TSTE NIEUWS BINNENLANDSCH NIEUWS. Tweede Kamer. HANDEL EN NIJVERHEID. Eerste Kamer. Uit onze West. DE GRIEVEN VAN DEN GOUVFR NEUR BARON VAN HEEMSTRA. MARKTHIEUWS. PflOLOOZE TELEFOON Verkoopingen. Vergadering van Dinsdag 8 Mei. Registratierecht. Aam de orde is de wijziging der Registra- ttewet 1917. De heer SMEENGE V. B. bespreekt de af schaffing vam de vrijstelling van registratie rechten bij overgang van omroerende goe deren binnen korten termijn. Dat zal zwaren druk geven en 't is onbillijk om dit als equivalent te beschouwen voor de afschaf fing van het veildmgsrecht voor groenten, enz. Spr. betoogt, dat vooral de hypotheek banken groot nadeel zullen ondervinden van de nieuwe regeling, vooral bij executies. De heer DE VETER A. R. heeft vrede met de afschaffing van de registratierechten van land- en tuinbouwveilingen. Dé daardoor te lijden schade van f 600.000 aoht spr. zeer ruim geschat, maar ook spr. meent, dat de compensatie hiervoor niet moet worden ge zocht in opheffing van de vrijstelling voor dein verkoop van onroerende goederen. De minister raamt de opbrengst dier compen satie op 427.000, doch in het antwoord van de Eersle Kamer heeft de minister ge raamd, dat dit een te lage raming is en spr. raamt op zijn beurt de opbrengst op ruim 2 millioen. Zou de minister misschien te vinden zijn de vrijstelling vam herhaalden overgang voor onroerende goederen ten min ste tot 6 maanden te handhaven? De heer SLINGENBERG V. D. heeft geen bezwaar tegen afschaffing der rechten voor land- en tulnhouwarlikelen, doch ook an dere veilingen zouden z. i in aanmerking kunnen kamen. De voorstelling des minis ters, dat de vrijstellingen zouden te beschou wen zijn als lekken, is, betoogt spr., niet juist, daar een lek- beteekent een fout, en we hier niet met een fout, maar met de erkenning van een algemeen belang te doen hebben. Spr. vereen igt zich overigens met de bedde vorige sprekers in zake het overgangsrechl bij den herhaalden verkoop van onroerende goederen. SpT. betreurt vooral de vrijstelling van eerste overdracht binnen 3 jaar van een nieuw 'gebouwd huis, omdat die vrijstelling indertijd is verleend lot aanmoediging van den aanbouw van woningen. Spr. betuigt wijders zijn instemming met het protest van de Broederschap van Nota rissen, tegen de ongetwijfeld ongewilde ver dachtmaking dat zij onraadgeUilen, door hen niet uitgegeven, toch in rekening zouden brengen. Ten slotte dringt hij er op aan, dat voor o verdra ch tSK) vereenk omst engestolen hangende dit ontwerp, rakende onroerende goederen, in ieder geval vrijstelling zal wor den verleend. De hoer VAN DER HOEVEN C. H. heeft bezwaar tegen de vrijstelling van de land en trambouwveilmgen en togen de invoering van een registratierecht voor overdrachten binnen korten tijd. Spr. is zeer bevreesd, dat de in vroeger tijd voorkomende knoeie rijen met transporten zullen herleven en dit in plaats van verhooging zelfs verlaging van de inkomsten zal ten gevolge hebben. De Minister van Financiën, de heer DE GEER, constateert, dat de sprekers die de afschaffing van het registratie-recht op lamb en tuinbouwproducten toejuichen, doch de afschaffing van art. 29 afkeurden, geen enkel ander compensatiemidde! aange ven. Trouwens elk compensatie-middel zou tot eenige bezwaren aanleiding geven en spreker kan niet toestemmen, dat d» door hem gekozen weg economisch te bezwaarlijk zou zijn. Herstel van de reductie, zij het dan ook niet im de tegenwoordige mate voor de overdracht van onroerende goederen binnen een jaar, gelijk de heer De Veer verlangde, wil spreker bij een nadere wijziging der re- gistratiewet overwegen. De cijfers die de heer De Geer noemde, acht spreker te optimis tisch. De opbrengst van de registratierechten, die in deze tijden bijzonder Sterk dalen, zijn zeer onberekenbaar. Dit moeit men1 bij een be- oordedling der feiten in 't oog houden. Toe passing van art. 99 in die door den heer Slin- genbetg genoemde gevallen zal «preker gaar ne overwegen. Wat ten slotte de wenken van den heer Van der Hoeven betreft, daarmede zal spreker stellig rekening houden. Hij wil echter niet nalaten er op te wijzen-, dat waar schuwingen als deze reeds vaak zijn vernomen bij beJastingwiizigingen en dat het raadzaam is daardoor niet te veel uit den weg te gaan. De heer DE VEER repliceert. De beraadslagingen' worden gesloten. Het wetsontwerp wordt aangenomen z.h.s. De VOORZITTER deelt mede, dat het Leening,sontwerp voor Nedi.-lrdiü met spoed zal moeten worden afgedaan. Daartoe ral hij, als het door de Tweede Kamer wordt aange nomen, de Eerste Kamer voor Dinsdag 15 Mei weder doen bijeenkomen. De beraadslaging wordt hierop gesloten. Vergadering van Dinsdag 8 MeL Interpellatie. Aan 'de orde is de behandeling van het verzoek van den heer Duys om verlof tot het richten van vragen aan den Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid, met betrek king tot de invoering der Ziekteverzekering, mede in verband met de plannen der Re geering tot herziening der geheele sociale verzekering. Het verzoek wordt ingewilligd. De inter pellatie heeft op een nader te bepalen dag plaats. Dienstweigering. Aan de orde is het wetsontwerp Dienst weigering. De Minister van Justitie, de heer HEEMS KERK, verheugt zich over de instemming met dit ontwerp. Het revolutionnaire stand punt laat spr. rusten. Als regel stelt spr. vóór op: gehoorzaam heid aan de overheid. Deze regel te handha ven is plicht der overheid. Gewetensvrijheid wenscht de overheid te eerbiedigen. De heer Troelstra vraagt waar de overheid den plicht tot handhaving der zelfstandigheid heeft ge vonden. Uit de roeping van de overheid leidt ieder af, dat zij verplicht is de orde in het binnen land zoowel als die tegenover het buiten land te handhaven. Sociaal-democratische ministers waar zij in functie waren hebben ook die taak niet verwaarloosd. Het spreekt van zelf dat de eerste plicht der overheid is zichzelf te handhaven. Waar zou anders het volkenrecht blijven? Spr. houdt zich aan de gangbare leer dat de overheid geroepen is zoo noodig gewa penderhand de onafhankelijkheid des lands tc handhaven en de burgers voor den mili tairen dienst op te roepen. Vele bezwaren dienen zich tegenwoordig aan als godsdienstige bezwaren, die het heelemaal niet zijn. De grondwet spreekt van ernstige gewe tensbezwaren. Gemoedsbezwaren is iets an ders, want gemoedsbezwaren zijn één der meest vlottende elementen in het mensche- lijk leven. (Gelach). Er zijn menschen die met een politiek-revolutionnaire daad optreden en daarin een gemoedsbezwaar vinden. Per sonen die niet willen gehoorzamen aan de overheid, doen ook een revolutionnaire daad hetgeen blijkt wanneer zij massaal optreden. In dit ontwerp is uitgemaakt wat ernstige gewetensbezwaren zijn om tot een definitie te komen. Het woord ernstig moet zoo wor den uitgelegd, dat het bezwaar objectief is te achten. De Grondwet spreekt ook van vrijstelling van krijgsdienst omdat de Regeering de gele genheid wilde openlaten om anderen staats dienst er voor in de plaats te stellen. De vrees van den heer van Zadelhoff, dat de dienstweigeraars, die niet onder dit wetje zullen vallen, het slechter zullen krijgen, acht hij ongegrond. Overigens zal dit punt nog eens ter sprake kunnen komen bij de herziening van net strafstelsel. De minister van Oorlog, de heer VAN DIJK zegt, dat aan de lichting 1923 is mede gedeeld, dat zij, die ernstige gewetensbe zwaren hebben, uitstel van dienst kunnen vragen, zoodat zij het volgend jaar onder dit wetje kunnen vallen. De kosten van de dienstweigeraars zullen niet meer bedragen dan die van de militairen. Voor degenen, die op jeugdigen leeftijd een verbintenis heb ben aangegaan, zal een afzonderlijke rege ling, n.l. door vervroegd ontslag, worden ingevoerd. Op voorstel van den voorzitter wordt niet gerepliceerd. De heer TROELSTRA, (S.D.A.P.) verde digt een amendement, om het artikel gelijk te maken aan dat van de Grondwet en dus van ernstige gewetensbezwaren te spreken, zoodat ook de politieke dienstweigeraars onder de wet zullen vallen. De Grondwet gaat z. i. verder dan dit ontwerp en dit laat niet de gelegenheid om ieder geval afzon derlijk te beoordeelen. De heer VAN RAVESTEIJN (C.P) sluit zich bij deze verdediging aan. De heer DECKERS (R.-K.) verklaart zich tegen het amendement, op grond van hetgeen dc minister heeft gezegd. Het amendement-Troelstra wordt verwor pen met 41 tegen 24 stemmen. De heer VAN ZADELHOFF (S.D.A.P.) ver dedigt een amendement, om te bepalen, dat in plaats van hen, die wegens gewetensbe zwaren worden vrijgesteld van militairen dienst, anderen niet zullen worden opgeroe pen. Hij acht een uitdrukkelijke bepaling noodig, om verkeerden uitleg tegen te gaan. De minister van oorlog, de heer VAN DIJK zegt, dat bij alle vrijstellingen andere per sonen in den dienst vallen. Voor deze vrijstel ling kan de regeering geen uitzondering ma ken. Het amendement wordt verworpen met 41 tegen 22 stemmen. De heer DECKERS (R.K.) verdedigt een amendement, dat een regeling treft voor hen, die al geoefend zijn. Deze voorgeoefenden zouden maar 9'A maand dienst hebben, in dien zij verder dienst weigeren en dat acht hij onbillijk. Spr. wenscht de voorgeoefende dienstwei geraars niet van dit voordeel te doen profi teered De MINISTER zegt, dat inderdaad hier een gelegenheid tot ontduiking bestaat. Spr. laat de beslissing aan de Kamer. Het amendement wordt z. h. t. goedge keurd. De heeï VAN ZADELHOFF verdedigt een nieuw artikel II, waarin wordt gezegd, dat de positie van dienstweigeraars, die niet on der deze wet vallen, zal worden geregeld en waarin wordt gezegd, dat deze dienstwei geraars niet zullen worden opgenomen in de inrichtingen, waarin zij nu zijn geplaatst. De MINISTER zegt dit artikel niet te kun nen aanvaarden, omdat het niet in deze wet thuisbehoort. De heer KLEEREKOPER (S.D.A.P.) vraagt den minister te willen verklaren, dat de dienstweigeraars anders zullen worden be handeld dan als misdadigers. De heer DRESSELHUYS (V.B.) meent, dat dit artikel niet in deze wet thuisbehoort en adviseert een motie in te dienen, De heer VAN ZADELHOFF (S.-D.) ver andert zijn artikel in een motie, waarin het ondergaan van de straf in een speciale In richting wordt gevraagd. Deze motie wordt later behandeld. Het wetsontwern wordt aangenomen met 62 tegen 2 Stemmen. Tegen de communisten. Suppletoirs Oorlogsbcgrooting. Aan de orde fs het wetspntwerp tot wijzi ging en aanvulling van het VlIIste hoofdstuk der Staatsbegrooting voor 1922 (verschillende onderwerpen) met de motie-K. ter Laan en Van Zadelhoff betreffende het ontwerpen van een steunregeling voor dienstplichtigen die tijdens of tengevolge van de mobilisatie blijvend invalide zijn geworden. De algemeene beraadslagingen worden geopend. De heer VAN RAPPARD (V. B.) bepleit bezuiniging op de vordering van de paarden. Verder is turfstrooisel goedkooper dan stroo. De totale bezuiniging zou 70,000 bedra gen. De heer K. TER LAAN (S.D.A.P.) komt op tegen de wijze waarop jaar in jaar uit de begrooting van oorlog wordt overschreden. De heer DUYMAER VAN TWIST (A.-R.) zegt namens de commissie van rapporteurs van meening te zijn, dat de minister goed zal doen, een der artikelen van dit ontwerp betreffende de kleeding terug te nemen en het nader in te dienen bfj een regularisalie- ontwerp. De MINISTER VAN OORLOG zal aan de opmerkingen van den heer Van Rappard zijn aandacht wijden, temeer waar de fourage- prijzen belangrijk gestegen zijn. De philip- pica van den heer Ter Laan vond haar oor zaak in de omstandigheid, dat thans geen verhoogingen noodig waren! De vergadering wordt verdaagd tot Woens dagmiddag 1 uur. Aan het Voorloopig Verslag van de Ko loniale Staten nopens het ontwerp-begrooting voor 1924, ontleent De West o.m. Met even groote belangstelling |ls instem ming werd kennis genomen van 1 der toe lichtende memorie, waarbij, met een beroep op concrete feiten, betoogd wordt, dat in den loop der jaren de toepassing van het vigeeren- de regeeringsreglement een zoodanige is ge weest, dat het opperbestuur de, in gouverneur en Koloniale Staten belichaamde machten in die mate heeft teruggedrongen, dat van een „vrijelijk zich bewegen" in het belang van de aan hun zorgen toevertrouwde samen leving, gelijk blijkbaar gewild was, vrijwel niets is overgebleven. Algemeen werd het gewaardeerd, dat de vertegenwoordigers van de Kroon van' de gelegenheid welke een staatsstuk als de toe lichtende memorie tot de ingediende begroo ting aanbood, gebruik heeft gemaakt om daarbij onomwonden uiteen te zetten, welke opvattingen in hem leven bij de volvoering van de eenmaal op zich genomen, even ge wichtige als verantwoordelijke bestuurszaak. De daarneven aangehaalde voorbeelden stellen inderdaad scherp in het licht dat en hoe, afgescheiden van de in deze tijden zoo noodzakelijke versobering als gevolg van de algemeene wereldmalaise, de afwerking en voltooiing van elk werkplan vrijwel onmo gelijk gemaakt, elke poging tot voortschrij ding op den uitgestippelden weg gedwars' boomd wordt. Men meende echter aanstonds te moeten doen uitkomen, dat men er zich volkomen van bewust was, dat men hier niet te doen had met op zichzelf staande moeilijkheden, welke een bepaalde gouverneur tijdens zekere bestuursperiode heeft ontmoet, doch dat het, gelijk de Mem. van Toelichting het zoo terecht zegt, hier een stelsel geldt, waarbij het opperbestuur formeel volkomen bevoegd handelt, doch dat desniettemin de geleidelijke ontwikkeling der kolonie tot zelfstandigheid verhindert en in den weg staat. I Op enkele leden na, kon men algemeen j zich dan ook geheel vereenigen met de in de toelichtende memorie geformuleerde vijf desiderata, er zich echter met den gouverneur rekenschap van gevende, dat dit slechts fac toren zij het dan ook belangrijke fac toren zijn, die tot de verheffing van de kolo nie zouden meewerken, zonder op zichzelf de oplossing van dit moeilijke vraagstuk te brengen. Met betrekking tot het eerste punt werd in het bijzonder opgemerkt, dat het uitspre ken van dit desideratum steeds afdoende aan toont, hoe vicieus het huidige stelsel is. Moest zoo vroeg men, het toch niet iets van zelf sprekends zijn, dat de minister van Kolo niën den gouverneur erkende als adviseur in Surinaamsche zaken en hem raadpleegde in alle aangelegenheden Suriname betreffende PURMEREND, 6 Mei. Aangevoerd: 16 «tapete kleine fabriekékaas f 4450, met rijksmerlk f 47; 34 stapels 'kleine boererikaas f 4860, met rijksmertk f 54; 8 stapels Goudisehe (kaas met rijlkameitk 55; 1634 Kg. boter f 1.70 1.85. Veemaiikt. 185 runderen f 11.35 per Kg., 264 melk- en gelde/koeien f 200—500, handel vug; 8 stieren; 10 paarden f 150250, handel stug; 75 vette kalveren f 1.401.65, handel vlug; 814 nuchtere kalveren, voor den slacht 1042, idem voor de fokkerij f 1642, handel matig; 281 vette varkens, voor de zou- terij 8488 et. per Kg.;, voor de slachterij 90-95 ct. per Kg., handel matig; 131 magere varfrena f 3055, handel matig; 274 biggen f 2034„ handel matig; 280 schapen f 40 45, handel vlug; 649 lammeren 1632, han del vlug; 146 btlklken; kippeneieren f 6,75; eendeneieren f 4.90 per 100 stuik». ROTTERDAM, 8 Mef. Vee. Aangevoerd waren 219 paarden, 22 veulens, 1795 magere runderen 697 vette runderen, 238 vette en graskalveren, 1345 nuchtere kalveren, 138 schapen of iammeren, 12 varkens, 436 big- gengen, 18 -bokken of geiten. De prijzen waren als volgt: Koeien le kwal. 115—120, 2e 110—100, 3e 95—85 ets.; ossen le kwal. 110100, 2e 9585, 3e 75 ct.; stieren le kwal. 10095, 2e 9(480 3e 70 ct.; kalveren le kwal. 160180. 2e 140 120, 3e 10595 ets. per K.G.; Melkkoeien f 230385, kalfkoeien 250400, stieren 150300, pinken 145175, vaarzen 150210, werkpaarden 100215, slacht- paarden 90150, hitten 90175, nuch tere kalveren 814, fokkalvcren 1627, biggen 2030, overloopers 30—45. Vet vee en vette kalveren in eerste kwa liteit met redelijken handel, doch 2e en 3e soort moeilijk te plaatsen. Melk- en kalf koeien met matigen handel bij hooge vraag prijzen. Nuchtere kalveren eveneens met matigen handel. Biggen en overloopers ma tig verhandeld tot teruggaande prijzen. Eieren. (Rotterd. Consumptie veiling.) Aanvoer 325.000 stuks. Prijzen kippen- 4.75 6.75, eenden- 55.75, ganzen- 1216, kalkoenen- 1012. Rotterd. Veiling. Aanvoer 275.000 stuks. Prijzen kippen- 4.506.70, eenden- 5.55 —6.35. GRONINGEN, 8 Mei. Vee. Kalf- en melk koeien le soort 425500, 2e soort 350 400, 3e soort 275350, kalfvaarzen le soort 275—350, 2e soort 200—250, vare koeien le soort 250275, 2e soort 175 225, stieren le soort 11.05, 2e soort 0.850.95, slachtvee le soort 1.051.08 2e soort 11.04 per K.G. slachtgcw., vette kalveren le soort 1.201.35, 2e soort 1 1.10 per K.G. slachtgew.; weideschapen le soort 3037, 2e soort 2024, melk- schapen 1822, weidelammeren 1521, vette lammeren 3038, vette schapen le soort 48—50, 2e soort 4245, loopvar kens 3540, biggen 1824 34 per week), vette varkens 0.81—0.92, 2e soort 0.780.80. Londensche varkens 0.78 Aanvoer 378 vette koeien, 284 vette kal veren, 1160 kalf- en melkkoeien, 46 stieren, 4000 schapen en lammeren, 380 vette var kens, 464 magere varkens en biggen. De handel in kalf- en melkvee was heden redelijk vlug. Prijzen traag. Voor Italië en Slowakije werden eenige kalfkoeien gekocht. Weidevee duur. Slachtvee bij grooten aan voer traag en lager. Stieren prijshoudend. Vette kalveren iets vlugger en ruim zoo hoog, nuchtere kalveren werden lager ver handeld van 712. Vette schapen en vette lammeren prijshoudend verhandeld. Vette varkens, zouters en Londensche varkens la ger. In loopvarkens en biggen was de handel en omzet door de hooge vraagprijzen niet vlug. Eieren kippen- 4.50-5.25, eenden- 56. HULST, 7 Mei. Granen. De aanvoer ter markt was heden gering. Genoteerd werden tarwe 12.30, rogge 10, gerst 10, haver 10.50, erwten 20. PURMEREND, 8 Mei, Eieren. Aan de eierveiling waren heden aangevoerd 40,000 eendeneieren 55,15 en 6500 kippen eieren, 5,405,50 per 100. SNEEK, 8 Mei. Vee. Ter markt waren 423 melk- en kalfkoeien 170540; 40 vette koeien 200475; 44 vette kalveren 30 70; 440 nuchtere kalveren 918; 18 pin ken 100—200; 980 schapen 33—56 2162 lammeren 15—21; 140 varkens 70170; 250 biggen 1832. Men .betaalde voor vette runderen5057 54 cent vette kalveren 40—56 cent; vette varkens 4044 cent; zou ters 4042 cent; Londensche 4143 ct. De handel in melk- en kalfkoeien alsmede in vette koeien was kalm; vette kalveren niet prijshoudend; nuchtere kalveren prijs houdend; varkens en schapen traag. AMSTERDAM, 8 Mei. Aardappelen. (Bericht van Jac. Knoop.) Zeeuwsche bonte 2.402.60, id. blauwe 1.85-2, id. eigen heimers 11.20, id. bravo's 1.201.60, id. roode star 1.101.20, Anna Paulowna zandaardappelen 2.40, alles per H.L.; win ter Malta-aardappelen 1012 per 100 K.G. BODEGRAVEN, 8 Mei. Kaas. Ter markt waren 289 wagens. Prijzen le soort 53—57, 2e soort 47—49, rijksmerk 48 58. Handel matig. GRONINGEN, 8 Mei. Granen. De laagste en hoogste prijzen waren als volgt: 8 Mei. 1. Mei Roode tarwe 11.00—12.50 11.00—12.50 Witte tarwe 11.00—12.80 11.00—12.80 Inl. rogge 9.25—10.15 9.25—10.25 Wintergerst 8.50— 9.65 8.75— 9.75 Zomergerst 8.509.45 8.759.50 Witte haver 9.2510.70 9.2510.80 Zwarte haver 9.5010.50 10.0011.25 Gr. erwten 15.0020.00 15.0019.50 Paardeboonen 9.0010.50 10.0011.50 Wierboonen 9.0010.50 10.0011.50 Waalsche idem 9.0012.00 9.00-12.00 Geel mosterdz. 16.00—32.00 16.00—32.00 Kanariezaad 13.0015.50 13.0015.50 Lijnz. blauwbl. 12.00—19.50, 12.00—20.00 Idem (witbl.) 12.00—19.50 12.00—20.00 De korting en bijbetaling bedraagt thans voor tarwe natuurgewicht 75 K.G., rogge, boekweit, kanariezaad, inlandsche gerst, alle haversoorten 10 ct. per K.G. f|.- VAN ONZE ISlll EEN VERKLARING VAN DE ENGELSCHE REGEERING OVER DE FRANSCH— BELGISCHE NOTA. LONDEN, 8 Mei, Baldwin en Curzon heb ben in de beide huizen van het Parlement een gelijklnidende verklaring voorgelezen betreffende de Duitsche nota. ïn de verkla ring wordt er nadruk op gelegd, dat het vol gens de regeering voor de bondgenooten dc beste en natuurlijkste wijze van doen ge weest zou zijn een gemeenschappelijk ant woord op de Duitsche nota te geven, daar deze de terugslag was op een in Curzon's redevoering gegeven wenk en omdat het vraagstuk van de vergoeding alle bondgenoo ten en niet alleen Frankrijk en België be- treft. Er zou geen enkele onoverkomelijke moei lijkheid zijn geweest, om een gemeenschap pelijk antwoord te geven, waaraan dan zoo noodig België en Frankrijk in bijgevoegde nota's hun speciale belangen hadden kun nen uiteenzetten, in zoover die samenhan gen met de bezetting van het Roergebied. De Engelsche regeering meent verder te weten, dat deze opvatting ook dooi1 andere bondgenooten bedoeld is natuurlijk Italië wordt gedeeld en dat die andere bondgenooten evfeneens bereid waren tot een gemeenschappelijk antwoord toen de officieele mededeeling kwam dat België en Frankrijk samen en voor zich alleen zouden antwoorden. De tekst van dit antwoord is 24 uur voor de mededeeling aan Duitsch- land aan de Engelsche regeering meegedeeld, en de Engelsche regeering betreurt dat deze, h.i. onnoodige, overhaasting heeft plaats ge had, ook omdat daardoor tevens Engeland niet de gelegenheid heeft gehad te laten zien wat de eensgezindheid der geallieer den nog steeds bestaat welke anders uit een gemeenschappelijke nota zou zijn gebleken. Dit ontheft Engeland niet de Duitsche nota te beantwoorden en de regeering wenscht dit zoo snel mogelijk te doen, en er bestaat reden aan te nemen dat Italië, welks hou ding strookt met dfe van de Britsche re geering, denzelfden weg zal bewandelen. UIT DE FRANSCHE KAMER. PARIJS, 8 Mei. De Kamer heeft, nadat Poincaré de kwestie van vertrouwen had gesteld met 498 tegen 75 stemmen de behan deling van de interpellatie tot 8 Juni uitge steld. HET ENGELSCHE ANTWOORD AAN BERLIJN NOG NIET GEREED. LONDEN, 8 Mei. Het Kabinet heeft heden het antwoord van Engeland op de Duitsche voorstellen nog niet definitief vastgesteld. Het is mogeljjk, dat een nieuwe reductie wordt overwogen. Het antwoord, dat bin7 nen enkele dagen aan de Duitsche regeering zal worden toegezonden, zal de Duitsche voorstellen onvoldoende noemen, HET ITALIAANSCHE ANTWOORD. ROME, 8 Mei. De Italiaansche regeering zal een afzonderlijke nota aan Duitschland zenden. In diplomatieke kringen verluidt, dat ook de It al. regeering de Duitsche voor stellen onvoldoende zal vinden. DE VOLKENBONDSRAAD. GENèVE, 8 Mei. De Raad van den Volken hond is hier tegen 3 Sept. bijeengeroepen. De Raad zal 6 leden voor den niet-perma nenten Raad hebben te kiezen. UIT HET BEZETTE GEBIED. BOCHUM, 8 Mei. De conferentie van mijn werkersbonden heeft een motie aangenomen tegen de verordening van de Fransche bezet ting nopens de ,,deputat"kolen, alsook een protest tot generaal Degoutte gericht, waar in de conferentie met algemeene stemmen de houding van het bondsbestuur inzake het verzet in de Roer goedkeurt. ESSEN, 8 Mei. In de laatste dagen zijn de Franschen er toe overgegaan, een aantal spoorwegen militair te bezetten, aangezien de maatregelen voor het wegvoeren van ko len etc. niet het gewenschte gevolg hadden. Te Wanne is een schoolknecht bij het oversteken van den spoorweg in het Emscher fal door een Franschen schildwacht doodge schoten. Een vrouw, die bij hem was, bleef ongedeerd. Sedert het begin van de bezetting zijn er in de Roer 50 doóden gevallen, w.o. 3 kin deren, 2 mannen boven de 60 jaar en één meisje van 19 jaar. HET KRUPP-PROCES. WERDEN, 8 Mei. Na een beraadslaging van meer dan twee uur is tegen zes uur het vonnis uitgesproken. Kvupp von Bohlen en "lalbach is tot vijftien jaar gevangenis en honderd millioen mark boete veroordeeld; directeur Bruhn tot tien jaar gevangenis en honderd millioen; directeur Hartwig tot vijf tien jaar en honderd millioen; directeur Schaeffer tot twintig jaar en honderd milli oen; directeur Schrappler tot twintig jaar en honderd millioen: directeur Cuntz tot twin tig jaar en honderd millioen; de beklaagde bedrijfsleiders tot tien jaar gevangenisstraf en vijftig millioen boete; Muller, het lid van den bedrijfsraad tot zes maanden. Van de drie-en-twintig vragen naar de schuld der beklaagden zijn er één-en-twfntig met ja be antwoord. De beklaagden zijn zoowel schul dig verklaard aan een komplot als aan ver storing van de openbare orde. De veroor- dceling van alle beklaagden is met algemeene stemmen geschied, behalve van Krupp en van directeur Bruhn, die met drie tegen twee stemmen veroordeeld zijn. Muller is van de aanklacht van samenzwering met drie tegen twee stemmen vrijgesproken en slechts wegens verstoring Van de openbare orde tot zes maanden gevangenis veroor- deeld. Het publiek hoorde het vonnis met ijzig stilzwijgen aan. SPOORWEGSTAKING IN BELGIË BRUSSEL, 8 Mei. Vandaag waren er aan het station Brussel-Noord minder reizigers dan de vorige dagen; het verkeer is met meer dan een derde verminderd. Voor Antwerpen worden er slechts enkele reizen, geen retour biljetten afgegeven. Het nationale syndicaat heeft bekend gemaakt, dat het niet zou trach ten het reizigersverkeer te belemmeren, maar dat- het meer op de economische pres sie uit is om de regeering te laten voelen, dat het noodig is, dat zij zich met de behoef te van het personeel bezig houdt. De vereeniging van personeel van alle mi- nisteriëele departementen schijnt aan de stakersbeweging te willen meedoen. Het personeel is tegen Donderdag tot een verga dering opgeroepen. BRUSSEL, 8 Mei. Het nationale syndicaat der posterijen en telegrafie heeft vanavond de staking afgekondigd voor de spoorweg- werkplaatsen te Mechelen, Quesmes en Luttre. DE SPANJAARDEN IN MAROKKO. MADRID, 8 Mef. Volgens een officieel be richt is de post Acancia, onder begunstiging van mist, aangevallen door een aanzienlijke troepenmacht der opstandelingen. De vijand werd met groote verliezen teruggeslagen. Er zijn 3 Spanjaarden gedood en veertien ge wond. VERKEERS-CONGRES. SEVILLA, 8 Mei. Het vierde internationale verkeers-congres is geopend. UIT DE FRANSCHE KAMER. PARIJS, 8 Mei, De Kamer beraadslaagt over den datum, waarop de interpellaties over de builenlandsche politiek van de re geering gehouden zullen worden. Poincaré heeft den 8en Juni aanvaard als datum voor de interpellatie over Hongarije en stelde den 22en dezer voor voor de behandeling van de interpellatie over de Roer en de vergoe ding. Tal van afgevaardigden drongen er op aan die interpellaties op 14 dezer te houden. De voorzitter van den ministerraad stélde de kwestie van vertrouwen. Met 498 tegen 75 stempien besloot de Kamer op een nader tijdstip, den dag, waarop de interpellaties gehouden zullen worden, vast te stellen. HET ENGELSCHE KONINKLIJKE PAAR TE ROME. ROME, 8 Mei. Vanochtend zijn de koning en de koningin naar Pantheon gegaan, waar zij kransen gelegd hebben op de graven van de koningin van Italië. Daarna zijn zij met de Italiaansche koninklijke familie naar bet graf van den onbekenden soldaat gegaan, waar zij eveneens een krans neerlegden. Vervolgens bezoek aan het internationaal landbouw-instituut, waar president Pantano een redevoering uitsprak, die koning Georg® beantwoord heeft. UIT ITALIË. ROME, 8 Mei. Aan de Corriere d'Italia wordt uit Parma gemeld, dat het communis tische Kamerlid Picelli en 36 personen, die onlangs zijn aangehouden, aan de rechter lijke overheid zijn overgegeven, beschuldigd van het vormen van gewapende benden en van een complot tegen de veiligheid van den staat. UIT ENGELSCH-INDIË; AMRITSAR, 8 Mei. Opnieuw hebben er botsingen plaats gehad tusschen Hindoes en Mohammedanen, waarbij 50 Hindoes zijn ge wond. De autoriteiten hebben spoedig de orde hersteld, maar de stad verkeert in een staat van terreur. De Hindoesche winkel» zijn gesloten. DE TREINROOF IN CHINA. PEKING, 8 Mei. De Britsche, Amerikaafl- sche, Fransche en Italiaansche legaties heb ben zich gisteren fot de Chineesche regee ring gewend, naar aanleiding van den trein- roof, en deelden mede, dat zij verantwoor delijk zou worden gesteld. De regeering pu bliceerde een manifest, waarin zij haar leed wezen uitdrukte over het incident. De bur gerlijke en militaire gouverneurs van Sjan- toeng zullen worden gestraft, terwijl de ver antwoordelijke militaire commissarissen zul len worden ontslagen. Den militairen bevel hebbers in de naburige provincies, zal wor den gelast, de snelle vrijlating der gevange nen en de onschadelijkmaking der roovers te bewerken. DE CONFERENTIE TE LAUSANNE. LAUSANNE, 8 Mei. Het politieke comité van de vredesconferentie heeft vanochtend de bespreking van een der lastige kwesties, die neg niet opgelost was, hervat, n.l. do kwestie betreffende Koeleli Boergas. Er is geen overeenstemming bereikt, evenmin als over de vraag of vonnissen dooi autoriteiten van de geallieerden gedurende de bezetting van Konstantinopel gewezen al of niet gel dig zullen zijn. De Turken gaven opnieuw blijk van hun tegenzin om deel te nemen aan internationale overeenkomsten of over eenkomsten tusschen de bondgenooten be treffende het vervoer van wapenen. Wat betreft de in beslagneming van schepen door de bondgenooten in het laat ste conflict, verklaarden de Turken, dat ze slechts de inbeslagnemingen na October 1918, d.w.z. na den wapenstilstand van Moe- dros, als geldig konden erkennen. Wenizelos protesteerde. Tenslotte hield de conferentie zich bezig met de mogelijke deelneming van België, Polen, Tsjecho-Slowakije en Portugal aan het sluiten van den vrede. In de ochtend vergadering is omtrent deze kwestie geen overeenstemming bereikt. Veiling te Rijnsburg, op 7 dezer, onder directie van Holland's Bloembollenhuis. Dw. King Harold 0.15; Dw. The Sultan 0.08; Dw. Clara Butt 0.17; Dw. Sieraad v. Flora 0.16; Dw. Pride of Haarlem 0.15; Dw. Mincsetta 0.08; Dw. Whistier 0.25; Dw. Comte de Frysant 0.36; Dw. Bar. de la Tonnage 0.12; D. T. Titiaan 0.20; Dw. Cirano de Bergerac 0.11; Dw. Dorothea 0.13; Duchesse de Money 0.13; Dw. Negro 0.11; D. L. T. Bonaparte 0.09; Dw. La Fayette 0.18; Dw. Karei Becker 0.14; Dw. Painted Lady 0.12; Dw. Georgesand 0.14; Dw. Bronse Queen 0.08; Dw. Barti- gon 0.36; Dw. Scarlet Perfection 0.30; Dw. Roi d' Island 0.83; Dw. Mad. Krelage 0.27; Dw. Spring Beauty 0.28; Dw. Vel vet King 0.42; Dw. Greuze 0.12; D. T. Peach Blosson 0;68; D. T. Mr. v. d. Hoeff 0.52; I). T. Rose de Ia Montange 0.10; E. V. T. White Beauty 0.39; E. V. T.Her man Schlegcl 0.07; Dw. Sara Bernhart f 0.10; E. V. T. Brustus 0.11; Dw. Cate Greenway 0.07; Dw. Cliylla 0.071 Dw. La Tristesse 0.11; Dw. Rev. Ewbank 0.06; Dw. Copland 0,15; Dw. Erguste 0.05; Dw. Euterpe 0.09; Dw. Lord Hertford 0.15. Alles per regel. Gewas vrij goed. slungels tamelijk vrijmoedig naar de meisjes toe, groetten, lonkten, en bleven, met hun „Walle Walle" geheel uitgepraat, als school kinderen voor ze stilstaan. „Walle Walle!" antwoordden de meisjes, maar haar blikken bepaalden zich tot de plek, waar het opperhoofd juist uit de tent was gegaan om een tolk te halen. „Drommels mooje meiden," zeide een van de Amerikanen tot zijn buurman; „vooral die roode. Die bruine 4iuid kleedt ze in 't geheel niet onaardig. Of zoo'n leelijke In diaan een goede smaak heeft!" De mefsjes wisselden een paar vluchtige woorden; de groote, die in 't rood gekleed, had voor de omstaande vreemdelingen slechts een verachtelijk spotlachje over. „Ik versta geen woord van dat koeter- waalsch," zeide de Amerikaan weder. De woorden klinken alsof ze afgehakt en in een vijzel fijngestampt worden. Ilt geloof, als ik tien jaar in Callifomië ben dat ik er dan nog niets van snap." „Walle Wallel" poogde weer eens een an dere Amerikaan, en wederont was een spot lachje het eenige antwoord. Want de meis jes meenden reeds beleefd genoeg geweest te zijn, en wilden niets meer van de heeren v/eten. „O, te drommel, misschien verstaan ze Amerikaansch," riep de eerste weef, duide lijker klinkt het zeker: „We! kinderen, hoe gaat het?nog altijd goed?pleizierig gereden hi?" en hii strekte dc hand uit om het meisje in het rood onder de kin te strij ken. Maar het kwam niet zoover. Zonder hem aan te zien sloeg de Indiaan- sche met een vlugge handbeweging zijn arm neer; haar gelaat teekende slechts verachting en afschuw. ,,Nu, nu!" zeide de Amerikaan, even ver legen als ontstemd, „ik bijt toch niet!" Hij wendde zich nu tot de gele, op goed ge luk. Maar de blik waarmede zij hem aan keek, was genoeg om hem te doen af druipen. De hand weder in zijn zak stekend, draaide hij zich op zijn hak om en zeide tot zijn gezel: „Kom, Bill. ...de duivel hale ze, die mei den; ze bijten af als wilde katten. Bij de meisjes van onze bergen halen ze toch niet," met deze woorden, slenterde hij, door den ander gevolgd maar weer stad waarts. De heer Hufner had van de tent uit, waarin hij als schildwacht op post had ge staan, het bedrijvige leven in het stadje niet onopgemerkt gelaten. Evenmin waren hem de Indiaansche meisjes ontgaan, die zoo dicht bij hem in de buurt, iemand schenen te wachten. Eensdeels wijl hem zijn post begon te ver velen, anderdeels wijl hij het welgevoeglijk achtte de dames tenminste goeden dag te zgggen, ging hij langzaam uit zijn tent, maar uit aangeboren bescheidenheid niet zoo lijn recht naar de meisjes toe, doch deed alsof hij ze voorbij wilde gaan. Eerst toen hij dicht bij ze was, nam hij be leefd zijn hoed af en zeide: „Good evening, Ladies!" want de Indiaan sche manier van groeten wist hij nog niet. De beide meisjes hadden een vluchtigen blik op hem geworpen en niet gunstiger dan op de zoo even afgeweerde Amerikanen. Op zijn zonderlingen groet verscheen een glimlach op hun gelaat. „Ze hebben me niet verstaan," en hij kreeg een kleur tot achter zijn ooren. Een nieuwe toenadering dorst hij niet aan, doch haalde zijn zakdoek te voorschijn en wischte zich het voorhoofd af, alsof hij slechts voor dat doel zijn hoed had afgeno men; zette zijn hoed weer op en ging met 'n omweg naar zijn tent terug Bij de tent van den Alcalde verzamelde zich intusschen een menigte, vooral Ameri kanen. De sherif, door Kesos geroepen, had aan eenigen verteld dat het jonge opperhoofd een zaak voorbracht, en vele van de handelaren traden naderbij om er ook wat van te hoo- ren, terwijl reeds hier en daar goudwas- schers Van het terrein of uit de buurt terug keerden en zien wilden wat er aan de hand was. Een tolk was ook al spoedig gevonden, en wel een Duitsche, die langen tijd in Chili had gewoond en het Spaansch, gelijk trouwens ook het Engelsch vloeiend sprak. Deze Kesos reikte, zoodra hij hem zag, hem vrien delijk de hand en zeide: „Goed dat ik u vind, compa nero. Kom mee, ge moet me recht verschaffen bij de Ameri kanen. „Hebt ge goud?" vroeg de Duitscher met een glimlach. „Goud?" riep de hoofdman verwonderd. „Heb ik goud noodig om recht te verkrijgen? Neemt Kesos goud als hij recht ver schaft? De Duitscher haalde de schouders op. „De oude majoor daarbinnen wil gewoonlijk eerst een „glim" zien voor hij den mond opendoet en daarna zou men hem gaarne nog wat toe geven, om hem weer maar tot rust te brengen." „Maar de sherif." „Is een man van eer, dat moet men hem nageven," zeide de tolk, „voor hem is dan ook de oude daarbinnen bang; indien de sherif hem niet menigmaal onder den duim hield, zou de duivel losgebroken zijn. Maar kom, eens zien wat we doen kunnen; heeft onze Alcalde vanmiddag een goed dutje ge daan, dan is hij misschien goed gemutst en doet iets meer." De sherif, natuurlijk een Amerikaan, en tegelijk ossenslager van de plaats, Hale was zijn naam, was intusschen in de tent ge gaan, maar vond de Alcaide volstrekt niet geluimd, zooals de Duitscher gehoopt had. „Daar is weer zoo'n roode landloqper," riep hij den sherif toe, „waarschijnlijk weer met een aanklacht tegen een blanke, alsof dat tuig zich te beklagen heeft. Zij mochten God danken dat we hen nog in het leven la- ten, die roode dieven, die iemand zijn muil ezel niet gunnen." Den. rechter zelf was namelijk een week tc voren zijn muilezel gestolen. „Ik geloof toch dat wij meer van hen ne men dan zij van ons, majoor," zeide de sherif droogjes. „Overigens heeft dat er niets mee te maken. U moet de aanklacht aannemen, want onze wetten zeggen duidelijk genoeg: „Aanklachten kunnen voor den vrederechter worden gebracht, zoowel door blanken als Indianen." ,,In geen geval echter," zeide de rechter, „kan een blanke wegens eenig misdrijf op het getuigenis van een Indiaan veroordeeld worden. Doe daar dan maar wat tegen! En bovendien bedank ik er voor, mij om zoon roodhuid hier onze goudwasschers op den hals te halen. Kan de Staat mij helpen, aljs ze mij vandaag of morgen een kogel door het hoofd jagen?" „Bah, zeide de sherif, zooveel kracht heb ben we ook nog, als 't moet, om gewel denaars in toom te houden. Hooren moet u den man in alle geval, wie weet wat hij voor een zaak heeft." ,,'t Kan mij wat schelen, bromde de rech ter grimmig, aanhooren kan men het, maar inlaten met den rooden schobbejak zal ik me niet. Hij is met niets tevreden en hitst zijn kornuiten eiken dag meer en meer tegen ons op. Hoe lang zal 't nog duren, of dej kerels vallen hier onze tenten binnen en slaan aan 't plunderen; onbeschaamd zijn ze er genoeg voor. Roep hem hier, of.... daar is hij al. Dat volk laat zich nooit lang wachten." Nog terwijl de rechter sprak kwam het jonge opperhoofd, gevolgd door den Duit scher, de tent binnen, en tamelijk vrijmoedig volgden hem ook zes acht van de buren, die weten wilden wat er aan de hand was. De rechter nam wrevelig plaats, de tolk werd als gebruikelijk- beëedigd en de majoor riep toen: „Alloh, voor den duivel, zeg op, wat is er weer voorgevallen? Waarschijnlijk weer een stomheid, die een van jullie heeft uitgehaald die nu een blanke mag opredderen. Wat heb je hier in de buurt uitstaan? Scheer je Wwg. in de bergen; daar stoort je niemand en daar komt niemand van ons; en wild is daar ook genoeg. Hier loopt jullie toch maar in den weg." De Indiaan had de Engelsche toespraak even goed verstaan, want zijn oog vlamde van ergernis en toen Fischer, de tolk ze hem met een lach wilde vertalen, wenkte hij hem, dat hat diet noodig was. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1923 | | pagina 6