A t ELCK WATWILS Tweede Blad 28 April 1923 A. J. LANDBOUW EN VISSCHERIJ. TREKJES CCXCII. ANTITHESE. „Het is nu het noodlot der vakorgani satie, dat ze gebouwd is op de antithese arbeider-werkgever, die niet bestaat en dat ze de werkelijk bestaande tegenstel lingen tusschen minderwaardige, middel matige en meerwaardige arbeiders geheel over he hoofd ziet." Deze zin is gelicht uit het prae-advies van L'r. E. Verviers, uitgebracht door de Natio nale Vereeniging tegen de werkloosheid Hoewel dergelijke prae-adviezen gevraagd vorden om meer speciaal een bepaald on derwerp te belichten„in casu een antwoord te geven op de vraag of de indirecte voordee- len welke van de thans geldende werkloo- zenzorg verwacht worden, ook overtroffen worden door indirecte nadeelen geven zij och overvloedig gelegenheid in een meer jf minder verwijderd verband alles overhoop te halen wat de prae-adviseur van belang acht. En waar de vakorganisatie vrij algemeen .Is draagster van de werkloosheidsverzeke- ing optreedt, is het zeer wel te verklaren, lat men haar in het debat betrekt en haar tarakter tracht te ontleden. Dat karakter is inderdaad van invloed op de werkloosheidsverzekering, zij het dan ook ■n mindere mate als vrij algemeen veronder steld wordt en ofschoon het niet de bedoeling is in dit artikel nader daarop in te gaan, dient daarom toch even te worden opgemerkt 1ste dat de zeggingschap van de kasbesturen oractisch zeer beperkt is en 2de dat de vak organisatie niet het monopolie van de werk loosheidsverzekering heeft, wijl het „Werk loosheidsbesluit 1917" daaromtrent niets beslist en practisch ook reeds aan andere dan vakvereenigingen subsidie wordt ver eend. Zou dus de vakorganisatie haar tunctie niet behoorlijk vervullen, dan zou zij vanzelf concurrente instellingen oproepen. Dit dus terloops voor wat betreft de ver zekering tegen de geldelijke gevolgen van werkloosheid. Bedoelde praeadviezen zullen op 12 Mei a.s. behandeld worden en het laat :ich niet aanzien dat zij onbesproken zullen blijven, zoodat er voldoende gelegenheid zal ijn daarop nader terug te komen Voor heden zou ik dan ook slechts de aan dacht willen vragen voor bovenstaande ana lyse, die Dr. Verviers van het wezen en het karakter van de vakorganisatie d w. z. (te genstelling) werkgever-werknemer die er niet ts en daarnaast dat zij de werkelijk bestaande tegenstelling van de arbeiders onderling over het hoofd ziet In zijn algemeenheid is zoowel het een ais het andere onjuist en de R. K. en Christelijk georganiseerde arbeiders hebben er in elk geval recht op, dat men ook rekening houdt met hun opvattingen daaromtrent en die opvattingen worden niet weergegeven loor bovenstaande bewering. De arbeidersvakvereenigingen wam die v/orden zeer kennelijk bedoeld zijn in aigemeenen zin nier op die tegenstellingen gebouwd zij hebben zich nooit als zoodanig angediend en haar pracfische arbeid bewijst at zij van een tegenovergesteld princiep itgaan en in practijk brengen De vakorganisatie heeft zich steeds bij „e ïrbeiders aangediend en haar arbeid is faarmede in overeenstemming als te s reven naar samenwerking en naar een be- l.ijfsorganisatie, steunend op de Christelijke ilidariteitsgedachte. Steeds heeft zij gewe zen opjjhet onnatuurlijke van de scheiding tusschen ondernemers en arbeiders die bij les op elkaar zijn aangewezen. Het Paaschmauifest 1919 zegt in zijn eerste elling de R. K. Vakbeweging stelt zich op het standpunt van de solidariteit tusschen verkgevers en werknemers in het bedrijfs- •ven. De werknemers eischten en toch waar- ok niet ten onrechte dat men hen een ■neerwaardige plaats zou toekennen, maar gelijktijdig toonden zij zich bereid om een stuk van eigen zelfstandigheid prijs te geven en zoowel de bedrijfswetgeving als de recht- ipraak binnen het bedrijfsleven aan de samen- /erkende groepen te laten Dat was niet iets nieuws, maar de logische /ol trek king van wat doelbewust was nage streefd gedurende lange en moeilijke i ren. 3n als zij de vakorganisatie daar toe be reid was tijd :ns de toenmalige hoogcon- unctuur, dan kan de vraag of zij dat wil in ;edrukte tijden gevoegelijk achterwege blij ven. Dat Jit samenwerKuig moi o zeei ge brekkig is tot stand gekomen, is niet aan de arbeiders-va kvereenigingen te wijten en hoe bedroevend het ook wezen mag, als er geen permanente samenwerking is, dan worden tan weerszijden de bedoelingen misverstaan lan is er geen vertrouwen en voortdurende ianleidine tot strijd en moeilijkheden. Maar die samenwerking kan er komer joodra de werkgevers tn ilgemeenen zin bun dwaling inzien om geen inmenging te lulden inzake de algemeen geldende voor waarden voor het bedrijfsleven. Dat is van der beginne door de vakor anisatie nagestreefd en het gaat dus met op om te zeggen, dat zij s opgebouwd op een tegenstelling die zij teeds als een dwaling beeft afgewezen. De bedrijfswetgeving en rechtspraak ,n .anden van het georganiseerde en binnen be- jaalde grenzen autonome bedrijf waarir verkgevers en werknemers een op solidari teit berustende samenwerking nastreven er lke poging in die richting zal bij haar den nodigen steun ontvangen De tegenstelling werkgtver-werknenic wordt door de R. K. Vakbeweging dus ir principe afgewezen waar die practisch ziel voordoet geschiedt zulks omdat in strijc met haar beginselen gehandeld wordt di tegenstelling 'usschtn de arbeiders onderlin is een fictie en bestaat in werkelijkheid mei zij kan dus ook niet door de vakorganisatie over he hoofd worden gezien „De „meerwaardge" arbe der behoudt den voorsprong op zijr in gelijke omstandighe den verkeerende kameraden mèt en zónde vakvereemging en al zou de vakorgani satie de domhed begaan waarvoo ik haar in aigememen zin niet in staat ach' om een gelijkmaking van alle arbeider; na te streven danzou haai dat toch niet blij vend gelukken, riet persoonlijke in den mensch is een v:ei grootere kracht dan de uiting van een oilectiviteit. Den ijvengen, >e kwamen arbeider mag men ijdelijk kunnen terugdringen op den duu: dat onhoudbair en het kan nooit het stre ven zijn van de vakorganisatie een nivellee ring te bewerkselligen waardoor alle ener gie zou gedood worden Op de longste na- aarsvergaderin; van het R.K Vakbureau is over dat ondecverp een inleiding gehouden waarop meer bjzonder gewezen werd op het groote belang dat de arbeiders hebben om zich zooveel nogelijk te bekwamen in hun vak en dal darom ook de vakopleiding van onze ïeugdigearbeiders van zoo'n groote be- teekenis is ie vakbladen hebben hun vak rubrieken er de pas gehouden tentoonstel ling in het bkkersbedrijt te Amsterdam hei ijveren van len kantoor- en handelsbedien- denbond vor diploma's zijn even zooveel aanwijzinge dat de vakorganisatie de vak- bekwaamhed aanmoedigt en waardeert. De vakeganisatie erkem de waarde van bekwaamhid, ijver e.d. maai zij ontkent dat daardoor en tegenstelling tusschen de arbei ders zou eschapen worden En zij onttent evenzéér dat de vakbekwame „meerdertaardige" arbeider geen belang zou hebben b de werking van de vakorganisatie. Als devakorgamsatie streef! naar redelijke erkennir, van deri arbeid bij het productie proces, is zij treeft om normen te stel en ais belonis voor den arbeid dan zal de ar beid vn „meerderwaardige' arbeiders het word zegt het reeds ook in dezelfde evenreigheid in waarde stijgen als de nor men stgen Zorier vakorganisatie zouden we onver- mijdejk weer terugvallen naar de onduld bare aestanden van voorheen en de waarde van e vakorganisatie wordt dan ook door nientnd ontkent zelfs Simon Maas moet haarnuttigheid in het verleden erkennen mas dan dient men ook wanneer men haar besreek'. haar karakter, haar strevingen en wenen objectief weer te geven. 7il men fouten bespreken, die dooi haar gelaakt zijn en noodwendig gemaakt moes te worden omdat men haar stelselmatig un hi bedrijfsleven trachtte weg te dringen,- dar is niets op tegen maar men late haar ka- rkter dat in wezen niet aanvechtbaar is, on- mgetast Dat is m.i. wel de meest gematigde eisch ien zij stellen kan. UNZE SOCIALE ACTIE EN DE POLI TIEK. Er is een wisselwerking tusschen poli tieke en sociale actie dat zal wel door wei nigen ontkend worden, wat echter nog niet zeggen wil, dat men het ook eens zou zijn over de mate van invloed die de politiek op ons sociale leven uitoefent en omgekeerd om trent den invloed van onze sociale acties op de politiek. Voor mij echter staat het vast, dat onze sociale actie, van beslissenden invloed is voor onze politieke actie, terwijl omgekeerd de politieke actie op den duur op ons sociale leven maar matige uitwerking heeft. Deze gezindheid is wellicht de oorzaak dat ik voor mij heel wat meer liefde voor ons sociale dan voor ons politieke leven gevoel en vooral den laatsten tijd wordt het steeds duidelijker dat er een overschatting van den politie ken invloed plaats heeft met andere woorden dat men te groote waarde roekeni aan de openbare en wetgevende lichamen Er is groote ontevredenheid waar te ne men op sociaal-economisch terrein De eco- lomische ontwrichting doet zich steeds meer gevoelen en we waren nog niet zóóver dat de georganiseerde werkgevers en werkne mers een permanent overlegsinstifuut hadden m het leven geroepen Wel hebben we un den economischen srorm nog eemge bedrijfsraden kunn a redden maar hun aantal en invloed is te ge ring om de leiding te kunnen nemen in dezen rijd van malaise Welke invloed het oankkapitaai jat weer van beslissenden invloed is op hei kre dietwezen, uitoefent, is uok moeilijk mei -uistheid aan te geven al is ei een sterk ver moeden dat het met kracht lanstuuri op een sterke vermindering van de arbeids lonen Maar ttoe hei ook zij vasi staat wet dat er groote ontevredenheid heerscht ondei de ïrbeiders die maai mei kunnen inzien dat hun werkgevers die voor kort nog zulke goede zaken maakten opeens een redelijken grond hebben toi loo nsverlaging Waai tegenover staat dat in veei werk- geverskritjgen ontevredenheid heerscht ovei de arbeiders die maar niet willen begrijpen dat zij in deze crisis langer en hardet moeten werken liefst voor mindei loon Ook de middenstand is ontevreden ,m, javoelt zich de dupe van de industrie die zijn arbeiders aan den kant zet en die nu mede met zijn belastinggelden moei worden onder- touder, In 't kor' er is ontevredenheid ovei ue geheele time en in sommige gevallen met geheel zonder reden En omdat de econo- nische omstandigheden van dien aard zijn. dat men de moeilijkheden die men onder vindt of althans méént te ondervinden niet kan overwinnen, lucht men in aigemeenen tin zijn ontevredenheid op politiek terrein. Dit verklaart althans voor een groot deel de animositeit die we de laatste tijden op politiek lerrein kunnen waarnemen Men ziet in de openbare en wetgevende lichamen het middel om aan de moeilijkheden te ont komen wanneer daar maar menschen zouden zijn uit den stand waartoe men behoort Naar mijn vaste overtuiging ligt in deze overschatting van de politieke lichamen de oorsprong van N.K.P zoowel als van Volks partij, Ik kan net streven goed Begrijpen en het lijkt mij volmaakt juist wanneer men men schen uit de verschillende groepen wil af vaardigen maar die daarvan te groote dingen verwacht zal m.i bedrogen uitkomen Men behoeft nog niet op het standpunt te staan van mannen als Dr Verviers of andere anti-parlement-maniakken om toch volmon dig toe te geven dat de werkzaamheden van de politieke lichamen veel te uitgebreid zijn om van beteekems te kunnen zijn en met name de Tweede Kamer dreigt tot een karikatuur te vergroeien De uitbreiding van onze sociale orgam- satie's heeft de noodzakelijkheid van sociale wetgeving doen inzien en het is tuist die sociale wetgeving en voorzorg waar de ver schillende groepen hun aandacht aan schen ken en waarvoor zij zoo gaarne hun ver trouwensmannen naar de politieke lichamen zenden, lerwijl diezelfde sociale wetgeving voor een groot deel niet tn ons parlement thuis behoort Ik laat me nu eenmaaJ met wijsmaken om slechts één greep te doen dal die Twee de Kamer in staat kan zijn een deugdelijke Arbeisdwet m elkaar te zetten en daaraan is het dan ook stellig roe te schrijven dat men maatregelen die men nog kort geleden hielp nemen, even later socialistisch noemt. Ons Parlement is voor dien arbeid met geschikt met het onvermijdelijke gevolg, dat de parlementaire arbeid de gebreken ver toont die aan elke onoordeelkundige werk- verdeeling verbonden zijn We hebben naasi een politiek ook een ,ociaal lichaam en een economisch parlement po dig. Dat is reeds voor jaren terug en uit Jen rreure gezegd maar de geschiedenis der laatste laren leer' ons nu overduidelijk dai als we daartoe mei overgaan ons geheele parlementaire stelsel in een niet meer 'e ont warren chaos za uitloopen. In een voor sociale doeleinden bestemd lichaam kunnen de groepen en standen hun directe belangen behartigen en kan daar naast een eenheid op politiek terrein blijven bestaan terwijl in beide lichamen onze be ginselen tot uitdrukking kunnen gebracht worden. Wil men daaraan met dan kunnen we we! plijven praten over onze eene en onverdeelde katholieke organisatie op politiek terrein maar dan zal onze sociale actie de politieke ïctie verscheuren, dan zal ondanks alle noeite en alle theoriën onze eenheid verloren aan. De stroomingen op sociaal-economisch errein moeten zich kunnen uitleven in een chaam dat onder verantwoordelijkheid van e Regeering de sociale maatregelen neemt an eerst zullen we op politiek terrein onze mheid kunnen bewaren. Het is mogelijk dat onze politici het hier- ,ede met ééns zijn het „ontijdig" achter I meer van die oud-Hollandsche argumen- en aanvoeren die tot gevolg hebben dat éi nets gebeurt maar men zal zich-vrees 'l te laai beklagen warn zooals het nu ga il het niet kunnen blijven. We kunnen wUltcht nog eenigen tijd j\ 0 ïze partij-dicipline drijven, maar op der Cuur zullen de sociale stroomingen onze po 1 riek zoodanig beïnvloeden dat er van t- eren geen =prake meer kan zijn. Niet alleen dus dat ons bedrijfsleven mee e in bijzonder landacht vraagt hetgeen me r doen de door een politiek .ichaant kaï e schieden, maai de politieke lichamen zei zullen uit zelfbehoud gedwongen worden o n splitsing van werkzaamheden. Dat is mijn vaste overtuiging en teven t n overtuiging die door zeer velen gedee w irdt. Vïoge men tijdig de bakens verzetten A. J. L. SEISOENWERKLOOSHEID. jooi de Nationale Vereeniging tegen „i rkloosheid ts gevraagd prae-advtezen ui1 brengen omtrent de thans geldende werk ozenzorg. Deze prae-adviezen zijn uitgebracht dooi ,ej. Dr E C. v. Dorp, prof Mr W A ongci en Dr. E. Verviers. Op 12 Mei a.s. zullen die prae-adviezer orden behandeld en zooals ik in een ande rtikel al aangaf, geven deze prae-adviezei e) aanleiding rot verdere bespreking. Intusschen kan ik aan de verleiding geeri eerstand bieden om enkele argumenten in de prae-adviezen afzonderlijk te bezien Zoo ziet mej v Dorp seisoenwerkloosheid normale- en crisiswerkloosheid waarvan ie laatstgenoemden slechts gradueel enn ie' 'rincipieei verschillen Over seisoenwerkloosheid zegt zij dan het 'olgende „De landbouw is het meest voor de hand iggende voorbeeld Ze onderscheidt zich dus van andere werkloosheid daarin, dat zij van te voren te voorzien is, en dear bei der er dus rekening mee kan houden Hij weei van te voren dat hij, öf aan vullenden arbeid moet zoeken óf zijn ver diensten ovei 'n bepaald seisoen moet ver deelen over een geheel taar dergelijke werkloosheid moet uit den aard geen voor werp voor steun of verzekering zijn het zij dan dat seizoenarbeiders voor gewone armenzorg n aanmerking komen omdat zij met in staat zijn voldoende in het le vensonderhoud van hun gezin te voorzien." Ook ai houdt men er rekening mede dat ruer mei. v. Dorp aan het woord is dan lijkt toch nog de vraag gewettigd of dót nu werke lijk dienst kan doen bij de bespreking van een ernstige zaak. Het zij toegegeven dat het maar een op merking is" terloops gemaakt om het karak ter van seisoenwerkloosheid aan te toonen maar even goed wordt daarin als een axioma neergelegd dergelijke werkloosheid moet uit den aard geen voorwerp van steun of verze kering zijn'' hoogstens komen zij dus de landarbeiders voor armenzorg in aan merking. Deze tee kening komt wonderveel overeen met die van den Burgemeester van Zeist die de werkloosheid van de landarbeiders als een soort vakantie beschouwd wil zien doch beide voorstellingen staan op zeer ge spannen voet met de werkelijkheid. Nu is er in den landbouw een zoodanige verscheidenheid dat men al iets heel vreemds moet opnoemen of men kan er wel een of eemgf voorbeelden van aangeven maar ae hierl o n geschetste toestand bestaat met. Warti werkelijk loonarbeiders zijn en Jaar gaat het hierover daar zijn de toestan- Jen geheel anders. Daar is er geen sprake van dat de arbeiders hunjverdienste over een geheel kunnen verdeelen daar is er geen sprake van dat zij in aigemeenen zin aan vullenden arbeid kunnen vinden. De andarbeiders die geheel in loondienst werken moei men in hoofdzaak in Groningen, ZeUmd, West N. Brabant' Z. Holl. eilanden en in hei algemeen tn de kleistreken zoeken en wie dan even wil nagaan dat er contracten worden afgesloten die des zomers nog geen I 15.inkomen geven dan ligt er toch wel een tikje overdrijving in om te zeggen dat die verdiensten maar over een geheel iaar moe ren verdeeld worden. En aanvullende arbeid s Dat is gemakke lijker gezegd dan gedaan en als mep v. Dorp Je landarbeiders daaromtrent eenige nadere nlichringen kan geven zou zij zich onge twijfeld tegenover hen zeer verdienstelijk maken. Haar weinige bekendheid met plattelands- roestanden komt echter her best uit waar rij werklooze arbeiders naar het armbestuur wi verwijzen. Was zij op het platte.and be kend dan zou zij weten dat ook dót in den regel gemakkelijker gezegd dan volbrach- s en op de meeste plaatsen za! een valide irbeider liever alles trotseeren dan daar roost te gaan zoeken. De werkloosheid in den landbouw geeft :en geheel ander beeld als mei. v. Dorp ons aat zien. Mej. v. Dorp heett er geen erg in gehad, Jat de industrieele crisis zich voor een ge deelte ontlast m den landbouw waardoor nier alleen de normale afstrooming van arbeids krachten gestremd is, maai zelfs nog een noodgedwongen toevloeiing van krachten alaats vindt. Deze crisisjaren hebben ons geleerd, dat in ïormale laren de werkloosheidsverzekering /oor de landarbeiders heel goed tunctionee- en kan en zelfs tijdens deze crisis hebben de sassen van de landarbeiders van de Overheid nee) wat geringer hulp gevraagd, dan wel an- iere kassen ook de werkverschaffingen, die 'an Overheidswege gesubsidieerd zijn, waren 'eel meer voor menschen die van-huis-uif tot ndere bedrijven behoorden dan voor de andarbeiders Over de arbeiders in den tuinbouw spreek i maar niet omdat ik vermoed dat die niet edoeld zijn Joch ook omtrent de eigenlijke mdarbeiders behoort Mej v Dorp tot hen die de landarbeiders zoeken waar ze niet zijn nJ. in de zandstreken Déér vindt men verhoudingen die soms tnigszins gelijken op die door Mei. v. Dorp eschetst maar wie daarop doelt, mèg dat tiet doen bij de bespreking over werkloos- eidsverzekertng, want dergelijke arbeiders als men ze zoo wil noemen organisee- tn zich niet en verzekeren zich met. Wie de zwakke economische positie van e landarbeiders werkelijk kent, zal het moe- en toeiuichen, Jat zit ondanks alles nog het tware offer der verzekering dragen om daar oor zooveel mogelijk de moeilijkheden her hoofd te bieden En dar de Overheid in deze crisis daarop een verhoogd subsidie geeft tast het karakter van de verzekering m.i. niet aan en is in elk geval verre te verkiezen boven armenzorg waaraan de arbeider direct mets bijdraagt. Ik herhaal het was maar zoo'n opmer king terloops gemaakt, maar die toch niet on besproken kan blijven evenmin als de bemer kingen omtrent het wezen van de vakorga nisatie doch dat zullen we bewaren voor een volgende gelegenheid A. J. L. BAKKERSGEZELLEN. Omtrent de te Amsterdam gehouden en schitterend geslaagde vakwedstrijden vinden we in „Ons Vakblad" het orgaan van de R.K. Bakkersgezellen nog het volgende i De tentoonstelling, gehouden tot sluiting der vakcursussen 19221923 te Amsterdam, is weer achter den rug, en het schijnt ons in teressant hierover een kleine nabetrachting te houden. Tot onze tevredenheid kunnen wij getui gen, dat deze tentoonstelling volkomen ge slaagd is, en daardoor dus de vele moeilijk heden en opofferingen welke nu eenmaal aan dergelijke onderneming verbonden zijn, be loond zijn door het bereikte succes. En dit succes is in de eerste plaats het be wijs van de doeltreffendheid van het nu sedert eenige laren gegeven vakon derwijs door onze Amsterdamsche afdeeling welke doeltreffendheid zich demonstreerde in de keur van inzendingen door de verschil lende deelnemers aan de gehouden cursus sen tentoongesteld. Maar ook in de animo waarmede ook door anderen, zoowel leden als patroons, ia zelfs personen van geheel aan onze principes tegenovergestelde richtingen, van de gelegenheid om in de diverse vakwed strijden mede te dingen, werd deelgenomen. Er waren dan ook werkelijk in de verschil lende groepen zeer belangwekkende werk stukken te bewonderen en de taak van de jury was dan ook zeker geen gemakkelijke om een juiste aanwijzing der prijsverdienenden te doen. Er waren trouwens heel wat prijzen be schikbaar gesteld, niet alleen door de organi satie zelf, maar ook van de belangstellende andere organisaties en ook van de tentoon- stelbng etaleerende firma's. Ook uit het be schikbaar stellen van medailles en andere prijzen werd de belangstelling in het streven onzer afdeeling van vele zijden betoond. Het verloop van een en ander is zeer aan genaam geweest. Het bezoek was best, ter wijl de aanwezigheid van een strijkje de ge zelligheid niet weinig verhoogde Het uitvoerend comité had een speciaien avond bestemd tot uitreiking der prijzen, en wel op Donderdag 12 April in het Gilden huis in de Warmoesstraat.Ook daar heerschte een opgewekte stemming, welke mede op peil werd sehouden door eenige muziek en voordrachten, Deze laatste ten oeste gegeven loor het lid onzer organisatie H. Josso. Na de prijsuitdeeling, afgewisseld door mu ziek en voordracht, bleef men, althans een oelangrijk deel der aanwezigen, nog eenigen ijd gezellig bijeen nadat door den voorzitter j Evers, officieel de bijeenkomst was geslo ten, met een herhaald dankwoord aan allen, welke op eenige wijze hadden medegewerk an het behaalde succes, bijzonder aan der, ;ecretaris van het uitvoerend comité P. Boïng Jie het leeuwenaandeel heefi gehad in de ver richte werkzaamheden. S. P. VAN TOL EEN NIEUW INSTITUUT VOOR VERZEKERING TEGEN WERKLOOSHEID. fe Voorburg is opgerichi een „Onderlinge zrzekeringsbank tot uitkeering bij werk- oosheid." De notarieele akte is reeds ge- jasseerd Directeuren zijn de heeren' P.A.A. ie Lange'te Voorburg en H.K.F. Meijnts te Den Haag Het sociale doel der Bank is, om aan werk- temers van 1660 jaar binnen Nederland woonachtig tegen betaling van een geringe, linnen ieder bereik liggende wekelijksche contributie naar nwtstal van hun werkkring zich een uitkeering te verzekeren in geval van werkloosheid, welke langer dan 3 dagen luurt. De BankJJstreeft geenerlei politieke ol godsdienstige richting na, waardoor dus ieder werknemer onverschillig welke partij hij is oegedaan zonder eenig bezwaar als deel nemer kan toetreden. De oprichters dezei instelling meenen ueririede in een lang gevoelde behoefte te voorzien, daar nu ook voor personen niet rij vakbonden aangesloten, de gelegenheid opengesteld is, voor zichzell te zorgen en met meer bij werkloosheid van plaatselijke irmbesturen of publieke liefdadigheid te noeten afhangen. Ook georganiseerde werk- ïemers kunnen, wanneer zij zulks wenschen als deelnemer worden ingeschreven. Uit dit bericht zouden niet ter zake kun- Jigen kunnen opmaken, dat tot nog toe voot personen die niet bij een vakorganisatie wa ren aangesloten, de gelegenheid om zich egen werkloosheid te verzekeren niet open stond. Volgens de bepalingen van het Werk- -oosheidbesluit-1917 is dit echter wel het geval. Er bestaan dan ook verschillende kas sen, welke buiten de vakbeweging staan en slechts ten doel hebben haar leden bij on vrijwillige werkloosheid uitkeering te ver strekken. Deze kassen ontvangen even goed subsidie van Rijk en Gemeente als de kassei der vakvereenigingen (Tijdschr v.d. Ned. Werkl. raad. SLAKKEN EN PADDEN. In de tuinen hebben we het meeste last van de grootere naakte aardslak, de kleine vaal- bonte tuinslak en van eenige huisjesslakken. Nog te weinig wordt de slakkenverdel- ging beoefend langs biologischen weg, d.w.z. Joor de slakken te bestrijden met haar natuur lijke vijanden. Hieronder nemen een voor name plaats in de kikvorschen en padden. Wij wezen daar al eens meer op. De heer P, Noëll, directeur van het ento- molgisch stafion van Rouaan, had gelegen heid om zich van de werkzaamheden dezer dieren te overtuigen in een woest liggend perceel tuinaarde, bij het station behoorende hadden zich de slakken bijzonder vermenig vuldigd in dat perceel „liet de heer Noël 100 padden en 90 kikvorschen los," die in een maand tijd al de slakken veroberden. Er werd nu kool geplant, spinazie, salade, cichorei en velerlei bloemen gezaaid, en die planten hadden niet den minsten last van slakken. De landbouwers uit de buurt, die er zich van overtuigd hebben, denken nu anders over de vieze diertjes en brengen ze gaarne naar hun omheimde tuingronden over. De groene waterkikvorsch, die gewoonlijk in het watei vertoeft, maar bij zonneschijn gaarne een tijd lang aan den kant gaat zitten en bij het na deren van eenig gevaar met een grooten sprong in het water terug spoedt, leeft ook van insecten, wormen en slakken. Meer al gemeen verspreid zijn echter overal de aan Je rugzijde roodbruine graskikvorschen, een voor land- en tuinbouw zeer nuttig diertje, hetwelk uitsluitend van wormen en insecten leeft. Deze zouden zeker in grooter getal aanwezig zijn, zegt de heer Ritzema Bos, indien men de kuit (eieren) de zer soort, die op het water drijft, niet dik wijls met harken uit de sloot haalde om ze op den wal te laten verdrogen. De gewone pad is niet vergiftig, zooals men soms meent Zij scheidt een wit vocht uit de oorklieren, Jat wel eenigszins scherp is, maar meer niet. Zij maken zich door het verdelgen van vele insecten en slakken hoogst nuttig. Men spa- re ze dus. In broeibakken en plantenkassen zetten zij hun arbeid gedurende den winter voort, want in de kassen vallen ze niet in hun gewonen winterslaap. 'n Vergadering van de toonel- club „In liefde bloeijend". Personen TSEN kruidenier voorzitte; en regisseur der club. •/ESTERMAN jsecretaris der club. /AN GALEN penningmeester derclub. EVERS. GREVERS. VAN ALPHEN Werkende leden. WIJTMAN IANSSEN I De vergadering heeft plaats in ee zaaltje in café „De drie zwarte mollen" Bestuur en leden zitten om de.aiel ge- :haard allen hebben een tooeelboekje oor zich liggen. Geertsen hanteé sen ge weldigen voorzittershamer. Hij Ish reeds inige malen tevergeefs om stilt verzocht, lij slaat met den hamer op tafel alles trilt van GEERTSEN Stilte 111 M< beginne 11 Iet is stil) Het is mij, als «orzitter en ssieseur een groot genoege. hooggeachte ïedeleden, u alle wederom o- mijn voor- ittersta..ehzetel vergaerd te zien. k en meneer Westerman heóen 't besluit eno(Westerman geeft im 'n stomp) k wil zeggen 't bestuur he 't besluit ge- ome, dat 'r door onze club/eer es ïes mot orde daérgestelden Idde me beslo- -n, evenals de vorige ja ook dit jaar in e kerremisweek de menschom zoo te zegge Is 't ware weer ies goeds t'voor te m Westerman souffleertpresenteere. Me unkt 't mag wel es effies gvorde..eh. •orde gemo..geme. .-hem.(Wes- ■rman a. v.) gememorefd. hoe ik 't vorig tar (Westerman stompt) ...hoe de club 't orig j, ar zoo reuze is jslaagd met de op- oeringVan „De mart ears van 't consileo". k in me rol van Maxiulianius óe Groote eb 't publiek om zooe zeggen als t ware e..geëlectri..ge., .hem.(Wes- rman souffleert) Geepnotiseerd. WIJTMAN Nou 'at hebben ze gebruld n 't lachen GEERTSEN (haerslag) Meneer Wijt an, u mot wachte ot u 't woord heb 1 n dan verder te gat Voor deze keer heb ben ik en meneer West.... (IVeterman stompt) ....heb 't bestuur z'n oog laten vallen WIJTMAN Da's ieeiijker i (Gelach). GEERTSEN (hamerslag) Meneer Wijt man, ik roep u tot den orde WIJTMAN Ik zeg niks meer GEERTSEN Da's te maar geraje ook. Zooals ik dan zee.... (verpletterende blik op Wijtman) z'n oog laten vallen op 'n dra ma JANSSEN We spelen toch nooit wat anders I (gelach en geroezemoes). GEERTSEN (woedend hamerslag) As jullie me nou om zoo te zeggen als 't ware woedend wille make, dan motte jullie maar zóó doorgaan I Is dat fesoen Jullie kannen je voorzitter en nssieseur nog nie eens late prate zonder 'm telkens te in.te introdu- ceeren I (Westerman stompt en souffleert Te intumpereeren bedoel tk I Ik wou dan zeggen op 'n dramain gedich. (Westerman souffl.)....in dichtmaat, We zalle. v. ALPHEN (kan de t met zeggen) Wat ts dat? 'n Tooneenspen m dicht.... WIJTMAN O, heel lollig, allemaal ver sies, Gepraat doorelkaar Geertsen kan van woede niets zeggen.) v. GALEN. Hou je snuit toch, kerels 1 Laat de voorzitter toch uitspreke 1 GEVERS Natuurlijk 1 Wacht ie beurt ai I (Er ontstaat ruzie.) GEERTSEN (hamerslag buldert) Houe mllie nou allemaal lulllie smoe.snoet werken 1 Me zalle beginnen met 't lezen van enkele sjeenes uit 't stuk en dan tot de rolverdeeling overgaan Zooals tullie allemaal ziene is 't stuk getiteld „De rechtvaardig heid van Don José, de Rooverhoofdman" 't Is 'n merakel oud stuk 't Is 'n heel mooi huü-drama met veel ontroerigheid EVERS (de eemge die tets van tooneei- spel verstaat) Meneer de voorzitter, mag ik even 't woord GEERTSEN; Hm.... zekerniks tege.... 't Woord is an meneer Evers.... EVERS Meneer de voorzitter, ik wensch- te iets te zeggen over de keuze van 't stuk. We hebben nu de menschen al zoo dikwijls onthaald op stukken uit vroegere eeuwen, 't wordt dunkt me nu wel es tijd, dat we wat modern werk leveren. Mijns inziens moet er wat afwisseling zijn. GEERTSEN (in opperste verbazing) Mo dern, zeg je Modern Dus om zoo te zeggen als 't ware 'n stuk wat je in je Zondagsthe pakkie mot spele I EVERS 't Pakje doet er al heel weinig toe, zou ik zoo zeggen. WIJTMAN Dai zou 'k meenen 1 'n Mooi pakkie is luist alles GEERTSEN (hamerslag) ik dochi Dat ik an t woord was. meneer Wijtman 't Is zooas Wijtman zegt De menschen hier wille nou eenmaal 'n stuk in costuums Enne a .zeg ik 't zelf.... ik privé voor mijn per soonlijk hou er óók wel van Met zoo'n wije mantel en 'n dege opzit ken je om zoo te zeggen als 't ware nog es wat van 'n rol make I Van weges om de indruk EVERS Enfin, dat is natuurlijk n per soonlijke opvatting M'n tweede en voor naamste bezwaar is echter, dat 'n stuk in verzen onze krachten verre te boven gaat (algemeen protest Geertsen hamert.) GEERTSEN Laat dat maar vooi mijn over Daarvoor ben ik de rissieseur Dai spelen we best klaar Wacht.ik zal es 'n sjeene voorlezen en dan laat ik 't an de be leefdheid van de club over om te oordeele ot dat onze krachten te bove gaat. Luistere jullie maar es .Waartoe uw hart, meneer, zoo rustioo? ai te pijnen Vaartoe de vreugd te ontvlien, in diept rrrrouw te kwijne Jtel 't onwaardeerbaar lot, u toebedeelt, op prijt Met hoogen rang omkleed door José's gunst bewijs lij door zijn leeuwenmoed, gevoerd ten (top van macht n tot...." GREVERS (onderbrekend) Ik mot Evers gelijk geven Ik vin 't nogal hoog Als de menschen 't maar begrijpen WESTERMAN Te hoog Waarom Niet begrijpen Dat hangt van de voordracht ai zou ik zeggen. Als ik de rol van die don Pedro had.... ik zou 'tn weten te spelen Ha! Zóó zou ik die rol spelen i Zij dan zoo, hij wordt Perez' wrekei, ewikkeld in één drang aan gruwzame (euveldaan, laagt mij, sinds maanden reeds, 't onrusf- (geweten aan Jij wiens trouwelooze raad mij meer en (meer verstri kte Me arglistig heeft verrast toen ik nog (angstig wikte, "Ziens fijngesponenen list tot Perez val (gesmeed, Mij zelfs door drift verblind, hem schuldig wanen deed Is dat met mooi, Niet schitterend VAN GALEN Wat ik er nou van gehoord heb vin 'k heel erg mooi GEERTSEN 't Scheelt ook veel wie t us 't ware om zoo te zeggen voordraagt. WIJTMAN Opscheppen kost niks GEERTSEN Daar hei ie hem weer l Hartelijkheid is maar alles. EENIGEN Nou niet legge pesten Hou toch ie bakkes Begin ie weer EVERS Zand 'r over Wat ik zeggen wou, meneer de voorzitter Wat ik van 't stuk ge hoord heb, en wat ik zoo bij vluchtig door zien heb waargenomen, brengt e tot de overtuiging, dat 't 'n groot vod v e reinste ulevellen-poëzie. WESTERMAN De professor neeft ge sproken GREVERS. As die met wat te vitten had V ALPHEN Nonnige vent ben jij Je oent zenl een unuven WIJTMAN. Hij heb zeker tn de gaten, dat zijn rol niet veel bijzonders is (ruzie.) TEER TSEN (gewet digt hamerslag) Hou maar op, jullie!! (At; stiki bijna van woede stilte nou I Meneei Evers, Weet u wel..of nee..u weei r den k'k niet. weet u wel dat dat voor t bestuur voor tk en meneer Westerman. V GALEN En .k dan? JEERTSEN hamerslag buldert oti ,ou 1 Hm.... natuurlek vooi V. Galen ook, om zoo te zeggen als 't ware 'n klap in onze gezichten is Beseft u dat niet (weer bulderend) Wie kiest de stukken... k ii u? Antwoord daar es op assieblieft 1 2VERS ik begrijp hoegenaamd me vvaarom u zich zoo opwindt Ik heb eenvou- lig m'n meenig gezegd en die hou 'k staande V ALPHEN Wat 'n brutamteit. EVERS Ik sprak nog V Alphen.... Het is neneer de voorzitter, in alle vereenigingen de gewoonte, dat de leden hun meening over 't stuk mogen zeggen GEERTSEN Dat ken i Dat ken t Maar wat u doet is om zoo te zeggen als 't ware. ia., beleedigend. GREVERS Vin ie 'n drama dan zoo on- eeschi kt GEERTSEN En dan nog wel op rijm. EVERS Ik heb mets op 'n drama tegen, maar heusch, ik vind dit werkelijk niet mooi't spijt me als 't verkeerd wordt opgenomen maarEn als jullie dan toch iets in verzen willen spelen neem dan iets moois, b v 'n stuk van Joost van den Vondel. GEERTSEN (schatert) Nee maarv. die is goed 'n stuk van Vondel wil ie spelen.... van Vondel I V ALPHEN. Ik ken geen stukken van Vonden. GEERTSEN (in triomf) Natuurlijk met. Wou je tocneelstukken hebben van 'n kunst schilder EVERS. Vondel n kunstschi(stikt van 't tachen) GEERTSEN Ja t Ja 1 Ja 1 'k Ben toch zeker dikwijls genog in Amsterdam gweest? Daar staat 'n groot standbeeld van 'm.... WESTERMAN Nee, Geertsen, nou ge loof 'k toch, dat je abuis hebt 'k Heb wel is iets gelezen van van eene Vondel, maar dat is toch met veel hoor GEERTSEN Zie je wel Dat zee 'k ommers al We zalle maar gauw de rollen verdeelen, anders wordt 't weer nachtwerk. Ik maak zelf de rol van Don José, de roover hoofdman Die rol is om zoo te zeggen als 't ware voor mijn geschreven. WIJTMAN hatelijkZeker noga) esoenlijk rolletje, hè? GEERTSEN (hamerslag) is 't nou uit?! VIJTMAN. As je overal nijdig om wordt Allen keeren zich tegen Wijtman, die er ,thel tegenin schreeuwt.) GEERTSEN hamerslagWe gaan ver hei I Pedro wordt gespeeld door Westerman Biancha, de vrouw van het slachtoffer, door Grevers De rol van Giacomo is voor Evers. De rol van Lopez, de huichelaar, wordt ge naakt door v Aplhen v. ALPHEN. O, fijn.... n vansche ron ^urst wat ik graag speen, GEERTSEN Dan krijge me de hoofdman van de wacht.dat is Jansen, Dat zijn ze. Grevers, lees jij eerst es 'n stukkie van te rol, lan kenne we 's hoore. GREVERS Best I Ik begin i Wat ware uw lot geweest, zoo in uw kind- (sche jaren '.en noodlot als het mijnen uw moeder waar weervaren intsla mijn echtgenoot, ik eisch geen meedendoogen k Wil slechts nog ééns hem zien en sfer- reve voor z'n oogen De vreugd om zijn ontslag 8epaal mijn laatste dag." (Hij zwijgt met veel „ontroering") v, ALPHEN (luid zingend) Zeg mij, wat h hoooopen mag I (Bulderend lachsucces behalve Geertsen n Grevers.) GEERTSEN ('t tachen overschreeuwend) Stilte I! Bakkesen houe IGa door. Grevers GREVERS. Mijn lol is 'r al ai zijn dat knullen (de andere blijven lachen) GEERTSEN. (ziedend) Is 't nou uit? Als 't niet anders gaat leg ik 'r om zoo te zeggen als 't ware 't bijltje bij neer I 1 dood- sche stilte geweldige hamerslag. Nog dood- scher stilte.) v. Alphen.... probeer jij 't nog esen de eerste de beste, die nou v. ALPHEN. Naar mijn nuisteren ze wen. „Wat, spreken wij ronduit, wat is op 't oornogsvend, Ans 't bnoed van duizenden op roo kende akkers zwent, Wanneer de menschheid kermt, wanneer een vnoed van rampen, Gezinnen overstempt, toch 't recht waarvoor (wij kampen. Een dartne moedwin vaak, een ijdene vor- (stengrin, Die om zijn diadeem een nauwer sningeren (win. En nochtans voenen wij bij de ijsenijkste (snachting, Noch wroeging, noch verwijt, we achten t (pnichtsbetrachting. Te vennen wat ons keert 1 (luid applaus) GEERTSEN. Nou hebben we ze geloof ik allemaal gehad. De rol van Jansen hoeft nou niet gelezen en.... WIJTMAN (die in zijn boekje tevergee) naar zijn rot zocht) En ik dan I Mot mijn rol soms gezongen worden GEERTSEN (benepen) Ja, Wijtman.., je heb nou es géén praatrol.... je heb 'r. stilzwijgende rol en die mot óók goed naar voren worden gebracht. WIJTMAN, (woedend) Nou, breng jij 'm dan maar naar voren, voorzitter van de kou- we grond staal woesi op) GEERTSEN. Ik protesteer ik laat me door tou met. WIJTMAN. En ik laat me door jou geen hak zetten Dan bedank ik nog liever voor 't heele zoodje (smijt z'n boekje naar het hoofd van Geertsen.) Daar heb je je zwijgende rol en alle sprekende d'r bij I Opschepper I Riggesjeur van lik me vessie I Ik gaan zelf 'n club oprichten, dan zalle we 's kijke welke van de twee cluppe 't hier 't langste bol werkt I Ajuus hoor, veel succes met jullie dichte drama, 't zal me 'n klap geven I (Ver trekt woedend. Stilte.) GEERTSEN. De rol van Wijtman ver valt dus Ik zal 't stuk er voor omwerken. DOEK Fragment uit „Tooneelsterren", Burleske comedie in dne tafereelen. Tooneelfonds Piefer Langendiik"

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1923 | | pagina 5