BUITENLAND BINNENLAND. De Gouddelvers Tweede Blad 14 Mei 1923 feuilleton. Het Russisch-Engelsch conflict; Krassin per vliegtuig naar Londen. De Engelsche socialisten en het ultimatum. De moord op Vorofski; betoo- •gingen in Lausanne verboden. De treinroof in China; een overeenkomst met de bandieten. Onder de Telegrammen: De antwoorden van Engeland en Italië op het Duitsche aanbod; betere aanbiedingen gevraagd. Groote bezorgd heid in Rusland over het Britsche ultimatum. De „James Johnson" vrijge laten. De Chineesche bandieten zouden nog 14 Europeanen vasthou den. In Antwerpen is het postpersoneel tot een algemeene staking be sloten. het russisch-engelsche con flict. DE CONFERENTIE TE LAUSANNE. HET VERKEER IN GEVAL VAN ON LUSTEN. 8181. BUITEKL. BERICHTEN. LANDBOUW EH VISSCHERIJ. „HET VADERLAND" OVER PATER BORROMAEUS. BINKEMLARQSCH RIEUWS. Het Russische antwoord. In het door het Russische Telegraaf Agent schap verspreide antwoord van Moskou op de Britsche nota van 28 April betreffende de inbeslagneming van den Britschen treiier aan de Moermankust wordt een aanwijzing gezien voor den aard van het antwoord van Rusland op het ultimatum van Groot-Bri- tannië. Bedoelde Russische nota stelt een internationale conferentie voor, teneinde overeenstemming te verkrijgen in de kwes tie der territoriale wateren. De nota spreekt de bereidwilligheid uit om alomvattende be sprekingen te beginnen over alle kwesties tusschen de Sovjetrepublieken en Groot- Brittanië en hoopt dat de Britsche regeering de Sovjet zal tegemoet komen in zijn vreed zaam verlangen het geschil op te lossen. Uit Moskou wordt bericht dat de regee ring heeft besloten Krassin terstond per vliegtuig naar Engeland te zenden. Weigering van Engelsche socialisten om tegen het ultimatum te protestee ren. «p een uitnoodiging van de Onafhanke lijke Arbeiderspartij om deel te nemen aan een demonstratie te Londen om krachtig te protesteeren tegen de nota aan Rusland, heeft de sociaal-democratische Federatie ge antwoord, dat zij geen aanleiding vindt om aan deze demonstratie deel te nemen. Zij meent, dat de Britsche noch de Russische belangen zullen worden geschaad bij het verbreken van de bestaande handelsovereen komst dat de Sovjetregeering zelf de hand having van de betrekkingen in de hand heeften dat zij niet wenscht vooruit te loopen op het antwoord van de Sovjetregee ring. Zij is verder van oordeel dat de ge dachte, dat een oorlog het gevolg zou kunnen zijn van de nota, niet wordt gewettigd door eenige actie noch van de zijde der Russische, noch van die der Britsche regeering. OPLEVING DER WITTE GARDES De diplomatieke medewerker van de „Dai ly Herald" licht den eisch van den nationa- len raad der Arbeiderspartij tot een conferen tie met Rusland en de verklaring, dat de En gelsche nota aan Rusland erop berekend is de bedrijvigheid der witte garden weer aan te wakkeren nader toe, en meldt in verband hiermede dat 'n dringende oproep, ondertee- kend „generaal Hartmann", tot alle officieren van generaal Wrangel is gericht, om zich on middellijk voor den dienst aan te melden en dat de Engelsche munitiefabrieken aange zocht zijn, haast te zetten achter de uitvoering van wapenbestellingen, die zij uit Polen, Roemenië en Servië hebben ontvangen In al deze landen bestaan nog steeds de formaties der witte gardisten. Deze roerigheid zou wij zen op het gevaar van een nieuwen inval in Rusland. De moord op Vorofsky. De stendenraad te Lausanne heeft een be sluit uitgevaardigd, waarbij optochten, be toogingen en bijeenkomsten naar aanleiding van den aanslag op Vorofsky, op openbare plaatsen en in de straten worden verboden. Vergaderingen in openbare lokalen, welke ter gelegenheid hiervan worden op touw ge zet, zijn onderworpen aan de voorafgaande goedkeuring van ae gemeentepolitie, onder welker toezicht zij geplaatst worden. Een stap der geallieerden bij Ismet Pasja. Generaal Pellé, Sir Horace Rumbold en Montagne hebben Zaterdagmorgen gecon fereerd over den stand der onderhandelin gen. Zij hebben besloten den stap te doen bij Ismet Pasja nopens de oplossing der han dende kwesties. Een Grieksch minister aangekomen. De Grieksche minister van. buitenl. zaken is te Lausanne aangekomen. Hij verklaarde, dat hij zich in verbinding kwam stellen met de Grieksche delegatie ten einde mede te werken aan de uitwerking van het algemeene vredesverdrag. UIT HET BEZETTE GEBIED. De Belgen hebben te Gladbeck zonder incidenten de mijn Möller in beslag genomen. De hooge intergeallieerde commissie voor het Rijnland heeft de bevoegdheden, aan haar gedelegeerden toegekend, uitgebreid teneinde deze in staat te stellen om in ge val van onlusten alle verkeer zoowel overdag als des nachts te verbieden. VERKOOP VAN GOEDEREN DIE BIJ DE SPOORWEGEN ZIJN BLIJVEN LIGGEN. De hooge intergeallieerde commissie voor het Rijnland heeft een verordening uitge vaardigd, volgens welke het Fransch-Bel- gische spoorwegbeheer van 10 Juni kan overgaan tot den verkoop door de Fransche m Belgische restitutie-diensten van goede ren, die op de spoorwegen zijn blijven liggen tengevolge van het in den steek laten van Zijn werk door het Duitsche personeel op de spoorlijnen in het Rijnland. Alle maat regelen zijn genomen opdat de goederen kunnen worden herkend door den geadres seerde of den eigenaar alvorens in veiling te worden gebracht. Den eigenaars wordt een termijn van een jaar gelaten om terugbeta ling te verkrijgen in geval van verkoop na dien termijn worden de fondsen in de kas van het spoorwegbeheer gestort. DE SPOORWEGSTAKING IN BER LIJN. In de staking bij de spoorwegen, post, telegraaf en telefoon is vrijwel geen veran dering gekomen. Op sommige plaatsen heeft de staking zich uitgebreid, op andere hebben de stakers het werk hervat, o.a. te Luik de postbeambten. De bladen melden dat in een conferentie tusschen de hu'nisters Theunis, Neujean, Devèze en Masso een aanta maatregelen zijn genomen, o.a. het onder de wapens roe pen van een aantal lichtingen spoorwegbe ambten. DE COMMUNISTISCHE PARTIJ IN RUSLAND. Op het 12e congres der Comm. Partij heeft Smovjef eenige gegevens medegedeeld omtrent de getalsterkte en de samenstelling dier partij. De „Tribune" ontleent daaraan o.a. het volgende Het aantal leden bedraagt 410.000, waarvan 260.ooo in de steden wonen. Candidaatle- den zijn er 117.000, waarvan 50.000 in de steden, hierbij zijn de leden der jeugd-orga- nisatie niet inbegrepen. Op 1 :e 10Ó0 leden komen*444 arbeiders, 267 boeren, 222 be ambten en 67 zonder vastgesteld b :roep. Het aantal arbeidersleden is van 41 tot 44 toegenomen. Slechts 19.000 Ied*n der partij waren vóór 1917 lid. In 1917 traden 35.000 leden toe, de meeste tegenwoordige leden traden in 1919 (108.000 )en 1920 (122.000) toe. Tot andere partijen(sociaal-revolutionairen, mens- jewiki, anarchisten enz.) behoorden vroeger 23.000 der tegenwoordige leden. Het grootste deel der communistische ar beiders 'heeft staatsbetrekkingen, en dit is natuurlijk in een land, waar de arbeiders klasse den staat bestuurt. Van de arbeiders leden verrichten daardoor in Januari 1922 slechts 11.6 percent handenarbeid dit aan tal is echter thans hooger. DE TREINROOF IN CHINA. Een regeling met de ban dieten. Het Chineesche ministerie van munitie deelt mede, dat de bandieten van Lintsjeng hebben voorgesteld de ontvoerde personen vrij te laten, mits de troepen 15 mijlen van de plaats, waar zij zich bevinden, terug trekken en de militaire autoriteiten hun garandeeren, dat zij niet zullen worden ge straft. De Chineesche regeering heeft den gou verneur van Sjantoeng opgedragen deze voorwaarden te aanvaarden. EEN DINER TEN HUIZE VAN LADY ASTOR. De prins van Wales heeft Vrijdagavond met lord en lady Astor en veertig andere gas ten, verschillende klassen der bevolking ver tegenwoordigend, gedineerd. Aanwezig wa ren o.a. Balfour, Haldane, de arbeiderslei ders Henderson, Will Thorne en Hartshorn. Een schitterende receptie is op het diner ge volgd, waarop vertegenwoordigers van alle beroepen, universiteiten, de rechterlijke macht, de Britsche dominions en de arbei dersleiders Thomas en Clynes met hun echt- genooten verschenen. HANDELSWETGEVING IN SOWJET- RUSLAND. De Kamers van Koophandel van verschei dene landen hebben gedurende eenigen tijd de voorwaarden, noodzakelijk voor een her vatting van handelsrelaties met Sovjet- Rusland, bestudeerd. De Kamers van Koop handel in Lyon en Marseille hebben kort geleden besluiten inzake dit onderwerp ge nomen. De Internationale Kamer van Koophandel welke een tot in bijzonderheden uitgewerkt overzicht heeft ontvangen van de thans in Sovjet-Rusland van kracht zijnde wetten, meent, dat een kort verslag van de regelingen aldaar, aangaande binnen- en buitenlandschen handel, voor haar leden van belang kan zijn. Het doel dezer circulaire is slechts een kort overzicht van de bestaande wetten te geven,, zonder er ook maar in de minste mate aan spraak op te willen maken, het resultaat van alleszins nauwkeurig onderzoek te Zijn. INLEIDING. De Nieuwe Economische Politiek, door de Russen gewoonlijk N. E. P. genoemd, werd in een memorandum van Mr. Tcliitcherine, gevolmachtigde voor buitenlandsche zaken, gedateerd 15 Maart 1922 officieel onder de aandacht van de geallieerde landen gebracht. Het doel van deze nieuwe politiek is het per soonlijk initiatief bij den handel op Russisch grondgebied te beschermen. Teneinde dit doel te bereiken zijn strafrecht- en burgerlijk recht in de communistische wetgeving inge voerd. Wij stellen echter op 't oogenblik slechts belang in die regelingen, welke invloed uit oefenen op handel en industrie. Tot op het oogenblik is het meest karak teristieke van de communistische wetgeving geweest de vervanging van het regeerings- gezag, dat alle vormen van ondernemings geest reglementeerde, door de vroegere indi- vidueele wijze van handeldrijven, welke gebaseerd was op vrijheid van contract. Dit systeem van wetgeving zou als volgt kunnen worden samengevat „Al hetgeen, waartoe men niet uitdrukkelijk door de wet wordt gemachtigd, is verboden." In de praktijk werd deze communistische wet alnaarmate de persoonlijke inzichten van de betrokken ambtenaren met meer of minder kracht toegepast. De juiste na leving van de wet werd tekort gedaan, door dat ze met 'n aanzienlijke mate van willekeur werd uitgelegd. Teneinde de beteekenis van de nieuwe verbeteringen te kunnen beoor deelen, is het noodig om in het kort het sa menstel van wetten tot op het moment dat veranderingen werden aangebracht, te over zien. Wij willen achtereenvolgens industrie, binnen- en buitenlandschen handel bestu- deeren. BINNENLANDSCHE HANDEL. Communistische wetten. Zoolang het strijdlustige communisme de overhand had, werd de handel geregeld door twee fundamenteele decreeten. Dat van 28 November 1918 stelde 't Staatsmonopolie vast voor alle goederen, noodig voor persoon lijk gebruik. Het verstrekken van de noodige levens behoeften aan de bevolking was in handen van een speciaal „Commissariaat van voor raden" (kromprad), dat werkte door middel van administratieve en coöperatieve distri- bueerende centra. Een ander decreet, dat van 5 Augustus 1919 verplichtte allen, die voedingsmiddelen pro duceerden, of in andere levensbehoeften voor zagen, hun voortbrengselen aan de autoritei ten af te leveren en verbood allen particulie ren handel. Overeenkomstig een later besluit van 7 Augustus 1920 w rd echter een belang rijke uitzondering op dezen algemeenen regel bekend gemaakt, nl. aan zelfstandig werkende arbeiders en aan hen, die werken met behulp van hun gezin, werd toegestaan aan particulieren te leveren, mits zulks op bestelling geschiedde, en mate riaal door den kooper verschaft, gebruikt werd. Deze klasse van arbeiders verkreeg ook machtiging verscheidene huishoudejijke artikelen en kleeding op de vrije markt direct aan den consument te verkoopen. Eerste hervormingen De eerste bepaling, die als inleiding 0p een nieuwe handelspolitiek beschouwd kan worden, dateert van 24 Mei 1921. Feitelijk schaft dit decreet de bepalingen van de fommunistische wetgeving welke van kracht blijft niet af de latere bepa lingen hebben meer het karakter van con cessies. Vandaar, dat zich in de praktijk ve le moeilijkheden en verschil in wctsuitleg- ging op arbitrale uitspraken, voordeden. Het decreet van 24 Mei 1921 staat aan alle producten toe'hunne waren aan het publiek te verkoopen, althans wanneer zij zich vat) hunne verplichting tot het betalen van be lasting „in natura" hebben gekweten, het geen door de autoriteiten moet worden vastgesteld. Deze bepaling is echter minder liberaal dan zij lijkt. Aan den eenen kant bleven vroeger door de autoriteiten voorgeschre ven beperkende bepalingen voor den handel in verschillende artikelen, zooals bijv. edele metalen, landbouwmachines, enz. gehand haafd aan den anderen kant was de wet, woordelijk opgevat, slechts op de agrarische productie van toepassing. Het decreet van 7 Juli 1921 breidde de heerschende bepalingen verder uit, doch slechts binnen bepaalde grenzen. Hoewel kleine producenten en kleine pachters bij genoemde handelsvrijheid waren inbegrepen, werden noch de niet produceerende koop man, noch tusschenpersonen genoemd. De onvervalschte idee van vrijheid van handel komt voor het eerst in de Sovjet wetgeving van 19 Juli 1921 voor. Alle bur gers zijn voortaan gemachtigd landbouw- en industrie-producten te verkoopen en te rui len.. Er is slechts een uitzondering gemaakt voor artikelen vervaardigd uit grondstoffen, die door middel van concessies van den Staat waren verkregen. Deze beperking geeft den autoriteiten het recht tusschenbeide te ko men en van iederen verkooper te verlangen, dat hij een bewijs van oorsprong van het ruwe materiaal overlegt d.w.z. dat het niet be hoorde aan het Gouvernement(een bewijs van het tegendeel zou moeilijk te leveren zijn). Hierbij dient te worden vermeld, dat het Gouvernement zich het recht voor behoudt ieder bijzonder soort van handel of industrie te verbieden. De Sovjet-Regeering heeft het raadzaam geacht, niettegenstaande de breede lijnen van het decreet, speciale voorschriften vast te stellen, inzake handelsvrijheid van be paalde goederen. Het zou den indruk kunnen geven dat óf het decreet van Juli minder liberaal is dan het lijkt öf dat de autoriteiten van plan wa ren,vroegere speciale beperkingen af te schaf fen. Hoe het zij, door een serie verordenin gen, afgekondigd over het jaar 19211922 werd vrije handel in paarden voor particulier gebruik, mijnen, dierlijke voortbrengselen, als borstels, paardehaar, hoorn en gewezen stoffen weer ingevoerd. Andere bepalingen vernietigden het monopolie in zout, land- bouw-machines en bont. De handel in edel gesteenten en metalen werd ook vrij, terwijl het bankwezen eveneens faciliteiten ver kreeg. De vraag doet zich voor hoe het ging met den handel in andere goederen, waar van de Staat het monopolie had. Het ant woord is moeilijk, daar een bepaalde regeling ontbrak. De juiste toestand van den handel in rijst, koffie, kaarsen, thee, cacao, garen, gummi, schoenen, hoefijzers, buskruit, luci fers, enz. bleef duister. Het zoeken van ge neeskrachtige kruiden, hunne bereiding, evenals de handel in chemische artikelen, werden nog onder strenge contróle gehou den. NIEUWE VOORWAARDEN VOOR PARTICULIERE ONDERNEMINGEN. Thans willen wij ons wenden tot den te- genwoordigen toestand van particuliere on dernemingen, onder de «nieuw-economische politiek. Tot April 1922 was voor het beginnen van een private industrieeële of commercieële onderneming en voor hef verkrijgen van de daarvoor benoodigde gebouwen en instal- latie-benoodigdheden speciale toestemming vereischt. Deze toestemming werd alleen ge geven, als geen coöperatieve vereeniging of kartel aanspraak op de uitoefening van dezen tak van bedrijf maakte. Tegenwoordig kan ieder burger een winkel openen, als hij ervoor zorgt, zijn „licence" of wel de daarvoor verschuldigde rechten te betalen, hoewel coöperatieve vereenigingen nog een bevoorrechte positie innemen. Associaties en Coöperatieve vereenigingen krijgen hun patent, als ze ervoor zorgen, al leen uit arbeiders te bestaan en door leden worden gedreven, zonder gebruik te maken van betaalde krachten, ('decreet van»7 Juli 1921). De Staat wendt zich voor het doen uit voeren van werken en het leveren van Gou- vernements-voorraden Bij voorkeur tot Coö peratieve Vereenigingen. Deze vereenigingen kunnen er van verzekerd zijn, dat een con tract aan particuliere personen, welke met de regeering onderhandelen, wordt geweigerd genoemde personen komen eerst dan in aan merking, wanneer het is afgewezen door een Coöperatieve Vereeniging m.a.w. Coöpe ratieve Vereenigingen hebben den voorrang bij alle Gouvernements-leveranties. Vóór de inwijding van de nieuw econo mische politiek werden de prijzen gecontro leerd door een speciaal daarvoor aangesteld „Prijscomité", dat tezamen met de „Arbeids- Gommissie" de waarde van alle artikelen vaststelde. Zelfs nu verlaat de regeering zich niet op het vrije spel van vraag en aanbod, doch publiceert prijslijsten. Men kan er zeker van zijn, dat wat dit belangrijke punt betreft, de oude bepalingen nog gelden, hoewel het schijnt, dat althans op de binnenlandsche markt geen prijszettingen plaats vinden. EEN VREESELIJKE ONTPLOFFING. Vrijdagmorgen omstreeks vier uur had een vreeselijke ontploffing plaats aan het noordelijk deel van den muur, die de vesting Christiansen (bij Drontheim) omgeeft. De muur vloog overjïeen lengte van ongeveer vijftien meter in de lucht. Bij de plaats des onheils werden voorraden ontplofbare stof fen en munitie voor het leger bewaard. Geweldige steenbrokken werden honderd meter ver weggeslingerd. In de stad zelf werden door den luchtdruk groote winkel ruiten ingedrukt. In het bijzonder had een kolonie van gemeentelijke houten huizen te lijden. Hier worden van vele huizen de daken door den luchtdruk in de hoogte geslingerd. Door steenen werd de wand van een huis opengescheurd en een dertigjarige vrouw werd door een steen, die een wand van het huis had doorboord en haar tegen 't hoofd vloog, gedood. Eenige andere bewoners der kolonie kregen kwetsuren, voor een deel ernstig. HET VERKEERDE LIJK BEGRAVEN. Zaterda werd een mijnwerker, een zekere Palmer, te Bradford bij een ongeluk gedood. Zijn lijk werd naar het stadslijkenhuis ge bracht om daar op de lijkschouwing te wach ten. Den Dinsdag daarop kwamen ambte naren van het armenhuis het lijk begraven van een pauper en namen verkeerdelijk, bij afwezigheid van den lijkenhuisbewaarder het lijk van Palmer. Toen het lijk eenmaal onder de aarde lag, werd de vergissing ont dekt. Men kon ze echter niet onmiddellijk herstellen, omdat voor een opgraving een bevel noodig is van den minister van Binnen landsche Zaken. De broeder van Palmer kwam Dinsdagavond het lijk opvragen, doch moest wachten tot den volgenden dag, Woensdag, toen het lijk eerst kon worden opgegraven en aan de bloedverwanten over gegeven. Het werd denzelfden dag weer be graven. Vrijdag werd de draadlooze telefoon verbinding Kopenhagen-Bornholm feestelijk geopend. De installatie, de eyste van dezen aard in Europa, wred door de firma Lorentz te Berlijn volgens het systeem van den Deen- schen uitvinder Paulssen gebouwd. Woensdagnacht is te Londen onder vreemde omstandigheden een te Londenfzeer populaire taxi-chauffeur, Jacob Dickie ge naamd, vermoord. De taxi bleef in een af gelegen straat plotseling ergens voor een huis staan, een aantal snel achter elkaar geloste revolverschoten werden gehoord en toen men kwam kijken, wat er gaande was, vond men een stervenden chauffeur. Aangezien er voor zooveel men weet geen enkele reden is om aan te nemen dat de moordenaar Dickie uit wraak, of een ander motief van dien aard uit den weg heeft willen ruimen, denkt men aan de wanhoopsdaad van een inbreker, die bang was voor onopzettelijke uitlevering aan de politie. Men vermoedt n.l. dat de moor denaar een misdadiger is van het type dat een automobiel of taxi huurt om hem be hulpzaam te zijn bij inbraken in huizen in de voorsteden van Londen. Aangenomen wordt nu dat toen de taxi voor het bewuste huis sj£lhield, de chauffeur geweigerd heeft om te wachten en om het rijgeld heeft ge vraagd. De moordenaar had waarschijnlijk geen voldoende geld bij zich om het ver schuldigde te betalen en stond er op dat de chauffeur zou wachten tot hij terug zou komen. Dickie heeft daarop waarschijnlijk ge dreigd de politie te roepen wanneer de pas sagier niet onmiddellijk betaalde. De moor denaar zou daardoor in een moeilijk parket zijn gekomen, omdat hij inbrekerswerktui gen in zijn bezit had en wist dat wanneer de politie kwam, hij zou worden opgesloten, ge visiteerd en beschuldigd van het bezit van inbrekerswerktuigen, een misdrijf, waarop zeven jaar gevangenisstraf staat. Hij zou in zijn wanhoop naar zijn revolver gegrepen hebben en Dickie doodgeschoten en zich daarna uit de voeten hebben gemaakt. De moordenaar heeft in de taxi een ebben houten stok achtergelaten met een gouden knop en bij zijn vlucht zijn revolver op straat weggeworpen of verloren. Een onderzoek heeft vastgesteld, dat de chauffeur niet één, doch twee mannen heeft vervoerd en dat dezen, na den moord, elk in een andere richting zijn gevlucht. Men heeft reden te veronderstellen dat één hun ner de leider is van een bekende bende inbre kers te Londen, die reeds herhaaldelijk we gens inbraak terecht heeft gestaan. De kwaadheid van de visschers van Aberdeen, die sedert de laatste week van Fe bruari staken in verband met het aan wal brengen van door de Duitschers in de wa teren van IJsland gevangen visch heeft zich Donderdag weer eens gelucht. De Duit sche treilers hebben sedert eenigen tijd de gewoonte aangenomen, om na den verkoop van hun vangst bij het vertrek uit de haven hun sirenes te doen loeien. Toen de treilers dit nu Donderdag Wederom deden, achtte de menigte op de kade dit provocee- rend en ging over tot het steenigen van een treiler, die dicht langs den oever voer. De treiler kon zich snel naar het midden van het kanaal terugtrekken, doch niet voordat het glas van het stuurhuis was ingegooid en ver scheidene leden der bemanning door projec tielen getroffen waren. Onderhandelingen om de stakingen uit de wereld te helpen zijn wederom mislukt. De autoriteiten vreezen nieuwe daden van vijand schap tegen de Duitschers en handhaven daarom strenge politiewachten in de buurt van de haven. In verband met de regeling, welke de Duitsche Rijksregeering onlangs voor het verstrekken van pasvisa heeft gemaakt, heeft thans ook de Beiersche regeering nieuwe instructies aan de betrokken autoriteiten begeven, volgens welke voortaan, behalve in verband met zakenaangelegenheden, ook vergunning zal worden verleend om naar Beieren fe reizen aan personen, die hun fa milie wenschen te bezoeken, die voor ont spanning er heen gaan, aan bezoekers van congressen, „Festspiele", enz. De kosten zullen voortaan in het gansche Rijk volgens een uniform tarief in goudmar ken worden berekend. Een tramwagen vol arbeiders, die een steden heuvel afreed tusschen Morley en Leeds, raakt^ buiten.de macht van den be stuurder, botste tegen een muur onder aan den heuvel aan en sloeg om. Zes personen werden gedood en meer dan dertig gewond. Aan berichten van het P.T.A. omtrent de reis van maarschalk Foch door Polen, ontleenen wij, dat hem door de universiteit te Posen de doctorsbul en door het poly technisch instituut te Lemberg de titel van ingenieur honoris causa werd verleend. Zaterdag is te Brussel het Fransch-Bel- gisch-Luxemburgsche economische verdrag geteekend. Den 14en Mei gaan lbonsverhoogingen van 15 tot 20 in voor de zeelieden aan boord der schepen van de Shipping Board (Ver. State'n). EEN THERMOMETER. Den bolgewassen is Zaterdag 5 Mei j.l. een thermometer aangelegd. Het weerstandsver mogen van vele partijen is daardoor opgeno men. Het was buitengewoon warm dezen Zater dag. De bladeren, vooral van de Hyacinthen, hingen slap en bij velen is gebleken, dat de punten bruin of geel geworden zijn vooral is dit het geval bij de variëteit E. R. Gertrude, die steeds spoedig verkleurt. De warmte doet het water in de bladeren vlugger verdampen. De wortels moeten regel matig het water opvoeren. Bij warm weder, vooral als het eenigszi.ns erbij waait, is de capaciteit der wortels ontoereikend, en vallen de bladeren slap, die zich echter weder her stellen, terwijl de capaciteit van de wortels hetzelfde blijft als op den dag. De hoogere temperatuur is van zeer groo- ten invloed op het bacteriënleven in den grond en op de omzetting van de organische stoffen in den bodem. Geheel in overeenstemming met de behoef ten van de gewassen, die in sneller tempo door hun wortels, de in het water opgeloste voedingszouten (de mest) opnemen, is ook de eigenschap, dat met het stijgen van de tem peratuur de omzetting der organische stoffen in sneller tempo geschiedt. Zoodra echter iets hapert aan den toevoer van het grondwater, of er hapert iets aan de samenstelling van den grond, dan openbaart zich dit met zulke warme dagen als 1.1. Zaterdag. Ruim voldoende water in den grond, in een niet-zure omgeving, stelt de planten in staat voldoende vocht en tegelijk met het vocht ook de voedingszouten op te nemen daartegenover veroorzaakt onvoldoende wa- teraanvoef niet alleen het slap vallen van de bladeren, maar ook het straffer worden van de, uit de mest of uit de zich in den grond bevindende organische stoffen, opgeloste zou ten, die meest alle een zure reactie geven en bij de planten met een minder sterk wortel gestel veelal een schadelijken invloed uitoefe- nen. De bolgewassen, vooral de Hyacmthen, hebben geen sterk wortelgestel. De invloed van schadelijke zureu is spoedig merkbaar en kan fataal zijn voor de wortels. Het van den wortel gaan van de Hyadn- then is aan een dergelijke oorzaak te wijten. Bij een normalen weerstoestand komt dit al leen voor op afwijkende gronden, doch, zoo- dra het warmer wordt, kan dit ook voorko men en komt dit ook voor op gronden van niet-afwij kende kwaliteit. Zoo'n heete dag legt dan de thermometer aan. Men kan aan het rood worden der bla deren precies zien, waar iets hapert aan den grond of aan de bemesting. De mest toch zet zich met warm weder veel sneller on#indien in den grond geen tegen hanger aanwezig is, dan vormt zich een op- eenhooping van stoffen, die te sterk is voor de wortelzuren. Vandaar, dat een zeer sterke bemesting al tijd gevaren oplevert. Hyacinthen en tulpen zijn dankbaar voot een niet-zure reactie in den bodem. Zoodra die eenige afwijking vertoont, is het wortelgestel in gevaar en, in samenhag daarmede, de geheele groei. Met deze warme dagen speurden wij op akkers bollen, die slap hingen regels over de lengte van den akker, waar de scheiding was tusschen de eene strook en de andere, die normaal bleven staan, hetgeen te verklaren is, door het met tegen elkaar aan spitten van de mestlaag, waardoor de wortels daar niet te lijden hadden van de opgeloste te sterke voedingszouten. Op een andere plaats zagen wij een plek waar een mestput gelegen had, waar nu de Hyacinthen al bruine punten vertoonden in tegenstelling met het verdere gedekte van den akker waar de bollen onverbeterlijk ston den. Op een anderen tuin zagen wij door den ge* heelen akker de strook, waar tien jaar gele den een heg gestaan had. De grond was be hoorlijk bewerkt. Tot op dit jaar had men ei nooit iets van bemerkt, en nu, met den war men Zaterdag, vielen de bollen daar slap, om later omhoog te gaan met roode toppen. Deze feiten wijzen erop, dat de grens be reikt is van wat de bollen kunnen weerstaan, zoodat, wil men verzekerd zijn geen fouten te maken, een nauwkeurige bestuaeering van de zich voordoende verschijnselen zeker noodig is. Aan het hoofd schreven wij „Een Ther mometer". Inderdaad op Zaterdag 5 Mei is eenjgraadmeter aangelegd, die voor velen aanwijst een bemestingsfout of het niet vol doende alkalisch houden van den grond. In het nummer van 26|April ja. wees de heer Volkerzs op het van den wortel gaan van de Hyacinthen en Narcissen. vMet dit hier boven gesignaleerde bedoelen wij niet pre cies hetgeen de heer Volkersz aangeeft, of hef moest zijn, dat de oorzaak hetzelfde is en het verschil alleen zit in de mate van optreden. Onzerzijds mogen wij dan nogmaals een opwekking plaatsen om, zoodra zich in meer dere of mindere mate de verschijnselen openbaren, zich de hulp te verschaffen, die aangeboden is om dit euvel te onder drukken. „Het Kweekersblad,' Naar aanleiding van de rede, door pater Borromaeus Dinsdag j.l. in Den Haag ge houden voor een neutraal Vrouwencomité, schrijft het Haagsche liberale „Vaderland" onder meer: „Hef aanhooren van de i/:de van pater de Greeve was ons persoonlijk een groo'. genot. Wat een redenaarl Van het oogenblik dat die stem klonk een geluid als van een gedakte orgelpijp waren we gevangen en geboeid. En welk een zuivere taal, een en kel onnoodig vreemd woord daargelaten, en welk een kloeke bouw der zinnenl Hier ook geen valsch pathos, geen verkeerde nadruk op woorden, geen gemeenplaatsen, geen fra ses; maar beheersching van woorden er zinsvorming, een beeldende taal, maar niet meer dan de beschaafde spreektaal, ge dragen alleen door die machtige stem en een bezielde voordracht. Zooail hij daat stond in zijn pij, in den katheder links var. het podium, terwijl iets naar achteren rechts de verslaggevers achter een lange, groene tafel zaten te luisteren of te teekenen, en op den achtergrond de palmen, kon men zicf een oogenblik in een schouwburg wanen waar een groot acteur aan het woord wa». Het was werkelijk prachtig. Wat deerde he< ons, dat we het niet met alles eens waren wat hij zei!" TEGEN VRIJHEIDSBELEMMERING Een vereeniging te 's-Gravenhage opgericht Te Den Haag is dezer dagen in beginsel besloten een vereeniging op te richten, welke stelling zal nemen tegen de neiging om de persoonlijke vrijheid te belemmeren, door allerlei maatregelen, die verder gaan dan het wegnemen van allerlei uitwassen, misstan den en woekeringen. Bedoeld wordt front te maken tegen opdringerige propaganda, die aanstuurt op allerlei verboden, als een bioscoopverbod, drooglegging, beperking van de wijze van besteding van den vrijen Zon dag en wellicht in de toekomst op het roo> verbod. OUD-KANSELIER WIRTH TE AM STERDAM. Belangrijke besprekingen. Naar de Tel. verneemt, zijn Vrijdagavond te Amsterdam onder leiding van dr. C. T. K. van Aalst, president der Ned. Handel maatschappij, belangrijke besprekingen ge houden, waaraan o.a. deelgenomen hebben dr. Wirth, de voormalige Duitsche Rijks kanselier, de heeren H. Colijn, mr. H. C. Dresselhuys en een vertegenwoordiger van het departement van Buitenlandsche Zaken. 21. „Leipzig," antwoordde de Duitsche, wiens dik, rood gezicht in een lachplooi stond, ter wijl dat eene zingend uitgesproken woord in derdaad den Sakser verried. Binderhof, van goede familie, nam den vuil uitzienden man van top tot teen op en •cheen geen bijzonderen lust te hebben zich verder met hem m te laten. Lamberg daarentegen, meer practisch van aard, kon zich beter in de omstandigheden schikken. Informatiën hadden ze in alle ge val noodig en wat van den een niet te krij gen was, liet de ander misschien los: het aan wijzen namelijk van de goede plaats om goud te vinden. „Zoo, van Leipzig? Al lang in de mijnen?" „Yesf zei de Sakser, zoo breed moge lijk. m „En wat gevonden?" De Duitscher trok de schouders op tot zijn noren. „Slechtl" was het eenige antwoord dat hij gaf. „Slecht?" riep nu Binderhof, die daarin een misrekening zag. Waarom heeten dan die mijnen „de rijke" en de plaats „het para dijs?" „De store keepers (winkeliers) worden rijk, yes, maar de miners die in den grond work (werken) en met hun craddlen (wie gen) zich afsloven zijn gesjochten. Ja, drukte wordt gemaakt om alleen maar volk te trek ken." „God zal me liefhebben," was spreekt die een taaltje," fluisterde Binderhof tot zijn ka meraad. „Versta jij hem?" „Zoo'n beetje," en tot de ander: „Mag ik uw naam weten?" „Erbe..Louis Erbe!" „Ah, mooi, mijnheer Erbe, dan zou u ons misschien kunnen zeggen, of hier of daar in de buurt nog meer Duitschers zijn?" „Een massa Duitschers vindt je hier over al." „Dat zou prachtig zijn." zeide Lamberg, en waar komen zij bijeen?" „Is hier niet een soort van Cacino of Club, waar ze zoo geregeld bij elkaar kunnen komen?" „Stop, docteorl Zooiets is er. In de tent van den Franschman kunt u na donker de meesten catchen." „Wat zegt u?" „Catchen, wat wij noemen, „aantreffen," u verstaat toch?" „Mooi zoo, vriend," riep Lamberg. „Zou u dan zoo goed willen zijn ons daar eens te brengen, als uw tijd 't tenminste toelaat? Zijn ze er nu nog niet, dan kunnen we op ze wachten en intusschen wat gebruiken. W e zijn dezen middag pas hier aangekomen en zouden natuurlijk graag zooveel mogelijk landslui ontmoeten." „Geen complimenten, antwoordde Erbe en draaide zich, elke verdere verklaring overtol lig achtende, op zijn hiel om, en ging de straat op. „Een raad sinjeur, merkte Lamberg tot den ander op, terwijl zij hem op den voet volgden. „Als hij er nog maar niet zoo schooierig uitzag." „Maar lieve hemel, wli je ze hier dan met glacé handschoenen ontmoeten?" „Nu wat dat betreft," zeide Binderhof, „zijn handen heb ik nog niet gezien. Het is of hij ze in zijn broekzakken heeft vastgenaaid. Het zal wat moois zijn, waar hij ons in brengt." Er bleef hun geen tijd meer over tot ver dere bespiegelingen. Erbe had hen in een loods gebracht met een blauw tentje er* voor als vergrooting. Binnen brandde reeds licht, enkele stearine- kaarsen op blikken kandelaars, waardoor de ruimte slechts flauw verlicht werd. Op den achtergrond stond een lang buffet met een tafel van geschaafde planken en behangen met hetzelfde blauwe doek als van het tentje. In dat buffet stonden op een paar planken verschillende flesschen drank, zelfs champagne Aan de tafels zaten reeds eenige bezoe kers, ofschoon de meesten nog elders aan hun avondmaal waren en gewoonlijk iets la ter kwamen. Lamberg en Binderhof keken echter niet weinig verwonderd, dat zij aan eed van de ta feltjes hun tent-kameraad den raadsheer op zijn doode gemak met «en flesch rooden wijn voor zich zagen zitten. Toen de raadsheer Binderhof in 't oog kreeg, trok hij 'n zuur gezicht en hulde zich haastig in een zware rookwolk. „Wel drommels, Edelachtbare," viel Bin derhof uit, „ligt u hier voor anker?" Ik dacht dat u mijnheer Hufner wou aflossen, die nog altijd voor onze tent op post staat." Geen antwoord van den raadsheer. Hij zei alleen bij het te voorschijn komen uit zijn tabakswalm tot Lamberg: „Beste Medoc, twee en een halven dol lar de flesch ga hier zitten, Lamberg" hij was bang, Binderhof naast zich te krijgen „er zijn nog een paar landslui hierme erg veel pleizier gedaan.... mooi land dat Californië." Lamberg sloeg een vluchtigen blik op de flesch; de raadsheer was aan zijn tweede glas bezig. „Hier. Lambergnog meer landslui, mijnheer Fischer uit Hamburg, mijnheer Kor- bel een collega van mehm.... hm...." en hij hoestte toen geweldig „griffier heeft zijn heele salaris, twee Thaler penaeu- geld in den steek gelaten, om naar Californië te gaanWat lichtzinnig, die.... hm, hm, hm!" Lamberg schudde de beide voorgestelden de hand, en Fischer, die nu ook Erbe had op gemerkt, riep dezen toe: „Hallo, dokter, óók al hier?.... Wel, hoe gaat het, waar bent u de laatste dagen ge weest?" „Aan 't prospecteeren," zeide Erbe. „Maar u zegt: dokter," riep Lamberg, die nu tegenover hem en naast Fischer had plaats genomen, is mijnheer dan dokter?" „Barbier," antwoordde Erbe, zonder den minsten trots, en wierp daarbij een vluchti gen blik naar de nog bijna volle flesch, maar hier in de mijnen noemen ze mij dokter." De kastelein, een Elzasser, was intusschen aan het tafeltje gekomen om de bestellingen op te nemen. „Een mooi land hier, hè?" vatte nu de grif fier het gesprek op, „een Italiaansch klimaat. Zijn Edelachtbare zal er pleizier in krijgen als hij hier zoo'n beetje kijk op het leven heeft." „Weet u wat het is, mijnheer Korbel, hier leeft ieder zoo goed als 't kan, zeide Erbe, nam een der glazen van tafel en schoof het naast de flesch van den raadsheer, we kun nen hier allen heel tevreden leven, ik heb idee dat er nog wel slechter zaken zijn." De raadsheer zag meer en meer schuin zijn buurman aan, vanwege het toegescho ven glas. Fischer schonk nu uit zijn eigen flesch Erbe een glas in, waarop deze zijn rechterhand uit zijn zak haalde, het glas in een teug leeg dronk en zijn hand weer terstond op de oude plaats stak.. „En hoe gaat het in de mijnen?" vroeg nu Lamberg, die eveneens een flesch besteld had en voor zich en Binderhof inschonk, valt 't nogal mee?" „Het is een tref," antwoordde de griffier. „Als je een goede plek vindt kan het prach tig zijn, want er ligt in den omtrek volop goud. Men kan daarentegen soms lang gra ven en wasschen voor men iets vindt van beteekenis." „Apropos, wasschen"! zeide de raadsheer, wien het goud maar weinig kon schelen; ze waren hier in de mijnen, als het dus déir niet was, waar zou het dan zijn? „Kunt u me ook het adres geven van een goede Waschvrouw?" „Een waschvrouw?" lachte Fischer. „Waarom niet?" We hebben hier van alles, alleen maar een beetje anders dan bij ons thuis. Hier is 't een zwarte die wit goed wascht. Vraag u morgen maar naar Old Tomlins; in elke tent kunnen ze u terecht helpen." „Dank. u," zei de raadsheer, en schonk zijn glas weer vol, zonder naar dat van zijn buurman om te zien. Wordt vervolgd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1923 | | pagina 5