BUITENLAND
BINNENLAND.
De Gouddelvers
Tweede Blad
14 Mei 1923
feuilleton.
Het Russisch-Engelsch conflict; Krassin per vliegtuig naar Londen. De
Engelsche socialisten en het ultimatum. De moord op Vorofski; betoo-
•gingen in Lausanne verboden. De treinroof in China; een overeenkomst
met de bandieten.
Onder de Telegrammen: De antwoorden van Engeland en Italië op het
Duitsche aanbod; betere aanbiedingen gevraagd. Groote bezorgd
heid in Rusland over het Britsche ultimatum. De „James Johnson" vrijge
laten. De Chineesche bandieten zouden nog 14 Europeanen vasthou
den. In Antwerpen is het postpersoneel tot een algemeene staking be
sloten.
het russisch-engelsche con
flict.
DE CONFERENTIE TE LAUSANNE.
HET VERKEER IN GEVAL VAN ON
LUSTEN.
8181. BUITEKL. BERICHTEN.
LANDBOUW EH VISSCHERIJ.
„HET VADERLAND" OVER PATER
BORROMAEUS.
BINKEMLARQSCH RIEUWS.
Het Russische antwoord.
In het door het Russische Telegraaf Agent
schap verspreide antwoord van Moskou
op de Britsche nota van 28 April betreffende
de inbeslagneming van den Britschen treiier
aan de Moermankust wordt een aanwijzing
gezien voor den aard van het antwoord van
Rusland op het ultimatum van Groot-Bri-
tannië. Bedoelde Russische nota stelt een
internationale conferentie voor, teneinde
overeenstemming te verkrijgen in de kwes
tie der territoriale wateren. De nota spreekt
de bereidwilligheid uit om alomvattende be
sprekingen te beginnen over alle kwesties
tusschen de Sovjetrepublieken en Groot-
Brittanië en hoopt dat de Britsche regeering
de Sovjet zal tegemoet komen in zijn vreed
zaam verlangen het geschil op te lossen.
Uit Moskou wordt bericht dat de regee
ring heeft besloten Krassin terstond per
vliegtuig naar Engeland te zenden.
Weigering van Engelsche
socialisten om tegen het
ultimatum te protestee
ren.
«p een uitnoodiging van de Onafhanke
lijke Arbeiderspartij om deel te nemen aan
een demonstratie te Londen om krachtig te
protesteeren tegen de nota aan Rusland,
heeft de sociaal-democratische Federatie ge
antwoord, dat zij geen aanleiding vindt om
aan deze demonstratie deel te nemen. Zij
meent, dat de Britsche noch de Russische
belangen zullen worden geschaad bij het
verbreken van de bestaande handelsovereen
komst dat de Sovjetregeering zelf de hand
having van de betrekkingen in de hand
heeften dat zij niet wenscht vooruit te
loopen op het antwoord van de Sovjetregee
ring. Zij is verder van oordeel dat de ge
dachte, dat een oorlog het gevolg zou kunnen
zijn van de nota, niet wordt gewettigd door
eenige actie noch van de zijde der Russische,
noch van die der Britsche regeering.
OPLEVING DER WITTE GARDES
De diplomatieke medewerker van de „Dai
ly Herald" licht den eisch van den nationa-
len raad der Arbeiderspartij tot een conferen
tie met Rusland en de verklaring, dat de En
gelsche nota aan Rusland erop berekend is de
bedrijvigheid der witte garden weer aan te
wakkeren nader toe, en meldt in verband
hiermede dat 'n dringende oproep, ondertee-
kend „generaal Hartmann", tot alle officieren
van generaal Wrangel is gericht, om zich on
middellijk voor den dienst aan te melden en
dat de Engelsche munitiefabrieken aange
zocht zijn, haast te zetten achter de uitvoering
van wapenbestellingen, die zij uit Polen,
Roemenië en Servië hebben ontvangen In al
deze landen bestaan nog steeds de formaties
der witte gardisten. Deze roerigheid zou wij
zen op het gevaar van een nieuwen inval in
Rusland.
De moord op Vorofsky.
De stendenraad te Lausanne heeft een be
sluit uitgevaardigd, waarbij optochten, be
toogingen en bijeenkomsten naar aanleiding
van den aanslag op Vorofsky, op openbare
plaatsen en in de straten worden verboden.
Vergaderingen in openbare lokalen, welke
ter gelegenheid hiervan worden op touw ge
zet, zijn onderworpen aan de voorafgaande
goedkeuring van ae gemeentepolitie, onder
welker toezicht zij geplaatst worden.
Een stap der geallieerden
bij Ismet Pasja.
Generaal Pellé, Sir Horace Rumbold en
Montagne hebben Zaterdagmorgen gecon
fereerd over den stand der onderhandelin
gen. Zij hebben besloten den stap te doen
bij Ismet Pasja nopens de oplossing der han
dende kwesties.
Een Grieksch minister
aangekomen.
De Grieksche minister van. buitenl. zaken
is te Lausanne aangekomen. Hij verklaarde,
dat hij zich in verbinding kwam stellen met
de Grieksche delegatie ten einde mede te
werken aan de uitwerking van het algemeene
vredesverdrag.
UIT HET BEZETTE GEBIED.
De Belgen hebben te Gladbeck zonder
incidenten de mijn Möller in beslag genomen.
De hooge intergeallieerde commissie voor
het Rijnland heeft de bevoegdheden, aan
haar gedelegeerden toegekend, uitgebreid
teneinde deze in staat te stellen om in ge
val van onlusten alle verkeer zoowel overdag
als des nachts te verbieden.
VERKOOP VAN GOEDEREN DIE BIJ
DE SPOORWEGEN ZIJN BLIJVEN
LIGGEN.
De hooge intergeallieerde commissie voor
het Rijnland heeft een verordening uitge
vaardigd, volgens welke het Fransch-Bel-
gische spoorwegbeheer van 10 Juni kan
overgaan tot den verkoop door de Fransche
m Belgische restitutie-diensten van goede
ren, die op de spoorwegen zijn blijven liggen
tengevolge van het in den steek laten van
Zijn werk door het Duitsche personeel op
de spoorlijnen in het Rijnland. Alle maat
regelen zijn genomen opdat de goederen
kunnen worden herkend door den geadres
seerde of den eigenaar alvorens in veiling te
worden gebracht. Den eigenaars wordt een
termijn van een jaar gelaten om terugbeta
ling te verkrijgen in geval van verkoop
na dien termijn worden de fondsen in de kas
van het spoorwegbeheer gestort.
DE SPOORWEGSTAKING IN BER
LIJN.
In de staking bij de spoorwegen, post,
telegraaf en telefoon is vrijwel geen veran
dering gekomen. Op sommige plaatsen heeft
de staking zich uitgebreid, op andere hebben
de stakers het werk hervat, o.a. te Luik de
postbeambten.
De bladen melden dat in een conferentie
tusschen de hu'nisters Theunis, Neujean,
Devèze en Masso een aanta maatregelen
zijn genomen, o.a. het onder de wapens roe
pen van een aantal lichtingen spoorwegbe
ambten.
DE COMMUNISTISCHE PARTIJ IN
RUSLAND.
Op het 12e congres der Comm. Partij
heeft Smovjef eenige gegevens medegedeeld
omtrent de getalsterkte en de samenstelling
dier partij. De „Tribune" ontleent daaraan
o.a. het volgende
Het aantal leden bedraagt 410.000, waarvan
260.ooo in de steden wonen. Candidaatle-
den zijn er 117.000, waarvan 50.000 in de
steden, hierbij zijn de leden der jeugd-orga-
nisatie niet inbegrepen. Op 1 :e 10Ó0 leden
komen*444 arbeiders, 267 boeren, 222 be
ambten en 67 zonder vastgesteld b :roep.
Het aantal arbeidersleden is van 41 tot 44
toegenomen.
Slechts 19.000 Ied*n der partij waren vóór
1917 lid. In 1917 traden 35.000 leden toe,
de meeste tegenwoordige leden traden in
1919 (108.000 )en 1920 (122.000) toe. Tot
andere partijen(sociaal-revolutionairen, mens-
jewiki, anarchisten enz.) behoorden vroeger
23.000 der tegenwoordige leden.
Het grootste deel der communistische ar
beiders 'heeft staatsbetrekkingen, en dit is
natuurlijk in een land, waar de arbeiders
klasse den staat bestuurt. Van de arbeiders
leden verrichten daardoor in Januari 1922
slechts 11.6 percent handenarbeid dit aan
tal is echter thans hooger.
DE TREINROOF IN CHINA.
Een regeling met de ban
dieten.
Het Chineesche ministerie van munitie
deelt mede, dat de bandieten van Lintsjeng
hebben voorgesteld de ontvoerde personen
vrij te laten, mits de troepen 15 mijlen van
de plaats, waar zij zich bevinden, terug
trekken en de militaire autoriteiten hun
garandeeren, dat zij niet zullen worden ge
straft.
De Chineesche regeering heeft den gou
verneur van Sjantoeng opgedragen deze
voorwaarden te aanvaarden.
EEN DINER TEN HUIZE VAN LADY
ASTOR.
De prins van Wales heeft Vrijdagavond
met lord en lady Astor en veertig andere gas
ten, verschillende klassen der bevolking ver
tegenwoordigend, gedineerd. Aanwezig wa
ren o.a. Balfour, Haldane, de arbeiderslei
ders Henderson, Will Thorne en Hartshorn.
Een schitterende receptie is op het diner ge
volgd, waarop vertegenwoordigers van alle
beroepen, universiteiten, de rechterlijke
macht, de Britsche dominions en de arbei
dersleiders Thomas en Clynes met hun echt-
genooten verschenen.
HANDELSWETGEVING IN SOWJET-
RUSLAND.
De Kamers van Koophandel van verschei
dene landen hebben gedurende eenigen tijd
de voorwaarden, noodzakelijk voor een her
vatting van handelsrelaties met Sovjet-
Rusland, bestudeerd. De Kamers van Koop
handel in Lyon en Marseille hebben kort
geleden besluiten inzake dit onderwerp ge
nomen.
De Internationale Kamer van Koophandel
welke een tot in bijzonderheden uitgewerkt
overzicht heeft ontvangen van de thans in
Sovjet-Rusland van kracht zijnde wetten,
meent, dat een kort verslag van de regelingen
aldaar, aangaande binnen- en buitenlandschen
handel, voor haar leden van belang kan zijn.
Het doel dezer circulaire is slechts een kort
overzicht van de bestaande wetten te geven,,
zonder er ook maar in de minste mate aan
spraak op te willen maken, het resultaat van
alleszins nauwkeurig onderzoek te Zijn.
INLEIDING.
De Nieuwe Economische Politiek, door de
Russen gewoonlijk N. E. P. genoemd, werd
in een memorandum van Mr. Tcliitcherine,
gevolmachtigde voor buitenlandsche zaken,
gedateerd 15 Maart 1922 officieel onder de
aandacht van de geallieerde landen gebracht.
Het doel van deze nieuwe politiek is het per
soonlijk initiatief bij den handel op Russisch
grondgebied te beschermen. Teneinde dit
doel te bereiken zijn strafrecht- en burgerlijk
recht in de communistische wetgeving inge
voerd.
Wij stellen echter op 't oogenblik slechts
belang in die regelingen, welke invloed uit
oefenen op handel en industrie.
Tot op het oogenblik is het meest karak
teristieke van de communistische wetgeving
geweest de vervanging van het regeerings-
gezag, dat alle vormen van ondernemings
geest reglementeerde, door de vroegere indi-
vidueele wijze van handeldrijven, welke
gebaseerd was op vrijheid van contract.
Dit systeem van wetgeving zou als volgt
kunnen worden samengevat „Al hetgeen,
waartoe men niet uitdrukkelijk door de wet
wordt gemachtigd, is verboden."
In de praktijk werd deze communistische
wet alnaarmate de persoonlijke inzichten
van de betrokken ambtenaren met meer
of minder kracht toegepast. De juiste na
leving van de wet werd tekort gedaan, door
dat ze met 'n aanzienlijke mate van willekeur
werd uitgelegd. Teneinde de beteekenis van
de nieuwe verbeteringen te kunnen beoor
deelen, is het noodig om in het kort het sa
menstel van wetten tot op het moment dat
veranderingen werden aangebracht, te over
zien.
Wij willen achtereenvolgens industrie,
binnen- en buitenlandschen handel bestu-
deeren.
BINNENLANDSCHE HANDEL.
Communistische wetten.
Zoolang het strijdlustige communisme de
overhand had, werd de handel geregeld door
twee fundamenteele decreeten. Dat van
28 November 1918 stelde 't Staatsmonopolie
vast voor alle goederen, noodig voor persoon
lijk gebruik.
Het verstrekken van de noodige levens
behoeften aan de bevolking was in handen
van een speciaal „Commissariaat van voor
raden" (kromprad), dat werkte door middel
van administratieve en coöperatieve distri-
bueerende centra.
Een ander decreet, dat van 5 Augustus 1919
verplichtte allen, die voedingsmiddelen pro
duceerden, of in andere levensbehoeften voor
zagen, hun voortbrengselen aan de autoritei
ten af te leveren en verbood allen particulie
ren handel. Overeenkomstig een later besluit
van 7 Augustus 1920 w rd echter een belang
rijke uitzondering op dezen algemeenen regel
bekend gemaakt, nl.
aan zelfstandig werkende arbeiders en aan
hen, die werken met behulp van hun gezin,
werd toegestaan aan particulieren te leveren,
mits zulks op bestelling geschiedde, en mate
riaal door den kooper verschaft, gebruikt
werd. Deze klasse van arbeiders verkreeg
ook machtiging verscheidene huishoudejijke
artikelen en kleeding op de vrije markt direct
aan den consument te verkoopen.
Eerste hervormingen
De eerste bepaling, die als inleiding 0p
een nieuwe handelspolitiek beschouwd kan
worden, dateert van 24 Mei 1921.
Feitelijk schaft dit decreet de bepalingen
van de fommunistische wetgeving welke
van kracht blijft niet af de latere bepa
lingen hebben meer het karakter van con
cessies. Vandaar, dat zich in de praktijk ve
le moeilijkheden en verschil in wctsuitleg-
ging op arbitrale uitspraken, voordeden.
Het decreet van 24 Mei 1921 staat aan alle
producten toe'hunne waren aan het publiek
te verkoopen, althans wanneer zij zich vat)
hunne verplichting tot het betalen van be
lasting „in natura" hebben gekweten, het
geen door de autoriteiten moet worden
vastgesteld.
Deze bepaling is echter minder liberaal
dan zij lijkt. Aan den eenen kant bleven
vroeger door de autoriteiten voorgeschre
ven beperkende bepalingen voor den handel
in verschillende artikelen, zooals bijv. edele
metalen, landbouwmachines, enz. gehand
haafd aan den anderen kant was de wet,
woordelijk opgevat, slechts op de agrarische
productie van toepassing.
Het decreet van 7 Juli 1921 breidde de
heerschende bepalingen verder uit, doch
slechts binnen bepaalde grenzen. Hoewel
kleine producenten en kleine pachters bij
genoemde handelsvrijheid waren inbegrepen,
werden noch de niet produceerende koop
man, noch tusschenpersonen genoemd.
De onvervalschte idee van vrijheid van
handel komt voor het eerst in de Sovjet
wetgeving van 19 Juli 1921 voor. Alle bur
gers zijn voortaan gemachtigd landbouw- en
industrie-producten te verkoopen en te rui
len.. Er is slechts een uitzondering gemaakt
voor artikelen vervaardigd uit grondstoffen,
die door middel van concessies van den Staat
waren verkregen. Deze beperking geeft den
autoriteiten het recht tusschenbeide te ko
men en van iederen verkooper te verlangen,
dat hij een bewijs van oorsprong van het ruwe
materiaal overlegt d.w.z. dat het niet be
hoorde aan het Gouvernement(een bewijs
van het tegendeel zou moeilijk te leveren
zijn). Hierbij dient te worden vermeld,
dat het Gouvernement zich het recht voor
behoudt ieder bijzonder soort van handel
of industrie te verbieden.
De Sovjet-Regeering heeft het raadzaam
geacht, niettegenstaande de breede lijnen
van het decreet, speciale voorschriften vast
te stellen, inzake handelsvrijheid van be
paalde goederen.
Het zou den indruk kunnen geven dat óf
het decreet van Juli minder liberaal is dan
het lijkt öf dat de autoriteiten van plan wa
ren,vroegere speciale beperkingen af te schaf
fen. Hoe het zij, door een serie verordenin
gen, afgekondigd over het jaar 19211922
werd vrije handel in paarden voor particulier
gebruik, mijnen, dierlijke voortbrengselen,
als borstels, paardehaar, hoorn en gewezen
stoffen weer ingevoerd. Andere bepalingen
vernietigden het monopolie in zout, land-
bouw-machines en bont. De handel in edel
gesteenten en metalen werd ook vrij, terwijl
het bankwezen eveneens faciliteiten ver
kreeg. De vraag doet zich voor hoe het ging
met den handel in andere goederen, waar
van de Staat het monopolie had. Het ant
woord is moeilijk, daar een bepaalde regeling
ontbrak. De juiste toestand van den handel
in rijst, koffie, kaarsen, thee, cacao, garen,
gummi, schoenen, hoefijzers, buskruit, luci
fers, enz. bleef duister. Het zoeken van ge
neeskrachtige kruiden, hunne bereiding,
evenals de handel in chemische artikelen,
werden nog onder strenge contróle gehou
den.
NIEUWE VOORWAARDEN VOOR
PARTICULIERE ONDERNEMINGEN.
Thans willen wij ons wenden tot den te-
genwoordigen toestand van particuliere on
dernemingen, onder de «nieuw-economische
politiek.
Tot April 1922 was voor het beginnen van
een private industrieeële of commercieële
onderneming en voor hef verkrijgen van de
daarvoor benoodigde gebouwen en instal-
latie-benoodigdheden speciale toestemming
vereischt. Deze toestemming werd alleen ge
geven, als geen coöperatieve vereeniging of
kartel aanspraak op de uitoefening van dezen
tak van bedrijf maakte.
Tegenwoordig kan ieder burger een winkel
openen, als hij ervoor zorgt, zijn „licence"
of wel de daarvoor verschuldigde rechten te
betalen, hoewel coöperatieve vereenigingen
nog een bevoorrechte positie innemen.
Associaties en Coöperatieve vereenigingen
krijgen hun patent, als ze ervoor zorgen, al
leen uit arbeiders te bestaan en door leden
worden gedreven, zonder gebruik te maken
van betaalde krachten, ('decreet van»7 Juli
1921).
De Staat wendt zich voor het doen uit
voeren van werken en het leveren van Gou-
vernements-voorraden Bij voorkeur tot Coö
peratieve Vereenigingen. Deze vereenigingen
kunnen er van verzekerd zijn, dat een con
tract aan particuliere personen, welke met de
regeering onderhandelen, wordt geweigerd
genoemde personen komen eerst dan in aan
merking, wanneer het is afgewezen door een
Coöperatieve Vereeniging m.a.w. Coöpe
ratieve Vereenigingen hebben den voorrang
bij alle Gouvernements-leveranties.
Vóór de inwijding van de nieuw econo
mische politiek werden de prijzen gecontro
leerd door een speciaal daarvoor aangesteld
„Prijscomité", dat tezamen met de „Arbeids-
Gommissie" de waarde van alle artikelen
vaststelde. Zelfs nu verlaat de regeering zich
niet op het vrije spel van vraag en aanbod,
doch publiceert prijslijsten. Men kan er zeker
van zijn, dat wat dit belangrijke punt betreft,
de oude bepalingen nog gelden, hoewel het
schijnt, dat althans op de binnenlandsche
markt geen prijszettingen plaats vinden.
EEN VREESELIJKE ONTPLOFFING.
Vrijdagmorgen omstreeks vier uur had
een vreeselijke ontploffing plaats aan het
noordelijk deel van den muur, die de vesting
Christiansen (bij Drontheim) omgeeft. De
muur vloog overjïeen lengte van ongeveer
vijftien meter in de lucht. Bij de plaats des
onheils werden voorraden ontplofbare stof
fen en munitie voor het leger bewaard.
Geweldige steenbrokken werden honderd
meter ver weggeslingerd. In de stad zelf
werden door den luchtdruk groote winkel
ruiten ingedrukt. In het bijzonder had een
kolonie van gemeentelijke houten huizen te
lijden. Hier worden van vele huizen de daken
door den luchtdruk in de hoogte geslingerd.
Door steenen werd de wand van een huis
opengescheurd en een dertigjarige vrouw
werd door een steen, die een wand van het
huis had doorboord en haar tegen 't hoofd
vloog, gedood. Eenige andere bewoners der
kolonie kregen kwetsuren, voor een deel
ernstig.
HET VERKEERDE LIJK BEGRAVEN.
Zaterda werd een mijnwerker, een zekere
Palmer, te Bradford bij een ongeluk gedood.
Zijn lijk werd naar het stadslijkenhuis ge
bracht om daar op de lijkschouwing te wach
ten. Den Dinsdag daarop kwamen ambte
naren van het armenhuis het lijk begraven
van een pauper en namen verkeerdelijk, bij
afwezigheid van den lijkenhuisbewaarder
het lijk van Palmer. Toen het lijk eenmaal
onder de aarde lag, werd de vergissing ont
dekt. Men kon ze echter niet onmiddellijk
herstellen, omdat voor een opgraving een
bevel noodig is van den minister van Binnen
landsche Zaken. De broeder van Palmer
kwam Dinsdagavond het lijk opvragen,
doch moest wachten tot den volgenden dag,
Woensdag, toen het lijk eerst kon worden
opgegraven en aan de bloedverwanten over
gegeven. Het werd denzelfden dag weer be
graven.
Vrijdag werd de draadlooze telefoon
verbinding Kopenhagen-Bornholm feestelijk
geopend. De installatie, de eyste van dezen
aard in Europa, wred door de firma Lorentz
te Berlijn volgens het systeem van den Deen-
schen uitvinder Paulssen gebouwd.
Woensdagnacht is te Londen onder
vreemde omstandigheden een te Londenfzeer
populaire taxi-chauffeur, Jacob Dickie ge
naamd, vermoord. De taxi bleef in een af
gelegen straat plotseling ergens voor een huis
staan, een aantal snel achter elkaar geloste
revolverschoten werden gehoord en toen
men kwam kijken, wat er gaande was, vond
men een stervenden chauffeur. Aangezien
er voor zooveel men weet geen enkele reden
is om aan te nemen dat de moordenaar Dickie
uit wraak, of een ander motief van dien aard
uit den weg heeft willen ruimen, denkt men
aan de wanhoopsdaad van een inbreker, die
bang was voor onopzettelijke uitlevering aan
de politie. Men vermoedt n.l. dat de moor
denaar een misdadiger is van het type dat
een automobiel of taxi huurt om hem be
hulpzaam te zijn bij inbraken in huizen in
de voorsteden van Londen. Aangenomen
wordt nu dat toen de taxi voor het bewuste
huis sj£lhield, de chauffeur geweigerd heeft
om te wachten en om het rijgeld heeft ge
vraagd. De moordenaar had waarschijnlijk
geen voldoende geld bij zich om het ver
schuldigde te betalen en stond er op dat de
chauffeur zou wachten tot hij terug zou
komen.
Dickie heeft daarop waarschijnlijk ge
dreigd de politie te roepen wanneer de pas
sagier niet onmiddellijk betaalde. De moor
denaar zou daardoor in een moeilijk parket
zijn gekomen, omdat hij inbrekerswerktui
gen in zijn bezit had en wist dat wanneer de
politie kwam, hij zou worden opgesloten, ge
visiteerd en beschuldigd van het bezit van
inbrekerswerktuigen, een misdrijf, waarop
zeven jaar gevangenisstraf staat. Hij zou in
zijn wanhoop naar zijn revolver gegrepen
hebben en Dickie doodgeschoten en zich
daarna uit de voeten hebben gemaakt.
De moordenaar heeft in de taxi een ebben
houten stok achtergelaten met een gouden
knop en bij zijn vlucht zijn revolver op
straat weggeworpen of verloren.
Een onderzoek heeft vastgesteld, dat de
chauffeur niet één, doch twee mannen heeft
vervoerd en dat dezen, na den moord, elk
in een andere richting zijn gevlucht. Men
heeft reden te veronderstellen dat één hun
ner de leider is van een bekende bende inbre
kers te Londen, die reeds herhaaldelijk we
gens inbraak terecht heeft gestaan.
De kwaadheid van de visschers van
Aberdeen, die sedert de laatste week van Fe
bruari staken in verband met het aan wal
brengen van door de Duitschers in de wa
teren van IJsland gevangen visch heeft zich
Donderdag weer eens gelucht. De Duit
sche treilers hebben sedert eenigen tijd de
gewoonte aangenomen, om na den verkoop
van hun vangst bij het vertrek uit de haven
hun sirenes te doen loeien. Toen de treilers
dit nu Donderdag Wederom deden, achtte
de menigte op de kade dit provocee-
rend en ging over tot het steenigen van een
treiler, die dicht langs den oever voer. De
treiler kon zich snel naar het midden van het
kanaal terugtrekken, doch niet voordat het
glas van het stuurhuis was ingegooid en ver
scheidene leden der bemanning door projec
tielen getroffen waren.
Onderhandelingen om de stakingen uit de
wereld te helpen zijn wederom mislukt. De
autoriteiten vreezen nieuwe daden van vijand
schap tegen de Duitschers en handhaven
daarom strenge politiewachten in de buurt
van de haven.
In verband met de regeling, welke de
Duitsche Rijksregeering onlangs voor het
verstrekken van pasvisa heeft gemaakt, heeft
thans ook de Beiersche regeering nieuwe
instructies aan de betrokken autoriteiten
begeven, volgens welke voortaan, behalve
in verband met zakenaangelegenheden, ook
vergunning zal worden verleend om naar
Beieren fe reizen aan personen, die hun fa
milie wenschen te bezoeken, die voor ont
spanning er heen gaan, aan bezoekers van
congressen, „Festspiele", enz.
De kosten zullen voortaan in het gansche
Rijk volgens een uniform tarief in goudmar
ken worden berekend.
Een tramwagen vol arbeiders, die een
steden heuvel afreed tusschen Morley en
Leeds, raakt^ buiten.de macht van den be
stuurder, botste tegen een muur onder aan
den heuvel aan en sloeg om. Zes personen
werden gedood en meer dan dertig gewond.
Aan berichten van het P.T.A. omtrent
de reis van maarschalk Foch door Polen,
ontleenen wij, dat hem door de universiteit
te Posen de doctorsbul en door het poly
technisch instituut te Lemberg de titel van
ingenieur honoris causa werd verleend.
Zaterdag is te Brussel het Fransch-Bel-
gisch-Luxemburgsche economische verdrag
geteekend.
Den 14en Mei gaan lbonsverhoogingen
van 15 tot 20 in voor de zeelieden aan boord
der schepen van de Shipping Board (Ver.
State'n).
EEN THERMOMETER.
Den bolgewassen is Zaterdag 5 Mei j.l. een
thermometer aangelegd. Het weerstandsver
mogen van vele partijen is daardoor opgeno
men.
Het was buitengewoon warm dezen Zater
dag. De bladeren, vooral van de Hyacinthen,
hingen slap en bij velen is gebleken, dat de
punten bruin of geel geworden zijn vooral
is dit het geval bij de variëteit E. R. Gertrude,
die steeds spoedig verkleurt.
De warmte doet het water in de bladeren
vlugger verdampen. De wortels moeten regel
matig het water opvoeren. Bij warm weder,
vooral als het eenigszi.ns erbij waait, is de
capaciteit der wortels ontoereikend, en vallen
de bladeren slap, die zich echter weder her
stellen, terwijl de capaciteit van de wortels
hetzelfde blijft als op den dag.
De hoogere temperatuur is van zeer groo-
ten invloed op het bacteriënleven in den
grond en op de omzetting van de organische
stoffen in den bodem.
Geheel in overeenstemming met de behoef
ten van de gewassen, die in sneller tempo
door hun wortels, de in het water opgeloste
voedingszouten (de mest) opnemen, is ook de
eigenschap, dat met het stijgen van de tem
peratuur de omzetting der organische stoffen
in sneller tempo geschiedt. Zoodra echter iets
hapert aan den toevoer van het grondwater,
of er hapert iets aan de samenstelling van
den grond, dan openbaart zich dit met zulke
warme dagen als 1.1. Zaterdag.
Ruim voldoende water in den grond, in
een niet-zure omgeving, stelt de planten in
staat voldoende vocht en tegelijk met het
vocht ook de voedingszouten op te nemen
daartegenover veroorzaakt onvoldoende wa-
teraanvoef niet alleen het slap vallen van de
bladeren, maar ook het straffer worden van
de, uit de mest of uit de zich in den grond
bevindende organische stoffen, opgeloste zou
ten, die meest alle een zure reactie geven en
bij de planten met een minder sterk wortel
gestel veelal een schadelijken invloed uitoefe-
nen.
De bolgewassen, vooral de Hyacmthen,
hebben geen sterk wortelgestel. De invloed
van schadelijke zureu is spoedig merkbaar
en kan fataal zijn voor de wortels.
Het van den wortel gaan van de Hyadn-
then is aan een dergelijke oorzaak te wijten.
Bij een normalen weerstoestand komt dit al
leen voor op afwijkende gronden, doch, zoo-
dra het warmer wordt, kan dit ook voorko
men en komt dit ook voor op gronden van
niet-afwij kende kwaliteit.
Zoo'n heete dag legt dan de thermometer
aan. Men kan aan het rood worden der bla
deren precies zien, waar iets hapert aan den
grond of aan de bemesting.
De mest toch zet zich met warm weder veel
sneller on#indien in den grond geen tegen
hanger aanwezig is, dan vormt zich een op-
eenhooping van stoffen, die te sterk is voor
de wortelzuren.
Vandaar, dat een zeer sterke bemesting al
tijd gevaren oplevert.
Hyacinthen en tulpen zijn dankbaar voot
een niet-zure reactie in den bodem.
Zoodra die eenige afwijking vertoont, is
het wortelgestel in gevaar en, in samenhag
daarmede, de geheele groei.
Met deze warme dagen speurden wij op
akkers bollen, die slap hingen regels over de
lengte van den akker, waar de scheiding was
tusschen de eene strook en de andere, die
normaal bleven staan, hetgeen te verklaren
is, door het met tegen elkaar aan spitten van
de mestlaag, waardoor de wortels daar niet
te lijden hadden van de opgeloste te sterke
voedingszouten.
Op een andere plaats zagen wij een plek
waar een mestput gelegen had, waar nu de
Hyacinthen al bruine punten vertoonden in
tegenstelling met het verdere gedekte van
den akker waar de bollen onverbeterlijk ston
den.
Op een anderen tuin zagen wij door den ge*
heelen akker de strook, waar tien jaar gele
den een heg gestaan had. De grond was be
hoorlijk bewerkt. Tot op dit jaar had men ei
nooit iets van bemerkt, en nu, met den war
men Zaterdag, vielen de bollen daar slap,
om later omhoog te gaan met roode toppen.
Deze feiten wijzen erop, dat de grens be
reikt is van wat de bollen kunnen weerstaan,
zoodat, wil men verzekerd zijn geen fouten te
maken, een nauwkeurige bestuaeering van de
zich voordoende verschijnselen zeker noodig
is.
Aan het hoofd schreven wij „Een Ther
mometer". Inderdaad op Zaterdag 5 Mei
is eenjgraadmeter aangelegd, die voor velen
aanwijst een bemestingsfout of het niet vol
doende alkalisch houden van den grond.
In het nummer van 26|April ja. wees de
heer Volkerzs op het van den wortel gaan van
de Hyacinthen en Narcissen. vMet dit hier
boven gesignaleerde bedoelen wij niet pre
cies hetgeen de heer Volkersz aangeeft, of hef
moest zijn, dat de oorzaak hetzelfde is en het
verschil alleen zit in de mate van optreden.
Onzerzijds mogen wij dan nogmaals een
opwekking plaatsen om, zoodra zich in meer
dere of mindere mate de verschijnselen
openbaren, zich de hulp te verschaffen,
die aangeboden is om dit euvel te onder
drukken.
„Het Kweekersblad,'
Naar aanleiding van de rede, door pater
Borromaeus Dinsdag j.l. in Den Haag ge
houden voor een neutraal Vrouwencomité,
schrijft het Haagsche liberale „Vaderland"
onder meer:
„Hef aanhooren van de i/:de van pater
de Greeve was ons persoonlijk een groo'.
genot. Wat een redenaarl Van het oogenblik
dat die stem klonk een geluid als van een
gedakte orgelpijp waren we gevangen en
geboeid. En welk een zuivere taal, een en
kel onnoodig vreemd woord daargelaten, en
welk een kloeke bouw der zinnenl Hier ook
geen valsch pathos, geen verkeerde nadruk
op woorden, geen gemeenplaatsen, geen fra
ses; maar beheersching van woorden er
zinsvorming, een beeldende taal, maar niet
meer dan de beschaafde spreektaal, ge
dragen alleen door die machtige stem en
een bezielde voordracht. Zooail hij daat
stond in zijn pij, in den katheder links var.
het podium, terwijl iets naar achteren rechts
de verslaggevers achter een lange, groene
tafel zaten te luisteren of te teekenen, en op
den achtergrond de palmen, kon men zicf
een oogenblik in een schouwburg wanen
waar een groot acteur aan het woord wa».
Het was werkelijk prachtig. Wat deerde he<
ons, dat we het niet met alles eens waren
wat hij zei!"
TEGEN VRIJHEIDSBELEMMERING
Een vereeniging te 's-Gravenhage opgericht
Te Den Haag is dezer dagen in beginsel
besloten een vereeniging op te richten, welke
stelling zal nemen tegen de neiging om de
persoonlijke vrijheid te belemmeren, door
allerlei maatregelen, die verder gaan dan het
wegnemen van allerlei uitwassen, misstan
den en woekeringen. Bedoeld wordt front
te maken tegen opdringerige propaganda,
die aanstuurt op allerlei verboden, als een
bioscoopverbod, drooglegging, beperking van
de wijze van besteding van den vrijen Zon
dag en wellicht in de toekomst op het roo>
verbod.
OUD-KANSELIER WIRTH TE AM
STERDAM.
Belangrijke besprekingen.
Naar de Tel. verneemt, zijn Vrijdagavond
te Amsterdam onder leiding van dr. C. T.
K. van Aalst, president der Ned. Handel
maatschappij, belangrijke besprekingen ge
houden, waaraan o.a. deelgenomen hebben
dr. Wirth, de voormalige Duitsche Rijks
kanselier, de heeren H. Colijn, mr. H. C.
Dresselhuys en een vertegenwoordiger van
het departement van Buitenlandsche Zaken.
21.
„Leipzig," antwoordde de Duitsche, wiens
dik, rood gezicht in een lachplooi stond, ter
wijl dat eene zingend uitgesproken woord in
derdaad den Sakser verried.
Binderhof, van goede familie, nam den vuil
uitzienden man van top tot teen op en
•cheen geen bijzonderen lust te hebben zich
verder met hem m te laten.
Lamberg daarentegen, meer practisch van
aard, kon zich beter in de omstandigheden
schikken. Informatiën hadden ze in alle ge
val noodig en wat van den een niet te krij
gen was, liet de ander misschien los: het aan
wijzen namelijk van de goede plaats om goud
te vinden.
„Zoo, van Leipzig? Al lang in de
mijnen?"
„Yesf zei de Sakser, zoo breed moge
lijk. m
„En wat gevonden?"
De Duitscher trok de schouders op tot zijn
noren.
„Slechtl" was het eenige antwoord dat hij
gaf.
„Slecht?" riep nu Binderhof, die daarin een
misrekening zag. Waarom heeten dan die
mijnen „de rijke" en de plaats „het para
dijs?"
„De store keepers (winkeliers) worden
rijk, yes, maar de miners die in den grond
work (werken) en met hun craddlen (wie
gen) zich afsloven zijn gesjochten. Ja, drukte
wordt gemaakt om alleen maar volk te trek
ken."
„God zal me liefhebben," was spreekt die
een taaltje," fluisterde Binderhof tot zijn ka
meraad. „Versta jij hem?"
„Zoo'n beetje," en tot de ander: „Mag ik uw
naam weten?"
„Erbe..Louis Erbe!"
„Ah, mooi, mijnheer Erbe, dan zou u ons
misschien kunnen zeggen, of hier of daar in
de buurt nog meer Duitschers zijn?"
„Een massa Duitschers vindt je hier over
al."
„Dat zou prachtig zijn." zeide Lamberg, en
waar komen zij bijeen?"
„Is hier niet een soort van Cacino of Club,
waar ze zoo geregeld bij elkaar kunnen
komen?"
„Stop, docteorl Zooiets is er. In de tent
van den Franschman kunt u na donker de
meesten catchen."
„Wat zegt u?"
„Catchen, wat wij noemen, „aantreffen," u
verstaat toch?"
„Mooi zoo, vriend," riep Lamberg. „Zou
u dan zoo goed willen zijn ons daar eens te
brengen, als uw tijd 't tenminste toelaat?
Zijn ze er nu nog niet, dan kunnen we op ze
wachten en intusschen wat gebruiken. W e
zijn dezen middag pas hier aangekomen en
zouden natuurlijk graag zooveel mogelijk
landslui ontmoeten."
„Geen complimenten, antwoordde Erbe en
draaide zich, elke verdere verklaring overtol
lig achtende, op zijn hiel om, en ging de
straat op.
„Een raad sinjeur, merkte Lamberg tot
den ander op, terwijl zij hem op den voet
volgden.
„Als hij er nog maar niet zoo schooierig
uitzag."
„Maar lieve hemel, wli je ze hier dan met
glacé handschoenen ontmoeten?"
„Nu wat dat betreft," zeide Binderhof,
„zijn handen heb ik nog niet gezien. Het is of
hij ze in zijn broekzakken heeft vastgenaaid.
Het zal wat moois zijn, waar hij ons in
brengt."
Er bleef hun geen tijd meer over tot ver
dere bespiegelingen.
Erbe had hen in een loods gebracht met
een blauw tentje er* voor als vergrooting.
Binnen brandde reeds licht, enkele stearine-
kaarsen op blikken kandelaars, waardoor de
ruimte slechts flauw verlicht werd.
Op den achtergrond stond een lang buffet
met een tafel van geschaafde planken en
behangen met hetzelfde blauwe doek als van
het tentje. In dat buffet stonden op een paar
planken verschillende flesschen drank, zelfs
champagne
Aan de tafels zaten reeds eenige bezoe
kers, ofschoon de meesten nog elders aan
hun avondmaal waren en gewoonlijk iets la
ter kwamen.
Lamberg en Binderhof keken echter niet
weinig verwonderd, dat zij aan eed van de ta
feltjes hun tent-kameraad den raadsheer op
zijn doode gemak met «en flesch rooden wijn
voor zich zagen zitten.
Toen de raadsheer Binderhof in 't oog
kreeg, trok hij 'n zuur gezicht en hulde zich
haastig in een zware rookwolk.
„Wel drommels, Edelachtbare," viel Bin
derhof uit, „ligt u hier voor anker?" Ik
dacht dat u mijnheer Hufner wou aflossen,
die nog altijd voor onze tent op post
staat."
Geen antwoord van den raadsheer. Hij zei
alleen bij het te voorschijn komen uit zijn
tabakswalm tot Lamberg:
„Beste Medoc, twee en een halven dol
lar de flesch ga hier zitten, Lamberg"
hij was bang, Binderhof naast zich te krijgen
„er zijn nog een paar landslui hierme
erg veel pleizier gedaan.... mooi land dat
Californië."
Lamberg sloeg een vluchtigen blik op de
flesch; de raadsheer was aan zijn tweede
glas bezig.
„Hier. Lambergnog meer landslui,
mijnheer Fischer uit Hamburg, mijnheer Kor-
bel een collega van mehm.... hm...."
en hij hoestte toen geweldig „griffier
heeft zijn heele salaris, twee Thaler penaeu-
geld in den steek gelaten, om naar Californië
te gaanWat lichtzinnig, die.... hm,
hm, hm!"
Lamberg schudde de beide voorgestelden
de hand, en Fischer, die nu ook Erbe had op
gemerkt, riep dezen toe:
„Hallo, dokter, óók al hier?.... Wel, hoe
gaat het, waar bent u de laatste dagen ge
weest?"
„Aan 't prospecteeren," zeide Erbe.
„Maar u zegt: dokter," riep Lamberg, die
nu tegenover hem en naast Fischer had
plaats genomen, is mijnheer dan dokter?"
„Barbier," antwoordde Erbe, zonder den
minsten trots, en wierp daarbij een vluchti
gen blik naar de nog bijna volle flesch,
maar hier in de mijnen noemen ze mij
dokter."
De kastelein, een Elzasser, was intusschen
aan het tafeltje gekomen om de bestellingen
op te nemen.
„Een mooi land hier, hè?" vatte nu de grif
fier het gesprek op, „een Italiaansch klimaat.
Zijn Edelachtbare zal er pleizier in krijgen
als hij hier zoo'n beetje kijk op het leven
heeft."
„Weet u wat het is, mijnheer Korbel, hier
leeft ieder zoo goed als 't kan, zeide Erbe,
nam een der glazen van tafel en schoof het
naast de flesch van den raadsheer, we kun
nen hier allen heel tevreden leven, ik heb
idee dat er nog wel slechter zaken zijn."
De raadsheer zag meer en meer schuin
zijn buurman aan, vanwege het toegescho
ven glas.
Fischer schonk nu uit zijn eigen flesch Erbe
een glas in, waarop deze zijn rechterhand uit
zijn zak haalde, het glas in een teug leeg
dronk en zijn hand weer terstond op de oude
plaats stak..
„En hoe gaat het in de mijnen?" vroeg nu
Lamberg, die eveneens een flesch besteld
had en voor zich en Binderhof inschonk,
valt 't nogal mee?"
„Het is een tref," antwoordde de griffier.
„Als je een goede plek vindt kan het prach
tig zijn, want er ligt in den omtrek volop
goud. Men kan daarentegen soms lang gra
ven en wasschen voor men iets vindt van
beteekenis."
„Apropos, wasschen"! zeide de raadsheer,
wien het goud maar weinig kon schelen; ze
waren hier in de mijnen, als het dus déir
niet was, waar zou het dan zijn? „Kunt u
me ook het adres geven van een goede
Waschvrouw?"
„Een waschvrouw?" lachte Fischer.
„Waarom niet?" We hebben hier van alles,
alleen maar een beetje anders dan bij ons
thuis. Hier is 't een zwarte die wit goed
wascht. Vraag u morgen maar naar Old
Tomlins; in elke tent kunnen ze u terecht
helpen."
„Dank. u," zei de raadsheer, en schonk
zijn glas weer vol, zonder naar dat van zijn
buurman om te zien.
Wordt vervolgd.