De Gouddelvers. BUITENLAND BINNENLAND. Tweede Blad 28 Mei 1923 ZIELLOOSHEID. Het nieuwe Engelsche kabinet; twee stroomingen ten opzichte van de siuropeesche politiek. Het Grieksch-Turksche conflict op de Confe rentie van Lausanne; overeenstemming bereikt op basis van afstand van Karagatsj aan Turkije. De Duitsche industrie en het nieuwe aanbod. Overstrooming in de Euphraat. Onder de Telegrammen: een protest-nota van Bulgarije over den af stand van Karagatsj aan Turkije; geruchten over revolutie te Boekarest. De ontploffing op een Deensch oorlogsschip. het nieuwe engelsche kabinet. DE CONFERENTIE TE LAUSANNE. êm B85TEHL BSRlCHTEK. OVERSTROOMING VAN DE EUPH RAAT. FEUILLETON. In onzen tijd weerklinkt alom de klacht, dat het den modernen mensch aan ziel ont breekt, dat zijn wereldbeschouwing steeds materialistischer en gedachteloozer wordt, dat het menschelijk leven door de zuiver practiscke nuttigheidsmomenten en het Koortsachtig jagen naar stoffelijk gewin en zingenot, hoe langer zoo meer wordt om strikt. Eenige jaren geleden heeft de vermoorde Duitsche staatsman en economist Walter Rathenau in zijn werk „Die Mechanik des Geistes" aan deze klacht een aangrijpend accent verleend. ,",In de cultuur-staten, zoo klaagt hij, heb ben zich eilanden van zielloosheid gevormd, van waaruit de ijskoude wind eener louter materieële gezindheid den mensch te ge- moet waait." „Hebzucht en ecredienst voor al het la gere in den mensch, op het platteland; hon ger naar de gemakken des levens, begoo cheling, eerzucht, weelde, nieuwsgierigheid en lust tot stelen in de steden; dat zijn de eilanden der zielloosheid in ons land". De moderne beschaving heeft daar, waar zij zich verlaagde tot louter vormendienst aan het leven alle degelijke innerlijkheid >ntroofd en zelfs de levenszenuw der Kunst en der Poëzie met lamheid geslagen. „Er zijn landstreken in ons werelddeel, Jvaar de moderne beschaving in zeden en spraak gelijk een olievlek is doorgedrongen en die wij als bij instinct betreden, met hel klemmend gevoel: hier vind ik geen levens gezellen, maar loeren slechts belangheb benden. Hier wordt arbeid tot slavendienst; vrije tijd tot bedwelmenden roes misbruikt; hier ontaardt vreugde in uitgelatenheid, kommer in vertwijfeling en geloof in feti- chisme. De verlatenheid, die ons aangrijpt' te midden van begeerige mannen, schijn- schoone vrouwen, opgedirkte kinderen cn jonge meisjes, geblaseerde jongelieden, on trouwe ondergeschikten, deze ons in de ziel grijpende verlatenheid, komt uit het onbe wust, maar niettemin bestaand begrip voort, dat in ons huist en ons toeroept: hier leven geen zielen." Op onze beschaving wordt meer en meer de stempel der zielloosheid gedrukt; zelfs de geestelijke ontwikkeling wordt zielloos, waar geen drijfveeren van hooger orde op haar inwerken. „Dagelijks komen wij in aanraking met „nette" menschen uit den beschaafden stand, fijn gemanierd en levendig van geest, wien het aan ziel ontbreekt'; zij verschijnen op het schouwtooneel der wereld als bezon nen, bepaald werkzame lieden, wier hande lingen haar motief ontleencn aan onophou delijke, vaak minder eerbare en eerlijke ne venbedoelingen, we.ikc zij trachten te ver klaren en te rechtvaardigen door de zorg voor het bestaan van zich en de hunnen, door het bewustzijn van op hen rustende plichten, door gewoonte en drang naar da den, ja, als het te pas komt, door eerzucht en hebzucht. Voor den hoogeren zin des levens gevoelen dergelijke stervelingen, wei nig of niets. Wanneer men hun vraagt napr het einddoel van hun bestaan op aarde, dan zien ze u hulpeloos-verwondcrd aan. En van lieden van dit slag wemelen onze groote steden." Tot zoover Walter Rathenau in zijn „Die Mechanik des Geistes". Jan Holland schreef indertijd zijn pittig bock: „Willoozen". Leefde hij nog, dan zou deze Katholieke denker, wiens blik zoo scherp de roerselen en drijfveeren van de daden der menschen doorschouwde, ons wellicht reeds lang heb ben vergast op de uitgaaf van een werk, dat het woord Zielloozen» op den omslag droeg. Na de „zielloosheid" te hebben omschre ven en betreurd, zou Rathenau gaarne het geneesmiddel tegen dc steeds meer en meer in omvang toenemende uiterlijke wereld beschouwing willen toedienen. En hij meent dit geneesmiddel gevonden te hebben in een verdieping van het infier- lijke leven, waarbij het woord „ziel" niets I meer bij hem beteekent, dan een zich gees telijk verheffen boven de eenzijdige opvat tingen van het berekenend en de zaken de zer wereld naar hun nuttigheid waardeerende verstand. Echter, uit zulk een streven spreekt dui delijk de onmacht der zuiver materieelc be schaving, de onmacht om het heimwee der menschen naar geluk te stillen. De geloovige christen kan en mag zich dan ook met deze en dergelijke oplossing niet tevreden stellen. Hem is trouwens een andere oplossing be kend, die veel degelijker en meer afdoende iS. Sedert eeuwen toch loopt zij gelijk een gouden draad door het christelijk leven. En in veel hoogeren graad is deze oplos sing geschikt om doeltreffender heilmiddelen te bieden tegen de zielloosheid van onzen tijd, dan die der goed bedoelde, doch ontoe- reikendj en dus falende middelen der mo derne ongeloovige denkers zooals Rathenau er een was. Wanneer op het Pinksterfeest de lofzang „Veni Creator" wordt aangeheven, de lof zang die spreekt van den Geest des Schep pers, welke de zinnen verlicht en de harten met genade vervult, de lofzang, waarin van den Goddelijken Geest, van Wien licht en liefde uitstralen, in aangrijpende woorden Zijne genaden wordt afgesmeekt, dan her kent de geloovige katholiek weder uit de plechtige klanken de eeuwige Bron, waaruit hij innerlijke levenskracht en bovennatuur lijke bezieling vermag te putten. Wanneer de menschheid zich van den Geest Gods afwendt, wanneer zij in haar einddoel slechts ziet een beschavingswerk voor het tijdelijk Heven, waartoe de mecha niek der natuurlijke krachten haar leiden moet, dan wordt de geheeie wereldbe schouwing dier menschheid zelfzuchtig, zielloos en arm aan liefde. En als denkers gelijk Rathenau om meer „ziei" roepen, dan bedoelen zij daarmee on bewust: meer liefde. Onze tijd is daarom .zielloos", omdat hij arm is aan liefde. En het heerschend gebrek aan Idealisme ontspringt uit het gebrek aan liefde tot God, die onze zielen ver boven al het ma terieel gedoe, waarmede wij vervuld zijn, verheft'. Een bovennatuurlijk ideaal oefent slechts dan zijn heilzame werking uit op onze gces- tes- en zielskrachten, wanneef het als een goddelijke waarheid of een goddelijk goed door ons wordt erkend en daarom is het voor de dolende menschheid zaak, zich op de eerste plaats van een rotsvaste overtui ging aan het bestaan van zulk een ideaal te doordringen. Van af de eerste dagen des Christendoms ging de aanroeping van den H. Geest aan alle gewichtige beraadslagingen, zoowel in het maatschappelijk als in het familieleven, vooraf. Tot voor korten tijd bestond dat vrome en echt katholiek gebruik nog in Spanje. Thans heeft' men ook daar er mede ge broken. De moderne wereld meent het best buiten die Goddelijke Bron van Licht te kunnen stellen. Maar wanneer zelfs ongeloovige denkers als Walther Rathenau jammeren over de „zielloosheid" dier wereld; wanneer de men schen niet ophouden te klagen, dat alle in nigheid, alle liefde, alle beproefde trouw uit de hedendaagsche betrekkingen tol' elkander verdwijnen; wanneer zciis de familie-ge meenschap meer en meer aan innerlijke sa menhang inboet en de grondslagen waarop het huwelijk als een rots rusten moest, wan kelen en met omverwerping worden be dreigd, dan valt de schuld daarvan op hen, die de menschheid met den Godsdienst haar „ziel'' en met haar ziel de liefde heb ben ontroofd. Slechts in den terugkeer naar het geloof aan een God die in den hemel troont, naar de hoop op een verccniging met Hem als met het Hoogste Goed, naar de liefde tot onze medemenschen, is het onfeilbaar ge neesmiddel te vinden voor de aan ontzenu wende overbeschaving lijdende menschheid, die naar de klacht van schrijvers als Ra thenau aan „zielloosheid" ten gronde gaat. De Manchester Guardian wijst er op, dat in het nieuwe kabinet twee stroomingen zijn vertegenwoordigd ten opzichte der Euro- peesche politiek. De eene is belichaamd in Amery en wenscht zich zooveel mogelijk los te maken van het vasteland en zich vooral in te spannen voor de ontwikkeling van het Rijk, de andere, die haar pleitbezorger heeft in Robert Cecil, richt meer het oog op Europa, omdat Cecil uit ervaring weet welk een in vloed de onderlinge nijaver en de tegen spoeden in Europa hebben en welk gevaar zij ook voor Engeland opleveren. Cecil is dus absoluut tegen elke politiek der onthou ding ten opzichte van Europa, zonder dat Engeland zich echter moet mengen in eenige eerzuchtige politieke actie. Sommige ministers zijn geneigd tot machts vertoon en ongeduld bij de oplossing der vraagstukken van het vasteland. Anderen wenschen een lijdzamer politiek, waarin meer plaats wordt ingeruimd aan de actie van den Volkenbond. De strijd tusschen die twee beginselen moet reeds dadelijk aan den dag treden. De uitslag zal in hoofdzaak af hangen van Baldwin, die in dit opzicht nog een onbekende grootheid is, maar ook van den invloed dien Cecil weet te oefenen, want, terwijl hij te Genève de aandacht trok door zijn moedig en handig optreden, is hij in het parlement meestal minder gelukkig en mist hij daar vaak het zelfvertrouwen, dat hem te Genève kenmerkte. Het is inmiddels een veelbeteekenend feit, dat hij geen benoe ming zou hebben aanvaard als hij niet wist, hoever hij met Baldwin gaan kon. Zijn hoofd tegenstander zal dan ook wel Curzon blij ken te zijn. In kunde staan beide mannen gelijk, maar wat zedelijke waarde van oog merken betreft zou men geneigd zijn Robert Cecil hooger te stellen. Door Cecil te ver binden aan zijn kabinet heeft Baldwin onge twijfeld de kracht van zijn regeering, wat be kwaamheid en reputatie betreft, verhoogd, hoewel de homogenfteft er wellicht onder heeft geleden. Volgens de Daily News had Home den hem aangeboden zetel alleen willen aanne men, indien de hereeniging der conservatieve partij daarmede gepaard ging, hetgeen ech ter onmogelijk bleek daar de wrevel van vele conservatieven ten aanzien van Austen Chamberlain niet was te overwinnen. De nieuwe samenstelling van het kabinet is dan cok de erkenning datj*le hereeniging thans onmogelijk is. Baldwin zal kanselier der schatkist blijven tot de begrooting in alle fazen is aangeno men en de uitvoeringswetten zijn goedge keurd. Het aannemen van dezen post door Mc. Kenna, die in de verschillende kabinet- ten-Asquith hooge ambten bekleedde en ook kanselier der Schatkist was in het eerste coalitie-kabinet gedurende den oorlog, is een zeer merkwaardig feit. McKenna was niet slechts een der bekwaamste medewer ker^ van Asquith, maar tevens een der grootste financieele deskundigen. ITij is president van de London City and Midland Bank. Zijn begrooting voor 1915 werd be schouwd als een meesterstuk van financiers kunst in dfe moeilijke dagen. Na zijn neder laag bij de algemeene verkiezingen van 1918 trok hij zich geleidelijk terug uit het politieke leven, om zich uitsluitend aan zaken te wij den. Bij de jongste verkiezingen had het zeer de aandacht getrokken, dat hij optrad ten behoeve van Bonar Law en dat hij van mee rling bleek, dat diens politiek den eenigen waarborg gaf voor stabiliteit en voor de zoo noodige periode van werkelijken vrede. „Wij moeten", zeide hij, „de hartelijke internatio nale betrekkingen laten voortbestaan en wij hebben het herstel van het. vertrouwen op handelsgebied zeer noodig, hetwelk alleen kan worden gebaseerd op een wijs beleid op financieel en buitenlandsch gebied. Dit al leen kan het herstel verzekeren van onzen handel." McKenna's aanvaarding yan het kanselierschap in het kabinet-Baldwin komt niet geheel onverwacht. De bladen begroeten zijn benoeming, vooral met het oog op het feit, dat de vraag stukken der schadevergoeding en der onder linge schulden der geallieerden benooren tot de problemen, die een oplossing vragen. Zelfs het leedwezen der liberale blacien, dat McKenna zich heeft afgescheiden van het liberalisme, wordt verzacht door het feit, dat zijn financieele bekwaamheden nu den staat ten goede zullen komen. Terwijl alle leden van het vorige kabinet op hun post blijven, zijn er toch één of twee wijzigingen van minder belang. Sir W. Joyn- son-Hicks, die postmeester-generaal en be taalmeester-generaal in het vorig kabinet is geweest, wordt nu financieel secretaris van de schatkist, doch blijft lid van het kabinet. Majoor Boyd-Carpenter, vroeger dien post bekleedend, wordt betaalmeester-generaal de nieuwe postmeester-generaal moet nog worden benoemd. Sir Samuel Hoare, die staatssecretaris van het luchtwezen was, wordt bevorderd tot minister voor lucht wezen en krijgt een plaats in het kabinet. Dit wordt beschouwd als een erkenning van het toenemende belang van de luchtverdedi- Naar aanleiding van het aftreden van Bonar Law heeft de koning verschillende onder scheidingen verleend. Sir Thomas Horder en dr. Gouldway, de geneesheer van de ge wezen premier, zijn benoemd tot Baronet en Knight. Ook Bonar Law's particulier secretaris heeft een onderscheiding gekregen. TURKIJE EN GRIEKENLAND. De spanning over het Turksch-Grieksche conflict is zeer groot geweest. Zaterdag werd nog uit Konstantinopel gemeld Er heerscht hier een groote ongerustheid. De geallieerde hooge commissarissen ver gaderen herhaaldelijk. Uit Angora wordt gemeldt Er is Don derdagavond een buitengewone minister- terrsad gehouden onder voorzitterschap van Moestafa. Er js daar langdurig gesproken over de mogelijkheden, die zouden kunnen voortspruiten uit een afbreken van de con ferentie te Lausanne. Behalve de ministers woonden de bevelhebbers van het leger en de chef van den generalen staf haar bij. Later kwamen echter betere berichten uit Lausanne Er is algemeene overeenstemming bereiKt tusschen Griekenland en Turkije op den grondslag van afstand van den driehoek van Karagatsj aan Turkije in plaats van scha devergoeding. De conferentie heeft Zaterdagochtend in politiek comité vergaderd. Zij heeft een aantal politieke bepalingen besproken waar omtrent voorbehoud was gemaakt. Zij kwant terug op artt. 20 en 25 nopens Lybie. wat betreft art. 20, dat de afschaffing van alle privilegiën van het Ottomaansohe rijk in Ly- bië vaststelt, zijn de geallieerden en Turkse het eens geworden. Niettemin maken ne Turken nog voorbehoud, waarbij Zij Zich beroepen op de bepalingen van art. 25, door middel waarvan zij het geestelijk gezag van den Kalief in Lybië willen handhaven. De Italianen verzetten zich tegen dezen eisen men zal een nieuwe redactie zoeken. Er is besloten, dat het statuut van de Ai- gerijnsche, Tunesische en Marokkaanscne onderdanen in Turkije het onderwerp van latere conventies zullen uitmaken. De conferentie heeft opnieuw de conven tie nopens de vestiging van vreemdelingen in Turkije onderzocht. Men besloot dat e. over bijzondere conventies zou worden on derhandeld binnen twaalf maanden na Q onderteekening van het verdrag tusscnen de onderteekenende mogendheden en 1 urn j In afwachting daarvan zal de status quo wo den geëerbiedigd, evenals de rechten d vreemdelingen in Turkije sedert 1 Janna 1923 verkregen. De duur van de conventie zal zijn 5 jaren, met opzegging met een ter mijn van 2 jaar. De Engelschen drongen er op aan, dat België van deze bepalingen zou profiteeren. c,,r;a Art. 3 nopens de grenzen van Irak en oyp<- kwatn in de vergadering even ter sprake, ^e- ncaal Pellé verklaarde, dat een bespreking ongewenscht was, gezien dat er besprekingen, over dit onderwerp, tusschen Turkije en Frankrijk gaande zijn. DE ZOMERTIJD IN FRANKRIJK. De Temps, die den zomertijd met warmte heeft verdedigd, is natuurlijk ingenomen met het Senaatsvotum, dat tengevolge heeft, dat vannacht in Frankrijk de klokken verzet worden. De zomertijd wordt nu niet slechts voor dit jaar ingevoerd, maar voor goed. Elk jaar zal nu voortaan de wettelijke tijd zestig minuten vervroegd worden van den laatsten Zaterdag in Maart af tot aan den eersten Zaterdag in October, behoudens wijziging van die data in gevolge een overeenkomst tusschen de geallieerden. Aan het slot van haar artikel, waarin de Temps nog eens de aan den zomertijd ver bonden voordeelen de revue laat passeeren en de argumenten der tegenstanders onder zoekt, schrijft het blad Dit alles was zoo duidelijk mogelijk, te meer daar het hier niet iets nieuws betrof reeds sedert zes jaar had men ondervinding en deze was afdoende. Het is daarom slechts te meer te betreuren, dat een groot aantal Senatoren, geleid, door dezelfde bezorgdheid, die wij in de Kamer hebben waargenomen, welke bezorgdheid trouwens even onwaar als vergeefsch was, den minister-president, door hun vijandige houding tegenover een maat regel van algemeen belang, gedwongen heb>- ben het bestaan van het ministerie in de waagschaal te werpen, voor een kwestie, die per slot onder de tegenwoordige omstandig heden «en secondaire kwestie is. De stedelingen, die met zooveel ongeduld op het uur langer licht gewacht hebben, zullen Poincaré dankbaar zijn voor zijn krachtig optreden. Wat cie boeren betreft, die zullen er niet bitter door gestemd worden, want de drukte, die sommigen tegen het regeerings- ontwerp hebben trachten te maken, was ge heel kunstmatig aan de overgroots meer derheid der landbouwers was de kwestie vol komen onverschillig. Er is nooit een werke lijke botsing van belangen tusschen de ste den en het land over den zomertijd geweest en die zal er niet kunnen zijn. De Temps meent dat dit eens luide gezegd moet worden aan het einde van een debat, dat nooit zooveel hartstocht had moeten wekken, noch zooveel inkt doen vloeien. DE DUITSCHE INDUSTRIE EN HET NIEUWE AANBOD. De ontvangst van de fractieleiders van den Rijksdag door de rijkskanselier, die aanvan kelijk op Zondag was gesteld, is tot Maandag uitgesteld, daar de zakelijke besprekingen met de vertegenwoordigers van de bond staten en andere groepen van belanghebben den nog niet zijn afgeloopen. Tot dusver is slechts één concreet besluit genomen en wel door den Rijksbond van de Duitsche indu strie in de bestuursvergadering van Vrijdag avond. Bijzonderheden omtrent dit besluit zijn aan de leidende personen meegedeeld. Naar de Duitsche draadlooze dienst uit par lementaire kringen verneemt, wijst het voor stel van den Rijksbond van de Industrie er op, dat het rijk en de bondstaten in de eerste plaats als borgen moeten optreden voor Duitschlands verplichtingen tegenover de entente. Het staatsbezit moet door ingrijpen de hervormingen zoo productief worden ge maakt, dat daaruit aanmerkelijke bedragen komen. De particuliere nijverheid en handel moeten eerst in de tweede plaats als een soort subsidiaire borg in aanmerking komen onder voorwaarde, dat, gelijk in de laatste nota s van het kabinet Wirth reeds was uitgewerkt, deze borgstelling voor den duur van een menschenleeftijd zal gelden. Het voorstel van den Bond der Duitsche industrie, waarin uitgegaan wordt van de veronderstelling dat ook landbouw, het ste delijk huizen- en grondbezit cn de overige belastbare panden hun deel zullen dragen, noemt bepaalde cijfers, welke vermoedelijk spoedig bekend gemaakt zullen worden. De nieuwe Duitsche nota zal in het algemeen op den hier aangegeven grondslag worden opge steld en daarbij zal een beslissende beteeke- nis worden gehecht aan de voorwaarde dat Duitschland dat zulke lasten opl zich neemt in oeconomisch en politiek opzicht vrijheid zal krijgen. HET ENGELSCH-RUSSISCHE CON FLICT. Den toestand nagaande, geschapen door de verklaring van lord Curzon tegenover Krassin, wijst Steklof in de Izwestia er op, dat de parlementaire oppositie begrijpen moet, dat de ontwijkende verklaringen van de Engelsche regeering ten doel hadden, zich de handen vrij te maken tijdens het par lementaire reces. De oppositie was te laat met haar protest tegen een politiek, welke streeft naar een breuk toch zou, door het aan den dag leggen van een groote energie, de oppositie den toestand nog hebben kun nen redden. Sceptisch gestemd ten opzichte van de beslotenheid der liberale en de ar beiderspartij om lord Curzon te steunen, acht Steklof de eenige omstandigheid, welke de Engelsche regeering van een verscherping van het conflict zou kunnen terughouden het uitoefenen van aandrang door de arbei dersmassa. Steklof zegt, verzekerd te zijn, dat de sowjet-regeering al het mogelijke zal doen om oorlog of een breuk te vermijden en een groote mate van vredelievendheid aan den dag zal leggen, voor zoover als de be scherming van de levensbelangen van het Russische volk dat ook maar eenigszins toe- laat. De Ekonomitsjeska Sjisn acht het antwoord van Rusland op de nota van Lord Curzon van onbetwist vredelievend karakter. Het vraagstuk van de vaststelling van een drie- mijls-, dan wel van een tv/aalfmijlszone, ver liest volgens het blad al zijn scherpte, wan neer de Engelsche regeering toestemt in een definitieve oplossing van dit vraagstuk op internationale conferentie. UIT DEN VOLKENBOND. De opium-commissie van den Volkenbond heeft kennis genomen van het rapport van het secretariaat bver de ondertee kening en de ratificatie van de conventie over de rege ling van de certificaties van uitvoer, over de maatregelen, genomen door den Raad ver leden Februari over de jaarlijksche rap porten over den handel in cocaïne, over de totale behoefte aan opium en zijn derivaten voor het binnenlandsch gebruik, over de samenwerking van Japan en China in zake de onderdrukking van ongeoorloofden handel en over de uitwisseling van inlichtingen no pens het in beslag nemen van verdoovende middelen. DE VER. STATEN EN HET HAAG- SCHE HOF VAN INTERNATIONAAL RECHT. De Times verneemt uit Washington, dat Harding's politiek ten gunste van Amerika's aansluiting aan het internationaal hof voor 't eerst een strijdpunt geweest is in een ver kiezing, namelijk die voor de vacante con greszetel in Californië. De uitslag was een overwinning voor Harding, daar de repu blikein Fredericks, die voor genoemde aan sluiting is, gekozen is. Hij werd bestreden door den anti-hof-republikein senator Rirem Johnson. HET INTERNATIONAAL LAND- BOUWCONGRES. Het internationaal landbouwcongres heeft zijn eerste vergadering gehouden in Parijs on der voorzitterschap van Méline, die in de vergadering een brief van den Volkenbond heeft voorgelezen, waarbij deze bedankt voor de woorden van lof, te zijn aanzien uitgespro ken. UIT HET BEZETTE GEBIED Naar de bladen te Berlijn van bevoegde zijde vernemen, is de geheeie groene politie uit het Roergebied gezet, en de achtergeble ven blauwe politie door uitzetting tot de helft teruggebracht. De achtergeblevenen zijn bovendien nog onvoldoende bewapend. De president van de provincie Westfalen heeft op bevel van den Pruisischen minister president van de bezettingsoverheid weer toelating van de Schupo geëischt. Daarop is nog geen antwoord van Fransche zijde ont vangen. Eveneens heeft de „öberpraesident" van de provincie Westfalen de geheeie vredelievende bevolking opgeroepen tot het vormen van zelfverdedigings-organisaties. De Euphraat heeft 40 mijl ten N.W. van Bagdad zijn dijken verbroken en 45.000 Ac res bouwland overstroomd, waarbij de be- vloeiings kanalen ernstig zijn beschadigd. Er zijn maatregelen genomen om de stad Ka- zimain te beschermen,. Het verkeer met Aleppo is verbroken, daar de streek in den omtrek van Felujah overstroomd is. In een toespraak tot de Amerikaansche adelborsten te Rhode Island heeft Denby; de minister van marine, aangekondigd, dat in de komende congreszitting gelden zullen worden gevraagd voor nieuwe kruisers, kleine hulpvaartuigen, kannonneerbooten, duikbooten en vliegtuigen, maar hij voegde er bij, dat hij hoopt, dat de kosten van aan bouw binnen de grens van die vin het vorig jaar zullen blijven. De geallieerden zijn onderling tot over eenstemming gekomen over de kosten van de Amerikaansche bezetting aan den Rijn. Deze zijn tot 31 October 1.1. in Engel sche munt vastgesteld op 536.096.500 daar komen dan nog bij de kosten door de Amerikannen aan den Riin gemaakt van 31 October 1922 tot Februari 1923. De schuld zal worden betaald in 12 jaarlijksche termij nen, te beginnen met dit jaar. Achteraf is het gebleken, dat het bestuur van de Repuhlikeinsche partij een verkla ring had willen publiceeren, waarin Frank rijk en Engeland er van worden beticht, den Amerikanen de bezettingskosten aan den Rijn door den neus te willen boren. Presi dent Harding en de secretaris van Staat Hughes, hebben cr door een krassen wenk aan de Partij voor gezorgd, dat deze beschul diging niet in de couranten kwam. Weer zijn twee Amerikaansche vlie gers omgekomen. Majoor Thomas Duncan, van den leger-vliegdienst, en Irving H. Kroupp, een burger, waren aan het vliegen, toen hét toestel tegen den grond sloeg en in brand vloog. Er heeft een kleine brand gewoed op het dek van de Leviathan, die in Zuid-Boston in het droogdok ligt. Men was het vuur ech ter spoedig meester, en de aangerichte schade bleek gering. Een speciale commissie heeft een nieu we begrooting voor de republiek Oekraine voor het jaar 1923 ontworpen. De inkom sten overtreffen de uitgaven met 25 millioen gouden roebel, hetgeen een zeer opmerkelijk verschijnsel moet worden geacht. De voor naamste bron van inkomsten vormt de be lasting in natura, welker opbrengst geraamd is op 214 millioen goeden roebel het trans portwezen moet een bedrag van 92 millioen gouden roebel oplevener, de indirecte belas tingen 70 millioen gouden roebel. Verder worden de inkomsten verkregen uit staats bezit, geraamd op 39'/2 millioen roebel, de opbrengst der directe belastingen op 32 millioen roebel en de winst af te werpen door de genationaliseerde nijverheid op onge veer 3 millioen gouden roebel. De uitgaven worden over de verschillende instellingen als volgt verdeeld het volks commissariaat van onderwijs ontvangt 63 millioen gouden roebel,fhet volkscommissa riaat van volksverzorging 62 millioen gouden roebel, dat van landbouw 38 millioen, dat van volksgezondheid 25 millioen en dat van verkeerswegen 92 millioen gouden roebel enz. De gemalin van den hertog van York, die Donderdag a.s. voor het eerst bij de receptie ten hove als prinses van den bloede aanwezig zou zijn, heeft kinkhoest en zal ten minste drie weken haar kamer moeten houden. In de laatste dagen schijnt, vooral in de aristocratische wijken van Londen, kinkhoest zeer veel voor te komen, hoewel voornamelijk onder kinderen. Dr. Jozef Neumayer, oud-burgemeestei van Weenen, is aldaar gisteren op 79 jarigen leeftijd overleden. Prof. Orzecki, die bij den bomaan: 1 :g in de universiteit te Warschau zwaar gewond werd, is aan zijn verwondingen overleden. De regeering heeft een belooning van 20 millioen Poolsche mark uitgeloofd voor den geen, die inlichtingen kan verschaffen, welk® leiden tot aanhouding van den dader. Minister Jaspar moet een kleine keelopera tie ondergaan. Gisteravond deelde men a t het ministerie van buitenlandsche zaken mee, dat hij een beetje beter was. Volgens de Indépendance Beige zou d® algemeene gezondheidstoestand van den minister na de operatie een betrekkelijk lang- durigen tijd van rust vereischen. Bij besluit van den Franschen minister van oorlog is het Fransche oorlogskruis toe gekend aan de bevolking van de Vlaamschf stad Poperinghe, die vier jaar lang met hel denmoed de Duitsche beschietingen trot seerde. Bij het Hof van Cassatie te Parijs zijn in de zaak Steinmann-van de Wouwer drie cassatiemiddelen ingediend. Het Hof zal 16 of 18 Juni zijn beslissing nemen. NEDERLAND AAN DEN TWEE SPRONG. Wij ontvingen de volgende persmededee- ling. De ondergeteekenden, gezien het door Lord Robert Cecil in Januari 1923 geredi geerde algemeen waarborg verdrag, welk ont werp in April 1923 door den Raad van den Volkenbond is toegezonden aan de Staten Volkenbondsleden, met verzoek hun gevoe len daarover te willen kenbaar maken, overwegende, dat het voor de regeering van groot belang is de stroomingen in den lande te leeren kennen zijn het eens geworden over de volgend® hoofdpunten. lo. zij zijn overtuigd, om tot internationa len vrede en internationale bewapeningsbe perking te geraken of te naderen onmisbaar is een algemeen, behoorlijk georganiseerde wederkeerige waarborg der Staten tegen aan valsoorlogen 2o. zij achten evenwel een verslag van deze strekking alleen dan aannemelijk, indien zoo wel beslissing over de vraag wie een aanvals oorlog heeft ondernomen, als de leiding van een economisch of militair optreden tegen den schuldigen Staat berust bij organen die voldoen aan den hoogst bereikbaren eisch van internationaal onpartijdigheid. t 3o. zij achten voorts een verdrag van deze strekking alleen dan aannemelijk, indien in ternationale organen worden in het leven ge roepen teneinde anders dan door wapenge weld, de wijziging aan de orde te kunnen stel len van verhoudingen of verdragsbepalin gen, welke de internationalen vrede in ge vaar brengen. De internationale organen, bij zulk eene herziening betrokken, zullen moe ten voldoen aan de hoogst bereikbare eischen van internationale onpartijdigheid 4o. zij achten de algemeenheid van een waarborgverdrag niet verzekerd, zoolang bui ten het verdrag blijven staten of statengroe- pen, welker sterkte bij machte is de werking van het waarborgverdrag te verlammen 5o. zij achten afzonderlijke waarborgver- dragen tusschen bepaalde Staten of Staten- groepen onvereenigbaar met de grondge dachte van een algemeen waarborgverdrag en zelfs voor de internationale verhou dingen gevaarlijk. Zij meenen intusschen, dat de verplichting tot deelneming aan eco nomisch of militair optreden naar omstan digheden kan worden beperkt. 6. Aanvaarding van een algemeen waar borgverdrag overeenkomstig de genoemde beginselen brengt hun inziens ook voor klei ne staten den stelligen plicht mede om, zij he( op nader te precieeren wijze, hun aandeel y® dragen in den beoogden waarborg tegen aan? valsoorlogen. Vermits aan internationalen vrede en in ternationale bewapeningsbeperking het lof der menschheid hangt, behoort huns inzien* naar een aannemelijk algemeen waarborgver drag gestreefd te worden door alle volken en met alle kracht 18 Mei 1923. Prof. Mr. A. Anema, hoogleeraar te Am< sterdam, Gen.-Majoor J. M. Benteyn, inf specteur v. d. Cavalerie, Mevr. Mr. C. Bak* ker,-van Bosse te 's-Gravenhage, H. Colija* lid van de Tweede Kamer der Staten-Gene raal, Mr. H. C. Dresselhuys, lid v. d. Tweed® Kamer der Staten-Generaal, Prof. Jhr. Mr. Dr. W. J. M. van Eysinga, hoogleeraar tl Leiden, A. W. F. Idenburg, lid v. d. Eerst® Kamer der Staten-Generaal, Mr. Dr. D. A. P. N. Kooien, voorzitter v. d. Tweede Ka mer der Staten-Generaal. Mr. J. Limburg, deken der Orde vafi Advocaten te 's- Gravenhage, Mr. K. P. van der Mandele, dit\ der Rotterdamsche Bankvereeniging, Mq R. Mees, lid der Firma R. Mees en Zonen t< Rotterdam, C. E. ter Meulen, lid van de fir ma Hope Co. te Amsterdam, prof. mr. J< Oppenheim, lid v. d. Raad van State, J. Oude geest, secretaris van het internationaal Ver bond van Vakvereenigingen, mr. R. J. H. Patijn, buitengewoon Gezant en Gevolmacht Minister te 's-Gravenhage., mr. V. H. Rut gers, lid v. d. Tweede Kamer der Staten- Generaal, Jhr. mr. A. F. M. de Savornin Lohman Minister van Staat, mr. J. Schokking, lid van de Tweede Ka mer der Staten-Generaal, Mr. G. Vissering, president v. d. Nederlandsche Bank te Am sterdam, prof. mr. C. van Vollenhoven, hoog leeraar te Leiden, mr. C. L. Torley Duwel, directeur van het Internationaal Intermediair Instituut, secretaris, 68 Lange Voor hou* 's-Gravenhage. „Dat kind nemen we met mee," zeide Hetson. „Zeg mannen, maakt er nu asje blieft geen kinderspel van. We willen tegen een vijand op, die tien-, of met de Indianen dertigmaal sterker is dan wij." „Zoo, Sir?" sprak de knaap brutaal tot den Alcalde opziende. „Al ben ik maar der tien jaar met je permissie, heb ik toch verle den jaar de Mexicanen óók al op hun baatje gegeven. Als u het recht hebt, met onze vlag hun om de ooren tc slaan, dan mag ik ze uitfluiten 'k ben gevloekt als ik achter blijf." „Hoera voor Jimriepen de mannen jubelend. Hetson kon niet anders dan toe geven. T. „Yankee-Doodle vóór 1 Speel op Jim Toen de gelederen waren gevormd, vier aan vier, telde Hetson een legercorps van vijf en twintig man. „En nu voorwaarts, jongens," sprak hij met vurigen blik, „maar bij je leven bezweer ik lel ui, dat geen van allen een schot mag doen vóó4r de vijand zelf aanvalt. Het eerste schot de eerste slag van hun kant, dan er op los. En dan, dat behoef ik niet te zeggen, elke slag raak Alles klaar „Hoera 1" klonk het daverend door de lucht, terwijl de hoeden wuifden. „Hetson fluisterde een zachte stem. „God zij met je Het was Jenny die afscheid nam van haar man. En daar gilde de piccolo het Yankee- Dondle uit en met donderende slagen, in en buiten de maat, stemden kindertrompetjes, blikken koffieketels, tam-tams en eindelijk de groote trom van Boyles daarmee in. De vaderlandsche vlag omhoog, ging het nu in stormpas tusschen de tenten door, recht op den vijand toe. „Guarda 1" klonk het ginds uit honderd kelen tegelijk. „Neemt gij u in acht 1" donderde Hetson hun toe. „wie een wapen opneemt, is een kind des doods en zijn vleesch zal door de Cayotas in de bosschen worden opgevreten. Omlaag die vlag, honden, die het waagt on zen grond met die valsche kleuren te schen den 1" En nog voordat eenige Mexicanen met ge trokken sabels waren toegesneld om de vlag te verdedigen, stond Hetson reeds voor den standaard met aangelegde revolver, en de eigen vlag het matroosje Jim in de hand drukkend, die haar fier omhoog hief, rukte hij met de linkerhand den paal uit den grond. „Slaat hem dood brulden de Mexica nen maar de gespannen revolver met haar zesvoudigen dood schrikte de naastbijzijnden af, zoodat zij alleen de kracht behielden om de mannen die achter hen stonden terug te dringen. Oji hetzelfde oogenblik lag de Mexi- caansche vlag onder de voeten der jubelende Amerikanen. En toen nu kleine Jim op zijn piccolo h»t Yankee-Doodle den vijand in ooren gilde en de vlag met haar sterren en strepen wapperde boven allen uit, donderde een wild Hoera door de lucht. De vijand was als verlamd alleen hun oogen flikkerden van woede en geknakten trots. „Nu is het tijd," fluisterde Hale Hetson toe, „een geschikter moment voor onzen terugtocht vinden wij niet." „Nog niet, sherifzij hebben nog nun wapens en bij God ik ga niet heen zoo lang zij die niet hebben afgelegd. „Neem u in acht," waarschuwde Hale. „De Indianen staan op nog geen vijfhonderd pas hierover bij elkaar als ze ons m hun ber gen dringen, zijn we verloren." „Reden te meer om voorwaarts te gaan, antwoordde Hetson, met ficren lach, en tot den vijand wendende, riep hij met donde rende stem „Gij hebt tegen de overheid van ons land de vlag, gij hebt uw wapenen tegen haar op geheven en valt dus onder de straffe der wet. Wij zouden u hier kunnen doodschieten als honden, of in de bergen jagen, maar onze Regeering verleent aan den vreemdeling, die hier vreedzaam wil werken, onverkort verblijfalleen de gewapende is haar vijand cn wordt bestraft. Dus af uw wapens die gij hebt misbruikt, en wie zich verzet, sterft door mijn hand „Wel verdoemd," bromde Briars zijn buurman in 't oor, „dat is een pil." En op den eersten den besten, een reus achtige kerel, toestormend, hield Hetson hem het zesloops pistool voor, en £rccp de sabel die deze nog vast in de vuist meld. „U hebt niet het recht, de wapens van ons op te eischen," siste de kerel, met een blik die vuur en gif spatte. „Bij God 1" riep Hetson, „mijn vinger staat gereed, ik zal drie tellen en als je dan niet loslaat, ben je een lijk. Een twee ï"ïii voelde dst de h3tid van zijn tegenstander losser werd, en hem de sabel ontwringend wierp hij die naast de vlag.Onmiddellijk vatte hij een tweede aan en Haie, niet minder on verschrokken dan hij, greep een derde. De Mexicanen weken eenige schreden terug, maar de Amerikanen lieten hun geen tijd tot bezinnen. Zij hielden de buksen op hen gericht, terwijl anderen, met de eene hand de pistolen op hen aanleggend, met de andere aan wapens opnamen wat zij maar krijgen konden. Geen schot viel. Ziende dat hun ka meraden in het voorste gelid niet den moed hadden om dat handjevol Amerikanen het hoofd te bieden, dropen de Mexicanen ijlings af naar hun paarden en holden de bergen in. Die vlucht en de hoog geheven Amerikaan sche vlag, terwijl het Yankee-Doodle de wil de zegekreten begeleidde, dat alles be duidde den Indianen reeds genoeg, wie hier overwonnen had* En dat alleen door zedelij ken moed. Het was niet raadzaam, de neergelegde wapens hier te laten liggen aanstonds zou de vijand ze weder kunnen opnemen. Maar daar wist Jim, de kwajongen, raad op. Fluks maakte hij een muilezel van een boom los, den eigenaar die op een afstand buiten schot stond toeroepend dat hij het dier straks wel zou terugbrengen, kwam er mee bij de ver overde Mexicaansche vlag, pakte al de ver overde wapens tot een bundel en bond dien op het zadel van het dier, zoodat de buit kon worden getransporteerd. „Maar we zijn nog niet klaar," zeide Het son. „Nogmaals zeg ik niemand aanvallen, geen schot gelost. Die enkele Mexicanen, die we hier en daar nog zien, laten wij stil met rust, tenzij één het waagt óns aan te vallen. Maar ik wil nog een visite brengen aan de Indianen daarginds. Indien ge name lijk wilt meegaan". „Meegaan riep de oude Nolten, terwijl hij Hetson's hand drukte. „Squire, met u zou ik zelfs de hel ingaan. Ge hebt miJn oua hart vandaag gestolen, kerel! Wij Amerika nen mogen trotsch op u zijn. Nooit zal ik uw gedrag vergeten." „Ik heb nikte anders gedaan dan ieder van u," antwoordde Hetson. „En voldaan ben ik dat gij allen, overeenkomstig mijn bevel, den moed hebt gehad u tc betoomen, de wapens gereed, maar de kogels in te houden. Want één schot buiten mijn wil had voor ons allen noodlottig kunnen zijn 1" En nu de Mexicaansche vlag ten blijk® van vernedering onder de Amerikaanschi vastbindende, stelde hij weder den troep op de muziek met kleinen Jim naast hem aa< de spits. „Voorwaarts, marschen het Yankee* Doodle donderde door de bergen. Zooals daar te voren de Indianen hier en daar gelegerd waren, was het hun aan te zien en trouwens manmoedig waren zij genoeg dat zij gereed waren de Mexicanen bij te staan in hun kamp. Maar hun vlucht, de val van hun vlag zonder slag of stoot had hen aan 't wankelen gebracht, had hen gedemo- raliseerd, of misschien had hun hoofdman hen eveneens, gelijk Hetson het aan dez® zijde had gedaan, tot ingetogenheid aange maand. Althans toen dat handjevol Ameri» kanen triomfantelijk nader en nader was ge komen, trokken zij zich meer en meer terug in de bergen, achter het zware geboomte. Hen daar aan te vallen, lag in Hetson's plan wel het minst hij immers was ten diepste door drongen van het onrecht 't welk dien zonetf der wildernis werd aangedaan, 't Was hem alleen te doen, te toonen dat 's lands gezag van geen wijken weet dat de Amerikaan pal staat voor zijn veroverde of verkregene rech ten. En dat zedelijk overwicht triomfeerde ook hier volkomen. Zelfs onder het bereik van hun pijlen lieten de Indianen ze onge moeid met vasten tred vervolgden de over-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1923 | | pagina 5