Indische Brieven. BUITENLAND De Pastoor van Marnas. Tweede Blad 4 Juni 1923 Zweedsche politici eischen inmenging van den Volkenbond in de kwestie der schadevergoeding. Een rede van Millerand te Metz. - De staat New-York wenscht de drankwet niet meer «it te voeren. Een cycloon in Italië. Onder de Telegrammen: Groote boschbranden in Canada. Bij de aardbeving in Perzië zijn 2240 personen gedood. De stakingsonhisten in Barcelona. DE TROEBELEN TE BARCELONA. GEM. BUITEHL. BERICHTEN. FEUILLETON. XVDI. De lezers mijner brieven zullen wel weten wat wij hier onder kampongs verstaan. Het zijn op het platte land de inlandsche dorpen; in de groote steden met gemengde bevolking de afzonderlijke stadswijken voor het inheemsche deel der bevolking. Hoe ellendig de toestand is in vele kam pongs der groote steden, is voor de Neder- landsche lezers eigenlijk niet te beschrijven. Ik heb in een mijner vroegere Kronieken dezen toestand zoowat geschetst, het was bij een bespreking van het derde deel van de boeken-reeks door den bekenden oud Indischman Tillema uitgegeven onder den naam van „Kromoblanda" met den ondertitel „Over het Vraagstuk van het Wonen in Kromo's groote land". Ook in enkele van mijn laatste brieven heb ik met enkele woorden en terloops geduid op eenige kampong-misstanden. Deze misstanden zijn inderdaad onhoud baar, Wegen en paden derven alle onderhoud; afwatering, rioleering en reiniging ontbreken bijna geheel; dientengevolge is de gezond heidstoestand erbarmelijk. Men zal zich in Nederland afvragen, hoe het mogelijk is, dat een dergelijke verwaar- loozing kan blijven bestaan. Doch het kampong-vraagstuk in de Indi sche groote steden is niet gemakkelijk tot oplossing te brengen. De kampongs zijn tot heden buiten het ge meente-beheer gehouden. Ze zijn onder des Gouvenements zorg, of beter zorgeloos heid gehouden en vormen dus werkelijke „enclaves" in het gemeentelijk grondgebied. Het Gouvernement besteedt thans aan de kampongs vrijwel niets. Worden ze aan de gemeente overgedragen, dan kan deze zonder Gouvernements-subsidie er evenmin iets noemenswaards ter verbetering doen, en voor een zware subsidie heeft het Gouverne ment geen geld. Te Batavia komt er nog een andere moei lijkheid bij. De kampongs vormen daar geen zelfstan dige gemeenschappen, zooals te Semarang en Soerabaja, maar behooren er meerendeels nog tot de zoogenaamde „jparticuliere lande rijen", waar de „landheer voor het onder houd van wegen, goten, enz. heeft zorg te dragen, en waarvoor hij van de „opgezete nen" belasting in geld en arbeidskracht mag heffen. Deze landheerlijke plichten worden echter slecht nagekomen. Om aan allerlei ongewenschte toestanden op de particuliere landerijen een einde te kunnen maken, is het Gouvernement, en hier en daar ook wel de gemeente, overgegaan tot terugkoop. Gaat nu de overheid welke dan ook geld uitgeven voor de verbetering dezer kam pongs, dan werkt ze daardoor mede aan de waarde-vermeerdering van den grond, welke waarde-vermeerdering ze bij terugkoop nog maals zal moeten betalen. Zoo blijven deze kampongs een slechte huisvesting voor de Inlanders en een voort durende bedreiging voor de gezondheid der bewoners in de omliggende Europeesche wijken. Van Inlandsche zijde wordt nu een alge- meene actie gevoerd om van de overheid gedaan te krijgen, dat er eindelijk eens ver betering wordt gebracht in de kampong- misstanden. Te Bandoeng bijv. heeft de plaatselijke S.I. afdeeling, een rekest tot den gemeenteraad gericht, waarin eenige uitdrukkingen worden gedaan, welke jammer genoeg overdre ven eischen bevatten. O.a.: openbare bad plaatsen en privaten in alle kampongs moe ten van steen worden gebouwd (terwijl de huizen er meerendeels van hout of bamboe opgetrokken zijn); verlichting der kampong wegen moet geschieden op dezelfde wijze als van de groote verkeerswegen. Ook deze overdrijving zal schaden aan het goede doel. Verstandiger hebben de Inlandsche ge- riee: 'craadsleden van Batavia het aange- >a«. - ,e hebben een concreet voorstel inge- clfen :.m. om het bedrag, dat uit de nieu we uuizen-belasting zal worden ontvangen, ongeveer 250.000, te gaan besteden aan kampong-verbetering. De gemeenteraad bleek in zijn geheel van goeden wil, doch de consequenties zijn zoo verstrekkend, dat het voorstel niet voor da delijke behandeling in aanmerking kon ko men. Op advies van den burgemeester zal het eerst bij de belasting-commissie worden voorgebracht. De zaak is nu aan het rollen gebracht. En dat is de verdienste der Inlandsche po litici. Ik hoop, dat ze er succes mee zullen bereiken. Ik ben hier van zelf aangeland bij de In landsche beweging. De vaderlandsche lezer zal zich wellicht verwonderd hebben, dat ik daarover niet eerder geschreven heb. Eerlijk gezegd: ik voelde me niet in staat om een juist oordeel over deze aangelegen heid te vormen. Er zijn altijd menschen, in Indië en in Ne derland, die met een „ach, die Inlandsche be weging" een gezicht zetten, alsof ze deze zaak volkomen „door" hebben. Ik voor mij wil liever erkennen, dat het uiterst moeilijk is om een juist inzicht te verkrijgen in de werking van de samengestel de krachten welke de Inlandsche beweging leiden. Nu ik daarover schrijven ga, weet ik, dat bij het neerschrijven van een meening daarover geen te groote voorzichtigheid kan worden betracht. De eerste vraag, welke zich stellen doet, is; in hoeverre roert de zoogenaamde Inland sche beweging de groote volksmassa? Laat ik ter beantwoording van deze vraag, beginnen met het oordeel van enkele anderen aan te halen. In het Koloniaal Verslag over 1921 wordt onder „Mededeelingen over Onderwerpen van Algemeenen Aard" gesproken over de samenwerking der Inlandsche partijen. Daarbij wordt, evenals bij andere volken, die naar zelfstandigheid streven, geconsta teerd: „Men verkiest, ook wijl men ze nog niet aan den lijve voelde, de nadeelen van een eigen bewind boven de voordeelen van het vreemde." Het heet dan in dit officieele stuk verder: In deze toenemende samenwerking der In landsche partijen schuilt een diepere betee- kenis. „Er val in de verschillende lagen der In landsche maatschappij een toenemend besef van saamhoorisheid te onderkennen, het be wustzijn dat alleen door een algemeene sa menwerking de groeiende in- en uitwendige kracht verkregen zal worden, die onafwijs bare voorwaarde is voor eiken verderen stap op den weg naar zelfbestuur." Men vergelijke die uitspraak eens met het oordeel, dat kort geleden werd neergeschre ven in het „Bataviaasche Nieuwsblad" onder den titel „Indië kan gerust zijn". Daarin wordt gezegd: „In 't algemeen heerscht in Indië rust. „Reeds tien jaren achtereen zijn leiders, meer of minder ruim van geweten, schier onafgebroken bezig het volk te suggereeren, dat ons bestuur niet deugt. ,,En als men dan nagaat, hoe gering de re sultaten zijn, dan moet men wel tot de conclu sie komen, dat de maatschappelijke verhou dingen in Indië steun vinden in en aansluiten bij het gemiddeld volkskarakter." „Het schenkt de overtuiging, dat het volk niet afkeerig is van ons bestuur." Deze twee verklaringen kunnen elkaar voor een deel dekken. Doch in sommige opzichten loopen ze mij len ver uiteen. Naar mijne meening ligt dc waarheid zooals bijna immer in 't midden, Dat de „bewustwording" in de verschillen de lagen der Italiaansche bevolking zoo alge meen is als de woorden in het Koloniaal ver slag zouden doen gelooven, is een veronder stelling in strijd met de feiten. Dat de tegenwoordige koloniale verhoudin gen steun vinden in het gemiddeld volkska rakter is evenzeer geen waarheid. Hoogstens kan men zeggen dat de inerte volksmassa tot heden zich nog niet verzet heeft tegen deze maatschapoelijke verhoudingen. Daar zijn natuurlijk vele eilanden in den grooten Indischen archipel waar de bevolking op een te laag peil staat om in staat te zijn tot eenig gemeenschappelijk streven naar zelfstandigheid. Doch voor Java en Sumatra bijv. geldt dit niet. Mijn overtuiging is, dat hier de massa der bevolking in voldoende mate in de Inland sche beweging zou kunnen worden opgeno men, om geweldige omzettingen tot stand te brengen, indien slechts goede leiders in vol doend aantal beschikbaar waren. Het saam- hoorigheids-gevoel is inderdaad aanwezig, ook dat hebben de feiten geleerd. Doch juist dit aantal leiders, om deze mil- lioenen-massa tot georganiseerde samenwer king te brengen, ontbreekt. De geschiedenis van de verwording der Sarakat Islam spreekt in dat opzicht duidelijk genoeg. Elke poging tot actie op economisch ge bied kwam jammerlijk tot mislukking. Van ordentelijk finantieel beheer is nergens spra ke. Coöperatieve winkels gingen na korten tijd te niet, werkstakingen van eenige uitge breidheid werden slag op slag verloren. Nog onlangs moest de uitgifte van het orgaan van de Centrale Sarekat Islam, de „Oetoesan Hindia" worden gestaakt; ondanks den eenige malen verkregen finantieeelen seun van rijke Arabieren, is het kapitaal geheel uitgeput. Doch hoe gering is over het algemeen de intellectueele ontwikkeling der leiders. Laat ik één voorbeeld noemen, n.m. de persoon van Tjokro-Aminoto, de leider, die beroemd had kunnen blijven, indien hij gees telijk wat meer mans was geweest. Wanneer men hem spreekt, dan maakt hij den indruk van een beschaafd Javaan; in hem vinden we een vertegenwoordiger van een ras dat ecne beschavings-geschiedenis van eeuwen achter den rug heeft; hij bezit bovendien een aange boren spreektalent. Doch hem ontbreekt de kennis om een op moderne wijze gevormde volksbeweging te kunnen overzien, te kun nen leiden vooral. Hem ontbreekt ook de vastheid van karakter welke het resultaat is van de cultuur der ziel. Gaan we eens na, wat hij oorspronkelijk van zijn vak was. Hij begon zijn maatschappelijke loopbaan als districts-schrijver, na ontslag ik noem hier de redenen voor de achtereenvolgende mislukkingen niet en bepaal me tot bloote opsomming werd hij met behulp van rijke familie-leden leider van een rijstpellerij, daarna weer laborant op een_ suikerfabriek, tenslotte klerk op een administratie-kantoor te Soerabaja; toen werd hij plotseling door de beweging omhoog geheven, en directeur gemaakt van de „Oetoesan Hindia,en on dervoorzitter, later voorzitter van de Centrale Sarekat Islam. Dat is de „groote" leider. Dc anderen, die naast en onder hem staan, zijn op enkele uitzonderingen na van gelijke of mindere kracht. Dat gebrek aan bekwame leiders is bij de S. I. verergerd door haar eigen streven naar zelfstandigheid. Immers zij werd zuiver „na tionalistisch", en moest daardoor alle ele menten uitstooten, die oorspronkelijk in ver- eeniging met haar werkten: vooreerst de vreemdelingen, zooals de Nederlandsche het moge me vergeven worden, dat ik ze zoo noem roode propagandisten, en voorts de communistische landgenooten, onder wie juist enkele bekwamen scholen. Waartoe de Inlandsche beweging leiden zal, hangt nu af van de vorming der intel lectueele leiders in de naaste toekomst. Ze zal in hoofdzaak op een nationaal, of wil men: nationalistisch doel gericht blijven. Doch daarom behoeft ze niet veroordeeld. Ze kan in goede banen worden gevoerd, wanneer de toekomstige leiders in goede richting worden onderricht. Wie ooren heeft om te hooren, die hoore. En helpe vooreerst Pastoor van Lith, om zijn actie voor zijne Javaansche volksscholen tot een volledig succes te maken. J. A. M. d. F. UIT HET BEZETTE GEBIED. Er is Zaterdagnacht bij het voorbijrijden van een kolentrein een bom ontploft tusschen Ratingen en Lindhoff, waardoor 13 wagons ontspoorden. Ook bij het voorbijrijden van een locomotief tusschen Treusdorff en Seg- burg is een bom ontploft. De Kölnische Zeitung vernam Zaterdag uit Trier, dat daar in den afgeloopen nacht op de groote markt de tuinman Ditz is"neer- geschoten. Doordat er een oploop ontstond, kon de politie de daders niet dadelijk in han den krijgen. Volgens ooggetuigen waren het twee separatisten. De bezettingsoverheid heeft vandaag^hun aanhouding verboden. Zaterdagochtend zijn te Keulen per extra- trein de gezinnen aangekomen van 80 uitge zette spoorwegmannen uit Bonn en omstre ken. De Franschen hebben de werkplaatsen van het Dussetdorfer Tageblatt in beslag ge nomen, omdat de directie geweigerd had voor het Parijsche Journal een blad voor de Fran schen in de Duitsche taa.1 met prentjes te drukken. De Franschen wilden zelf een blad gaan drukken, doch het personeel heeft ge weigerd voor hen te werken. Zaterdag heeft de Fransche krijgsraad een staartje behandeld van het proces-Schla- getter in het proces tegen de leden van de groep Lorenz, die beklaagd waren van spion- nage. De beklaagde Sanders werd tot 10 jaar, Jaenecke tot 5 jaar, Margraf tot 2 jaar en Weilint tot 6 maanden gevangenisstraf ver oordeeld, terwijl hun allen een boete van 1 miljoen mark werd opgelegd. Sorge, be klaagd van het maken van een valuta pas, werd vrijgesproken. De Rijnlandcommissie heeft tusschen 28 en 29 Mei 1384 nieuwe uitzettingen gelast van spoor- en douanepersoneel. Een Fransche expeditie heeft alle beschik bare gelden van de gemeentekas, de spaar bank, de rijksbank en de particuliere banken te Mettmann weggehaald om tot mnmg te geraken van de aan de stad opgelegde boete van 30 miljoen. Men schat hun buit op onge veer 100 miljoen, waarvan alleen al 77 mil joen van het filiaal van de rijksbank. Naar de Vorwërts meldt, heeft de bur gemeester van Bottrop aan de socaaF-aetno- cratische rijksdagfractie geseind, dat oe han delaars en neringdoenden, zoowel als verte genwoordigers van de bedrijfsraden dringend verzocht hebben, de rijksregeering opmerk zaam te maken op den onhoudbaren toe stand welke door de duurte in het leven is ge roepen. De levensmiddelenvoorziening is ten zeerste in gevaar gebracht. De opwin ding van de consumenten is buitengewoon groot. Zaterdag zijn te Essen 30 spoorwegman nen uitgezet. Hun gezinnen moeten binnen 4 dagen volgen. Het onderzoek over de onlusten te Bo- churn heeft aangetoond, dat daar een terro ristisch hoofdkwartier bestond, dat op zijn programma ook het uit den weg ruimen van ongewilde lieden had staan.De leiding be rustte bij drie bekende heden, die er al jarenlang steeds bij waren als er een relletje op touw gezet moest worden. Bij een der aangehoudenen heeft men een papier gevon den met den naam van een politieagent dien hij wilde vermoorden. Men was ook van plan geweest vrouwen en kinderen van brand weerlieden en politieagenten als gijzelaars op te pakken en bij een aanval op de positie van de zelfweer als schild te gebruiken. Verleden week Vrijdagnacht is tusschen 11 en 12 uur 31 maal brandalarm gemaakt om de ordebe waarders in een hinderlaag te lokken. De terroristen hadden te Bochum een stand- rechtbank ingesteld, waarvoor ieder die zich verzette ter dood veroordeeld zou worden. Te Weitmar was een afdeeling van deze moordcentrale gesticht, welke ook een stand rechtbank ingesteld had, die o.a. 6 bestuur ders van het mijnwerkersverbond die tegen de staking gestemd hadden, had willen terecht stellen er zijn ook pogingen gedaan om die bestuurders in handen te krijgen, doch de zen wisten zich tijdig uit de voeten te ma ken. Zoowel te Weitmar, als te Bochum zijn wapenvoorraden ontdekt. De Duisburger Volksstimme is door dc bezetting verboden. Tengevolge van de communistische duur- terelietjes en de gedwongen verlaging van de prijzen is de Fevensmiddelenvoorziening te Gelsenkirchen kritiek geworden. De groot handel verklaart, dat hij tegen de prijzen, welke de controlecommissie vastgesteld heeft geen goederen machtig kan worden. Het ge meentebestuur heeft zich onmachtig ver- verklaard, om het verschil bij te passen. DE PAUS EN DE ROERBEZEÏTING. Mgr. Testa is Zaterdag uit Rome naar het Roergebied vertrokken, na eerst nog door den Paus in afscheidsaudiëntie te zijn ont vangen. Mgr. Testa zal ook een bezoek aan het Saargebied brengen. DE STAKING TE KEULEN. Volgens de Rheinische Zeitung zou men rekening moeten houden met de mogelijk- heidfvan een uitbreiding van de staking in de streek van Keulen tegen heden, Maandag. Een Zaterdag gehouden bijeenkomst van communistische bedrijfsraden zou besloten hebben Maandag voor het heele district de algemeene staking af te kondigen. De ontevreden bedrijfsraden hebben reeds aan het afdeelingsbestuur van het algemeen vak verbond te Keulen den eisch gesteld, dat het de z.g. Dortmunder eischen zou aanvaar den. Het bestuur heeft zulks geweigerd. ZWEDEN EN DE KWESTIE VAN DE SCHADEVERGOEDING. Uit Stockholm wordt gemeld De Zweedsche groepjvan de interparlemen taire unie, waarin alle partijen vertegenwoor digd zijn, eischt in een brief aan de regeering, dat zij van den Volkenbond zal eischen, dat deze tusschenbeide komt om een eind te maken aan het vergoedingsvraagstuk. De Raad van den Volkenbond schijnt tengevolge van zijn louter politieke samenstelling en inrichting niet in staat die taak op te lossen. De Vergadering heeft reeds 'n oeconomische commissie ingesteld, welke echter niet met dit vraagstuk belast is. Daarom moet of de bevoegdheid dezer bestaande commissie wor den uitgebreid, of een nieuwe commissie worden ingesteld met opdracht alle twist punten, die met dit vraagstuk en de uitvoe ring van de verdere bepalingen van de vredes verdragen samenhangen, op te lossen. Het ligt voor de hand te veronderstellen, dat Branding den stoot heeft gegeven tot deze actie van de Zweedsche groep. EEN ANTI-DUURTEBETOOGING TE KIEL. Naar de Vorw arts uit Kiel verneemt, heb ben Zaterdagochtend de arbeiders van alle fabrieken aldaar het werk gestaakt om een betooging te houden tegen de duurte en voor een billijke loonsverhooging. MILLERAND IN ELZAS-LOTHARIN- GEN. In een redevoering, die hij voor de Ka mer van Koophandel te Metz heeft gehou den, verklaarde Millerand, met betrekking tot de bezetting van de Roer, dat het hem ge noegen deed, te herhalen, dat de Fransche regeering, om te handelen zooals zij gedaan heeft van niemand raad gevingen noodig heeft gehad. Het is, zeide Millerand met klem, een belachelijke fabel, te beweren, dat de regeering, toen zij de Roer bezette, zwichtte voor buigende eischen van een of anderen staalfabrikant, of dat Frankrijk om milita ristische of annexionistische redenen naar de Roer is gegaan. De waarheid is veel naak ter, veel eenvoudiger. Wij zijn naar de Roer gegaan, omdat wij niet betaald waren. Gij hebt deze waarheid schitterend begrepen, en de Lotharingsche handel en nijverheid hebben met 'moed en zelfopoffering, waar mee ik u in het openbaar wil gelukwenschen, Zonder een woord te zeggen, zich de opof feringen getroost, die deze politiek hun heeft berokkend en nog iederen dag berok kent. De Lotharingers, evenals alle overige Franschen, hebben begrepen, dat de politiek aan de Roer ten minste deze me rite had, dat er geen andere mogelijkheid was. Toen men drie jaren lang had onder handeld in alle vormen en op alle manieren, en soms opofferingen had gebracht, die bit ter werden verweten aan de regeeringen, die erin hadden toegestemd en die met recht hadden toegestemd toen deze politiek van onderhandelingen en belangeloosheid eensdeels had geleid tot het constateeren, dat men stond tegenover een regeering en een volk, die alleen trachtten tijd te winnen om ten slotte niet te betalen en, als zij een maal economisch en politiek hersteld zouden zijn, los te trekken op hun overwinnaars van gisteren om dien tot hun overwonnene van morgen te maken, viel er niet te weifelen. De regeering weifelde niet. Als zij niet naar de Roer W3S gegaan, zouden de Elzassers en Lotharingers binnen enkele maanden nog heel wat ergere ellende en ergere schade heb ben ondervonden, dan die welke zij thans ondervinden. Er zou voor u, voor heel Frank rijk, deze vernedering hebben bestaan, dat een volk, dat anderhalf millioen van zijn zo nen heeft geofferd, om den vijand weerstand te bieden, zijn overwinning, omdat het niet den noodigen moed en den noodigen wil had gehad, om van die overwinning te profitee red zou hebben zien vernietigd en binnen korten of langeren tijd vervormd tot een ne derlaag, eerst economisch en vervolgens po litiek. Gij Jwilt dat niet, en wij hebben liet niet gewild. ENGELAND EN SOWJET-RUSLAND. De tegenspraak van het ministerie van buitenlandsche zaken aangaande de juistheid van de mededeelingen van de Daily Herald omtrent het laatste antwoord van Curzon aan Moskou schijnt te zijn uitgelokt door een protest van de andere Londensche bladen, die niets omtrent deze nota konden te weten komen. Men gaf te verstaan, dat de inhoud vermoedelijk door Krassin aan de Herald zou zijn medegedeeld, waarop Krassin ant woordde, geenerlei verantwoordelijkheid op zich te nemen, er aan toevoegend, dat hij de nota open, dus niet in code, naar Moskou had gezonden om tijd te winnen. Hieruit con cludeert men thans, dat het uitlekken ervan op een of andere wijze aar. den telegraafdienst moet worden toegeschreven. Wise, de gewezen ambtenaar van het En- gelsche ministerie van binnenlandsche zaken, die eenigen tijd geleden een betrekking bij de Sowjet-Regeering heeft aangenomen, be vindt zich thans weer in Engeland en deelt mede dat, volgens hetgeen hij in Rusland ge zien heeft, de toestand steeds beter wordt en dat er voor handelsverbindingen tusschen de beide landen een groote toekomst is, mits de regeeringen elkander wenschen te begrij pen en niet aansturen op onaangenaamheden. JAPAN EN RUSLAND. De Russische sowjet-autoriteiten hebben een Japansch visschersvaartuig laten opbren gen, omdat dit vischte binnen de zevenmijls- grens. De bemanning, die 72 koppen telde is gevangen gezet. DE DRANKBESTRIJDING IN DE VER. STATEN. Smith, de gouverneur van den staat New- York heeft door zijn har.dteekening het wets ontwerp bekrachtigd, waarbij de wet op de toepassing van hit drankverbod in den Staat New-York wordt ingetrokken. Dit beteekent, dat de New-Yorksche staatspolitie en ook de politie der New-York sche gemeenten niet mee zullenfdoen aan de afdwinging der naleving van den federalen Staat New-York. De verrichting van dat werk, w.o. ook de taak van de bewaking der Canadeesch New-Yorksche grens en de be waking van New-York (stad) wordt op deze manier op de schouders gelegd van een hand jevol federale ambtenaren en beambten. Er is feitelijk besloten tot de nauwgezette toepassing der drankbestrijdingsbeslis- sing van het Opperste Gerechtshof. Er is geen hoop, dat aan de opvattingen der bui tenlandsche regeering kan tegemoetgekomen worden. De Amer. ambtenaren verklaren, dat wetgeving alleen de moeilijkheid kan oplossen, waarin de regeering, ten aanzien van de buitenlandsche scheepvaart gekomen is. Men verwacht dat in de eerstvolgende Con- greszitting zal gevraagd worden, de Vol- steadwet te wijzigen. Inmiddels wordt een afkondiging van de bepalingen voortvloeiende uit de uitspraak van het Hof spoedig ver wacht. Er is geen middel gevonden waarmede de strengheid der beslissing van het Hof kan verzacht worden. In de Spaansche Kamer is een interpellatie behandeld betreffende den toestand te Barcelona, waarbij de regeering uitgenoodigd werd strenge maatregelen te treffen om het terrorisme aldaar te onderdrukken. De mi nister van binnenlandsche zaken verdedigde de houding van de regeering en zeide, dat aan opheffing van de bestaande waarborbor- gen niet kon worden gedacht. De bestaande wetten geven de regeering voldoende macht om het gezag te handhaven. EEN CYCLOON IN ITALIË. Het dal van Ossola is verwoest door een cycloon. Twee bruggen zijn ingestort De lijn door de Simplon is daardoor versperd. Te Cahir in het graafschap Tipperary is Donderdagavond de landheer Cololough doodgeschoten. In den laatsten tijd had hij reeds verschillende dreigbrieven ontvangen. Klaarblijkelijk werd hij door de rebellen verdacht. Mevrouw Phillipson, het nieuwgekozen vrouwelijke conservatieve Lagerhuislid in Engeland, is, gelijk al opgemerkt is, de derde vrouw die in het parlement komt. De andere twee zijn L3dy Astor en mevrouw Win- tringham, en zij zijn alle drie hun mannen als lid opgevolgd. Toen zij na hare glansrijke overwinning te Berwick naar haar hotel terugkeerde, kreeg zij een blauw oog, bij ongeluk, doordat een politie-agent al te ijverig was om door de me nigte heen een weg voor haar te banen en zijn vuist daarbij op een van hare oogen liet neerdalen. De vroegere tooneeltriomfen van mevrouw Phillipson zijn vooral behaald in revues en tingeltangelstukken. De kranten brengen haar creaties in herinnering in „a Country Girl", „Toto", „Half Past Eight", „Sam ples" enz. In dien tijd was zij weduwe. Dit nam niet weg dat zij op de planken zich uit sloofde met dansen en zingen en het als een van haar deugden gold dat zij altijd dol amu sant was, zonder dat zij daar ooit eenige moei te voor scheen te doen. (Het gejuich waarmee het Lagerhuis haar verkiezing begroette, kwam misschien ten deele voort uit de ver wachting, dat zij ook het Lagerhuis zal weten op te vroolijken). In Juni 1917 had zij afscheid genomen van de planken om met kapitein (toen luitenant) Phillipson te trouwen, maar zij is toch ook daarna nog dikwijls opgetreden in^ ernstige stukken en in luchtige comedies. Zij is nu moeder van drie kinderen. De uitslag van de tusschentijdsche ver kiezing was dat mevr. Phillipson (conserva tief) 12.000 stemmen kreeg, de liberale can- didaat 5858 en de arbeiderscandidaat 3966 stemmen. De vorige maal was haar man als nationaal-liberaa! candidaat gekozen met 11.933 stemmen, terwijl de oud-liberaal Run- ciman 7354 stemmen had. Dezer dagen heeft de Sowjet-pers het reeds aangekondigde decreet betreffende de maatregelen tot het brengen van eenheid in de belastingheffing van de boeren gepubli ceerd. De voorgestelde „eenheidsbelasting" berust op de volgende grondslagen.Ingevoerd wordt een algemeene belasting, welke de tot nu toe bestaande belastingen in natura, in arbeidsprestatie en in geld zal vervangen. Deze belasting wordt uitgedrukt in streken, waar roggebouw hoofdzaak is, in poeden- rogge daar waar meer aan tarwebouw wordt gedaan in poeden-tarwe, en zal betaalbaar zijn in natura of in geld. De verhouding, waarin betaling in geld dan wel in natura zal plaats hebben, wordt vastgesteld door de volkscommissariaten van financiën en v.vt levensmiddelen-voorziening, zulks met 11 achtneming van de plaatselijke oogstresvi- taten. De sowjet-bladen publïceeren een de creet over een tweede graan-leening. Dc leening wordt uitgegeven in hoofdzaak op o zelfde gronden als de vorige. De verkoop v: de obligaties zou nog in Mei beginnen j worden uitgegeven in coupures van een, twe drie, vijf en tien poed elk. Voorloopig zal t een bedrag van 30 millioen poed rogge a: obligaties worden uitgegeven. Iets nieuv in vergelijking met de eerste leening is c:.a verdeeling van het sowjet-territorium in 3 gedeelten een noordelijk, een centraal c een zuidelijk gedeelte. In verband hiermeö. worden de obligaties in drieërlei vorm uitge geven, terwijl bepaald is, dat de obligaties van een bepaalden vorm alleen in het betref fende gedeelte van Rusland gangbaar zul len zijn. Deze onderscheiding vindt zij" grond in het groote onderscheid tusschen de graanprijzen in het noorden, het centrum er, het zuiden. De Ekonomitsjeskaja Sjisn no. 109 maakt eenige gegevens openbaar betreffend' den omvang van het tekort aan landbouw werktuigen en machines in Rusland. Het te kort aan werktuigen voor grondbewerking wordt door geheel Rusland bij gemeenschap pelijk gebruik van den inventaris (met uit zondering van de Oekraine en de Kirgiezen- republiek) geraamd op|l,641,000 stuks aan zaaimachines 888,655 stuks en aan alle andere kleine benoodigdheden 335,000 stuks. Bij individueel gebruik worden deze aantallen echter tweemaal zoo hoog n.l. werktuigen voor grondbewerking ongeveer 3 millioen stuks zaaimachines 1138 duizend stuks, en alle overige benoodigdheden 470,000 stuks. Zooals bekend is,worden door 'n speciale com missie voor de landbouwwerktuigen, ressor- teerende onder het volkscommissariaat van 1 ir.dbouw, maatregelen'genomen tot voorzie- i ïg van het land van werktuigen en machi nes. Dit bïteekent evenwel nog niet, dat de door die commissie aangeschafte werktuigen en machines ook den boeren in handen ko men. Zij worden namelijk gedistribueerd on der de gouvernementeele landbouwwerk tuigen- distributie- bureaux en daar blijft heel wat materiaal ongebruikt liggen. Wel is waar is er onder de boeren groote vraag naar, maar wanneer de boer verneemt, hoe hoog de prij'en zijn en dat hij, onder de th. s vigeerende bepalingen, binnen twee of drie maanden betalen moet, ziet hij gewoonlijk, noodgedwongen, van aanschaffing af. Met ingang van Zondag zijn in ver band met de aan Duitsche mijnwerkers toe gekende loonsverhoogingen de netto-steen koolprijzen met 50 pet. verhoogd. De prijs van Roerkolen bedraagt nu 221,000 mark per ton, geleverd aan de mijn, waarbij dan nog de vracht komt, die ook weer 40 pet. is ge stegen. Engelsche steenkool, die in ruime mate wordt ingevoerd, kost trouwens nog veel meer, t.w. gemiddeld 437,000 mark, bij levering in de haven van Hamburg. Ondanks de hooge prijzen en de sterke daling van den markkoers, behoeft er voor gebrek aan brandstof geen vrees te bestaan, zegt de Voss. Ztg. „Engeland vat den uitvoer naar Duitschland ruim op, en maakt geen moeilijkheden bij 't verleenen van groote kredieten aan Duitsche afnemers. De eigen productie in 't onbezette gebied is zeer be vredigend, 't geen blijkt uit het feit, dat de geheels productie niet wordt afgenomen, zoodat er nog niets kan worden gereserveerd. In de centrale commissie van den Pruisischen landdag is de financieele toe stand van Pruisen besproken. Dr. von Rich ter, de minister van financiën deelde mee, dat het te kort op de begrooting, eerst op 11, 936 millioen geschat, tengevolge van de loonsverhoogingen, de toenemende duurte en de daling der valuta tot 975,470 millioen was gestegen. De inkomsten van Pruisen zijn met 575,470 millioen toegenomen, zoo dat het tekort op 400,000 millioen kan wor den geschat. De minister deelde mee dat een reeks nieuwe belastingwetten worden voor bereid. Deze wetten zullen o.a. de depreci atie in aanmerking nemen bij de bepaling van de belastingen. De treurige financieele toestand van Pruisen maakt de uitvoering van een aantal nuttige openbare werken on mogelijk. Hiervoor wordt de werkloosheid bevorderd, hetgeen de onproductieve uit gaven weer doet toenemen. De economische en financieele com missie van den Duitschen economischen rijksraad heeft besloten dat de sommen door den staat ter beschikking gesteld voor het verstrekken van goedkoop brood, in geen geval zal worden verhoogd. De Rijksdag zal Dinsdagmiddag om 3 uur weer bijeenkomen. Op de agenda staan een aantal wetsontwerpen van ondergeschikt belang. Het aantal echtscheidingen in Duitsch land, dat tegevolge van de vaak onberaden, „oorlogshuwelijken" sterk was gestegen neemt geleidelijk af, al is het nog zeer ver boven het gemiddelde van voor den oorlog, toen het 18.000 per jaar bedroeg. Op 31 Dec. 1922 was het aantal echtscheidingspro cessen, bij de rechtbanken aanhangig 46.486 op 'n totaal van ongeveer 300,000 burgerlijke processen. Op 31 Dec. 1920 was het 60,000. Te Bochum is een Fransche vrachtauto op den hoek van een straat met volle vaart het trottoir opgereden. Een jong meisje is gedood, enkele andere voorbijgangers zwaar gewond. Zaterdag heeft maarschalk Foch op het kerkhof Père Lachaise te Parijs een monu ment onthuld ter nagedachtenis van generaal Grossetti. De geschiedkundige Le Goffic her dacht in een redevoering diens heldenmoed, betoond in den slag aan de Ijzer. De Belgische minister van buitenland sche zaken heeft een ontwerp douane-verdrag tusschen België en Luxemburg ingedtend, dat voor den tijd van een jaar zal gelden. I DE TWEE GEESTELIJKEN. 't Was een koude avond in 't begin der October-maand van 't jaar 1817. Het sneeuw de buiten geducht, al waren het ook maar van die waterige vlokken, die geen wit dons spreidden zij werden voortgejaagd door een hevigen wind, die een akelig gehuil deed hoo ren en door de slecht gevoegde planken der deur heendrong. Wij wenschen den lezer het kleine ver trek binnen te leiden. DAar heerschte alles behalve rijkdom en overvloed. Op eene kreu pele tafel, verlichte eene plompe lamp de overblijfselen van een sober maal, wat brood kruimels en boter, een stuk geitenkaas en een groote kan met helder water. Het schijnsel van het bibberende lamplicht verspreidde zich, voor 't overige, niet veel verder dan de tafel, en liet het grootste gedeelte van het vertrek in den schemer. In den haard zag men de laatste vonken van eenige daarop ge worpen dorre wijngaardranken. Langs de naakte en koude muren stonden eenige ruwe, half vermolmde banken. Wel was dat inwendige der pastorie van Marnas nederig, ja kommervol. Vóór den haard zaten twee mannen in ge-, sprek verdiept 't waren beiden geestelijken De een was een grijsaard, wiens sneeuw wit haar wei van zeventig of vijf en zeventig jaren getuigde maar meer nog dan door den hoogen ouderdom, was zijn hoofd ter aarde gebogen door een diepe droefenis en druk kende neerslachtigheid. Met beide handen op de knieën geleund, liet hij zijn blikken nu her- dan derwaarts dwalen, en scheen hij zijne herinneringen te raadplegen om het antwoord te vinden op de vraag welke blijkbaar zijn geest geheel ingenomen had. De ander zal ternauwernood dertig jaar geweest zijn. Zijn ongemeene magerheid deed 't rijzige van zijn gestalte nog meer uitko men. Zijn bleek en afgemat wezen had niets bijzonders dan een paar zwarte, diepliggende oogen, waaruit soms een vreemde en ver wonderlijk krachtige gloed schitterde. Wan neer zijn gepast en kernachtig woord, tegelijk eenvoudig en doordringend, zijn verwach tingen en verlangens te kennen gaf, dan scheen zijn gelaat, dat als hij zweeg wel iets alledaagsch had, een geheel anderen plooi aan te nemen, dan verried het de bezieling van den hooggestemden denker, en getuigde van innerlijke gemoedskracht. De eerste was mijnheer Desbrosses, ge wezen pastoor te Marnas, die op zijn ver zoek vervangen, de ander pastoor Gabriel, die door Mgr. de Pamiers in zijne plaats benoemd was. Daar de heer Gabriël de hoofdpersoon van dit verhaal is, zullen onze lezers ons wel vergunnen hen met zijn eersten levenstijd wat nader bekend te maken. De markies Gabriël de Chateaugiron be hoorde tot den oudsten en meest vermogen den adel van Anjou. Door zijn familiebetrek kingen en fortuin mocht hij aanspraak maken om vrij de loopbaan zijner keuze te volgen, en welke die ook wezen n oc it, hij kon zeker zijn dat zijn opvoeding en zijn geestes ontwikkeling hem een schitterende toekomst waarborgden. Een stand had hem echter ge roepen, die roeping was stellig en bepaald van zijn jeugd af had hij een neiging voor den geestelijken stand opgevat,die sterker en sterker was geworden, en vaak had hij de begeerte aan den dag gelegd om als zendeling naar verre gewesten heen te trekken, en hij had daarvan alleen ter wille van de dringende beden zijner bloedverwanten afgezien. Im mers, hij leed van kindsbeen af aan een erfelijke kwaal, waaraan ook zijn moeder bezweken was, en 't ware met zijn leven spot ten geweest, indien hij zich aan de onvermij delijke vermoeienissen had blootgesteld die den missionarissen in verwijderde gewesten wachten. Zoo onderwierp hij zich, doch daar hij bepaald zijn roeping als geestelijke wilde volgen, vroeg hij een eenvoudige plaats als dorpspastoor. Beide geestelijken waren, zooals wij zeiden, in hun gesprek verdiept. t „Ja," hernam pastoor Desbrosses als t ware wanhopend, „dat zal de wroeging van mijn geheele leven zijn, dat doet mij terugbeven voor den stond, waarop ik voor God's rechterstoel zal moeten verschijnen. De moed heeft mij begeven, als een ontrouw herder, heb ik mijn kudde niet weten te ver weren, en ben ik het gevaar ontweken. Schande, wee over mij 1" „Neen, mijn broeder," antwoordde de jonge priester, „gij zijt onrechtvaardig tegen u zeiven. en ik durf vertrouwen dat God, Die op Zijn evenaar de kleinste omstandig heden" weegt en onze plichten naar onze krachten afmeet, u niet veroordeelen zal. Gij zijt niet ontvlucht, gij hebt gestreden, en indien gij na deze worsteling van veertig jaren gezwicht hebt, dan zal toch uw lijden en strijden ook worden geteld." „Dank," hervatt: de heer Desbrosses met een zucht die hem 't hart verlichtte, „dank voor die bemoedigende woorden. Ach, ge loof mij, ik moest wel een diep gevoel van mijn machteloosheid hebben, om mijn ver vanging bij den Bisschop aan te vragen evenzeer als gij een krachtig werkzaam geloof moet bezitten om de taak te aanvaarden, waaronder ik bezwijk. Maar hier is de wil alléén niet voldoende, voegde hij er bij, ter wijl hij een blik sloeg op het teêre en tengere uitzicht zijns opvolgers. „Wil geeft kracht," antwoordde deze. Er heerschte gedurende eenige oogen- blikken een diepe stilte. De sneeuw stoof bij voortduring door de lucht. Het vuur v/as uitgegaan en de kou, die steeds snerpen- der werd, drong in het nederig huisje door. Ais om de woorden van den ouden geestelijke te bevestigen, kreeg pastcor Gabriël een hevi gen aanval van hoest, die hem het bloed naar 't hoofd deed stijgen. „Ons ruw luchtgestel," hernam de oude man, „is ook een gevaarlijke vijand, dien gij hier zult te bestrijden hebben. „Ik ken mijn kwaal," sprak de heer Ga briël, naar laat ons berusten, wat God doet is welgedaan 1" De grijsaard sloeg hem met verwondering gade. „Wellicht," zeide hij, „dat onder een zach ter hemel, bij zorgvuldige verpleging, die Zisktc* ,,'t is mogelijk maar daarna?" „Daarna „Zeker, want hij die in God's wegen wan delt behoort den dood niet te vreezen. Die aanvallen, welke u zoo zeer verschrikken, zijn echter waarschuwingen, dat ik geen tijd mag verliezen. Wees dus zoo goed, waarde vader, mij al die inlichtingen te geven, welke ge mij beloofd hebt en die mij devervulltng van mijn taak kunnen verlichten." ,,'t Zij zoo," hernam mijnheer Desbrosses. Hij bezon zich even, als 't ware om eenige regelmaat in zijn gedachten te brengen. „Sta mij toe," hernam hij toen, „dat ik u een soort van historisch lesje ges!. Ik ben alles behalve een eigenlijke geleerde maar om u al die zaken voor oogen te stellen, moet ik die wel wat hooger ophalen." „O, ga uw gang, ik luister aandachtig.1 „Gij weet dat in de achtste eeuw het Isla misme geheel Europa dreigde te overstroo- men. In de vlakten van Poitiers door Karei Martel gestuit, week de stortvloed naar het Zuiden terug en, zich in allerlei zijstroomen splitsende, overheerde hij de latKJfetreken die zich van de Garonne naar de Pyreneën uit breiden. Van lieverlede vermengden zich wel de nieuwe en oude volksstammen, doch dat neemt niet weg, dat de Saracenen hier meer dan één onuitwischbaar spoor van hun- e doortocht hebben gelaten. Vcbrlei gebrui ken en overblijfsels, vele woorden onzer taal laten zich niet anders dan door dien geduch- ten inval verklaren. En met der daad bracht hij de Christenheid aan den oever van haren ondergang. Nu ge beurde het in den tijd dat eene bende Mooren, door de zegevierende macht v. Karei vervolgd in de kloven der Pyreneeën eene schuilplaats zocht en tot in de vallei van Marnas door drong. Dat oord v/as destijds door een herder- stam bevolkt, zachtaardige, vreedzame lieden, die, liever dan de kansen van een onwissen strijd te beloopen, aan de nieuw aangekorne tten voor goed een gedeelte van hunnen grond afstonden. Maar somwijlen is de raad der behoedzaamheid verderfelijk. Men had den wolf onder de schaapskudde toegelaten. De Mooren, lieden op roof en plundering uit, pleegden allerlei aanmatigen de handelingen ten kosten hunner naburen, en waardoor de oorspronkelijke bevolking der vallei eerst naar de hellingen en van deze naar de benedenkloven verdreven werd. Die krijg van den sterke tegen den zwakke, van het onrecht tegen het recht duurde tien

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1923 | | pagina 5