ELCK WATWILS Tweede Blad 24 Maart 1923 A RESHTSZAKEN. HANDEL EN NIJVERHEID. =3. LANDBOUW EN VISSCHERIJ. KERK EN SCHOOL TREKJES CCLXXXV1I. MERKWAARDIGE FEITEN. Onder bovenstaand opschrift wijst „K." in de Volkskrant op twee voorbeelden van R. K. Patroonsvereenigingen die een gunstige aan- teekening verdienen Vooreerst wijst hij dan op den Kath. Bond van Bouwvakpatroons die zijn neutrale zus terorganisatie in den steek liet omdat door haar optreden de bedrijfsvrede in gevaar werd gebracht. Ook in de meubelindustrie hebben de R. K. Werkgevers het geschil voor den R. K. Be- drijfsraad gebracht en dus den iuisten weg gekozen. Dat zijn inderdaad feiten, waarvan men de beteekenis niet te laag mag aanslaan. Er hoort wij arbeidèrs ondervinden dat zoo vaak werlkeijk moed toe om de samen werking met andersgezinde collega's af te breken zoodra men bemerkt dat niet over eenkomstig onze beginselen wordt gehandeld. Men komt er zoo spoedig toe, om hande lingen van de wederpartij als uitgangspunt en richtsnoer aan te nemen en dat moeten we juist niet hebben voor alles dient de vraag gesteld of de actie in zich aan onze be ginselen kan getoetst worden en ten slotte of er niet door andere middelen dan door strijd tot oplossing kan gekomen worden. Dat lijkt mij voor beide partijen indien rij zich op R. K. standpunt willen stellen de eenig juiste weg. Intusschen het is niet aan te nemen dat „K." met het noemen van deze twee gunstige voorbeelden uitgeput zou zijn, want er zijn er ongetwijfeld méér zoo aan te halen. Waarheid is, dat nog maar al te sporadisch R. K. Patroonsvereenigingen er voor te vin den zijn om recht boven macht te stellen en dus aan het oordeel van onpartijdigden over te laten hoe er gehandeld moet worden, wan neer geen overeenstemming is te verkrijgen. De leden stellen zich hoewel zeer ten onrechte vaak op het standpunt, dat zelfs de beste scheidsrechters niet kunnen uit maken wat zij betalen kunnen, terwijl van de honderd gevallen wel negen en negentig de beslissing die een scheidsgerecht neemt, oneindig veel beter is te achten dan zelfs den meest gunstig ten einde gebrachten strijd of zelfs als een voortdurende ontevre denheid. Dat er nog wel meerdere R. K. Patroons vereenigingen zijnj.die er zoo over denken heb ik zoo pas nófe ondervonden te Loosdui nen. Het tuinbouwbedrijf is niemand twij felt daaraan een getroffen bedrijf en het is verklaarbaar dat de onderhandelingen met de arbeidersorganisatie^ moeilijkheden op leverden. Aan de eene zijde een bedrijf dat in het afgeloopen jaar zeer ongunstig is geweest, aan de andere zijde de noodzakelijkheid om toch een zoodanig loon te bedingen dat de huis gezinnen niet ten gronde gaan. Vandaar dan ook, dat nóch de R. K. Werk gevers, nóch de neutrale Werkgevers het met de arbeiders ééns konden worden over de arbeidsvoorwaarden. Maar de R. K. Patroons-organisatie (L.T.B.) te Loosduinen zegde, zoodra zij bemerkte, dat de combinatie van patroons vereenigingen den vrede in gevaar bracht,' de samenwerking op en ging haar eigen weg, die ten slotte op arbitrage is uitgeloopen Zoo zou ik wel meerdere gevallen kunnen noemen, doch ik meen voor heden hiermede wel te kunnen volstaan, want het is voldoende om hun die meenen, dat het practisch geen verschil uitmaakt of we met een R. K. of neutrale Patroonsvereeniging te maken hebben, toch duidelijk te maken dat we ook op dat terrein niet generaliseeren kun- i en Mijn werk brengt het mede, dat ik vaak met Patroonsbonden in aanraking kom en ik erken gaarne dat nog lang niet allen het Zoover gebracht hebben om strijd als een alleruiterst middel te beschouwen, ofwel te begrijpen dat het in hooge mate verkeerd is eenzijdig de arbeidsvoorwaarden vast te stel len. Maat ik ben het volmaakt- met „K." eens, dat het van groot belang is, om ook de aan dacht wat meer te schenken aan die gevallen, vaarin de R. K. Werkgevers zich wel degelijk ioor hun beginsel lieten leiden. En waar dat gebeurt ik wees daar ver leden week reeds op is strijd tusschen R. K. Organisatie's buitengesloten en zullen we ook aan zooveel anderen die het goede willen een voorbeeld geven hoe het kan en hoe het moet. A. J. L. SLAP IN DE KNIEëN. „Wanneer de Roomsche en Christelijke „vakbeweging niet slap in de knieën wor- „den dan moeten de werkgevers in de meu belindustrie zich geen illusies maken." St(enhuis) Het Volk, 3 Maart. Dat is weer écht Stenhuisiaans. De man heeft niet eens geduld om af te wachten. Al bij voorbaat staat voor hem vast, dat als het eens minder goed ging in dien strijd, zulks te wijten is aan de „Kerkelijken". De situatie is dus alweer bij voorbaat' gered gaat het-goed, dan komt dat door het zeldzaam tactisch of krachtig optreden van „onz:n" M rnen Meubelmakersbond komt er pèch, dan zij de andere organisatie's door hun knieën ge-akt. Welk nu er nu in dergelijke redeneering gelegen is ik wil het eerlijk erkennen het niet te begr 'pen. Vr eger, toen het organisatieleven nog weinig was doorgedronegn, waren er altijd nog onder ons, die zich door zulke „handig heidjes" van het pad lieten brengen en had den zij althans oppervlakkig nog eenige propagandistische waarde. Maar welk Roomsch of Christelijk geor ganiseerd arbeider laat zich nu door dergelij ke praat misleiden Zoover zijn de arbeiders wel al, dat ze die dingen op de juiste waarde weten te schatten. Het eenige wat de man bereiken kan, is dus kwaad bloed zetten onderling en of dit nu van zooveel tactisch beleid getuigt, kan voor alsnog betwijfeld worden. De tijden zijn voorbij, dat men sommige arbeiders wijs kon maken wat men wilde en dus ook, dat de socialistische bonden beter voor de belangen van de arbeiders opkomen dan de andere Bonden. Wijl doelloos, is die uitdrukking daarom alleen reeds schadelijk zij wordt het te meer, omdat de R. K. en Chr. arbeiders niet gehouden zijn, zich reeds tijdens den strijd te laten g ieven. Wil hij met alle geweld de oudbakken heo- rie aanhangen, dat alleen de socialistische organisatie's perfect werken, dan is dat zijn zaak maar hij zou toch kunnen bedenken, meen ik zoo, dat de propaganda voor die theorie tijdens een strijd weinig nut kan afwerpen, tenzij ook hij het nuttig acht, dat men steeds beter de.taktiek aan die zijde leert doorzien. A. J. L. HERWONNEN LEVENSKRACHT. Naar aanleiding van het maandbericht van Herwonnen Levenskracht schrijft de R. K. Vakbeweging het volgende „Bij dit maandbericht wenscht de re dactie aan te teekenen, dat dit ongewoon „korte lijstje geen gevolg is van het gebrek „aan patiënten, doch helaas van gebrek „aan geld. „In vorige maandberichten van „Her- „wonnen Levenskracht" werd steed, een „grooter aantal voor hare rekening ver pleegde patiënten aangegeven. Het was „toen 180, 188 en 184, terwijl het nu „plotseling tot 163 is gedaald. „Dat is het gevolg van een noodge dwongen 1 ezuiniging, cmdat de inkomsten dat volle aantal patiënten niet langer toeston- cen. „De inkomsten daalden het vorig jaar „in die mate, dat Herwonnen Levenskracht „haar zegenrijk werk moet inkrimpen. „Het bestuur heeft daarmede zoolang „mogelijk gewacht, doch móét er toe over- „gaan, met bloedend hart, want het be stuur weet zoo goed hoe pijnlijk het is „meuschen af te wijzen, die, zelf onbemid deld, hun hoop op „Herwonnen Levens- dracht" adden gesteld. „Laat ons enkele momenten overwegen „wat deze bezuiniging zeggen wil voor de „slachtoffers der tuberculose onder onze „menschen, en wij zullen het eens zijn dat deze toestand geen oogenblik langer mag „duren, en heel onze R. K.-Arbeidersbe weging met verdubbelde krachten „H.-L." „zal helpen aan de noodige gelden. Dat is „een zaak voor eer en van plicht." Het is ongetwijfeld een bedenkelijk ver schijnsel, wanneer Herwonnen Levenskracht in haar actie moet gaan verslappen. Iedereen weet het de inkomsten in talloos veel gezinnen zijn gedaald en het leven wordt er niet gemakkelijker op. Maar het moet ons met eenige inspanning toch mogelijk zijn om te zorgen dat H.-L. haar zegenrijken arbeid kan voortzetten zoo mogelijk nog kan uit breiden. Er worden toch waarlijk geen groote be dragen in ééns gevraagd en daarom kan ook iedereen toch wel iets doen. Wie zich eenig begrip kan vormen van wat het moet wezen als vrouwen en kinderen moeten afgewezen worden omdat inkomsten niet meer zoo vlot vloeien, die begrijpt tevens dat zulks onverantwoordelijk zou zijn. En zij die hun lidmaatschap van de R.K. Vakbeweging hebben opgezegd, mogen wel bedenken, dat ook dat één van de oorzaken is dat Herwonnen Levenskracht minder in komen heeft. Want van elk aangesloten lid,, moet van de contributie aan den vakbond betaald één cent per week aan H.L. afgedragen worden. Ook hier blijkt weer dat er geen schadelij ker reactie is dan de reactie onder ons zélf waardoor wë wat met zooveel moeite is opge bouwd in gevaar brengen. A. J. L. HET WONINGVRAAGSTUK. Het woningvraagstuk is in Nederland nog lang niet opgelost op sommige plaatsen is er nog een belangrijk te kort aan arbeidswonin- gen, waarbij steeds meer gaat klemmen dat de huurprijzen van nieuwe woningen niet meer in overeenstemming zijn met de loonen. Als we echter als juist mogen aan emen wat een Engelsch persbericht deze week ons omtrent de gehouden woningtelling berichtte, dan zijn we met alles waarover we meenen nog te moeten klagen, toch wel in een eenigs- zins betere conditie. Uit dat verslag blijkt dan dat te Londen slechts 38 pet. der bevolking een huis voor zich alleen heeft 32, pet. leeft met 2 gezinnen in 1 huis en 30 pet. met 3 ge zinnen in een huis. 683 duizend menschen in Londen hebben slechts een vertrek voor 2 personen. In de noordelijke i dustrie-streken vooral te Glasgow is de toestand nog slechter. UITVOERING LANDBOUWARBEI- DERSWET. Bij Kon. besluit zijn aan de volgende ge meenten de daarbij vermelde bedragen als voorschot verstrekt ter uitbetaling aan de in die gemeenten gevestigde vereenigingen uit sluitend werkzaam ter bevordering van de verkrijging van onroerend goed door land arbeiders Delfzijl f 903.Hellendoorn f 2600 Gendt f 10.800 Heerhugowaard f 6730 Costerhesselen f 2674.50 Oud- Vossemeer f 30650; Sleen f 9565; Vlagtwedde f 5440 Kantens f 5000 Marum f 1800 en de Wijk f 1620. SOCIALE WETGEVING. De Memorie van Antwoord op het Voor- loopig Verslag der Eersite Kamer inzake de begrooting van het Ministerie van Arbeid, H. en N., laat zien dat minister Aalberse nog niet van plan is om den voortgang der Sociale Wetgeving stop te zetten. Wel gaat het in een langzamer tempo en wordt niet te veel hooi op den vork genomen. Eenige passages uit bedoeld staatstuk mogen hier volgen De Arbeidswet.De meening, dat de toe passing, die thans aan de Arbeidswet door middel van overwerkvergunningen gegeven wordt, zou beteekenen een meegaan zij het ook tegen wil en dank in reactionnaire richting, acht de minister geheel onjuist. De toepassing houdt verband met den on- gunstigen toestand van onze industrie, ten gevolge van de tegenwoordige malaise, en geen regeering, ook de meest vooruitstreven de, kan zich hierbij aan den drang der om standigheden onttrekken. Van een toegeven aan de reactie is echter geen sprake, omdat bij het verleenen van overwerkvergunningen nimmer verder is gegaan dan in het belang der industrie noodzakelijk was. De leden, die meenen dat de minister te veel waarde hecht aan overwerkvergunningen denken blijkbaar alleen aan vergunningen, die verleend worden wegens onvoorziene omstandigheden en seizoendrukte. De eco nomische crisis heeft echter tengevolge ge had, dat reeds sedert geruimen tijd werktijd verlengingen worden toegestaan om geheele of gedeeltelijke stopzetting van fabrieken in verschillende bedrijfstakken te voorkomen. Regeling der huisindustrie. De indiening van een wetsontwerp betreffende de huisin dustrie zal geschieden zoodra de toestand van 's lands financiën dit toelaat. De minister is voornemens een. voorontwerp eener wet telijke regeling van de huisindustrie binnen kort bij den Hoogen Raad van Arbeid aan hangig te maken. Collectieve arbeidsovereenkomst. Om trent een aan het Departement van Justitie ontworpen privaatrechtelijke regeling van de collectieve arbeidsovereenkomst, is des tijds door den Hoogen Raad van Arbeid advies uitgebracht. Mede op grond van dat advies wa~ de minister met zijn ambtgenoot van justitie van oordeel, dat de privaatrechtelijke en publiekrechtelijke regeling tegelijk bij de Staten—Generaal aanhangig gemaakt moes ten worden. Nu het praeadvies van Commis sie XII van den Hoogen Raad van Arbeid over bedrijfsorganisatie en aanverwante vraag stukken een onderwerp van bespreking in dien Raad heeft uitgemaakt, zal spoedig een beslissing over de indiening van een wetsont werp tot regeling der collectieve arbeidsover eenkomst genomen kunnen worden. Sociale Verzekering. De minister acht den tijd nog niet gekomen, volledig zijn denk beelden inzake de geheele regeling der sociale verzekering thans te bespreken. Rijkskinderfonds. Voorloopig komt er geen voorstel inzake instelling van genoemd fonds, omdat de toestand der industrie het opleggen van zwaardere lasten niet ge doogt. Ziekteverzekering. Ook deze verzekering moet nog een wijle rusten. Evenwel wil de minister niet te lang hiermede wachten. Volkshuisvesting. Door de daling in de i bouwkosten kan in afzienbaren tijd het toe kennen van bouwpremie vervallen. Of straks I een deel der bouwpremiën als crisis kosten zullen moeten worden afgeschreven, kan eerst bij meer stabieler toestand overwogen worden. Werkloosheidsverzekering en Arbeids bemiddeling. De indiening van een wets ontwerp tot regeling van de verzekering tegen de geldelijke gevolgen van werkloosheid, heeft bij den minister reeds geruimen tijd geleden een punt van ernstige overweging uitgemaakt. Hij heeft over enkele punten het advies van den Nederlandschen Werkloos- heidsraad gevraagd,welke echter z'n definitief advies nog niet heeft uitgebracht. Inmiddels blijft de regeling, neergelegd in hét "Werk loosheidsbesluit 1917, gehandhaafd de werk lozenkassen worden in 1923, voor zoover de noodzakelijkheid is gebleken, door toeken ning overeenkomstig dat besluit van een sub sidie van meer dan 100 pet. der bijdragen, in staat gesteld haar reglementaire uitkeeringen te verstrekken. De regeering heeft besloten t.a.v. de werkloosheids kassen de gelegenheid tot voering eener steunregeling, als in het advies van den werkloosheidsraad bedoeld, mogelijk te maken met stopzetting der kas. De meening, dat de arbeidsbemiddeling in het geheele complex van maatregelen, aoor de overheid te nemen, ter bestrijding van de werkloosheid, een voorname plaats moet innemen, w&rdt volkomen door den minister gedeeld. DE MOORDAANSLAG BIJ EINDHO VEN. Voor de rechtbank in Den Bosch heeft Donderdag terechtgestaan Cornelia Pe- tronella de Werd, 37 jaar, huisvrouw van M. Desmet, te Eindhoven, omdat zij in Aug. 1922 een boterham, voor Desmst bestemd, heeft bestrooid met een hoeveelheid cyaan kali, voldoende om dezen te dooden. De uitvoering van haar misdadig voorne men heeft zij niet kunnen volvoeren ten ge volge van de van haar wil onafhankelijke omstandigheid, dat haar echtgenoot, toen hij deze boterham wilde nuttigen, reeds bij de eerste bete getroffen door den onaangenam en bitteren smaak, deze uitspuwde en geen enkel stuk van de boterham heeft genuttigd. Voorts wordt haar ten laste gelegd, dat zij Kerssemakers bij de voorbereiding van zijn moordplannen is behulpzaam geweest en hem de gelegenheid en de middelen voor zijn misdrijf heeft verschaft, doordat zij 3 Jan wetende dat Kerssemakers haar echtgenoot van het leven wilde berooven, hem een aan haar toebehoorend, met scherp geladen revolver, heeft doen overhandigen. En J. J. H. M. Kerssemakers, fabrikant, 28 jaar, is ten laste gelegd, dat hij 4 Jan. onder de gemeende Leende opzettelijk en met voor bedachten rade uit een revolver drie schoten op Desmet heeft afgeschoten, met de bedoe ling dezen van het leven te berooven, subs, hem zwaar lichamelijk letsel toe te brengen. Hét eerst kwam in behandeling de zaak tegen Kerssemakers, die verklaarde, dat mevr Desmet eens op haar man geschoten had, toen. deze te bed lag. Het schot was in den muur terechtgekomen. Mevr. Desmet, die flO.OOO gevraagd had voor het doodschieten van haar man, had na't mislukte schot de re volver teruggegeven. 3 Jan, had zij hem opge beld en gezegd, dat zij de daad niet aandurfde. Zij had toen K. verzocht, haar man te dooden. 4 Jam heeft deze Desmet ontmoet en he-n verteld, dat hij hem eens iets zou vertellen Tfan de houding van zijn vrouw en verzocht mee. te.rijden in zijn auto naar Leende. Dan kon hij zich daar persoonlijk overtuigen. Toen Desmet ter plaatse uitgestapt was om te luiste ren, heeft hij de browning op hem gericht. De heer Desmet verklaarde, dat in de zes tien jaren van zijn huwelijk de verhouding altijd goed geweest was, totdat in het voor jaar van 1922 de vrouw in kennis kwam met Kerssemakers. Get. he?ft zijn vrouw eens een klap gegeven, omdat zij dingen aan K.had verteld, die zij niet had npgen vertellen. Te gen Kerssemakers zag zij op, omdat hij van hoogeren maatschappelijken stand was. Getuige had een revolver in huis van denzelf den vorm als het wapen, waarmede dft aan slag is gepleegd. Dat wapen was altijd onder bereik van de vrouw, zoodat deze geen revol ver van K. had noodig geacht. 4 Jan. is K. met getuige per auto de bosschen ingereden, waar zij onder een voorwendsel van K. uit stapten en waar K. op getuige schoot. Hij hoorde K. zeggen Nu zullen we eens afre kenen, bemerkte toen, dat hij verkeerd ge dacht had en vluchtte. K.zond hem nog revol verschoten na en heeft hem aangegrepen. In de worsteling, die ontstond, richtte K. de revolver op getuige's hoofd doch het wapen ketste* l 's Nachts heeft de vrouw hem in het zieken huis bezocht. Zij heeft hem daar onder tra nen vergiffenis gevraagd. Van den aanslag had zij echter niets geweten. Getuige heeft een civiele vordering tegen K. ingesteld, om zich te wapenen tegen laster lijke praatjes, welke familie van K. omtrent get. heeft uitgestrooid. Eisch 15 jaar gevangenisstraf. Ook tegen mevr. Desmet is 15 jaar gevan genisstraf geëischt. DE CHINEEZENMOORDEN. Beklaagden voorloopig in vrijheid gesteld. Het Amsterdamsche Gerechtshof heeft heden de behandeling voortgezet van de zaak tegen de drie Chineezen, die door de recht bank veroordeeld waren. Twee hunner werden wegens doodslag tot 4 jaar veroordeeld, nummer 3 tot 3 jaar gevangenisstraf wegens poging tot doodslag Het betrof hier twee gevallen van de moord en schietpartijen tusschen de Chineezen te Amsterdam in den zomer van het vorige jaar de eerste zaak betrof het doodschieten van den Chinees Tchong Kou, die echter her steld is. Na eenige formeele vragen aan drie veld wachters vroeg de advokaat-generaal, mr. dr. v. Geuns de zaak uit te stellen tot half 1 Mei. Dan zal de Roepat die aan boord eenige Chineezen heeft, die als getuige zullen moeten worden gehoord te Amsterdam binnenloopen. De verdediger, mr. van Menk zeide, dat het niet aangaat deze beklaagden, die reeds een half jaar in voorarrest zitten, nog langer vast te houden. Mocht de zaak worden aan gehouden, dan zou pl. op onmiddellijke invrijheidsstelling willen aandringen. Is van geen aanhouding sprake, den verzocht pl. vrijspraak. De vijf Chineezen zouden 11 Mei binnen komen, maar pl. had gehoord, dat de getuigen niet aan boord waren en hier ook niet meer zouden komen. Na in raadkamer te zijn geweest besliste het hof, dat de verdere behandeling der zaak zal plaats hebben op Vrijdag 18 Mei en dat de beklaagden in vrijheid zullen worden gesteld. UITSLUITING IN DE STEENINDUS TRIE. De malaise heeft ten gevolge gehad, dat de fabrikanten in de steenindustrie voor de noodzakelijkheid kwamen te staan, óf hun abrieken te sluiten, óf een loonsverlaging van 25 pCt. in te voeren. Het laatste heeft, als te verwachten was, veel tegenstand van de arbeiders uitgelokt. Toen de arbeiders op een fabriek te'Olburgen, zonder het over leg af te wachten, in staking zijn gegaan, heb ben de werkgevers dét beantwoord met een uitsluiting, die zich voorloopig bepaalt tot de fabrieken aan den Boven-IJsel. Over de aanleidingen tot het conflict wordt aan de „N. R. Ct." het volgende meege deeld De grond-oorzaak is de geweldige malaise, welke iri de steenindustrie heerscht. Een loonsverlaging kon niet uitblijven, ook al zijn de loonen der steenfabrieksarbeiders niet buitengewoon hoog, doch het was een van de middelen, om te trachten de fabrieken op gang te houden. De steenen worden thans overal ver beneden kostprijs verkocht en dit is ten slotte voor geen enkele fabriek vol te houden, al heeft de een een langer uithou dingsvermogen, dan de andere. Ter demon stratie de volgende cijfers De prijs der stee nen (bedoeld wordt hier IJselsteen) was vóór den oorlog ongeveer 10 per mille. Thans worden deze steenen verkocht voor gemiddeld 17.50 per mille, terwijl zoowel de arbeidsloonen 3ls de kolenprijzen nog onge veer. 2^4 maal zoo hoog zijn als vóór den oor log. Gemiddeld bedraagt het verlies per mille dan ook ongeveer 10. Dit cijfer vari eert, waar de eene fabriek (de oudere) weinig behoeft af te schrijven, terwijl de andere (de nieuwe, kostbare fabrieken) soms tot 6 per 1000 steenen afschrijvingskosten hebben te boeken. Vast staat echter, dat de kostprijs voor alle IJselsteenfabrieken varieert van 22 tot 27 per mille. Bovendien lijden de gezamenlijke Neder- landsche fabrieken aan een geweldige over productie, die varieert van 25 tot 50 pCt. Daarbij komt nog de groote invoer van Belgi schen steen. Doordat ruim 4 millioen steenen uit België werden ingevoerd, zijn de overja rige voorraden thans vrijwel gelijk aan een geheele jaarproductie. De eerste stap, dien de fabrikanten meenden te moeten doen, om tenminste niet langer met zulke enorme verliezen te moeten wer ken, was de loonen met 25 pCt. te vermin deren. Hierdoor zal de toestand eenigszins kunnen verbeteren, al komt men er hierdoor zelfs met een verlaging der kolenprijzen, niet. Afdoende verbetering kan slechts verkregen worden, zoodra de geweldige overproductie verdwijnt. Evenals langs den IJsel, zal dan ook onge twijfeld een staking langs Rijn en Waal, oogenblikkelijk met een algeheele uitsluiting worden beantwoord. Van Westervoort af, tot aan den beneden IJsel liggen thans vrijwel alle steenfabrieken stil. Op de meeste fabrieken zijn alleen de bazen aanwezig, op enkele fabrieken wordt nog met enkele arbeiders eenig noodzakelijk, werk verricht. Ongeveer 2000 steenoven-arbeiders zijn bij het conflict betrokken, zoowel behoorende tot de christelijke en katholieke organisaties als tot de moderngeorganiseerden. De partij-bestuurders hebben reeds ver schillende malen met de fabrikanten gecon fereerd, doch met weinig resultaat, meer het gevolg van bovengeschetste enorme malaise, dan van een afwijzende houding van de zijde der partijen. Dit blijkt ook wel daaruit, dat, zooals we vernamen, het afkondigen van de staking op een der fabrieken te Olborgen bij Steenderen, door de organisatiebesturen, die daarin niet werden gekend, ten zeerste wordt afgekeurd. tentoonstelling het begin van een nieuw tijdperk. Terstond nadat de voorzitter de tentoon stelling voorgeopend had verklaard, volgdea de keuringen. DE PAASCHTENTOONSTELLING TE SCHAGEN. De Woensdag te Schagen gehouden Paasch- tentoonstelling van Vet Rundvee enz., is des morgens ten 9 ure geopend door den Voor-, zitter, den heer Rutger Kaan Dz., in tegen woordigheid van B. en W., juryleden, inzen ders en vele andere belangstellenden. De voorzitter bracht dank aan Schagens gemeentebestuur voor den steun aan de Verceniging verleend en evenzoo aan heeren juryleden, inzenders en allen, die aan het welslagen van deze tentoonstelling hebben medegewerkt. Spr. wees er op, dat deze ten toonstelling een bijzondere beteekenis heeft. Bij de oprichting der Verecniging werd op de statuten de Koninklijke goedkeuring ge vraagd en verkregen voor den tijd van 29 jaar, welke termijn het vorig jaar was geëin digd. Opnieuw is toen de Koninklijke goed keuring gevraagd en verkregen voor een gelijk aantal jaren en is thans deze 30ste PAASCHCOMMUNIE VAN EERHER STEL. Den talloozen leden van 't Genootschap det Paaschcommunie van Eerherstel verzoeken wij dringend, ook dit jaar niet te vergeten, buiten hun eigen Paaschcommunie minstens eens de H. Communie tot eerherstel te ontvangen, met het inzicht, hierdoor dé plaats te vervangen aan het Eucharistisch Feestmaal van een dier ongelukkige katho- l.eken, die hun paascholicht niet vervullen. P.'JOACHIM ss.' cc. H. HART RETRAITES. Voor de zelatricen van het Intronisatiewer\ en andere dames, die zich willen verdiepen in de godsvrucht tot Jezus' H. Hart, zullea dit jaar twee retraites gepreekt worden. In '1 Retraitehuis te Roermond door Pater Joachim (14 Mei) en in het Cenakel te Tilburg door Pater Desiderius (23—26 Mei,) beiden van het Klooster der H. H. Harten te Ginnekea, waar de deelneemsters zich spoedig gelieven op te geven. DE STUDIE DER AARDRIJKSKUNDE EN DER VOLKENKUNDE AAN DB UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM. Bij het nieuwe academisch statuut worden voor het eerst in Nederland de academische examens in de aardrijkskunde geregeld. De vereenigde faculteiten der Universiteit van Amsterdam brengen te dien aanzien het na volgende ter kennis van studenten en verdere belangstellenden. Het evengenoemde statuut onderscheidt drie richtingen bij de studie der aardrijks kunde te weten a. Studie van de natuur kundige aardrijkskunde b. Studie van de sociale aardrijkskunde c. De vrije studierich ting. Aan de Universiteit van Amsterdam be staat gelegenheid deze drie studierichtingen te volgen. De voorzitter van de commissie uit de vereenigde faculteiten voor de studie in de aardrijkskunde, prof. dr. S. R. Stein- metz, is bereid de aankomende studenten van raad te dienen bij de keuze der te volgen richting en verdere studievragen. De duur der studie wordt in alle drie rich tingen, de promotie niet inbegrepen, bereken op vier jaren. DE R.K. UNIVERSITEIT. Tegemoetkoming aan bezwaren van Ged. Staten. Het Donderdag verschenen Gemeente blad van Nijmegen bevat een brief van Ged. Staten van Gelderland aan B. en W. van Nij megen betreffende de R.K. Universiteit. Ged Staten zeggen daarin, dat het Raadsbesluit bij hen eenige bezwaren heeft ontmoet. De ze komen hierop neer a. een bepaling dient te worden opgeno men, volgens welke de grond genoemd onder a. van het raadsbesluit in vollen eigendom aan de Gemeente zal terugkeeren, indien bin nen een zekeren tijd op die terreinen geen gebouwen ten behoeve van de R.K. Univer siteit zijn opgericht b. Ged. Stat.en hebben bezwaar tegen een eeuwigdurende dotatie. Er moet een tijdstip komen, waarop uit dien hoofde uit de ge meentekas geen gelden ten behoeve van da Universiteit worden verstrekt. Dit kan, mee nen Ged. Staten, bereikt worden door de be paling, dat inplaats van f 100.000 voor altijd wordt gegeven f 102.643.21 voor den tijd van 75 jaar. c. Ten slotte willen Ged. Staten bepalen, dat, indien wijziging komt in de financieele verhouding tusschen het Rijk en de K.K. Univers teit, nader overleg tusschen het ge meentebestuur en de stichting zal plaats heb ben over de gemeentelijke financieele rege ling en de wijzigingen de goedkeuring van Ged. Staten behoeven. Indien het Raadsbesluit in bovenbedoel den zin wordt gewijzigd, verklaren Ged. Sta ten zich bereid aan het nadere besluit hun goedkeuring te verleenen. Naar aanleiding van dezen brief hebben B. en W. van Nijmegen het raadsbesluit van 7 Febr. jl. aan een herziening onderworpen en het gewijzigde ontwerp aan het bestuut van de St. Radbouds-stichting ter beoordee ling voorgelegd. Het bestuur dier Stichting heeft zich met dit ontwerp vereenigd. Ten einde tevoren van de instemming van Ged. Staten verze kerd te zijn, hebben B. en W. vervolgens het ontwerp aan dit college toegezonden. Bij brief van 14 Maart jd. hebben B. en Vi bericht ontvangen, dat indien de Raad dit ontwerp vaststelt, Ged. Staten aan dit nieuw te nemen raadsbesluit hun goedkeuring zul len hechten. ALTIJD GEMOEDELIJK. Een boer werpt een dronken landloopci met zulk een kracht de deur uit, dat de dronkaard op een nabije gelegen mesthoop terecht komt. „Nou, dat vind ik mooi," mom pelt de vagebond, vergeefsche moeite doen de om zich op te richten. „Zeer aange naam dit van u te vernemen," antwoordde de boer, „doe maar net alsof je thuis waart!" De goede nacht. Aan z'n sombere groet en z'n stil zijn be merkten de kameraads op de werkplaats, dat er iets aan haperde. Er werd gesmoesd en onderdrukt gelachen onder de jongeren. Maar hij deed alsof hij er geen erg in had, werkte zwijgend voort bij z'n draaibank. Hij zong niet zooals gewoonlijk en ook z'n fluit-deuntjes bleven achterwege.... Ja, er was bepaald iets met Willem fluis terden ze weer tegen elkander.... en ze gingen eikaars nieuwsgierigheid prikkelen met gissingen en geheime informaties bij Willem's meer intieme kameraads.... doch Se haalden de schouders op Maar de op 'n nieuwtje belusten gaven het niet op en ze gingen wat luider voort met hun plagend gegis. „Wim heb zeker ruzie gehad met z'n kost- vrouw" riep er een, „Of hij is geschrokken van z'n belasting papiertje" lachte 'n ander. „Ik weet 't" deed komiscb-gewichtig 'n derde.... „Z'n meissie heb 'm afgeschre- venl" Woedend keek Wim den laatste aan en deed 'n paar dreigende stappen in diens richting. „Je houdt je mond! Verstaan? Bemoei je niet met mijn zaken.... dat doe ik met de jruve.ook niet!" „Tuu, tuu, hou je gedekt, man; hou je ge dekt.... kan je nie eens meer tegen 'n lol letje r „Daar vallen geen lolletjes mee te ma ken. en hou nou verder je snuit 'r over." Aan z'n saamgeknepen lippen, z'n bleek gezicht en z'n bevende vuisten zagen ze, dat 't ernst was. En ze wisten meteen de oorzaak. Maar nu werd 't stil in z'n omgeving. Want allen ochten Widv gaarne lijden. Hij zei hen wel eens flink de waarheid, en kon soms heftig uitpakken als er met godsdienstige za ken werd gespot.... maar hij was 'n eerlij ke kerel en had veel voor anderen over. Het zwijgen deed Willem goed. Dit gaf hem de zekerheid, dat ze met 'm te doen hadden, dat ze spijt voelden over de onaangename wijze waarop ze het nieuwtje hadden uitge- vischt. Om twaalf uur, bij 't naar' huis gaan, liep Jan Hiemerts naast 'm. Jan was z'n meest vertrouwelijke vriend. Ze woonden niet ver van elkaar en hoorden onder dezelfde parochie. Jan wachtte af, of Willem 't eerst zou gaan praten. Maar dit gebeurde niet. Toen begon de vriend zacht: „Hoe is dat zoo ineens 'gekomme, Wim, I k mag 'r toch wel wat meer van weten, niet?" „Jawel. natuurlijk. maar je begrijpt toch, dat ik 't beroerd vin om er over te praten...." „Ja.dat begrijp 'k zeker.Maar met 'n vriend er over spreken doet ook wel es goed. En dan jij, die om zoo te zeggen allepn staat in de wereld...; geen ouwers meer en bij vreemde menscben in de kost...." „Ja.... dan treft zooicts nog erger...... nog erger.... En 'k hield van 'r, Jan.... ik hield van 'r.... dat weet j1" 't beste.... 't Was uaar niet zoo'n gewoon scharrel partijtje.... ik meende 't echt goed.... en dan zóó gemeen te handelen." „Wat is 't dan? lebben jullie herrie ge had? Kan 't niet bijgelegd worden?" ..Nee.... nooit.... ze gaat al njet 'n an der. dat heb ze d'r al bijgeschreven ook. Ja, 't is fijn.... Ze was bang, dat ze 't later niet goed genoeg zou krijgen, schreef ze.... als arbeidersgezin bleef je altijd dezelfde.... nou ging ze met iemand, dié eigen baas was. Al 'n heele poos moet ie werk van 'r ge maakt hebben, hoor 'k nou.... Dat ging dus allemaal maar stil.... terwijl ze nog met mijn.O kerel, je weet niet hoe ellendig ik me voel.... hoe 't bij me wrokt hier van binnen.... hoe 'n toer 'k heb, om me kalm te houwe.... om niet naar d'r toe te vlie gen en 'r te verwijten, waar iedereen bij is, hoe gemeen ze. Jan trok hem 'n zijstraatje in, want hij zag, dat de voorbijgangers bemerkten hoe opge wonden Willem w hoe 'n vertrokken gezicht' hij had. ,,'t Is erg, Willem, 't is heel erg voor je zei hij rustig.... „Maar we kunnen er hier niet over pratentenminste niet op deze manier. Ik wil je alleen nog zeggen, dat je 't je eigen erger antrekt dan noodig is.... Dat lijkt hard wat 'k nou zeg, maar t is zoo. „Jij kan 't niet zóó voelen, Jan, dat begrijp 'k.... dat neem 'k je ook niet kwalijk.... Maar ik ben 'r kapot van.... kapot/... Je weet niet, wat voor toekomstplannen ik al lemaal al had gemaaktOp zulke laag heden reken je toch niet, wel? Ik meende 't zoo goed...; ik ben niet zóó, om maar op losse voet 'n v.erkeering an te gaan.... dat zit niet in me.... ik meende 't echt en ik vertrouwde haar. Waar heb ik 't an ver diend, dat ik zóó bezocht mot worden, ik, die heelcmaal alleen ben, geen vader en moeder meer, broers en zusters ver weg. „Je zegt bittere dingen, Wim.... zoo heb je nooit gepraat." „Ik heb ook nog nooit zooiets bij de hand gehad. Ja, ik b e n bitter.... nou weet je 't.ik k a n 't niet zetten.... Wat heb 'k gedaan? Nooit iemand iets in den weg ge legd. ik doe m'n plichten, ik...»" „Stil, Willem.... anders ga 'k weg...." Dit zei Jan scherp en verwijtend.... 't deed Willem pijnmaar hij voelde, dat z'n vriend op tijd had gesproken. Ze waren bij Wim's kosthuis gekomen. „Ik kom van avond wat praten, Wim.... ik heb 'n voorstel.... jij hebt iets bijzon ders noodig. om weer de ouwe te worden., en daar zal ik voor zorgen." Stevig drukte hij' de band van z'n vriend. Daar ging weer dc donkere massa in den nacht. In den nacht die groot was. Daar trokken weer de vele duizenden mannen uit alle richtingen naar de oude Mi rakelstad, om te gaan brengen de jaarlijksche hernieuwing eener grootsche massa-hulde aan het Heilig Sacrament. Ook de twee vrienden trokken mee.' Jan had eenige moeite gehad Wim over te halen. Wim kon 't zich niet voorstellen, dat juist die Stille Omgang daarvoor noodig was. „F.n toch is dat zoo" had Jan gezegd. „Juist jij moet zoo iets eens meemaken.... 't zal een goede nacht voor je zijn, geloof me." En Willem had toegestemd. Nu liepen ze naast elkaar in de onafzien bare stoet van wakkere Roomsche mannen en jongelingen, die openlijk hun levend ge loof in den waarachtigen God gingen belij den. In het begin voelde Willem zich vreemd., hij zag zich aangegaapt door nieuwsgierigen, hoorde spot-gemompel hier en daar. Maar verderop kwam de rust over hem., de rust, die hem weldadig moest zijn. En toen in den stillen nacht helder op klonk het „Adoro Te" met het jubelende „Ave Jesu", huiverde hij van ontroering, j God, ja.... dat deed hem goed, nu al.... Wat werd die lange tocht bliiruoediiJ oDie- i wekt ingezet.En hoe velen zouden er on der die honderden zijn, die ook droefheid hadden, die ook treurden om verloren il lusies. die harder waren geslagen dan hij? En toch gingen ze den weg van vele uren, zonder voedsel, zonder dronk, zonder rust plaatsen ze zongen, ze baden, ze smeek ten, ze brachten lof aan hun Schepper, van Wien ze wisten, dat Hij alles bestelde en be schikte zooals het moest zijn, zooals het voor allen het beste was. Voor hem dus ook? Voor hem alleen niet? Dat 'kon niet zijn. „Paree Domine, paree populo tuo" Opnieuw overstroomde hem de ontroering die hij nooit te voren had gekend. 1 Wie van die honderden bekommerde zich nu om de wereldsche ellende.... Ze gingen allen te zamen weg voor het ééne groote. één doel bracht hen zoo sterk, zoo machtig vereend op dezen weg.... ja, wat voelde hij dat n,u goed.wat voelde hij. hevig de kracht van het geloof.... En hoe verkeerd had hij zich gedragen de laatste dagen.... Hij had ge aord, gewrokt.... bij God, hoe was dat mogelijk geweest.... Jan had ge lijk.... dat bijzondere had hij noodig om weer de oude mensch te worden. „Hart van Jezus, vol goedheid en liefde., ontferm U onzer...." Kom, meebidden, niet meer denken.... niet meer denken.... 't was alles zoo goed nu.zoo ruim, zoo onzeggelijk mooi. „Hart van Jezus, Koning en middelpunt al ler harlkn.... ontferm U onzer...." Het massa-antwoord vereenigde zich met het ge dreun der stappen. waarin alle schatten zijn van wijs heid en wetenschap.... ontferm U...." „Hart van Jezus, mild jegens allen die U aanroepen. bron van alle vertroosting, ontferm U onzer." O, wat had.hij dat vergeten.... wat hoor de hij elke zin duidelijk, wat besefte- hij de beteekenis vw Ja, wel was hij teleurgesteld geworden, diep gekrenkt door degene voor wie hij al les had willen doen. Maar zag van hierbo ven niet op die heilige tocht neer: Hij, Die 't juist zoo had laten gebeuren? Het moest zoo zijn.... Hij was gespaard gebleven voor 'n leven van ellende.... zijn keus was niet goed geweest.En nu herinnerde hij zich, hoe lauw, hoe onverschillig zij zich soms had getoond in godsdienstige zaken.... hoe hij dit alles voorbij had gezien met de sussende gedachte, dat dit wel anders zou worden. ze had hem niet liefgehad, want daar had ze toch niet naar gehandeld.... Ze verkoos 'n ander, die haar meer gemak, meer plezier kon bezorgen. Nee, niet meer denken.... 't was goed zoo.... 't was bijtijds anders gegaan.,., hij had slecht gehandeld in z'n verbittering.... hij had datgene vergeten, wat boven alles moest worden geplaatst.... „Troosteres der bedrukten, bid voor ons... Hulp der Christenen, bid voor ons. Neen, hij voelde zich niet meer alleen en verlaten op de wereld.... Hij kon nog bid den hij had, wat millioenen mistenen hij was ondankbaar geweest. Wat was die nacht goed en heilzaam. En heel 'die lange weg, hoe vermoeiend ook, werd een tocht van zalige vreugd, van zielsgenot. En toen Jan hem zag schreien, jubelde het in hem. „Magnificat. Magnificat." De nacht bleef goed.... en de inwerking duurzaam. G. N. (Nadruk verboden).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1923 | | pagina 5