Brieven uit DuitscMand, BUITEN LAND BINNENLAND. De vloek van het celd Tweede Blad 11 April 1923 i De groote tegenstellingen in de Berlijn- ö-.ie samenleving moeten op elkeen, die, niet Zonder meer, alles aan zich laat voorbijgaan, Wel een ontzettenden indruk maken. Men schen, die door een leven van noesten ar beid en groote spaarzaamheid hun ouden °ag verzekerd achtten en zonder de groote catastrophe ook werkelijk verzekerd zouden hebben, deze achtenswaardige menschen Zlet men daar henen gaan, gebukt door Zware zorgen, sjovel in kleeding, verkom merd door gebrek. Staatssecretaris Hamm, Glesberts, Stegerwald en Stinnes In het bezette Gebied gearresteerd en weer vrij gelaten. De begrafenis der slacht ers van de schietpartij te Essen. Dr. Dorten te Parijs.»Het Turk sche antwoord. De kerkvervolging in Rusland. Onder de Telegrammen: De stad Essen beboet met 100 millioen mark. "7 Oit het Lagerhuis; een nederlaag der Engelsche regeering; geen poli tieke gevolgen. Liam Lynch gearresteerd. In België begint de Zo mertijd 27 April. belangrijke arrestaties. GEM. BUITENL. BERICHTEN. DE WERKLOOZEN ONDER BOLSJEWISTISCH REGIEM. FEUILLETON BERLIJN's VERMAAK. Overal merkt men ze op tot laat in den avond, de beklagenswaardigen, omdat be- ^veging hun eenige verwarming is en ze thuis de avonden moeten doorbrengen in koude en duisternis of vroeg te bed. En in auto's en equipages klateren hun voorbij de Protsers, die veeleer hun schoenpoetsers moesten zijn. De hyena's oo we» naar hun- de vermaken in de Dielen e i Cabarets, wier Geraffineerde gemeenheid hoogtij viert en waar ze voor den wulpse h:n dans van een mhtekooi meer geld uitgeven dan noodig is °m gedurende de wintermaanden een gezin y°°r gebrek te vrijwaren. De schatten, in •tanden van een goed mensch zijn niet al- e.?n een zegen voor hem en de zijnen, ze z,Jn het evenzeer voor de armen en hulpbe hoevenden. Maar in de handen van den gewetenloo- uitbuiter, den geld-„aristocraat" die a» een paddenstoel opschoot, worden zij tot .®h vloek voor velen, vooral voor de har- o.kijnen beiderlei kunne, die hen tot vermaak ?lenen. Af en toe brengen gerechtszaken aan het licht van deze vermaken en het s duidelijk deze rijkdom brengt decadence 10 vele kringen. «Ganz Berlin" evenwel, voor zoover het zich de weelde veroorloven kan, vermaakt Wijz onschuldige soms echt kinderlijke .Pc ontelbare steeds gevulde kino's geven ijna alle voorstellingen van onschuldigen acd. Als er op één hartstocht wordt ge- erkt, dan is het op het Duitsche nationali- eitsgevoel. Ik zag onlangs een film, die den |:1,n in beeld bracht van den St. Gothard ..Katwijk. Zoolang we ons op Zwitsersch dp gevonden, bleef het publiek kalm en se I^U2le'£ speelde gedeelten uit Tannhau- J; Maar als Strassburg zichtbaar werd, nu Vp f ransch, maar dat allen hier toch blij- e« beschouwen als „ewig Deutsch", stond et publiek als één man op en klapte in de anden en ls de Rijn zich toonde bij Rudes- zi t^us 'n het bezette gebied en de mu- hak ^et bekende „Sie sollen ihn nicht aoen, den schonen Deutschm Rhein" speel- zongen allen uit volle borst mee. Het ^hwanenlied" uit Lohengrin werd plotse- n°,,af gebroken, toen de „Schwarze Schi- op het doek verscheen een troep ad ^erende Marokkanen. Hier en daar ®rd „Raus 1" geroepen en „Halunken i ®n§ens....„ijzige stilte". De geweldige l' üstrie-werken van het Roergebied werden cvendig toegejuicht, maar enthousiast werd ct publiek als daar de machtig-prachtige tJom van Keulen verscheen. Ik heb meege- applaudiseerdvoor dit heerlijke monument, 5-at voor ons meer beteekent dan een stuk Pmtsche arbeid. Er volgden nog eenige ty pische Hollandsche tafereeltjes en ten slotte de haven van Rotterdam en het vertrek van een grooten Zeestoomer. Deze boot was vrel zeer waarschijnlijk de Statendam of een Zusterschip, maar de Duitschers maakten ervan, zooals vlammende letters boven de deinende golven kond deden „Ziet, hoe o- ver de zeeën Duitsche kuituur de wereld Wordt ingedragen." "et orkest speelde het Deutschland-Lied en starend op het fraaie beeld der heftig be wogen zee, waarover zij in hunne verbeel ding de Duitsche kuituur de wereld zien in gedragen, zongen allen, mannen, vrouwen en Kinderen, staande „Deutschland über Alles m der Welt." i- j^and meesmuilde „Ja, als er geen Hol- U- Was"* Zou vele Duitsche nationale liederen met genoegen mee kunnen zingen, maar mee luimen, dat Duitschland boven alles in de wereld gaat, is me onmogelijk, al moet ik dan ook toegeven ubi bene, ibi patria Terwijl de geschiedenis van een Neder- landsche opera altijd een lijdensgeschiedenis is, kunnen hier de verschillende operagezel schappen in eigen gebouwen zich verheugen in een verzekerd bestaan. Hoe velen de ki no's ook tot zich mogen trekken, ze hebben den stroom naar de Opera's niet kunnen af leiden. Elke uitvoering trekt dagelijks een vol bezet huis. Het publiek, dat deze uitvoe ringen bezoekt, tot welke kringen het moge behooren, is van de goede soort. „Deutsches Opernhaus" in Charlottenburg, dat, naar het officieel heet, wel niet door het gezel schap van den allereersten rang in Berlijn be speeld wordt, wat meer uitsluitend aan het gezelschap van de Staatsopera wordt toege kend, is grooter, fraaier en beter ingericht dan het oude leelijke gebouw aan Unter den Linden. Prachtig klonk op in het duister der enor me koepelzaal de lieve muziek der Ouvertu re van „Zar und Zimmermann", de bekende opera van Albert Lortzing. Als de plaats der handeling niet vooruit zou zijn bekend ge weest, dan zou toch elke Hollander, die aan wezig was, deze onwillekeurig hebben uitge roepen als het voorhang opging „Zaan dam". Op den voorgrond, aan den oever van de Zaan een scheepstimmerwerf en op den achtergrond met diep perspectief de over kant, met echte Zaansche molentjes en to rentjes, alles flink in de groene verf, nog steeds de lievelingskleur van den echten Zaankanter. „Sieht es ahnlich vroegen me rechts en links fluisterend mijn Duitsche vrienden. „Ganz genau" bekende ik eerlijk en als het „corps de ballet" een gracieusen klom pendans uitvoerde, in verluchte Hollandsche boerïnnetjes-kleedij, werd me andermaal fluisterend gevraagd „auch ahnlich en ik zei „ja", al moest ik eenig voorbehoud ma ken ten aanzien van de kousen en het „rou ge". Wat werd er hartelijk gelachen om den grappigen burgemeester van Saardam. Het tekstboekje spreekt niet van „Zaandam", waarschijnlijk omdat de burgemeester nog'al sterk gecaricaturiseerd is. Hoe sloeg weer in het lied van den Czaar „wie selig ein Kind noch zu sein", 't Was alles zoo eenvoudig en licht tot het gemoed sprekend. Maar hoe kinderlijk genoot dit publiek op alle rangen, een publiek, zoo blootgesteld aan de gevaren der Groot-stad, met haar ve le vermakelijkheden van minder gehalte. „Ganz Berlin" is niet bedorven. Betreedt de groote concertzalen waar het volk tegen matigen entrée-prijs, op mizikaal gebied het beste van het goede geboden wordt, ge vindt ze steeds gevuld met een aandachtig publiek. Dat de Berlijner, wanneer hij een minder ver heffende ontspanning zoekt, toch altijd zich houdt aan onschuldige vermaken, bewijzen de massa's die dagelijks de enorme ruimten van Wintergarten en Circus Busch vullen, waar zelfs het eerbaarste huismoedertje nooit eenigen aanstoot zal vinden hoewel toch eens een paar vrouwtjes er zwaarzinnig over beraadslaagd hebben, of een „Witz" van den Clown Arthur, niet moest worden verklaard, als te zijn op het kantje af, omdat hij, zich komiek-vergissend, sprak van kippenvijgerj eft paardeneieren. Het zal menigeen gaan zooals mij, bij het zien van zooveel uitgaan de menschen in dezen tijd van toch zoo groo ten nood. Ik heb mij daar dikwijls over ver baasd. Een volk in nood, en honderdduizenden vermaken zich 1 Ik wil hierop echter nu niet nader ingaan, ik heb slechts willen vertellen, hoe de Berlijner, die meent, zich de weelde te kunnen veroorloven, zijn ontspanning zoekt of zich tracht te vermaken. Goede kunst en onschuldige clownerie trekken hem meer dan de frivoliteit der ge heimzinnige cabarets of de ruwheid der da gelij ksche bokswedstrijden, die meer gefre quenteerd worden door de duistere types met ae fijne kleeren en de grove gezichten. H. L. De door de rijksregeering naar Essen ge- onden staatssecretaris Hamm is te Scharn- Orst door de Franschen gevangen genomen. Bovendien zijn de vroegere rijksminister ^-"esberts en de vroegere Pruisische eerste FJ'ihster Stegerwald, alsmede de industyeel «"go Stinnes gevangen genomen. De laatst genoemde drie zijn vanochtend weer vrij laten, doch Hamm bevindt zich nog in "echtenis. UIT HET BEZETTE GEBIED. De begrafenis van de slachtoffers der schiet- partij te Essen. Gisteren op den begra enisdag van de Slachtoffers aer schietpartij van Zaterdag °°r Paschen zijn de winkels ten teeken van touw gesloten en geven de schouwburgen Geen voorstelling. Reeds vroeg in den ochtend Ya>nen groote scharen deelnemers aan de Plechtigheid uit alle deelen van het Roer- Gebied aan. Van het directiegebouw der "tnia Krupp waaien de vlaggen halfstok. pOkele schreden daar vandaan ligt de auto- 'oods waaruit de noodlottige schoten zijn Gelost. Voor de loods zijn twaalf lijkkisten Geplaatst, met zwarte draperiëen en een schat Van bloemen bedekt. Nadat de zangvereeniging van Krupp een Koraal had gezongen, sprak de heer Krupp von Bohlen diep geroerd eenige woorden van rouw en deelneming. Hij eindigde met een „eere dezen slachtoffers zij zijn voor de Duitsche vrijheid gestorven. Hun leven en sterven blijft een bouwsteen voor Duitsch- land's toekomst." Nadat de mannen-zangvereeniging nog maals een gewijd lied had gezongen, was deze plechtigheid afgeloopen. De rijksregeering werd er bij vertegenwoordigd door rijks commissaris Mehlis. Onder de tallooze kran sen was o.a. een van den rijkskanselier, die door staatssecretaris Hamm werd vertegen woordigd. Vervolgens trok de reusachtige stoet naar het ongeveer anderhalf uur ver gelegen kerkhof. Aan beide kanten van den weg stonden arbeiders geschaard, die hun ka meraden den laatsten groet brachten. Achter den lijkwagen liepen eerst de verwanten van de slachtoffers op hen volgde een onafzien bare rij, o.w. talrijke deputaties van vereeni- gingen, leden van den raad van toezicht en van de directie der firma Krupp. Op bevel van den Franschen generaal waren er geen Fransche soldaten op straat. Ook de wachtposten in de binnenstad waren voor vandaag ingetrokken. Op het kerkhof sprak een vertegenwoor diger van den aartsbisschop en een lid van de directie van Krupp. Deze laatse, de heer 1 Wendt, zeide o.m.„Gij hebt den dood ge vonden omdat ge als Duitschers hebt ge voeld en gehande'd." Een lid van den bedrijfsraad zeide „Wij staan hier aan de baar van slachtoffers van een noodlottige gebeurtenis, waarvoor een vreemde militaire macht verantwoordelijk is. Ik geloof ook in den geest der dooden te spreken als ik zeg niet met kanonnen en geweren, doch met vreedzamen arbeid willen wij de verzoening der volken dienen." Ten slotte heeft de waarnemende burge meester van Essen gesproken. De arbeiders van de gasfabriek te Kas- trop hebben het werk gestaakt. Aangezien de Franschen hierin een gevaar zien voor de Fransche troepen, is de staat van beleg aangekondigd en het verkeer op straat van 's avonds 8 tot 's morgens 5 uur verboden. De redacteur van de Mittelrheinische Volkszeitung Rheinhardt, die in zijn blad een scherpe campagne tegen de separatisten heeft gevoerd, is door de Franschen tot anderhalf jaar gevangenisstraf en 100.000 mark boete veroordeeld op de overwe ging, dat hij de veiligheid der troepen in gevaar bracht en bovendien de bevolking ophitste tot onlusten. Voorts zijn 20 andere aange klaagden uitgezet. Het meest grievende hierbij is, dat de aanklachten meest door separatisten worden ingediend. De bezetting van de mijnen Arenberg, Pros, per en Matthias Stinnes 3 en 4 heeft tot ge volg gehad, dat de gastoevoer is afgesneden- ook voor de plaatsen, waar Engelsche bezet tingstroepen zijn. De gemeenten Solingen, Wiesdorf, Wald en Immigrath zijn geheel van gas verstoken. Ook de ingekwartierde Engelsche troepen kunnen geen gas krijgen. Het spoorwegpersoneel van het Lahn- district heeft van de Frapschen bevelen ont vangen, zich onder Fransch bestuur te stel len. Bij weigering wordt met ontslag gedreigd. Het spoorwegpersoneel heeft geweigerd zich aan dit bevel te onderwerpen. Men verwacht thans dat de Franschen zullen trachten het spoorwegstelsel in het Lahn-district zelf te exploiteeren. De dagbladen te Essen, die op het oogen- blik niet mogen verschijnen, hebben van de Franschen een rectificatie van het verslag der gebeurtenissen bij Krupp ontvangen, die zij in het eerste nummer, dat weer verschijnt, moeten opnemen. In geval van weigering worden de verantwoordelijke redacteuren met een gevangenisstraf van twee jaar bedreigd. Sedert Maandagmorgen doen de Fran schen buitengewoon groote requisites in de machine- en veldspoorfabriek Dollberg A.G. te Dortmund, waar een groot aatal werk- soldaten bezig is 300 „Muldenkipper" op auto's te laden en naar Luenen en Waltrop te vervoeren. Bovendien zijn ongeyeer 1000 meter rails voor de veldsporen uitgezocht. DR. DORTEN TE PARIJS. De leider der separatisten in het Rijnland dr. Dorten, vindt een uitstekend onthaal te Parijs. Eenige bladen wijden artikelen vol lof aan hem. Het „Journal" acht het oogenblik gun stig om de kwestie van de veiligheid van Frankrijk te regelen zonder rekening te hou den met de Engelsche bezwaren. Het is vol gens het blad onmogelijk zich te vergenoe gen met de autonomie van het Rijnland, afscheiding is noodig. Het blad eindigt al dus „Rijnland moet op Parijs steunen, als men niet wil, dat het afhankelijk blijft van Berlijn. Het moest dienstbaar worden ge maakt aan de verdediging van Frankrijk als men niet wil, dat het de vooruitgeschoven li nie wordt van de Pruisische revanche. De toekomst van Frankrijk hangt aan den Rijn af van de Fransche politiek, die niet moet wachten op de instemming van de andere ge allieerden, want geen enkele mogendheid is in staat deze politiek te verlammen. Als het sub- ces komt, zullen de goedkeuringen komen." DR. CUNO. De gezondheid van den Duitschen rijks kanselier is nog tamelijk zwak. De dokter heeft hem een verlof van 14 dagen aangera den maar dr. Cuno heeft dezen raad wegens den politieken toestand niet kunnen opvol gen. BELGIË EN DE ROERBEZETTING. De Belgische ministerraad heeft gisteren middag het vraagstuk van de Roerbezetting en de internationale politiek behandeld en nogmaals vastgesteld, dat er, wat de bezetting aan de Roer betreft, geen verandering kan komen, zoolang België en Frankrijk niet voldaan zijn. Blijkens een meedeeling van Poincaré bestaat er tusschen beide regeerin gen volledige overeenstemming. DE DUITSCHE SCHADEVERGOE DING AAN AMERIKA. De Fransche bladen bevatten een tele gram uit Washington, dat men daar in of- ficieele kringen verklaart, dat de Ameri- kaansche regeering van Duitschland onge veer 1.187.736.000 dollar vergoeding zal eischen als oorlogsschatting en vergoeding voor de schade aan Amerikanen tijdens de vijandelijkheden toegebracht. In dit bedrag is de schadeloosstelling voor de Lusitania begrepen. Een kennisgeving betreffende dezen eisch zou aan den Duitschen vertegenwoordiger te Washington en aan de gemengde com missie voor de oorlogsschade toegezonden zijn. DE OOSTERSCHE KWESTIE. Het Turksche antwoord. De tekst van het Turksche antwoord aan de geallieerden, dat Adnan Bei, Zondagmid dag aan de geallieerde commissarissen te Konstantinopel ter hand heeft gesteld, luidt als volgt „De regeering van de groote nationale ver gadering van Turkije heeft de eer de ont vangst te berichten van de nota, welke de regeeringen van Engeland, Frankrijk, Italië en Japan haar wel hebben willen toezenden in antwoord op haar meedeeling van 8 Maart. Zonder een twist te willen uitlokken over de vraag of de tegenvoorstellen van de Turk sche regeering inderdaad, gelijk deze regee- i ringen meenen, er toe strekken om nog een maal terug te komen op vraagstukken, welke beschouwd zouden worden als geregeld bij den brief van 4 Februari van de Turksche af vaardiging, neemt mijn regeering met vol doening kennis van de verklaring van de uit- noodigende mogendheden, die laten weten, dat zij bereid zijn de punten te bespreken, welke opgeworpen zijn, zoowel in de nota van 8 Maart, als in de daarbij gevoegde tegen voorstellen geenerlei wezenlijke wijziging in houden van de territoriale bepalingen, welke niet door de geallieerde mogendheden ze.f was toegestaan o. billijkerwijs zou kunnen worden. De regeering van de groote nationale ver gadering van Turkije hecht er in het bijzonder waarde aan haar tevredenheid uit te drukken ten aanzien van het aanvaarden door de mo gendheden van een nieuwe redactie van de vestigingsovereenkomst met het doel Turkije het recht van wederkeerigheid toe te kennen. Zij kan niet laten te gelooven, dat zij in den zelfden geest van billijkheid eveneens de anae re gerechtvaardigde opmerkingen in welwil lende overweging zullen nemen, welke Tur kije ten aanzien van deze overeenkomst ge maakt heeft. De regeering van de groote nationale ver gadering van Turkije kan haar verbazing niet verhelen, dat de uitnoodigende mogend heden, met te beloven hun krachten te willen inspannen om het Turksche tegenontwerp inzake het justitieel beheer in Turkije met het geallieerde ontwerp te verzoenen, de be doeling getoond hebben de bespreking te heropenen ten aanzien van een belangrijk vraagstuk, dat zij op goede gronden reeds ge regeld achtte in overleg met de belanghebben de geallieerde mogendheden. Inderdaad is de tekst, welke in de Turksche tegenvoorstel len is opgenomen niet, om het juist uit te drukken, een Turksch ontwerp, doch inte gendeel de uitslag van de uiterste pogingen, gemeenschappelij k aangewend door de af gevaardigden, die uit naam van de geallieer den handelden, en de Turksche delegatie, met het doel de verschillende ontwerpen van beide onderhandelende partijen tot elkander te brengen, te meer, daar deze regeling, bekend onder den naam van de „formule van Montagna" herhaaldelijk bevestigd is in den loop van de mondelinge, zoowel als schriftelijke voorstellen van de geallieerde mogendheden, welke den volgenden dag, 4 Februari, plaats hadden. Wat de oeconomische bepalingen betreft, was de Turksche afvaardiging er van over tuigd, dat zij, door haar voorstel om deze uit het verdrag te schakelen en intusschen met de onderhandelingen erover voort te gaan, het sluiten van den vrede, dat alle landen wen- schen, zou verhaasten. Na het vertrek uit Lausanne hebben de mondelinge en schrifte lijke voorstellen en meedeelingen van de ge allieerde mogendheden ons van het aanvaard n van dit voorstel op de hoogte gebracht. Men mag terecht vreezen, dat het feit, wat de ge allieerden aangaat, dat men nog eens terug komt op een reeds gegeven toestemming en de eisch, dat de oeconomische artikelen te gelijk met het verdrag behandeld moeten worden, den vrede moeilijker te bereiken zal maken of er het sluiten van zal vertragen. In ieder geval verzet Turkije, dat het verlangen, dat de geallieerde mogendheden getoond hebben om de hangende oeconomische vraag stukken op gunstige wijze op te lossen, naar w a-de weet te schatten, zich niet tegen de es rekingen van vraagstukken, die langs ge regelden weg het onderwerp van internatio nale onderhandelingen kunnen uitmaken. Zij heeft, zooals de geallieerden trouwens hadden voorgesteld, de houders van vroeger door Turkije verleende concessies uitge- noodigd tot rechtstreeksche onderhandelingen en is met een deel dezer houders tot een bil lijke regeling gekomen." Ten slotte deelt het stuk, dat door Isme* geteekend is, dan nog mee, dat Turkije zijn vertegenwoordigers den 23en April naar Lau sanne zal zenden. DE TOESTAND IN CHINA. De „Daily Telegraph" verneemt van een medewerker dat het diplomatieke korps te Peking zeer onrustbarende berichten neeft gezonden over den toestand. Generaal Woe-pei-foe (die verleden jaar Tsjangtso-lin versloeg en daarna een korten tijd in Peking de lakens uitdeelde) is thans in de hoofdstad opnieuw de machtige man. Zoowel de president als de minister-presi dent zijn genoodzaakt zich naar zijn aanwij zingen te gedragen. Woe-pei-foe doet moeite om het op een accoord te gooien met den aanvoerder der troepen uit Kwang-si, generaal Sjeng-hoeng- Jing, dien hij benoemd heeft tot gouverneur van Kwantoeng tot bestrijding van dr. Soen- jat-Sen. Dr. Soen ziet in deze benoeming een oor logsaankondiging, zoodat in Zuid-China ieder oogenblik de vijandelijkheden weer kunnen uitbreken. Woe-pei-foe heeft den steun van Tsao- koe en zijn tegenstanders zijn de verbonden machten van Kwantoeng (voor zoover die dr. Soen volgen)Moekden en Antoe. In de provincie Tsjetsjoean duurt de bur geroorlog voort. De financieele positie van de centrale re geering te Peking wordt steeds hachelijker ook Soen zit in geldnood. DE STAKING DER ENGELSCHE LANDARBEIDERS. De Maandag tusschen landbouwers en stakende landarbeiders te Norwick gehouden conferentie heeft zeven urep geduurd, zonder dat de partijen tot overeenstemming kwamen. De onderhandelingen zijn evenwel niet af gebroken de conferentie is tot Donderdag verdaagd. Intusschen duurt de staking voort. De arbeidersafgevaardigde Clynes, die te Swansea het woord voerde, zeide dat de tegenwoordige toestand in den landbouw aan twee dingen te wijten is aan de schan delijke intrekking van de in het openbaar gedane beloften der regeering en het verzuim der regeering om een stap te doen, die het groote verschil tusschen wat de landbouwer voor zijn product krijgt en wat het volk aan de kleinhandelaars had te betalen, bij den wortel zou aanpakken. Elke maand, zeide Clynes verder, betaalde het Engelsche volk een bedrag van 25.000 pond sterling tot ondersteuning van, of werkloozenuitkeering aan werkvolk in de bouwvakken, niet om huizen te bouwen, doch om werkloos te blijven. De regeeringspolitiek was, door be middeling van 400 arbeidsbeurzen een groot aantal arbeiders elke week iets uit te keeren om voort te gaan met niets te doen. DE KERKVERVOLGING IN RUSLAND Den llen April begint, naar de Nakanune verneemt, voor het hooggerechtshof te Mos kou het proces tegen den gewezen patriarch Tichon, den metropoliet Ni kander, bisschop Arsenij en Goerjef, den leider van de zaken van de Heilige Synode. Tichon wordt be schuldigd van het onderhouden van be trekkingen met buitenlandsche monarchis tische organisaties van contra revolutionaire handelingen, gericht op omverwerping van het sowjet-gezagvan tegenwerking van overheidsbesluiten en gebruikmaking van de religieuze denkbeelden en vooroordeelen der geloovigen, om dezen tot verzet tegen het sowjet-gezag te bewegen. De aanklacht is vooral gegrond op een circulaire, welke. Tichon tot de geestelijkheid had gericht en waarin hij o.a. opwekte tot verzet tegen de requisitie van de kerkschatten ten bate van de hongerlijdenden. Ook wordt Tichon be schuldigd kanonnieke stukken te hebben vervalscht, ten einde het conflict tusschen de geloovigen en de sowjets te verwerpen. Den overigen beklaagden wordt ten laste gelegd actieve bevordering van de uitvoe ring der door Tichon gegeven contra-revo lutionaire instructies en verspreiding van den door dezen uitgegeven oproep tot ver zet tegen de requisitie van de kerkschatten. Naar aanleiding van de verontwaardiging, welke het voltrekken van de doodstraf aan mgr. Boedkiewitsj in Westelijk Europa heeft gewekt, heeft Sapronof, de secretaris van het centraal uitvoerend bewind het noo dig geacht aan de bladen de volgende mede- deeling toe te zenden „Het centraal uitvoerend bewind heeft het doodvonnis van de revolutierechtbank bekrachtigd, omdat mgr. Boedkiewitsj een collectieven brief aan de Poolsche regeering mee had geteekend, welke een belofte van otruw aan den Poolschen staat inhield, hoewel hij Russisch onderdaan was. Boven dien heeft Boedkiewitsj in 1920 tijdens den oorlog met Polen briefwisseling onderhou den met de Poolsche bourgeoisie." Volgens den voorloopigen uitslag van de volkstelling van Maart in de Russische steden telt St. Petersburg thans 1.044.000 inwoners, tegen 720.000 in 1920. (In 1900 v/as het cijfer 1.248.122). Moskou telt onge veer 1 Vz miljoen inwoners. Over het alge meen zijn de groote steden in Midden,Noot d- en West Rusland met 6 tot 27 percent in bevolking toegenomen, in het Oosten en Zuid-Oosten, waar de hongersnood gewoed heeft, met 3 tot 15 percent afgenomen. Lo sowjetoverheid heeft prof. Ljoe- barski, oud-rector van de universiteit van Moskou wegens politieke onbetrouwbaar heid Rusland uitgezet. De hoogleeraar zal zich voorloopig te Berlijn vestigen. Te Galitsj is op grond van het besluit tot scheiding van kerk en staat de geestelijk heid uit de pastorieën gezet. Volgens een bericht uit Riga hebben er te Moskou met de Paaschdagen onlusten plaats gegrepen uit verzet tegen de aanvallen op de kerk en de bespotting van de kerke lijke plechtigheid. De roode troepen hebben de rust moeten herstellen. Op het oogenblik rijden er al weer directe treinen tusschen St. Petersburg, Moskou en Irkoetsk. Binnenkort zal het heele directe verkeer St. PetersburgWladiwo- stock hersteld worden. Op het onlangs gehouden congres van de communistische partij uit de Oekraïne te Kief heeft Trotsky gewezen op het be lang van het bezit van een krachtige lucht vloot en meegedeeld, dat reeds meer dan een miljoen gouden roebel aan vrijwillige bijdragen voor de versterking van de lucht macht bijeen is gebracht. Even voor Paschen is er een brutale roof gepleegd in de Oekrainsche staatsbank te Kiel. De roovers drongen onder kantoor tijd de bank binnen, ontwapenden den schild wacht voor de kluis en namen 12 miljoen roebel 1923 weg. Het personeel en het pu bliek, dat zij met revolvers in bedwang had den gehouden, sloten zij vervolgens op, waarna zij de politie telefonisch verwittigden van het gebeurde en verzochten de opge- slotenen te bevrijden. Naar aanleiding van het bezoek van Zagloel Pasja aan Frankrijk, waar hij warm is ontvangen, zegt de „Echo de Paris" het gevaarlijk te achten, dat men den Egypte- naren tegemoet komt. Het blad beveelt aan, in alle Oostersche quaesties solidair te blij ven met Engeland, daar bij de nadering der nieuwe conferentie van Lausanne Frankrijk hhet moet vermijden aan de Turken nieuwe concessies te doen, die een terugslag hebben op den heelen Islam. De overwinningen van Angora hebben geestdrift gewekt van Ma rokko tot in de binnenlanden van Neder- landsch-Indië. Men moet den Mohamme- daanschen bevolkingen geen zwakheid too- nen. De New York Herald weet te vertellen dat New York (stad) op 1 Juli een inwonertal zal hebben van 5,927,625 (deze nauwkeurig heid tot in honderdtallen, tientallen en een heden is natuurlijk dwaas De berekening is gemaakt door de Federal Census Bureau. Op dien lsten Juli 1923 zal dan de toeneming bij drie jaar vergeleken, 307,577 hebben be- ragen De geschatte bevolking van den staat New York op 1 Juli als is 10,843,661 (weer die malle tientallen en eenheden een voor uitgang van 392,943 Het geschatte inwoner tal voor N Y (stad) op 1 Juli 1923 is nog aanzienlijk onder het getal voor Londen in 1922 n 1. 7.576,186. Men moet daarbij echter in het oog houden dat de grens van Londen zeer wijd getrokken is, terwijl voor New York de op den rechteroever van de Hudson gelegen groote en volkrijke steden Bayonne, Jersey City, Hoboken, Newark, Orange en Paterson niet zijn meegerekend, ofschoon zij met New York (stad) in economischen zin een eenheid vormen. Na Londen en New York komen in rang orde Berlijn, Parijs, Chicago en Tokio. De minister van de schatkist in de V. S., Mellon, heeft bekend gemaakt, dat de inkomstenbelasting over Maart van dit jaar 70,000,000 meer in de schatkist heeft ge bracht dan in Maart 1922. Het gaat dus met 's lands geldmiddelen beter en de minister is van oordeel dat de economische depressie in de Ver. Staten geheel verdwenen is. Het Opperste Gerechtshof vafl de Ver. Staten heeft in drie verschillende gevallen een beslissing gegeven over vorderingen, wegens gederfde winst door het verbreken (door de regeering) van oorlogscontracten toen de vrede er was. Het O. G. heeft uitge maakt dat het land met voer die winstder vi.ig aansprakelijk kan worddn gehouden. Naar uit Boedapest wordt gemeld, is de afgevaardigde Steven Friedrich, de leider der Hongaarsche fascisten, bezig zijn poli tieke reizen voort te zetten. In een intervieuw heeft hij toegegeven, dat Italië er niet aan denkt met Hongarije gemeene zaak te ma ken en dat Mussolini hem niet heeft ont vangen. Over zijn onderhoud met Kemal pasja deelde hij niets van belang mede. Over een paar dagen komt Friedrich in Duitsch land ten einde, zooals hij zegt, daar inlich tingen over Klein Azië te verschaffen. Van daar gaat hij weer naar Italië om er met de Montenegrijnen te onderhandelen Dan keert hij weer naar Kemal Pasja terug In Steinach bij Innsbruck is het hotel Steinbock totaal afgebrand. De verbodsautoriteiten hebben de vorige week in een warenhuis te New-York 10.000 kisten champagne en whisky ter waar de van meer dan een millioen dollar in be slag genomen. Deze dranken waren via de Bahama-eilanden en Cuba uit Frankrijk en Schotland meerendeels als schoenwerk bin nengesmokkeld. Gisteren is in de houtzaagmolens in Zweden overal het werk hervat. Dienten gevolge zijn 24.000 arbeiders weer aan het werk. De uitsluiting in een der onderdeden van de fabricage van bouwmateriaal is opgehe ven en een nieuwe overeenkomst, waarbij de loonschalen van verleden jaar werden ver- lëngd tot het einde van 1923, is geteekend. Volgens mededeeling van het arbeidsbu reau is de toestand op de arbeidsmarkt in de maand Maart verbeterd. Het aantal der- genen, die bij de arbeidsbeurzen zijn inge schreven is ietwat verminderd, terwijl de vraag naar werkkrachten is gestegen. Zevenentwintig van de 64 schepen, waaruit de Canadeesche regeeringsvloot be staat, zullen, zoo wordt gemeld, te koop worden aangeboden. De communist Van Ravesteijn schrijft in „De Tribune" van j.L Zaterdag nog eens een hoofdartikel van ruim twee en een halve kolom ten betooge, dat Rusland, al is het geen Paradijs, toch gunstig afsteekt bij „de hopeloosheid der toestanden in ons land." Mocht men onze bolsjewieken gelooven, dan is de toestand als volgt: in Rusland zitten de „kapitalisten" in den put en heb ben de arbeiders het goed; hier te lande is het, volgens de hoeren Wijnkoop c.s., pre cies omgekeerd. Maar wat is nu de waarheid? Het Engelsche socialistische blad „Jus tice" publiceerde dezer dagen een brief van Vaclan Bortak, een vertegenwoordiger der Tsjecho-Slowaaksche vakvereenigingen, die in den afgeloopen winter naar Moskou is geweest, om toezicht te houden op de verdeeling van de door de Amsterdamsche Internationale naar Rusland gezonden klee ren en levensmiddelen. Die brief werd in December geschreven. De schrijver zegt o.a.: „De kosten van levensonderhoud zijn enorm. In de vijf weken, die wij te Moskou zijn, zijn de prijzen met 200 tot 400 procent opgeloopen. Een liter melk kost 8 millioen roebel, een (Engelsch) pond ossevleesch 4 millioen, een pond boter 10 millioen, 1 bruin brood 2 millioen enz. „Het leven is hier voor menschen, die van hun verdiensten, en niet van speculatie, leven, eenvoudig ondragelijk. Er heerscht zeer veel werkloosheid. De werkloozen krij gen een staatsuitkeering van 4 millioen roe bel per maand, d.L een halve liter melk! Duizenaen welen niet of ze morgen iets te eten zullen hebben. Maar O, W.-ers en spe culanten wentelen zich in ongehoorde weel de; ze betalen 2 milliard voor een souper in een restaurant en koopen bontmantels en diamanten voor hun vrouwen, tot bedragen van tientallen milliarden roebel. „Diefstallen en beroovingen komen dage lijks voor. Zoo ben ik b.v. bij het verlaten van een theater beroofd van een horloge en een portefeuille met 390 millioen roebel. Zoo staat het thans in Rusland met de dingen: wie niet steelt of speculeert, gaat den hon gerdood tegemoet. De bedelaar, de dief en de „Schieber" vormen een karakteristiek drie manschap in het huidige Rusland. Ieder die een ander beroep uitoefent heeft veel ellen de en jammer te doorstaan. Ik wilde wel, dat ge zelf eens dit koninkrijk van O. W.-ers, speculanten en misdadigers in oogenschouw kondt nemen. „Wat me zelf betreft, ik heb het heel goed. Ik woon in een paleis, waar thans het con gres van vakvereenigingen wordt gehouden. We worden door de volkscommissarissen in prachtige auto's rondgeleid: In de opera heb ben we plaatsen in de vroegere keizersloge. Over het algemeen worden we buitengewoon goed behandeld, om te voorkomen, dat we iets te zien krijgen van de ellende van het volk. Maar juist omdat ik het hier zoo goed heb, zou ik zoo gauw mogelijk willen maken, dat ik uit dit „Bolsjewistisch paradijs" weg kom. Want een man met een beetje hart in het lijf, en met eenig warm gevoel in zijn hart, moet het smartelijk aandoen, de vreese- iNaar eene Enge.sche vertelling.) 74 Zij h de deur achter rich toegetrokken en. "ield «e vast. Ik poogde de deur los Ie trekken, maar lynel was sterker dan ik, en zij hield de deur 'cht, ondanks mijn pogingen om die te °Penen. Een oogenblik later draaide zij den sle.itel !n het sleutelgat om, en wij waren op onze "eurl gevangen. Opgesloten! riep ik uit, terwijl ik naar hel *ensler ijlde, en mei den wind en de luiken Wr>rslelde. Het scheen dat alles zich tegen mij ver- laarde. Eindelijk wierp ik het venster open, mijn fouw gilde, en sloeg de armen om mij heen. Winn -aangezicht; omver ge- j'nd en regen sloegen mij in het a 'amp werd door een windvlaag »0; rpen, uitgedoofd en gebroken. Ik zag naar buiten toen de voordeur open ging, en Janet naar buiten snelde; wel geleek zij een schuldige, die het gevaar dat haar be dreigde ontvlood. Had mijn vrouw haar armen niet om mij heen geslagen, dan zou ik op de straal ge sprongen zijn, want ik was zoo overspannen, dat mijn gedachten als het ware stilsionden. Canut.... Canut.... ik smeet u, denk aan mij. De slraten waren ledig.... geen levend wezen was zichtbaar.... Zij zou dus zeker onl snappen. Houd die vrouw legen, gilde ik uil hel raam in de duisternis naar buiten, maar niemand antwoordde mij, en Janet snelde voort en was weldra uit het gezicht verdwe nen. Ik gilde nogmaals in de duisternis, maar alleen de echo's van de huizen aan de over zijde gaven antwoord. Op hetzelfde oogenblik opende moeder de deur, en stond verwonderd over de duisternis en de windvlaag die in de kamer heerschten. Goede Hemel! wat is er te doen? Ik herinnerde mij dat zij nog altijd hoopte, Ellen in het leven te zien, en wij haar nog nooit met onzo.. sombere voorgevoelens had den bekend gemaakt. Ik sloot het venster en zette mij neder, overtuigd dat het wanhopig was, Janet te achtervolgen. Wat is er gebeurd? herhaalde moeder- Niets, antwoordde ik; een booze vrouw is hier ingedrongen en heeft ons opgesloten. Zij is nu weer weg. Ha! er zijn hier veel verdachte lieden. Laat ons onderzoeken of wij niets vermissen. VII. Ik stond den volgenden dag vroegtijdig op, niellegenslaande de vermoeienissen van den vorigen dag. Rusleloos voortgedreven door het verlangen om in hel belang mijner zuslcr werkzaam te zijn, vervolgde mij onophoudelijk de angst, dat hel proces waarin haar deugd zou worden aangerand, weldra zou opgeroepen worden, dat ik dus weinig lijd te verliezen had en er nog oneindig veel Ie doen overbleef. Het regenachtige weder bleef steeds aan houden, en de lucht was zoo grauw en be wolkt, dal men nog op geen gunstiger weder durfde hopen. De bewoners van Londen lazen dat in de donkere wolken die boven do wereldstad dreven, en ieder ging koelbloedig zijn gang. De voorbijgangers schuilden niet meer on der deurportalen of winkelgevels; welgezelene zaakwaarnemers reden naar hunne kantoren, kooplieden van minder aanzien wandelden on der hunne regenschermen; jongens, bedelaars en armoedige lieden liepen onverschillig door de regenbuien heen, en waren reeds vroeg op den dag druipend nat; de winkeliers keken mistroostig door hunne vensters; of er geen klanten kwamen opdagen. Ik zal vroeg in den morgen rustig en wel aan het ontbijt, en Mary, mijn getrouwe vrouw, zal tegenover mij. Ik had dien dag veel Ie doen, en mijn hoofd was vervuld met verschillende plan nen; binnen eenige uren zou ik weten, of ik op uitstel mocht hopen. Ik voelde dat Herbert Vaughan nog altijd het overwicht behield in den strijd dien wij tegen elkander voerden, en de hoop vermin derde allengs in mijn harl. Het was sedert maanden van mijn kant een wanhopig spel, hij zou het niet opgeven en geen middelen sparen om in dien strijd tot den dood overwinnaar te blijven. Den zege vierende wachtte eene fortuin, en, als hij ver loor, zou het hem misschien het leven kosten. Mary zou mij vergezeld hebben, als ik haar niet dringend verzocht had te huis te blijven. Ik bleef bij mijme overtuiging, dat mijn onderhoud met haren broeder beter zonder getuigen zou afloopen. - Die broeder zou haar nift sparen, als hij zich verslagen voelde, en ik wist dat het al leen uit liefde voor mij was, dat zij zich sterk genoeg waande om hem te ontmoeten. Mary en ik overlegden ernstig wat ik doen en zeggen zou, eer ik mij naar het gasthof van Herbert Vaughan begaf; maar wij be grepen ten slotte, dat men eindelijk niels be palen kon, daar men niet wist, welk eene wending het onderhoud zou nemen, en niet kon gissen, welke lagen de sluwe booswicht mij zou kunnen leggen. Ik vertrok eindelijk, en hare laatste woor den waren een aanbeveling tot kalmte. Zij zag mij na met haar bleek gelaat, tot ik den hoek der straat omsloeg. Daar ontmoette ik James Baines. Wij gingen elkander rakelings voorbij en zagen elkander doordringend aan. Die man bewaakte Weiiford, en alles hing van Wenford's behoedzaamheid af. Het sloeg tien uur toen ik het gasthof be reikte. Ik ging de trap op; de portier van de vo rigen dag opende mij de deur, en ik zond mijn kaartje aan mijnheer Vaughan. Na verloop v»n weinige ©ogenblikken ver zocht een knecht mij, hem te volgen. Wij gingen de trap op naar eene kamer op de eerste verdieping. De knecht ging binnen en kondigde mij aan. Mijnheer Gear. De knecht verwijderde zich, en deed de deur achter zich toe. Herbert Vaughan wachtte op mij, in een ruim sierlijk gemeubeld vertrek. Hij was later opgestaan dan ik, en was nog aan het ontbijt Op de tafe prijkte fraai en kostbaar zilver werk; naast hem lag de „Times:" Hij was in een prachtig kamerkleed ge huld, en verried hoegenaamd geen gejaagd heid of vrees, toen ik binnentrad. Herbert stond op, niet zoozeer om mij be leefd te verwelkomen, dan om aan de bel te trekken die naast de schouw hing. Gij zij-t stipt op uwen tijd, mijnheer Gear, zeide hij kortaf en op vasten toon. Op de minuut, mijnheer, herhaalde ik.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1923 | | pagina 5