkele punten het
advies van den Nederlandschen Werkloos-
heidsraad gevraagd,welke echter z'n definitief
advies nog niet heeft uitgebracht. Inmiddels
blijft de regeling, neergelegd in hét "Werk
loosheidsbesluit 1917, gehandhaafd de werk
lozenkassen worden in 1923, voor zoover de
noodzakelijkheid is gebleken, door toeken
ning overeenkomstig dat besluit van een sub
sidie van meer dan 100 pet. der bijdragen, in
staat gesteld haar reglementaire uitkeeringen
te verstrekken.
De regeering heeft besloten t.a.v. de
werkloosheids kassen de gelegenheid tot
voering eener steunregeling, als in het advies
van den werkloosheidsraad bedoeld, mogelijk
te maken met stopzetting der kas.
De meening, dat de arbeidsbemiddeling in
het geheele complex van maatregelen, aoor
de overheid te nemen, ter bestrijding van de
werkloosheid, een voorname plaats moet
innemen, w&rdt volkomen door den minister
gedeeld.
DE MOORDAANSLAG BIJ EINDHO
VEN.
Voor de rechtbank in Den Bosch heeft
Donderdag terechtgestaan Cornelia Pe-
tronella de Werd, 37 jaar, huisvrouw van M.
Desmet, te Eindhoven, omdat zij in Aug.
1922 een boterham, voor Desmst bestemd,
heeft bestrooid met een hoeveelheid cyaan
kali, voldoende om dezen te dooden.
De uitvoering van haar misdadig voorne
men heeft zij niet kunnen volvoeren ten ge
volge van de van haar wil onafhankelijke
omstandigheid, dat haar echtgenoot, toen
hij deze boterham wilde nuttigen, reeds bij de
eerste bete getroffen door den onaangenam en
bitteren smaak, deze uitspuwde en geen enkel
stuk van de boterham heeft genuttigd.
Voorts wordt haar ten laste gelegd, dat
zij Kerssemakers bij de voorbereiding van
zijn moordplannen is behulpzaam geweest en
hem de gelegenheid en de middelen voor
zijn misdrijf heeft verschaft, doordat zij 3 Jan
wetende dat Kerssemakers haar echtgenoot
van het leven wilde berooven, hem een
aan haar toebehoorend, met scherp geladen
revolver, heeft doen overhandigen.
En J. J. H. M. Kerssemakers, fabrikant,
28 jaar, is ten laste gelegd, dat hij 4 Jan. onder
de gemeende Leende opzettelijk en met voor
bedachten rade uit een revolver drie schoten
op Desmet heeft afgeschoten, met de bedoe
ling dezen van het leven te berooven, subs,
hem zwaar lichamelijk letsel toe te brengen.
Hét eerst kwam in behandeling de zaak
tegen Kerssemakers, die verklaarde, dat mevr
Desmet eens op haar man geschoten had,
toen. deze te bed lag. Het schot was in den
muur terechtgekomen. Mevr. Desmet, die
flO.OOO gevraagd had voor het doodschieten
van haar man, had na't mislukte schot de re
volver teruggegeven. 3 Jan, had zij hem opge
beld en gezegd, dat zij de daad niet aandurfde.
Zij had toen K. verzocht, haar man te dooden.
4 Jam heeft deze Desmet ontmoet en he-n
verteld, dat hij hem eens iets zou vertellen
Tfan de houding van zijn vrouw en verzocht
mee. te.rijden in zijn auto naar Leende. Dan
kon hij zich daar persoonlijk overtuigen. Toen
Desmet ter plaatse uitgestapt was om te luiste
ren, heeft hij de browning op hem gericht.
De heer Desmet verklaarde, dat in de zes
tien jaren van zijn huwelijk de verhouding
altijd goed geweest was, totdat in het voor
jaar van 1922 de vrouw in kennis kwam met
Kerssemakers. Get. he?ft zijn vrouw eens
een klap gegeven, omdat zij dingen aan K.had
verteld, die zij niet had npgen vertellen. Te
gen Kerssemakers zag zij op, omdat hij van
hoogeren maatschappelijken stand was.
Getuige had een revolver in huis van denzelf
den vorm als het wapen, waarmede dft aan
slag is gepleegd. Dat wapen was altijd onder
bereik van de vrouw, zoodat deze geen revol
ver van K. had noodig geacht. 4 Jan. is K.
met getuige per auto de bosschen ingereden,
waar zij onder een voorwendsel van K. uit
stapten en waar K. op getuige schoot. Hij
hoorde K. zeggen Nu zullen we eens afre
kenen, bemerkte toen, dat hij verkeerd ge
dacht had en vluchtte. K.zond hem nog revol
verschoten na en heeft hem aangegrepen. In
de worsteling, die ontstond, richtte K. de
revolver op getuige's hoofd doch het wapen
ketste* l
's Nachts heeft de vrouw hem in het zieken
huis bezocht. Zij heeft hem daar onder tra
nen vergiffenis gevraagd. Van den aanslag
had zij echter niets geweten.
Getuige heeft een civiele vordering tegen K.
ingesteld, om zich te wapenen tegen laster
lijke praatjes, welke familie van K. omtrent
get. heeft uitgestrooid.
Eisch 15 jaar gevangenisstraf.
Ook tegen mevr. Desmet is 15 jaar gevan
genisstraf geëischt.
DE CHINEEZENMOORDEN.
Beklaagden voorloopig in vrijheid gesteld.
Het Amsterdamsche Gerechtshof heeft
heden de behandeling voortgezet van de zaak
tegen de drie Chineezen, die door de recht
bank veroordeeld waren.
Twee hunner werden wegens doodslag
tot 4 jaar veroordeeld, nummer 3 tot 3 jaar
gevangenisstraf wegens poging tot doodslag
Het betrof hier twee gevallen van de moord
en schietpartijen tusschen de Chineezen te
Amsterdam in den zomer van het vorige jaar
de eerste zaak betrof het doodschieten van
den Chinees Tchong Kou, die echter her
steld is.
Na eenige formeele vragen aan drie veld
wachters vroeg de advokaat-generaal, mr.
dr. v. Geuns de zaak uit te stellen tot half 1
Mei. Dan zal de Roepat die aan boord eenige
Chineezen heeft, die als getuige zullen moeten
worden gehoord te Amsterdam binnenloopen.
De verdediger, mr. van Menk zeide, dat
het niet aangaat deze beklaagden, die reeds
een half jaar in voorarrest zitten, nog langer
vast te houden. Mocht de zaak worden aan
gehouden, dan zou pl. op onmiddellijke
invrijheidsstelling willen aandringen. Is van
geen aanhouding sprake, den verzocht pl.
vrijspraak.
De vijf Chineezen zouden 11 Mei binnen
komen, maar pl. had gehoord, dat de getuigen
niet aan boord waren en hier ook niet meer
zouden komen.
Na in raadkamer te zijn geweest besliste
het hof, dat de verdere behandeling der zaak
zal plaats hebben op Vrijdag 18 Mei en dat de
beklaagden in vrijheid zullen worden gesteld.
UITSLUITING IN DE STEENINDUS
TRIE.
De malaise heeft ten gevolge gehad, dat de
fabrikanten in de steenindustrie voor de
noodzakelijkheid kwamen te staan, óf hun
abrieken te sluiten, óf een loonsverlaging
van 25 pCt. in te voeren. Het laatste heeft,
als te verwachten was, veel tegenstand van
de arbeiders uitgelokt. Toen de arbeiders
op een fabriek te'Olburgen, zonder het over
leg af te wachten, in staking zijn gegaan, heb
ben de werkgevers dét beantwoord met een
uitsluiting, die zich voorloopig bepaalt tot
de fabrieken aan den Boven-IJsel.
Over de aanleidingen tot het conflict wordt
aan de „N. R. Ct." het volgende meege
deeld
De grond-oorzaak is de geweldige malaise,
welke iri de steenindustrie heerscht. Een
loonsverlaging kon niet uitblijven, ook al
zijn de loonen der steenfabrieksarbeiders
niet buitengewoon hoog, doch het was een
van de middelen, om te trachten de fabrieken
op gang te houden. De steenen worden thans
overal ver beneden kostprijs verkocht en dit
is ten slotte voor geen enkele fabriek vol te
houden, al heeft de een een langer uithou
dingsvermogen, dan de andere. Ter demon
stratie de volgende cijfers De prijs der stee
nen (bedoeld wordt hier IJselsteen) was
vóór den oorlog ongeveer 10 per mille.
Thans worden deze steenen verkocht voor
gemiddeld 17.50 per mille, terwijl zoowel
de arbeidsloonen 3ls de kolenprijzen nog onge
veer. 2^4 maal zoo hoog zijn als vóór den oor
log. Gemiddeld bedraagt het verlies per
mille dan ook ongeveer 10. Dit cijfer vari
eert, waar de eene fabriek (de oudere) weinig
behoeft af te schrijven, terwijl de andere (de
nieuwe, kostbare fabrieken) soms tot 6
per 1000 steenen afschrijvingskosten hebben
te boeken. Vast staat echter, dat de kostprijs
voor alle IJselsteenfabrieken varieert van
22 tot 27 per mille.
Bovendien lijden de gezamenlijke Neder-
landsche fabrieken aan een geweldige over
productie, die varieert van 25 tot 50 pCt.
Daarbij komt nog de groote invoer van Belgi
schen steen. Doordat ruim 4 millioen steenen
uit België werden ingevoerd, zijn de overja
rige voorraden thans vrijwel gelijk aan een
geheele jaarproductie.
De eerste stap, dien de fabrikanten meenden
te moeten doen, om tenminste niet langer
met zulke enorme verliezen te moeten wer
ken, was de loonen met 25 pCt. te vermin
deren. Hierdoor zal de toestand eenigszins
kunnen verbeteren, al komt men er hierdoor
zelfs met een verlaging der kolenprijzen, niet.
Afdoende verbetering kan slechts verkregen
worden, zoodra de geweldige overproductie
verdwijnt.
Evenals langs den IJsel, zal dan ook onge
twijfeld een staking langs Rijn en Waal,
oogenblikkelijk met een algeheele uitsluiting
worden beantwoord.
Van Westervoort af, tot aan den beneden
IJsel liggen thans vrijwel alle steenfabrieken
stil. Op de meeste fabrieken zijn alleen de
bazen aanwezig, op enkele fabrieken wordt
nog met enkele arbeiders eenig noodzakelijk,
werk verricht.
Ongeveer 2000 steenoven-arbeiders zijn
bij het conflict betrokken, zoowel behoorende
tot de christelijke en katholieke organisaties
als tot de moderngeorganiseerden.
De partij-bestuurders hebben reeds ver
schillende malen met de fabrikanten gecon
fereerd, doch met weinig resultaat, meer het
gevolg van bovengeschetste enorme malaise,
dan van een afwijzende houding van de zijde
der partijen. Dit blijkt ook wel daaruit, dat,
zooals we vernamen, het afkondigen van de
staking op een der fabrieken te Olborgen bij
Steenderen, door de organisatiebesturen, die
daarin niet werden gekend, ten zeerste wordt
afgekeurd.
tentoonstelling het begin van een nieuw
tijdperk.
Terstond nadat de voorzitter de tentoon
stelling voorgeopend had verklaard, volgdea
de keuringen.
DE PAASCHTENTOONSTELLING TE
SCHAGEN.
De Woensdag te Schagen gehouden Paasch-
tentoonstelling van Vet Rundvee enz., is des
morgens ten 9 ure geopend door den Voor-,
zitter, den heer Rutger Kaan Dz., in tegen
woordigheid van B. en W., juryleden, inzen
ders en vele andere belangstellenden.
De voorzitter bracht dank aan Schagens
gemeentebestuur voor den steun aan de
Verceniging verleend en evenzoo aan heeren
juryleden, inzenders en allen, die aan het
welslagen van deze tentoonstelling hebben
medegewerkt. Spr. wees er op, dat deze ten
toonstelling een bijzondere beteekenis heeft.
Bij de oprichting der Verecniging werd op
de statuten de Koninklijke goedkeuring ge
vraagd en verkregen voor den tijd van 29
jaar, welke termijn het vorig jaar was geëin
digd. Opnieuw is toen de Koninklijke goed
keuring gevraagd en verkregen voor een
gelijk aantal jaren en is thans deze 30ste
PAASCHCOMMUNIE VAN EERHER
STEL.
Den talloozen leden van 't Genootschap det
Paaschcommunie van Eerherstel verzoeken
wij dringend, ook dit jaar niet te vergeten,
buiten hun eigen Paaschcommunie minstens
eens de H. Communie tot eerherstel te
ontvangen, met het inzicht, hierdoor dé
plaats te vervangen aan het Eucharistisch
Feestmaal van een dier ongelukkige katho-
l.eken, die hun paascholicht niet vervullen.
P.'JOACHIM ss.' cc.
H. HART RETRAITES.
Voor de zelatricen van het Intronisatiewer\
en andere dames, die zich willen verdiepen
in de godsvrucht tot Jezus' H. Hart, zullea
dit jaar twee retraites gepreekt worden. In '1
Retraitehuis te Roermond door Pater Joachim
(14 Mei) en in het Cenakel te Tilburg door
Pater Desiderius (23—26 Mei,) beiden van
het Klooster der H. H. Harten te Ginnekea,
waar de deelneemsters zich spoedig gelieven
op te geven.
DE STUDIE DER AARDRIJKSKUNDE
EN DER VOLKENKUNDE AAN DB
UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM.
Bij het nieuwe academisch statuut worden
voor het eerst in Nederland de academische
examens in de aardrijkskunde geregeld. De
vereenigde faculteiten der Universiteit van
Amsterdam brengen te dien aanzien het na
volgende ter kennis van studenten en verdere
belangstellenden.
Het evengenoemde statuut onderscheidt
drie richtingen bij de studie der aardrijks
kunde te weten a. Studie van de natuur
kundige aardrijkskunde b. Studie van de
sociale aardrijkskunde c. De vrije studierich
ting.
Aan de Universiteit van Amsterdam be
staat gelegenheid deze drie studierichtingen
te volgen. De voorzitter van de commissie
uit de vereenigde faculteiten voor de studie
in de aardrijkskunde, prof. dr. S. R. Stein-
metz, is bereid de aankomende studenten van
raad te dienen bij de keuze der te volgen
richting en verdere studievragen.
De duur der studie wordt in alle drie rich
tingen, de promotie niet inbegrepen, bereken
op vier jaren.
DE R.K. UNIVERSITEIT.
Tegemoetkoming aan bezwaren van
Ged. Staten.
Het Donderdag verschenen Gemeente
blad van Nijmegen bevat een brief van Ged.
Staten van Gelderland aan B. en W. van Nij
megen betreffende de R.K. Universiteit. Ged
Staten zeggen daarin, dat het Raadsbesluit
bij hen eenige bezwaren heeft ontmoet. De
ze komen hierop neer
a. een bepaling dient te worden opgeno
men, volgens welke de grond genoemd onder
a. van het raadsbesluit in vollen eigendom
aan de Gemeente zal terugkeeren, indien bin
nen een zekeren tijd op die terreinen geen
gebouwen ten behoeve van de R.K. Univer
siteit zijn opgericht
b. Ged. Stat.en hebben bezwaar tegen een
eeuwigdurende dotatie. Er moet een tijdstip
komen, waarop uit dien hoofde uit de ge
meentekas geen gelden ten behoeve van da
Universiteit worden verstrekt. Dit kan, mee
nen Ged. Staten, bereikt worden door de be
paling, dat inplaats van f 100.000 voor altijd
wordt gegeven f 102.643.21 voor den tijd van
75 jaar.
c. Ten slotte willen Ged. Staten bepalen,
dat, indien wijziging komt in de financieele
verhouding tusschen het Rijk en de K.K.
Univers teit, nader overleg tusschen het ge
meentebestuur en de stichting zal plaats heb
ben over de gemeentelijke financieele rege
ling en de wijzigingen de goedkeuring van
Ged. Staten behoeven.
Indien het Raadsbesluit in bovenbedoel
den zin wordt gewijzigd, verklaren Ged. Sta
ten zich bereid aan het nadere besluit hun
goedkeuring te verleenen.
Naar aanleiding van dezen brief hebben
B. en W. van Nijmegen het raadsbesluit van
7 Febr. jl. aan een herziening onderworpen
en het gewijzigde ontwerp aan het bestuut
van de St. Radbouds-stichting ter beoordee
ling voorgelegd.
Het bestuur dier Stichting heeft zich met
dit ontwerp vereenigd. Ten einde tevoren
van de instemming van Ged. Staten verze
kerd te zijn, hebben B. en W. vervolgens het
ontwerp aan dit college toegezonden.
Bij brief van 14 Maart jd. hebben B. en Vi
bericht ontvangen, dat indien de Raad dit
ontwerp vaststelt, Ged. Staten aan dit nieuw
te nemen raadsbesluit hun goedkeuring zul
len hechten.
ALTIJD GEMOEDELIJK.
Een boer werpt een dronken landloopci
met zulk een kracht de deur uit, dat de
dronkaard op een nabije gelegen mesthoop
terecht komt. „Nou, dat vind ik mooi," mom
pelt de vagebond, vergeefsche moeite doen
de om zich op te richten. „Zeer aange
naam dit van u te vernemen," antwoordde
de boer, „doe maar net alsof je thuis waart!"
De goede nacht.
Aan z'n sombere groet en z'n stil zijn be
merkten de kameraads op de werkplaats, dat
er iets aan haperde.
Er werd gesmoesd en onderdrukt gelachen
onder de jongeren.
Maar hij deed alsof hij er geen erg in had,
werkte zwijgend voort bij z'n draaibank.
Hij zong niet zooals gewoonlijk en ook z'n
fluit-deuntjes bleven achterwege....
Ja, er was bepaald iets met Willem fluis
terden ze weer tegen elkander.... en ze
gingen eikaars nieuwsgierigheid prikkelen
met gissingen en geheime informaties bij
Willem's meer intieme kameraads.... doch
Se haalden de schouders op
Maar de op 'n nieuwtje belusten gaven het
niet op en ze gingen wat luider voort met
hun plagend gegis.
„Wim heb zeker ruzie gehad met z'n kost-
vrouw" riep er een,
„Of hij is geschrokken van z'n belasting
papiertje" lachte 'n ander.
„Ik weet 't" deed komiscb-gewichtig 'n
derde.... „Z'n meissie heb 'm afgeschre-
venl"
Woedend keek Wim den laatste aan en
deed 'n paar dreigende stappen in diens
richting.
„Je houdt je mond! Verstaan? Bemoei je
niet met mijn zaken.... dat doe ik met de
jruve.ook niet!"
„Tuu, tuu, hou je gedekt, man; hou je ge
dekt.... kan je nie eens meer tegen 'n lol
letje r
„Daar vallen geen lolletjes mee te ma
ken. en hou nou verder je snuit 'r over."
Aan z'n saamgeknepen lippen, z'n bleek
gezicht en z'n bevende vuisten zagen ze,
dat 't ernst was.
En ze wisten meteen de oorzaak.
Maar nu werd 't stil in z'n omgeving. Want
allen ochten Widv gaarne lijden. Hij zei hen
wel eens flink de waarheid, en kon soms
heftig uitpakken als er met godsdienstige za
ken werd gespot.... maar hij was 'n eerlij
ke kerel en had veel voor anderen over.
Het zwijgen deed Willem goed. Dit gaf hem
de zekerheid, dat ze met 'm te doen hadden,
dat ze spijt voelden over de onaangename
wijze waarop ze het nieuwtje hadden uitge-
vischt.
Om twaalf uur, bij 't naar' huis gaan, liep
Jan Hiemerts naast 'm.
Jan was z'n meest vertrouwelijke vriend.
Ze woonden niet ver van elkaar en hoorden
onder dezelfde parochie.
Jan wachtte af, of Willem 't eerst zou gaan
praten.
Maar dit gebeurde niet.
Toen begon de vriend zacht: „Hoe is dat
zoo ineens 'gekomme, Wim, I k mag 'r toch
wel wat meer van weten, niet?"
„Jawel. natuurlijk. maar je begrijpt
toch, dat ik 't beroerd vin om er over te
praten...."
„Ja.dat begrijp 'k zeker.Maar met
'n vriend er over spreken doet ook wel es
goed. En dan jij, die om zoo te zeggen allepn
staat in de wereld...; geen ouwers meer en
bij vreemde menscben in de kost...."
„Ja.... dan treft zooicts nog erger......
nog erger.... En 'k hield van 'r, Jan....
ik hield van 'r.... dat weet j1" 't beste....
't Was uaar niet zoo'n gewoon scharrel
partijtje.... ik meende 't echt goed.... en
dan zóó gemeen te handelen."
„Wat is 't dan? lebben jullie herrie ge
had? Kan 't niet bijgelegd worden?"
..Nee.... nooit.... ze gaat al njet 'n an
der. dat heb ze d'r al bijgeschreven ook.
Ja, 't is fijn.... Ze was bang, dat ze 't later
niet goed genoeg zou krijgen, schreef ze....
als arbeidersgezin bleef je altijd dezelfde....
nou ging ze met iemand, dié eigen baas was.
Al 'n heele poos moet ie werk van 'r ge
maakt hebben, hoor 'k nou.... Dat ging dus
allemaal maar stil.... terwijl ze nog met
mijn.O kerel, je weet niet hoe ellendig ik
me voel.... hoe 't bij me wrokt hier van
binnen.... hoe 'n toer 'k heb, om me kalm
te houwe.... om niet naar d'r toe te vlie
gen en 'r te verwijten, waar iedereen bij is,
hoe gemeen ze.
Jan trok hem 'n zijstraatje in, want hij zag,
dat de voorbijgangers bemerkten hoe opge
wonden Willem w hoe 'n vertrokken
gezicht' hij had.
,,'t Is erg, Willem, 't is heel erg voor je
zei hij rustig.... „Maar we kunnen er hier
niet over pratentenminste niet op deze
manier. Ik wil je alleen nog zeggen, dat je
't je eigen erger antrekt dan noodig is....
Dat lijkt hard wat 'k nou zeg, maar t is
zoo.
„Jij kan 't niet zóó voelen, Jan, dat begrijp
'k.... dat neem 'k je ook niet kwalijk....
Maar ik ben 'r kapot van.... kapot/... Je
weet niet, wat voor toekomstplannen ik al
lemaal al had gemaaktOp zulke laag
heden reken je toch niet, wel? Ik meende 't
zoo goed...; ik ben niet zóó, om maar op
losse voet 'n v.erkeering an te gaan.... dat
zit niet in me.... ik meende 't echt en ik
vertrouwde haar. Waar heb ik 't an ver
diend, dat ik zóó bezocht mot worden, ik,
die heelcmaal alleen ben, geen vader en
moeder meer, broers en zusters ver weg.
„Je zegt bittere dingen, Wim.... zoo heb
je nooit gepraat."
„Ik heb ook nog nooit zooiets bij de hand
gehad. Ja, ik b e n bitter.... nou weet je
't.ik k a n 't niet zetten.... Wat heb 'k
gedaan? Nooit iemand iets in den weg ge
legd. ik doe m'n plichten, ik...»"
„Stil, Willem.... anders ga 'k weg...."
Dit zei Jan scherp en verwijtend.... 't
deed Willem pijnmaar hij voelde, dat z'n
vriend op tijd had gesproken.
Ze waren bij Wim's kosthuis gekomen.
„Ik kom van avond wat praten, Wim....
ik heb 'n voorstel.... jij hebt iets bijzon
ders noodig. om weer de ouwe te worden.,
en daar zal ik voor zorgen."
Stevig drukte hij' de band van z'n vriend.
Daar ging weer dc donkere massa in den
nacht.
In den nacht die groot was.
Daar trokken weer de vele duizenden
mannen uit alle richtingen naar de oude Mi
rakelstad, om te gaan brengen de jaarlijksche
hernieuwing eener grootsche massa-hulde
aan het Heilig Sacrament.
Ook de twee vrienden trokken mee.'
Jan had eenige moeite gehad Wim over te
halen.
Wim kon 't zich niet voorstellen, dat juist
die Stille Omgang daarvoor noodig was.
„F.n toch is dat zoo" had Jan gezegd.
„Juist jij moet zoo iets eens meemaken.... 't
zal een goede nacht voor je zijn, geloof me."
En Willem had toegestemd.
Nu liepen ze naast elkaar in de onafzien
bare stoet van wakkere Roomsche mannen
en jongelingen, die openlijk hun levend ge
loof in den waarachtigen God gingen belij
den.
In het begin voelde Willem zich vreemd.,
hij zag zich aangegaapt door nieuwsgierigen,
hoorde spot-gemompel hier en daar.
Maar verderop kwam de rust over hem.,
de rust, die hem weldadig moest zijn.
En toen in den stillen nacht helder op
klonk het „Adoro Te" met het jubelende
„Ave Jesu", huiverde hij van ontroering, j
God, ja.... dat deed hem goed, nu al....
Wat werd die lange tocht bliiruoediiJ oDie- i
wekt ingezet.En hoe velen zouden er on
der die honderden zijn, die ook droefheid
hadden, die ook treurden om verloren il
lusies. die harder waren geslagen dan hij?
En toch gingen ze den weg van vele uren,
zonder voedsel, zonder dronk, zonder rust
plaatsen ze zongen, ze baden, ze smeek
ten, ze brachten lof aan hun Schepper, van
Wien ze wisten, dat Hij alles bestelde en be
schikte zooals het moest zijn, zooals het voor
allen het beste was. Voor hem dus ook?
Voor hem alleen niet? Dat 'kon niet zijn.
„Paree Domine, paree populo tuo"
Opnieuw overstroomde hem de ontroering
die hij nooit te voren had gekend. 1
Wie van die honderden bekommerde zich
nu om de wereldsche ellende.... Ze gingen
allen te zamen weg voor het ééne groote.
één doel bracht hen zoo sterk, zoo machtig
vereend op dezen weg.... ja, wat voelde hij
dat n,u goed.wat voelde hij. hevig de
kracht van het geloof.... En hoe verkeerd
had hij zich gedragen de laatste dagen....
Hij had ge aord, gewrokt.... bij God, hoe
was dat mogelijk geweest.... Jan had ge
lijk.... dat bijzondere had hij noodig om
weer de oude mensch te worden.
„Hart van Jezus, vol goedheid en liefde.,
ontferm U onzer...."
Kom, meebidden, niet meer denken....
niet meer denken.... 't was alles zoo goed
nu.zoo ruim, zoo onzeggelijk mooi.
„Hart van Jezus, Koning en middelpunt al
ler harlkn.... ontferm U onzer...." Het
massa-antwoord vereenigde zich met het ge
dreun der stappen.
waarin alle schatten zijn van wijs
heid en wetenschap.... ontferm U...."
„Hart van Jezus, mild jegens allen die U
aanroepen.
bron van alle vertroosting, ontferm
U onzer."
O, wat had.hij dat vergeten.... wat hoor
de hij elke zin duidelijk, wat besefte- hij de
beteekenis vw
Ja, wel was hij teleurgesteld geworden,
diep gekrenkt door degene voor wie hij al
les had willen doen. Maar zag van hierbo
ven niet op die heilige tocht neer: Hij, Die 't
juist zoo had laten gebeuren? Het moest
zoo zijn.... Hij was gespaard gebleven voor
'n leven van ellende.... zijn keus was niet
goed geweest.En nu herinnerde hij zich,
hoe lauw, hoe onverschillig zij zich soms had
getoond in godsdienstige zaken.... hoe hij
dit alles voorbij had gezien met de sussende
gedachte, dat dit wel anders zou worden.
ze had hem niet liefgehad, want daar had ze
toch niet naar gehandeld.... Ze verkoos 'n
ander, die haar meer gemak, meer plezier
kon bezorgen.
Nee, niet meer denken.... 't was goed
zoo.... 't was bijtijds anders gegaan.,., hij
had slecht gehandeld in z'n verbittering....
hij had datgene vergeten, wat boven alles
moest worden geplaatst....
„Troosteres der bedrukten, bid voor ons...
Hulp der Christenen, bid voor ons.
Neen, hij voelde zich niet meer alleen en
verlaten op de wereld.... Hij kon nog bid
den hij had, wat millioenen mistenen
hij was ondankbaar geweest.
Wat was die nacht goed en heilzaam.
En heel 'die lange weg, hoe vermoeiend
ook, werd een tocht van zalige vreugd, van
zielsgenot.
En toen Jan hem zag schreien, jubelde het
in hem.
„Magnificat. Magnificat."
De nacht bleef goed.... en de inwerking
duurzaam.
G. N.
(Nadruk verboden).