Brieven uit Frankrijk. p V '1 F NL AND De Gouddelvers. Tweede Blad 9 Mei 1923 De uitspraken in het Krupp-proces. De geruchten omtrent een re geringscrisis in Duitschland tegengesproken. Wrijving tusschen En geland en Frankrijk omtrent de antwoord-nota aan Duitschland. Onder de Telegrammen: Een verklaring der Britsche regeering in Hoo- ger- en Lagerhuis omtrent het afzonderlijk optreden van Frankrijk en België tegenover Duitschland. De antwoorden van Engeland en Italië op het Duitsche aanbod. Uit de Fransche Kamer; 8 Juni eerst de inter pellaties over het Duitsche aanbod. De spoorwegstaking in België. De Chineesche treinroof. de engelsche pers over de FRANSCH-BELGISCHE NOTA. DE VOLKENBOND EN HET FRANSCH SCHE CONFLICT. DE CONFERENTIE TE LAUSANNE. FEUILLETON. x. GEK. SUiTERL. GERICHTER. UMDS0ÖW ER VISSCHERU „HARDE KROP" BIJ HOENDERS. KUNST ER KEURIS. DE VODDENRAPERS VAN PARIJS. „De voddenrapers van Parijs"onwil lekeurig wekt die naam herinneringen op aan dat oude melo-drama met als middel punt en hoofdpersoon Jean Vah'ean.... aan de opera Louise, waarin al die figtiren uit het nachtelijk Parijs voor ons oog opdoemen, ieder zijn eigen geluid, zijn „crie de Paris" laat hooren. „De voddenraoers van Parijs, leven ze nog altijd voort vraagt menigeen zich wel licht af, meenende te doen te hebben met een instellin"' uit het grijs verleden. Heeft niet de moderne stadsinrichting dit bedrijf van nijvere nachtvogels onmogelijk gemaakt? Neen, de voddenrapers van Parijs leven nog, zij hebben zelfs in de allerlaatste dagen tee kenen van leven gegeven die duiden op goede organisatie en onverflauwde energie. Wie zou 't gedacht hebben dat tot deze zwervers ook de noodkreet was doorgedron gen van in geldgebrek verkeerende weten schappelijke instellingen Wie zou vermoed hebben, dat deze voddenrapers tot de eer sten wilden behooren, hun geldelijken steun aan de Fransche laboratoria te verleenen En toch is het waar, zij zullen den 5den Mei op de markt van St. Ouen, een kermis in richten, waarvan de opbrengst ten goede zal komen aan die noodlijdende inrichtingen der medische wetenschap. Zeker, de baten zullen niet overweldigend zijn,en de gedachte is niet zonder ironie, dat uit de omgekeerde vuilnis-emmers, de fondsen worden gevon den om de wetenschap te dienen, maar.... is het niet treffend, deze werkelijk slecht- bedeelden onzer samenleving hun zwakke krachten te zien vereenigen om hun pennings ke te offeren Het is gemakkelijk genoeg gelijk sommigen doen, hun initiatief in het belachelijke te trekken, veeleer echter ver dienen zij onze belangstelling en waardee ring. Het zou niet de eerste maal zijn dat het goede voorbeeld is uitgegaan van de een- voudigen en uit samenwerking van vele klein tjes, het groote is tot stand gekomen. „Wie geeft wat hij heeft, is waard dat hij leeft". Het is daarom dan ook dat de vodden rapers van Parijs meer dan ooit recht hebben op een voortbestaan en ik u enkele bijzon derheden over dit gilde ga vertellen. De voddenrapers van Parijs, wier aantal op eenige duizenden dient geschat en zoowel mannelijke als vrouwelijke elementen om vatten, dienen in twee soorten te worden onderscheiden. Zij, die hun vasten rondgang hebben, een eigen clientele bezitten, en alleen in een bepaald stadskwartier hun werkzaam heden uitoefenen, en zij die op avontuur uit gaan, dwalen door de groote stad, nu eens hier dan eens daar, overal hun geluk, in dit geval de vodden, zoekend waar het is te vinden. Zij zijn de ongeorganiseerden, werken zon der methode of voorschrift, steken overal en nergens goed hun neus in, brengen als van ouds de klad in het vak, zooals mij een georganiseerde voddenraper wist te vertellen. Zij maken vluchtiger en meer rondgangen dan de werkelijke vakmannen, beginnen reeeds om 10 of 11 uur des avonds. Zij halen, om eens een valsch beeld te gebruiken, de room van de melk. Zij staan dan ook buiten de organisatie, die het "plan heeft opgevat, de wetenschap een handje te helpen. De geor ganiseerde voddenraper beginne t hun ar beid eerst tegen 3 of 4 uur in den morgen. Hun vereeniging heeft Parijs ingedeeld in een zeker aantal plaatsen van 50, 60, 100 of meer vuilnisbakken, al naarmate de praktijk den meer of minder belangrijken inhoud van die bakken in bepaalde buurten heeft aan getoond. Tedere plaats wordt betaald, de vod denrapers koopen het recht te mogen gras duinen in al datgene, wat als waardeloos wordt weggeworpen. Heel winstgevend is het bedrijf niet meer, zelfs minder dan het ooit is geweest. De politie schat de verdiensten van een voddenraper, die „gelukkig" is, op ongeveer 10 francs per dag en dat voor een arbeid, vuil onder de vulien en bovendien nog vak kennis vereischend. Want van alles moet hij verstand hebben, en de deugd van geduld moet hem zeker eigen zijn. Sommigen verkoopen hun nachtelijke vondst in haar geheel. Het zijn veelal de nieuwelingen en ongeoefenden in het vak, die zulks doen. Hij die zijn vak verstaat, kan beter voor ieder artikel een afzonderlijk wegje zoekenhij maakt onderscheid tusschen vodden grof en fijn linnen, tusschen wit en gekleurd ka toen.Hij weet aanstonds de been deren te sorteeren die nog een bijzondere waarde hebben, of alleen nog voor been zwart kunnen gebruikt. Wit, grijs, bedrukt of onbedrukt papier, het is voor hem, ieder in zijn soort, van de hoogste beteekenis. Het oude schoenleer heeft voor hem minder han delswaarde dan de zolen en hakken. Waarom 't Is alleen maar een weet en anders niet. De waardebepaling trouwens der artikelen is het juist waar het voor de voddenrapers op aankomt. Hij moet de prijzen op zijn duimpje kennen, want al is alle waar naar zijn geld, het geld voor den eenen opkooper gegeven of door den anderen, is zeer uiteenloopend. Soms heb je een buitenkansje, zeide mij de reeds genoemde voddenraper, dien ik 's morgens om 7 uur, gewapend met zijn mand en haakstok in de buurt van de Nötre Dame aantrof. Zoo is het mij eenmaal ge beurd een paarien collier in een vuilnisbak te hebben gevonden. Natuurlijk dacht ik, dat is zeker namaak, zonder waarde, maar verbeeld u, ze waren echt. Een paar dagen later stond er een heel stuk over in de kran ten, van een bekende actrice, die ze verloren had in een taxi.... die taxi was eenvoudig weg de vuilnisbak voor haar deur. Mijn belooning voor het terugbrengen 100 francs en vrijplaatsjes voor mij en mijn heele familie in het theater waar zij speelde. Het is anders voor óns vak ook een slechte tijd d: men schen zijn door den oorlog en de duurte tuiniger geworden, gooien werkelijk geen oude schoenen meer weg voor ze nieuwe heb ben gevonden, en die laten vaak lang op zich wachten. Bovendien, van alles kunnen de menschen tegenwoordig gebruiken en wat in onz handen terecht komt, is meestalt het bekijken, laat staan het meenemen niet waard. En toch, besloot hij philosophisch, houd ik van mijn vak, dat ik al meer dan 30 jaren uitoefen. Er zit poezie in, mijnheer, meer dan u denkt. Soms geeft een enkel voorwerp, schijnbaar onbenullig, je zulk een interessanten kijk op het leven en in het huis waarvoor je de vuil nisbak met je haakje onderzocht. Een enkele snipper papier bevat dikwijls een grootere roman dan de dikke deelen, op d boeken stalletjes aan de Seine-bruggen. Inderdaad, mijn voddenraper bleek niet alleen een berustend philosoo te zijn, maar ook een dichterlijk aangelegd mensch, die wist te droomen op zijn zwerftochten door het half-ontwakende Parijs. En des te beter begreep ik, na dezen vod denraper te hebben gehoord, dat zijn gilde omder de kleine luiden tot de eersten behoort, om de in nood verkeerende wetenschap te helpen. Het devies hunner vereeniging, dat lo gisch gesproken, zou moeten zijn „zoekt en gij zult vinden", is gallen voor een ieder, een ieder voor allen." Zij zullen het door hun opofferende daad opnieuw eer aan doen. Neen.... evenals de beroemde Henri de Lagardere, is ook Jean Valjean niet dood de voddenraper van Parijs is nog geen legen dehij leeft Parijs, 2 M:i 1923. Mr. P. v. S DE FRANSCH-BRITSCHE ENTENTE WEER IN GEVAAR, Volgens de „Evening Standard" is men te Londen van oordeel, dat de zelfstandige verwerping door Frankrijk van het Duit sche voorstel, dat betrekking heeft op de schuldvordering van alle geallieerden en op algemeene waarborgen, niet in overeenstem ming is met den geest der vredesverdragen, of van het gemeenschappelijk optreden bij de uitvoering ervan. Hierdoor zou de qiiaes- tie van de beteekenis van de eenheid der Entente opnieuw op het tapijt komen. De Fransche gezant te Londen heeft een bezoek gebracht aan lord Curzon, om hem uiteen te zetten waarom de Fransche regee ring zelfstandig, zonder de Engelsche regee ring te kennen, het Duitsche voorstel heeft beantwoord. Deze uiteenzetting komt hierop neer: Groot-Brittannië heeft zich openlijk te ruggetrokken van de gebeurtenissen in het Roergebied, terwijl de Duitsche nota zich daarmede voornamelijk bezighield. Frankrijk w»i ten zeerste verontwaardigd over de no ta als een uitdaging aan en provocatie van Frankrijk zelf, welke een onverwijld ant woord vereischle. Uitstel van het antwoord zou niet tot overeenstemming tusschen Groot-Brittannië en Frankrijk hebben geleid, terwijl bovendien het Duitsche voorstel van negatieven aard was. Te zelf der tijd wordt er in Fransche po litieke kringen te Londen op gewezen, dat ofschoon Frankrijk in bovenbedoelde aange legenheid op eigen verantwoordelijkheid heeft gehandeld, het niet de wensch of de bedoeling van de Fransche regeering is, zich voor alle gelegenheden aan gemeenschappe lijk optreden te onttrekken. .De draadlooze dienst te Londen meldde gisteren Het wordt bijna zeker geacht, dat Lord Curzon heden in het Hoogerhuis een verkla ring zal afleggen aangaande Engeland's hou ding betreffende de Duitsche voorstellen van schadevergoeding. Een dergelijke verklaring wordt ook van den Kanselier Baldwin in het Lagerhuis verwacht, zoodat dan voor het eerst bekend zal worden wat de weloverwo gen meening der Engelsche regeering in deze aangelegenheid is. Inmiddels is er niets dat er op wijst, dat de meening der regeering belangrijk zou afwijken van de opvattingen van het publiek, zooals die in de meeste bla den tot uitdrukking komt, n.l. dat men wel de Duitsche aanbieding verre van bevredi gend en billijk vindt, doch dat men tevens veeleer aanmoedigend, dan ontmoedigend staat ten opzichte van elke mogelijke verbe tering en uitbreiding van het aanbod en dat men elke ook de geringste kans op een heropening der onderhandelingen in de hand wenscht te werken. De Daily News zegt heden, dat niemand er aan denkt, dat de Engelsche regeering het Duitsche aanbod bevredigend kan noemen. Integendeel de regeering wenscht dit zeer zeker beslist niet te doen. Maar als zij zich zou bepalen tot het dichtslaan van de deur, is alle hoop om Europa te redden voorgoed verloren. In deze omstandigheden is de groote moeilijkheid te bepalen, wat de volgende stap dient te zijn. Vermoedelijk zal de nota, die zal worden verzonden, zeer nadrukkelijk aan Duitschland mededeelen, dat het jongste aanbod onvoldoende is en tevens, hetzij uit drukkelijk dan wel tusschen de regels door, den raad geven een nieuwe poging te doen. De Daily Telegraph zegtJuist het feit, dat de Fransch-Belgische nota zooveel woor den wijdt aan financieele technische punten moet voor de Duitsche regeering een aan sporing zijn om hare voorstellen in een nieuwen vorm te gieten, zoodanig, dat zij een beteren indruk maken op de geallieerde deskundigen. De Times verwijst naar de Fransche nota en de daarin vervatte cijfers om dan te be- toogen, dat de tijd gekomen is om met nadruk te wijzen op de belangen die Engeland heeft bij de schadevergoeding. Hoeveel Frankrijk heeft geleden wordt overal erkend en gevoeld en Engeland is altoos bereid geweest aan Frankrijk den voorrang te geven bij de aanspraken op de Duitsche betalingen, maar het is een algeheele miskenning der feiten aan te nemen, dat Frankrijk zoo onvergelij kelijk zwaarder heeft gelden dan Engeland. In Frankrijk is de schade zichtbaar in de met puinhoopen bedekte streken. In Engaland is het geleden verlies minder in het oog vallend, maar niet minder tastbaar. Wij hebben aan onze bondgenooten 1947 millioen pond ster ling voorgeschoten, waarvan nog geen stui ver terug is betaald. Wij zelf betalen rente en aflossing van bijna duizend millioen pond aan de Vereenigde Staten voor verplichtingen, die wij indirect voor onze bondgenooten heb ben aangegaan. Deze twee bedragen te zamen maken een som van bijna 3000 millioen, hetgeen niet veel verschilt van wat Pöincaré opgeeft als schade voor het verwoeste gebied. Voorts hebben wij welis waar grondgebied gewonnen, maar tevens hadden wij mandaatsverplichtingen op ons te nemen, die door anderen zijn geweigerd. Die mandaten zijn verplichtingen, geenszins voordeelen. Onze buitenlandsche handel is voor een deel ten gronde gegaan met het gevolg, dat wij meer dan een millioen werk- loozen te eten moeten geven. De „Times" besluit dan Het is niet de taak der Europeesche staatslieden om over te gaan tot een onberedeneerde afwijzing van een voorstel dat alles wel beschouwd een zaak betreft, die de geheele wereld aan' gaat, maar veeleer om zich in het bijzonder moeite te geven een verbetering van het voor stel te verkrijgen en wel zoodanig, dat het nieuwe voorstel beantwoordt aan de verwach tingen van de beschaafde wereld. In de Volkenbondskringen te Genève heerscht de opvatting dat het mogelijk zou zijn een uitweg uit het Europeesche dillemma te vinden door de exploitatie van de spoor wegen in het Rijnland cp te dragen aan een internationale commissie. Daardoor zou een einde Worden gemaakt aan de vrees van Frankrijk, dat deze spoorwegen voor mili taire doeleinden ingericht zouden kunnen worden, terwijl aan den anderen kant een bron van ontvangsten zou worden geopend, waarvan ook een deel aan Frankrijk ten goe de zou komen. Een voorstel in dezen zin is reeds spoedig na den oorlog door de Kamer van Koophandel te Belfort gedaan, doch om redenen van binnenlandsche politiek is daar van niets gekomen. Volgens sommigen zou een ander plan in deze richting uitgewerkt zijn door den staf van de Engelsche troepen te Keulen, die het ook aan de Engelsche re geering voorlegde. Dit plan moet ook door het Fransche ministerie van verkeerswezen zijn bestudeerd. Ook in den Elzas is men voor dit plan, aangezien de spoorwegen van den Elzas daardoor aansluiting op die van het Rijnland zouden krijgen. DE BELGISCHE SOCIALISTEN, DE INTERNATIONALE EN HET DUIT SCHE AANBOD. Het algemeen bestuur van de Belgische socialistische partij heeft gisteren vergaderd met de socialistische Kamerleden en Sena toren en het internationaal congres te Hani- burg besproken. Vandervelde heeft verslag uitgebracht over den internationalen toestand. Daarbij heeft hij ook h^,t vergoedingsvraagstuk be keken en verklaard, dat het Duitsche aan bod onvoldoende is en dat het waarborgen ontbeert. Dat is echter geen reden om de mogelijkheid van een bespreking uit te slui ten. Dat toch is het eenige middel om tot een oplossing te geraken en zoodoende tot "den vrede, aldus was Vandervelde's besluit. BERLIJN IS OPTIMISTISCH. Ondanks de teleurstelling in Berlijn door het afwijzende antwoord van Frankrijk en België gewekt, blijft de hoop bestaan dat nieuwe onderhandelingen mogelijk zullen blijken, indien daartoe de medewerking van Engeland en Amerika zou kunnen wor den verkregen. Men acht n.l. een voor Frank rijk gunstiger aanbieding mogelijk indien de Ver. Staten er toe te bewegen waren, de oor logsschaden van Frankrijk ten laste van Duitschland te brengen, welke Duitschland dan aan de Ver. Staten over een langen ter mijn tegen behoorlijke rente zou terug be talen. Men verneemt, dat de regeering van Angora ontkent, dat de concentratie van troepen in de nabijheid der grenzen van Syrië, waardoor Frankrijk als mandataris zich bedreigd gevoelde, eenig vijandelijk doel zou hebben. De maatregel wordt voorgesteld als de inleiding tot de demobilisatie der Turksche troepen, die onmiddellijk zal be ginnen na de ratificatie van den te Lausanne te sluiten vrede. Het is niet waarschijnlijk, dat Frankrijk met deze verklaring genoegen zal nemen. UIT HET BEZETTE GEBIED. Een gisteren in werking getreden beschik king van generaal Degoutte bepaalt, dat op alle voorraden cokes en bijprodukten in het Roergebied ten bate der bezettende mogend heden beslag is gelegd en dat ze mitsdien niet voor andere doeleinden mogen worden ge bruikt. Op overtreding van deze beschikking satat gevangenisstraf tot 5 jaar en boete tot 100 millioen mark. Twee beschonken Fransche soldaten die drie burgers en drie katholieke geestelijken van hun geld hadden beroofd zijn door den Franschen commandant tot 15 dagen ge vangenisstraf veroordeeld. Het gestolen geld is teruggegeven. Een meisje van Velbert, Böhne genaamd, is door drie Fransche soldaten overvallen en verkracht. Het proces tegen den burgemeester van Essen, dr. Schafer, zal a.s. Vrijdag voor den krijgsraad te Dusseldorf beginnen. Eenigen tijd geleden werd gemeld, dat burgemeester Schafer naar een sanatorium zou worden overgebracht, doch hij bevindt zich nog steeds in de gevangenis. Een wachter van de Rheinische West- f alische Eisenbahnwerke te Aplerbeck is gisteren door een Franschen schildwacht aangeschoten en zwaar gewond. DE STAKING Bil DE BELGISCHE SPOORWEGEN EN POSTERIJEN. Sedert gisterennacht is het heele verkeer, het passagiersvervoer incluis, cp de liinen Antwerpen ZuidBoomDendermonde Gent en Antwerpen ZuidMechelen stop gezet. In de andere Antwerpsche stations en aan de haven staat, het goederenvervoer per spoor eveneens stil. Op de lijn Brussel MechelenAntwerpenRoosendaal is het passagiersvervoer echter nog steeds normaal. De laatste lijnwerkers van de telegraaf en telefoon, die nog aan den arbeid waren, heb ben gisteren het werk ook neergelegd, zoodat bij dit dienstvak de staking thans algemeen is. Op het station Antwerpen Zuid staat het heele passagiersverkeer stil Iedereen wachtte met spanning af welke houding de Kamer gisterenmiddag aan zal nemen bij de bespreking van de positie van het personeel en de stemming over de beide moties, waarvan er een is ingediend door socialisten en een door de christen-demo craten en liberalen. HET ENGELSCHE KONINGSPAAR TE ROME. Aan den in het Quirinaal gegeven maaltijd gaf de koning van Italië uiting van zijn sym pathie van het Italiaansche volk voor En geland. Dezelfde idealen, zeide hij, vormden den voornaamsten grondslag onzer bescha vingen en kunnen slechts een samengaan on zer aspiraties en doeleinden met zich bren gen, niet alleen op het terrein der weder- zijdsche nationale belangen, maar ook op het veel uitgestrekter gebied van dc be trekkingen tusschen de volken. De koning gaf uiting aan den wensch, „dat het Britsche volk nog aan de zijde van het Italiaansche zal staan bij het werk, dat ons morgen wacht'.' Koning George heeft hierop het volgende geantwoord: De herinneringen van vele jaren, welke door de jongste wapenlbroederschap beves- tigd zijn, verbinden de beide naties met banden, die door geen enkelen schok kun nen worden verbroken. Ik zie met volkomen vertrouwen haar toekomstige betrekkingen tegemoet. Geen enkele wolk zal ooit de glo rie dezer herinneringen, noch de schittering van beider idealen verduisteren. Ik wissel met vreugde het pand der hernieuwde en versterkte vriendschap uit, dat Uwe Majes teit mij in zijn rede heeft aangeboden. GEEN REGEERINGSCRISIS IN DUITSCHLAND. In verband met de beweringen in een deel der Fransche pers, dat in Duitschland een regeeringscrisis onvermijdelijk zou zijn, constateert het orgaan der Duitsche Volks partij, de „Zeit": Alle partijen van de volksvertegenwoor diging zijn het met de regeering een-s, dat men het lijdelijk verzet niet mag opgeven, en dat elke overweldiging door een dictaat regeling onvoorwaardelijk moet worden af gewezen, Er bestaat derhalve niet de ge ringste reden aan een verandering van regee ring te denken; er bestaat ook volstrekt geen plan tot eenige wijziging van het kabinet Cuno, De regeering steunt op een eenheids front in het parlement, waartoe alle par tijen van de Duitsch-natiónalen tot de soc.- dem. incluis behooren. DE CONCESSIES-CHESTER. Be correspondent van de Morning Post meldt, dat er oneenigheid is ontstaan tus schen de heeren Kenedy en Chester, de promotors van de bekende concessie. Kenedy beweert dat hij niet langer aanspraken heeft op de oorspronkelijke concessie, aangezien admiraal Chester alle rechten heeft afgestaan aan de Turksch-Amerikaansche Develop ment Company, waarvan Kenedy vertegen woordiger is. Hij voegt er aan toe, dat zijn maatschappij geen acht zal slaan op de concessies van derden, die in navolging van het Chester-plan zijn verleed. DE HONGERSNOOD IN RUSLAND. Met inbegrip van een staatsbijdrage ad 100.000 kronen heeft het Deensche Roode Kruis het vorige jaar 761.000 kr. bijeenge bracht ter bestrijding van den hongersnood in Rusland. Van dit bedrag is tot dusverre 664.000 kr. uitgegeven. DE TREIN-O VERVAL IN CHINA. Uit Peking wordt gemeld, dat de roovers, die den trein aanvielen, deel uitmaakten van een 4000 man sterke rooverbende, welke (8. HET INDIAANSCHE OPPERHOOFD. Het was ongeveer vijf uur namiddag, toen de pas aangekomen Duitschers met hun eer ste toebereidselen gereed waren. De goud- wasschers waren al lang weder aan het werk, deels op het terrein, deels hier en daar aan een beek. De hoofdstraat van het stadje was geheel leeg, een in 'n ruw hemd gekleed Indiaan uitgezonderd, die, met een last hout op den rug, juist uit het bosch kwam om het aan een van de koop- of eettenten te bezorgen. De blanken gaven hem dan een stuk brood en als hoofdzaak een teug brandewijn, waarvoor er dan wat geest en werklust kwam in den rooden zoon der bergen. Daar klonk opeens haastig hoefgetrappel van de hoogte al; het ongewoon geluid maakte dat zelfs de luiste ondernemers hun hoofden buiten de tenten staken, en zij vonden hun nieuwsgierigheid beloond. Vijf niet zeer sterke, maar toch krachtige bruine ponies kwamen in vollen draf langs den weg en Indianen hingen op den rug der dieren. De aanvoerder van den troep was een jonge man van minstens 26 jaar, maar zeldzame verschijning in Europeesche kleederdracht; lichte broek, kort, rijk met knoopen bezet buis en een stroohoed op 't weelderig lang gitzwarte haar. Wel is waar blootvoets, maar op den linkerschouder efen lang eenloops geweer, terwijl in een rood zijden Chineeschen gordel een lang Spaansch mes stak. .De Californische berg-Indianen rijden eigenlijk nooit en hebben zelfs geen paar den, maar deze jonge man zat te paard als gegoten; hij regeerde het meer met zijn knie dan met den toom. Ook had hij niets van het schuwe, 't welk apders aan dit ras, uit overschatting van de blanken, eigen is. Hij groette hier en daar een bekende in de tenten. Want hij, Kesos, was voor hen de hoofdman, die groote macht had over al de naburige bergstammen; om een quaestie uit te maken of gestolen goed terug te krijgen, wendde men zich tot hem en hij verschafte recht. Maar op dit oogenblik was de aan dacht nog meer gevestigd op de beide vrou wen die hem volgden; jonge meisjes uit het oerwoud, op snuivende rossen; een verruk kelijk beeld van wilde schoonheid. Ook zij hadden het schamel toilet der wildernis vervangen door de kleederdracht der blanken, zij 't dan met een pracht van kleur en stof, waarin haar schoonheid en fraaie lichaamsbouw waardig doch onge kunsteld werden omlijst. Achter het drietal reden op tamelijk mid delmatige ponny's en blijkbaar van minderen rang twee Indische jongens van 14 16 jaar, eveneens min of meer Europeesch gekleed. Het schenen bedienden of rijknechten van hun hoofdman te zijn. Deze haalde in gestrekten draf den hout- dragenden Indiaan in en keek met scherpen blik zijn stamgenoot in het gelaat. „Kesos! capitano!" stamelde deze, ver schrikt opziende. „Schaam jij je niet, Tibnka?" beet het op perhoofd hem toe. „Schaam jij je niet? Voor het gif der blanken heb jij je lippen geopend. Krijger van den stam der Cayotas, draag je hout voor het vuur van de vreemden. Moet ik je een vrouwerok sturen?" De Indiaan stamelde een zwak woord van verontschuldiging, maar kromp ineen voor den blik. „Moet ik je een vrouwerok sturen?" beet het opperhoofd hem nogmaals toe, en de Indiaan, niet meer in staat den hoon, die in die woor den lag, te verdragen, wierp den houtbundel van zijn schouder midden op de straat en vloog, zoo snel hem zijn beenen konden dra gen, terug en de bergen in. Met een verachtelijk glimlachje, doch zon der naar den vluchteling om te zien, vervolg de de jonge ruiter met zijn gevolg zijn weg. Mar nu stiet hij weder op een kleine bin dernis en wel in den persoon van onzen raadsheer, die juist met zijn lange pijp in den mond en een grijs petje op, aan 't wan delen was gegaan, om „de stad" eens in oogenschouw te nemen, en nu voor mee vallertje ook de schoone rijderessen eens on der de oogen kon zien. Hadden zij haar paardjes niet zoo ferm in hun macht gehad, dan zou de arme man op zijn eerste entree in de mijnen al dadelijk overreden zijn. Nu kwam hij met den schrik nog vrij. „Wel voor den duivel!" riep hij, terwijl hij zijn gevallen pet weer opraapte. Is dat 'n manier van doen? Zwarte heidenen, weerga- sche meidefi!" en zonder meer naar de In dianen om te zien, vervolgde hij weer zijn weg. Het opperhoofd reed intusschen naar de tent van den Alcalda, waar de Amerikaan- sche vlag uithing, steeg* daar af, reikte de teugels aan een van de jongens over en riep de meisjes een paar woorden toe. Deze knikten en reden stapvoets door, tot zij de stad achter zich en een kleine hoogte tusschen hier en daar verspreide tenten be reikt hadden. Daar bleven zij wachten op verdere beve len van den hoofdman. „Baenos dias!" had deze intusschen den Alcalda toegesproken, die op zijn rustbed in een hoek van de tent wat langer dan ge woonlijk had ingedut en nu opstond met een vriendelijk: „Buenos dias, Kesos!" Dat was zoo onge veer zijn heele voorraad Soaansch: hij ver- In de naburige bergen een versterkte schuil plaats heeft. De roovers hacfden de rails ver wijderd, maar de machinist remde bijtijds zoodat slechts twee wagens ontspoorden. De vrijgelaten reizigers die te Tientsin aan kwamen, deelden mede, dat de roovers het vuur openden voor dat de trein ontspoorde. Toen de trein stopte beklommen de aanval lers dien en beroofden zij de reizigers van alle kostbaarheden. Tot driemaal toe keerden zij terug naar de rijtuigen. Na twee uur trokken de roovers af, de pas sagiers in slaapkleedij meevoerend en hen dwingend, mijlen ver barrevoets over onef fen terrein te loopen. Eenigen ontsnapten in de duisternis. Alle postzakken en de bagage werd weggevoerd. Het aantal passagiers be droeg 71, o.w. 33 buitenlanders. Volgens de laatste berichten zijn 10 buitenlanders en 20 Chineezen in veiligheid. Er zijn er 11 vrijge laten die te Tientsin zijn aangekomen, voor het meerendeel vrouwen. Een later bericht uit Sjanghai behelst, dat de postzakken on geschonden te Peking zijn aangekomen. Uit Washington wordt gemeld, dat naar aanleiding van den treinoverval in de pro vincie Sjantoeng, waarvan verscheidene Ame rikanen slachtoffer zijn geworden, de minis ter van oorlog mededeelde, dat het departe ment van oorlog gereed is om met wapenge weld de beslissingen te ondersteunen, door het departement van Staat of den gezanten- raad te Peking te nemen. De toestand door den overval ontstaan wordt in de Ver. St. ernstig geacht. Hij bedreigt de goede ver standhouding van de V. St. en China. Naar verluidt heeft de Amerikaansche gezant te Peking Schurman, op eigen verantwoorde lijkheid informeel bij de Chineesche regee ring opheldering gevraagd, terwijl hij ver wacht, dat de regeering hem zal opdragen een strenge gedragslijn te volgen, ten einde de gevangenen ongedeerd vrij te krijgen. DE UITVOER VAN GRAAN UIT RUSLAND. In verband met het plan tot oprichting van een vennootschap voor den uitvoer van Rus sisch graan, heeft de volkscommissaris Kras- sin aan een redacteur van de Izwestia het volgende medegedeeld Vóór den oorlog was Rusland de grootste graanproducent der wereld. De uitvoer van graan en andere voedingsproducten vormde den voornaamsten post op onzen staat van uitvoer. De wereldoorlog heeft aan den uit voer van graan uit Rusland een einde ge maakt. De burgeroorlog, de interventie, de blokkade en de honger stonden tot nog toe geen herstel van den graanuitvoer toe. Thans echter, nu ons land de ernstige schok ken van de laatste tien .jaren te boven begint te komen, wordt het vraagstuk van hefstei van den graanuitvoer in hooge mate urgent. Wanneer de oogst bevredigend is, zal Rus land in het najaar waarschijnlijk in staat zijn een aanzienlijke hoeveelheid graan uit te voeren. De graan-uitvoer heeft voor Rusland een groote beteekenis. Het verschijnen van Rusland op de buitenlandsche markt als le verancier van een groote hoeveelheid graan producten zal een krachtig argument zijn voor officieele erkenning van de sowjet-re- geering door de buitenlandsche staten en zal tevens bijdragen tot stabilisatie van den roebel. In veel opzichten echter zal de graan uitvoer zich onderscheiden van vroeger. Vóór den oorlog was die uitvoer namelijk in hoofdzaak in handen van buitenlandsche firma's. De Russische exporteurs waren ge woonlijk slechts tusschenpersonen of agenten van groote buitenlandsche graanhandelaren. De staat als zoodanig nam toen geen aandeel van beteekenis in dezen uitvoer. De graan- exporteurs waren er natuurlijk op uit, het graan zoo goedkoop mogelijk in te koopen en dit had tengevolge, dat dikwijls minderwaar dig graan werd aangeboden en geëxporteerd, waarvoor echter in het buitenland nog een flinke prijs werd gemaakt. Nu zal dit anders worden. De Russische staat zal zelf den uit voer in handen hebben en de staat is er bij geïnteresseerd, dat graan van zoo goed moge lijke kwaliteit aan de markt wordt gebracht, terwijl hij er tevens naar zal streven, zoo hoog mogelijke prijzen te bedingen. Aan de sor teering en wering van aangestoken of vochtig graan zal dan ook veel aandacht moeten wor den gegeven. Daarvoor moet men de beschik king hebben over een uitgebreide organisatie over het geheele land. Een en ander rischt evenwel, dat de geheele uitvoer in dezelfde handen blijft en dus zal, waar vóór den oorlog het principe der vrije concurrentie gehuldigd werd, thans het staatsmonopolie op den bui- tenlandschen handel ten opzichte van den graanuitvoer gehandhaafd blijven. Onder de uit deze hoofde vereischte controle zullen rechtstreeks als exporteurs optreden verschil lende groote staats- en coöperatieve organi saties, zooals het volkscommissariaat van buitenlandschen handel; de Staatsbank, de Centrosojoez e.a. Op deelneming in ruime mate van het buitenïandsch kapitaal aan den graanuitvoer mag, naar de meening van Kras- sin, niet gerekend worden. De opening van de luchtlijn Berlijn AmsterdamLonden zou gisteren plaats hebben, doch het weer heeft een streep door de rekening gehaald. Ondanks de ongun stige weervoorspellingen waren alle voor bereidingen op het vliegveld bij Berlijn ge troffen. Er stonden 2 toestellen gereed, een voor Londen en een voor Amsterdam en ook de passagiers voor beide vliegtuigen wa ren tijdig aanwezig. Om 8 uur werd op het be kend gemaakte tijdstip gestart, om den tocht in de richting Hamburg te beginnen. In tusschen luidden de weerberichten die bin nenkwamen zeer ongunstig. Zoowel uit Hamburg als uit Bremen werd slecht weer gemeld, uit Nederland zelfs mist, zoodat men dus voor mist boven het Kanaal bevreesd moest zijn. Na korten tijd kwamen dan ook de vliegtuigen terug, daar, naar het zeggen van de bestuurders, oriënteering onmogelijk was. De vliegtuigen bleven echter in gereed heid om, zoodra het weer mocht verbeteren, den tocht te hervatten. Uit een onderzoek van den Duitschen volgde «jan °°k maar dadelijk In 't Engelsch: „Wat verlangt gij?" „Ik heb u te spreken rechter, maar uw taal gaat me wat zwaar af, laat den tolk maar komen!" „Hm," bromde de zoogenaamde „Alcalde", een kleine, tamelijk dikke Amerikaan, die door zijn landslui, de hemel weet waarom, „majoor" genoemd werd. „Veel te zeggen? Liefst niet, ik heb nog wel wat anders te doen dan je Indiaansche ftesterijen aan te hooren. Wat heb je weer?" „Waar is de sherif?" vroeg het jonge op perhoofd, zonder de vraag te beantwoor den. „Waar de sherif is? Wat gaat mij de sherif aan? Hij zal slapen, of goud wasschen, of een loopje doen, of.weet ik wat. Heb ik te pialen om den sherif, of hij om mij mis schien?" „Ilaal hem," zeide de Indiaan lakonisch. „Haal hem?" riep verbaasd over zulk een stoutheid de vrederechter, „dat is niet kwaad; haal hem! Alsof ik je kruier ben. Haal jij hem als je hem noodig hebt." „Goed!"«zeide Kesos, keerde zich om en ging zonder te groeten de tent weer uit. Majoor Ryoth was niets in zi;n „hum" want als er iets was waar hij een hekel aan had, dan waren het zaken waarmede zijn sherif hem toch al lastig genoeg viel. Bovendien, hij kende den invloed dien de hoofdman op do verschillende stammen uit- stedendag is gebleken, dat van 22,216 kleine renteniers 45.4 pet. een inkomen hebben van 600 a 1500 mark per jaar 41.9 pet. hebben 1500 a 3000 Mk. 11.5 pet. 3000 6000 Mk.; 1.1 pet. 6000 a 10.000 Mk. en 0.1 pet. meer dan 10.000 Mk. Maandagavond zijn in het Noorden van Berlijn jeugdige nationalisten en com munisten handgemeen geworden. Daarbij vielen ook enkele schoten, waardoor een der communisten werd gewond. Verscheidene vechtersbazen zijn met boksijzers toegeta keld. De politie die tusschenbeide kwam ar resteerde 7 nationalisten en 3 communisten. Reuter meldt uit Columbo dat het stoomschip Ohara-van de Britsch-Indische Stoomvaartlijn schipbreuk heeft geleden tusschen Calcutta en Rangoon. Het schip is een volledig wrak en alle opvarenden zijn hoogstwaarschijnlijk omgekomen. De schip breuk wordt toegeschreven aan de hevige cycloon, welke er de laatste dagen heeft ge woed. De driemaster Raymond, van Fécamp, is den 24en April op een ijsberg gestooten en vergaan. Van de 36 koppen der bemanning zijn er 28 gered door den stoomschoener Carioca van St. Malo en te St. Pierre aan wal gezet. Men heeft nog hoop, dat de overi ge 8 opvarenden door een ander schip gered 2ijn. De politie te Parijs heeft een cocaïne handelaar aangehouden, een zekeren Blum- mer, afkomstig uit den Elzas. Bij zijn arresta tie had hij 36 gram cocaïne bij zich. Men vermoedt dat te Straatsburg het hoofdkwar tier van een bende cocaïne-smokkelaars is gevestigd. Het lichten van den Russischen ge- pantserden kruiser „Vromoboi", die indertijd voor Libau door de bemanninng tot zinken werd gebracht, is door de Sovjetregeering aan eene Hamburgsche bergingsmaatschappij opgedragen. Volgens de „Voss. Ztg." hebben de vier Duitsche mijnwerkersbonden, met inbegrip van de christelijke, de scheidsrechterlijke uitspraak, dat 10 pCt. Ioonsverhooging zal worden -gegeven, verworpen. Men verwacht nieuwe onderhandelingen. DOORNENHAGEN. Doornen heggen worden veelal na ver loop van tijd kaal aan den voet der struiken en bieden dan niet meer voldoende de af sluiting aan, die men wenscht. Om hierin te voorzien kruise men bij 'f planten de jonge doornen dwars over elkaar en binde ze twee aan twee aan elkaar. De takjes grijpen dan van lieverlede elkaar en de haag groeit zoo dicht, dat ze volkomen ondringbaar wordt en blijft, Een sterk uitpuilen van een rast, hard ge deelte voor de borst, is het verschijnsel van „harde krop." Wordt de patiënt met den kop naar beneden gehouden, dan vloeit een vuil stinkend vocht uit den bek. Niettegenstaan de hun sterk uitgezetten krop, zijn de dieren zeer gulzig en verorberen daarbij nog zeer kleine steentjes, zand etc. Slikkramp treedt er steeds bij op. Tast men hier niet terdege in, dan gaan de vogels den hongerdood ab soluut tegemoet. Om deze kwaal tè voorko men kan men veel doen: gebruik nimmer houtwol in de legnesten of waar ook, even min lang stroo, en geef den hoenders nimmer, gras, dat niet heel kort gesneden is, aange zien de taaie vezels bijna niet te verteren zijn en deze zich tot een kluwen fn den krop vormen en dus den ingang v^n de maag ver stoppen, roet een gemakkelijk te begrijpen noodlottig gevolg voor de dieren. Wat de eigenlijke behandeling aangaat, is het openen en schoonmaken van den krop 't eenige al- doende middel. Indien de dikten van den krop zich reeds sedert enkele weken ver toonden, verbeuzel dan verder den tijd niet' door ze met allerlei zalf te masseerent 'I helpt toch niet meer. VEETENTOONSTELLING TE MILAAN. Op de tentoonstelling te Milaan ts, naar da N. R. Gt meldt, die eerste kampfoenspriji toe- geleend aan een stier van zuiver Fuiesdh' bloed, Ingezonden door het Nederlandlsdhe Rundveestaimboelk. Bij dien metkwedstrijd werd ook <Jè eerste prijs gewonnen door een Friesohe koe. De hoofdprijs, uitgeloofd door het mints#», rie van landbouw, weid behaald door een col lectie Frfesdh vee, dit voorjaar door een It*- liaanschen fofklker aangekocht. —4 DE TANDENBORSTEL. Een Duitsche professor heeft de gesdhiedë- 'nis van den tandenborstel geschreven. Hij ia uitgevonden door de Chineezen, aan wie de mensch head meer aanwinsten der beschaving danlkt. Men weet, vertelt Victor Auburtin in de Duitsche bladen, zélf® dien datum, waarop de tandenborstel werd uitgevonden: 25 JunS 1408. Tot dezen gedenfkwaardigen dag heeft de menschlheid het zonder tandenborstel moe ten stellen. De Romeinen poetsten hun tanden met gedroogde muizenmest, zooafe Plindus in zijn Natuurgeschiedenis" mededeelt. Later werd het gewoonte, zich 's morgens den mond met wijn te spoelen, maar toen gebeurde het een enikele keer, dat men den wijn inslikte, zonder zich daarna te kunnen herinneren, of men wel gespoeld had. Daarna kwam de tan denborstel uit China en begon zijn triomf tocht over de wereld. En sedert dat oogcnlbJdlk lijdt de wereld aan kiespijn. Wanneer overi gens, vraagt de schrijver, zal de vraag beant woord worden of de betschaving de hygiëne en al deze properheid een zegen of oen dwa ling is? De negers poetsen nooit hun tanden, denlken er niet aan en zij hebben hot mooiste gebit der wereld. De Amerikanen, die dag en nacht de tanden poetsen, hebben van alle menschen het meest tandpijn, en de meeste tandartsen. oefende, en vermoedde dat er ergens feta buitengewoons moest zijn voorgevallen, an ders zou geen tolk noodig zijn om de gesprek ken te leiden. Er was van de Indianen voor al hun kwes ties geen cent los te krijgen. Ja, als 't een van zijn landslui, of zelfs een vreemdeling was, die de bescherming der Amerikaansche wet bij jiem inriep, dan kon hij zijn twee of drie onsen, of meer nog eischen, en hij doopte geen pen als 't goud er niet lag. Maar met de Indianen was het een heel andere zaak; zoo onverkwikkelijk en wat niets opleverde. En toch moest hij er voor klaar staan, of Ie Alcalde van het district zou hem bij dn kladden kunnen krijgen. De handen in de zakken slenterden intv schen eenige winkeliers en handelaren de straat op, naar de plek waar de Indiaansche meisjes met de paarden hadden halt gehou den. Van de taal hadden zij allegn zooveel geleerd, om te w,eten dat „Walle Walle" (vriend vriend) den groet der inboorlingen beteekende. Dit „Walle Walle" was nochtans voor hen in het spreekverband ongeveer even veel als het afgebroken hengsel van een fieketel. Niettemin, in het bewustzijn van hun waar digheid als blanken, zelfs Amerikanen en hee-en des lands. gintfen de lange, ongelikt*

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1923 | | pagina 5