Brieven uit Frankrijk. Oe Gouddelvers. BUITENLAND Tweede Blad 17 Mei 1923 feuilleton. Mr. P v. S. Tïet Engelsch-Russisch geschil: een verklaring van Krassin. Krasse maatregelen in het bezette gebied. De inspectiereis van den Engelschen luchtminister. De overstrooming in Hotsprings. Onder de Telegrammen: De staking in België; de reizigers uit Neder land zijn gisteren te Antwerpen gestrand; de trein is echter in den nacht over Brussel naar Parijs doorgestoomd. Duitschland zal nogmaals een aattbod doen. Het Kamerdebat over de Belgische spoorwegstaking. EEN ONDERHOUD MET MAXIMILI- AAN HARDEN. GEM. BUITENL. BERICHTEN. KERK EN SCHOOL Diocesane Katholiekendag in 't Bisdom Haarlem. DE INWIJDING VAN „LES EPARGES." 4 Het is waar: dagelijks worden wij nog her- unerd aan den grooten oorlog, die reeds meer dan vier jaren achter ons ligt, en waar van de naweeën zich onverflauwd doen ge voelen, maar toch, hoeveel sterker rijst tel kens dat beeld van verschrikking weer voor ons op, als wij ons bevinden te midden van die verwoestingen, door menschenhanden aangericht en dwalen over de slagvelden, se dert 1918 nog zoo weinig van uiterlijk veran derd. Hoeveel droeve herinneringen worden weer opgewekt bij het zien van die tallooze doodenakkers, waar slechts eenvoudige krui zen, rij aan rij, ons vertellen van het leed in die gebieden geleden. De droeve ruïnes, de onveranderd geble ven loopgraven, de nog niet weggenomen ijzerdraadversperringen dat alles blijft de herinnering wakker houden aan die dagen van bloedigen strijd. Onze weg heeft in de afgeloopen weken andermaal gevoerd naar die streken van ver schrikking en wel naar een dorpje het meest teteisterde wellicht uit de omgeving „les iparges," Groot was het niet voor den oor log, nauwelijks een 20 tal huizen vormden het gehucht en het aantal inwoners bereikte de 100 niet, maar hoe klein ook, weinig dorpen hebben meer geleden dan dit. Geen eene steen is er op den andere ge bleven, de bevolking is verspreid, alleen de pastoor is de jaren door, dat plekje grond, trouw gebleven. En nog zouden hoogstwaar schijnlijk die vroegere inwoners van „les Eparges" elders een heenkomen moeten zoe ken, indien niet onze landgenooten, de heer en mevrouw v. Wezel den opbouw moge lijk hadden gemaakt. Het is aan hun vrijge vigheid te danken, aan een gift van 500,000 fres, door hen ter beschikking gesteld van het comité „du retour au foyer," dat thans de herbouw tot stand is gekomen. De aan leiding ertoe werd ons door den heer J. Asscher in zijn rede bij de inwijding van dit dorp, uiteengezet. Aanstonds na den wapenstilstand, zeide hij, ontving ik bezoek van een vriend en landgenoot, Andries van Wezel, die mede wenschte te werken aan het herstel der ver woeste gebieden en daarvoor een half mil- lioen francs beschikbaar stelde. Hij deed dit gedreven door liefde voor Frankrijk, en ter nagedachtenis van een daar in den oorlog ge sneuvelden vriend. Het dorp „les Eparges" werd daartoe uit verkoren. Noch mevrouw van Wezel, die ipocdig na deze schenking, waaraan zij zoo van harte had deelgenomen, kwam te over lijden, noch de heer van Wezel, die stierf op de reis welke hem naar de eerste steen legging zou voeren, hebben getuigen mogen zijn van de resultaten hunner vrijgevigheid. De plechtige inwijding heeft plaats gevon den op Zondag 29 April 1.1. door den minister der verwoeste gebieden Charles Reibel, in tegenwoordigheid van onzen gezant Jhr. Loudon, familieleden van den heer Wezel het Fransch en Nedcrl. Comité „du retour au foyer," enkele Ned. correspondenten te Pa rijs, waaronder de uwe het voorrecht had te behooren, en een breede schaar van belang stellenden uit „les Eparges" en de naaste om geving. Reeds Vroeg in den morgen verlieten wij Parijs, ongeveer 20 in getal, waaronder de genoemde ministers, om per expresse, waarin een speciaal salonrijtuig was' opge nomen, ons naar Verdun te begeven. Van daar uit werd de tocht, die ongeveer 2 uren vorderde, per auto naar het herstelde dorp voortgezet. De ontvangst droeg een karakter van eenvoud, en hartelijkheid, zoo passend bij de plechtigheid, die stond te voltrekken, cn die in deze omgeving vol droeve herinne ringen, niet naliet een diepen indruk te ma ken. Redevoering en werden uitgesproken door den burgemeester van het herrezen dorp en door den heer Joseph Asscher, die door den heer van Wezel bij zijn leven was aan gewezen tot uitvoerder van zijn menschlie- vend plan. Minister Reibel voerde daarop het woord dankzeggend aan den edelen schen ker voor hetgeen door hem is verricht voor dit dorp waar zich de hevigste gevechten in 0914 en 1915 hebben afgespeeld, eerst tot fust komend in 1918. Hij heeft uit naam der Fransche regeering het ridderkruis van het legioen van eer aan de aanwezige familie overhandigd, het kruis, als onderscheiding aan den overledene na zijn dood verleend. Minister Reibel heeft op de meest hartelijke wijze onzen gezant dank gezegd voor zijn aanwezigheid hem zijn erkentelijkheid be tuigd voor het vele door Jhr. Loudon's be middeling voor Frankrijk gedaan, zijn vreug de te kennen gevend op dezen dag de Fran- sche en Nederlandsche vlag vereenigd te zien bij een werk van herstel en rechtvaardig heid. Nadat een der familieleden van den heer van Wezel, woorden van dank had gespro ken voor de hulde hier bewezen, hield onze gezant jhr. Loüdon, een rede, waaruit we derom bleek, hoe groot zijn liefde voor Frankrijk is, hoe hij oprecht meevoelt met de ellende en de smart door het Fransche volk geleden. Ook hij wees op de beide vlag gen hier vereenigd, waarvan de kleuren, het rood, het wit en het blauw dezelfde zijn, en op de sympathie, die ook in Holland voor Frankrijk wordt gevoeld. Hierop werden de nieuwe woningen, een 12-tal, dat tot 18 zal aangroeien, in oogen- schouw genomen. Ruim en sterk gebouwd voldoen zij volkomen aan de eischen in de ze streken voor huisvesting gesteld. Wij hadden echter gaarne gezien dal zij ook uiterlijk een echt Hollandsch karakter hadden gedragen, niet alleen aan practische maar ook aan schoonheidseischen hadden voldaan. Het Hollandsche dorp te Lens heeft in deze zulk een goed voorbeeld gegeven. De vreugde echter waarmede zij door de dorpelingen zijn in ontvangst genomen, het doel dat door dezen bouw is bereikt de ver spreide kudde wederom op de plaats harer geboorte te verzamelen, vergoeden ruim schoots het gemis aan architectonische schoonheid. Inderdaad, de kudde, van „les Eparges" was verspreid. De geestelijke herder, de pas toor van dit gehucht en van vijf omliggende gemeenten, heeft het mij op treffende wijze verteld, terwijl hij mij zijn kleine noodkerkje in oogenschouw liet nemen. Plaats ontbreekt mij u te verhalen van alles wat deze heldhaf tige en door zijn parochianen hoog vereerde geestelijke, zelf met zijn kudde heeft door gemaakt. Een klein beeld er van geeft de rede door hem op het kerkhof gehouden, nadat het dorp bezichtigd en de eerewijn was aangeboden. Hij herinnerde er aan op den doodenakker, dat in deze omgeving meer dan 50.000 doo- den, bekenden en onbekenden liggen begra ven. Met enkele woorden teekende hij ons het beeld van moreele en lichamelijke ellen de in al die jaren geleden, op de plaats die hij in al dien tijd niet heeft verlaten. Aangrijpend was zijn korte toespraak, in drukwekkend het in diepe stilte aanhoorde „de profundis," door hem tenslotte aangehe ven. Deze plechtigheid op dien door bloed ge- drenkten cn gewijden grond, was wel de meest aangrijpende van dezen dag. Een krans werd namens de leden der Ned. Kolo nie te Parijs op het kerkhof neergelegd; ter wijl zoowel minister Reibel als Jhr. Loudon bloemen op het kerkhof achterlieten. Na een verblijf van enkele uren moesten wij „les Eparges" wederom verlaten om dien zelfden avond Parijs te kunnen bereiken. Enkele oogenblikken werden nog in Ver dun doorgebracht, waar een korte plechtig heid op de prefectuur plaats vond, een be zoek aan de Citadel en het door Nederland aangeboden monument werd gebracht. Ongetwijfeld hebben allen, die dezen dag hebben medegemaakt, de overtuiging met zich genomen, dat de heer Van Wezel een hoogst nuttig werk heeft verricht en dat de dank van de inwoners van les „les Eparges" ontzaglijk groot is. Die dankbaarheid zal blijven voortleven in het herstelde dorp, vooreerst jegens den milden gever, maar ook jegens hen, die zijn uitersten wil zoo uitstekend hebben ten uit voer gelegd. Hun namen, die van de heeren Joseph en Louis Asscher en den heer v. Maasdijk, heetf nen hier vastgelegd. Nederland, dat gedurende en na den oor log zooveel landen tot steun is geweest, heeft op 29 April 1.1. wederom getoond zijn naam op dit gebied hoo£ te houden. Evenals „Lens" is thans „les Eparges" daarvan de blijvende getuigenis. Parijs, 9 Mei 1923. HET ENGELSCH-RUSSISCHE GE SCHIL. De politiek der Engelsche regeering ten opzichte van de handelsovereenkomst met Rusland, zoo meldt een draadloos bericht, kan het best samengevat worden in dat deel der rede van Mc Neill waarin hij zeide „Wij wenschen deze overeenkomst niet te vernietigen, integendeel, wij zijn er op uit haar te doen eerbiedigen". In zijn overzicht van het uitgebreide feitenmateriaal, waaruit blijkt hoe Rusland gedurende langen tijd de toezeggingen heeft verbroken, wees hij er op, hoeveel geduld Engeland aan den dag heeft gelegd en dat men de regeering eerder tou moeten verwijten werkeloos te zijn ge bleven terwijl de Engelsche belangen op het spel stonden, dan haar te beschuldigen over haast te werk te zijn gegaan. De regeering had zooveel ondervinding van onderhande lingen met Rusland opgedaan, dat zij er niet aan dacht zich opnieuw te laten verleiden tot nieuwe besprekingen. Krassin, die het debat in het Lagerhuis bijwoonde, deelde later in een onderhoud met de Manchester Guardian mede, dat hij gaarne een onderhoud met Lord Curzon zou willen hebben in verband met verzekeringen, die hij zou willen geven. In een beschouwing over het debat over de Russische aangelegenheden in het Lager huis zegt de Times De Sowjet-regeering kan niet erkend worden, tenzij zij de regelen, waarop zij gegrondvest is, vaarwel zegt en de oeconomische en moreele basis aanvaardt van andere beschaafde naties. De Daily Ecpress zegt Er schijnt geen reden te zijn, waarom geen bevredigende regeling te bereiken zou zijn. Wat men ook van de zedelijke opvattingen en het karakter van de Sowjet-regeering denken moge, zij toont althans het verlangen om een regeling te bespoedigen. De „Daily Chronicle" schrijftDe belan gen van Engeland en Rusland zijn voor beide landen veel te uitgebreid dan dat zij kunnen voortgaan elkaar mis te verstaan. De bestaan de handelsovereenkomst behoort aangevuld te worden met verdere overeenkomsten. Volgens de Nakanune zou Krassin aan eer> harer medewerkers het volgende verklaaid hebben over de Engelsch-Russische betrek kingen „Een der voornaamste oorzaken van den Britschen aanval op Rusland is de ontevre denheid, die in Engeland bestaat naar aan leiding van het feit, dat Rusland begonnen is graan uit te voeren. Op het oogenblik is reeds 27 millioen poed uitgevoerd en wanneer de oogst meevalt, zal deze hoeveelheid wor den opgevoerd tot twee honderd millioen poed. De invoer van Russisch graan, hout, vlas en andere grondstoffen in de West-Eu- ropeesche landen, en speciaal in Engeland zou kunnen medewerken om het leven goed- kooperjte maken, maar dit argument stuit af op 't plan van lord Curzon en zijn getrouwen om Rusland een slag toe te brengen op het oogenblik waarop zich teekenen van econc- 1 mische herstel in dit land vertoonen. De i stemming in Rusland is rustig en afwachtend. I De moreele positie van de sowjet-regeering is absoluut onaantastbaar en zij is voorbe reid op alle mogelijkheden." UIT HET BEZETTE GEBIED. De hoofddirecteuren Elsche en Potlof van de Rheinischen Metallwaren und Maschinen- fabrik te Dusseldorf zijn gisteren na drie we ken in hechtenis te hebben doorgebracht, vrijgelaten. Naar de Kölnische Zeitung uit Frankfort verneemt zijn behalve de kleurstofffabrieken te Höchst ook de ondernemingen van de groote bouwers Bischerhoff und Widmann bij Mainz bezet. In de kleurstoffabrieken te Höchst ligt sedert de stremming van den uit voer voor een enorme waarde aan producten ten vervoer gereed. Men vermoedt, dat de Franschen die willen wegvoeren. Dinsdagmorgen zijn bii den opper-bur- gemeester 3 officieren en 20 manschappen verschenen, die hem meedeelden, dat de stad voortaan een sterkere en blijvende be zetting zal krijgen. Daartoe zijn 3 bataljons bestemd, waarvan er een terstond en de twee andere binnenkort zullen aankomen. Het eerste bataljon zal op het vliegveld waar de vroeger door de veiligheidspolitie betrok ken gebouwen staan worden ondergebracht, het tweede in het naar Bismarck genoemde stadsgedeelte en het derde in de buurt van het centraal-station. De Belgen hebben den spoorweg Loehne- Gelsenkirchen-Bismarck in de richting Dor- tenWenterdeck tot aan den straatweg Gladbeck-Oost naar Dorten bezet. Ket sta tion Gladbeck-Oost zelf is onbezet gebleven. Door deze bezetting is het kolenvervoer voor de Duitschers uit deze streek onmogelijk geworden. Bovendien loopt ook de melk- aanvoer naar het industrie-gebied door deze bezetting gevaar. Verscheidene arbeiders die zich op den weg bevonden, ondervonden veel last van de Belgische soldaten, daar zij de banden van de fietsen der arbeiders door sneden. Te Horne hebben de Franschen den eigenaar van een bekenden sigaren-handel gelast binnen 3 dagen zijn winkels te ont ruimen, daar deze voor den verkoop van Fransche dagbladen, boeken en tijdschriften zullen worden ingericht. De Belgen hebben Dinsdag met machine geweren en tanks de chemische fabrieken van Wedekind bezet. De directie heeft de door de bezetting geëischte levering van producten geweigerd. De arbeiders moesten de fabriek verlaten. De meesten hunner hebben besloten, het werk eerst te hervatten als de Belgen weer zijn weggetrokken. DENEMARKEN EN DE ROERBEZET TING. Het Deensche koopmansgilde en de nij- verheidsraad hebben besloten een vertegen woordiger naar het Roergebied te zenden ter behartiging van de Deensche handelsbe langen. Hij zal de Deensche kooplieden hel pen bij 't verkrijgen van de noodige uitvoer- consenten en de betaling van de uitvoer rechten die de Franschen heffen. Een medewerker van het Hbld. heeft een onderhoud gehad met den heer Maximiliaan Harden, die, na kortelings eenige lezingen in de voornaamste steden des lands te heb ben gehouden, te Noord wij k-aan-Zee ver toeft om daar nog wat rust te genieten al vorens over enkele dagen naar Berlijn terug te keeren. Harden is nog steeds niet volkomen genezen van de acht wonden, die hij bijna een jaar geleden bij den te Berlijn op hem ge- pleegden aanslag heeft opgeloopen. Harden vertelde over zijn plannen o.m.t Hier in Nederland heeft hij veel gewerkt, tal van schetsen geschreven, o.a. over Sarah Bernhardt en over onderwerpen van den dag, die hij wellicht zal laten bundelen. Maar zoodra hij te Berlijn terug is, zal hij de uit gave van zijn „Zukunft" hervatten, welke sedert October 1.1. is gestaakt. De jongste politieke gebeurtenissen geven hem veel stof tot schrijven. Op de vraag hoe Harden den huidigen staat van zaken beoordeelt, verklaarde hij dat de laatste nota van Poincaré, in antwoord op de Duitsche schadevergoedingsvoorstellen, helaas, voor de Duitschers afdoende is ge weest. Duitschland is zijn verplichtingen niet nagekomen in de mate, waarin het dit inderdaad had kunnen doen. Dit komt om dat de Duitsche leiders van meet af aan het Duitsche volk hebben gesuggereerd dat het verdrag van Versailles in zijn geheel onuit voerbaar, onrechtvaardig is. Natuurlijk is een vredesverdrag in zooverre altijd onrechtvaar dig dat het den overwonnene gedicteerd is, die het stellig niet zou hebben aanvaard als hij niet in de noodzakelijkheid daartoe had verkeerd Maar het is onjuist te zeggen dat het verdrag van Versailles in al zijn bepalin gen onrechtvaardig en onuitvoerbaar is. Het Duitsche volk is thans van dit denkbeeld zóó doordrongen, dat het zich verbeeldt dat het niets kan nakomen, terwijl het in wer kelijkheid misschien 25 pet. niet kan nako men. Laat het dus eerst maar eens 75pct. uitvoeren, dan kan er wellicht over die over blijvende 25 pet. nog worden gepraat.... Of de actie in het Roergebied den Fran schen ooit zal gelukken? Ik vermoed van wel, al zal het lang duren. Wij zijn ten slotte niet in staat een tegenstand vol te houden, die millioenen per dag kost. De Franschen hadden gedacht dat het gemakkelijker zou loopen, maar ze trekken aan het langste eind. 't Is een fout geweest van onze regeering om altijd te trachten steun bij Amerika of Enge land te zoeken in plaats met eigen scherp omlijnde voorstellen rechtstreeks naar Frank rijk te gaan. Ze had dan concessies moeten doen, dat spreekt van zelf en de regeering van Cuno, den voormaligen Kaiserlichen Geheimrat, die alleen in den zadel wordt ge houden door de steeds nieuwe „Einheits- fronten", welke er ten onzent worden opge richt, zal daartoe niet sterk genoeg zijn. Trouwens, zou op het oogenblik niet elke regeering, die tot concessies bereid was, een regeering van zelfmoordenaars zijn? Feitelijk is het schadevergoedingsvraag- stuk niet de kwestie, waar het om gaat, het vormt er maar een onderdeel van. Een groo te, ingrijpende hervorming van Europa moet het einddoel wezen. Engeland behoort, zoo als ik reeds in mijn lezingen betoogde,eigen lijk niet meer tot de Europeesche mogend heden zijn belangen zijn ten nauwste met die van Amerika saamgeweven en deze beide landen vormen een machtig, overheerschend blok. Pas toen in de geschiedenis de afzon derlijke Amerikaansche staten elkander bij kans verslonden hadden, was voor Washing- ton het moment gekomen om de Vereenigde Staten van Amerika te grondvesten. Zoo moeten wij ook in de toekomst geraken tot de stichting van de Vereenigde Staten van Europa, waarbij elke staat natuurlijk zijn na tionaliteit en wezen behoudt. Maar om dit te verwezenlijken zijn nieuwe mannen noodig. Hoe kunnen dezelfde mannen, die in den oor log Europa hebben afgebroken, thans een nieuw Europa opbouwen Amerika, dat eerst den oorlog voor de geallieerden heeft ge wonnen en thans groote schuldvorderingen heeft, welke het wel nooit betaald zal krijgen, bedenkt zich wel tweemaal alvorens zich met de Europeesche aangelegenheden in te laten. In vroegere tooneelstukken kwam aan het slot steeds de rijke oom uit Amerika, die zijn portefeuille voor den dag haalde, waarna de schulden konden betaald en de geliefden konden trouwen Maar zoo glad gaat het thans niet meer. Harden verheelde niet dat hij meer van Nederland na den oorlog had verwacht. Het groote moreele prestige, dat ons land volgens hem over de geheele wereld bezit, zou het in staat stellen meer voor de oplossing der huidige problemen te doen. Maar men toont hier thans dezelfde terughoudendheid, welke tijdens den oorlog een deugd was, doch thans remmend werkt. Over het proces-Krupp zei Harden slechts luttele woorden. Hij meende dat zulk een proces feitelijk voor de openbare meening werd gevoerd en minder om der wille van het recht. Eigenlijk behoefde zoo'n proces niet eens plaats te vinden als er maar een of an der verslag van in de krant stond Wat zou zulk een proces anders beteekenen, als de bladen er niets van vertelden....? O'BRIEN OPNIEUW IN HECHTENIS GENOMEN. Toen O'Brien gisteren het gerechtsgebouw wilde verlaten, werd hij opnieuw door amb tenaren van Schotland Yard in hechtenis ge nomen en weggevoerd naar het politie-bureau in Bow Street. DE INSPECTIE-REIS VAN DEN EN GELSCHEN LUCHTMINISTER. Over de inspectie-reis van Sir Samuel Hoare, den Engelschen luchtminister, tot be zichtiging van de inrichtingen voor de ver schillende luchtroutes, wordt nog gemeld Hij zou gisteren uit Croydon naar Rotter dam vertrekken en den nacht in den Haag overblijven. Van Rotterdam zal hij met zijn begeleiders naar Brussel vliegen, waar hij tot Zondag zal vertoeven om zich naar Keulen te begeven, waar hij de gast zal zijn van den bevelhebber van het Engelsche Rijnleger, generaal Godley. Van Keulen zal hij naar Parijs vliegen, waar hij de Fransche auto riteiten van het luchtwezen zal ontmoeten. De datum van zijn terugkeer te Londen staat nog niet vast. Het is de eerste maal, dat een minister Engelschman of buitenlander gebruik maakt van de luchtwegen om ver schillende steden op het vasteland te bezoe ken. DE STAKING IN BELGIE. Gisteren voor het eerst zijn er goederen treinen, ten getale van vijf uit Antwerpen vertrokken, dank zij de hulp van de gemo biliseerde spoorwegbataljons. Het nationale comité van den Bond van strijders heeft een motie aangenomen, waarin het protesteert tegen de rol, die de regeering tegenover de reservisten gespeeld heeft. Het leger, zoo wordt er in de motie gezegd, is gemaakt om het gebied te verdedigen en niet om zich te mengen in binnenlandsche, zuiver economische conflicten. DE OVERSTROOMING TE HOT n SPRINGS (ARKANSAS V. ST). Latere berichten over de wolkbreuk en de branden te Hot Springs, in den staat Arkan sas, toonen aan, dat het aantal slachtoffers waarschijnlijk niet groot is, en dat de eerste berichten daaromtrent overdreven zijn ge weest. VLIEGONGEVAL. Bij Horten (Noorwegen) is een vliegtuig van de marine door het breken van den linkervleugel van 300 M. hoogte in zee ge stort. De vliegers, luitenant Wig en Geelmuyden en een passagier zijn omgekomen. De Rockefeller-Foundation heeft haar tiende jaarrapport uitgegeven. Daaruit blijkt, dat de stichting sinds 14 Mei 1913 toen zij in het leven werd geroepen76.758.000 heeft uitgegeven. Het doel van de stichting is „het welzijn der menschheid, overal in de wereld, te bevorderen", maar de Foun dation specialiseert toch in hoofdzaak in de bevordering van hygiëne en medisch onder wijs. Onder de uitgaven vinden wij de volgende vermeld Openbare gezondheidszorg 18.189.000 medisch onderwijs 24.717.000; ondersteu ning van oorlogsslachtoffers $22.299.000 andere filantropie 10.446.000admi nistratiekosten 1.107.000. B Volgens den Amerikaanschen senator Moses, die van een reis door Europa terug is in de plaats zijner inwoning, Concord in New Hampshire, had het hem zeer getroffen, dat bijna iedereen in Europa alles schijnt te verwachten van de hulp en de vrijgevigheid van de Ver. Staten. Het had den senator al leronaangenaamst getroffen, dat iedereen in Europa den mond vol heeft van wat de Ver. Staten moeten doen, wat hun plicht is tegen over Europa, de wereld en zichzelf enz. Over den Volkenbond was hij al heel slecht te spreken. Hij vond het een prachtige instelling om onvermogende Engelsche jon gelui van goede familie aan een positie te helpen. De Ver. Staten zullen er niet aan meedoen. Het Amerikaansche volk had er zich tegen verzet, dat de V.St. door de voordeur tot den Volkenbond toetraden, maar nu zullen de V. St. ook niet door het luik van den kolenkelder naar binnen kruipen. De bladen van Hearst (anti-Britsch) deelen mee, dat België geweigerd heeft om zelfs maar met de Ver. Staten in gedachten- wisseling te treden over de betaling van de 450.000.000, die het aan de Unie ver schuldigd is. De Belgen zouden indien men de Hearst-pers mag gelooven zich beroepen op een overeenkomst met ex- president Wilson, te Parijs, waarbij België van de verplichting tot betaling ontheven werd. In regeeringskringen te Washington is men van oordeel ,dat niet Wilson, doch uitsluitend het Congres, aan België onthef fing van betalingsplicht zou hebben kunnen geven. Ook heet het, dat president Harding gekant is tegen schrapping van de schuld der Belgen aan de Ver. Staten. Te Jackson, in den Staat Mississippi, heeft een vergadering plaats gevonden van negers, die tot de toonaangevende vertegen woordigers van hun ras behooren. Zij stelden een verklaring op waarin zij constateerden dat „de uittocht van neger-werklieden uit de zuidelijke naar de noordelijke staten der Unie, te wijten is aan de overtuiging dat in den staat Mississippi de neger zijn leven niet veilig acht." Als een tweede aanleiding wordt het feit genoemd, dat de vertegenwoordigers van de Zuidelijke Staten in het Congres te Washing ton de wet tegen het lynchen hadden doen mislukken, „hetgeen de negers in de over tuiging heeft gebracht, dat het Zuiden on wrikbaar besloten is de lynchwet en de ge weldenarij van het gepeupel te bestendigen. Ook werd als grief genoemd, dat het on derwijs aan negerkinderen werd achterge steld bij dat van de kinderen der blanken. Wij hebben dezer dagen gemeld dat de als Amerikaansch burger genaturaliseerde Rus Noah Lerner, in hechtenis is genomen wegens het plegen of medeplichtig zijn aan den gruwelijken bomaanslag in Wallstreet op 16 Sept. 1920, waarbij 28 personen het leven verloren en een stoffelijke schade werd aangericht van 2,500,000. De New York- sche politie heeft thans aanwijzingen in haar bezit, dat Lerner den nacht vóór de bomont ploffing aanwezig is geweest in een New Yorksch hotel, waar dien nacht ook 12 of meer andere mannen en vrouwen van de daad zich bevonden. Er zal nu worden ge tracht, uit te maken of deze lieden dien nacht in dat hotel hebben geslapen of er enkel maar hebben vergaderd om de laatste hand te leggen aan de voorbereiding van het complot. Ook is het naar de New Yorksche politie meent mogelijk dat zij enkel in het hotel geweest zijn om een alibi te hebben. Binnenkort zullen er driehonderdvijftig Engelsche jongens, uitgenoodigd door den Britschen bond tot steun, in Frankrijk de steden en dorpen in het verwoeste gebied bezoeken, wier lot Engelsche steden zich hebben aangetrokken. Naar uit Dijon aan de Matin wordt gemeld worden er in het departement Cote- d'Or weer wolven waargenomen. In het ge hucht Creusot bij Saint-Thibault zijn er ge zien en in een weide zijn daar drie en-dertig schapen doodgebeten. Volgens de bladen te Tokio is admiraal Hyo Takarabe benoemd tot minister van marine. President Harding heeft nu definitief be sloten zijn plan voor een zomerreis naar de Westelijke staten en Alaska uit te voeren. Hij zal op 20 Juni vertrekken en twee maanden weg blijven. De zeeofficieren, werkzaam aan het Amer. dept van marine, te Washington, dra gen voortaan niet langer de uniform maar po litiek. In het physisch-chemisch instituut in de Bunsenstrasse te Berlijn hehben, naar Wolff meldt, onbekend gebleven dieven vier platina-platen en een schaal ter waarde van 15 millioen mark gestolen. OPLEIDING IN EEN NEUTRAAL ZIEKEN HUIS? Pater Vaal S.J. schrijft in het Orgaan van Den Bond van R. K. Ziekenverpleegsters: Wanneer wij aandachtig nagaan, wat er al vóór en tegen over de opleiding in neu trale ziekenhuizen in het midden wordt ge bracht, dan wil het mij voorkomen, dat men allengs op zijwegen verdoold raakt. Wat toch zien wij gebeuren? De vraag o! voor onze R. K. verpleegsters de opleiding in een neutraal ziekenhuis nadeeiing is, wordt te veel afhankelijk gesteld van afzon derlijke gevallen cn persoonlijke gemoeds gesteltenis. Daar wordt onderscheid gemaakt tusschen een meisje nog onervaren komend uit het godsdienstig gezin en een, dat het werkelijke leven van nabij reeds leerde ken nen. Men spreekt van een meisje, dat, zwak van karakter, mischien niet bestand is tegen de aanstormende gevaren en een, dat krach tig in geloof en deugd in staat is pal te blij ven in den strijd. Men kent gevallen van lie ren geloofsmoed uit neutrale ziekenhuizen en van zwakheid na opleiding bij Religieuzen er omgekeerd. Maar daarmede kan onmogelijk de kwes tie worden opgelost; men dwaalt daarmev van de hoofdlijn af. Men moet naar onze meening deze kwes tie principieel tot klaarheid brengen. Waar om is het nadeelig voor onze meisjes-ver. pleegsters opgeleid te worden in een neu traal ziekenhuis? Alleen reeds omdat hek neutraal is en dan blijve maar buiten be schouwing wat in vele gevallen onder dat vriendelijke woord practisch verstaan moe) worden. Een meisje, dat hare idealen hoog uit draagt, dat bereid is offers te brengen vooi de lijdende menschheid, kan onmogelijk is een neutraal ziekenhuis leeren die echte Roomsche ziekenverpleging, dat heerlijke werk van barmhartigheid, zooals Christut zelf het heeft geprezen en aanbevolen. Want in een neutraal ziekenhuis is het lichaam alleen doel, voor een ras-echt» Roomsche ziekenverpleegster huist er in dat wrakke, wegkwijnende lichaam van den patiënt nog een ziel. Het is de geheele mensch, met lichaam maar ook met ziel, dit aan hare zorgen wordt toevertrouwd. Heeft zij een andere opvatting, dan kan dit een prijzenswaardige uiting zijn van me delijden, zij streeft echter niet naar dit idieele ziekenverpleging van den echten Ka tholieken geest. Niemand zal durven be weren, dat onze R. K. meisjes in een neu traal ziekenhuis van dien verplegingsgcest zullen doortrokken \vorden. Maar dan volgt daaruit met onverbiddelijke logica, dat de opleiding in een neutraal ziekenhuis te ver werpen is. Want verliezen wij vooral niet uit hel oog, dat de kwestie gaat over de opleiding, niet over het verblijf in een neutraal zieken huis nadat men een flinke degelijk roomsche verpleegster is geworden. Daar is een stervende, een mensch, ge schapen om God te dienen, een mensch, die weldra rekenschap zal moeten afleggen over zijn levensdaden. Welk een heerlijke daad iï hier voor de katholieke ziekenverpleegster weggelegd. Niet alleen het lichaam, maar ook de ziel moet het voorwerp van haar liefderijke zorg zijn. Zonder te preeken, zonder te forceeren, zender te stooten moet zij met tact het hare bijbrengen om die ziel den hemel binnen to leiden. Maar de patiënt is niet katholiek, is ongeloovig! Dan dringt haar taak des te meer. Wij geven slechts een voorbeeld. Hoe rijk is in dit opzicht de werkkring van een R. K. verpleegster! Dit contact met de zielen leert men niet uit boeken, noch uit gesprekken, maar uit het voorbeeld van anderen. Onmo gelijk dit jn een neutraal ziekenhuis te lee ren. Wij willen in geenen deele ontkennen, dat de verzorging in een neutraal zieken huis niet uitstekend is. Schrijver deze» heeft acht weken als patiënt gelegen in zulk een ziekeninrichting en heeft niets dan lof voor directrice en verpleegsters voor hunnf uitstekende verzorging. Maar onze R. K. meisjes opleiden in hetgeen wij ons als ide aal van ziekenverpleging voorstellen, kan men er niet. Onze ziekenverpleging kan nief neutraal zijn. In de vergadering van het Algera^., Comité voor de Diocesane Katholieken dagen in het bisdom Haarlem, gehouden te 's-Gravenhage op 15 Mei j.l., werden in het hoofdbestuur gekozen: in de vacature pastoor L- H. J. Beysens, de heer E. N. V. Quant te 's-Gravenhage; in de vacature-v. Nieuwkuyk, de heer Mr. J. H. M. Stieger te Goes, terwijl de voorzitter, de heer Mr. J. N. J. E. Heerkens Thijssen te Haarlem, die herkiesbaar was, herkozen werd. Medegedeeld werd, dat op 11 September a.s. te Hoorn, een Diocesane Katholieken dag zal worden gehouden, waar aan dt orde komt het onderwerp: Christelijke Naastenliefde. In de Eerste Sectie zal het onderwerp Christelijke Naastenliefde van Mensch tot Mensch worden ingeleid door den heer Dr. L. N. Deckers, te 's-Gravenhage, terwijl daar als voorzitter zal optreden de Zeer- Eerw. Heer pastoor Th. J. Gielen van Lutjebroek; in de Tweede Sectie (voorzitter do heer N. Dekker te Obdam), wordt door Prof. Dr. L. Steger het onderwerp de Christelijk Naastenliefde in het Huisgezin, ingeleid; in de Derde Afdeeling, waar als voorzitter zal optreden Mr. A. J. M. Lees berg te Alkmaar, zal de ZeerEerw. Heer L. H. Perquin O.P., pastoor te Amsterdam, inleiden het onderwerp: Christelijke Naas tenliefde in het Maatschappelijk leven. Z. D. H. de Bisschop van Haarlem, die al» gebruikelijk den Katholiekendag zal inlei den met een H. Mis, op nader te bepalen uur, zal de Algemeenc Vergadering bijwo nen, waar de ZeerEerw. Heer Pastoor J. G. v. Kelclchoven te Amsterdam, het ond»' werp in zijn geheel bespreken zal. TILBURGSCHE MISSIEWEEK. Te Tilburg wordt einde Mei een Indische Missieweek gehouden. Tevens wordt van 27 Mei tot 3 Juni een grootsche huldiging van den Tilburgschen priester-missionaris Petrus Donders voorbereid. In die week worden minstens 30.000 be zoekers verwacht. 24. „Gemeene kerel," bromde hij tusschen de landen; maar het aangelegde geweer boe- temde hem voortdurend ontzag in. Met een wanhopigen sprong krabbelde hij tot den rand van den dam en bevond zich nu tegenover een reusachtigen kerel, die hem eveneens met geveld geweer op- Wachtte. „Goeden avond!" zei de reus, en de raads heer merkte nu tot zijn verbazing dat van dien reus het fijne stemmetje afkomstig was. „Wat moet je hier eigenlijk bij nacht en ontij?" „Ik?" riep de gevangene nu, zeer liep beleedigd, want zeker gevoel zeide hem dat hij hier voor zijn persoon niets tc vree ten had. „Mooie manier van doen, als je van iemand iets weten wilt.... Ik vraag uw schildwacht hoe ik loopen moet.... ant woord: Een, twee, drie, en het geweer aange legd. Mooie manier." „De schildwacht deed zijn pli ht. Zeg, waar moet u heen?" „Naar mijn tent,'1 antwoordde de raads heer. „In 't donker verkeerde weg...» dc duivel moge weten waar ik nu terecht geko men ben." „Waar staat uw tent?" „Als ik dat wist, was ik niet hier;" brom de de arrestantvandaag eerst aange komen." .Vandaag? Zoo.... Schulze!" riep de reus. „Schulze kwam, presenteerde het geweer en maakte front, „Schulze, jij bent vandaag op verkenning uit geweest. Weet jij of hier landslui aange komen zijn?" „Ja," zeide Schulze, vier stuks, een en drie." „We zijn met ons vieren," riep de raads heer terstond. „Waar staat hun tent?" „Aan den anderen kant van „het Paradijs," omstreeks tweehonderd pas er vandaan, op een heuveltje." „Schulze ingerukt!" zeide de reus lako- nisch. Schulze maakte rechtsomkeert, en de ser geant zeide: ••Zeg, ga nu weer denzelfden weg op van waar u gekomen bent, dan zult u uw tent wel vinden." „Hm, hm," bromde de raadsheer en schudde het hoofd want hij kon maar niet begrijpen dat hij een verkeerden kant was opgegaan. „Ea mijn pijpekop er bij inge schoten." „Schulze aantreden Neem een fakkel en zoek den pijpekop van mijnheer op." „Dank u vriendelijk goeden avond „Goeden avond 1 Af het geweer marsch 1" Terwijl het garnizoen werd afgelost, daalde de raadsheer in den kuil met gewapen de macht en flambouw op zoek en had het geluk zijn witten pijpekop te vinden. „Hebt u hem „Ja dank u goeden nacht." „Niet te danken. G'n nacht, mijnheer J" De raadsheer wierp een grimmigen blik op het kamp en tippelde nu wéér door nacht en nevel heen naar de stad. Ditmaal vond hij beter den weg en eindelijk, doodmoe van de wederwaardigheden, zijn tent. Alles was in diepe rust, met uitzondering van Binderhof, zijn plaaggeest. „Bent u het, Edel Achtbare?" „Ja. Waar is mijn bed want de raadsheer had de tent nog niet gezien toen ze op orde was. „Ei, ei, ei, raadsheertje mooie dingen. Draait zich van het gezelschap weg, heeft zoo'n slaap, maar gaat den eersten nacht al uit pierewaaien. Raadsheertje, raadsheertje, op uw jeugdi gen leeftijd." „Och, onzin Waar is mijn bed „Ja, onzin," vervolgde di kwelzieke Bin derhof, „wie weet welk lief roodhuidje." „Och loop naar den duivel. Waar is niiin bed „Wacht u maar een oogenblikje," zeide Hufner, die wakker geworden was en midden in den nacht al steeds even beleefd bleef, „ik Zal dadelijk licht maken." Na een paar mis grepen in het duister vond hij eindelijk zwa velstokken en er was licht. De raadsheer vond zijn bed gereed. „Morgen moet u ons toch wat van uw avontuurtje vertellen, Edel-Achtbare," plaagde de onverbeterlijke Binderhof. „Bah, onuitstaanbare kerel," bromde de goede oude, blies met een verwensching het licht uit en binnen weinige minuten lagen allen in zoeten sluimer. XII. DE ALCALDE. De dag brak aan. Er heerschte in de kleine mijnplaatsen de gewone bedrijvigheid. Onze Duitschers waren echter nog volkomen be sluiteloos, waarheen zich te wenden, maar het stond toch vast, dat zij, uitgezonderd de raadsheer, hun geluk gemeenschappelijk zouden beproeven. De raadsheer toch, daar gelaten dat hij op het gezelschap van Binder hof niet gesteld was, had niet zoo'n haast bij het werk. Hij scheen iemand van geld, zoo dat de anderen niet begrepen wat hij eigen lijk in Californië doen kwam maar op alle daartoe strekkende vragen had hij 't zij geen of een nietszeggend antwoor-i gegeven. De vier Duitschers hadden kort na zonsop gang hun ontbijt genomen en zouden hun onderneming beginnen. Lamberg had gisteren zoo ongeveer het terrein verkend en stond nu in beraad. Daar zag hij, dat zich op het terrein eerst enkele, toen steeds meer lieden aan een groeve ver- eenigden waarin Amerikanen werkten, en toen in allerijl in de buurt plekken gingen uitgraven. „Hallo, jongens," riep hij tot de zijnen „daar beneden gaat het goed. Ik wed dat die lui beet hebben. Willen we 't daar óók pro- beeren „Wat kan 't mij schelen," zeide Binderhof onverschillig, ,,'t is mij om 't even waar we beginnen. In alle geval goed dat 't in de buurt van onze tent is." „Aangepakt dus riep Lamberg, „want verzuimen mogen we niet. Edel Achtbare, gE je mee „Geen haast," was het antwoord, „begin desnoods ergens anders." „Oók goed," zeide Lamberg, de pan, het lichtste voorwerp, opnemend. „Binderhof, wees zoo goed, pak jij die twee schoppen op, en jij, Hufner, die houweelen, en nu voor waarts, marsch En, zonder de instemming van zijn collega's af te wachten, ging hij den heuvel af die in de buurt lag. Daar was alles vol ijver in de weer eerst om vierhoekige claims van omstreeks vijf voet lang en vier viet breed af te bakenen. Toen sloegen zij hun houweelen of iets van dien aard in het midden in, als teeken dat op die plek door iemand beslag was gelegd. Lamberg, die de leiding had genomen, had weldra een plek gevonden die hem geschikt voorkwam, en ging toen met Binderhof een eindje verder, naar de Amerikanen, om wijs heid op te doen. Zij kenden geen Engelsch, maar vonden hier gelukkig een ouden bekende, den grif fier Korbel, die blij was hen te zien. „Als de bliksem, haal je gereedschap en begin hier. Je kon niet beter beginnen dan nu, ik heb al mijn plaats bepaald." „Wij ook," zeide Lamberg. „Maar wat is dan hier voor moois Gisteren wou hier nog niemand aan." „Weet u, dat ze hier een stuk goud gevon den hebben van over de twee pond één stuk, zonder een greintje kwarts er in." „Twee pond zei Lambert verbluft. „Een stuk Dat is vierhonderd dollar „En waar dit ligt, ligt meer," riep Korbel, vuur en vlam. „Ik ken de lui., arme lui die ik weet niet hoe lang hier al gewerkt hebben zonder iets te vinden. Vanavond zijn ze mis schien schatrijk." Men ging er heen, men drong en wrong zich door de massa nieuwsgierigen heen, en inderdaad stond daar al de gelukkige vinder met de klomp goud in de hand, het voorwerp van algemeene bewondering en na ijver. Als een loopend vuurtje verspreidde zich de mare, dat op den „rooden grond," zoo heette de plek, zooveel goud gevonoen was.,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1923 | | pagina 5