BUI TEN LAND
Van Wet en Wetgeving.
De Gouddelvers.
Derde Blad.
2 Juni 1923
MEDISCHE PRAATJES.
fiEM. SUtïEML BERISHTEN.
•EÜNENGD NIEUWS.
Engeland wil de Saarkwestie voor den Volkenbondsraad brengen; ver
bolgenheid in Frankrijk. Een overval van royalisten in Parijs. De
toestand, door de staking te Barcelona veroorzaakt, ernstig.
Onder de Telegrammen: Uit de Fransche Kamer. Millerand in
Straatsburg. Tusschentijdsche verkiezing in Engeland.
RECHTSZAKEN.
EEN VEGHTPARTIJ TE UTRECHT*
FEUILLETON.
DE ACCIJNS OP BIER EN GEDISTILLEERD
Evenals in Dmfechlasid, België, Engeland,
Framlkrijfe, Oostenrijk en de Vereenigdie Staten
van Noord-Amerika, wordt oolk lvier te lande
accijns van bier geheven.Voor 1917 was deze
[accijns zeer laag en bedroeg ongeveer f 0.G0
iper H.L. Evenals zoovele andere belastingen,
is oolk de accijns op bier tengevolge ran de
oorlogsomstandigheden verhoogd. Die verhoo-
igimg was niet gering. Bij de weit van 20 Jan.
ji917, StM. 190, werd de accijns op bier nneer
aan verviicrdubbeTd en bedraagt thans pl. in.
j f 2.60 per H.L. Dit geldt voor de zwaardere
bienem. Voor die lichtere 1 vieren is minder
[verschuldigd, daar de accijns wordt berekend
naar de hoeveelheid en dichtheid van het
wort, dat voor de bierbeTcidling wordt ge-
ibezigd, d. i. naar de hoeveelheid en de rwaar-
ite van het bier.
I Toen bij de behandeling der Bierwei
in de Tweede Kamer bezwaren werden ge
opperd tegen den stenk verhoogden accijns
en de vrees werd geuit, dat de in on» land
bloeiende bromvdndustrie daardoor ernstig
[zoude worden geschaad, voerde de Minister
daartegen aan, dat op grond van de onder
vinding in Duiitschland bij de boflas'lingver-
hoogjngen in 1906 en 1909 opgedaan, mocht
worden aangenomen, dat de verhooging vain,
den bieraccijns, juist omdat hij nog al bedui
dend is, ten laste zou komen van de ver
bruikers en niet van de betrokken bedrijven.
Bovendien wees er die Minister op, dat het
invoerrecht op bier, dat 3 per H.L. bedroeg,
tegelijk met de invoering der Bierwct zoude
worden gebracht op 7 per II.L., waardoor
een miiet te onderschatten steun aan de Ne-
derlandsche brouwindustrie zonde worden
Verkend.
De ervaring, die wij hebben opgedaan, nu
de Bienvet enikele jairen in werking is, heeft
den Minister schitterend in het gelijk gesteld.
Ondanks de malaise, die zich in verscheidene
taklken der vaderlandsche nijverheid open
baart, ondarfe de moeilijke financieele om
standigheden, waarin zoovele van alle
standen tegenwoordig verikeeren, bloeien de
brouwerijen, groot, en Iklein. Zoolang het nog
drie stuivers of een kwartje lijden kan, schijnt
men zijn pot hike bier niet te kunnen missen.
Bier is onze volksdrank bij uitnemendheid en
noch de slenk verhoogde bieraccijns, noch de
Wezuinigings'koorts kunnen onze volksgewoon
ten veranderen. Daar ds onze volksaard te
conservatief voor.
Het lijdt iimtusschen geen twijfel, dat de mede
sterlk verhoogde accijns op het gedistilleerd
het 'bierverbruiik heeft gedrukt. Want die ac
cijns op het gedistilleerd heeft tegenwoordig
wat te beduiden. De accijns op het gedistil
leerd is de laatste jaren meermalen verhoogd.
Bedroeg hij aianvanlke'ijfk f 63 per H.L. ad
50 pet. sterkte, bij de wet van 4 Dcc. 1909
werd hij gebracht op f 90, bij de wet van
3 April 1919 op f 150 en bij de wet van
3 Dec. 1920 werd de laatste heffing nog eens
verdubbeld en werd de accijns vastgesteld
op f 300 per H.L. ad 50 pet. Vooral de ver
dubbeling van den accijns in 1920 is aan het
Yerverhruiik ten goede gekomen.
Heit iis te begrijpen, dat bij dezen enorm
hoogen accijns het Clandestien stoken van
sterken drank een winstgevend, zij het dan
oolk gevaarlijk bedrijf is. Met een baal sui
ker van 100 K.G. en voor de rest wat water
en wat brandstof zoo lazen wij dezer
dagen in een onzer geïllustreerde bladen
maakt de clandestiene brander een fust van
100 Bier vol zuiveren alcohol, dien hij onder
de hand omzet voor 4 h 5 guMen de liter.
Hij maakt dus voor zoo'n vat 400 it 5"" gul
den. Daar zit duis een aardig winstje En
do clandestiene brander kan -dciht eci. ro
per vinden, want de handelswaarde van zoo'n
vat alcohol is wel 700.
't Is dan oolk geen wonder, dat de clan
destiene branderijen hand over hand toe
nemen. De boete, die men bij betrapping moet
betalen, is wel zeer hoog, maair d® winst is
van dien aard, dat als men enikele welken zijn
bedrijf ongestoord heeft kunnen uitoefenen,
er wel een booge boette af kan.
De Regeering, die natuurlijk de uitbreiding
der geheime branderijen met leedwezen gade
slaat 't is een rechtstreeksche aanslag op
's Lands schatkist heeft gemeend te moe
ten ingrijpen en heeft een wetsontwerp aan
hangig gemaakt, ten einde aan de Rijiks- en
gemeentepolitie zelfstandige opsporingsbe
voegdheid ten aanzien der geheime brande
rijen toe te ikeninen.
De accijnsen op bier en gedistilleerd bren
gen een aardigen duit in Rijks schatkist.
Vooral de allerlaatste jaren is de opbrengst
van den accijns op bier enorm opgeloopen,
een bewijs van heit toenemend bierverbruiik.
Die bieraccijns bracht over de jaren 1917,
1918, 1919, 1920 en 1921 respectievelijk op
f 2.306.426.55, f 1124.260.57, f 1459.962.12,
f 3014.392.20 en 4415.771.43. Oo,k in 1922
birachit de bieraccijns ruim 4 miillffioen op.
Voor 1923 is de opbrengst op de Staatsbe-
grootimg op 4 millioen geraamd.
Ook de accijns op het gedistilleerd toont
de laatste jaren een stijgende tendienz. De
oorzaak der stijging is hier echter niet zoozeer
gelegen in het meerder verbruik, dan wel in
de sterk verhoogde belasting. Over de jaren
1917, 1918, 1919, 1920 en 1921 bracht de
accijns op bet gedistilleerd respectievelijk op
f 29626.824.39, f 18900.346.46, f 38900.215.48,
f52426.295.40 en f 61001.655.38. De opbrengst
over 1922 schijnt iels minder te wezen dan
laatstgenoemd bedrag. Op de begroeiing van
1923 is een opbrengst geraamd van zestig
miUioen, doch naar de tot heden op den loo
penden dienst ingekomen bedragen lie oordee-
len, zai deze post dilt jaar vel onder de
raming blijven.
Zoolang de sterke drank zulike enorme be
dragen in 's Rijk schatkist welrpt, zal Holland
wol niet drooggelegd worden I
Behalve op bier en gedistilleerd bestaat er
nog accijns op een anderen akoholhoudenden
drank, ai.l. op wijn. Een volgenden kiaer zul
len wij daar nog met een enikol wooTd over
spreken.
- Trachoom IL
Het trachoom is een oogziekte, die zich
veelal in de eerste levensjaren voordoet, ja
niet zelden wordt het pasgeboren kind al
besmet hetzij door de moeder zelve, hetzij
door de naaste omgeving. Gelukkig is hierin
al eenige verbetering gekomen de laatste ja
ren, daar men meer bekend is geworden met
de gevaren van het trachoom.
Zooals begrijpelijk is cn tevens ook voor
de hand ligt worden beide oogen aangetast,
daar wij immers te doen hebben met een in-
fectieus proces en 't dus nauwelijks denkbaar
is, dat men zoo voorzichtig en zoo zindelijk
is, dat de aandoening tot één oog beperkt
blijft. De binnenzijde van de oogleden, die
bekleed is met een dun slijmvlies, dat den
naam draagt van „Conjunctiva," ziet er ge
zwollen en abnormaal hoogrood uit. Zelfs
aan den buitenkant kan men, wanneer de
patiënt voor ons staat, gemakkelijk deze
zwelling constateeren. De Conjunctiva kan
men zien aan 't onderste ooglid door den
vinger onder het oog te plaatsen en de wang
huid wat naar beneden te trekken. Voor het
bovenooglid daarentegen is een weinig oefe
ning noodig, daar men hiertoe door een han
dige kunstgreep het bovenooglid dient om te
keeren, zoodat het binnenste buiten gekeerd
is, dat men op zijn gemak de mooie roode
normaal gladde conjunctiva op deze wijze
kan bezichtigen en bestudeeren. Hebben wij
nu een lijder aan trachoom onder handen,
dan ziet dat alles er niet zoo mooi glad en
effen uit, doch integendeel gezwollen en hob
belig. Maken wij hierbij nog gebruik van een
loupe, dan wordt dit alles ons nog veel dui
delijker.
De patiënt heeft een zwaar gevoel in de
oogen, het jeukt en het brandt en hij kan
nauwelijks zijn oogen eenigszins open hou
den. Het trachoom nu komt in vele variaties
voor, b.v. nu eens plotseling optredend, dan
weer langzaam nauwelijks merkbaar zich
openbarend; soms vrij licht verloopend, ter
wijl wij aan den anderen kant gevallen zien,
waar de verwoestingen ontzettend zijn, ja
zelfs zoo, dat vooral vroeger, toen men nog
niet zoo vertrouwd was met deze ziekte,
blindheid als gevolg van het trachoom geen
al te groote zeldzaamheid was.
Zooals u reeds begrepen zult hebben, is
het trachoom niets anders dan een ontste-
kinsproces, dat zich afspeelt in 't slijmvlies;
het conjunctiva weefsel wordt verwoest om
wanneer de ontsteking uitgeroeid is, vervan
gen te worden door nieuw weefsel, dat, zoo
als u weet den naam draagt van „Litteeken-
wcefsel," dat in alle oozichten ten allen tijde
minderwaardiger is dan het oorspronkelijke
weefsel. Immers het is veel vaster, minder
soepel cn ook minder weerstandskrachtig
dan de moederbodem, welke eigenschappen
op geen enkele andere plaats in ons lichaam
zoo verderlelijk kunnen werken dan juist bij
de oogleden. Hierbij voegt zich nog het z.g.n.
samenschrompelcn en samentrekken, dat elk
litteeken doet wanneer ook de oogleden
niet zelden ernstig te kampen hebben.
Het zou mij te ver voeren u al de oog
aandoeningen die uit een en ander kunnen
voortvloeien op te sommen en met u te be
spreken, doch wetende de belangrijke func
tie, die onze oogleden hebben, n.l. om ons
oog te beschermen tegen de voorwerpen, die
van buiten komen en het zouden kunnen be-
leedigen, spreekt 't van zelf, dat de tra-
choomlijder veel vatbaarder is voor allerlei
oogaandoeningen dan een gezond mensch.
Jaren en jaren zijn voorbijgegaan alvorens
men een goed begrH had van de enorme ge
volgen die het trachoom na zich kon slepen
en eerst toen men dienaangaande door ijveri
ge studie een «foed inzk verkregen had, is
men met man en macht aan het werk geto
gen. In de groote steden waar het trachoom
welig tiert, ging men trachoom-poliklinieken
oprichten, waar volwassenen zich onder be
handeling kunnen stellen, terwijl ook op de
scnolen krachtig werd ingegrepen. Hoewel
trachoom natuurlijk nog lang niet van de
baan is, kunnen wij toch met voldoening
constateeren, dat de gevolgen dezer ziekte
niet zoo erg meer zijn als voorheen, hetgeen
men zonder twijfel alleen op rekening mag
schrijven van een vroegtijdige goede behan
deling en voorlichting van deze zieken.
MEDICUS.
DE MOORD TE TER APEL.
Tc Winschoten stond Vrijdag terecht
Pieter de Bruin, 24 jaar, wonende te Valter-
rnond, gem. Odoorn, than gedetineerd.
Hem werd ten laste gelegd, dat hij 24 April
j.l. nabij Ter Apel Bareld Komduur van het
leven heeft beroofd.
Voor het plegen van den moord had bekl.
van Bareld Komduur een portefeuille afge
nomen, waarin een schuldbekentenis was
groot f 60 ten laste van bekl. en ten behoeve
van Komduur. Bekl. had zich die schuld
bekentenissen willen toeëigenen. Hij heeft
Komduur met de scherpe zijde van een scheer
mes met groote kracht een diepe snede in den
hals toegebracht, waardoor de groote bloed
vaten rechts aan den hals volkomen en het
strottenhoofd gedeeltelijk werden doorge
sneden. Tengevolge daarvan is toen een
doodelijke verbloeding ingetreden. Kom
duur is aan de gevolgen overleden.
Getuigen in deze zaak waren de opper
wachtmeester Jelle van der Laan te Terapel
en dr. Mieremet, prosector-conservator te
Groningen.
Verdediger van den bekl. was mr. D. H.
Bosch. Het O. M. eischte tegen beklaagde
vijftien jaren gevangenisstraf.
DE SAARKWESTIE IN DEN VOLKEN
BONDSRAAD.
Naar aanleiding van de Engelsche nota,
waarin wordt gezegd, dat de Britsche gede
legeerde in de zitting van den Raad van den
Volkenbond zal voorstellen 'n enquête over
de Saarkwestie te doen houden, zegt de Echo
de Paris dat de Fransche regeering binnen
kort aan Londen en Genéve zal anrwoor-
den dat zij aan een dergelijke procedure
haar goedkeuring niet kan hechten.
MILLERAND EN POINCARE IN DEN
ELZAS.
President Millerand en minister-president
Poincaré hebben Donderdagmiddag in het
Pasteur-museum de tentoonstelling bezocht.
De ontvangst 's avonds in het stadhuis
was aanleiding tot een onvergetelijke betoo
ging, die aan den Decemberdag van 1918 her
innerde. Straatsburg heeft namens den El-
zas van de trouw aan het moederland ge
tuigd. Op het oogenblik dat Millerand en
Poincaré op het balcon verschenen, wer
den zij door de ontzaglijke menigte op het
plein met geestdriftig gejuich begroet. Toen
Millerand wees dat hij het woord ging voe
ren, trad 'n groots stilte in. Millerand riep:
„Leve Frankrijk, Leve de Elzas", hetgeen
door de menigte langdurig werd herhaald.
Uit duizenden kelen werd de Marseillaise
gezongen.
Toen de beide presidenten zich naar bin
nen begaven, verdubbelde het gejuich, zoodat
zij wederom op het balcon moesten verschij
nen. Millerand riep: „mijn vrienden, wij zui
den nooit het schouwspel van uw geestdrift
en uw trouw aan de republiek vergeten.
Leve Frankrijk".
Het gejuich hield langen tijd nog aan.
ROYALISTISCHE WANDADEN IN
FRANKRIJK.
De Kamerleden Sangnier en Moutet en het
oud-Kamerlid Violette zijn Donderdagavond
in verschillende stadswijken van Parijs door
royalisten overvallen. Moutet liep stoksla
gen op en moest in een apotheek worden
verbonden. De royalisten wilden Sangnier
wonderolie laten drinken.
Twee royalisten zijn gearresteerd.
DE NOTA AAN RUSLAND.
De indruk te Moskou.
Plet Engelsche memorandum, hetwelk in
de bladen van Moskou is gepubliceerd,
brengt aldaar een pijnlijken indruk teweeg.
Opnieuw doen zich met buitengewone kracht
de stemmen hooren van hen, die bij het be
gin van het conflict aandrongen op verwer
ping van het Engelsche ultimatum en van
meening waren, dat de concessiën der Sov-
jetregeering veel te ver gingen.
Vele bladen verklaren dat, als de vrede
lievende stappen van Sovjet-Rusland alleen
tot resultaat gehad ehbben, de eischen der
meest intransigente Engelsche kringen te
verhoogen, het juiste oogenblik is gekomen,
om de politiek te herzien, welke hare uit
drukking heeft gevonden in het antwoord der
Sovjet-regeering. De bladen zien in het En
gelsche memorandum het onbetwistbare be
wijs, dat de Engelsche diplomatie eene breuk
zoekt en die met alle middelen onvermijde
lijk wil maken. De bladen verzetten zich
tegen deze vredelievende politiek van dc
Sovjet-regeering, die algemeen is erkend
zoowel door de groote meerderheid van het
Engelsche volk als door het algemeene ge
voelen der wereld.
De Isvestia, het memorandum nagaande,
schrijft, dat de vredesgezindheid der Sovjet-
regeering door de kringen, die het Engelsche
imperialisme bestrijden, ten onrechte is uit
gelegd als een teeken, dat men geneigd is,
nog verdere concessies toe te staan. Het
blad twijfelt er niet aan, of de Sovjetregce-
ring zal geen oogenblik aarzelen, categorisch
eischen te verwerpen als het terugroepen
van Russische gevolmachtigden en even cate
gorisch zal antwoorden op de eischen be
treffende Engelsche onderdanen.
GROOT-BRITTANNIË EN RUSLAND.
De premier neemt dezelfde houding
aan als Bonar Law.
In antwoord op een vraag van kapitein
Erskine-Bolst in het Lagerhuis heeft Bald
win, de premier geantwoord, dat hij uit naam
van de regeering volkomen de verklaring
onderschreef, die Bonar Law op 29 Novem
ber had afgelegd met betrekking tot de er
kenning van de Sovjet-regeering.
In deze verklaring heeft Bonar Law ge
zegd dat „de hoofdvoorwaarden zijn de er
kenning van de schulden, teruggaaf van
eigendom of behoorlijke schadevergoeding en
het staken van politieke progaganda."
CONTRACTBREUK.
De Turksche autoriteiten, aldus een Reu-
tertelegram te Konstantinopel, hebben zich
schuldig gemaakt aan lagrante contractbreuk,
waarbij in het bijzonder Britsche obligatie
houders zijn betrokken, wegens de inbeslag
neming sedert Zondag aan de Galatabrug van
tolgelden, die bestemd waren voor de beta
ling van interest op de gemeenteleening van
1909. De Turksche tolgelden zijn meer dan
voldoende tot het dekken van de jaarlijk-
sche betalingen en de Turken redeneeren
daarom, dat de tolgelden zoo noodig kun
nen worden gestort in de gemeentelijke
schatkist, die ledig is. Ofschoon de 1 urken
klaarblijkelijk slechts aanspraak op het sur
plus maken, nemen zij alle tolgelden, die
onlangs viervoudig zijn vermeerderd. Zelfs
*/anneer er een surplus is heeft het gemeen
tebestuur daarop geen recht, omdat de Fran
sche Perrier-leening den voorrang heeft.
Deze willekeurige handeling is er op be
rekend, een ernstigen slag toe te brengen
aan het Turksche crediet op de internatio
nale financieele markten. Er zijn onderhan
delingen gaande tusschen den waarnemend
Britschen hoogen commissaris en Adnan bey.
DE PRIJSSTIJGING IN DUITSCHLAND.
De ontzettende prijsstijging op alle gebie
den doet voortdurend nieuwe opwinding en
ontevredenheid onder de arbeiders ontstaan.
Het kan daarom geen verwondering wekken,
dat terwijl in het bezette gebied de stakings
beweging langzamerhand is afgenomen bui
ten het bezette gebied nog op vele plaat
sen verder gestaakt wordt, vooral in de me
taalindustrie in den omtrek van Hamm, De
arbeiders hebben den eisch gesteld tot in
stelling van een glijdende loonschaal of be
taling in goudmarken. Bij dezen eisch heb
ben zich de metaalarbeiders in het district
Glattbeck aangesloten. Hier hebben de ar
beiders nogmaals getracht met het gemeen
tebestuur te onderhandelen om een sterk
doorgevoerde controle in te stellen. Ook in
de metaalindustrie te Gelsenkirchen duurt
de staking nog voort. Een stemming onder
de arbeiders had tot resultaat, dat 90 pCt.
zich verklaarde voor verwerping van de
scheidsrechterlijke uitspraak van den rijks
commissaris. In dit district begint niet alleen
gebrek aan levensmiddelen, maar in de eer
ste pla'ats aan geldmiddelen te ontstaan, zoo
dat de gemeenteraad in een buitengewone
zitting is bijeengeroepen om over de even-
tueele instelling van massa-uitdeelingen van
voedsel te beraadslagen.
DE STAKINGSBEWEGING IN
BARCELONA.
De Madrileensche bladen vernemen uit
Barcelona, dat het stakingscomité het ver
keer met alle voertuigen heeft verboden,
behalve die, welke zijn bestemd voor het
transport van brood, melk, vleesch en visch.
Het kabinet heeft het ontslag van den ci-
vielen gouverneur van Bacelona aanvaard.
Het democratisch Kamerlid Barbera vervangt
hem.
DE STAKING IN BELGIE.
Senator Renier bij den
procureur-generaal.
Senator Renier (een der leiders van het
Nationaal Syndicaat) heeft verklaard dat nog
geen verzoek tot opheffing zijner parlemen
taire onschendbaarheid bij den Senaat is in
gekomen. De procureur-generaal heeft hem
alleen verzocht zich bij hem te willen ver
voegen teneinde eenige vragen te beantwoor
den, die hij hem wil stellen.
De geheimzinnige chèque.
Duitsch geld.
De Brusselsche bladen deelen mede dat
de regeering Donderdagavond besloot om
de spoorbeambten (oud-strijders) der lich
tingen 1915 tot 1918 onder de wapenen te
roepen.
Naar aanleiding van de zaak met de chè
que melden de bladen, dat Senator Renier
op een vraag heeft geantwoord dat hij er niets
van af weet. Hij vat het bericht als laster op.
niet alleen ten opzichte van het Syndicaat
maar eveneens ten opzichte van hem zelf en
hij is voornemens langs gerechtelijken weg
schadeloosstelling te vragen.
Anderzijds toonen sommige bladen zich
sceptisch over de zaak. De „Nation Beige"
meldt dat de Guaranty Trust van de zaak op
de hoogte is gesteld. Alleeen een bediende
dezer bank heeft de chèque gezien. Hij ge
looft dat zij van de Rijksbank of de Duitsche
Bank kwam, en kon slechts vage inlichtin
gen geven over den man, die haar aanbood.
Hij meent dat het een vreemdeling was, en
dat hij Fransch met een Duitsch accent
sprak.
DE ONDER-STAATSSECRETARIS
VAN LANDBOUW IN ITALIË AFGE
TREDEN.
Het B.T.A. meldt uit Rome, dat de onder
staatssecretaris van landbouw zijn ontslag
heeft ingediend, hetwelk is aanvaard. Zijn
ambt is opgeheven.
De oorzaak van het af
treden.
Uit de Fransche bladen blijkt dat het ont
slag van den onder-staatssecretaris verband
houdt met heftige geschillen in de fascis
tische partij, en met een rede, welke de af
gevaardigde Misuri dezer dagen in de Ka
mer heeft gehouden en waarin hij sommige
uitingen van het fascisme scherp heeft ge-
critiseerd. Eenige weken geleden heeft Mi
suri, die afgevaardigde voor Perugia is, de
fascistische partij verlaten, daar volgens
hem tal van jonge en onbevoegde personen
op posten worden geplaatst, waarvoor zij
de bekwaamheid missen.
Naar aanleiding van Misuri's rede is hij
eergisteravond op straat door een aantal
jeugdige fascisten aangerand en afgeran
seld. Zijn toestand is ernstig. Bastianini,
de leider der fascisten in Perugia, die Mi
suri tot een duel had uitgedaagd, heeft, toen
hij van den aanslag vernam, Misuri onver
wijld in het hospitaal opgezocht en hem de
hand gegeven om aldus van zijn afkeer van
dergelijke praktijken onder de jongeren te
getuigen.
EEN EXECUTIE VAN TWEE MISDA
DIGERS.
Uit twee executies die Woensdag te Tuam
hebben plaats gehad, kan blijken, hoe zeer
het der regeering van den Zuid-Ierschen
Vrijstaat ernst is, de orde in het land te her
stellen. Deze executies hebben geen politiek
karakter, doch hebben alleen ten doel, paal
en perk te stellen aan de „gewone"verwilde-
ring in het land. De beide geëxecuteerde man
nen hadden de vorige week deelgenomen
aan de berooving van een bank te Athenry.
Zij waren er, dank zij een snel rijdende auto,
in geslaagd aan het hen achtervolgende pu
bliek te ontsnappen, doch werden later door
Vrijstaat-troepen in het bezit van revolvers en
van het gestolen geld, gearresteerd. Zij ston
den voor een militairen krijgsraad terecht,
Adie hen ter dood veroordeelde. De beide aan
gehoudenen erkenden schuld, doch verklaar
den dat zij tot hun daad gedwongen waren
door een bende, die opereerde in verband
met een landbouwgeschil. Men verwacht dat
hun executie een gunstige uitwerking zal heb
ben op de verschillende andere rooverbenden,
die in verschillende deelen des lands werk
zaam zijn.
EEN PANIEK IN DEDEAGATSJ.
De prefect van Dedeagatsj seint volgens
een telegram uit Athene aan de „Times,"
dat ht bericht van den afstand van Kara-
gatsj aan Turkije onder de bevolking van De
deagatsj, voor het meerendeel uitgewekenen
uit Oost-Thracië, een paniek heeft veroor
zaakt. Men verwacht een algemeenen uit
tocht, die het uitgewekenenprobleem veel
moeilijker zal maken.
EEN STANDBEELD VAN JEANNE
D'ARC.
Woensdag is in dc kathedraal van Win
chester aan den Deken van Winchester voor
een groote congregatie een standbeeld van
Jeanne d'Arc opgedragen. De gelden voor
het standbeeld werden bijeengebracht door
Britten en Amerikanen. Generaal Seely, die
het standbeeld aan den Deken opdroeg, zeide
dat het leven van Jeanne d'Arc een chris
telijk epos was. In haar waren de hoogste
christelijke deugden, trouw in God en Chris
tus en in de kracht van het gebed, onver
saagde moed, eenvoud en zuiverheid, ver
tegenwoordigd. Zij had een boodschap voor
alle volken en niet het minst voor het En-
gelsch sprekend volk. Zij herinnerde het
aan de wreedheid en de dwaasheid van den
oorlog en in het bijzonder aan de dwaasheid
van den oorlog tusschen Frankrijk en Enge
land. Jeanne d'Arc was een inspiratie, die
deze landen leidde op het pad van gerechtig
heid, genade, opoffering en van den moed
om tot het eind vol te houden.
De Fransche gezant woórde de plechtig
heid bij.
BRAND IN EEN SCHOOL.
Woensdagnacht om twee uur brak brand
uit in een school te Winchester, waar 103
jongens inwoonden. Een der jongens werd
door den rook wakker en wekte een der da
mes, Zij waarschuwde telefonisch de brand
weer en wekte daarop de jongens, dke zich
naar de binnenplaats begaven. Bij de con
trole bleek dat er vier jongens vermist wer
den. Later verschenen er drie, die door den
rook waren tegengehouden, maar waar zij
met natte sponzen voor hun mond doorheen
waren gekomen. Een der brandgasten redde
met behulp van een oud gasmasker den vier
den jongen, die nog boven in zijn bed lag
te slapen.
INCIDENT IN DEN UTRECHTSCHEN
RAAD.
Bij de bespreking van een voorstel over
de uitbreiding van den eenmanswagen-
dienst voor de gemeentetram, ontstond gis
teren in den Utrechtschen gemeenteraad
een scherpe woordenwisseling tusschen de
heeren Kettlitz en Lambeck
Wethouder Kettlitz maakte daarbij zijn
bezwaren kenbaar over de wijze, waarop de
heer Lambeck hem vier jaar lang het werk
in den Raad moeilijk heeft gemaakt. De
heer Lambeck interrumpeerde daarbij,
waarbij het woord „geweten" werd gebezigd.
Wethouder Kettlitz zeide daarop Spreekt
u maar niet over mijn geweten, want uw
geweten is zoo zwart als uw haar.
(Dc voorzitter hamerde).
De heer Lambeck Spreek niet'over de
zwartheid van mijn geweten. Dan herinner
ik u maar even aan den distributietijd, toen
u getracht hebt mij om te koopen, waarin
ik toen niet ben getreden (Beweging in
den Raad).
Wethouder Kettlitz Ik weet niet wat u
bedoelt. Maar ik verzoek den heer Lambeck
de woorden, die hij nu gesproken heeft, bui
ten den Raad, b.v. in een krant, te herha
len, dan kan ik een aanklacht indienen en
door een onpartijdige doen uitmaken of deze
beschuldiging juist is.
De voorzitter zeide te gelooven, dat meer
gezegd is dan wenschelijk is voor een goede
verstandhouding en dan spr. feitelijk had
mogen toelaten. Het schijnt echter, dat er
een ontlading moest plaats hebben. Spreker
uitte de hoop, dat iets dergelijks niet meer
zal voorkomen.
De heer Serton meende dat, wat hiet ge
zegd is, niet zoo onschuldig is. Er is een
wethouder beschuldigd van in zijn qualiteit
getracht te hebben iemand om te
koopen. Spr. zou den heer Lambeck wil
len uitnoodigen, zijn beschuldiging buiten
den Raad te herhalen. Wanneer hij daartoe
niet bereid is, dan kan de Raad daarover
bij motie of iets dergelijks zijn afkeuring
uitspreken.
De heer Lamb.eck zeide, eerst overleg te
willen plegen met een jurist. Luidt het ad
vies van den jurist zooals hij verwacht, dan
is spr. bereid gevolg te geven aan de uit
spraak van den heer Serton, om zijn woor
den in het openbaar te herhalen.
De heer Rosenveldt meende, dat een
klachtprocedure voor den rechter niet kan
baten. Die onderzoekt slechts of er opzet
tot beleediging in het spel is. Hij zal den
heer Lambeck in overweging geven aan den
Raad de feiten mede te deelen. Immers over
de feiten moet de Raad oordeelen, niet de
strafrechter. Een raadscommissie zal de
waarheid der feiten kunnen onderzoeken.
Eventueel zal dan amende honorable moe
ten gedaan worden.
De heer Serton zeide, genoegen te moeten
nemen met de bereidverklaring van den
heer Lambeck. De woorden van den heer
Rosenveldt doen niet ter zake.
Vervolgens werd tot de orde van den dag
overgegaan.
OPLICHTER GEARRESTEERD.
De politie heeft dezer dagen den 22-jarigen
koopman M. H. S., uit de Eierstraat te 's Ha-
ge aangehouden onder verdenking van op
lichting.
De man maakte er zijn werk van op alle
mogelijke advertenties waarin iets te koop
werd aangeboden, te schrijven. Hij deed dat
op papier met een groot hoofd waarep stond
lm- en exporthandel, Zee- en rieviervlsch;
fourages enz. Van die groote zaak was
niet te vinden. De man bewoonde een kame r
in de Bierstraat, en had een pakhuisje in
gebruik in de El zemoerstraat. Na ampele
correspondentie schreef hij dat hij het goed
kocht, dat de verkooper het maar moest af
zenden en hij na ontvangst wel zou betalen.
Zoo heeft hij een Russischen hazewind
gekocht voor 125, maar van betalen is nog
niets gebleken.
Uit Meerkerk heeft hij een orgel gekocht
voor 400. Toen de politie het pakhuisje in
de Elzemoerstraat doorzocht vonden ze daar
het orgel nog staan. Boven op het orgel ston
den twee manden met jonge eendjes. In een
mand waren de diertjes van honger gestor
ven. Verder dwaalde door het pakhuis tus
schen een partij eendenmanden een ver
hongerde kip.
De man was ook nog in onderhandeling
met een bewoner van Zeeland over een F. N.
motorrijwiel. De Zeeuw had zijn motor hier
heen gebracht, maar toen hij geen geld kreeg
was hij weer opgestapt om naar huis te rijden.
Later heeft hij zijn onkosten gedeclareerd,
waaronder een bekeuring die hij in N. Bra
bant opgeloopen had, omdat hij geen wegen
kaart had. Hij had er niet op gerekend dat hij
den motor weer terug zou nemen.
De kooplustige is ter beschikking van den
commissaris van Politie gesteld.
Er schijnt een aantal dagen geleden ge
vochten te zijn in café Modern tusschen keil—
ners en studenten. In de heden verschenen
Vox Studiosorum vinden wij daarover het
volgende relaas
Een groep studenten zat m de zaal van het
Cabaret Modern. Enkelen van hen maakten
tijdens de voorstelling enkele opmerkingen,
die mogelijk de orde eenigszins verstoorden.
Dit is in eene gelegenheid als Modern
zoo'n étzablisement is nu eenmaal geen
melksalon niets ongewoons en meestal
worden zulke uitroepen door een enkel woord
van kellner of gérant gemakkelijk gesmoord,
Thans scheen het personeel echter buiten
gewoon opgeonden te zijn (even nadat de
studenten in quaestie binnen kwamen, waren
eenige personen er door de politie uitgezet),
zoodat de kellners plotseling kwamen af
rekenen. Daar geen der aanwezigen plan had
om weg te gaan, gebeurde dit zeer onver
wacht. Het was duidelijk, dat men hen wilde
verwijderen. Bijna allen betalden echter en
enkelen stonden op, om hunne hoeden en
overjassen te halen. Eén dergenen, die wei
gerden te betalen zeide op kalmen toon, dat
hij wenschte te blijven aangezien het nog on
geveer een uur was voor sluitingstijd.
Volkomen onverwacht trad het personeel
toen tegen dc niets vermoedende studenten
op. Eén van hen werd met een ploertendooder
of gummistok van achteren tegen het hoofd
geslagen, en liep twee vrij ernstige wonden
op. Een ander werd eveneens door een gum
mistok ernstig gekwetst, zoodat hij in de
Rijksklinieken moest worden verbonden.
Twee studenten hadden builen op het hoofd,
terwijl één in zijn nek werd geslagen, waar
door hij op den grond viel.
Er volgde nu een vechtpartij, waarin enke
len der ongewapende studenten de zaal uit
werden gedreven. Anderen volgden kalm.
Het publiek was op de hand der studenten. De
meeste aanwezigen verlieten na het gebeurde
de zaal.
Voor deze handelwijze van het personeel
is slechts één qualificatie mogelijk schande
lijk. Zelfs wanneer de studenten in het on
gelijk waren, had men de politie terstond
behooren te roepen. Er staat steeds een post
van twee agenten voor Modern. En wanneer
dit niet mogelijk was, blijft slaan onvergeef
lijk, terwijl het gebruik maken van gummi
stokken niet alleen unfair, maar tevens on
wettig is. In eene voor het publiek toegan
kelijke gelegenheid als deze is het dragen
van wapenen verboden.
De scheldwoorden, die het personeel be
zigde zijn te infaam, om hier neer te schrijven.
Men zal trouwens ook zonder de vermelding
hiervan de schandelijkheid van dit optreden
voldoende inzien.
Onmiddellijk zijn er door de studenten
aanklachten ingediend. Ter terechtzitting
zal misschien volkomen duidelijk blijken,
wie en wat aanleiding tot de ruzie is geweest.
Doch zeker zal de rechter den gummistok-
heeren het onjuiste van hun gedrag aan het
verstand weten te brengen.
STAKINGSRELLETJE TE ROTTER.
DAM.
Bij de staking van zakkenstoppers bij de
firma J. de Roode op den Goudschenweg te
Rotterdam waren eenigen arbeiders aan het
werk gebleven. Toen zij Donderdagmoiddag
naar huis wilden gaan, werden zij door de
stakers lastig gevallen. Er voegde zich veel
publiek bij het relletje. De politie kwam toen
te hulp, doch er werd spoedig met stecnen
naar de agenten gegooid, Met sabel en gum
mistok werd de menigte uiteengejaagd. De
werkwilligen zijn verder per auto naar huil
gebracht.
EEN GESNAPTE DIEF.
Vrijdagmorgen bemerkten eenige recher
cheurs dat een jonge man in de buitenstad
van Rotterdam telkens portalen en vesti
bules van panden in en uit liep. Ze volgden
hem, maar raakten hem op een gegeven
oogenblik kwijt. Een half uur later ontmoet
ten ze het heerschap weer, nu in het bezit
van een oliejas. Ze hielden hem toen aan en
brachten hem naar het politiebureau aan
de Groote Paauwensteeg. Daar bleek het te
zijn de 25-jarige loswerkman M. W„ wo
nende in Den Haag. Hij was te Rotterdam
aangekomen, klaarblijkelijk met de bedoe
ling fietsen en andere zaken te stelen. De
herkomst van de oliejas kon hij niet opgeven.
Daar nog geen arnjifte van diefstal hiervan
werd gedaan, tracht de politie den eigenaar
op te sporen.
INSTALLATIE STAATSCOMMISSIE.
De Minister.van Waterstaat heeft Vrijdag
geïnstalleerd de Staatscommissie, aan welke
is opgedragen een onderzoek in te steller,
aangaande de vraag of en in hoeverre maat
regelen noodig zijn om te bevorderen, dat d«
land- en waterwegen cn de spoor- en interc.
tramwegen op de meest economische wijze
dienstbaar worden gemaakt aan het vervoer
van reizigers en van goederen.
37
Na deze officiecle behandeling van za
ken noodigde Mr. Hetson Golway uit, mee
te gaan naar zijn tent. Golway weifelde.
„Wilt u dan werkelijk de mijnen verla
ten?"
„Twijfelt u daar nog aan?" kreeg Hctson
als antwoord, waarop hij zijn vermeenden
medeminnaar hartelijk de hand drukte, be
treurende hoe noodeloos hij hem verdacht,
vrouw bedroefd en zichzelf maandenlang n.
geest en lichaam gekweld had. Ook Cook,
de aanklager, kwam in diepen ootmoed Gol
way zijn verontschuldigingen aanbieden, dat
hij, door schijnbare gegevens misleid, hem
zooveel leed had veroorzaakt en raadde
hem aan op zijn hoede t-e zijn voor het nooit
te overtuigen gespuis. Doch Golway wilde
immers alles ontgaan door California te
verlaten.
Met Hetson op weg naar zijn tent, tee-
kende, toen zij op een plek ver van al het
gewoel gekomen waren, het woord hetwelk
Golway tot hem sprak met betrekking tot
Jenny, volkomen den adel en de ridderlijk
heid van zijn gevoelens.
„Laat ons geen oude wonden openrijten.
Toen lang na mijn behoud van de schip
breuk mij bleek, dat Jenny, die mij dood-
waande, reeds toebehoorde aan een ander,
had ik slechts één wensch: haar geluk en
slechts één wil: dat geluk niet te verstoren.
Gij meldt haar wel, vertrouw ik, mijn vrij
spraak; zij zal er zich over verheugen,
maar laat het daarmee uit zijn. Onze toeval
lige ontmoeting zal de beste oplossing zijn
van onze gevoelens, om van nu af uw beider
geluk te bestendigen",
„Maar gij zult toch niet zoo var» ons
scheiden," zeide Hetson.
„Het is nu avond, te donker om mijn weg
naar Stockton te vinden. Ik breng den nacht
door bij den sherif en hoop morgenochtend
afscheid te nemen van u en uw echtgenoot."
Dienzelfden avond was, onder aanvoering
van den rechter van „Golden bottom" een
troep gewapende ruiters in „het Paradijs"
aangekomen, om, zoo noodig, den Alcalde
het gezag te helpen handhaven. En dat
mocht ook wel. De bende van Siftlyr toch,
verbitterd door de vrijspraak van Golway
en den dood van een kornuit, was van lie-
verleê smoordronken geraakt en smeedde
allerlei plannen van weerwraak op den Al
calde en den sherif.
Tegen middernacht ging Smith met Siftly
naar diens tent, die aan een uithoek van „het
Paradijs'' gelegen was. De maan verlichtte
slechte flauw hun weg. Telkens meenden zij
een schaduw te zien, een gedaante, tot
Smith eens ging zien en over een boom
stronk struikelde. Dan bracht Siftly weer
luchtig, maar zwijmeldronken het gesprek
op Don Alonso en Manuela. „Speelschulden
moeten betaald worden en ik moet haar
hebben!"
Eindelijk hadden zij hun tent bereikt, wei
nig wetende hoe zij te voren was beluisterd
en bezocht.
Ze ontkleedden zich gedeeltelijk, legden
hun wapens onder hun hoofdkussens en de
een na den ander viel weldra in slaap.
Kort na hun inslapen werd Hale aan het
andere einde van „het Paradijs" in zijn slaap
gewekt. Boyles was het. De steen moest
hem van het hart en hij verklaarde, dat
Siftly de moordenaar was van Johns. Reeds
op deze mededeeling vroeg de sherif of xiin
logé Golway sliep of waakte. Maar dadelijk
bleek dat deze de verklaring had gehcord.
Boyles vertelde verder dat Siftly hem vier
ons goud had geleend en op dat oogenblik
bloed aan zijn hand had hetwelk hij toe
schreef aan dorensteken. Vrees voor Siftly
had hem zoolang doen zwijgen.
Op dit bericht wekte Hale terstond zijn
buurman Cook ten einde den Alcalde te
waarschuwen. Onmiddellijk gaf deze den di-
stricts-rechter van „Golden bottom" van
het geval kennis en terwijl twee man werden
achtergelaten om Boyles te bewaken, ging
de troep dadelijk op weg om de tent van
Siftly te omsingelen.
„Siftly, in naam der wet" riep Hale
terwijl hij de tent opende maar deinsde met
zijn manschappen verschrikt terug. Daar
vond men Siftly opgehangen in zijn bed met
honderden wonden afgemaakt. Zijn keel
was dichtgesnoerd door een lange haar
vlecht en het eind van die vlecht aan de
nok van de tent bevestigd. Op het andere
bed lag Smith stevig vastgebonden rqet een
prop in den mond overigens ongedeerd.
Uit zijn moeilijke positie verlost, vertelde
hij dat zij in den slaap door Chineezen wa
ren overvallen. Licht was ontstoken, eenigen
hadden hem onschadelijk gemaakt terwijl
anderen Siftly overvielen en afmaakten.
Het waren de Chineezen die wraak wa
ren komen nemen op den man die hen in
de mijnen zoo wreed had overvallen en be
stolen en hun hoofdman zijn haarvlecht had
afgesneden en in het gelaat geslingerd.
Siftly's geld was onaangeroerd gelaten.
Toen het door Hetson, Hale en Cook werd
nagezien, werden er twee stukken goud in
gevonden, volkomen gelijk aan dat waarop
de geheele beschuldiging tegen Golway be
rustte. Onmiddellijk werd besloten het geld
ten goede te doen komen van de moeder
van den vermoorden Johns.
Door Smith kwam nu ook uit, dat de vo
rige brand van San Francisco was aange
stoken door Siftly.
Het was voorzeker een blijde mare voor
Golway, maar zijn besluit om het land te ver
laten stond niettemin vast. Den volgenden
morgen was het afscheid van Mrs. Hetson
de naam Jenny kwam niet over zijn lip
pen wederzijds treffend en waardig.
V-lkander nooit te vergeten was beider be
lofte; geluk, voortdurend ongestoord geluk
ieders oprechte wensch; mevrouw Hetson
betuigde haar man innig lief te hebben en I
Golway verzekerde haar dat hij Mr. Hetson
In alle opzichten had leeren kennen als den
man harcr waardig. Met een kus op hare
hand en buiten de tent gekomen, een hartclij
ken handdruk aan Mr. Hetson, nam hij al-
scheid om voortaan toe te behooren aan
zijn oud element: de zee.
Don Alonso, compagnon geworden van
Lanzot, was op zijn gevorderden leeftijd te
gen het werken in de mijnen niet bestand.
Hij werd ziek en schonk op zijn sterfbed zijn
zegen aan Manuela en Emil. Twee maanden
later, toen de orde in „het Paradijs geheel
was hersteld, nam de Alcalde zijn °n's
Hij en zijn echtgenoote, Lanzot en Manuela
gingen gezamenlijk naar San Francisco en
vertoefden daar drie dagen, binnen welken
tijd het jonge paar kerkelijk werd ingeze<
De jonggehuwden keerden naar Duitsch:
land terug en Mr. Hetson en zijn vrouw naai
zijn geboorteland Ohio.
Ook de overige Duitschers keerden me
dezelfde boot naar hun vaderland terug.
Slechts een moest tot een volgende gelegen-
hcid achterblijven: de raadsheer met zijs
P'iP' EINDE.