A
t
ELCK WATWILS
Tweede Blad
28 April 1923
A. J.
LANDBOUW EN VISSCHERIJ.
TREKJES CCXCII.
ANTITHESE.
„Het is nu het noodlot der vakorgani
satie, dat ze gebouwd is op de antithese
arbeider-werkgever, die niet bestaat en
dat ze de werkelijk bestaande tegenstel
lingen tusschen minderwaardige, middel
matige en meerwaardige arbeiders geheel
over he hoofd ziet."
Deze zin is gelicht uit het prae-advies van
L'r. E. Verviers, uitgebracht door de Natio
nale Vereeniging tegen de werkloosheid
Hoewel dergelijke prae-adviezen gevraagd
vorden om meer speciaal een bepaald on
derwerp te belichten„in casu een antwoord
te geven op de vraag of de indirecte voordee-
len welke van de thans geldende werkloo-
zenzorg verwacht worden, ook overtroffen
worden door indirecte nadeelen geven zij
och overvloedig gelegenheid in een meer
jf minder verwijderd verband alles overhoop
te halen wat de prae-adviseur van belang acht.
En waar de vakorganisatie vrij algemeen
.Is draagster van de werkloosheidsverzeke-
ing optreedt, is het zeer wel te verklaren,
lat men haar in het debat betrekt en haar
tarakter tracht te ontleden.
Dat karakter is inderdaad van invloed op de
werkloosheidsverzekering, zij het dan ook
■n mindere mate als vrij algemeen veronder
steld wordt en ofschoon het niet de bedoeling
is in dit artikel nader daarop in te gaan, dient
daarom toch even te worden opgemerkt
1ste dat de zeggingschap van de kasbesturen
oractisch zeer beperkt is en 2de dat de vak
organisatie niet het monopolie van de werk
loosheidsverzekering heeft, wijl het „Werk
loosheidsbesluit 1917" daaromtrent niets
beslist en practisch ook reeds aan andere
dan vakvereenigingen subsidie wordt ver
eend.
Zou dus de vakorganisatie haar tunctie
niet behoorlijk vervullen, dan zou zij vanzelf
concurrente instellingen oproepen.
Dit dus terloops voor wat betreft de ver
zekering tegen de geldelijke gevolgen van
werkloosheid. Bedoelde praeadviezen zullen
op 12 Mei a.s. behandeld worden en het laat
:ich niet aanzien dat zij onbesproken zullen
blijven, zoodat er voldoende gelegenheid zal
ijn daarop nader terug te komen
Voor heden zou ik dan ook slechts de aan
dacht willen vragen voor bovenstaande ana
lyse, die Dr. Verviers van het wezen en het
karakter van de vakorganisatie d w. z. (te
genstelling) werkgever-werknemer die er niet
ts en daarnaast dat zij de werkelijk bestaande
tegenstelling van de arbeiders onderling over
het hoofd ziet
In zijn algemeenheid is zoowel het een ais
het andere onjuist en de R. K. en Christelijk
georganiseerde arbeiders hebben er in elk
geval recht op, dat men ook rekening houdt
met hun opvattingen daaromtrent en die
opvattingen worden niet weergegeven
loor bovenstaande bewering.
De arbeidersvakvereenigingen wam die
v/orden zeer kennelijk bedoeld zijn in
aigemeenen zin nier op die tegenstellingen
gebouwd zij hebben zich nooit als zoodanig
angediend en haar pracfische arbeid bewijst
at zij van een tegenovergesteld princiep
itgaan en in practijk brengen
De vakorganisatie heeft zich steeds bij „e
ïrbeiders aangediend en haar arbeid is
faarmede in overeenstemming als te
s reven naar samenwerking en naar een be-
l.ijfsorganisatie, steunend op de Christelijke
ilidariteitsgedachte. Steeds heeft zij gewe
zen opjjhet onnatuurlijke van de scheiding
tusschen ondernemers en arbeiders die bij
les op elkaar zijn aangewezen.
Het Paaschmauifest 1919 zegt in zijn eerste
elling de R. K. Vakbeweging stelt zich
op het standpunt van de solidariteit tusschen
verkgevers en werknemers in het bedrijfs-
•ven.
De werknemers eischten en toch waar-
ok niet ten onrechte dat men hen een
■neerwaardige plaats zou toekennen, maar
gelijktijdig toonden zij zich bereid om een
stuk van eigen zelfstandigheid prijs te geven
en zoowel de bedrijfswetgeving als de recht-
ipraak binnen het bedrijfsleven aan de samen-
/erkende groepen te laten
Dat was niet iets nieuws, maar de logische
/ol trek king van wat doelbewust was nage
streefd gedurende lange en moeilijke i ren.
3n als zij de vakorganisatie daar toe be
reid was tijd :ns de toenmalige hoogcon-
unctuur, dan kan de vraag of zij dat wil in
;edrukte tijden gevoegelijk achterwege blij
ven.
Dat Jit samenwerKuig moi o zeei ge
brekkig is tot stand gekomen, is niet aan de
arbeiders-va kvereenigingen te wijten en hoe
bedroevend het ook wezen mag, als er geen
permanente samenwerking is, dan worden
tan weerszijden de bedoelingen misverstaan
lan is er geen vertrouwen en voortdurende
ianleidine tot strijd en moeilijkheden.
Maar die samenwerking kan er komer
joodra de werkgevers tn ilgemeenen zin
bun dwaling inzien om geen inmenging te
lulden inzake de algemeen geldende voor
waarden voor het bedrijfsleven. Dat is van der
beginne door de vakor anisatie nagestreefd
en het gaat dus met op om te zeggen, dat zij
s opgebouwd op een tegenstelling die zij
teeds als een dwaling beeft afgewezen.
De bedrijfswetgeving en rechtspraak ,n
.anden van het georganiseerde en binnen be-
jaalde grenzen autonome bedrijf waarir
verkgevers en werknemers een op solidari
teit berustende samenwerking nastreven er
lke poging in die richting zal bij haar den
nodigen steun ontvangen
De tegenstelling werkgtver-werknenic
wordt door de R. K. Vakbeweging dus ir
principe afgewezen waar die practisch ziel
voordoet geschiedt zulks omdat in strijc
met haar beginselen gehandeld wordt di
tegenstelling 'usschtn de arbeiders onderlin
is een fictie en bestaat in werkelijkheid mei
zij kan dus ook niet door de vakorganisatie
over he hoofd worden gezien
„De „meerwaardge" arbe der behoudt den
voorsprong op zijr in gelijke omstandighe
den verkeerende kameraden mèt en zónde
vakvereemging en al zou de vakorgani
satie de domhed begaan waarvoo
ik haar in aigememen zin niet in staat ach'
om een gelijkmaking van alle arbeider;
na te streven danzou haai dat toch niet blij
vend gelukken, riet persoonlijke in den
mensch is een v:ei grootere kracht dan de
uiting van een oilectiviteit.
Den ijvengen, >e kwamen arbeider mag men
ijdelijk kunnen terugdringen op den duu:
dat onhoudbair en het kan nooit het stre
ven zijn van de vakorganisatie een nivellee
ring te bewerkselligen waardoor alle ener
gie zou gedood worden Op de longste na-
aarsvergaderin; van het R.K Vakbureau is
over dat ondecverp een inleiding gehouden
waarop meer bjzonder gewezen werd op het
groote belang dat de arbeiders hebben om
zich zooveel nogelijk te bekwamen in hun
vak en dal darom ook de vakopleiding van
onze ïeugdigearbeiders van zoo'n groote be-
teekenis is ie vakbladen hebben hun vak
rubrieken er de pas gehouden tentoonstel
ling in het bkkersbedrijt te Amsterdam hei
ijveren van len kantoor- en handelsbedien-
denbond vor diploma's zijn even zooveel
aanwijzinge dat de vakorganisatie de vak-
bekwaamhed aanmoedigt en waardeert.
De vakeganisatie erkem de waarde van
bekwaamhid, ijver e.d. maai zij ontkent dat
daardoor en tegenstelling tusschen de arbei
ders zou eschapen worden
En zij onttent evenzéér dat de vakbekwame
„meerdertaardige" arbeider geen belang zou
hebben b de werking van de vakorganisatie.
Als devakorgamsatie streef! naar redelijke
erkennir, van deri arbeid bij het productie
proces, is zij treeft om normen te stel en
ais belonis voor den arbeid dan zal de ar
beid vn „meerderwaardige' arbeiders
het word zegt het reeds ook in dezelfde
evenreigheid in waarde stijgen als de nor
men stgen
Zorier vakorganisatie zouden we onver-
mijdejk weer terugvallen naar de onduld
bare aestanden van voorheen en de waarde
van e vakorganisatie wordt dan ook door
nientnd ontkent zelfs Simon Maas moet
haarnuttigheid in het verleden erkennen
mas dan dient men ook wanneer men haar
besreek'. haar karakter, haar strevingen en
wenen objectief weer te geven.
7il men fouten bespreken, die dooi haar
gelaakt zijn en noodwendig gemaakt moes
te worden omdat men haar stelselmatig un
hi bedrijfsleven trachtte weg te dringen,-
dar is niets op tegen maar men late haar ka-
rkter dat in wezen niet aanvechtbaar is, on-
mgetast
Dat is m.i. wel de meest gematigde eisch
ien zij stellen kan.
UNZE SOCIALE ACTIE EN DE POLI
TIEK.
Er is een wisselwerking tusschen poli
tieke en sociale actie dat zal wel door wei
nigen ontkend worden, wat echter nog niet
zeggen wil, dat men het ook eens zou zijn
over de mate van invloed die de politiek op
ons sociale leven uitoefent en omgekeerd om
trent den invloed van onze sociale acties op
de politiek.
Voor mij echter staat het vast, dat onze
sociale actie, van beslissenden invloed is
voor onze politieke actie, terwijl omgekeerd
de politieke actie op den duur op ons sociale
leven maar matige uitwerking heeft.
Deze gezindheid is wellicht de oorzaak
dat ik voor mij heel wat meer liefde voor ons
sociale dan voor ons politieke leven gevoel
en vooral den laatsten tijd wordt het steeds
duidelijker dat er een overschatting van den
politie ken invloed plaats heeft met andere
woorden dat men te groote waarde roekeni
aan de openbare en wetgevende lichamen
Er is groote ontevredenheid waar te ne
men op sociaal-economisch terrein De eco-
lomische ontwrichting doet zich steeds meer
gevoelen en we waren nog niet zóóver dat
de georganiseerde werkgevers en werkne
mers een permanent overlegsinstifuut hadden
m het leven geroepen
Wel hebben we un den economischen
srorm nog eemge bedrijfsraden kunn a
redden maar hun aantal en invloed is te ge
ring om de leiding te kunnen nemen in dezen
rijd van malaise
Welke invloed het oankkapitaai jat
weer van beslissenden invloed is op hei kre
dietwezen, uitoefent, is uok moeilijk mei
-uistheid aan te geven al is ei een sterk ver
moeden dat het met kracht lanstuuri op
een sterke vermindering van de arbeids
lonen
Maar ttoe hei ook zij vasi staat wet dat
er groote ontevredenheid heerscht ondei de
ïrbeiders die maai mei kunnen inzien dat
hun werkgevers die voor kort nog zulke
goede zaken maakten opeens een redelijken
grond hebben toi loo nsverlaging
Waai tegenover staat dat in veei werk-
geverskritjgen ontevredenheid heerscht ovei
de arbeiders die maar niet willen begrijpen
dat zij in deze crisis langer en hardet moeten
werken liefst voor mindei loon
Ook de middenstand is ontevreden ,m,
javoelt zich de dupe van de industrie die
zijn arbeiders aan den kant zet en die nu mede
met zijn belastinggelden moei worden onder-
touder,
In 't kor' er is ontevredenheid ovei ue
geheele time en in sommige gevallen met
geheel zonder reden En omdat de econo-
nische omstandigheden van dien aard zijn.
dat men de moeilijkheden die men onder
vindt of althans méént te ondervinden niet
kan overwinnen, lucht men in aigemeenen
tin zijn ontevredenheid op politiek terrein.
Dit verklaart althans voor een groot deel
de animositeit die we de laatste tijden op
politiek lerrein kunnen waarnemen Men
ziet in de openbare en wetgevende lichamen
het middel om aan de moeilijkheden te ont
komen wanneer daar maar menschen zouden
zijn uit den stand waartoe men behoort
Naar mijn vaste overtuiging ligt in deze
overschatting van de politieke lichamen de
oorsprong van N.K.P zoowel als van Volks
partij,
Ik kan net streven goed Begrijpen en het
lijkt mij volmaakt juist wanneer men men
schen uit de verschillende groepen wil af
vaardigen maar die daarvan te groote dingen
verwacht zal m.i bedrogen uitkomen
Men behoeft nog niet op het standpunt te
staan van mannen als Dr Verviers of andere
anti-parlement-maniakken om toch volmon
dig toe te geven dat de werkzaamheden van
de politieke lichamen veel te uitgebreid zijn
om van beteekems te kunnen zijn en met
name de Tweede Kamer dreigt tot een
karikatuur te vergroeien
De uitbreiding van onze sociale orgam-
satie's heeft de noodzakelijkheid van sociale
wetgeving doen inzien en het is tuist die
sociale wetgeving en voorzorg waar de ver
schillende groepen hun aandacht aan schen
ken en waarvoor zij zoo gaarne hun ver
trouwensmannen naar de politieke lichamen
zenden, lerwijl diezelfde sociale wetgeving
voor een groot deel niet tn ons parlement
thuis behoort
Ik laat me nu eenmaaJ met wijsmaken
om slechts één greep te doen dal die Twee
de Kamer in staat kan zijn een deugdelijke
Arbeisdwet m elkaar te zetten en daaraan
is het dan ook stellig roe te schrijven dat men
maatregelen die men nog kort geleden hielp
nemen, even later socialistisch noemt.
Ons Parlement is voor dien arbeid met
geschikt met het onvermijdelijke gevolg,
dat de parlementaire arbeid de gebreken ver
toont die aan elke onoordeelkundige werk-
verdeeling verbonden zijn
We hebben naasi een politiek ook een
,ociaal lichaam en een economisch parlement
po dig. Dat is reeds voor jaren terug en uit
Jen rreure gezegd maar de geschiedenis der
laatste laren leer' ons nu overduidelijk dai
als we daartoe mei overgaan ons geheele
parlementaire stelsel in een niet meer 'e ont
warren chaos za uitloopen.
In een voor sociale doeleinden bestemd
lichaam kunnen de groepen en standen hun
directe belangen behartigen en kan daar
naast een eenheid op politiek terrein blijven
bestaan terwijl in beide lichamen onze be
ginselen tot uitdrukking kunnen gebracht
worden.
Wil men daaraan met dan kunnen we we!
plijven praten over onze eene en onverdeelde
katholieke organisatie op politiek terrein
maar dan zal onze sociale actie de politieke
ïctie verscheuren, dan zal ondanks alle
noeite en alle theoriën onze eenheid verloren
aan.
De stroomingen op sociaal-economisch
errein moeten zich kunnen uitleven in een
chaam dat onder verantwoordelijkheid van
e Regeering de sociale maatregelen neemt
an eerst zullen we op politiek terrein onze
mheid kunnen bewaren.
Het is mogelijk dat onze politici het hier-
,ede met ééns zijn het „ontijdig" achter
I meer van die oud-Hollandsche argumen-
en aanvoeren die tot gevolg hebben dat éi
nets gebeurt maar men zal zich-vrees 'l
te laai beklagen warn zooals het nu ga
il het niet kunnen blijven.
We kunnen wUltcht nog eenigen tijd j\
0 ïze partij-dicipline drijven, maar op der
Cuur zullen de sociale stroomingen onze po
1 riek zoodanig beïnvloeden dat er van
t- eren geen =prake meer kan zijn.
Niet alleen dus dat ons bedrijfsleven mee
e in bijzonder landacht vraagt hetgeen me
r doen de door een politiek .ichaant kaï
e schieden, maai de politieke lichamen zei
zullen uit zelfbehoud gedwongen worden o
n splitsing van werkzaamheden.
Dat is mijn vaste overtuiging en teven
t n overtuiging die door zeer velen gedee
w irdt.
Vïoge men tijdig de bakens verzetten
A. J. L.
SEISOENWERKLOOSHEID.
jooi de Nationale Vereeniging tegen „i
rkloosheid ts gevraagd prae-advtezen ui1
brengen omtrent de thans geldende werk
ozenzorg.
Deze prae-adviezen zijn uitgebracht dooi
,ej. Dr E C. v. Dorp, prof Mr W A
ongci en Dr. E. Verviers.
Op 12 Mei a.s. zullen die prae-adviezer
orden behandeld en zooals ik in een ande
rtikel al aangaf, geven deze prae-adviezei
e) aanleiding rot verdere bespreking.
Intusschen kan ik aan de verleiding geeri
eerstand bieden om enkele argumenten
in de prae-adviezen afzonderlijk te bezien
Zoo ziet mej v Dorp seisoenwerkloosheid
normale- en crisiswerkloosheid waarvan
ie laatstgenoemden slechts gradueel enn ie'
'rincipieei verschillen
Over seisoenwerkloosheid zegt zij dan het
'olgende
„De landbouw is het meest voor de hand
iggende voorbeeld Ze onderscheidt zich
dus van andere werkloosheid daarin, dat
zij van te voren te voorzien is, en dear bei
der er dus rekening mee kan houden
Hij weei van te voren dat hij, öf aan
vullenden arbeid moet zoeken óf zijn ver
diensten ovei 'n bepaald seisoen moet ver
deelen over een geheel taar dergelijke
werkloosheid moet uit den aard geen voor
werp voor steun of verzekering zijn het
zij dan dat seizoenarbeiders voor gewone
armenzorg n aanmerking komen omdat
zij met in staat zijn voldoende in het le
vensonderhoud van hun gezin te voorzien."
Ook ai houdt men er rekening mede dat
ruer mei. v. Dorp aan het woord is dan lijkt
toch nog de vraag gewettigd of dót nu werke
lijk dienst kan doen bij de bespreking van
een ernstige zaak.
Het zij toegegeven dat het maar een op
merking is" terloops gemaakt om het karak
ter van seisoenwerkloosheid aan te toonen
maar even goed wordt daarin als een axioma
neergelegd dergelijke werkloosheid moet uit
den aard geen voorwerp van steun of verze
kering zijn'' hoogstens komen zij dus
de landarbeiders voor armenzorg in aan
merking.
Deze tee kening komt wonderveel overeen
met die van den Burgemeester van Zeist
die de werkloosheid van de landarbeiders
als een soort vakantie beschouwd wil zien
doch beide voorstellingen staan op zeer ge
spannen voet met de werkelijkheid.
Nu is er in den landbouw een zoodanige
verscheidenheid dat men al iets heel vreemds
moet opnoemen of men kan er wel een of
eemgf voorbeelden van aangeven maar ae
hierl o n geschetste toestand bestaat met.
Warti werkelijk loonarbeiders zijn en
Jaar gaat het hierover daar zijn de toestan-
Jen geheel anders. Daar is er geen sprake
van dat de arbeiders hunjverdienste over
een geheel kunnen verdeelen daar is er geen
sprake van dat zij in aigemeenen zin aan
vullenden arbeid kunnen vinden.
De andarbeiders die geheel in loondienst
werken moei men in hoofdzaak in Groningen,
ZeUmd, West N. Brabant' Z. Holl. eilanden
en in hei algemeen tn de kleistreken zoeken
en wie dan even wil nagaan dat er contracten
worden afgesloten die des zomers nog geen
I 15.inkomen geven dan ligt er toch wel
een tikje overdrijving in om te zeggen dat die
verdiensten maar over een geheel iaar moe
ren verdeeld worden.
En aanvullende arbeid s Dat is gemakke
lijker gezegd dan gedaan en als mep v. Dorp
Je landarbeiders daaromtrent eenige nadere
nlichringen kan geven zou zij zich onge
twijfeld tegenover hen zeer verdienstelijk
maken.
Haar weinige bekendheid met plattelands-
roestanden komt echter her best uit waar
rij werklooze arbeiders naar het armbestuur
wi verwijzen. Was zij op het platte.and be
kend dan zou zij weten dat ook dót in den
regel gemakkelijker gezegd dan volbrach-
s en op de meeste plaatsen za! een valide
irbeider liever alles trotseeren dan daar
roost te gaan zoeken.
De werkloosheid in den landbouw geeft
:en geheel ander beeld als mei. v. Dorp ons
aat zien.
Mej. v. Dorp heett er geen erg in gehad,
Jat de industrieele crisis zich voor een ge
deelte ontlast m den landbouw waardoor nier
alleen de normale afstrooming van arbeids
krachten gestremd is, maai zelfs nog een
noodgedwongen toevloeiing van krachten
alaats vindt.
Deze crisisjaren hebben ons geleerd, dat in
ïormale laren de werkloosheidsverzekering
/oor de landarbeiders heel goed tunctionee-
en kan en zelfs tijdens deze crisis hebben de
sassen van de landarbeiders van de Overheid
nee) wat geringer hulp gevraagd, dan wel an-
iere kassen ook de werkverschaffingen, die
'an Overheidswege gesubsidieerd zijn, waren
'eel meer voor menschen die van-huis-uif tot
ndere bedrijven behoorden dan voor de
andarbeiders
Over de arbeiders in den tuinbouw spreek
i maar niet omdat ik vermoed dat die niet
edoeld zijn Joch ook omtrent de eigenlijke
mdarbeiders behoort Mej v Dorp tot hen
die de landarbeiders zoeken waar ze niet zijn
nJ. in de zandstreken
Déér vindt men verhoudingen die soms
tnigszins gelijken op die door Mei. v. Dorp
eschetst maar wie daarop doelt, mèg dat
tiet doen bij de bespreking over werkloos-
eidsverzekertng, want dergelijke arbeiders
als men ze zoo wil noemen organisee-
tn zich niet en verzekeren zich met.
Wie de zwakke economische positie van
e landarbeiders werkelijk kent, zal het moe-
en toeiuichen, Jat zit ondanks alles nog het
tware offer der verzekering dragen om daar
oor zooveel mogelijk de moeilijkheden her
hoofd te bieden En dar de Overheid in deze
crisis daarop een verhoogd subsidie geeft tast
het karakter van de verzekering m.i. niet aan
en is in elk geval verre te verkiezen boven
armenzorg waaraan de arbeider direct mets
bijdraagt.
Ik herhaal het was maar zoo'n opmer
king terloops gemaakt, maar die toch niet on
besproken kan blijven evenmin als de bemer
kingen omtrent het wezen van de vakorga
nisatie doch dat zullen we bewaren voor een
volgende gelegenheid
A. J. L.
BAKKERSGEZELLEN.
Omtrent de te Amsterdam gehouden en
schitterend geslaagde vakwedstrijden vinden
we in „Ons Vakblad" het orgaan van de R.K.
Bakkersgezellen nog het volgende i
De tentoonstelling, gehouden tot sluiting
der vakcursussen 19221923 te Amsterdam,
is weer achter den rug, en het schijnt ons in
teressant hierover een kleine nabetrachting
te houden.
Tot onze tevredenheid kunnen wij getui
gen, dat deze tentoonstelling volkomen ge
slaagd is, en daardoor dus de vele moeilijk
heden en opofferingen welke nu eenmaal aan
dergelijke onderneming verbonden zijn, be
loond zijn door het bereikte succes.
En dit succes is in de eerste plaats het be
wijs van de doeltreffendheid van het
nu sedert eenige laren gegeven vakon
derwijs door onze Amsterdamsche afdeeling
welke doeltreffendheid zich demonstreerde
in de keur van inzendingen door de verschil
lende deelnemers aan de gehouden cursus
sen tentoongesteld. Maar ook in de animo
waarmede ook door anderen, zoowel leden
als patroons, ia zelfs personen van geheel aan
onze principes tegenovergestelde richtingen,
van de gelegenheid om in de diverse vakwed
strijden mede te dingen, werd deelgenomen.
Er waren dan ook werkelijk in de verschil
lende groepen zeer belangwekkende werk
stukken te bewonderen en de taak van de jury
was dan ook zeker geen gemakkelijke om een
juiste aanwijzing der prijsverdienenden te
doen. Er waren trouwens heel wat prijzen be
schikbaar gesteld, niet alleen door de organi
satie zelf, maar ook van de belangstellende
andere organisaties en ook van de tentoon-
stelbng etaleerende firma's. Ook uit het be
schikbaar stellen van medailles en andere
prijzen werd de belangstelling in het streven
onzer afdeeling van vele zijden betoond.
Het verloop van een en ander is zeer aan
genaam geweest. Het bezoek was best, ter
wijl de aanwezigheid van een strijkje de ge
zelligheid niet weinig verhoogde
Het uitvoerend comité had een speciaien
avond bestemd tot uitreiking der prijzen, en
wel op Donderdag 12 April in het Gilden
huis in de Warmoesstraat.Ook daar heerschte
een opgewekte stemming, welke mede op
peil werd sehouden door eenige muziek en
voordrachten, Deze laatste ten oeste gegeven
loor het lid onzer organisatie H. Josso.
Na de prijsuitdeeling, afgewisseld door mu
ziek en voordracht, bleef men, althans een
oelangrijk deel der aanwezigen, nog eenigen
ijd gezellig bijeen nadat door den voorzitter
j Evers, officieel de bijeenkomst was geslo
ten, met een herhaald dankwoord aan allen,
welke op eenige wijze hadden medegewerk
an het behaalde succes, bijzonder aan der,
;ecretaris van het uitvoerend comité P. Boïng
Jie het leeuwenaandeel heefi gehad in de ver
richte werkzaamheden.
S. P. VAN TOL
EEN NIEUW INSTITUUT VOOR
VERZEKERING TEGEN
WERKLOOSHEID.
fe Voorburg is opgerichi een „Onderlinge
zrzekeringsbank tot uitkeering bij werk-
oosheid." De notarieele akte is reeds ge-
jasseerd Directeuren zijn de heeren' P.A.A.
ie Lange'te Voorburg en H.K.F. Meijnts te
Den Haag
Het sociale doel der Bank is, om aan werk-
temers van 1660 jaar binnen Nederland
woonachtig tegen betaling van een geringe,
linnen ieder bereik liggende wekelijksche
contributie naar nwtstal van hun werkkring
zich een uitkeering te verzekeren in geval
van werkloosheid, welke langer dan 3 dagen
luurt. De BankJJstreeft geenerlei politieke ol
godsdienstige richting na, waardoor dus ieder
werknemer onverschillig welke partij hij is
oegedaan zonder eenig bezwaar als deel
nemer kan toetreden.
De oprichters dezei instelling meenen
ueririede in een lang gevoelde behoefte te
voorzien, daar nu ook voor personen niet
rij vakbonden aangesloten, de gelegenheid
opengesteld is, voor zichzell te zorgen en
met meer bij werkloosheid van plaatselijke
irmbesturen of publieke liefdadigheid te
noeten afhangen. Ook georganiseerde werk-
ïemers kunnen, wanneer zij zulks wenschen
als deelnemer worden ingeschreven.
Uit dit bericht zouden niet ter zake kun-
Jigen kunnen opmaken, dat tot nog toe voot
personen die niet bij een vakorganisatie wa
ren aangesloten, de gelegenheid om zich
egen werkloosheid te verzekeren niet open
stond. Volgens de bepalingen van het Werk-
-oosheidbesluit-1917 is dit echter wel het
geval. Er bestaan dan ook verschillende kas
sen, welke buiten de vakbeweging staan en
slechts ten doel hebben haar leden bij on
vrijwillige werkloosheid uitkeering te ver
strekken. Deze kassen ontvangen even goed
subsidie van Rijk en Gemeente als de kassei
der vakvereenigingen
(Tijdschr v.d. Ned. Werkl. raad.
SLAKKEN EN PADDEN.
In de tuinen hebben we het meeste last van
de grootere naakte aardslak, de kleine vaal-
bonte tuinslak en van eenige huisjesslakken.
Nog te weinig wordt de slakkenverdel-
ging beoefend langs biologischen weg, d.w.z.
Joor de slakken te bestrijden met haar natuur
lijke vijanden. Hieronder nemen een voor
name plaats in de kikvorschen en padden.
Wij wezen daar al eens meer op.
De heer P, Noëll, directeur van het ento-
molgisch stafion van Rouaan, had gelegen
heid om zich van de werkzaamheden dezer
dieren te overtuigen in een woest liggend
perceel tuinaarde, bij het station behoorende
hadden zich de slakken bijzonder vermenig
vuldigd in dat perceel „liet de heer Noël 100
padden en 90 kikvorschen los," die in een
maand tijd al de slakken veroberden. Er werd
nu kool geplant, spinazie, salade, cichorei en
velerlei bloemen gezaaid, en die planten
hadden niet den minsten last van slakken.
De landbouwers uit de buurt, die er zich van
overtuigd hebben, denken nu anders over
de vieze diertjes en brengen ze gaarne naar
hun omheimde tuingronden over. De groene
waterkikvorsch, die gewoonlijk in het watei
vertoeft, maar bij zonneschijn gaarne een tijd
lang aan den kant gaat zitten en bij het na
deren van eenig gevaar met een grooten
sprong in het water terug spoedt, leeft ook
van insecten, wormen en slakken. Meer al
gemeen verspreid zijn echter overal de aan
Je rugzijde roodbruine graskikvorschen,
een voor land- en tuinbouw zeer nuttig
diertje, hetwelk uitsluitend van wormen
en insecten leeft. Deze zouden zeker in
grooter getal aanwezig zijn, zegt de heer
Ritzema Bos, indien men de kuit (eieren) de
zer soort, die op het water drijft, niet dik
wijls met harken uit de sloot haalde om ze
op den wal te laten verdrogen. De gewone
pad is niet vergiftig, zooals men soms meent
Zij scheidt een wit vocht uit de oorklieren,
Jat wel eenigszins scherp is, maar meer niet.
Zij maken zich door het verdelgen van vele
insecten en slakken hoogst nuttig. Men spa-
re ze dus. In broeibakken en plantenkassen
zetten zij hun arbeid gedurende den winter
voort, want in de kassen vallen ze niet in hun
gewonen winterslaap.
'n Vergadering van de toonel-
club „In liefde bloeijend".
Personen
TSEN kruidenier voorzitte; en
regisseur der club.
•/ESTERMAN jsecretaris der club.
/AN GALEN penningmeester derclub.
EVERS.
GREVERS.
VAN ALPHEN Werkende leden.
WIJTMAN
IANSSEN I
De vergadering heeft plaats in ee zaaltje
in café „De drie zwarte mollen"
Bestuur en leden zitten om de.aiel ge-
:haard allen hebben een tooeelboekje
oor zich liggen. Geertsen hanteé sen ge
weldigen voorzittershamer. Hij Ish reeds
inige malen tevergeefs om stilt verzocht,
lij slaat met den hamer op tafel alles trilt
van
GEERTSEN Stilte 111 M< beginne 11
Iet is stil) Het is mij, als «orzitter en
ssieseur een groot genoege. hooggeachte
ïedeleden, u alle wederom o- mijn voor-
ittersta..ehzetel vergaerd te zien.
k en meneer Westerman heóen 't besluit
eno(Westerman geeft im 'n stomp)
k wil zeggen 't bestuur he 't besluit ge-
ome, dat 'r door onze club/eer es ïes mot
orde daérgestelden Idde me beslo-
-n, evenals de vorige ja ook dit jaar in
e kerremisweek de menschom zoo te zegge
Is 't ware weer ies goeds t'voor te
m Westerman souffleertpresenteere. Me
unkt 't mag wel es effies gvorde..eh.
•orde gemo..geme. .-hem.(Wes-
■rman a. v.) gememorefd. hoe ik 't vorig
tar (Westerman stompt) ...hoe de club 't
orig j, ar zoo reuze is jslaagd met de op-
oeringVan „De mart ears van 't consileo".
k in me rol van Maxiulianius óe Groote
eb 't publiek om zooe zeggen als t ware
e..geëlectri..ge., .hem.(Wes-
rman souffleert) Geepnotiseerd.
WIJTMAN Nou 'at hebben ze gebruld
n 't lachen
GEERTSEN (haerslag) Meneer Wijt
an, u mot wachte ot u 't woord heb 1
n dan verder te gat Voor deze keer heb
ben ik en meneer West.... (IVeterman
stompt) ....heb 't bestuur z'n oog laten
vallen
WIJTMAN Da's ieeiijker i (Gelach).
GEERTSEN (hamerslag) Meneer Wijt
man, ik roep u tot den orde
WIJTMAN Ik zeg niks meer
GEERTSEN Da's te maar geraje ook.
Zooals ik dan zee.... (verpletterende blik
op Wijtman) z'n oog laten vallen op 'n dra
ma
JANSSEN We spelen toch nooit wat
anders I (gelach en geroezemoes).
GEERTSEN (woedend hamerslag) As
jullie me nou om zoo te zeggen als 't ware
woedend wille make, dan motte jullie maar
zóó doorgaan I Is dat fesoen Jullie kannen
je voorzitter en nssieseur nog nie eens late
prate zonder 'm telkens te in.te introdu-
ceeren I (Westerman stompt en souffleert
Te intumpereeren bedoel tk I Ik wou dan
zeggen op 'n dramain gedich.
(Westerman souffl.)....in dichtmaat, We
zalle.
v. ALPHEN (kan de t met zeggen) Wat
ts dat? 'n Tooneenspen m dicht....
WIJTMAN O, heel lollig, allemaal ver
sies, Gepraat doorelkaar Geertsen kan van
woede niets zeggen.)
v. GALEN. Hou je snuit toch, kerels 1
Laat de voorzitter toch uitspreke 1
GEVERS Natuurlijk 1 Wacht ie beurt ai I
(Er ontstaat ruzie.)
GEERTSEN (hamerslag buldert) Houe
mllie nou allemaal lulllie smoe.snoet
werken 1 Me zalle beginnen met 't lezen
van enkele sjeenes uit 't stuk en dan tot de
rolverdeeling overgaan Zooals tullie allemaal
ziene is 't stuk getiteld „De rechtvaardig
heid van Don José, de Rooverhoofdman" 't
Is 'n merakel oud stuk 't Is 'n heel mooi
huü-drama met veel ontroerigheid
EVERS (de eemge die tets van tooneei-
spel verstaat) Meneer de voorzitter, mag ik
even 't woord
GEERTSEN; Hm.... zekerniks
tege.... 't Woord is an meneer Evers....
EVERS Meneer de voorzitter, ik wensch-
te iets te zeggen over de keuze van 't stuk.
We hebben nu de menschen al zoo dikwijls
onthaald op stukken uit vroegere eeuwen, 't
wordt dunkt me nu wel es tijd, dat we wat
modern werk leveren. Mijns inziens moet
er wat afwisseling zijn.
GEERTSEN (in opperste verbazing) Mo
dern, zeg je Modern Dus om zoo te zeggen
als 't ware 'n stuk wat je in je Zondagsthe
pakkie mot spele I
EVERS 't Pakje doet er al heel weinig
toe, zou ik zoo zeggen.
WIJTMAN Dai zou 'k meenen 1 'n
Mooi pakkie is luist alles
GEERTSEN (hamerslag) ik dochi Dat
ik an t woord was. meneer Wijtman
't Is zooas Wijtman zegt De menschen hier
wille nou eenmaal 'n stuk in costuums Enne
a .zeg ik 't zelf.... ik privé voor mijn per
soonlijk hou er óók wel van Met zoo'n wije
mantel en 'n dege opzit ken je om zoo te
zeggen als 't ware nog es wat van 'n rol make I
Van weges om de indruk
EVERS Enfin, dat is natuurlijk n per
soonlijke opvatting M'n tweede en voor
naamste bezwaar is echter, dat 'n stuk in
verzen onze krachten verre te boven gaat
(algemeen protest
Geertsen hamert.)
GEERTSEN Laat dat maar vooi mijn
over Daarvoor ben ik de rissieseur Dai
spelen we best klaar Wacht.ik zal es 'n
sjeene voorlezen en dan laat ik 't an de be
leefdheid van de club over om te oordeele
ot dat onze krachten te bove gaat. Luistere
jullie maar es
.Waartoe uw hart, meneer, zoo rustioo?
ai te pijnen
Vaartoe de vreugd te ontvlien, in diept
rrrrouw te kwijne
Jtel 't onwaardeerbaar lot, u toebedeelt,
op prijt
Met hoogen rang omkleed door José's
gunst bewijs
lij door zijn leeuwenmoed, gevoerd ten
(top van macht
n tot...."
GREVERS (onderbrekend) Ik mot Evers
gelijk geven Ik vin 't nogal hoog Als de
menschen 't maar begrijpen
WESTERMAN Te hoog Waarom Niet
begrijpen Dat hangt van de voordracht ai
zou ik zeggen. Als ik de rol van die don Pedro
had.... ik zou 'tn weten te spelen Ha!
Zóó zou ik die rol spelen
i Zij dan zoo, hij wordt Perez' wrekei,
ewikkeld in één drang aan gruwzame
(euveldaan,
laagt mij, sinds maanden reeds, 't onrusf-
(geweten aan
Jij wiens trouwelooze raad mij meer en
(meer verstri kte
Me arglistig heeft verrast toen ik nog
(angstig wikte,
"Ziens fijngesponenen list tot Perez val
(gesmeed,
Mij zelfs door drift verblind, hem schuldig
wanen deed
Is dat met mooi, Niet schitterend
VAN GALEN Wat ik er nou van gehoord
heb vin 'k heel erg mooi
GEERTSEN 't Scheelt ook veel wie t
us 't ware om zoo te zeggen voordraagt.
WIJTMAN Opscheppen kost niks
GEERTSEN Daar hei ie hem weer l
Hartelijkheid is maar alles.
EENIGEN Nou niet legge pesten Hou
toch ie bakkes Begin ie weer
EVERS Zand 'r over Wat ik zeggen wou,
meneer de voorzitter Wat ik van 't stuk ge
hoord heb, en wat ik zoo bij vluchtig door
zien heb waargenomen, brengt e tot de
overtuiging, dat 't 'n groot vod v e reinste
ulevellen-poëzie.
WESTERMAN De professor neeft ge
sproken
GREVERS. As die met wat te vitten had
V ALPHEN Nonnige vent ben jij Je
oent zenl een unuven
WIJTMAN. Hij heb zeker tn de gaten,
dat zijn rol niet veel bijzonders is
(ruzie.)
TEER TSEN (gewet digt hamerslag) Hou
maar op, jullie!! (At; stiki bijna van woede
stilte nou I Meneei Evers, Weet u
wel..of nee..u weei r den k'k niet.
weet u wel dat dat voor t bestuur
voor tk en meneer Westerman.
V GALEN En .k dan?
JEERTSEN hamerslag buldert oti
,ou 1 Hm.... natuurlek vooi V. Galen ook,
om zoo te zeggen als 't ware 'n klap in onze
gezichten is Beseft u dat niet (weer
bulderend) Wie kiest de stukken... k
ii u? Antwoord daar es op assieblieft 1
2VERS ik begrijp hoegenaamd me
vvaarom u zich zoo opwindt Ik heb eenvou-
lig m'n meenig gezegd en die hou 'k staande
V ALPHEN Wat 'n brutamteit.
EVERS Ik sprak nog V Alphen.... Het
is neneer de voorzitter, in alle vereenigingen
de gewoonte, dat de leden hun meening over
't stuk mogen zeggen
GEERTSEN Dat ken i Dat ken t Maar
wat u doet is om zoo te zeggen als 't ware.
ia., beleedigend.
GREVERS Vin ie 'n drama dan zoo on-
eeschi kt
GEERTSEN En dan nog wel op rijm.
EVERS Ik heb mets op 'n drama tegen,
maar heusch, ik vind dit werkelijk niet
mooi't spijt me als 't verkeerd wordt
opgenomen maarEn als jullie dan toch
iets in verzen willen spelen neem dan iets
moois, b v 'n stuk van Joost van den Vondel.
GEERTSEN (schatert) Nee maarv. die
is goed 'n stuk van Vondel wil ie spelen....
van Vondel I
V ALPHEN. Ik ken geen stukken van
Vonden.
GEERTSEN (in triomf) Natuurlijk met.
Wou je tocneelstukken hebben van 'n kunst
schilder
EVERS. Vondel n kunstschi(stikt
van 't tachen)
GEERTSEN Ja t Ja 1 Ja 1 'k Ben toch
zeker dikwijls genog in Amsterdam gweest?
Daar staat 'n groot standbeeld van 'm....
WESTERMAN Nee, Geertsen, nou ge
loof 'k toch, dat je abuis hebt 'k Heb wel is
iets gelezen van van eene Vondel, maar dat
is toch met veel hoor
GEERTSEN Zie je wel Dat zee 'k
ommers al We zalle maar gauw de rollen
verdeelen, anders wordt 't weer nachtwerk.
Ik maak zelf de rol van Don José, de roover
hoofdman Die rol is om zoo te zeggen als 't
ware voor mijn geschreven.
WIJTMAN hatelijkZeker noga)
esoenlijk rolletje, hè?
GEERTSEN (hamerslag) is 't nou uit?!
VIJTMAN. As je overal nijdig om wordt
Allen keeren zich tegen Wijtman, die er
,thel tegenin schreeuwt.)
GEERTSEN hamerslagWe gaan ver
hei I Pedro wordt gespeeld door Westerman
Biancha, de vrouw van het slachtoffer, door
Grevers De rol van Giacomo is voor Evers.
De rol van Lopez, de huichelaar, wordt ge
naakt door v Aplhen
v. ALPHEN. O, fijn.... n vansche ron
^urst wat ik graag speen,
GEERTSEN Dan krijge me de hoofdman
van de wacht.dat is Jansen, Dat zijn ze.
Grevers, lees jij eerst es 'n stukkie van te rol,
lan kenne we 's hoore.
GREVERS Best I Ik begin i
Wat ware uw lot geweest, zoo in uw kind-
(sche jaren
'.en noodlot als het mijnen uw moeder
waar weervaren
intsla mijn echtgenoot, ik eisch geen
meedendoogen
k Wil slechts nog ééns hem zien en sfer-
reve voor z'n oogen
De vreugd om zijn ontslag
8epaal mijn laatste dag."
(Hij zwijgt met veel „ontroering")
v, ALPHEN (luid zingend) Zeg mij, wat
h hoooopen mag I
(Bulderend lachsucces behalve Geertsen
n Grevers.)
GEERTSEN ('t tachen overschreeuwend)
Stilte I! Bakkesen houe IGa door. Grevers
GREVERS. Mijn lol is 'r al ai zijn dat
knullen (de andere blijven lachen)
GEERTSEN. (ziedend) Is 't nou uit?
Als 't niet anders gaat leg ik 'r om zoo te
zeggen als 't ware 't bijltje bij neer I 1 dood-
sche stilte geweldige hamerslag. Nog dood-
scher stilte.) v. Alphen.... probeer jij 't nog
esen de eerste de beste, die nou
v. ALPHEN. Naar mijn nuisteren ze wen.
„Wat, spreken wij ronduit, wat is op 't
oornogsvend,
Ans 't bnoed van duizenden op roo kende
akkers zwent,
Wanneer de menschheid kermt, wanneer
een vnoed van rampen,
Gezinnen overstempt, toch 't recht waarvoor
(wij kampen.
Een dartne moedwin vaak, een ijdene vor-
(stengrin,
Die om zijn diadeem een nauwer sningeren
(win.
En nochtans voenen wij bij de ijsenijkste
(snachting,
Noch wroeging, noch verwijt, we achten t
(pnichtsbetrachting.
Te vennen wat ons keert 1
(luid applaus)
GEERTSEN. Nou hebben we ze geloof ik
allemaal gehad. De rol van Jansen hoeft nou
niet gelezen en....
WIJTMAN (die in zijn boekje tevergee)
naar zijn rot zocht) En ik dan I Mot mijn
rol soms gezongen worden
GEERTSEN (benepen) Ja, Wijtman..,
je heb nou es géén praatrol.... je heb 'r.
stilzwijgende rol en die mot óók goed naar
voren worden gebracht.
WIJTMAN, (woedend) Nou, breng jij 'm
dan maar naar voren, voorzitter van de kou-
we grond
staal woesi op)
GEERTSEN. Ik protesteer ik laat me door
tou met.
WIJTMAN. En ik laat me door jou geen
hak zetten Dan bedank ik nog liever voor 't
heele zoodje (smijt z'n boekje naar het hoofd
van Geertsen.) Daar heb je je zwijgende rol
en alle sprekende d'r bij I Opschepper I
Riggesjeur van lik me vessie I Ik gaan zelf 'n
club oprichten, dan zalle we 's kijke welke
van de twee cluppe 't hier 't langste bol
werkt I Ajuus hoor, veel succes met jullie
dichte drama, 't zal me 'n klap geven I (Ver
trekt woedend. Stilte.)
GEERTSEN. De rol van Wijtman ver
valt dus Ik zal 't stuk er voor omwerken.
DOEK
Fragment uit „Tooneelsterren", Burleske
comedie in dne tafereelen. Tooneelfonds
Piefer Langendiik"