Brieven uit Frankrijk.
Oe Gouddelvers.
BUITENLAND
Tweede Blad
17 Mei 1923
feuilleton.
Mr. P v. S.
Tïet Engelsch-Russisch geschil: een verklaring van Krassin. Krasse
maatregelen in het bezette gebied. De inspectiereis van den Engelschen
luchtminister. De overstrooming in Hotsprings.
Onder de Telegrammen: De staking in België; de reizigers uit Neder
land zijn gisteren te Antwerpen gestrand; de trein is echter in den nacht
over Brussel naar Parijs doorgestoomd. Duitschland zal nogmaals een
aattbod doen. Het Kamerdebat over de Belgische spoorwegstaking.
EEN ONDERHOUD MET MAXIMILI-
AAN HARDEN.
GEM. BUITENL. BERICHTEN.
KERK EN SCHOOL
Diocesane Katholiekendag in
't Bisdom Haarlem.
DE INWIJDING VAN „LES EPARGES."
4
Het is waar: dagelijks worden wij nog her-
unerd aan den grooten oorlog, die reeds
meer dan vier jaren achter ons ligt, en waar
van de naweeën zich onverflauwd doen ge
voelen, maar toch, hoeveel sterker rijst tel
kens dat beeld van verschrikking weer voor
ons op, als wij ons bevinden te midden van
die verwoestingen, door menschenhanden
aangericht en dwalen over de slagvelden, se
dert 1918 nog zoo weinig van uiterlijk veran
derd. Hoeveel droeve herinneringen worden
weer opgewekt bij het zien van die tallooze
doodenakkers, waar slechts eenvoudige krui
zen, rij aan rij, ons vertellen van het leed in
die gebieden geleden.
De droeve ruïnes, de onveranderd geble
ven loopgraven, de nog niet weggenomen
ijzerdraadversperringen dat alles blijft de
herinnering wakker houden aan die dagen
van bloedigen strijd.
Onze weg heeft in de afgeloopen weken
andermaal gevoerd naar die streken van ver
schrikking en wel naar een dorpje het meest
teteisterde wellicht uit de omgeving „les
iparges," Groot was het niet voor den oor
log, nauwelijks een 20 tal huizen vormden
het gehucht en het aantal inwoners bereikte
de 100 niet, maar hoe klein ook, weinig
dorpen hebben meer geleden dan dit.
Geen eene steen is er op den andere ge
bleven, de bevolking is verspreid, alleen de
pastoor is de jaren door, dat plekje grond,
trouw gebleven. En nog zouden hoogstwaar
schijnlijk die vroegere inwoners van „les
Eparges" elders een heenkomen moeten zoe
ken, indien niet onze landgenooten, de heer
en mevrouw v. Wezel den opbouw moge
lijk hadden gemaakt. Het is aan hun vrijge
vigheid te danken, aan een gift van 500,000
fres, door hen ter beschikking gesteld van
het comité „du retour au foyer," dat thans
de herbouw tot stand is gekomen. De aan
leiding ertoe werd ons door den heer J.
Asscher in zijn rede bij de inwijding van dit
dorp, uiteengezet.
Aanstonds na den wapenstilstand, zeide
hij, ontving ik bezoek van een vriend en
landgenoot, Andries van Wezel, die mede
wenschte te werken aan het herstel der ver
woeste gebieden en daarvoor een half mil-
lioen francs beschikbaar stelde. Hij deed dit
gedreven door liefde voor Frankrijk, en ter
nagedachtenis van een daar in den oorlog ge
sneuvelden vriend.
Het dorp „les Eparges" werd daartoe uit
verkoren. Noch mevrouw van Wezel, die
ipocdig na deze schenking, waaraan zij zoo
van harte had deelgenomen, kwam te over
lijden, noch de heer van Wezel, die stierf
op de reis welke hem naar de eerste steen
legging zou voeren, hebben getuigen mogen
zijn van de resultaten hunner vrijgevigheid.
De plechtige inwijding heeft plaats gevon
den op Zondag 29 April 1.1. door den minister
der verwoeste gebieden Charles Reibel, in
tegenwoordigheid van onzen gezant Jhr.
Loudon, familieleden van den heer Wezel het
Fransch en Nedcrl. Comité „du retour au
foyer," enkele Ned. correspondenten te Pa
rijs, waaronder de uwe het voorrecht had te
behooren, en een breede schaar van belang
stellenden uit „les Eparges" en de naaste om
geving. Reeds Vroeg in den morgen verlieten
wij Parijs, ongeveer 20 in getal, waaronder
de genoemde ministers, om per expresse,
waarin een speciaal salonrijtuig was' opge
nomen, ons naar Verdun te begeven. Van
daar uit werd de tocht, die ongeveer 2 uren
vorderde, per auto naar het herstelde dorp
voortgezet. De ontvangst droeg een karakter
van eenvoud, en hartelijkheid, zoo passend
bij de plechtigheid, die stond te voltrekken,
cn die in deze omgeving vol droeve herinne
ringen, niet naliet een diepen indruk te ma
ken. Redevoering en werden uitgesproken
door den burgemeester van het herrezen dorp
en door den heer Joseph Asscher, die door
den heer van Wezel bij zijn leven was aan
gewezen tot uitvoerder van zijn menschlie-
vend plan. Minister Reibel voerde daarop het
woord dankzeggend aan den edelen schen
ker voor hetgeen door hem is verricht voor
dit dorp waar zich de hevigste gevechten in
0914 en 1915 hebben afgespeeld, eerst tot
fust komend in 1918. Hij heeft uit naam der
Fransche regeering het ridderkruis van het
legioen van eer aan de aanwezige familie
overhandigd, het kruis, als onderscheiding
aan den overledene na zijn dood verleend.
Minister Reibel heeft op de meest hartelijke
wijze onzen gezant dank gezegd voor zijn
aanwezigheid hem zijn erkentelijkheid be
tuigd voor het vele door Jhr. Loudon's be
middeling voor Frankrijk gedaan, zijn vreug
de te kennen gevend op dezen dag de Fran-
sche en Nederlandsche vlag vereenigd te zien
bij een werk van herstel en rechtvaardig
heid.
Nadat een der familieleden van den heer
van Wezel, woorden van dank had gespro
ken voor de hulde hier bewezen, hield onze
gezant jhr. Loüdon, een rede, waaruit we
derom bleek, hoe groot zijn liefde voor
Frankrijk is, hoe hij oprecht meevoelt met
de ellende en de smart door het Fransche
volk geleden. Ook hij wees op de beide vlag
gen hier vereenigd, waarvan de kleuren, het
rood, het wit en het blauw dezelfde zijn, en
op de sympathie, die ook in Holland voor
Frankrijk wordt gevoeld.
Hierop werden de nieuwe woningen, een
12-tal, dat tot 18 zal aangroeien, in oogen-
schouw genomen. Ruim en sterk gebouwd
voldoen zij volkomen aan de eischen in de
ze streken voor huisvesting gesteld.
Wij hadden echter gaarne gezien dal zij
ook uiterlijk een echt Hollandsch karakter
hadden gedragen, niet alleen aan practische
maar ook aan schoonheidseischen hadden
voldaan. Het Hollandsche dorp te Lens heeft
in deze zulk een goed voorbeeld gegeven.
De vreugde echter waarmede zij door de
dorpelingen zijn in ontvangst genomen, het
doel dat door dezen bouw is bereikt de ver
spreide kudde wederom op de plaats harer
geboorte te verzamelen, vergoeden ruim
schoots het gemis aan architectonische
schoonheid.
Inderdaad, de kudde, van „les Eparges"
was verspreid. De geestelijke herder, de pas
toor van dit gehucht en van vijf omliggende
gemeenten, heeft het mij op treffende wijze
verteld, terwijl hij mij zijn kleine noodkerkje
in oogenschouw liet nemen. Plaats ontbreekt
mij u te verhalen van alles wat deze heldhaf
tige en door zijn parochianen hoog vereerde
geestelijke, zelf met zijn kudde heeft door
gemaakt. Een klein beeld er van geeft de
rede door hem op het kerkhof gehouden,
nadat het dorp bezichtigd en de eerewijn
was aangeboden.
Hij herinnerde er aan op den doodenakker,
dat in deze omgeving meer dan 50.000 doo-
den, bekenden en onbekenden liggen begra
ven. Met enkele woorden teekende hij ons
het beeld van moreele en lichamelijke ellen
de in al die jaren geleden, op de plaats die
hij in al dien tijd niet heeft verlaten.
Aangrijpend was zijn korte toespraak, in
drukwekkend het in diepe stilte aanhoorde
„de profundis," door hem tenslotte aangehe
ven.
Deze plechtigheid op dien door bloed ge-
drenkten cn gewijden grond, was wel de
meest aangrijpende van dezen dag. Een
krans werd namens de leden der Ned. Kolo
nie te Parijs op het kerkhof neergelegd; ter
wijl zoowel minister Reibel als Jhr. Loudon
bloemen op het kerkhof achterlieten.
Na een verblijf van enkele uren moesten
wij „les Eparges" wederom verlaten om dien
zelfden avond Parijs te kunnen bereiken.
Enkele oogenblikken werden nog in Ver
dun doorgebracht, waar een korte plechtig
heid op de prefectuur plaats vond, een be
zoek aan de Citadel en het door Nederland
aangeboden monument werd gebracht.
Ongetwijfeld hebben allen, die dezen dag
hebben medegemaakt, de overtuiging met
zich genomen, dat de heer Van Wezel een
hoogst nuttig werk heeft verricht en dat de
dank van de inwoners van les „les Eparges"
ontzaglijk groot is.
Die dankbaarheid zal blijven voortleven in
het herstelde dorp, vooreerst jegens den
milden gever, maar ook jegens hen, die zijn
uitersten wil zoo uitstekend hebben ten uit
voer gelegd.
Hun namen, die van de heeren Joseph en
Louis Asscher en den heer v. Maasdijk, heetf
nen hier vastgelegd.
Nederland, dat gedurende en na den oor
log zooveel landen tot steun is geweest, heeft
op 29 April 1.1. wederom getoond zijn naam
op dit gebied hoo£ te houden.
Evenals „Lens" is thans „les Eparges"
daarvan de blijvende getuigenis.
Parijs, 9 Mei 1923.
HET ENGELSCH-RUSSISCHE GE
SCHIL.
De politiek der Engelsche regeering ten
opzichte van de handelsovereenkomst met
Rusland, zoo meldt een draadloos bericht,
kan het best samengevat worden in dat deel
der rede van Mc Neill waarin hij zeide
„Wij wenschen deze overeenkomst niet te
vernietigen, integendeel, wij zijn er op uit
haar te doen eerbiedigen". In zijn overzicht
van het uitgebreide feitenmateriaal, waaruit
blijkt hoe Rusland gedurende langen tijd
de toezeggingen heeft verbroken, wees hij er
op, hoeveel geduld Engeland aan den dag
heeft gelegd en dat men de regeering eerder
tou moeten verwijten werkeloos te zijn ge
bleven terwijl de Engelsche belangen op het
spel stonden, dan haar te beschuldigen over
haast te werk te zijn gegaan. De regeering
had zooveel ondervinding van onderhande
lingen met Rusland opgedaan, dat zij er niet
aan dacht zich opnieuw te laten verleiden tot
nieuwe besprekingen.
Krassin, die het debat in het Lagerhuis
bijwoonde, deelde later in een onderhoud
met de Manchester Guardian mede, dat hij
gaarne een onderhoud met Lord Curzon zou
willen hebben in verband met verzekeringen,
die hij zou willen geven.
In een beschouwing over het debat over
de Russische aangelegenheden in het Lager
huis zegt de Times De Sowjet-regeering
kan niet erkend worden, tenzij zij de regelen,
waarop zij gegrondvest is, vaarwel zegt en de
oeconomische en moreele basis aanvaardt
van andere beschaafde naties.
De Daily Ecpress zegt Er schijnt geen
reden te zijn, waarom geen bevredigende
regeling te bereiken zou zijn. Wat men ook
van de zedelijke opvattingen en het karakter
van de Sowjet-regeering denken moge, zij
toont althans het verlangen om een regeling
te bespoedigen.
De „Daily Chronicle" schrijftDe belan
gen van Engeland en Rusland zijn voor beide
landen veel te uitgebreid dan dat zij kunnen
voortgaan elkaar mis te verstaan. De bestaan
de handelsovereenkomst behoort aangevuld
te worden met verdere overeenkomsten.
Volgens de Nakanune zou Krassin aan eer>
harer medewerkers het volgende verklaaid
hebben over de Engelsch-Russische betrek
kingen
„Een der voornaamste oorzaken van den
Britschen aanval op Rusland is de ontevre
denheid, die in Engeland bestaat naar aan
leiding van het feit, dat Rusland begonnen
is graan uit te voeren. Op het oogenblik is
reeds 27 millioen poed uitgevoerd en wanneer
de oogst meevalt, zal deze hoeveelheid wor
den opgevoerd tot twee honderd millioen
poed. De invoer van Russisch graan, hout,
vlas en andere grondstoffen in de West-Eu-
ropeesche landen, en speciaal in Engeland
zou kunnen medewerken om het leven goed-
kooperjte maken, maar dit argument stuit af
op 't plan van lord Curzon en zijn getrouwen
om Rusland een slag toe te brengen op het
oogenblik waarop zich teekenen van econc-
1 mische herstel in dit land vertoonen. De
i stemming in Rusland is rustig en afwachtend.
I De moreele positie van de sowjet-regeering
is absoluut onaantastbaar en zij is voorbe
reid op alle mogelijkheden."
UIT HET BEZETTE GEBIED.
De hoofddirecteuren Elsche en Potlof van
de Rheinischen Metallwaren und Maschinen-
fabrik te Dusseldorf zijn gisteren na drie we
ken in hechtenis te hebben doorgebracht,
vrijgelaten.
Naar de Kölnische Zeitung uit Frankfort
verneemt zijn behalve de kleurstofffabrieken
te Höchst ook de ondernemingen van de
groote bouwers Bischerhoff und Widmann
bij Mainz bezet. In de kleurstoffabrieken te
Höchst ligt sedert de stremming van den uit
voer voor een enorme waarde aan producten
ten vervoer gereed. Men vermoedt, dat de
Franschen die willen wegvoeren.
Dinsdagmorgen zijn bii den opper-bur-
gemeester 3 officieren en 20 manschappen
verschenen, die hem meedeelden, dat de
stad voortaan een sterkere en blijvende be
zetting zal krijgen. Daartoe zijn 3 bataljons
bestemd, waarvan er een terstond en de twee
andere binnenkort zullen aankomen. Het
eerste bataljon zal op het vliegveld waar de
vroeger door de veiligheidspolitie betrok
ken gebouwen staan worden ondergebracht,
het tweede in het naar Bismarck genoemde
stadsgedeelte en het derde in de buurt van
het centraal-station.
De Belgen hebben den spoorweg Loehne-
Gelsenkirchen-Bismarck in de richting Dor-
tenWenterdeck tot aan den straatweg
Gladbeck-Oost naar Dorten bezet. Ket sta
tion Gladbeck-Oost zelf is onbezet gebleven.
Door deze bezetting is het kolenvervoer voor
de Duitschers uit deze streek onmogelijk
geworden. Bovendien loopt ook de melk-
aanvoer naar het industrie-gebied door deze
bezetting gevaar. Verscheidene arbeiders
die zich op den weg bevonden, ondervonden
veel last van de Belgische soldaten, daar zij
de banden van de fietsen der arbeiders door
sneden. Te Horne hebben de Franschen den
eigenaar van een bekenden sigaren-handel
gelast binnen 3 dagen zijn winkels te ont
ruimen, daar deze voor den verkoop van
Fransche dagbladen, boeken en tijdschriften
zullen worden ingericht.
De Belgen hebben Dinsdag met machine
geweren en tanks de chemische fabrieken
van Wedekind bezet. De directie heeft de
door de bezetting geëischte levering van
producten geweigerd.
De arbeiders moesten de fabriek verlaten.
De meesten hunner hebben besloten, het
werk eerst te hervatten als de Belgen weer
zijn weggetrokken.
DENEMARKEN EN DE ROERBEZET
TING.
Het Deensche koopmansgilde en de nij-
verheidsraad hebben besloten een vertegen
woordiger naar het Roergebied te zenden ter
behartiging van de Deensche handelsbe
langen. Hij zal de Deensche kooplieden hel
pen bij 't verkrijgen van de noodige uitvoer-
consenten en de betaling van de uitvoer
rechten die de Franschen heffen.
Een medewerker van het Hbld. heeft een
onderhoud gehad met den heer Maximiliaan
Harden, die, na kortelings eenige lezingen
in de voornaamste steden des lands te heb
ben gehouden, te Noord wij k-aan-Zee ver
toeft om daar nog wat rust te genieten al
vorens over enkele dagen naar Berlijn terug
te keeren. Harden is nog steeds niet volkomen
genezen van de acht wonden, die hij bijna een
jaar geleden bij den te Berlijn op hem ge-
pleegden aanslag heeft opgeloopen.
Harden vertelde over zijn plannen o.m.t
Hier in Nederland heeft hij veel gewerkt, tal
van schetsen geschreven, o.a. over Sarah
Bernhardt en over onderwerpen van den
dag, die hij wellicht zal laten bundelen. Maar
zoodra hij te Berlijn terug is, zal hij de uit
gave van zijn „Zukunft" hervatten, welke
sedert October 1.1. is gestaakt. De jongste
politieke gebeurtenissen geven hem veel
stof tot schrijven.
Op de vraag hoe Harden den huidigen staat
van zaken beoordeelt, verklaarde hij dat de
laatste nota van Poincaré, in antwoord op
de Duitsche schadevergoedingsvoorstellen,
helaas, voor de Duitschers afdoende is ge
weest. Duitschland is zijn verplichtingen
niet nagekomen in de mate, waarin het dit
inderdaad had kunnen doen. Dit komt om
dat de Duitsche leiders van meet af aan het
Duitsche volk hebben gesuggereerd dat het
verdrag van Versailles in zijn geheel onuit
voerbaar, onrechtvaardig is. Natuurlijk is een
vredesverdrag in zooverre altijd onrechtvaar
dig dat het den overwonnene gedicteerd is,
die het stellig niet zou hebben aanvaard als
hij niet in de noodzakelijkheid daartoe had
verkeerd Maar het is onjuist te zeggen dat
het verdrag van Versailles in al zijn bepalin
gen onrechtvaardig en onuitvoerbaar is. Het
Duitsche volk is thans van dit denkbeeld
zóó doordrongen, dat het zich verbeeldt dat
het niets kan nakomen, terwijl het in wer
kelijkheid misschien 25 pet. niet kan nako
men. Laat het dus eerst maar eens 75pct.
uitvoeren, dan kan er wellicht over die over
blijvende 25 pet. nog worden gepraat....
Of de actie in het Roergebied den Fran
schen ooit zal gelukken? Ik vermoed van
wel, al zal het lang duren. Wij zijn ten slotte
niet in staat een tegenstand vol te houden,
die millioenen per dag kost. De Franschen
hadden gedacht dat het gemakkelijker zou
loopen, maar ze trekken aan het langste eind.
't Is een fout geweest van onze regeering om
altijd te trachten steun bij Amerika of Enge
land te zoeken in plaats met eigen scherp
omlijnde voorstellen rechtstreeks naar Frank
rijk te gaan. Ze had dan concessies moeten
doen, dat spreekt van zelf en de regeering
van Cuno, den voormaligen Kaiserlichen
Geheimrat, die alleen in den zadel wordt ge
houden door de steeds nieuwe „Einheits-
fronten", welke er ten onzent worden opge
richt, zal daartoe niet sterk genoeg zijn.
Trouwens, zou op het oogenblik niet elke
regeering, die tot concessies bereid was, een
regeering van zelfmoordenaars zijn?
Feitelijk is het schadevergoedingsvraag-
stuk niet de kwestie, waar het om gaat, het
vormt er maar een onderdeel van. Een groo
te, ingrijpende hervorming van Europa moet
het einddoel wezen. Engeland behoort, zoo
als ik reeds in mijn lezingen betoogde,eigen
lijk niet meer tot de Europeesche mogend
heden zijn belangen zijn ten nauwste met
die van Amerika saamgeweven en deze beide
landen vormen een machtig, overheerschend
blok. Pas toen in de geschiedenis de afzon
derlijke Amerikaansche staten elkander bij
kans verslonden hadden, was voor Washing-
ton het moment gekomen om de Vereenigde
Staten van Amerika te grondvesten. Zoo
moeten wij ook in de toekomst geraken tot
de stichting van de Vereenigde Staten van
Europa, waarbij elke staat natuurlijk zijn na
tionaliteit en wezen behoudt. Maar om dit te
verwezenlijken zijn nieuwe mannen noodig.
Hoe kunnen dezelfde mannen, die in den oor
log Europa hebben afgebroken, thans een
nieuw Europa opbouwen Amerika, dat eerst
den oorlog voor de geallieerden heeft ge
wonnen en thans groote schuldvorderingen
heeft, welke het wel nooit betaald zal krijgen,
bedenkt zich wel tweemaal alvorens zich met
de Europeesche aangelegenheden in te laten.
In vroegere tooneelstukken kwam aan
het slot steeds de rijke oom uit Amerika, die
zijn portefeuille voor den dag haalde, waarna
de schulden konden betaald en de geliefden
konden trouwen Maar zoo glad gaat het
thans niet meer.
Harden verheelde niet dat hij meer van
Nederland na den oorlog had verwacht.
Het groote moreele prestige, dat ons land
volgens hem over de geheele wereld bezit, zou
het in staat stellen meer voor de oplossing
der huidige problemen te doen. Maar men
toont hier thans dezelfde terughoudendheid,
welke tijdens den oorlog een deugd was, doch
thans remmend werkt.
Over het proces-Krupp zei Harden slechts
luttele woorden. Hij meende dat zulk een
proces feitelijk voor de openbare meening
werd gevoerd en minder om der wille van het
recht. Eigenlijk behoefde zoo'n proces niet
eens plaats te vinden als er maar een of an
der verslag van in de krant stond Wat zou
zulk een proces anders beteekenen, als de
bladen er niets van vertelden....?
O'BRIEN OPNIEUW IN HECHTENIS
GENOMEN.
Toen O'Brien gisteren het gerechtsgebouw
wilde verlaten, werd hij opnieuw door amb
tenaren van Schotland Yard in hechtenis ge
nomen en weggevoerd naar het politie-bureau
in Bow Street.
DE INSPECTIE-REIS VAN DEN EN
GELSCHEN LUCHTMINISTER.
Over de inspectie-reis van Sir Samuel
Hoare, den Engelschen luchtminister, tot be
zichtiging van de inrichtingen voor de ver
schillende luchtroutes, wordt nog gemeld
Hij zou gisteren uit Croydon naar Rotter
dam vertrekken en den nacht in den Haag
overblijven. Van Rotterdam zal hij met zijn
begeleiders naar Brussel vliegen, waar hij tot
Zondag zal vertoeven om zich naar Keulen
te begeven, waar hij de gast zal zijn van den
bevelhebber van het Engelsche Rijnleger,
generaal Godley. Van Keulen zal hij naar
Parijs vliegen, waar hij de Fransche auto
riteiten van het luchtwezen zal ontmoeten.
De datum van zijn terugkeer te Londen staat
nog niet vast. Het is de eerste maal, dat een
minister Engelschman of buitenlander
gebruik maakt van de luchtwegen om ver
schillende steden op het vasteland te bezoe
ken.
DE STAKING IN BELGIE.
Gisteren voor het eerst zijn er goederen
treinen, ten getale van vijf uit Antwerpen
vertrokken, dank zij de hulp van de gemo
biliseerde spoorwegbataljons.
Het nationale comité van den Bond van
strijders heeft een motie aangenomen, waarin
het protesteert tegen de rol, die de regeering
tegenover de reservisten gespeeld heeft. Het
leger, zoo wordt er in de motie gezegd, is
gemaakt om het gebied te verdedigen en niet
om zich te mengen in binnenlandsche, zuiver
economische conflicten.
DE OVERSTROOMING TE HOT
n SPRINGS (ARKANSAS V. ST).
Latere berichten over de wolkbreuk en de
branden te Hot Springs, in den staat Arkan
sas, toonen aan, dat het aantal slachtoffers
waarschijnlijk niet groot is, en dat de eerste
berichten daaromtrent overdreven zijn ge
weest.
VLIEGONGEVAL.
Bij Horten (Noorwegen) is een vliegtuig
van de marine door het breken van den
linkervleugel van 300 M. hoogte in zee ge
stort.
De vliegers, luitenant Wig en Geelmuyden
en een passagier zijn omgekomen.
De Rockefeller-Foundation heeft haar
tiende jaarrapport uitgegeven. Daaruit blijkt,
dat de stichting sinds 14 Mei 1913 toen
zij in het leven werd geroepen76.758.000
heeft uitgegeven. Het doel van de stichting
is „het welzijn der menschheid, overal in
de wereld, te bevorderen", maar de Foun
dation specialiseert toch in hoofdzaak in de
bevordering van hygiëne en medisch onder
wijs.
Onder de uitgaven vinden wij de volgende
vermeld
Openbare gezondheidszorg 18.189.000
medisch onderwijs 24.717.000; ondersteu
ning van oorlogsslachtoffers $22.299.000
andere filantropie 10.446.000admi
nistratiekosten 1.107.000. B
Volgens den Amerikaanschen senator
Moses, die van een reis door Europa terug is
in de plaats zijner inwoning, Concord in
New Hampshire, had het hem zeer getroffen,
dat bijna iedereen in Europa alles schijnt te
verwachten van de hulp en de vrijgevigheid
van de Ver. Staten. Het had den senator al
leronaangenaamst getroffen, dat iedereen in
Europa den mond vol heeft van wat de Ver.
Staten moeten doen, wat hun plicht is tegen
over Europa, de wereld en zichzelf enz.
Over den Volkenbond was hij al heel
slecht te spreken. Hij vond het een prachtige
instelling om onvermogende Engelsche jon
gelui van goede familie aan een positie te
helpen. De Ver. Staten zullen er niet aan
meedoen.
Het Amerikaansche volk had er zich tegen
verzet, dat de V.St. door de voordeur tot den
Volkenbond toetraden, maar nu zullen de V.
St. ook niet door het luik van den kolenkelder
naar binnen kruipen.
De bladen van Hearst (anti-Britsch)
deelen mee, dat België geweigerd heeft om
zelfs maar met de Ver. Staten in gedachten-
wisseling te treden over de betaling van de
450.000.000, die het aan de Unie ver
schuldigd is. De Belgen zouden indien
men de Hearst-pers mag gelooven zich
beroepen op een overeenkomst met ex-
president Wilson, te Parijs, waarbij België
van de verplichting tot betaling ontheven
werd. In regeeringskringen te Washington
is men van oordeel ,dat niet Wilson, doch
uitsluitend het Congres, aan België onthef
fing van betalingsplicht zou hebben kunnen
geven. Ook heet het, dat president Harding
gekant is tegen schrapping van de schuld
der Belgen aan de Ver. Staten.
Te Jackson, in den Staat Mississippi,
heeft een vergadering plaats gevonden van
negers, die tot de toonaangevende vertegen
woordigers van hun ras behooren. Zij stelden
een verklaring op waarin zij constateerden
dat „de uittocht van neger-werklieden uit
de zuidelijke naar de noordelijke staten der
Unie, te wijten is aan de overtuiging dat in
den staat Mississippi de neger zijn leven niet
veilig acht."
Als een tweede aanleiding wordt het feit
genoemd, dat de vertegenwoordigers van de
Zuidelijke Staten in het Congres te Washing
ton de wet tegen het lynchen hadden doen
mislukken, „hetgeen de negers in de over
tuiging heeft gebracht, dat het Zuiden on
wrikbaar besloten is de lynchwet en de ge
weldenarij van het gepeupel te bestendigen.
Ook werd als grief genoemd, dat het on
derwijs aan negerkinderen werd achterge
steld bij dat van de kinderen der blanken.
Wij hebben dezer dagen gemeld dat de
als Amerikaansch burger genaturaliseerde
Rus Noah Lerner, in hechtenis is genomen
wegens het plegen of medeplichtig zijn aan
den gruwelijken bomaanslag in Wallstreet
op 16 Sept. 1920, waarbij 28 personen het
leven verloren en een stoffelijke schade werd
aangericht van 2,500,000. De New York-
sche politie heeft thans aanwijzingen in haar
bezit, dat Lerner den nacht vóór de bomont
ploffing aanwezig is geweest in een New
Yorksch hotel, waar dien nacht ook 12 of
meer andere mannen en vrouwen van de
daad zich bevonden. Er zal nu worden ge
tracht, uit te maken of deze lieden dien nacht
in dat hotel hebben geslapen of er enkel maar
hebben vergaderd om de laatste hand te
leggen aan de voorbereiding van het complot.
Ook is het naar de New Yorksche politie
meent mogelijk dat zij enkel in het hotel
geweest zijn om een alibi te hebben.
Binnenkort zullen er driehonderdvijftig
Engelsche jongens, uitgenoodigd door den
Britschen bond tot steun, in Frankrijk de
steden en dorpen in het verwoeste gebied
bezoeken, wier lot Engelsche steden zich
hebben aangetrokken.
Naar uit Dijon aan de Matin wordt
gemeld worden er in het departement Cote-
d'Or weer wolven waargenomen. In het ge
hucht Creusot bij Saint-Thibault zijn er ge
zien en in een weide zijn daar drie en-dertig
schapen doodgebeten.
Volgens de bladen te Tokio is admiraal
Hyo Takarabe benoemd tot minister van
marine.
President Harding heeft nu definitief be
sloten zijn plan voor een zomerreis
naar de Westelijke staten en Alaska uit te
voeren. Hij zal op 20 Juni vertrekken en
twee maanden weg blijven.
De zeeofficieren, werkzaam aan het
Amer. dept van marine, te Washington, dra
gen voortaan niet langer de uniform maar po
litiek.
In het physisch-chemisch instituut in
de Bunsenstrasse te Berlijn hehben, naar
Wolff meldt, onbekend gebleven dieven vier
platina-platen en een schaal ter waarde van
15 millioen mark gestolen.
OPLEIDING IN EEN NEUTRAAL ZIEKEN
HUIS?
Pater Vaal S.J. schrijft in het Orgaan van
Den Bond van R. K. Ziekenverpleegsters:
Wanneer wij aandachtig nagaan, wat er
al vóór en tegen over de opleiding in neu
trale ziekenhuizen in het midden wordt ge
bracht, dan wil het mij voorkomen, dat men
allengs op zijwegen verdoold raakt.
Wat toch zien wij gebeuren? De vraag o!
voor onze R. K. verpleegsters de opleiding
in een neutraal ziekenhuis nadeeiing is,
wordt te veel afhankelijk gesteld van afzon
derlijke gevallen cn persoonlijke gemoeds
gesteltenis. Daar wordt onderscheid gemaakt
tusschen een meisje nog onervaren komend
uit het godsdienstig gezin en een, dat het
werkelijke leven van nabij reeds leerde ken
nen. Men spreekt van een meisje, dat, zwak
van karakter, mischien niet bestand is tegen
de aanstormende gevaren en een, dat krach
tig in geloof en deugd in staat is pal te blij
ven in den strijd. Men kent gevallen van lie
ren geloofsmoed uit neutrale ziekenhuizen en
van zwakheid na opleiding bij Religieuzen er
omgekeerd.
Maar daarmede kan onmogelijk de kwes
tie worden opgelost; men dwaalt daarmev
van de hoofdlijn af.
Men moet naar onze meening deze kwes
tie principieel tot klaarheid brengen. Waar
om is het nadeelig voor onze meisjes-ver.
pleegsters opgeleid te worden in een neu
traal ziekenhuis? Alleen reeds omdat hek
neutraal is en dan blijve maar buiten be
schouwing wat in vele gevallen onder dat
vriendelijke woord practisch verstaan moe)
worden.
Een meisje, dat hare idealen hoog uit
draagt, dat bereid is offers te brengen vooi
de lijdende menschheid, kan onmogelijk is
een neutraal ziekenhuis leeren die echte
Roomsche ziekenverpleging, dat heerlijke
werk van barmhartigheid, zooals Christut
zelf het heeft geprezen en aanbevolen.
Want in een neutraal ziekenhuis is het
lichaam alleen doel, voor een ras-echt»
Roomsche ziekenverpleegster huist er in dat
wrakke, wegkwijnende lichaam van den
patiënt nog een ziel. Het is de geheele
mensch, met lichaam maar ook met ziel, dit
aan hare zorgen wordt toevertrouwd.
Heeft zij een andere opvatting, dan kan
dit een prijzenswaardige uiting zijn van me
delijden, zij streeft echter niet naar dit
idieele ziekenverpleging van den echten Ka
tholieken geest. Niemand zal durven be
weren, dat onze R. K. meisjes in een neu
traal ziekenhuis van dien verplegingsgcest
zullen doortrokken \vorden. Maar dan volgt
daaruit met onverbiddelijke logica, dat de
opleiding in een neutraal ziekenhuis te ver
werpen is.
Want verliezen wij vooral niet uit hel
oog, dat de kwestie gaat over de opleiding,
niet over het verblijf in een neutraal zieken
huis nadat men een flinke degelijk roomsche
verpleegster is geworden.
Daar is een stervende, een mensch, ge
schapen om God te dienen, een mensch, die
weldra rekenschap zal moeten afleggen over
zijn levensdaden. Welk een heerlijke daad iï
hier voor de katholieke ziekenverpleegster
weggelegd.
Niet alleen het lichaam, maar ook de ziel
moet het voorwerp van haar liefderijke zorg
zijn. Zonder te preeken, zonder te forceeren,
zender te stooten moet zij met tact het hare
bijbrengen om die ziel den hemel binnen to
leiden. Maar de patiënt is niet katholiek, is
ongeloovig! Dan dringt haar taak des te
meer.
Wij geven slechts een voorbeeld. Hoe rijk
is in dit opzicht de werkkring van een R. K.
verpleegster! Dit contact met de zielen leert
men niet uit boeken, noch uit gesprekken,
maar uit het voorbeeld van anderen. Onmo
gelijk dit jn een neutraal ziekenhuis te lee
ren. Wij willen in geenen deele ontkennen,
dat de verzorging in een neutraal zieken
huis niet uitstekend is. Schrijver deze»
heeft acht weken als patiënt gelegen in zulk
een ziekeninrichting en heeft niets dan lof
voor directrice en verpleegsters voor hunnf
uitstekende verzorging. Maar onze R. K.
meisjes opleiden in hetgeen wij ons als ide
aal van ziekenverpleging voorstellen, kan
men er niet. Onze ziekenverpleging kan nief
neutraal zijn.
In de vergadering van het Algera^.,
Comité voor de Diocesane Katholieken
dagen in het bisdom Haarlem, gehouden te
's-Gravenhage op 15 Mei j.l., werden in het
hoofdbestuur gekozen: in de vacature
pastoor L- H. J. Beysens, de heer E. N. V.
Quant te 's-Gravenhage; in de vacature-v.
Nieuwkuyk, de heer Mr. J. H. M. Stieger
te Goes, terwijl de voorzitter, de heer Mr.
J. N. J. E. Heerkens Thijssen te Haarlem,
die herkiesbaar was, herkozen werd.
Medegedeeld werd, dat op 11 September
a.s. te Hoorn, een Diocesane Katholieken
dag zal worden gehouden, waar aan dt
orde komt het onderwerp: Christelijke
Naastenliefde.
In de Eerste Sectie zal het onderwerp
Christelijke Naastenliefde van Mensch tot
Mensch worden ingeleid door den heer Dr.
L. N. Deckers, te 's-Gravenhage, terwijl
daar als voorzitter zal optreden de Zeer-
Eerw. Heer pastoor Th. J. Gielen van
Lutjebroek;
in de Tweede Sectie (voorzitter do
heer N. Dekker te Obdam), wordt door
Prof. Dr. L. Steger het onderwerp de
Christelijk Naastenliefde in het Huisgezin,
ingeleid;
in de Derde Afdeeling, waar als
voorzitter zal optreden Mr. A. J. M. Lees
berg te Alkmaar, zal de ZeerEerw. Heer L.
H. Perquin O.P., pastoor te Amsterdam,
inleiden het onderwerp: Christelijke Naas
tenliefde in het Maatschappelijk leven.
Z. D. H. de Bisschop van Haarlem, die al»
gebruikelijk den Katholiekendag zal inlei
den met een H. Mis, op nader te bepalen
uur, zal de Algemeenc Vergadering bijwo
nen, waar de ZeerEerw. Heer Pastoor J.
G. v. Kelclchoven te Amsterdam, het ond»'
werp in zijn geheel bespreken zal.
TILBURGSCHE MISSIEWEEK.
Te Tilburg wordt einde Mei een Indische
Missieweek gehouden. Tevens wordt van 27
Mei tot 3 Juni een grootsche huldiging van
den Tilburgschen priester-missionaris Petrus
Donders voorbereid.
In die week worden minstens 30.000 be
zoekers verwacht.
24.
„Gemeene kerel," bromde hij tusschen de
landen; maar het aangelegde geweer boe-
temde hem voortdurend ontzag in.
Met een wanhopigen sprong krabbelde hij
tot den rand van den dam en bevond zich
nu tegenover een reusachtigen kerel, die
hem eveneens met geveld geweer op-
Wachtte.
„Goeden avond!" zei de reus, en de raads
heer merkte nu tot zijn verbazing dat van
dien reus het fijne stemmetje afkomstig was.
„Wat moet je hier eigenlijk bij nacht en
ontij?"
„Ik?" riep de gevangene nu, zeer
liep beleedigd, want zeker gevoel zeide hem
dat hij hier voor zijn persoon niets tc vree
ten had. „Mooie manier van doen, als je van
iemand iets weten wilt.... Ik vraag uw
schildwacht hoe ik loopen moet.... ant
woord: Een, twee, drie, en het geweer aange
legd. Mooie manier."
„De schildwacht deed zijn pli ht. Zeg,
waar moet u heen?"
„Naar mijn tent,'1 antwoordde de raads
heer. „In 't donker verkeerde weg...» dc
duivel moge weten waar ik nu terecht geko
men ben."
„Waar staat uw tent?"
„Als ik dat wist, was ik niet hier;" brom
de de arrestantvandaag eerst aange
komen."
.Vandaag? Zoo.... Schulze!" riep de
reus.
„Schulze kwam, presenteerde het geweer
en maakte front,
„Schulze, jij bent vandaag op verkenning
uit geweest. Weet jij of hier landslui aange
komen zijn?"
„Ja," zeide Schulze, vier stuks, een en
drie."
„We zijn met ons vieren," riep de raads
heer terstond.
„Waar staat hun tent?"
„Aan den anderen kant van „het Paradijs,"
omstreeks tweehonderd pas er vandaan, op
een heuveltje."
„Schulze ingerukt!" zeide de reus lako-
nisch.
Schulze maakte rechtsomkeert, en de ser
geant zeide:
••Zeg, ga nu weer denzelfden weg op van
waar u gekomen bent, dan zult u uw tent
wel vinden."
„Hm, hm," bromde de raadsheer en
schudde het hoofd want hij kon maar niet
begrijpen dat hij een verkeerden kant was
opgegaan. „Ea mijn pijpekop er bij inge
schoten."
„Schulze aantreden Neem een fakkel
en zoek den pijpekop van mijnheer op."
„Dank u vriendelijk goeden avond
„Goeden avond 1 Af het geweer
marsch 1"
Terwijl het garnizoen werd afgelost,
daalde de raadsheer in den kuil met gewapen
de macht en flambouw op zoek en had het
geluk zijn witten pijpekop te vinden.
„Hebt u hem
„Ja dank u goeden nacht."
„Niet te danken. G'n nacht, mijnheer J"
De raadsheer wierp een grimmigen blik
op het kamp en tippelde nu wéér door nacht
en nevel heen naar de stad. Ditmaal vond hij
beter den weg en eindelijk, doodmoe van de
wederwaardigheden, zijn tent. Alles was in
diepe rust, met uitzondering van Binderhof,
zijn plaaggeest.
„Bent u het, Edel Achtbare?"
„Ja. Waar is mijn bed want de raadsheer
had de tent nog niet gezien toen ze op orde
was.
„Ei, ei, ei, raadsheertje mooie dingen.
Draait zich van het gezelschap weg, heeft
zoo'n slaap, maar gaat den eersten nacht al
uit pierewaaien.
Raadsheertje, raadsheertje, op uw jeugdi
gen leeftijd."
„Och, onzin Waar is mijn bed
„Ja, onzin," vervolgde di kwelzieke Bin
derhof, „wie weet welk lief roodhuidje."
„Och loop naar den duivel. Waar is niiin
bed
„Wacht u maar een oogenblikje," zeide
Hufner, die wakker geworden was en midden
in den nacht al steeds even beleefd bleef, „ik
Zal dadelijk licht maken." Na een paar mis
grepen in het duister vond hij eindelijk zwa
velstokken en er was licht.
De raadsheer vond zijn bed gereed.
„Morgen moet u ons toch wat van uw
avontuurtje vertellen, Edel-Achtbare,"
plaagde de onverbeterlijke Binderhof.
„Bah, onuitstaanbare kerel," bromde de
goede oude, blies met een verwensching het
licht uit en binnen weinige minuten lagen
allen in zoeten sluimer.
XII.
DE ALCALDE.
De dag brak aan. Er heerschte in de kleine
mijnplaatsen de gewone bedrijvigheid. Onze
Duitschers waren echter nog volkomen be
sluiteloos, waarheen zich te wenden, maar
het stond toch vast, dat zij, uitgezonderd
de raadsheer, hun geluk gemeenschappelijk
zouden beproeven. De raadsheer toch, daar
gelaten dat hij op het gezelschap van Binder
hof niet gesteld was, had niet zoo'n haast bij
het werk. Hij scheen iemand van geld, zoo
dat de anderen niet begrepen wat hij eigen
lijk in Californië doen kwam maar op alle
daartoe strekkende vragen had hij 't zij geen
of een nietszeggend antwoor-i gegeven.
De vier Duitschers hadden kort na zonsop
gang hun ontbijt genomen en zouden hun
onderneming beginnen.
Lamberg had gisteren zoo ongeveer het
terrein verkend en stond nu in beraad. Daar
zag hij, dat zich op het terrein eerst enkele,
toen steeds meer lieden aan een groeve ver-
eenigden waarin Amerikanen werkten, en
toen in allerijl in de buurt plekken gingen
uitgraven.
„Hallo, jongens," riep hij tot de zijnen
„daar beneden gaat het goed. Ik wed dat die
lui beet hebben. Willen we 't daar óók pro-
beeren
„Wat kan 't mij schelen," zeide Binderhof
onverschillig, ,,'t is mij om 't even waar we
beginnen. In alle geval goed dat 't in de buurt
van onze tent is."
„Aangepakt dus riep Lamberg, „want
verzuimen mogen we niet. Edel Achtbare,
gE je mee
„Geen haast," was het antwoord, „begin
desnoods ergens anders."
„Oók goed," zeide Lamberg, de pan, het
lichtste voorwerp, opnemend. „Binderhof,
wees zoo goed, pak jij die twee schoppen op,
en jij, Hufner, die houweelen, en nu voor
waarts, marsch En, zonder de instemming
van zijn collega's af te wachten, ging hij den
heuvel af die in de buurt lag.
Daar was alles vol ijver in de weer eerst
om vierhoekige claims van omstreeks vijf voet
lang en vier viet breed af te bakenen. Toen
sloegen zij hun houweelen of iets van dien
aard in het midden in, als teeken dat op die
plek door iemand beslag was gelegd.
Lamberg, die de leiding had genomen, had
weldra een plek gevonden die hem geschikt
voorkwam, en ging toen met Binderhof een
eindje verder, naar de Amerikanen, om wijs
heid op te doen.
Zij kenden geen Engelsch, maar vonden
hier gelukkig een ouden bekende, den grif
fier Korbel, die blij was hen te zien.
„Als de bliksem, haal je gereedschap en
begin hier. Je kon niet beter beginnen dan
nu, ik heb al mijn plaats bepaald."
„Wij ook," zeide Lamberg. „Maar wat is
dan hier voor moois Gisteren wou hier nog
niemand aan."
„Weet u, dat ze hier een stuk goud gevon
den hebben van over de twee pond één
stuk, zonder een greintje kwarts er in."
„Twee pond zei Lambert verbluft.
„Een stuk Dat is vierhonderd dollar
„En waar dit ligt, ligt meer," riep Korbel,
vuur en vlam. „Ik ken de lui., arme lui die
ik weet niet hoe lang hier al gewerkt hebben
zonder iets te vinden. Vanavond zijn ze mis
schien schatrijk."
Men ging er heen, men drong en wrong
zich door de massa nieuwsgierigen heen,
en inderdaad stond daar al de gelukkige
vinder met de klomp goud in de hand, het
voorwerp van algemeene bewondering en na
ijver.
Als een loopend vuurtje verspreidde zich
de mare, dat op den „rooden grond," zoo
heette de plek, zooveel goud gevonoen was.,