i mJ
I-I.
f!
KI1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII"III[IIU;|II1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1HIIIIIIIIIIIIIIIIIIII!IIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1IIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIK
KtiimiHiiiiiimiiiiiiiiiiiii:!iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii!iHiiiiiiii!ii!iiiiiii!!iiiiiiiijiimiiiiiiiiiiiiii::]iiiiiiiiiniiiiiiiiiimiiiiiiiiuiiK
HET VERBORGEN SCHILDERIJ
'men mantel gehuld en een slappen hoed Woont et geen jong meisje bij hen; Polyfg er bij, „hoe heette uw werkvrouw over. Een inbraak, waarvan hij in de cou
1 UIT DE 1
MOPPENTROMMEL
NUMMER
'TWEEDE JAARGANG
aanwiinngen. Claire dacht er over, eigen- «.Het was dwaas van mijik dacht,.,,,'
THERMIET.
'«hep in de oogen betrok hij tegen het familie of zoo iets
vallen der duisternis zijn post. Vlak over „Neen."
het huis van Spangier was een café. Daar „En de bakker, heeft die dochters
ging Polzig aan het venster zitten, nam „Alleen twee zoons."
een glas bier en een groote courant, waar- Nu was er alleen nog sprake van de
in hij scheen te lezen. Hü zag echter geen weduwe Malsch,
letter en loerde voortdurend naar het „Hoe oud is die dochter?"
huis aan de overzijde der straat, dat ge- „Zoo ongeveer twee- of drieentwintig."
lukkig door een lantaren in de nabijheid „Is zij verloofd
verlicht werd. „Dat zal wel. Ze gaat vaak met een heer onverklaarbare wijze" weggeraakt,'
Een half, een heel uur verliep, maar uit, met wien ze verloofd moet zijn. Hoe woordde de dame na een poos,
4 A4M nMi-1 V f rl A «VI AH IJ 1 T i rw r 1 «*/\M Tv t— 1 L A** A. 11 1 f
rant las, vestigde zijn aandacht op de
nieuwe, gemakkelijke verkrijgbare stof
tiemand vertoonde zich. Polzig dronk hij heet, weet ik niet.'
log een glas bier en nam een andere cou- „Wonen die dames hier al lang?"
met haar vollen naam
„Therese Muller."
„Gehuwd thermiet, om ijzer te smelten. Hij besloot,
„Ja, haar man is fabrieksarbeider." die voor zijn doel aan te wenden en schafte
„Juist, dat is dezelfde. Mist u soms zich een aantal werken aan om zich over
een of ander?" die stof en haar gebruik te laten onder-
Moeder en dochter zagen elkander richten. Iedere bijzonderheid van die
vragend aan. gewaande inbraak bereidde hij op de
„Er zijn wel eenige kleinigheden op meest geraffineerde wijze voor. Op zijn
ant. gemak begon hij Zondagsnamiddags met
de operatie en bracht nog denzelfden
Daarvan is geen sprake het betreft avond de gestolen papieren en gelden
in dit geval iets van beteekenis en geen bij zijn verloofde, die hij met haar moeder
fant. Acht uur sloeg het. Twee uur had „O neen, pas vier maanden en over kleinigheid. Bij de huiszoeking is "een voor liet pïan gewo~nnen'hacL In den nacht
uj reeds geduld geoefend. Half negen 1 twee maanden gaan ze weer weg. De wo- groote som in bankpapier gevonden, legde hij de laatste hand aan het werk,
lij nam reeds zijn vierde courant, «naar ning is te huur." Waar zij die gestolen heeft, wil zij niet door naar beneden te sluipen en de buiten-
wierp ze terstond weer neer, drukte zich „Aha," dacht de detective en vroeg zeggen. Daarom heb ik de opdracht in- deur van het kantoor te openen. Nu kon
oen hoed op het hoofd, en stormde naar luid „V7aar ze heengaan, weet u zeker formatien in te winnen. Van u is dat geld de bediende komen en den zeruchtmaken-
buiten. Eenmaal op de straat en zeker niet zeker niet afkomstig den diefstal ontdekken.
Van zijn man, stapte hij snel voorwaarts. „Ik geloof dat ze de stad uitgaan. Hij keek onderzoekend van de moeder De aandeelen had hij werkelijk om de
Geen twijfel, het was Spangier. Waar Polzig overlegde, terwijl de winkelier naar de dochter. Op beider gelaat teeken- verdenking te°en Gowel ter versterken,
ging hij heen Naar zijn club Dat moest even naar voren moest, of het geraden de zich groote schrik. 's avonds in de nabijheid van diens wo-
hijafwachten. Hij volgde hem op een zou zijn, de gelegenheid waar te nemen „Hoeveel hoe groot is de som," ning op een geschikte plaats neergelegd,
behoorlijken afstand, steeds de overzijde en de woning der weduwe, onder voor- stamelde de dochter. Hij hoopte stellig, dat de slotenmaker
der straat houdende. Voort gmg het straat wendsel ze te willen huren, in oogen- „Ik meen, dat de inspecteur van veer- veroordeeld zou worden,
uit, straat in. Spangier scheen een be- schouw te nemen. Hij zou dan de ver- tig- of vijftigduizend mark sprak," her- Zijn plannen na de uitvoering van de
paald doel te hebben. Geen enkele maal loofde ook wel te zien krijgen en aan haar vatte de detective aarzelend. „Naar het misdaad, waarvan zijn arme moeder niet
zag hij om. Hij gaat ver weg, dacht Pol- stem kunnen herkennen, of ze dezelfde schijnt was die vrouw van plan daarmede het geringste vermoedde, waren de vol-
Zig zou hij willen ontvluchten Ze wa- was. Ook kon hij in de woning rondzien de vlucht te nemen." gende
ren reeds bij het Anhalter station geko- en waarschijnlijk de plaats waar het geld „Goede hemel, dat is ons geld," barst- Zoodra de hoop op het terugkrijgen van
1 was ontdekken. te de jonge dame hevig verschrikt los. het geld verdwenen zou zijn, dacht hij
Neen, hij wilde de tram nemen, die Hier schudde hij bedenkelijk het hoold. „Wij hadden het bedrag losgemaakt om zich bankroet te doen verklaren. Men
daar begint. Polzig zag hem blijven staan Dat zou niet mogelijk zijn. Daar was een het op hypotheek te zetten morgen kon toch onmogelijk van hem verwach-
om de tram op te wachten en verschool ander middel toe noodig. komt de heer, met deWacht u een ten, dat hij levenslang voor de terugbe-
Zich achter een reclamezuil, tot de tram, „Wist ik maar of die jonge dame en oogenblik, ik wil zien of het geld er nog taling der som zou werken. De enkele
Spangler plaatsgenomen had, af- Sjpangler's verloofde deselfde zijn* sprak {g/* duizenden* die zijn vermogen en inven-
reed* Toen sprong hij op het achterbal- hij bij zich zelf* „dat ik niet aan een ver- Ademloos ijlde ze naar de deur der taris bedroegen* zou hij met genoegen
con en plaatste zich met den rug naar het keerde deur aanklop." zijkamer, die zij haastig achter zich toe- opofferen om de vijftig duizend mark
binnenste van het rijtuig, t Was een ge- Op dit oogenblik kwam de winkelier wierp. De detective was haar echter met daarvoor te krijgen,
vaarlijke post, want Spangier kon elk weer in de achterkamer bij Polzig en een sprong gevolgd, terwijl de andere Ida Malsch was eerst kort geleden
oogenblik uitstappen en hem zien. Dit fluisterde hem haastig toe „Ze is voor beambte de verschrikt opspringende moe- met haar moeder uit Maagdenburg, waar
imocht hij echter niet wagen. Hij nam in den winkel...." der, die den vreemdeling terugho
J-- terughouden gij haar verloofde had leeren kennen,
Zijn hoed in de hand, alsof hij het warm „Juffrouw Malsch? wilde, den weg versperde. naar Berlijn gekomen en daar Spangier
had en kon toen door een spiegeltje in den „Ja." De zijkamer was een slaapvertrek en toen reeds zijn plan beraamd had en de
hoed verborgen, Spangier in het oog De detective sloop op de teenen naar toen de detective de deur zacht opende, huip gijner verloofde daarbij niet kon
houden. Toen hij dezen zag opstaan, de deur, opende die even en gluurde door zag hij de jonge dame op een stoel staan ontberen, kwamen zij overeen hun ver
sprong hij van het balkon en verborg zich de opening. voor een schilderij met vergulde lijst, loving geheim te houden. Ida zou met
tn de schaduw van een huis. Hij zag hem „Kan je niet met haar spreken Ik wou die zij met de eene hand oplichtte. Ze de vijftig duizend mark hem vooruit gaan
uitstappen en de Genthiner straat in- haar stem hooren," fluisterde hij zijn üet ze echter dadelijk weer vallen toen naar New-York, waarheen hij haar na
slaan. vriend den winkelier toe. zij de schreden van den indringer ver- afwikkeling der zaken zou volgen en
Hij volgde hem, doch behoefde met Deze begaf zich weer in zijn winkel. nam. daarom had haar moeder de huur harer
ver mee te loopea. Bij een der eerste „Is uw huis alweer verhuurd, juf- „Wat durft u ga heen," riep zij woning reeds opgezegd,
huizen bleef Spangier staan, haalde e2n frouw," wendde hij zich tot de jonge da- bevend van toorn. Het is te begrijpen, dat Polzig, die door
sleutel te voorschijn, opende een deur me. „Gisteren informeerde iemand er bij De detective zag haar ernstig aan en z;jn scherpzinnigheid den sluwen bedrie
gen verdween. mij naar, maar ik kon hem geen bescheid antwoordde: „Mijn verdenking was dus ger ontmaskerd had en de Bank, door
Polzig bekeek het huis, nam het num- geven." gegrond Het geld is hier.... U is me- Spangier vertegenwoordigd, weer aan
«ner op en zag naar een schuilplaats om. Juffrouw Malsch, een slanke gedaante deplichtig aan den diefstal.... U is mijn haar geld had geholpen, een rijke beloo-
Deze vond hij bijna dadelijk. Het naaste met regelmatig gelaat, antwoordde kort- gevangene, juffrouw Malsch en uw moe- ning ontving. Soangler echter ging voor
huis had een ruime gang als gemeen- af dat de woning zoover zij wist nog te der eveneens. Veroorloof mij de vijftig- Vele jaren het tuchthuis in. Het hoofd-
schappelijken ingang, waarvan de deur krijgen was. duizend mark van den heer Spangier in stuk „thermiet" had hem verraden,
openstond. Hier verborg zich de detec- Polzig km'kte bevestigend. Ze was het. bewaring te nemen."
tive. Hij wilde weten of Spangier ia het Maar hij zou nog iets meer vernemen. Doodsbleek zonk het meisje op een
huis lang zou blijven of er spoedig weer „Juffrouw Grinzig," vroeg het jonge stoel neer en liet hem begaan. Vlug sprong
liitkomen zou. Het was geen restaurant, meisje aan de vrouw van den winkelier, hij op den stoel, lichtte het schilderij op
dus hij moest er een bezoek brengen. De „Weet u niet een werkvrouw voor ons. en klopte met de knokken op het behang-
sleutel dien hij er van had bewees dat hij De onze hebben we gisterenavond moe- Sel. Zooals hij verwachtte, klonk het op
■er goed bekend was. ten wegzenden." één plaats hol. Nu keek hij nauwkeuri-
Na ongeveer een kwartier hoorde hij »Ja» men beleeft tegenwoordig wat ger en bemerkte, dat een vierhoekig FRANSCHE BENAMINGEN,
dê deur opengaan juist, Spangier kwam met die lui. Ze heeft zeker...." stuk van het behangsel ter grootte van De Fraaschea hebben een goeden
er uit, maar niet alleen? Een darne liep De winkelierster knipte beteekemsvol een boek in octavo formaat er in gezet dunk van aadere voikell( zooaIs blijkt
Haast hem. Zij kwamen hem voorbij. Ze met de oogen. was. Niet een mes peuterde hij het er uh het Boulevard-Fransch, waarvan trou-
spraken samen, zonder te vermoeden ''Ze £ee£ w«ke,n lan= beschuit op ere- „it. Op een houten raam gespannen en wens woordenboek is uitgege-
dat zij beluisterd werden. diet gehaald, ofschoon wij haar eiken dag zorgvuldig ingepast, sloot het een vier- ven_ In die taal beteekent een Greo
„Je bent laat van avond, Guido," Saven- hoekige opening in den muur, waarin valsche speler) een claqueur heet een
hoorde Polzig de dame zeggen. Een s'raal vaa vreugde schoot bij het ach een bneventasch bevond, die de Romain een jaloersche een Espagnol,
„Ik dorst het niet vroeger te wagen, hooren dezer woorden uit de oogen van detective er uitnam. Een blik er m- een schuldeischer een Anglais. Men be-
Ida," antwoordde Spangier. „Je weet ?ea heimehjken toeschouwer. Een plan Gevonden," nep hij, „en nu naar Spang- drinkt zich als een Polonais, men is
Waarom...." kwam bij hem op, een stout plan, maar ier. stijfhoofdig als een Breton of een Hollan-
t «Och, ik denk dat er geen gevaar is." ,ufst daarom een veelbelovend plan. Moeder en dochter, die weenend hun dais ea lastig a[s eea Normand. Een zon-
i „Wie weet...." deel aan de misdaad bekenden, met de derhng wordt een Chinees genoemd, een
„Niemand weet, dat je hier een ver- Nadat jonge dame zich had verwij- verontschuldiging door Spangier te zijn man> die ongeregeld leeft, een Bohemer,
ioofde hebtderd, verliet hij ook den winkel om op overgehaald om het geld te bewaren, wer- een domkop een Waal, een twistzoeker
- j .het bureas via politie een agent in bur- den in een rijtuig naar t politiebureau een Kozak, een fiine eoicurist een Athe-
«Juist daarom, dat moet ook memand gerideeding mede te nemen. Met hem gebracht. Polzig echter snelde met twee ner ea eea woekeraar een Jood.
weten. Binnen eenige weken...." keerde hij terug en beklom de twee trap- beambten in burgerkleeding naar Spang- ncr' eD J
waren voorbij en de luisteraar hoorde pen aaar de woning van het jonge meisje, Ier. De beide mannen liet hij buiten de PREVENIEEREN.
mets meer. Wat hi, gehoord had, scheen dat hij bij Grinzig gezien had. deur staan.
hem echter voldoende. Hij maakte geen «/XTat verlangt u* vroeg zij eenigs- Spangier stond in het kantoor achter oDat is waar I nep een grappenmaker
aanstalten om de twee te volgen. zi'm bruusk, want de beide politiebe- zijn lessenaar. een leugenaar van professie toe, die juist
«SpaHgier had diis een verloofde en - ambten droegen de kleeding van gewone „Wel mijnheer Polzig*" riep hij* „wat xn bierhuis trad.
wilde met dat iemand hiermede bekend handwerklieden. brengt u voor goeds mijnheer* ik heb immers
was. Vreemd Waarom niet? Daar had „Neem me aiet kwalijk," begon de de- De detective overzag met een blik den met3 gezegd,
hij zeker zqn reden voor. Een straal van tective, „hebt u gisteren geen werk- toestand. Uit het kantoor waar Spangier »»Zeer juist* maar u wilde iets zeggen,
triomf schitterde m het oog van den de- vfollw weggezonden stond* was maar één uitgang naaf de rni,vnTTT;i?i7Dnp vnownwrippmr1
tective. „Zeker," antwoordde zij verwonderd, voorste vertrekken. De vensters waren GEMOTIVEERDE VERWONDERING
„Zij is zijn medeplichtige," riep hij „maar wat hebt u daarmede te maken?" niet gevaarlijk, daar men op de lste étage c
bij zich zelf. „Dat wijst op een lang be- „Tamelijk veel," hernam hij met een was. ^choken "«eb. t
raamd plan, waarvoor het noodig is, beleefden glimlach, „want ik ben van ds „Ik ben zeer gelukkig, u het verlorene
dat niemand iets van zijn verloofde weet. politie." Hierbij toonde hij zijn onder- terug te kunnen brengen," antwoordde «ijtarts met in staat s ae p jn te su
Geen twijfel-in dat huis is het geld scheidingsteeken. hij lakonisch, terwijl hij den brieventasch J*™?,J?'
geborgen." B Zij verbleekte een weinig. op den lessenaar legde. ook eea ^'arts als hl] P1,n hecft m 21,11
„En wat nu," vroeg zij met zonder Het gelaat van den agent vertrok en
Den volgenden morgen was de detec- eenige ontsteltenis. werd aschgrauw. Met een doodelijken
tive weer in die straat, om het huis, waar „Die persoon is hedenmorgen vroeg angst in zijn blik staarde hij den beambte
Spangler's verloofde woonde, nader op gevat. Ze heeft een heele reeks diefstal- aan.
te nemen. In een winkeltje kort bij, welks fen bekend, waarbij ook u of uw moeder „Gevangen," riep Polzig met ernst en mijn jongen thans weer zitten, nu hij in
bewoners hij beocte, vernam hij de na- schade schijnt te lijden." nadruk en vatte met ijzeren greep zijn zoo langen tijd met heeft geschreven l
men der verschillende huurders. Bene- „Die listige feeks dacht ik het arm. De lafaard bood niet den minsten MA„T7rTnncc.c.mcnDMrc
den woonde een bakker, op de eerste éta- niet? Maar komt u binnen. Moeder is tegenstand. Met een klaaglijk gezicht liet NATUURGESCHIEDENIS,
ge een gepensioneerd ambtenaar, op de hier." hij zich de handboeien aandoen een half Zij J „Niet waar, Alfred, er zijn ook
tweede een weduwe Malsch met haar Dit was wat de detective verlangde, uur later stond hij voor den commissaris zwarte zwanen?"
dochter, op de derde een paar arbeiders- Hij volgde haar met zijn geleider in een en legde, over zijn gansche lichaam beven- Hij „Zeer zeker, in Australië als ik 'I
gezinnen. vertrek, waar een oudere, elegant geklee- de, een volledige bekentenis af. wel heb."
„Kent u den ambtenaar Richter," de dame met een handwerkje aan het Het was alles zooals de detective het Zij „Zingen die ook een zwanen-
onderzocht Polzig. venster zat. De dochter verklaarde haar zich gedacht had. Spangier was reeds 'n zang voor den dood?"
y „Jawel,"was het antwoord. met eenige woorden het doel van het be- jaar tevoren op 't schurkachtige denk- Hij: „Ongetwijfeld, met een klein
J '-„En heeft hij dochters?" zoek. beeld dat hij nu uitgevoerd had, geko JJJ
een lijf-erts als hij pijn heeft in zijn
been."
VOORGEVOEL.
Monoloog van een liefhebbend vader
„Lieve deugd, in welk een tuchthuis zou
onderscheid, de witte zingen tenor en de
15 „Ja, maar die ziin reeds lang getrouwd."' MQm ggen abuis |e maken," voegde tnen. Het geheele jaar door dacht hij daar- zwarte bas."
I .1 NAAR CHARLES GARVICE DOOR A. T. I 1
VIII
„O, neen," zei Gerald, „als je maar
voorzichtig bent."
„Dan hoop ik, dat U dat ze voorzich
tig zullen zijn," zei ze, het „u" vlug in
Zij" corrigeerend.
„O, ze passen wel op," zei hij luchtig.
„Het zijn allemaal ervaren lui, daar heb
ik wel voor gezorgd en mijnheer Lee,
de aannemer, is een verstandige jonge
man, die geen risico zal willen loopen. Hij
Zai bijna voortdurend hier zijn en wanneer
hij er niet is, zal ik zijn plaats innemen.
Maar u zou beter doen, juffrouw, een
beetje achteruit te gaan, waar u
nu staat zou een opspringende steen U
kunnen treffen."
Gehoorzaam deed Claire een paar passen
achteruit en even later ging ze naar bin
nen voor het ontbijt.
Toen ze daarna weer op het terras
kwam, was hij er nog en daar hij niet
wegging voor diner-tijd, had hij klaarblij-
kelijk zijn eigen ontbijt maar overgeslagen.
In den loop van den namiddag kwam ook
Mordaunt Sapley eens kijken. Zijn vader
had hem een wenk gegeven zoo vrien
delijk als het hem mogelijk was te zijn,
en Gerald, die de laatste ter wereld was,
om haatdragend te wezen, antwoordde op
gewekt.
„Mijn vader is naar Londen vertrokken,
mijnheer Wayre," zei Mordaunt, toen
hij zich omkeerde om heen te gaan. „Als
u iets noodig hebt, zal ik daar met plezier
voor zorgen." Hij zei dit met neergeslagen
oogen, maar Gerald lette niet op zijn
houding en dankte hem uiterst hartelijk.
Mordaunt ging naar het kasteel en
vroeg Claire te spreken.
„Mijn vader verzocht mij U te zeggen,
juffrouw, dat hij een telegram ontving,
dat hem naar Londen riep. Ik heb hier een
paar stukken, waarvan hij graag had, dat
U ze even inzag."Hij sprak bijna nederig
en zijn houding stak zoo opmerkelijk gun
stig af bij zijn gewone mameren, dat Claire
er aangenaam door werd getroffen.
„Het gaat over de Grinsley's, juffrouw,"
voegde hij er aan toe. „Mijn vader
is van meening, dat zij weg moeten, maar
ik beu voor hen in de bres gesprongen en
nu vindt vader het goed, dat zij blijven
natuurlijk heb ik hem verteld, dat het uw
wensch was."
Claire was over deze mededeeling ver
heugd en toonde dat door een glimlach
misschien de eerste, die zij Mordaunt
schonk.
„Dank u," zei ze,•„ik ben heel blij dat
te hooren. Het was heel vriendelijk van
u, een goed woordje voor hen te doen."
Mordaunt had bijna den goeden indruk
dien hij gemaakt had weer te niet ge
daan, met een van zijn Oxford-glimlach-
jes, maar hij bedwong zich nog intijds.
„Kan ik nog iets voor u doen, juf
frouw vroeg hij, met een onderdanige
buiging.
Claire besprak nog een paar dingen
met betrekking tot het landgoed met hem,
waarop hij vertrok, zeer tevreden over
Zichzelf.
„Vader heeft gelijk 1" zei hij. „Hij is
een gewiekste oude vos 1 Ja, ik moet de
knie buigen en de onderdanige dienaar
spelen, als ik wat bij haar wil bereiken.
Ik ben benieuwd, wat vader in het schild
voert en of er werkelijk iets in zit in dat
idae van hem. Het lijkt mij niet erg
waarschijnlijk, maar ik zal het toch pro-
beeren. De man van de meesteres van
Court ReginaHet klinkt te mooi om
waar te zijn net een sprookje. Ja, ze
is mooi al zou ik de voorkeur geven
aan een schoonheid als die van Lucy
iets zachts en liefs. Die arme kleine Lucy!'
Hij glimlachte medelijdend en streek
zijn dunne snorretje op.
Den volgenden morgen was hij weer
op het kasteel en gedroeg zich daar zoo
goed, dat Claire hem, daar het juist
lunch-tijd was, vroeg te blijven koffie
drinken. Hij nam de uitnoodiging aan
en wist zich zoo goed te houden, dat
mevrouw Lexton, tegenover wie hij spe
ciaal beleefd was, er zeer door getroffen
werd.
„De zoon is heel wat beter dan de
vader, Claire," zei ze, „mijnheer Mor
daunt is.is.bijna een gentleman."
„Ja, bijna 1" stemde Claire afgetrok
ken toe. Het was maar jammer, dat
Mordaunt Sapley haar niet kon hooren.
Terwijl ze nog sprak liep ze de trap
op en kwam even later weer beneden met
haar hoed op en ging naar den vleugel.
Zij had er een gewoonte van gemaakt,
daar heen te gaan, of wel het werk van
het terras af gade te slaan. Vaak bemerkte
Gerald het met eens, dat zij keek en dus
ook niet, dat zij meer naar hem keek, dan
naar het werk. Soms trok hij zijn jas uit
en hielp hij, bij de gevaarlijker gedeelten
van het sloopingswerk, zelf een handje
mee en een paar maal betrapte Claire er
zich zelf op, dat zij hem ademloos stond
aan te staren, als hij daar op een hoek
van een afgebrokkelden muur stond,
waarvan de steenen onder zijn voeten
weg vielen. Zekeren namiddag zat hij op
een hoop puin zijn pijp te rooken toen
Claire aankwam en hij stond op met een
groot vertoon van eerbiedige beleefd
heid. Hij had geleerd zich in acht te ne
men evenals Mordaunt.
„Wat schiet u flink op 1" zei Claire.
,Ja, dank zij mijnheer Lee," zei Ge
rald, wijzend op den jongen aannemer,
die groette en opgeruimd doorliep. „Een
kapitale kerelIk heb zeldzaam geboft
door mij van zijn diensten te verzekeren.
Maar dat is niet zoo iets bizonders, want
ik ben nu eenmaal een geluksvogel."
„Zoo zei Claire met een flauw
glimlachje.
„Ja," zei hij. „Als de zaken er het
slechtst voor staan, komt bij mij altijd al
les weer op z'n pootjes terecht,"
Hij glimlachte en het was met voor
de eerste maal, dat Claire bemerkte, dat
hij het niet alleen met zijn lippen deed,
maar ook met zijn oogen en dat die dan
zeer mooi waren en vol uitdrukking.
„Ik geloof, dat de werklui hier niet
weten hoe ze het hebben," zei hij, naar
den afgebrokkelden muur kijkend. „Het
gaat hen te gauw. We zullen aan het einde
der negende week al met den herbouw
beginnen. Ik wil alles, of ten minste zoo
goed als alles, nog onder dak hebben,
vóór de winter intreedt."
Lee kwam terug en zei hem iets, waar
op ze beiden zich naar de afbraak bega
ven. Claire bleef staan kijken naar de
mannen, die met de afbraak bezig waren
lijk zonder het zelf te beseffen, hoe kra
nig Gerald de geheele situatie beheersch-
te, hoe heel zijn houding, en de kalmte
waarmee hij zijn orders gaf, wees op
zelf-vertrouwen en zij voelde die bewon
dering voor hem, die iedere vrouw ge
voelt voor den sterken man, die meester
is over zichzelf en over anderen.
Eensklaps verdween de blijde glans
op haar gelaat, want zij zag, of meende te
Zien, dat de muur waarbij hij stond,
schudde. Haar hart scheen op te houden
met kloppen. Als de muur omviel, zou
hij op hem neerkomen en hem dooden.
Zij wilde hem toeroepen, maar tot haar
schrik weigerde haar tong aan haar wil
te gehoorzamen. Dat duurde één ver
schrikkelijk oogenblik, maar toen zij
daarna werkelijk riep, werd het geluid
van haar stem overstemd door dat der
houweelen en der vallende brokken
steen. Weer zag zij den muur schudden
ditmaal was het zeker geen gezichts
bedrog. En Gerald keek nog maar steeds
naar Lee, geheel onbewust van het ge
vaar dat hem bedreigde. Zij had een ge
voel, alsof zij zich niet kon bewegen, als
of zij vastgeworteld was aan de plek waar
zij stond. Dat duurde maar een seconde,
maar het leek haar een eeuwigheid.
Toen sprong ze naar voren en haa hem
reeds bijna bij den arm gegrepen, toen
Gerald, alsof hij voortdurend den muur
in k?1 °?S gehouden had, achteruit stap
te. Terwijl hij dit deed stortte de steenen
massa met daverend geweld neer. Hij
glimlachte en knikte goedkeurend toen
hoorde hij zoo iets als een zucht achter
Zich en, zich plotseling omkeerend, zag
hij Claire naast zich staan. Een steen, die
na den val weer van den grond was opge
sprongen, viel vlak voor haar voeten
neer en een oogenblik dacht hij, dat zij
getroffen was.
De schrik dien hij om harentwille kreeg,
deed hem verbleeken en hij greep haar
arm en trok haar opzij. Zooals dat bij
mannen van zijn slag meer voorkomt,
maakte de emotie hem ernstig en met
een stem die klonk als een heftig verwijt,
vroeg hij
„Waarom kwam u zoo dicht bij Hoe
kon u zoo onvoorzichtig zijn De heele
muur had boven op u kunnen vallen
Gaat u achteruit I"
Claire's gelaat was doodsbleek en de
schrik sprak nog uit haar oogen, toen ze
die tot hem opsloeg. Maar zij toonde
Zien met in het geringst beleedigd door
den toon waarop hij tot haar had gespro
ken. Zij zei ook met„Ik kwam om u te
waarschuwenJ" Zij sloeg de oogen neer
en bleef zwijgend voor hem staan.
Gerald haalde diep adem zijn hand
rustte nog altijd op haar arm en niet al
te zacht en veegde het zweet van zijn
voorhoofd.
„Neemt u me niet kwalijk, juffrouw,"
Zei hij, „ik vrees dat ik wat ruw en onge-
marnerd ben geweest, maar u hebt me ook
leelijk aan het schrikken gemaakt. Mag
ik u vriendelijk verzoeken, nooit meer
zoo dicht bij te komen nooit hier
voorbij 1" Hij trok met zijn hak een streep
m den grond, „Ik moet u verzoeken, mij
dat te beloven," voegde hij er aan toe.
Claire trachtte te glimlachen, maar
het Jukte haar niet. Zij voelde, dat zijn
hand op haar arm begon te trillen en
misschien was hij er zichzelf ook van
bewust, want hij trok ten minste zijn
hand weg. Maar nog steeds bleef hij,
met saamgeperste lippen, het gelaat nog
altijd bleek, op haar belofte wachten.
„Ik ik beloof het u," zeide ze. En
Zij brak den zin af en beet zich op ds
lippen.
„U dacht, dat de muur nog niet zoo
gauw zou vallen, niet?" zei hij. „0,(
maar een muur in dien toestand is nooit
te vertrouwen."
„Het doet er eigenlijk niet toe, wat ik
dacht," zei ze met een flauw glimlachje.
„Ik zal in het vervolg wel op grooteren
afstand blijven."
Zij keerde zich om en ging lang
zaamnaar het kasteel terug, waar zü
vlug naar haar eigen kamer ging. Z4
sloot de deur en liep, met de handen voot
het gezicht, heen en weer. Zij zag hem
daar nog staan bij dien gevaarlijken muurj
hoorde nog zijn ernstige, verwijtende
stem, voelde nog zijn krachtige greep op
haar arm. De gedachte aan de angst die
Zij had uitgestaan, vermengde zich met
een vage voldoening, die haar in de war
bracht en haar schrik aanjoeg, doordat
zij er zich geen rekenschap van kon geven,
Hij was boos op haar geweest, had haar
afgesnauwd, maar zij wist, dat dit een be
wijs was van zijn zorg voor haar veilig
heid, zijn schrik over het gevaar dat haar
had bedreigd en zij nam het hem niet
kwalijk.
Toen na een poosje de reactie voorbij
was, viel zij in een stoel neer, zich telkens
weer afvragend of zij op den muur zou
zijn toegesprongen, zooals zij het nu ge
daan had, om bijvoorbeeld een der werk
lieden te redden.
Ook bij Gerald kwam de reactie en
toen zij weg was, stond hij naar het ge
bouw te kijken, alsof hij alle belang
stelling voor het werk had verloren,
alsof hij het haatte zelfs. Na eenige oogen-
blikken ging hij weg. Hij was er zich
nauwelijks van bewust, dat hij iets tot
haar gezegd had, dat hij haar arm zoo
ruw had beetgepakt, hij kon zich alleen
het verschrikkelijke gevaar herinneren,
en terwijl hij naar huis wandelde nam hij
en zag Gerald enkele oogenblikken niet,
waarna zij hem weer naast den ouden
muur zag staan. Hij stond met zijn rug
naar den muur en naar haar en gaf Lee,
die op het dak geklommen was, eenige Sartoris, de meesteres van Court Regina
ze zei het bijna onderdanig, zij Claire,
an Cot
telkens zijn hoed af om zich het zweet
van het voorhoofd te wisschen.
(Wordt voortgezet1
I.
Pas begon een koude Decembermor
gen de duisternis van den winternacht te
verdrijven, toen Max Hesselman, de jong
ste bediende van den hoofdagent Guido
Spangier, zich door de straten naar het
kantoor van zijn principaal spoedde.
Voor de deur van het huis, waar zich op
de eerste verdieping dit kantoor bevond,
wierp hij nog een half schuwen blik op
Z'n horloge. Vijf minuten voor achten
wat het toch 's Maandagsmorgens gauw
laat is 1 Om half acht moest hij aan liet
kantoor zijn en de deur openen nu,
misschien sliep „de oude" nog, dacht)
Max en beklom stil de trap naar de twee-1
de verdieping, waar zijn patroon woonde,'
om van de dienstbode den sleutel in ont
vangst te nemen.
Alles ging goed. Noch „de oude";,
noch diens moeder, die voor den nog)
vrij jongen man, bij gebreke eener levens
gezellin, zijn huishouden waarnam, had
den zich tot nog toe uit de armen van
Morpheus losgerukt. Het was dan ook
winter en daarbij Maandag, de boekhou
der zou vandaag ook wel wat later dan
gewoonlijk komen, aldus zei Max
vergenoegd glimlachende bij zich zelf,
„want", voegde hij er filosofisch bij,
„het gaat met de grooten evenals met
de kleinen,"
Met den kantoorsleutel in de hand
liep hij vlug op de zware, eikenhouten
deur toe, stak den. sleutel in het slot en.