Brieven uit Frankrijk.
p V '1 F NL AND
De Gouddelvers.
Tweede Blad
9 Mei 1923
De uitspraken in het Krupp-proces. De geruchten omtrent een re
geringscrisis in Duitschland tegengesproken. Wrijving tusschen En
geland en Frankrijk omtrent de antwoord-nota aan Duitschland.
Onder de Telegrammen: Een verklaring der Britsche regeering in Hoo-
ger- en Lagerhuis omtrent het afzonderlijk optreden van Frankrijk en
België tegenover Duitschland. De antwoorden van Engeland en Italië
op het Duitsche aanbod. Uit de Fransche Kamer; 8 Juni eerst de inter
pellaties over het Duitsche aanbod. De spoorwegstaking in België.
De Chineesche treinroof.
de engelsche pers over de
FRANSCH-BELGISCHE NOTA.
DE VOLKENBOND EN HET FRANSCH
SCHE CONFLICT.
DE CONFERENTIE TE LAUSANNE.
FEUILLETON.
x.
GEK. SUiTERL. GERICHTER.
UMDS0ÖW ER VISSCHERU
„HARDE KROP" BIJ HOENDERS.
KUNST ER KEURIS.
DE VODDENRAPERS VAN PARIJS.
„De voddenrapers van Parijs"onwil
lekeurig wekt die naam herinneringen op
aan dat oude melo-drama met als middel
punt en hoofdpersoon Jean Vah'ean.... aan
de opera Louise, waarin al die figtiren uit
het nachtelijk Parijs voor ons oog opdoemen,
ieder zijn eigen geluid, zijn „crie de Paris"
laat hooren.
„De voddenraoers van Parijs, leven ze
nog altijd voort vraagt menigeen zich wel
licht af, meenende te doen te hebben met een
instellin"' uit het grijs verleden. Heeft niet
de moderne stadsinrichting dit bedrijf van
nijvere nachtvogels onmogelijk gemaakt?
Neen, de voddenrapers van Parijs leven nog,
zij hebben zelfs in de allerlaatste dagen tee
kenen van leven gegeven die duiden op goede
organisatie en onverflauwde energie.
Wie zou 't gedacht hebben dat tot deze
zwervers ook de noodkreet was doorgedron
gen van in geldgebrek verkeerende weten
schappelijke instellingen Wie zou vermoed
hebben, dat deze voddenrapers tot de eer
sten wilden behooren, hun geldelijken steun
aan de Fransche laboratoria te verleenen
En toch is het waar, zij zullen den 5den Mei
op de markt van St. Ouen, een kermis in
richten, waarvan de opbrengst ten goede zal
komen aan die noodlijdende inrichtingen
der medische wetenschap. Zeker, de baten
zullen niet overweldigend zijn,en de gedachte
is niet zonder ironie, dat uit de omgekeerde
vuilnis-emmers, de fondsen worden gevon
den om de wetenschap te dienen, maar....
is het niet treffend, deze werkelijk slecht-
bedeelden onzer samenleving hun zwakke
krachten te zien vereenigen om hun pennings
ke te offeren Het is gemakkelijk genoeg
gelijk sommigen doen, hun initiatief in het
belachelijke te trekken, veeleer echter ver
dienen zij onze belangstelling en waardee
ring. Het zou niet de eerste maal zijn dat
het goede voorbeeld is uitgegaan van de een-
voudigen en uit samenwerking van vele klein
tjes, het groote is tot stand gekomen.
„Wie geeft wat hij heeft, is waard dat hij
leeft". Het is daarom dan ook dat de vodden
rapers van Parijs meer dan ooit recht hebben
op een voortbestaan en ik u enkele bijzon
derheden over dit gilde ga vertellen.
De voddenrapers van Parijs, wier aantal
op eenige duizenden dient geschat en zoowel
mannelijke als vrouwelijke elementen om
vatten, dienen in twee soorten te worden
onderscheiden. Zij, die hun vasten rondgang
hebben, een eigen clientele bezitten, en alleen
in een bepaald stadskwartier hun werkzaam
heden uitoefenen, en zij die op avontuur uit
gaan, dwalen door de groote stad, nu eens hier
dan eens daar, overal hun geluk, in dit geval
de vodden, zoekend waar het is te vinden.
Zij zijn de ongeorganiseerden, werken zon
der methode of voorschrift, steken overal
en nergens goed hun neus in, brengen als
van ouds de klad in het vak, zooals mij een
georganiseerde voddenraper wist te vertellen.
Zij maken vluchtiger en meer rondgangen
dan de werkelijke vakmannen, beginnen
reeeds om 10 of 11 uur des avonds. Zij halen,
om eens een valsch beeld te gebruiken, de
room van de melk. Zij staan dan ook buiten
de organisatie, die het "plan heeft opgevat,
de wetenschap een handje te helpen. De geor
ganiseerde voddenraper beginne t hun ar
beid eerst tegen 3 of 4 uur in den morgen.
Hun vereeniging heeft Parijs ingedeeld in
een zeker aantal plaatsen van 50, 60, 100 of
meer vuilnisbakken, al naarmate de praktijk
den meer of minder belangrijken inhoud van
die bakken in bepaalde buurten heeft aan
getoond. Tedere plaats wordt betaald, de vod
denrapers koopen het recht te mogen gras
duinen in al datgene, wat als waardeloos
wordt weggeworpen. Heel winstgevend is
het bedrijf niet meer, zelfs minder dan het
ooit is geweest.
De politie schat de verdiensten van een
voddenraper, die „gelukkig" is, op ongeveer
10 francs per dag en dat voor een arbeid,
vuil onder de vulien en bovendien nog vak
kennis vereischend.
Want van alles moet hij verstand hebben,
en de deugd van geduld moet hem zeker eigen
zijn. Sommigen verkoopen hun nachtelijke
vondst in haar geheel. Het zijn veelal de
nieuwelingen en ongeoefenden in het vak,
die zulks doen. Hij die zijn vak verstaat, kan
beter voor ieder artikel een afzonderlijk wegje
zoekenhij maakt onderscheid tusschen
vodden grof en fijn linnen, tusschen wit en
gekleurd ka toen.Hij weet aanstonds de been
deren te sorteeren die nog een bijzondere
waarde hebben, of alleen nog voor been
zwart kunnen gebruikt. Wit, grijs, bedrukt
of onbedrukt papier, het is voor hem, ieder
in zijn soort, van de hoogste beteekenis. Het
oude schoenleer heeft voor hem minder han
delswaarde dan de zolen en hakken. Waarom
't Is alleen maar een weet en anders niet. De
waardebepaling trouwens der artikelen is
het juist waar het voor de voddenrapers op
aankomt. Hij moet de prijzen op zijn duimpje
kennen, want al is alle waar naar zijn geld,
het geld voor den eenen opkooper gegeven
of door den anderen, is zeer uiteenloopend.
Soms heb je een buitenkansje, zeide mij
de reeds genoemde voddenraper, dien ik
's morgens om 7 uur, gewapend met zijn
mand en haakstok in de buurt van de Nötre
Dame aantrof. Zoo is het mij eenmaal ge
beurd een paarien collier in een vuilnisbak
te hebben gevonden. Natuurlijk dacht ik,
dat is zeker namaak, zonder waarde, maar
verbeeld u, ze waren echt. Een paar dagen
later stond er een heel stuk over in de kran
ten, van een bekende actrice, die ze verloren
had in een taxi.... die taxi was eenvoudig
weg de vuilnisbak voor haar deur. Mijn
belooning voor het terugbrengen 100 francs
en vrijplaatsjes voor mij en mijn heele familie
in het theater waar zij speelde. Het is anders
voor óns vak ook een slechte tijd d: men
schen zijn door den oorlog en de duurte
tuiniger geworden, gooien werkelijk geen
oude schoenen meer weg voor ze nieuwe heb
ben gevonden, en die laten vaak lang op zich
wachten. Bovendien, van alles kunnen de
menschen tegenwoordig gebruiken en wat
in onz handen terecht komt, is meestalt
het bekijken, laat staan het meenemen niet
waard.
En toch, besloot hij philosophisch, houd
ik van mijn vak, dat ik al meer dan 30 jaren
uitoefen. Er zit poezie in, mijnheer, meer
dan u denkt.
Soms geeft een enkel voorwerp, schijnbaar
onbenullig, je zulk een interessanten kijk op
het leven en in het huis waarvoor je de vuil
nisbak met je haakje onderzocht. Een enkele
snipper papier bevat dikwijls een grootere
roman dan de dikke deelen, op d boeken
stalletjes aan de Seine-bruggen.
Inderdaad, mijn voddenraper bleek niet
alleen een berustend philosoo te zijn, maar
ook een dichterlijk aangelegd mensch, die
wist te droomen op zijn zwerftochten door
het half-ontwakende Parijs.
En des te beter begreep ik, na dezen vod
denraper te hebben gehoord, dat zijn gilde
omder de kleine luiden tot de eersten behoort,
om de in nood verkeerende wetenschap te
helpen.
Het devies hunner vereeniging, dat lo
gisch gesproken, zou moeten zijn „zoekt en
gij zult vinden", is gallen voor een ieder, een
ieder voor allen." Zij zullen het door hun
opofferende daad opnieuw eer aan doen.
Neen.... evenals de beroemde Henri de
Lagardere, is ook Jean Valjean niet dood
de voddenraper van Parijs is nog geen legen
dehij leeft
Parijs, 2 M:i 1923.
Mr. P. v. S
DE FRANSCH-BRITSCHE ENTENTE
WEER IN GEVAAR,
Volgens de „Evening Standard" is men
te Londen van oordeel, dat de zelfstandige
verwerping door Frankrijk van het Duit
sche voorstel, dat betrekking heeft op de
schuldvordering van alle geallieerden en op
algemeene waarborgen, niet in overeenstem
ming is met den geest der vredesverdragen,
of van het gemeenschappelijk optreden bij
de uitvoering ervan. Hierdoor zou de qiiaes-
tie van de beteekenis van de eenheid der
Entente opnieuw op het tapijt komen.
De Fransche gezant te Londen heeft een
bezoek gebracht aan lord Curzon, om hem
uiteen te zetten waarom de Fransche regee
ring zelfstandig, zonder de Engelsche regee
ring te kennen, het Duitsche voorstel heeft
beantwoord. Deze uiteenzetting komt hierop
neer: Groot-Brittannië heeft zich openlijk te
ruggetrokken van de gebeurtenissen in het
Roergebied, terwijl de Duitsche nota zich
daarmede voornamelijk bezighield. Frankrijk
w»i ten zeerste verontwaardigd over de no
ta als een uitdaging aan en provocatie van
Frankrijk zelf, welke een onverwijld ant
woord vereischle. Uitstel van het antwoord
zou niet tot overeenstemming tusschen
Groot-Brittannië en Frankrijk hebben geleid,
terwijl bovendien het Duitsche voorstel van
negatieven aard was.
Te zelf der tijd wordt er in Fransche po
litieke kringen te Londen op gewezen, dat
ofschoon Frankrijk in bovenbedoelde aange
legenheid op eigen verantwoordelijkheid
heeft gehandeld, het niet de wensch of de
bedoeling van de Fransche regeering is, zich
voor alle gelegenheden aan gemeenschappe
lijk optreden te onttrekken.
.De draadlooze dienst te Londen meldde
gisteren
Het wordt bijna zeker geacht, dat Lord
Curzon heden in het Hoogerhuis een verkla
ring zal afleggen aangaande Engeland's hou
ding betreffende de Duitsche voorstellen van
schadevergoeding. Een dergelijke verklaring
wordt ook van den Kanselier Baldwin in het
Lagerhuis verwacht, zoodat dan voor het
eerst bekend zal worden wat de weloverwo
gen meening der Engelsche regeering in deze
aangelegenheid is. Inmiddels is er niets dat
er op wijst, dat de meening der regeering
belangrijk zou afwijken van de opvattingen
van het publiek, zooals die in de meeste bla
den tot uitdrukking komt, n.l. dat men wel
de Duitsche aanbieding verre van bevredi
gend en billijk vindt, doch dat men tevens
veeleer aanmoedigend, dan ontmoedigend
staat ten opzichte van elke mogelijke verbe
tering en uitbreiding van het aanbod en dat
men elke ook de geringste kans op een
heropening der onderhandelingen in de hand
wenscht te werken.
De Daily News zegt heden, dat niemand er
aan denkt, dat de Engelsche regeering het
Duitsche aanbod bevredigend kan noemen.
Integendeel de regeering wenscht dit zeer
zeker beslist niet te doen. Maar als zij zich
zou bepalen tot het dichtslaan van de deur,
is alle hoop om Europa te redden voorgoed
verloren. In deze omstandigheden is de groote
moeilijkheid te bepalen, wat de volgende
stap dient te zijn. Vermoedelijk zal de nota,
die zal worden verzonden, zeer nadrukkelijk
aan Duitschland mededeelen, dat het jongste
aanbod onvoldoende is en tevens, hetzij uit
drukkelijk dan wel tusschen de regels door,
den raad geven een nieuwe poging te doen.
De Daily Telegraph zegtJuist het feit,
dat de Fransch-Belgische nota zooveel woor
den wijdt aan financieele technische punten
moet voor de Duitsche regeering een aan
sporing zijn om hare voorstellen in een
nieuwen vorm te gieten, zoodanig, dat zij
een beteren indruk maken op de geallieerde
deskundigen.
De Times verwijst naar de Fransche nota
en de daarin vervatte cijfers om dan te be-
toogen, dat de tijd gekomen is om met nadruk
te wijzen op de belangen die Engeland heeft
bij de schadevergoeding. Hoeveel Frankrijk
heeft geleden wordt overal erkend en gevoeld
en Engeland is altoos bereid geweest aan
Frankrijk den voorrang te geven bij de
aanspraken op de Duitsche betalingen, maar
het is een algeheele miskenning der feiten
aan te nemen, dat Frankrijk zoo onvergelij
kelijk zwaarder heeft gelden dan Engeland.
In Frankrijk is de schade zichtbaar in de met
puinhoopen bedekte streken. In Engaland is
het geleden verlies minder in het oog vallend,
maar niet minder tastbaar. Wij hebben aan
onze bondgenooten 1947 millioen pond ster
ling voorgeschoten, waarvan nog geen stui
ver terug is betaald. Wij zelf betalen rente
en aflossing van bijna duizend millioen pond
aan de Vereenigde Staten voor verplichtingen,
die wij indirect voor onze bondgenooten heb
ben aangegaan. Deze twee bedragen te
zamen maken een som van bijna 3000
millioen, hetgeen niet veel verschilt van
wat Pöincaré opgeeft als schade voor het
verwoeste gebied. Voorts hebben wij welis
waar grondgebied gewonnen, maar tevens
hadden wij mandaatsverplichtingen op ons
te nemen, die door anderen zijn geweigerd.
Die mandaten zijn verplichtingen, geenszins
voordeelen. Onze buitenlandsche handel is
voor een deel ten gronde gegaan met het
gevolg, dat wij meer dan een millioen werk-
loozen te eten moeten geven.
De „Times" besluit dan Het is niet de
taak der Europeesche staatslieden om over
te gaan tot een onberedeneerde afwijzing van
een voorstel dat alles wel beschouwd
een zaak betreft, die de geheele wereld aan'
gaat, maar veeleer om zich in het bijzonder
moeite te geven een verbetering van het voor
stel te verkrijgen en wel zoodanig, dat het
nieuwe voorstel beantwoordt aan de verwach
tingen van de beschaafde wereld.
In de Volkenbondskringen te Genève
heerscht de opvatting dat het mogelijk zou
zijn een uitweg uit het Europeesche dillemma
te vinden door de exploitatie van de spoor
wegen in het Rijnland cp te dragen aan een
internationale commissie. Daardoor zou een
einde Worden gemaakt aan de vrees van
Frankrijk, dat deze spoorwegen voor mili
taire doeleinden ingericht zouden kunnen
worden, terwijl aan den anderen kant een
bron van ontvangsten zou worden geopend,
waarvan ook een deel aan Frankrijk ten goe
de zou komen. Een voorstel in dezen zin is
reeds spoedig na den oorlog door de Kamer
van Koophandel te Belfort gedaan, doch om
redenen van binnenlandsche politiek is daar
van niets gekomen. Volgens sommigen zou
een ander plan in deze richting uitgewerkt
zijn door den staf van de Engelsche troepen
te Keulen, die het ook aan de Engelsche re
geering voorlegde. Dit plan moet ook door
het Fransche ministerie van verkeerswezen
zijn bestudeerd. Ook in den Elzas is men voor
dit plan, aangezien de spoorwegen van den
Elzas daardoor aansluiting op die van het
Rijnland zouden krijgen.
DE BELGISCHE SOCIALISTEN, DE
INTERNATIONALE EN HET DUIT
SCHE AANBOD.
Het algemeen bestuur van de Belgische
socialistische partij heeft gisteren vergaderd
met de socialistische Kamerleden en Sena
toren en het internationaal congres te Hani-
burg besproken.
Vandervelde heeft verslag uitgebracht
over den internationalen toestand. Daarbij
heeft hij ook h^,t vergoedingsvraagstuk be
keken en verklaard, dat het Duitsche aan
bod onvoldoende is en dat het waarborgen
ontbeert. Dat is echter geen reden om de
mogelijkheid van een bespreking uit te slui
ten. Dat toch is het eenige middel om tot een
oplossing te geraken en zoodoende tot "den
vrede, aldus was Vandervelde's besluit.
BERLIJN IS OPTIMISTISCH.
Ondanks de teleurstelling in Berlijn door
het afwijzende antwoord van Frankrijk en
België gewekt, blijft de hoop bestaan dat
nieuwe onderhandelingen mogelijk zullen
blijken, indien daartoe de medewerking
van Engeland en Amerika zou kunnen wor
den verkregen. Men acht n.l. een voor Frank
rijk gunstiger aanbieding mogelijk indien de
Ver. Staten er toe te bewegen waren, de oor
logsschaden van Frankrijk ten laste van
Duitschland te brengen, welke Duitschland
dan aan de Ver. Staten over een langen ter
mijn tegen behoorlijke rente zou terug be
talen.
Men verneemt, dat de regeering van
Angora ontkent, dat de concentratie van
troepen in de nabijheid der grenzen van
Syrië, waardoor Frankrijk als mandataris
zich bedreigd gevoelde, eenig vijandelijk doel
zou hebben. De maatregel wordt voorgesteld
als de inleiding tot de demobilisatie der
Turksche troepen, die onmiddellijk zal be
ginnen na de ratificatie van den te Lausanne
te sluiten vrede. Het is niet waarschijnlijk, dat
Frankrijk met deze verklaring genoegen zal
nemen.
UIT HET BEZETTE GEBIED.
Een gisteren in werking getreden beschik
king van generaal Degoutte bepaalt, dat op
alle voorraden cokes en bijprodukten in het
Roergebied ten bate der bezettende mogend
heden beslag is gelegd en dat ze mitsdien niet
voor andere doeleinden mogen worden ge
bruikt. Op overtreding van deze beschikking
satat gevangenisstraf tot 5 jaar en boete tot
100 millioen mark.
Twee beschonken Fransche soldaten die
drie burgers en drie katholieke geestelijken
van hun geld hadden beroofd zijn door den
Franschen commandant tot 15 dagen ge
vangenisstraf veroordeeld. Het gestolen geld
is teruggegeven.
Een meisje van Velbert, Böhne genaamd, is
door drie Fransche soldaten overvallen en
verkracht.
Het proces tegen den burgemeester van
Essen, dr. Schafer, zal a.s. Vrijdag voor den
krijgsraad te Dusseldorf beginnen. Eenigen
tijd geleden werd gemeld, dat burgemeester
Schafer naar een sanatorium zou worden
overgebracht, doch hij bevindt zich nog
steeds in de gevangenis.
Een wachter van de Rheinische West-
f alische Eisenbahnwerke te Aplerbeck is
gisteren door een Franschen schildwacht
aangeschoten en zwaar gewond.
DE STAKING Bil DE BELGISCHE
SPOORWEGEN EN POSTERIJEN.
Sedert gisterennacht is het heele verkeer,
het passagiersvervoer incluis, cp de liinen
Antwerpen ZuidBoomDendermonde
Gent en Antwerpen ZuidMechelen stop
gezet. In de andere Antwerpsche stations en
aan de haven staat, het goederenvervoer per
spoor eveneens stil. Op de lijn Brussel
MechelenAntwerpenRoosendaal is het
passagiersvervoer echter nog steeds normaal.
De laatste lijnwerkers van de telegraaf en
telefoon, die nog aan den arbeid waren, heb
ben gisteren het werk ook neergelegd, zoodat
bij dit dienstvak de staking thans algemeen
is.
Op het station Antwerpen Zuid staat het
heele passagiersverkeer stil
Iedereen wachtte met spanning af welke
houding de Kamer gisterenmiddag aan zal
nemen bij de bespreking van de positie van
het personeel en de stemming over de beide
moties, waarvan er een is ingediend door
socialisten en een door de christen-demo
craten en liberalen.
HET ENGELSCHE KONINGSPAAR TE
ROME.
Aan den in het Quirinaal gegeven maaltijd
gaf de koning van Italië uiting van zijn sym
pathie van het Italiaansche volk voor En
geland. Dezelfde idealen, zeide hij, vormden
den voornaamsten grondslag onzer bescha
vingen en kunnen slechts een samengaan on
zer aspiraties en doeleinden met zich bren
gen, niet alleen op het terrein der weder-
zijdsche nationale belangen, maar ook op
het veel uitgestrekter gebied van dc be
trekkingen tusschen de volken.
De koning gaf uiting aan den wensch,
„dat het Britsche volk nog aan de zijde van
het Italiaansche zal staan bij het werk, dat
ons morgen wacht'.'
Koning George heeft hierop het volgende
geantwoord:
De herinneringen van vele jaren, welke
door de jongste wapenlbroederschap beves-
tigd zijn, verbinden de beide naties met
banden, die door geen enkelen schok kun
nen worden verbroken. Ik zie met volkomen
vertrouwen haar toekomstige betrekkingen
tegemoet. Geen enkele wolk zal ooit de glo
rie dezer herinneringen, noch de schittering
van beider idealen verduisteren. Ik wissel
met vreugde het pand der hernieuwde en
versterkte vriendschap uit, dat Uwe Majes
teit mij in zijn rede heeft aangeboden.
GEEN REGEERINGSCRISIS IN
DUITSCHLAND.
In verband met de beweringen in een
deel der Fransche pers, dat in Duitschland
een regeeringscrisis onvermijdelijk zou zijn,
constateert het orgaan der Duitsche Volks
partij, de „Zeit":
Alle partijen van de volksvertegenwoor
diging zijn het met de regeering een-s, dat
men het lijdelijk verzet niet mag opgeven,
en dat elke overweldiging door een dictaat
regeling onvoorwaardelijk moet worden af
gewezen, Er bestaat derhalve niet de ge
ringste reden aan een verandering van regee
ring te denken; er bestaat ook volstrekt geen
plan tot eenige wijziging van het kabinet
Cuno, De regeering steunt op een eenheids
front in het parlement, waartoe alle par
tijen van de Duitsch-natiónalen tot de soc.-
dem. incluis behooren.
DE CONCESSIES-CHESTER.
Be correspondent van de Morning Post
meldt, dat er oneenigheid is ontstaan tus
schen de heeren Kenedy en Chester, de
promotors van de bekende concessie. Kenedy
beweert dat hij niet langer aanspraken heeft
op de oorspronkelijke concessie, aangezien
admiraal Chester alle rechten heeft afgestaan
aan de Turksch-Amerikaansche Develop
ment Company, waarvan Kenedy vertegen
woordiger is. Hij voegt er aan toe, dat zijn
maatschappij geen acht zal slaan op de
concessies van derden, die in navolging van
het Chester-plan zijn verleed.
DE HONGERSNOOD IN RUSLAND.
Met inbegrip van een staatsbijdrage ad
100.000 kronen heeft het Deensche Roode
Kruis het vorige jaar 761.000 kr. bijeenge
bracht ter bestrijding van den hongersnood
in Rusland. Van dit bedrag is tot dusverre
664.000 kr. uitgegeven.
DE TREIN-O VERVAL IN CHINA.
Uit Peking wordt gemeld, dat de roovers,
die den trein aanvielen, deel uitmaakten van
een 4000 man sterke rooverbende, welke
(8.
HET INDIAANSCHE OPPERHOOFD.
Het was ongeveer vijf uur namiddag, toen
de pas aangekomen Duitschers met hun eer
ste toebereidselen gereed waren. De goud-
wasschers waren al lang weder aan het
werk, deels op het terrein, deels hier en
daar aan een beek.
De hoofdstraat van het stadje was geheel
leeg, een in 'n ruw hemd gekleed Indiaan
uitgezonderd, die, met een last hout op den
rug, juist uit het bosch kwam om het aan
een van de koop- of eettenten te bezorgen.
De blanken gaven hem dan een stuk brood
en als hoofdzaak een teug brandewijn,
waarvoor er dan wat geest en werklust
kwam in den rooden zoon der bergen. Daar
klonk opeens haastig hoefgetrappel van de
hoogte al; het ongewoon geluid maakte dat
zelfs de luiste ondernemers hun hoofden
buiten de tenten staken, en zij vonden hun
nieuwsgierigheid beloond.
Vijf niet zeer sterke, maar toch krachtige
bruine ponies kwamen in vollen draf langs
den weg en Indianen hingen op den rug der
dieren. De aanvoerder van den troep was
een jonge man van minstens 26 jaar, maar
zeldzame verschijning in Europeesche
kleederdracht; lichte broek, kort, rijk met
knoopen bezet buis en een stroohoed op 't
weelderig lang gitzwarte haar. Wel is waar
blootvoets, maar op den linkerschouder efen
lang eenloops geweer, terwijl in een rood
zijden Chineeschen gordel een lang
Spaansch mes stak.
.De Californische berg-Indianen rijden
eigenlijk nooit en hebben zelfs geen paar
den, maar deze jonge man zat te paard als
gegoten; hij regeerde het meer met zijn
knie dan met den toom. Ook had hij niets
van het schuwe, 't welk apders aan dit ras,
uit overschatting van de blanken, eigen is.
Hij groette hier en daar een bekende in de
tenten. Want hij, Kesos, was voor hen de
hoofdman, die groote macht had over al de
naburige bergstammen; om een quaestie uit
te maken of gestolen goed terug te krijgen,
wendde men zich tot hem en hij verschafte
recht. Maar op dit oogenblik was de aan
dacht nog meer gevestigd op de beide vrou
wen die hem volgden; jonge meisjes uit het
oerwoud, op snuivende rossen; een verruk
kelijk beeld van wilde schoonheid.
Ook zij hadden het schamel toilet der
wildernis vervangen door de kleederdracht
der blanken, zij 't dan met een pracht van
kleur en stof, waarin haar schoonheid en
fraaie lichaamsbouw waardig doch onge
kunsteld werden omlijst.
Achter het drietal reden op tamelijk mid
delmatige ponny's en blijkbaar van minderen
rang twee Indische jongens van 14 16 jaar,
eveneens min of meer Europeesch gekleed.
Het schenen bedienden of rijknechten van
hun hoofdman te zijn.
Deze haalde in gestrekten draf den hout-
dragenden Indiaan in en keek met scherpen
blik zijn stamgenoot in het gelaat.
„Kesos! capitano!" stamelde deze, ver
schrikt opziende.
„Schaam jij je niet, Tibnka?" beet het op
perhoofd hem toe. „Schaam jij je niet? Voor
het gif der blanken heb jij je lippen geopend.
Krijger van den stam der Cayotas, draag je
hout voor het vuur van de vreemden. Moet
ik je een vrouwerok sturen?"
De Indiaan stamelde een zwak woord van
verontschuldiging, maar kromp ineen voor
den blik.
„Moet ik je een vrouwerok sturen?" beet het
opperhoofd hem nogmaals toe, en de Indiaan,
niet meer in staat den hoon, die in die woor
den lag, te verdragen, wierp den houtbundel
van zijn schouder midden op de straat en
vloog, zoo snel hem zijn beenen konden dra
gen, terug en de bergen in.
Met een verachtelijk glimlachje, doch zon
der naar den vluchteling om te zien, vervolg
de de jonge ruiter met zijn gevolg zijn
weg.
Mar nu stiet hij weder op een kleine bin
dernis en wel in den persoon van onzen
raadsheer, die juist met zijn lange pijp in
den mond en een grijs petje op, aan 't wan
delen was gegaan, om „de stad" eens in
oogenschouw te nemen, en nu voor mee
vallertje ook de schoone rijderessen eens on
der de oogen kon zien.
Hadden zij haar paardjes niet zoo ferm in
hun macht gehad, dan zou de arme man op
zijn eerste entree in de mijnen al dadelijk
overreden zijn. Nu kwam hij met den schrik
nog vrij.
„Wel voor den duivel!" riep hij, terwijl hij
zijn gevallen pet weer opraapte. Is dat 'n
manier van doen? Zwarte heidenen, weerga-
sche meidefi!" en zonder meer naar de In
dianen om te zien, vervolgde hij weer zijn
weg.
Het opperhoofd reed intusschen naar de
tent van den Alcalda, waar de Amerikaan-
sche vlag uithing, steeg* daar af, reikte de
teugels aan een van de jongens over en riep
de meisjes een paar woorden toe.
Deze knikten en reden stapvoets door, tot
zij de stad achter zich en een kleine hoogte
tusschen hier en daar verspreide tenten be
reikt hadden.
Daar bleven zij wachten op verdere beve
len van den hoofdman.
„Baenos dias!" had deze intusschen den
Alcalda toegesproken, die op zijn rustbed in
een hoek van de tent wat langer dan ge
woonlijk had ingedut en nu opstond met een
vriendelijk:
„Buenos dias, Kesos!" Dat was zoo onge
veer zijn heele voorraad Soaansch: hij ver-
In de naburige bergen een versterkte schuil
plaats heeft. De roovers hacfden de rails ver
wijderd, maar de machinist remde bijtijds
zoodat slechts twee wagens ontspoorden. De
vrijgelaten reizigers die te Tientsin aan
kwamen, deelden mede, dat de roovers het
vuur openden voor dat de trein ontspoorde.
Toen de trein stopte beklommen de aanval
lers dien en beroofden zij de reizigers van
alle kostbaarheden. Tot driemaal toe keerden
zij terug naar de rijtuigen.
Na twee uur trokken de roovers af, de pas
sagiers in slaapkleedij meevoerend en hen
dwingend, mijlen ver barrevoets over onef
fen terrein te loopen. Eenigen ontsnapten in
de duisternis. Alle postzakken en de bagage
werd weggevoerd. Het aantal passagiers be
droeg 71, o.w. 33 buitenlanders. Volgens de
laatste berichten zijn 10 buitenlanders en 20
Chineezen in veiligheid. Er zijn er 11 vrijge
laten die te Tientsin zijn aangekomen, voor
het meerendeel vrouwen. Een later bericht
uit Sjanghai behelst, dat de postzakken on
geschonden te Peking zijn aangekomen.
Uit Washington wordt gemeld, dat naar
aanleiding van den treinoverval in de pro
vincie Sjantoeng, waarvan verscheidene Ame
rikanen slachtoffer zijn geworden, de minis
ter van oorlog mededeelde, dat het departe
ment van oorlog gereed is om met wapenge
weld de beslissingen te ondersteunen, door
het departement van Staat of den gezanten-
raad te Peking te nemen. De toestand door
den overval ontstaan wordt in de Ver. St.
ernstig geacht. Hij bedreigt de goede ver
standhouding van de V. St. en China. Naar
verluidt heeft de Amerikaansche gezant te
Peking Schurman, op eigen verantwoorde
lijkheid informeel bij de Chineesche regee
ring opheldering gevraagd, terwijl hij ver
wacht, dat de regeering hem zal opdragen
een strenge gedragslijn te volgen, ten einde
de gevangenen ongedeerd vrij te krijgen.
DE UITVOER VAN GRAAN UIT
RUSLAND.
In verband met het plan tot oprichting van
een vennootschap voor den uitvoer van Rus
sisch graan, heeft de volkscommissaris Kras-
sin aan een redacteur van de Izwestia het
volgende medegedeeld
Vóór den oorlog was Rusland de grootste
graanproducent der wereld. De uitvoer van
graan en andere voedingsproducten vormde
den voornaamsten post op onzen staat van
uitvoer. De wereldoorlog heeft aan den uit
voer van graan uit Rusland een einde ge
maakt. De burgeroorlog, de interventie, de
blokkade en de honger stonden tot nog toe
geen herstel van den graanuitvoer toe.
Thans echter, nu ons land de ernstige schok
ken van de laatste tien .jaren te boven begint
te komen, wordt het vraagstuk van hefstei
van den graanuitvoer in hooge mate urgent.
Wanneer de oogst bevredigend is, zal Rus
land in het najaar waarschijnlijk in staat zijn
een aanzienlijke hoeveelheid graan uit te
voeren.
De graan-uitvoer heeft voor Rusland een
groote beteekenis. Het verschijnen van
Rusland op de buitenlandsche markt als le
verancier van een groote hoeveelheid graan
producten zal een krachtig argument zijn
voor officieele erkenning van de sowjet-re-
geering door de buitenlandsche staten en zal
tevens bijdragen tot stabilisatie van den
roebel. In veel opzichten echter zal de graan
uitvoer zich onderscheiden van vroeger.
Vóór den oorlog was die uitvoer namelijk in
hoofdzaak in handen van buitenlandsche
firma's. De Russische exporteurs waren ge
woonlijk slechts tusschenpersonen of agenten
van groote buitenlandsche graanhandelaren.
De staat als zoodanig nam toen geen aandeel
van beteekenis in dezen uitvoer. De graan-
exporteurs waren er natuurlijk op uit, het
graan zoo goedkoop mogelijk in te koopen en
dit had tengevolge, dat dikwijls minderwaar
dig graan werd aangeboden en geëxporteerd,
waarvoor echter in het buitenland nog een
flinke prijs werd gemaakt. Nu zal dit anders
worden. De Russische staat zal zelf den uit
voer in handen hebben en de staat is er bij
geïnteresseerd, dat graan van zoo goed moge
lijke kwaliteit aan de markt wordt gebracht,
terwijl hij er tevens naar zal streven, zoo hoog
mogelijke prijzen te bedingen. Aan de sor
teering en wering van aangestoken of vochtig
graan zal dan ook veel aandacht moeten wor
den gegeven. Daarvoor moet men de beschik
king hebben over een uitgebreide organisatie
over het geheele land. Een en ander rischt
evenwel, dat de geheele uitvoer in dezelfde
handen blijft en dus zal, waar vóór den oorlog
het principe der vrije concurrentie gehuldigd
werd, thans het staatsmonopolie op den bui-
tenlandschen handel ten opzichte van den
graanuitvoer gehandhaafd blijven. Onder de
uit deze hoofde vereischte controle zullen
rechtstreeks als exporteurs optreden verschil
lende groote staats- en coöperatieve organi
saties, zooals het volkscommissariaat van
buitenlandschen handel; de Staatsbank, de
Centrosojoez e.a. Op deelneming in ruime
mate van het buitenïandsch kapitaal aan den
graanuitvoer mag, naar de meening van Kras-
sin, niet gerekend worden.
De opening van de luchtlijn Berlijn
AmsterdamLonden zou gisteren plaats
hebben, doch het weer heeft een streep door
de rekening gehaald. Ondanks de ongun
stige weervoorspellingen waren alle voor
bereidingen op het vliegveld bij Berlijn ge
troffen. Er stonden 2 toestellen gereed, een
voor Londen en een voor Amsterdam en
ook de passagiers voor beide vliegtuigen wa
ren tijdig aanwezig. Om 8 uur werd op het be
kend gemaakte tijdstip gestart, om den tocht
in de richting Hamburg te beginnen. In
tusschen luidden de weerberichten die bin
nenkwamen zeer ongunstig. Zoowel uit
Hamburg als uit Bremen werd slecht weer
gemeld, uit Nederland zelfs mist, zoodat men
dus voor mist boven het Kanaal bevreesd
moest zijn. Na korten tijd kwamen dan ook
de vliegtuigen terug, daar, naar het zeggen
van de bestuurders, oriënteering onmogelijk
was. De vliegtuigen bleven echter in gereed
heid om, zoodra het weer mocht verbeteren,
den tocht te hervatten.
Uit een onderzoek van den Duitschen
volgde «jan °°k maar dadelijk In 't Engelsch:
„Wat verlangt gij?"
„Ik heb u te spreken rechter, maar uw taal
gaat me wat zwaar af, laat den tolk maar
komen!"
„Hm," bromde de zoogenaamde „Alcalde",
een kleine, tamelijk dikke Amerikaan, die
door zijn landslui, de hemel weet waarom,
„majoor" genoemd werd. „Veel te zeggen?
Liefst niet, ik heb nog wel wat anders te
doen dan je Indiaansche ftesterijen aan te
hooren. Wat heb je weer?"
„Waar is de sherif?" vroeg het jonge op
perhoofd, zonder de vraag te beantwoor
den.
„Waar de sherif is? Wat gaat mij de sherif
aan? Hij zal slapen, of goud wasschen, of een
loopje doen, of.weet ik wat. Heb ik
te pialen om den sherif, of hij om mij mis
schien?"
„Ilaal hem," zeide de Indiaan lakonisch.
„Haal hem?" riep verbaasd over zulk een
stoutheid de vrederechter, „dat is niet kwaad;
haal hem! Alsof ik je kruier ben. Haal jij hem
als je hem noodig hebt."
„Goed!"«zeide Kesos, keerde zich om en
ging zonder te groeten de tent weer
uit.
Majoor Ryoth was niets in zi;n „hum" want
als er iets was waar hij een hekel aan had,
dan waren het zaken waarmede zijn sherif
hem toch al lastig genoeg viel.
Bovendien, hij kende den invloed dien de
hoofdman op do verschillende stammen uit-
stedendag is gebleken, dat van 22,216 kleine
renteniers 45.4 pet. een inkomen hebben van
600 a 1500 mark per jaar 41.9 pet. hebben
1500 a 3000 Mk. 11.5 pet. 3000 6000 Mk.;
1.1 pet. 6000 a 10.000 Mk. en 0.1 pet. meer
dan 10.000 Mk.
Maandagavond zijn in het Noorden
van Berlijn jeugdige nationalisten en com
munisten handgemeen geworden. Daarbij
vielen ook enkele schoten, waardoor een der
communisten werd gewond. Verscheidene
vechtersbazen zijn met boksijzers toegeta
keld. De politie die tusschenbeide kwam ar
resteerde 7 nationalisten en 3 communisten.
Reuter meldt uit Columbo dat het
stoomschip Ohara-van de Britsch-Indische
Stoomvaartlijn schipbreuk heeft geleden
tusschen Calcutta en Rangoon. Het schip
is een volledig wrak en alle opvarenden zijn
hoogstwaarschijnlijk omgekomen. De schip
breuk wordt toegeschreven aan de hevige
cycloon, welke er de laatste dagen heeft ge
woed.
De driemaster Raymond, van Fécamp,
is den 24en April op een ijsberg gestooten en
vergaan. Van de 36 koppen der bemanning
zijn er 28 gered door den stoomschoener
Carioca van St. Malo en te St. Pierre aan
wal gezet. Men heeft nog hoop, dat de overi
ge 8 opvarenden door een ander schip gered
2ijn.
De politie te Parijs heeft een cocaïne
handelaar aangehouden, een zekeren Blum-
mer, afkomstig uit den Elzas. Bij zijn arresta
tie had hij 36 gram cocaïne bij zich. Men
vermoedt dat te Straatsburg het hoofdkwar
tier van een bende cocaïne-smokkelaars is
gevestigd.
Het lichten van den Russischen ge-
pantserden kruiser „Vromoboi", die indertijd
voor Libau door de bemanninng tot zinken
werd gebracht, is door de Sovjetregeering
aan eene Hamburgsche bergingsmaatschappij
opgedragen.
Volgens de „Voss. Ztg." hebben de vier
Duitsche mijnwerkersbonden, met inbegrip
van de christelijke, de scheidsrechterlijke
uitspraak, dat 10 pCt. Ioonsverhooging zal
worden -gegeven, verworpen. Men verwacht
nieuwe onderhandelingen.
DOORNENHAGEN.
Doornen heggen worden veelal na ver
loop van tijd kaal aan den voet der struiken
en bieden dan niet meer voldoende de af
sluiting aan, die men wenscht.
Om hierin te voorzien kruise men bij 'f
planten de jonge doornen dwars over elkaar
en binde ze twee aan twee aan elkaar.
De takjes grijpen dan van lieverlede elkaar
en de haag groeit zoo dicht, dat ze volkomen
ondringbaar wordt en blijft,
Een sterk uitpuilen van een rast, hard ge
deelte voor de borst, is het verschijnsel van
„harde krop." Wordt de patiënt met den kop
naar beneden gehouden, dan vloeit een vuil
stinkend vocht uit den bek. Niettegenstaan
de hun sterk uitgezetten krop, zijn de dieren
zeer gulzig en verorberen daarbij nog zeer
kleine steentjes, zand etc. Slikkramp treedt
er steeds bij op. Tast men hier niet terdege
in, dan gaan de vogels den hongerdood ab
soluut tegemoet. Om deze kwaal tè voorko
men kan men veel doen: gebruik nimmer
houtwol in de legnesten of waar ook, even
min lang stroo, en geef den hoenders nimmer,
gras, dat niet heel kort gesneden is, aange
zien de taaie vezels bijna niet te verteren
zijn en deze zich tot een kluwen fn den krop
vormen en dus den ingang v^n de maag ver
stoppen, roet een gemakkelijk te begrijpen
noodlottig gevolg voor de dieren. Wat de
eigenlijke behandeling aangaat, is het openen
en schoonmaken van den krop 't eenige al-
doende middel. Indien de dikten van den
krop zich reeds sedert enkele weken ver
toonden, verbeuzel dan verder den tijd niet'
door ze met allerlei zalf te masseerent 'I
helpt toch niet meer.
VEETENTOONSTELLING TE MILAAN.
Op de tentoonstelling te Milaan ts, naar da
N. R. Gt meldt, die eerste kampfoenspriji toe-
geleend aan een stier van zuiver Fuiesdh'
bloed, Ingezonden door het Nederlandlsdhe
Rundveestaimboelk.
Bij dien metkwedstrijd werd ook <Jè eerste
prijs gewonnen door een Friesohe koe.
De hoofdprijs, uitgeloofd door het mints#»,
rie van landbouw, weid behaald door een col
lectie Frfesdh vee, dit voorjaar door een It*-
liaanschen fofklker aangekocht.
—4
DE TANDENBORSTEL.
Een Duitsche professor heeft de gesdhiedë-
'nis van den tandenborstel geschreven. Hij ia
uitgevonden door de Chineezen, aan wie de
mensch head meer aanwinsten der beschaving
danlkt. Men weet, vertelt Victor Auburtin in
de Duitsche bladen, zélf® dien datum, waarop
de tandenborstel werd uitgevonden: 25 JunS
1408. Tot dezen gedenfkwaardigen dag heeft
de menschlheid het zonder tandenborstel moe
ten stellen. De Romeinen poetsten hun tanden
met gedroogde muizenmest, zooafe Plindus in
zijn Natuurgeschiedenis" mededeelt. Later
werd het gewoonte, zich 's morgens den mond
met wijn te spoelen, maar toen gebeurde het
een enikele keer, dat men den wijn inslikte,
zonder zich daarna te kunnen herinneren, of
men wel gespoeld had. Daarna kwam de tan
denborstel uit China en begon zijn triomf
tocht over de wereld. En sedert dat oogcnlbJdlk
lijdt de wereld aan kiespijn. Wanneer overi
gens, vraagt de schrijver, zal de vraag beant
woord worden of de betschaving de hygiëne
en al deze properheid een zegen of oen dwa
ling is? De negers poetsen nooit hun tanden,
denlken er niet aan en zij hebben hot mooiste
gebit der wereld. De Amerikanen, die dag en
nacht de tanden poetsen, hebben van alle
menschen het meest tandpijn, en de meeste
tandartsen.
oefende, en vermoedde dat er ergens feta
buitengewoons moest zijn voorgevallen, an
ders zou geen tolk noodig zijn om de gesprek
ken te leiden.
Er was van de Indianen voor al hun kwes
ties geen cent los te krijgen.
Ja, als 't een van zijn landslui, of zelfs een
vreemdeling was, die de bescherming der
Amerikaansche wet bij jiem inriep, dan kon
hij zijn twee of drie onsen, of meer nog
eischen, en hij doopte geen pen als 't goud er
niet lag.
Maar met de Indianen was het een heel
andere zaak; zoo onverkwikkelijk en wat
niets opleverde.
En toch moest hij er voor klaar staan, of
Ie Alcalde van het district zou hem bij dn
kladden kunnen krijgen.
De handen in de zakken slenterden intv
schen eenige winkeliers en handelaren de
straat op, naar de plek waar de Indiaansche
meisjes met de paarden hadden halt gehou
den.
Van de taal hadden zij allegn zooveel
geleerd, om te w,eten dat „Walle Walle"
(vriend vriend) den groet der inboorlingen
beteekende. Dit „Walle Walle" was nochtans
voor hen in het spreekverband ongeveer even
veel als het afgebroken hengsel van een
fieketel.
Niettemin, in het bewustzijn van hun waar
digheid als blanken, zelfs Amerikanen en
hee-en des lands. gintfen de lange, ongelikt*