De Gouddelvers.
BUITENLAND
BINNENLAND.
Tweede Blad
28 Mei 1923
ZIELLOOSHEID.
Het nieuwe Engelsche kabinet; twee stroomingen ten opzichte van de
siuropeesche politiek. Het Grieksch-Turksche conflict op de Confe
rentie van Lausanne; overeenstemming bereikt op basis van afstand van
Karagatsj aan Turkije. De Duitsche industrie en het nieuwe aanbod.
Overstrooming in de Euphraat.
Onder de Telegrammen: een protest-nota van Bulgarije over den af
stand van Karagatsj aan Turkije; geruchten over revolutie te Boekarest.
De ontploffing op een Deensch oorlogsschip.
het nieuwe engelsche kabinet.
DE CONFERENTIE TE LAUSANNE.
êm B85TEHL BSRlCHTEK.
OVERSTROOMING VAN DE EUPH
RAAT.
FEUILLETON.
In onzen tijd weerklinkt alom de klacht,
dat het den modernen mensch aan ziel ont
breekt, dat zijn wereldbeschouwing steeds
materialistischer en gedachteloozer wordt,
dat het menschelijk leven door de zuiver
practiscke nuttigheidsmomenten en het
Koortsachtig jagen naar stoffelijk gewin en
zingenot, hoe langer zoo meer wordt om
strikt.
Eenige jaren geleden heeft de vermoorde
Duitsche staatsman en economist Walter
Rathenau in zijn werk „Die Mechanik des
Geistes" aan deze klacht een aangrijpend
accent verleend.
,",In de cultuur-staten, zoo klaagt hij, heb
ben zich eilanden van zielloosheid gevormd,
van waaruit de ijskoude wind eener louter
materieële gezindheid den mensch te ge-
moet waait."
„Hebzucht en ecredienst voor al het la
gere in den mensch, op het platteland; hon
ger naar de gemakken des levens, begoo
cheling, eerzucht, weelde, nieuwsgierigheid
en lust tot stelen in de steden; dat zijn de
eilanden der zielloosheid in ons land".
De moderne beschaving heeft daar, waar
zij zich verlaagde tot louter vormendienst
aan het leven alle degelijke innerlijkheid
>ntroofd en zelfs de levenszenuw der Kunst
en der Poëzie met lamheid geslagen.
„Er zijn landstreken in ons werelddeel,
Jvaar de moderne beschaving in zeden en
spraak gelijk een olievlek is doorgedrongen
en die wij als bij instinct betreden, met hel
klemmend gevoel: hier vind ik geen levens
gezellen, maar loeren slechts belangheb
benden. Hier wordt arbeid tot slavendienst;
vrije tijd tot bedwelmenden roes misbruikt;
hier ontaardt vreugde in uitgelatenheid,
kommer in vertwijfeling en geloof in feti-
chisme. De verlatenheid, die ons aangrijpt'
te midden van begeerige mannen, schijn-
schoone vrouwen, opgedirkte kinderen cn
jonge meisjes, geblaseerde jongelieden, on
trouwe ondergeschikten, deze ons in de ziel
grijpende verlatenheid, komt uit het onbe
wust, maar niettemin bestaand begrip voort,
dat in ons huist en ons toeroept: hier leven
geen zielen."
Op onze beschaving wordt meer en meer
de stempel der zielloosheid gedrukt; zelfs
de geestelijke ontwikkeling wordt zielloos,
waar geen drijfveeren van hooger orde op
haar inwerken.
„Dagelijks komen wij in aanraking met
„nette" menschen uit den beschaafden stand,
fijn gemanierd en levendig van geest, wien
het aan ziel ontbreekt'; zij verschijnen op
het schouwtooneel der wereld als bezon
nen, bepaald werkzame lieden, wier hande
lingen haar motief ontleencn aan onophou
delijke, vaak minder eerbare en eerlijke ne
venbedoelingen, we.ikc zij trachten te ver
klaren en te rechtvaardigen door de zorg
voor het bestaan van zich en de hunnen,
door het bewustzijn van op hen rustende
plichten, door gewoonte en drang naar da
den, ja, als het te pas komt, door eerzucht
en hebzucht. Voor den hoogeren zin des
levens gevoelen dergelijke stervelingen, wei
nig of niets. Wanneer men hun vraagt napr
het einddoel van hun bestaan op aarde,
dan zien ze u hulpeloos-verwondcrd aan.
En van lieden van dit slag wemelen onze
groote steden."
Tot zoover Walter Rathenau in zijn „Die
Mechanik des Geistes".
Jan Holland schreef indertijd zijn pittig
bock: „Willoozen".
Leefde hij nog, dan zou deze Katholieke
denker, wiens blik zoo scherp de roerselen
en drijfveeren van de daden der menschen
doorschouwde, ons wellicht reeds lang heb
ben vergast op de uitgaaf van een werk,
dat het woord Zielloozen» op den omslag
droeg.
Na de „zielloosheid" te hebben omschre
ven en betreurd, zou Rathenau gaarne het
geneesmiddel tegen dc steeds meer en meer
in omvang toenemende uiterlijke wereld
beschouwing willen toedienen.
En hij meent dit geneesmiddel gevonden
te hebben in een verdieping van het infier-
lijke leven, waarbij het woord „ziel" niets
I meer bij hem beteekent, dan een zich gees
telijk verheffen boven de eenzijdige opvat
tingen van het berekenend en de zaken de
zer wereld naar hun nuttigheid waardeerende
verstand.
Echter, uit zulk een streven spreekt dui
delijk de onmacht der zuiver materieelc be
schaving, de onmacht om het heimwee der
menschen naar geluk te stillen.
De geloovige christen kan en mag zich
dan ook met deze en dergelijke oplossing
niet tevreden stellen.
Hem is trouwens een andere oplossing be
kend, die veel degelijker en meer afdoende
iS.
Sedert eeuwen toch loopt zij gelijk een
gouden draad door het christelijk leven.
En in veel hoogeren graad is deze oplos
sing geschikt om doeltreffender heilmiddelen
te bieden tegen de zielloosheid van onzen
tijd, dan die der goed bedoelde, doch ontoe-
reikendj en dus falende middelen der mo
derne ongeloovige denkers zooals Rathenau
er een was.
Wanneer op het Pinksterfeest de lofzang
„Veni Creator" wordt aangeheven, de lof
zang die spreekt van den Geest des Schep
pers, welke de zinnen verlicht en de harten
met genade vervult, de lofzang, waarin van
den Goddelijken Geest, van Wien licht en
liefde uitstralen, in aangrijpende woorden
Zijne genaden wordt afgesmeekt, dan her
kent de geloovige katholiek weder uit de
plechtige klanken de eeuwige Bron, waaruit
hij innerlijke levenskracht en bovennatuur
lijke bezieling vermag te putten.
Wanneer de menschheid zich van den
Geest Gods afwendt, wanneer zij in haar
einddoel slechts ziet een beschavingswerk
voor het tijdelijk Heven, waartoe de mecha
niek der natuurlijke krachten haar leiden
moet, dan wordt de geheeie wereldbe
schouwing dier menschheid zelfzuchtig,
zielloos en arm aan liefde.
En als denkers gelijk Rathenau om meer
„ziei" roepen, dan bedoelen zij daarmee on
bewust: meer liefde.
Onze tijd is daarom .zielloos", omdat hij
arm is aan liefde.
En het heerschend gebrek aan Idealisme
ontspringt uit het gebrek aan liefde tot
God, die onze zielen ver boven al het ma
terieel gedoe, waarmede wij vervuld zijn,
verheft'.
Een bovennatuurlijk ideaal oefent slechts
dan zijn heilzame werking uit op onze gces-
tes- en zielskrachten, wanneef het als een
goddelijke waarheid of een goddelijk goed
door ons wordt erkend en daarom is het
voor de dolende menschheid zaak, zich op
de eerste plaats van een rotsvaste overtui
ging aan het bestaan van zulk een ideaal te
doordringen.
Van af de eerste dagen des Christendoms
ging de aanroeping van den H. Geest aan
alle gewichtige beraadslagingen, zoowel in
het maatschappelijk als in het familieleven,
vooraf.
Tot voor korten tijd bestond dat vrome
en echt katholiek gebruik nog in Spanje.
Thans heeft' men ook daar er mede ge
broken.
De moderne wereld meent het best buiten
die Goddelijke Bron van Licht te kunnen
stellen.
Maar wanneer zelfs ongeloovige denkers
als Walther Rathenau jammeren over de
„zielloosheid" dier wereld; wanneer de men
schen niet ophouden te klagen, dat alle in
nigheid, alle liefde, alle beproefde trouw uit
de hedendaagsche betrekkingen tol' elkander
verdwijnen; wanneer zciis de familie-ge
meenschap meer en meer aan innerlijke sa
menhang inboet en de grondslagen waarop
het huwelijk als een rots rusten moest, wan
kelen en met omverwerping worden be
dreigd, dan valt de schuld daarvan op hen,
die de menschheid met den Godsdienst
haar „ziel'' en met haar ziel de liefde heb
ben ontroofd.
Slechts in den terugkeer naar het geloof
aan een God die in den hemel troont, naar
de hoop op een verccniging met Hem als
met het Hoogste Goed, naar de liefde tot
onze medemenschen, is het onfeilbaar ge
neesmiddel te vinden voor de aan ontzenu
wende overbeschaving lijdende menschheid,
die naar de klacht van schrijvers als Ra
thenau aan „zielloosheid" ten gronde gaat.
De Manchester Guardian wijst er op, dat
in het nieuwe kabinet twee stroomingen zijn
vertegenwoordigd ten opzichte der Euro-
peesche politiek. De eene is belichaamd in
Amery en wenscht zich zooveel mogelijk
los te maken van het vasteland en zich vooral
in te spannen voor de ontwikkeling van het
Rijk, de andere, die haar pleitbezorger heeft
in Robert Cecil, richt meer het oog op Europa,
omdat Cecil uit ervaring weet welk een in
vloed de onderlinge nijaver en de tegen
spoeden in Europa hebben en welk gevaar
zij ook voor Engeland opleveren. Cecil is
dus absoluut tegen elke politiek der onthou
ding ten opzichte van Europa, zonder dat
Engeland zich echter moet mengen in eenige
eerzuchtige politieke actie.
Sommige ministers zijn geneigd tot machts
vertoon en ongeduld bij de oplossing der
vraagstukken van het vasteland. Anderen
wenschen een lijdzamer politiek, waarin
meer plaats wordt ingeruimd aan de actie
van den Volkenbond. De strijd tusschen die
twee beginselen moet reeds dadelijk aan den
dag treden. De uitslag zal in hoofdzaak af
hangen van Baldwin, die in dit opzicht nog
een onbekende grootheid is, maar ook van
den invloed dien Cecil weet te oefenen, want,
terwijl hij te Genève de aandacht trok door
zijn moedig en handig optreden, is hij in het
parlement meestal minder gelukkig en mist
hij daar vaak het zelfvertrouwen, dat hem
te Genève kenmerkte. Het is inmiddels een
veelbeteekenend feit, dat hij geen benoe
ming zou hebben aanvaard als hij niet wist,
hoever hij met Baldwin gaan kon. Zijn hoofd
tegenstander zal dan ook wel Curzon blij
ken te zijn. In kunde staan beide mannen
gelijk, maar wat zedelijke waarde van oog
merken betreft zou men geneigd zijn Robert
Cecil hooger te stellen. Door Cecil te ver
binden aan zijn kabinet heeft Baldwin onge
twijfeld de kracht van zijn regeering, wat be
kwaamheid en reputatie betreft, verhoogd,
hoewel de homogenfteft er wellicht onder
heeft geleden.
Volgens de Daily News had Home den
hem aangeboden zetel alleen willen aanne
men, indien de hereeniging der conservatieve
partij daarmede gepaard ging, hetgeen ech
ter onmogelijk bleek daar de wrevel van vele
conservatieven ten aanzien van Austen
Chamberlain niet was te overwinnen. De
nieuwe samenstelling van het kabinet is dan
cok de erkenning datj*le hereeniging thans
onmogelijk is.
Baldwin zal kanselier der schatkist blijven
tot de begrooting in alle fazen is aangeno
men en de uitvoeringswetten zijn goedge
keurd. Het aannemen van dezen post door
Mc. Kenna, die in de verschillende kabinet-
ten-Asquith hooge ambten bekleedde en
ook kanselier der Schatkist was in het eerste
coalitie-kabinet gedurende den oorlog, is
een zeer merkwaardig feit. McKenna was
niet slechts een der bekwaamste medewer
ker^ van Asquith, maar tevens een der
grootste financieele deskundigen. ITij is
president van de London City and Midland
Bank. Zijn begrooting voor 1915 werd be
schouwd als een meesterstuk van financiers
kunst in dfe moeilijke dagen. Na zijn neder
laag bij de algemeene verkiezingen van 1918
trok hij zich geleidelijk terug uit het politieke
leven, om zich uitsluitend aan zaken te wij
den. Bij de jongste verkiezingen had het zeer
de aandacht getrokken, dat hij optrad ten
behoeve van Bonar Law en dat hij van mee
rling bleek, dat diens politiek den eenigen
waarborg gaf voor stabiliteit en voor de zoo
noodige periode van werkelijken vrede. „Wij
moeten", zeide hij, „de hartelijke internatio
nale betrekkingen laten voortbestaan en wij
hebben het herstel van het. vertrouwen op
handelsgebied zeer noodig, hetwelk alleen
kan worden gebaseerd op een wijs beleid op
financieel en buitenlandsch gebied. Dit al
leen kan het herstel verzekeren van onzen
handel." McKenna's aanvaarding yan het
kanselierschap in het kabinet-Baldwin komt
niet geheel onverwacht.
De bladen begroeten zijn benoeming,
vooral met het oog op het feit, dat de vraag
stukken der schadevergoeding en der onder
linge schulden der geallieerden benooren
tot de problemen, die een oplossing vragen.
Zelfs het leedwezen der liberale blacien, dat
McKenna zich heeft afgescheiden van het
liberalisme, wordt verzacht door het feit, dat
zijn financieele bekwaamheden nu den staat
ten goede zullen komen.
Terwijl alle leden van het vorige kabinet
op hun post blijven, zijn er toch één of twee
wijzigingen van minder belang. Sir W. Joyn-
son-Hicks, die postmeester-generaal en be
taalmeester-generaal in het vorig kabinet is
geweest, wordt nu financieel secretaris van de
schatkist, doch blijft lid van het kabinet.
Majoor Boyd-Carpenter, vroeger dien post
bekleedend, wordt betaalmeester-generaal
de nieuwe postmeester-generaal moet nog
worden benoemd. Sir Samuel Hoare, die
staatssecretaris van het luchtwezen was,
wordt bevorderd tot minister voor lucht
wezen en krijgt een plaats in het kabinet. Dit
wordt beschouwd als een erkenning van het
toenemende belang van de luchtverdedi-
Naar aanleiding van het aftreden van Bonar
Law heeft de koning verschillende onder
scheidingen verleend. Sir Thomas Horder
en dr. Gouldway, de geneesheer van de ge
wezen premier, zijn benoemd tot Baronet
en Knight.
Ook Bonar Law's particulier secretaris
heeft een onderscheiding gekregen.
TURKIJE EN GRIEKENLAND.
De spanning over het Turksch-Grieksche
conflict is zeer groot geweest. Zaterdag werd
nog uit Konstantinopel gemeld
Er heerscht hier een groote ongerustheid.
De geallieerde hooge commissarissen ver
gaderen herhaaldelijk.
Uit Angora wordt gemeldt Er is Don
derdagavond een buitengewone minister-
terrsad gehouden onder voorzitterschap van
Moestafa. Er js daar langdurig gesproken
over de mogelijkheden, die zouden kunnen
voortspruiten uit een afbreken van de con
ferentie te Lausanne. Behalve de ministers
woonden de bevelhebbers van het leger en
de chef van den generalen staf haar bij.
Later kwamen echter betere berichten uit
Lausanne
Er is algemeene overeenstemming bereiKt
tusschen Griekenland en Turkije op den
grondslag van afstand van den driehoek van
Karagatsj aan Turkije in plaats van scha
devergoeding.
De conferentie heeft Zaterdagochtend
in politiek comité vergaderd. Zij heeft een
aantal politieke bepalingen besproken waar
omtrent voorbehoud was gemaakt. Zij kwant
terug op artt. 20 en 25 nopens Lybie. wat
betreft art. 20, dat de afschaffing van alle
privilegiën van het Ottomaansohe rijk in Ly-
bië vaststelt, zijn de geallieerden en Turkse
het eens geworden. Niettemin maken ne
Turken nog voorbehoud, waarbij Zij Zich
beroepen op de bepalingen van art. 25, door
middel waarvan zij het geestelijk gezag van
den Kalief in Lybië willen handhaven. De
Italianen verzetten zich tegen dezen eisen
men zal een nieuwe redactie zoeken.
Er is besloten, dat het statuut van de Ai-
gerijnsche, Tunesische en Marokkaanscne
onderdanen in Turkije het onderwerp van
latere conventies zullen uitmaken.
De conferentie heeft opnieuw de conven
tie nopens de vestiging van vreemdelingen
in Turkije onderzocht. Men besloot dat e.
over bijzondere conventies zou worden on
derhandeld binnen twaalf maanden na Q
onderteekening van het verdrag tusscnen
de onderteekenende mogendheden en 1 urn j
In afwachting daarvan zal de status quo wo
den geëerbiedigd, evenals de rechten d
vreemdelingen in Turkije sedert 1 Janna
1923 verkregen. De duur van de conventie
zal zijn 5 jaren, met opzegging met een ter
mijn van 2 jaar. De Engelschen drongen er
op aan, dat België van deze bepalingen zou
profiteeren. c,,r;a
Art. 3 nopens de grenzen van Irak en oyp<-
kwatn in de vergadering even ter sprake, ^e-
ncaal Pellé verklaarde, dat een bespreking
ongewenscht was, gezien dat er besprekingen,
over dit onderwerp, tusschen Turkije en
Frankrijk gaande zijn.
DE ZOMERTIJD IN FRANKRIJK.
De Temps, die den zomertijd met warmte
heeft verdedigd, is natuurlijk ingenomen met
het Senaatsvotum, dat tengevolge heeft, dat
vannacht in Frankrijk de klokken verzet
worden. De zomertijd wordt nu niet slechts
voor dit jaar ingevoerd, maar voor goed. Elk
jaar zal nu voortaan de wettelijke tijd zestig
minuten vervroegd worden van den laatsten
Zaterdag in Maart af tot aan den eersten
Zaterdag in October, behoudens wijziging
van die data in gevolge een overeenkomst
tusschen de geallieerden.
Aan het slot van haar artikel, waarin de
Temps nog eens de aan den zomertijd ver
bonden voordeelen de revue laat passeeren
en de argumenten der tegenstanders onder
zoekt, schrijft het blad
Dit alles was zoo duidelijk mogelijk, te
meer daar het hier niet iets nieuws betrof
reeds sedert zes jaar had men ondervinding
en deze was afdoende. Het is daarom slechts
te meer te betreuren, dat een groot aantal
Senatoren, geleid, door dezelfde bezorgdheid,
die wij in de Kamer hebben waargenomen,
welke bezorgdheid trouwens even onwaar als
vergeefsch was, den minister-president, door
hun vijandige houding tegenover een maat
regel van algemeen belang, gedwongen heb>-
ben het bestaan van het ministerie in de
waagschaal te werpen, voor een kwestie, die
per slot onder de tegenwoordige omstandig
heden «en secondaire kwestie is.
De stedelingen, die met zooveel ongeduld
op het uur langer licht gewacht hebben, zullen
Poincaré dankbaar zijn voor zijn krachtig
optreden. Wat cie boeren betreft, die zullen
er niet bitter door gestemd worden, want de
drukte, die sommigen tegen het regeerings-
ontwerp hebben trachten te maken, was ge
heel kunstmatig aan de overgroots meer
derheid der landbouwers was de kwestie vol
komen onverschillig. Er is nooit een werke
lijke botsing van belangen tusschen de ste
den en het land over den zomertijd geweest
en die zal er niet kunnen zijn. De Temps
meent dat dit eens luide gezegd moet worden
aan het einde van een debat, dat nooit zooveel
hartstocht had moeten wekken, noch zooveel
inkt doen vloeien.
DE DUITSCHE INDUSTRIE EN HET
NIEUWE AANBOD.
De ontvangst van de fractieleiders van den
Rijksdag door de rijkskanselier, die aanvan
kelijk op Zondag was gesteld, is tot Maandag
uitgesteld, daar de zakelijke besprekingen
met de vertegenwoordigers van de bond
staten en andere groepen van belanghebben
den nog niet zijn afgeloopen. Tot dusver is
slechts één concreet besluit genomen en wel
door den Rijksbond van de Duitsche indu
strie in de bestuursvergadering van Vrijdag
avond. Bijzonderheden omtrent dit besluit
zijn aan de leidende personen meegedeeld.
Naar de Duitsche draadlooze dienst uit par
lementaire kringen verneemt, wijst het voor
stel van den Rijksbond van de Industrie er op,
dat het rijk en de bondstaten in de eerste
plaats als borgen moeten optreden voor
Duitschlands verplichtingen tegenover de
entente. Het staatsbezit moet door ingrijpen
de hervormingen zoo productief worden ge
maakt, dat daaruit aanmerkelijke bedragen
komen. De particuliere nijverheid en handel
moeten eerst in de tweede plaats als een soort
subsidiaire borg in aanmerking komen onder
voorwaarde, dat, gelijk in de laatste nota s
van het kabinet Wirth reeds was uitgewerkt,
deze borgstelling voor den duur van een
menschenleeftijd zal gelden.
Het voorstel van den Bond der Duitsche
industrie, waarin uitgegaan wordt van de
veronderstelling dat ook landbouw, het ste
delijk huizen- en grondbezit cn de overige
belastbare panden hun deel zullen dragen,
noemt bepaalde cijfers, welke vermoedelijk
spoedig bekend gemaakt zullen worden. De
nieuwe Duitsche nota zal in het algemeen op
den hier aangegeven grondslag worden opge
steld en daarbij zal een beslissende beteeke-
nis worden gehecht aan de voorwaarde dat
Duitschland dat zulke lasten opl zich neemt
in oeconomisch en politiek opzicht vrijheid
zal krijgen.
HET ENGELSCH-RUSSISCHE CON
FLICT.
Den toestand nagaande, geschapen door
de verklaring van lord Curzon tegenover
Krassin, wijst Steklof in de Izwestia er op,
dat de parlementaire oppositie begrijpen
moet, dat de ontwijkende verklaringen van
de Engelsche regeering ten doel hadden,
zich de handen vrij te maken tijdens het par
lementaire reces. De oppositie was te laat
met haar protest tegen een politiek, welke
streeft naar een breuk toch zou, door het
aan den dag leggen van een groote energie,
de oppositie den toestand nog hebben kun
nen redden. Sceptisch gestemd ten opzichte
van de beslotenheid der liberale en de ar
beiderspartij om lord Curzon te steunen,
acht Steklof de eenige omstandigheid, welke
de Engelsche regeering van een verscherping
van het conflict zou kunnen terughouden
het uitoefenen van aandrang door de arbei
dersmassa. Steklof zegt, verzekerd te zijn,
dat de sowjet-regeering al het mogelijke zal
doen om oorlog of een breuk te vermijden
en een groote mate van vredelievendheid aan
den dag zal leggen, voor zoover als de be
scherming van de levensbelangen van het
Russische volk dat ook maar eenigszins toe-
laat.
De Ekonomitsjeska Sjisn acht het antwoord
van Rusland op de nota van Lord Curzon
van onbetwist vredelievend karakter. Het
vraagstuk van de vaststelling van een drie-
mijls-, dan wel van een tv/aalfmijlszone, ver
liest volgens het blad al zijn scherpte, wan
neer de Engelsche regeering toestemt in een
definitieve oplossing van dit vraagstuk op
internationale conferentie.
UIT DEN VOLKENBOND.
De opium-commissie van den Volkenbond
heeft kennis genomen van het rapport van
het secretariaat bver de ondertee kening en
de ratificatie van de conventie over de rege
ling van de certificaties van uitvoer, over de
maatregelen, genomen door den Raad ver
leden Februari over de jaarlijksche rap
porten over den handel in cocaïne, over de
totale behoefte aan opium en zijn derivaten
voor het binnenlandsch gebruik, over de
samenwerking van Japan en China in zake
de onderdrukking van ongeoorloofden handel
en over de uitwisseling van inlichtingen no
pens het in beslag nemen van verdoovende
middelen.
DE VER. STATEN EN HET HAAG-
SCHE HOF VAN INTERNATIONAAL
RECHT.
De Times verneemt uit Washington, dat
Harding's politiek ten gunste van Amerika's
aansluiting aan het internationaal hof voor
't eerst een strijdpunt geweest is in een ver
kiezing, namelijk die voor de vacante con
greszetel in Californië. De uitslag was een
overwinning voor Harding, daar de repu
blikein Fredericks, die voor genoemde aan
sluiting is, gekozen is. Hij werd bestreden
door den anti-hof-republikein senator Rirem
Johnson.
HET INTERNATIONAAL LAND-
BOUWCONGRES.
Het internationaal landbouwcongres heeft
zijn eerste vergadering gehouden in Parijs on
der voorzitterschap van Méline, die in de
vergadering een brief van den Volkenbond
heeft voorgelezen, waarbij deze bedankt voor
de woorden van lof, te zijn aanzien uitgespro
ken.
UIT HET BEZETTE GEBIED
Naar de bladen te Berlijn van bevoegde
zijde vernemen, is de geheeie groene politie
uit het Roergebied gezet, en de achtergeble
ven blauwe politie door uitzetting tot de
helft teruggebracht. De achtergeblevenen
zijn bovendien nog onvoldoende bewapend.
De president van de provincie Westfalen
heeft op bevel van den Pruisischen minister
president van de bezettingsoverheid weer
toelating van de Schupo geëischt. Daarop is
nog geen antwoord van Fransche zijde ont
vangen. Eveneens heeft de „öberpraesident"
van de provincie Westfalen de geheeie
vredelievende bevolking opgeroepen tot het
vormen van zelfverdedigings-organisaties.
De Euphraat heeft 40 mijl ten N.W. van
Bagdad zijn dijken verbroken en 45.000 Ac
res bouwland overstroomd, waarbij de be-
vloeiings kanalen ernstig zijn beschadigd.
Er zijn maatregelen genomen om de stad Ka-
zimain te beschermen,.
Het verkeer met Aleppo is verbroken,
daar de streek in den omtrek van Felujah
overstroomd is.
In een toespraak tot de Amerikaansche
adelborsten te Rhode Island heeft Denby;
de minister van marine, aangekondigd, dat
in de komende congreszitting gelden zullen
worden gevraagd voor nieuwe kruisers,
kleine hulpvaartuigen, kannonneerbooten,
duikbooten en vliegtuigen, maar hij voegde
er bij, dat hij hoopt, dat de kosten van aan
bouw binnen de grens van die vin het vorig
jaar zullen blijven.
De geallieerden zijn onderling tot over
eenstemming gekomen over de kosten van de
Amerikaansche bezetting aan den Rijn.
Deze zijn tot 31 October 1.1. in Engel
sche munt vastgesteld op 536.096.500
daar komen dan nog bij de kosten door de
Amerikannen aan den Riin gemaakt van 31
October 1922 tot Februari 1923. De schuld
zal worden betaald in 12 jaarlijksche termij
nen, te beginnen met dit jaar.
Achteraf is het gebleken, dat het bestuur
van de Repuhlikeinsche partij een verkla
ring had willen publiceeren, waarin Frank
rijk en Engeland er van worden beticht, den
Amerikanen de bezettingskosten aan den
Rijn door den neus te willen boren. Presi
dent Harding en de secretaris van Staat
Hughes, hebben cr door een krassen wenk
aan de Partij voor gezorgd, dat deze beschul
diging niet in de couranten kwam.
Weer zijn twee Amerikaansche vlie
gers omgekomen. Majoor Thomas Duncan,
van den leger-vliegdienst, en Irving H.
Kroupp, een burger, waren aan het vliegen,
toen hét toestel tegen den grond sloeg en in
brand vloog.
Er heeft een kleine brand gewoed op
het dek van de Leviathan, die in Zuid-Boston
in het droogdok ligt. Men was het vuur ech
ter spoedig meester, en de aangerichte schade
bleek gering.
Een speciale commissie heeft een nieu
we begrooting voor de republiek Oekraine
voor het jaar 1923 ontworpen. De inkom
sten overtreffen de uitgaven met 25 millioen
gouden roebel, hetgeen een zeer opmerkelijk
verschijnsel moet worden geacht. De voor
naamste bron van inkomsten vormt de be
lasting in natura, welker opbrengst geraamd
is op 214 millioen goeden roebel het trans
portwezen moet een bedrag van 92 millioen
gouden roebel oplevener, de indirecte belas
tingen 70 millioen gouden roebel. Verder
worden de inkomsten verkregen uit staats
bezit, geraamd op 39'/2 millioen roebel, de
opbrengst der directe belastingen op 32
millioen roebel en de winst af te werpen
door de genationaliseerde nijverheid op onge
veer 3 millioen gouden roebel.
De uitgaven worden over de verschillende
instellingen als volgt verdeeld het volks
commissariaat van onderwijs ontvangt 63
millioen gouden roebel,fhet volkscommissa
riaat van volksverzorging 62 millioen gouden
roebel, dat van landbouw 38 millioen, dat
van volksgezondheid 25 millioen en dat van
verkeerswegen 92 millioen gouden roebel enz.
De gemalin van den hertog van York,
die Donderdag a.s. voor het eerst bij de
receptie ten hove als prinses van den bloede
aanwezig zou zijn, heeft kinkhoest en zal
ten minste drie weken haar kamer moeten
houden. In de laatste dagen schijnt, vooral
in de aristocratische wijken van Londen,
kinkhoest zeer veel voor te komen, hoewel
voornamelijk onder kinderen.
Dr. Jozef Neumayer, oud-burgemeestei
van Weenen, is aldaar gisteren op 79 jarigen
leeftijd overleden.
Prof. Orzecki, die bij den bomaan: 1 :g
in de universiteit te Warschau zwaar gewond
werd, is aan zijn verwondingen overleden.
De regeering heeft een belooning van 20
millioen Poolsche mark uitgeloofd voor den
geen, die inlichtingen kan verschaffen, welk®
leiden tot aanhouding van den dader.
Minister Jaspar moet een kleine keelopera
tie ondergaan. Gisteravond deelde men a t
het ministerie van buitenlandsche zaken mee,
dat hij een beetje beter was.
Volgens de Indépendance Beige zou d®
algemeene gezondheidstoestand van den
minister na de operatie een betrekkelijk lang-
durigen tijd van rust vereischen.
Bij besluit van den Franschen minister
van oorlog is het Fransche oorlogskruis toe
gekend aan de bevolking van de Vlaamschf
stad Poperinghe, die vier jaar lang met hel
denmoed de Duitsche beschietingen trot
seerde.
Bij het Hof van Cassatie te Parijs zijn
in de zaak Steinmann-van de Wouwer drie
cassatiemiddelen ingediend. Het Hof zal 16
of 18 Juni zijn beslissing nemen.
NEDERLAND AAN DEN TWEE
SPRONG.
Wij ontvingen de volgende persmededee-
ling.
De ondergeteekenden, gezien het door
Lord Robert Cecil in Januari 1923 geredi
geerde algemeen waarborg verdrag, welk ont
werp in April 1923 door den Raad van den
Volkenbond is toegezonden aan de Staten
Volkenbondsleden, met verzoek hun gevoe
len daarover te willen kenbaar maken,
overwegende, dat het voor de regeering
van groot belang is de stroomingen in den
lande te leeren kennen
zijn het eens geworden over de volgend®
hoofdpunten.
lo. zij zijn overtuigd, om tot internationa
len vrede en internationale bewapeningsbe
perking te geraken of te naderen onmisbaar
is een algemeen, behoorlijk georganiseerde
wederkeerige waarborg der Staten tegen aan
valsoorlogen
2o. zij achten evenwel een verslag van deze
strekking alleen dan aannemelijk, indien zoo
wel beslissing over de vraag wie een aanvals
oorlog heeft ondernomen, als de leiding van
een economisch of militair optreden tegen
den schuldigen Staat berust bij organen die
voldoen aan den hoogst bereikbaren eisch
van internationaal onpartijdigheid. t
3o. zij achten voorts een verdrag van deze
strekking alleen dan aannemelijk, indien in
ternationale organen worden in het leven ge
roepen teneinde anders dan door wapenge
weld, de wijziging aan de orde te kunnen stel
len van verhoudingen of verdragsbepalin
gen, welke de internationalen vrede in ge
vaar brengen. De internationale organen, bij
zulk eene herziening betrokken, zullen moe
ten voldoen aan de hoogst bereikbare eischen
van internationale onpartijdigheid
4o. zij achten de algemeenheid van een
waarborgverdrag niet verzekerd, zoolang bui
ten het verdrag blijven staten of statengroe-
pen, welker sterkte bij machte is de werking
van het waarborgverdrag te verlammen
5o. zij achten afzonderlijke waarborgver-
dragen tusschen bepaalde Staten of Staten-
groepen onvereenigbaar met de grondge
dachte van een algemeen waarborgverdrag
en zelfs voor de internationale verhou
dingen gevaarlijk. Zij meenen intusschen,
dat de verplichting tot deelneming aan eco
nomisch of militair optreden naar omstan
digheden kan worden beperkt.
6. Aanvaarding van een algemeen waar
borgverdrag overeenkomstig de genoemde
beginselen brengt hun inziens ook voor klei
ne staten den stelligen plicht mede om, zij he(
op nader te precieeren wijze, hun aandeel y®
dragen in den beoogden waarborg tegen aan?
valsoorlogen.
Vermits aan internationalen vrede en in
ternationale bewapeningsbeperking het lof
der menschheid hangt, behoort huns inzien*
naar een aannemelijk algemeen waarborgver
drag gestreefd te worden door alle volken en
met alle kracht
18 Mei 1923.
Prof. Mr. A. Anema, hoogleeraar te Am<
sterdam, Gen.-Majoor J. M. Benteyn, inf
specteur v. d. Cavalerie, Mevr. Mr. C. Bak*
ker,-van Bosse te 's-Gravenhage, H. Colija*
lid van de Tweede Kamer der Staten-Gene
raal, Mr. H. C. Dresselhuys, lid v. d. Tweed®
Kamer der Staten-Generaal, Prof. Jhr. Mr.
Dr. W. J. M. van Eysinga, hoogleeraar tl
Leiden, A. W. F. Idenburg, lid v. d. Eerst®
Kamer der Staten-Generaal, Mr. Dr. D. A.
P. N. Kooien, voorzitter v. d. Tweede Ka
mer der Staten-Generaal. Mr. J. Limburg,
deken der Orde vafi Advocaten te 's-
Gravenhage, Mr. K. P. van der Mandele, dit\
der Rotterdamsche Bankvereeniging, Mq
R. Mees, lid der Firma R. Mees en Zonen t<
Rotterdam, C. E. ter Meulen, lid van de fir
ma Hope Co. te Amsterdam, prof. mr. J<
Oppenheim, lid v. d. Raad van State, J. Oude
geest, secretaris van het internationaal Ver
bond van Vakvereenigingen, mr. R. J. H.
Patijn, buitengewoon Gezant en Gevolmacht
Minister te 's-Gravenhage., mr. V. H. Rut
gers, lid v. d. Tweede Kamer der Staten-
Generaal, Jhr. mr. A. F. M. de Savornin
Lohman Minister van Staat, mr. J.
Schokking, lid van de Tweede Ka
mer der Staten-Generaal, Mr. G. Vissering,
president v. d. Nederlandsche Bank te Am
sterdam, prof. mr. C. van Vollenhoven, hoog
leeraar te Leiden, mr. C. L. Torley Duwel,
directeur van het Internationaal Intermediair
Instituut, secretaris, 68 Lange Voor hou*
's-Gravenhage.
„Dat kind nemen we met mee," zeide
Hetson. „Zeg mannen, maakt er nu asje
blieft geen kinderspel van. We willen tegen
een vijand op, die tien-, of met de Indianen
dertigmaal sterker is dan wij."
„Zoo, Sir?" sprak de knaap brutaal tot
den Alcalde opziende. „Al ben ik maar der
tien jaar met je permissie, heb ik toch verle
den jaar de Mexicanen óók al op hun baatje
gegeven. Als u het recht hebt, met onze
vlag hun om de ooren tc slaan, dan mag ik
ze uitfluiten 'k ben gevloekt als ik achter
blijf."
„Hoera voor Jimriepen de mannen
jubelend. Hetson kon niet anders dan toe
geven. T.
„Yankee-Doodle vóór 1 Speel op Jim
Toen de gelederen waren gevormd, vier
aan vier, telde Hetson een legercorps van
vijf en twintig man.
„En nu voorwaarts, jongens," sprak hij met
vurigen blik, „maar bij je leven bezweer ik
lel ui, dat geen van allen een schot mag doen
vóó4r de vijand zelf aanvalt. Het eerste schot
de eerste slag van hun kant, dan er op los.
En dan, dat behoef ik niet te zeggen, elke
slag raak Alles klaar
„Hoera 1" klonk het daverend door de
lucht, terwijl de hoeden wuifden.
„Hetson fluisterde een zachte stem.
„God zij met je Het was Jenny die afscheid
nam van haar man.
En daar gilde de piccolo het Yankee-
Dondle uit en met donderende slagen, in en
buiten de maat, stemden kindertrompetjes,
blikken koffieketels, tam-tams en eindelijk
de groote trom van Boyles daarmee in.
De vaderlandsche vlag omhoog, ging het
nu in stormpas tusschen de tenten door, recht
op den vijand toe.
„Guarda 1" klonk het ginds uit honderd
kelen tegelijk.
„Neemt gij u in acht 1" donderde Hetson
hun toe. „wie een wapen opneemt, is een
kind des doods en zijn vleesch zal door de
Cayotas in de bosschen worden opgevreten.
Omlaag die vlag, honden, die het waagt on
zen grond met die valsche kleuren te schen
den 1"
En nog voordat eenige Mexicanen met ge
trokken sabels waren toegesneld om de vlag
te verdedigen, stond Hetson reeds voor den
standaard met aangelegde revolver, en de
eigen vlag het matroosje Jim in de hand
drukkend, die haar fier omhoog hief, rukte
hij met de linkerhand den paal uit den grond.
„Slaat hem dood brulden de Mexica
nen maar de gespannen revolver met haar
zesvoudigen dood schrikte de naastbijzijnden
af, zoodat zij alleen de kracht behielden om
de mannen die achter hen stonden terug te
dringen. Oji hetzelfde oogenblik lag de Mexi-
caansche vlag onder de voeten der jubelende
Amerikanen. En toen nu kleine Jim op zijn
piccolo h»t Yankee-Doodle den vijand in
ooren gilde en de vlag met haar sterren en
strepen wapperde boven allen uit, donderde
een wild Hoera door de lucht. De vijand was
als verlamd alleen hun oogen flikkerden
van woede en geknakten trots.
„Nu is het tijd," fluisterde Hale Hetson
toe, „een geschikter moment voor onzen
terugtocht vinden wij niet."
„Nog niet, sherifzij hebben nog nun
wapens en bij God ik ga niet heen zoo
lang zij die niet hebben afgelegd.
„Neem u in acht," waarschuwde Hale.
„De Indianen staan op nog geen vijfhonderd
pas hierover bij elkaar als ze ons m hun ber
gen dringen, zijn we verloren."
„Reden te meer om voorwaarts te gaan,
antwoordde Hetson, met ficren lach, en
tot den vijand wendende, riep hij met donde
rende stem
„Gij hebt tegen de overheid van ons land
de vlag, gij hebt uw wapenen tegen haar op
geheven en valt dus onder de straffe der wet.
Wij zouden u hier kunnen doodschieten als
honden, of in de bergen jagen, maar onze
Regeering verleent aan den vreemdeling,
die hier vreedzaam wil werken, onverkort
verblijfalleen de gewapende is haar vijand
cn wordt bestraft. Dus af uw wapens die gij
hebt misbruikt, en wie zich verzet, sterft
door mijn hand
„Wel verdoemd," bromde Briars zijn
buurman in 't oor, „dat is een pil."
En op den eersten den besten, een reus
achtige kerel, toestormend, hield Hetson
hem het zesloops pistool voor, en £rccp de
sabel die deze nog vast in de vuist meld.
„U hebt niet het recht, de wapens van ons
op te eischen," siste de kerel, met een blik
die vuur en gif spatte.
„Bij God 1" riep Hetson, „mijn vinger
staat gereed, ik zal drie tellen en als je dan
niet loslaat, ben je een lijk. Een twee
ï"ïii voelde dst de h3tid van zijn tegenstander
losser werd, en hem de sabel ontwringend
wierp hij die naast de vlag.Onmiddellijk vatte
hij een tweede aan en Haie, niet minder on
verschrokken dan hij, greep een derde.
De Mexicanen weken eenige schreden
terug, maar de Amerikanen lieten hun geen
tijd tot bezinnen. Zij hielden de buksen op
hen gericht, terwijl anderen, met de eene hand
de pistolen op hen aanleggend, met de andere
aan wapens opnamen wat zij maar krijgen
konden. Geen schot viel. Ziende dat hun ka
meraden in het voorste gelid niet den moed
hadden om dat handjevol Amerikanen het
hoofd te bieden, dropen de Mexicanen ijlings
af naar hun paarden en holden de bergen in.
Die vlucht en de hoog geheven Amerikaan
sche vlag, terwijl het Yankee-Doodle de wil
de zegekreten begeleidde, dat alles be
duidde den Indianen reeds genoeg, wie hier
overwonnen had* En dat alleen door zedelij
ken moed.
Het was niet raadzaam, de neergelegde
wapens hier te laten liggen aanstonds zou
de vijand ze weder kunnen opnemen. Maar
daar wist Jim, de kwajongen, raad op. Fluks
maakte hij een muilezel van een boom los,
den eigenaar die op een afstand buiten schot
stond toeroepend dat hij het dier straks wel
zou terugbrengen, kwam er mee bij de ver
overde Mexicaansche vlag, pakte al de ver
overde wapens tot een bundel en bond dien
op het zadel van het dier, zoodat de buit kon
worden getransporteerd.
„Maar we zijn nog niet klaar," zeide Het
son. „Nogmaals zeg ik niemand aanvallen,
geen schot gelost. Die enkele Mexicanen,
die we hier en daar nog zien, laten wij stil
met rust, tenzij één het waagt óns aan te
vallen. Maar ik wil nog een visite brengen
aan de Indianen daarginds. Indien ge name
lijk wilt meegaan".
„Meegaan riep de oude Nolten, terwijl
hij Hetson's hand drukte. „Squire, met u
zou ik zelfs de hel ingaan. Ge hebt miJn oua
hart vandaag gestolen, kerel! Wij Amerika
nen mogen trotsch op u zijn. Nooit zal ik
uw gedrag vergeten."
„Ik heb nikte anders gedaan dan ieder van
u," antwoordde Hetson. „En voldaan ben ik
dat gij allen, overeenkomstig mijn bevel, den
moed hebt gehad u tc betoomen, de wapens
gereed, maar de kogels in te houden. Want
één schot buiten mijn wil had voor ons allen
noodlottig kunnen zijn 1"
En nu de Mexicaansche vlag ten blijk®
van vernedering onder de Amerikaanschi
vastbindende, stelde hij weder den troep op
de muziek met kleinen Jim naast hem aa<
de spits.
„Voorwaarts, marschen het Yankee*
Doodle donderde door de bergen.
Zooals daar te voren de Indianen hier en
daar gelegerd waren, was het hun aan te zien
en trouwens manmoedig waren zij genoeg
dat zij gereed waren de Mexicanen bij te
staan in hun kamp. Maar hun vlucht, de val
van hun vlag zonder slag of stoot had hen
aan 't wankelen gebracht, had hen gedemo-
raliseerd, of misschien had hun hoofdman
hen eveneens, gelijk Hetson het aan dez®
zijde had gedaan, tot ingetogenheid aange
maand. Althans toen dat handjevol Ameri»
kanen triomfantelijk nader en nader was ge
komen, trokken zij zich meer en meer terug
in de bergen, achter het zware geboomte. Hen
daar aan te vallen, lag in Hetson's plan wel
het minst hij immers was ten diepste door
drongen van het onrecht 't welk dien zonetf
der wildernis werd aangedaan, 't Was hem
alleen te doen, te toonen dat 's lands gezag
van geen wijken weet dat de Amerikaan pal
staat voor zijn veroverde of verkregene rech
ten. En dat zedelijk overwicht triomfeerde
ook hier volkomen. Zelfs onder het bereik
van hun pijlen lieten de Indianen ze onge
moeid met vasten tred vervolgden de over-