BUITENLAND De Gouddelvers PARLEMENTAIRE KRONIEK GEM. BUITENL. BERICHTEN 6INNENURDSCH NIEUWS VERKEER EN POSTERIJEN en ae Turken te JLausanne werden gisteren tie bij het weder samenkomen van het parle- heropend. De meeste gedelegeerden waren ment opnieuw aan de orde kan komen, even- gisterenavond reeds aangekomen. Eerste ge- als tot nu toe een voorstander daarvan zal delegeerde van Engeland is sir Horace Rum- blijken. bold, van Frankrijk generaal Pellé, van Als de wet dit jaar niet kan worden aange- Italië Montague, terwijl Amerika wordt ver- nomen, hetzij omdat ze wordt afgewezen, tegenwoordigd door Grew. De Turksche hetzij omdat ze niet in behandeling komt, delegatie bestaat uit 35 personen evenals de zal de kwestie het volgende jaar opnieuw te vorige maal onder leiding staande van Ismet berde komen, pasja en Riza Noeri bey. TURKIJE EN FRANKRIJK. INTERPELLATIE r. <L TEMPEL. Is er wel ooit een interpeilant tevreden ge weest met het antwoord, dat hij van een minister op zijn interpellatie ontving? Wij gelooven van niet. Twaalf uitvoerige vragen had de socialist van den Tempel gesteld. En hij zag maar één lichtpunt in het antwoord van Minister Ruys. Dat lichtpuntje was de toezegging der Regeering, dat zij ook na April steun zal blijven verleenen voor werk verschaffing, al was het de gewoonte dit na die maand niet meer te doen. Voor het overige was de heer v. d. Tempel zeer ontevreden. Wat had hij gevraagd in zijn interpellatie? Van alles. Interpeilant vroeg o.m. of de Mi nister gevolg heeft gegeven aan zijn toezeg, ging, dat de grootte van den steun aan de gemeentebesturen wel voor ieder geval af zonderlijk zal worden bepaald, maar naar de regelen, tevoren door de regeering vastge steld: of de minister het niet bedenkelijk vindt, dat gemeentebesturen gedwongen wor den tegen hun zin loonen uit te betalen, die ontoereikend zijn voor het noodzakelijk le vensonderhoud; of de gemeenten op eigen kosten een aanvulling van die loonen mogen geven; of de minister bereid is werkloozen die uitkeering ontvangen volgens eene steun regeling, gesubsidieerd door zijn departe ment, niet steeds behoeven te werk te doen stellen vóór werkloozen, die uitkeering ont vangen uit een werkloozenkas; waarom aan de gemeente Winschoten tot voorwaarde voor 't verkrijgen van rijkssubsidie voor werkverruiming werd gesteld, dat o.a. een pensioensbijdrage van de gemeente-ambte naren zou worden geheven; of de minister den eisch, als voorwaarde gesteld tot het verkrijgen van een rijksbijdrage in de kosten van een steunregeling of van werkverrui ming, dat bepaalde veranderingen in de ge meentelijke belastingregeling moesteu wor den aangebracht, acht in overeenstemming met de grondslager; van ons gemeenterecht en het beginsel van autonomie der gemeen ten. Ten slotte vroeg interpeilant of de Minis ter bereid is de werkverschaffing einde April a.s. niet te beëindigen, maar deze ook gedu rende de zomermaanden te continueeren. Het antwoord van den Minister was dui delijk en kort. Een subsidieering der ge meenten voor werkverschaffing volgens vaste regelen, stuit af op onoverkomelijke bezwaren, omdat de toestanden in de ver schillende gemeenten nu eenmaal te zeer uit- eenloopen. De bewindsman vond het jam mer, maar het is nu eenmaal zoo. Verder vernamen we, dat na 1 December 1922 van 222 gemeenten aanvragen om sub sidie voor werkverschaffing inkwamen, waarvan 134 werden ingewilligd en 88 wer den afgewezen en dat 127 gemeenten steun- verleening vroegen; waarvan 76 haar ver zoek zagen toegewezen en 51 het zagen ge weigerd. Het grondloon mag niet zoo hoog zijn, dat het niet een prikkel zou beteekenen om an der werk te zoeken. De Minister moest even- Een kijkje op de bloemententoonstelling te Gent, welke dezer dagen door de Belgische Koninklijke familie werd bezocht ttozM v>w RECLAME-MAKEN OP DE SPOO WEGEN VERBODEN. Naar de Tel. verneemt heeft de direc... der Nederlandsche Spoorwegen de volgende dienstorder uitgevaardigd „Het is aan het personeel verboden de van den openbaren weg of van den spoor weg af zichtbare oppervlakten van wonin gen, gebouwen of getimmerten, bij spoor wegpersoneel in gebruik en gelegen op spoorwegterrein, te gebruiken, te doen ge bruiken, of laten gebruiken voor mededee- lingen aan het publiek, zooals reclames o. andere dergelijke aankondigingen. Het is alzoo ook verboden op bedoelde op pervlakten borden, biljetten of opschriften te hebben of te gedoogen, welke mededee- lingen of aansporingen betreffende verkie zingen voor openbare lichamen, bevatten." dween. Hetson was wel verplicht hem te volgen, teneinde eens zijn logies te verkennen. Maar zelfs aan de geringste eischen voldeed het niet. De keilner wees hora wel een „vrije kamer," maar het was slechts een insteekje, een afgeschoten stuk van de tent, dat door een paar lappen Wauw katoen gevormd was. Voor mannen kon dat er nog voor een korten lijd mee door; men kon 't er desnoods in houden als een soort van bivak, maar om hier een dame onder te brengen, geen denken aan. De koetsier had intusschen reeds het groot ste deel van de bagage afgegeven, toen Mr. Hetson te kennen gaf, hier in geen geval te willen blijven. Er zou wel een beter hotel te vinden zjjn, een slechter zou er wel niet wezen. Spoedig ging hij dus weer naar het rijtuig om het zich tenminste voor zoolang te ver zekeren tot hij een behoorlijk onderkomen had gevonden, en sloeg intusschen tamelijk in beraad het drukke straatgewoel gade, toen een voorbijganger voor het „hotel" bleef slaan, hem een oogenblik nauwlettend aankeek en eindelijk riep: „Maar Hetson! Droom ik of waak ik? Met welken wind ben jij hier naar Califomië overgewaaid?" De man had iets te opvallends in zijn voor komen dan dat men hem, na hem eenmaal te hebban ontmoet, zou kunnen vergeten en tooh kon Hetson in zjjn verrassing zich hem niet goed herinneren. Om de hooge krachtige gestatte hing een oog steeds gericht op den oever en de aan komende kleinere schepen. De oude assessor bleef haar trouw moed en geduld inspreken. In dat gewirwar ginds aan land was best mogelijk dat mijnheer Siebert de aankomst van haar schip had overzien. Er was nóg een Hamburgsch en nóg een Bremer schip aange komen, wie weet of hij niet juist naar die spatsehepen het eerst was gevaren om haar af te halen. De arme vrouw knikte zwijgend maar een onbeschrijfelijk gevoel van angst en ver latenheid maakte zich van haar meester. Het kwam er wel op een uurtje niet aan, maar zij had zich toch de aankomst en ontvangst go- heel anders voorgesteld: haar man, aan boord springende, haar omhelzende in 't bijzijn van alle passagiers, haar in triomf wegvoerende naar het land van hun beider geluk.... En nu, de een na de andere boot en niet één met den lang verwachte. De eigenaar van den vierkanten lichter was mede aan boord gekomen en leunde tegen de verschansing om een oog te houden op het laden. Wat overigens aan boord was, scheen hem niets aan gelegen te zijn. „Heidaar, Hans!" riep hij plotseling tot een van de mannen in de boot; „dondersche kerel, laad niel alles aan stuurboord! Moet de boel oms'aan?" „Maar de passagiers!" „Die moeten maar zien hoe ze plaats krijgen. Alloh, steek af!" „Zeg eens, een woordje asjeblieft," reide de assessor, al zijn moed samenvattend terwijl hij OP CALIFORN15CH GRONDGEBIED. Mr. Hetson die sinds de invaart in de „Gouden Poort" het dek geen oogenblik ver laten had, riep een van die vaartu.gen aan en huurde hel voor een enorm bedrag voor zich en zijn vrouw en bagage. Andere werden door de overige passagiers in beslag genomen en wel uren verliepen vóór de vierkante lichter, 'lie van de Bremer bark de matrozen op hun ♦lucht gediend had, weer zichtbaar werd. De kapitein van de „Leontine" was intus schen reeds lang mei zijn eigen sloep aan land gegaan. De passagiers, wien het dek onder de 'neten brandde, verzamelden zich in massa voor den stuurman en dreigden hem over hoord Ie zullen smijlen indien hij hun wilde yerbieden het schip Ie veriaten. De lichter nam 'otusschen niet de minste notitie van de drei gementen van den officier. Eenigen der passa giers de matrozen bleven met de handen in hun zakken wierpen een touw omlaag en tj'en die hun bagage voor de hand hadden, lieten die neer en lie'en toen zoo v'ug zij konden sichzelven langs de touwen afglijden. Alleen Btevrouw Siebert Weef werkeloos achter, het

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1923 | | pagina 5