Indische Brieven.
BUITENLAND
De Pastoor van Marnas.
Tweede Blad
4 Juni 1923
Zweedsche politici eischen inmenging van den Volkenbond in de kwestie
der schadevergoeding. Een rede van Millerand te Metz. - De staat
New-York wenscht de drankwet niet meer «it te voeren. Een cycloon
in Italië.
Onder de Telegrammen: Groote boschbranden in Canada. Bij de
aardbeving in Perzië zijn 2240 personen gedood. De stakingsonhisten in
Barcelona.
DE TROEBELEN TE BARCELONA.
GEM. BUITEHL. BERICHTEN.
FEUILLETON.
XVDI.
De lezers mijner brieven zullen wel weten
wat wij hier onder kampongs verstaan.
Het zijn op het platte land de inlandsche
dorpen; in de groote steden met gemengde
bevolking de afzonderlijke stadswijken voor
het inheemsche deel der bevolking.
Hoe ellendig de toestand is in vele kam
pongs der groote steden, is voor de Neder-
landsche lezers eigenlijk niet te beschrijven.
Ik heb in een mijner vroegere Kronieken
dezen toestand zoowat geschetst, het was bij
een bespreking van het derde deel van de
boeken-reeks door den bekenden oud
Indischman Tillema uitgegeven onder den
naam van „Kromoblanda" met den ondertitel
„Over het Vraagstuk van het Wonen in
Kromo's groote land".
Ook in enkele van mijn laatste brieven heb
ik met enkele woorden en terloops geduid
op eenige kampong-misstanden.
Deze misstanden zijn inderdaad onhoud
baar,
Wegen en paden derven alle onderhoud;
afwatering, rioleering en reiniging ontbreken
bijna geheel; dientengevolge is de gezond
heidstoestand erbarmelijk.
Men zal zich in Nederland afvragen, hoe
het mogelijk is, dat een dergelijke verwaar-
loozing kan blijven bestaan.
Doch het kampong-vraagstuk in de Indi
sche groote steden is niet gemakkelijk tot
oplossing te brengen.
De kampongs zijn tot heden buiten het ge
meente-beheer gehouden. Ze zijn onder des
Gouvenements zorg, of beter zorgeloos
heid gehouden en vormen dus werkelijke
„enclaves" in het gemeentelijk grondgebied.
Het Gouvernement besteedt thans aan de
kampongs vrijwel niets. Worden ze aan de
gemeente overgedragen, dan kan deze zonder
Gouvernements-subsidie er evenmin iets
noemenswaards ter verbetering doen, en
voor een zware subsidie heeft het Gouverne
ment geen geld.
Te Batavia komt er nog een andere moei
lijkheid bij.
De kampongs vormen daar geen zelfstan
dige gemeenschappen, zooals te Semarang en
Soerabaja, maar behooren er meerendeels
nog tot de zoogenaamde „jparticuliere lande
rijen", waar de „landheer voor het onder
houd van wegen, goten, enz. heeft zorg te
dragen, en waarvoor hij van de „opgezete
nen" belasting in geld en arbeidskracht mag
heffen. Deze landheerlijke plichten worden
echter slecht nagekomen. Om aan allerlei
ongewenschte toestanden op de particuliere
landerijen een einde te kunnen maken, is het
Gouvernement, en hier en daar ook wel de
gemeente, overgegaan tot terugkoop. Gaat
nu de overheid welke dan ook geld
uitgeven voor de verbetering dezer kam
pongs, dan werkt ze daardoor mede aan de
waarde-vermeerdering van den grond, welke
waarde-vermeerdering ze bij terugkoop nog
maals zal moeten betalen.
Zoo blijven deze kampongs een slechte
huisvesting voor de Inlanders en een voort
durende bedreiging voor de gezondheid der
bewoners in de omliggende Europeesche
wijken.
Van Inlandsche zijde wordt nu een alge-
meene actie gevoerd om van de overheid
gedaan te krijgen, dat er eindelijk eens ver
betering wordt gebracht in de kampong-
misstanden.
Te Bandoeng bijv. heeft de plaatselijke S.I.
afdeeling, een rekest tot den gemeenteraad
gericht, waarin eenige uitdrukkingen worden
gedaan, welke jammer genoeg overdre
ven eischen bevatten. O.a.: openbare bad
plaatsen en privaten in alle kampongs moe
ten van steen worden gebouwd (terwijl de
huizen er meerendeels van hout of bamboe
opgetrokken zijn); verlichting der kampong
wegen moet geschieden op dezelfde wijze als
van de groote verkeerswegen.
Ook deze overdrijving zal schaden aan het
goede doel.
Verstandiger hebben de Inlandsche ge-
riee: 'craadsleden van Batavia het aange-
>a«.
- ,e hebben een concreet voorstel inge-
clfen :.m. om het bedrag, dat uit de nieu
we uuizen-belasting zal worden ontvangen,
ongeveer 250.000, te gaan besteden aan
kampong-verbetering.
De gemeenteraad bleek in zijn geheel van
goeden wil, doch de consequenties zijn zoo
verstrekkend, dat het voorstel niet voor da
delijke behandeling in aanmerking kon ko
men. Op advies van den burgemeester zal het
eerst bij de belasting-commissie worden
voorgebracht.
De zaak is nu aan het rollen gebracht.
En dat is de verdienste der Inlandsche po
litici. Ik hoop, dat ze er succes mee zullen
bereiken.
Ik ben hier van zelf aangeland bij de In
landsche beweging.
De vaderlandsche lezer zal zich wellicht
verwonderd hebben, dat ik daarover niet
eerder geschreven heb.
Eerlijk gezegd: ik voelde me niet in staat
om een juist oordeel over deze aangelegen
heid te vormen.
Er zijn altijd menschen, in Indië en in Ne
derland, die met een „ach, die Inlandsche be
weging" een gezicht zetten, alsof ze deze
zaak volkomen „door" hebben.
Ik voor mij wil liever erkennen, dat het
uiterst moeilijk is om een juist inzicht te
verkrijgen in de werking van de samengestel
de krachten welke de Inlandsche beweging
leiden. Nu ik daarover schrijven ga, weet ik,
dat bij het neerschrijven van een meening
daarover geen te groote voorzichtigheid kan
worden betracht.
De eerste vraag, welke zich stellen doet,
is; in hoeverre roert de zoogenaamde Inland
sche beweging de groote volksmassa?
Laat ik ter beantwoording van deze vraag,
beginnen met het oordeel van enkele anderen
aan te halen.
In het Koloniaal Verslag over 1921 wordt
onder „Mededeelingen over Onderwerpen
van Algemeenen Aard" gesproken over de
samenwerking der Inlandsche partijen.
Daarbij wordt, evenals bij andere volken,
die naar zelfstandigheid streven, geconsta
teerd: „Men verkiest, ook wijl men ze nog
niet aan den lijve voelde, de nadeelen van
een eigen bewind boven de voordeelen van
het vreemde."
Het heet dan in dit officieele stuk verder:
In deze toenemende samenwerking der In
landsche partijen schuilt een diepere betee-
kenis.
„Er val in de verschillende lagen der In
landsche maatschappij een toenemend besef
van saamhoorisheid te onderkennen, het be
wustzijn dat alleen door een algemeene sa
menwerking de groeiende in- en uitwendige
kracht verkregen zal worden, die onafwijs
bare voorwaarde is voor eiken verderen stap
op den weg naar zelfbestuur."
Men vergelijke die uitspraak eens met het
oordeel, dat kort geleden werd neergeschre
ven in het „Bataviaasche Nieuwsblad" onder
den titel „Indië kan gerust zijn". Daarin
wordt gezegd:
„In 't algemeen heerscht in Indië rust.
„Reeds tien jaren achtereen zijn leiders,
meer of minder ruim van geweten, schier
onafgebroken bezig het volk te suggereeren,
dat ons bestuur niet deugt.
,,En als men dan nagaat, hoe gering de re
sultaten zijn, dan moet men wel tot de conclu
sie komen, dat de maatschappelijke verhou
dingen in Indië steun vinden in en aansluiten
bij het gemiddeld volkskarakter."
„Het schenkt de overtuiging, dat het volk
niet afkeerig is van ons bestuur."
Deze twee verklaringen kunnen elkaar
voor een deel dekken.
Doch in sommige opzichten loopen ze mij
len ver uiteen.
Naar mijne meening ligt dc waarheid
zooals bijna immer in 't midden,
Dat de „bewustwording" in de verschillen
de lagen der Italiaansche bevolking zoo alge
meen is als de woorden in het Koloniaal ver
slag zouden doen gelooven, is een veronder
stelling in strijd met de feiten.
Dat de tegenwoordige koloniale verhoudin
gen steun vinden in het gemiddeld volkska
rakter is evenzeer geen waarheid. Hoogstens
kan men zeggen dat de inerte volksmassa tot
heden zich nog niet verzet heeft tegen deze
maatschapoelijke verhoudingen.
Daar zijn natuurlijk vele eilanden in den
grooten Indischen archipel waar de bevolking
op een te laag peil staat om in staat te zijn
tot eenig gemeenschappelijk streven naar
zelfstandigheid.
Doch voor Java en Sumatra bijv. geldt dit
niet.
Mijn overtuiging is, dat hier de massa der
bevolking in voldoende mate in de Inland
sche beweging zou kunnen worden opgeno
men, om geweldige omzettingen tot stand te
brengen, indien slechts goede leiders in vol
doend aantal beschikbaar waren. Het saam-
hoorigheids-gevoel is inderdaad aanwezig,
ook dat hebben de feiten geleerd.
Doch juist dit aantal leiders, om deze mil-
lioenen-massa tot georganiseerde samenwer
king te brengen, ontbreekt.
De geschiedenis van de verwording der
Sarakat Islam spreekt in dat opzicht duidelijk
genoeg.
Elke poging tot actie op economisch ge
bied kwam jammerlijk tot mislukking. Van
ordentelijk finantieel beheer is nergens spra
ke. Coöperatieve winkels gingen na korten
tijd te niet, werkstakingen van eenige uitge
breidheid werden slag op slag verloren. Nog
onlangs moest de uitgifte van het orgaan van
de Centrale Sarekat Islam, de „Oetoesan
Hindia" worden gestaakt; ondanks den eenige
malen verkregen finantieeelen seun van rijke
Arabieren, is het kapitaal geheel uitgeput.
Doch hoe gering is over het algemeen de
intellectueele ontwikkeling der leiders.
Laat ik één voorbeeld noemen, n.m. de
persoon van Tjokro-Aminoto, de leider, die
beroemd had kunnen blijven, indien hij gees
telijk wat meer mans was geweest. Wanneer
men hem spreekt, dan maakt hij den indruk
van een beschaafd Javaan; in hem vinden we
een vertegenwoordiger van een ras dat ecne
beschavings-geschiedenis van eeuwen achter
den rug heeft; hij bezit bovendien een aange
boren spreektalent. Doch hem ontbreekt de
kennis om een op moderne wijze gevormde
volksbeweging te kunnen overzien, te kun
nen leiden vooral. Hem ontbreekt ook de
vastheid van karakter welke het resultaat is
van de cultuur der ziel.
Gaan we eens na, wat hij oorspronkelijk
van zijn vak was.
Hij begon zijn maatschappelijke loopbaan
als districts-schrijver, na ontslag ik noem
hier de redenen voor de achtereenvolgende
mislukkingen niet en bepaal me tot bloote
opsomming werd hij met behulp van rijke
familie-leden leider van een rijstpellerij,
daarna weer laborant op een_ suikerfabriek,
tenslotte klerk op een administratie-kantoor
te Soerabaja; toen werd hij plotseling door
de beweging omhoog geheven, en directeur
gemaakt van de „Oetoesan Hindia,en on
dervoorzitter, later voorzitter van de Centrale
Sarekat Islam.
Dat is de „groote" leider.
Dc anderen, die naast en onder hem staan,
zijn op enkele uitzonderingen na van
gelijke of mindere kracht.
Dat gebrek aan bekwame leiders is bij de
S. I. verergerd door haar eigen streven naar
zelfstandigheid. Immers zij werd zuiver „na
tionalistisch", en moest daardoor alle ele
menten uitstooten, die oorspronkelijk in ver-
eeniging met haar werkten: vooreerst de
vreemdelingen, zooals de Nederlandsche
het moge me vergeven worden, dat ik ze
zoo noem roode propagandisten, en voorts
de communistische landgenooten, onder wie
juist enkele bekwamen scholen.
Waartoe de Inlandsche beweging leiden
zal, hangt nu af van de vorming der intel
lectueele leiders in de naaste toekomst.
Ze zal in hoofdzaak op een nationaal, of
wil men: nationalistisch doel gericht blijven.
Doch daarom behoeft ze niet veroordeeld.
Ze kan in goede banen worden gevoerd,
wanneer de toekomstige leiders in goede
richting worden onderricht.
Wie ooren heeft om te hooren, die hoore.
En helpe vooreerst Pastoor van Lith, om
zijn actie voor zijne Javaansche volksscholen
tot een volledig succes te maken.
J. A. M. d. F.
UIT HET BEZETTE GEBIED.
Er is Zaterdagnacht bij het voorbijrijden
van een kolentrein een bom ontploft tusschen
Ratingen en Lindhoff, waardoor 13 wagons
ontspoorden. Ook bij het voorbijrijden van
een locomotief tusschen Treusdorff en Seg-
burg is een bom ontploft.
De Kölnische Zeitung vernam Zaterdag
uit Trier, dat daar in den afgeloopen nacht
op de groote markt de tuinman Ditz is"neer-
geschoten. Doordat er een oploop ontstond,
kon de politie de daders niet dadelijk in han
den krijgen. Volgens ooggetuigen waren het
twee separatisten. De bezettingsoverheid
heeft vandaag^hun aanhouding verboden.
Zaterdagochtend zijn te Keulen per extra-
trein de gezinnen aangekomen van 80 uitge
zette spoorwegmannen uit Bonn en omstre
ken.
De Franschen hebben de werkplaatsen
van het Dussetdorfer Tageblatt in beslag ge
nomen, omdat de directie geweigerd had voor
het Parijsche Journal een blad voor de Fran
schen in de Duitsche taa.1 met prentjes te
drukken. De Franschen wilden zelf een blad
gaan drukken, doch het personeel heeft ge
weigerd voor hen te werken.
Zaterdag heeft de Fransche krijgsraad
een staartje behandeld van het proces-Schla-
getter in het proces tegen de leden van de
groep Lorenz, die beklaagd waren van spion-
nage. De beklaagde Sanders werd tot 10 jaar,
Jaenecke tot 5 jaar, Margraf tot 2 jaar en
Weilint tot 6 maanden gevangenisstraf ver
oordeeld, terwijl hun allen een boete van
1 miljoen mark werd opgelegd. Sorge, be
klaagd van het maken van een valuta pas,
werd vrijgesproken.
De Rijnlandcommissie heeft tusschen 28
en 29 Mei 1384 nieuwe uitzettingen gelast
van spoor- en douanepersoneel.
Een Fransche expeditie heeft alle beschik
bare gelden van de gemeentekas, de spaar
bank, de rijksbank en de particuliere banken
te Mettmann weggehaald om tot mnmg te
geraken van de aan de stad opgelegde boete
van 30 miljoen. Men schat hun buit op onge
veer 100 miljoen, waarvan alleen al 77 mil
joen van het filiaal van de rijksbank.
Naar de Vorwërts meldt, heeft de bur
gemeester van Bottrop aan de socaaF-aetno-
cratische rijksdagfractie geseind, dat oe han
delaars en neringdoenden, zoowel als verte
genwoordigers van de bedrijfsraden dringend
verzocht hebben, de rijksregeering opmerk
zaam te maken op den onhoudbaren toe
stand welke door de duurte in het leven is ge
roepen. De levensmiddelenvoorziening is
ten zeerste in gevaar gebracht. De opwin
ding van de consumenten is buitengewoon
groot.
Zaterdag zijn te Essen 30 spoorwegman
nen uitgezet. Hun gezinnen moeten binnen
4 dagen volgen.
Het onderzoek over de onlusten te Bo-
churn heeft aangetoond, dat daar een terro
ristisch hoofdkwartier bestond, dat op zijn
programma ook het uit den weg ruimen van
ongewilde lieden had staan.De leiding be
rustte bij drie bekende heden, die er al
jarenlang steeds bij waren als er een relletje
op touw gezet moest worden. Bij een der
aangehoudenen heeft men een papier gevon
den met den naam van een politieagent dien
hij wilde vermoorden. Men was ook van plan
geweest vrouwen en kinderen van brand
weerlieden en politieagenten als gijzelaars op
te pakken en bij een aanval op de positie van
de zelfweer als schild te gebruiken. Verleden
week Vrijdagnacht is tusschen 11 en 12 uur
31 maal brandalarm gemaakt om de ordebe
waarders in een hinderlaag te lokken. De
terroristen hadden te Bochum een stand-
rechtbank ingesteld, waarvoor ieder die zich
verzette ter dood veroordeeld zou worden.
Te Weitmar was een afdeeling van deze
moordcentrale gesticht, welke ook een stand
rechtbank ingesteld had, die o.a. 6 bestuur
ders van het mijnwerkersverbond die tegen
de staking gestemd hadden, had willen terecht
stellen er zijn ook pogingen gedaan om die
bestuurders in handen te krijgen, doch de
zen wisten zich tijdig uit de voeten te ma
ken. Zoowel te Weitmar, als te Bochum zijn
wapenvoorraden ontdekt.
De Duisburger Volksstimme is door dc
bezetting verboden.
Tengevolge van de communistische duur-
terelietjes en de gedwongen verlaging van
de prijzen is de Fevensmiddelenvoorziening
te Gelsenkirchen kritiek geworden. De groot
handel verklaart, dat hij tegen de prijzen,
welke de controlecommissie vastgesteld heeft
geen goederen machtig kan worden. Het ge
meentebestuur heeft zich onmachtig ver-
verklaard, om het verschil bij te passen.
DE PAUS EN DE ROERBEZEÏTING.
Mgr. Testa is Zaterdag uit Rome naar
het Roergebied vertrokken, na eerst nog door
den Paus in afscheidsaudiëntie te zijn ont
vangen. Mgr. Testa zal ook een bezoek aan
het Saargebied brengen.
DE STAKING TE KEULEN.
Volgens de Rheinische Zeitung zou men
rekening moeten houden met de mogelijk-
heidfvan een uitbreiding van de staking in de
streek van Keulen tegen heden, Maandag.
Een Zaterdag gehouden bijeenkomst van
communistische bedrijfsraden zou besloten
hebben Maandag voor het heele district
de algemeene staking af te kondigen. De
ontevreden bedrijfsraden hebben reeds aan
het afdeelingsbestuur van het algemeen vak
verbond te Keulen den eisch gesteld, dat
het de z.g. Dortmunder eischen zou aanvaar
den. Het bestuur heeft zulks geweigerd.
ZWEDEN EN DE KWESTIE VAN DE
SCHADEVERGOEDING.
Uit Stockholm wordt gemeld
De Zweedsche groepjvan de interparlemen
taire unie, waarin alle partijen vertegenwoor
digd zijn, eischt in een brief aan de regeering,
dat zij van den Volkenbond zal eischen, dat
deze tusschenbeide komt om een eind te
maken aan het vergoedingsvraagstuk. De
Raad van den Volkenbond schijnt tengevolge
van zijn louter politieke samenstelling en
inrichting niet in staat die taak op te lossen.
De Vergadering heeft reeds 'n oeconomische
commissie ingesteld, welke echter niet met
dit vraagstuk belast is. Daarom moet of de
bevoegdheid dezer bestaande commissie wor
den uitgebreid, of een nieuwe commissie
worden ingesteld met opdracht alle twist
punten, die met dit vraagstuk en de uitvoe
ring van de verdere bepalingen van de vredes
verdragen samenhangen, op te lossen.
Het ligt voor de hand te veronderstellen,
dat Branding den stoot heeft gegeven tot
deze actie van de Zweedsche groep.
EEN ANTI-DUURTEBETOOGING
TE KIEL.
Naar de Vorw arts uit Kiel verneemt, heb
ben Zaterdagochtend de arbeiders van alle
fabrieken aldaar het werk gestaakt om een
betooging te houden tegen de duurte en voor
een billijke loonsverhooging.
MILLERAND IN ELZAS-LOTHARIN-
GEN.
In een redevoering, die hij voor de Ka
mer van Koophandel te Metz heeft gehou
den, verklaarde Millerand, met betrekking
tot de bezetting van de Roer, dat het hem ge
noegen deed, te herhalen, dat de Fransche
regeering, om te handelen zooals zij gedaan
heeft van niemand raad gevingen noodig heeft
gehad. Het is, zeide Millerand met klem,
een belachelijke fabel, te beweren, dat de
regeering, toen zij de Roer bezette, zwichtte
voor buigende eischen van een of anderen
staalfabrikant, of dat Frankrijk om milita
ristische of annexionistische redenen naar
de Roer is gegaan. De waarheid is veel naak
ter, veel eenvoudiger. Wij zijn naar de Roer
gegaan, omdat wij niet betaald waren. Gij
hebt deze waarheid schitterend begrepen,
en de Lotharingsche handel en nijverheid
hebben met 'moed en zelfopoffering, waar
mee ik u in het openbaar wil gelukwenschen,
Zonder een woord te zeggen, zich de opof
feringen getroost, die deze politiek hun
heeft berokkend en nog iederen dag berok
kent. De Lotharingers, evenals alle
overige Franschen, hebben begrepen, dat
de politiek aan de Roer ten minste deze me
rite had, dat er geen andere mogelijkheid
was. Toen men drie jaren lang had onder
handeld in alle vormen en op alle manieren,
en soms opofferingen had gebracht, die bit
ter werden verweten aan de regeeringen, die
erin hadden toegestemd en die met recht
hadden toegestemd toen deze politiek
van onderhandelingen en belangeloosheid
eensdeels had geleid tot het constateeren,
dat men stond tegenover een regeering en
een volk, die alleen trachtten tijd te winnen
om ten slotte niet te betalen en, als zij een
maal economisch en politiek hersteld zouden
zijn, los te trekken op hun overwinnaars van
gisteren om dien tot hun overwonnene van
morgen te maken, viel er niet te weifelen. De
regeering weifelde niet. Als zij niet naar de
Roer W3S gegaan, zouden de Elzassers en
Lotharingers binnen enkele maanden nog
heel wat ergere ellende en ergere schade heb
ben ondervonden, dan die welke zij thans
ondervinden. Er zou voor u, voor heel Frank
rijk, deze vernedering hebben bestaan, dat
een volk, dat anderhalf millioen van zijn zo
nen heeft geofferd, om den vijand weerstand
te bieden, zijn overwinning, omdat het niet
den noodigen moed en den noodigen wil had
gehad, om van die overwinning te profitee
red zou hebben zien vernietigd en binnen
korten of langeren tijd vervormd tot een ne
derlaag, eerst economisch en vervolgens po
litiek. Gij Jwilt dat niet, en wij hebben liet
niet gewild.
ENGELAND EN SOWJET-RUSLAND.
De tegenspraak van het ministerie van
buitenlandsche zaken aangaande de juistheid
van de mededeelingen van de Daily Herald
omtrent het laatste antwoord van Curzon
aan Moskou schijnt te zijn uitgelokt door een
protest van de andere Londensche bladen, die
niets omtrent deze nota konden te weten
komen. Men gaf te verstaan, dat de inhoud
vermoedelijk door Krassin aan de Herald
zou zijn medegedeeld, waarop Krassin ant
woordde, geenerlei verantwoordelijkheid op
zich te nemen, er aan toevoegend, dat hij de
nota open, dus niet in code, naar Moskou
had gezonden om tijd te winnen. Hieruit con
cludeert men thans, dat het uitlekken ervan
op een of andere wijze aar. den telegraafdienst
moet worden toegeschreven.
Wise, de gewezen ambtenaar van het En-
gelsche ministerie van binnenlandsche zaken,
die eenigen tijd geleden een betrekking bij de
Sowjet-Regeering heeft aangenomen, be
vindt zich thans weer in Engeland en deelt
mede dat, volgens hetgeen hij in Rusland ge
zien heeft, de toestand steeds beter wordt
en dat er voor handelsverbindingen tusschen
de beide landen een groote toekomst is, mits
de regeeringen elkander wenschen te begrij
pen en niet aansturen op onaangenaamheden.
JAPAN EN RUSLAND.
De Russische sowjet-autoriteiten hebben
een Japansch visschersvaartuig laten opbren
gen, omdat dit vischte binnen de zevenmijls-
grens. De bemanning, die 72 koppen telde
is gevangen gezet.
DE DRANKBESTRIJDING IN DE VER.
STATEN.
Smith, de gouverneur van den staat New-
York heeft door zijn har.dteekening het wets
ontwerp bekrachtigd, waarbij de wet op de
toepassing van hit drankverbod in den Staat
New-York wordt ingetrokken.
Dit beteekent, dat de New-Yorksche
staatspolitie en ook de politie der New-York
sche gemeenten niet mee zullenfdoen aan de
afdwinging der naleving van den federalen
Staat New-York. De verrichting van dat
werk, w.o. ook de taak van de bewaking der
Canadeesch New-Yorksche grens en de be
waking van New-York (stad) wordt op deze
manier op de schouders gelegd van een hand
jevol federale ambtenaren en beambten.
Er is feitelijk besloten tot de nauwgezette
toepassing der drankbestrijdingsbeslis-
sing van het Opperste Gerechtshof. Er is
geen hoop, dat aan de opvattingen der bui
tenlandsche regeering kan tegemoetgekomen
worden. De Amer. ambtenaren verklaren,
dat wetgeving alleen de moeilijkheid kan
oplossen, waarin de regeering, ten aanzien van
de buitenlandsche scheepvaart gekomen is.
Men verwacht dat in de eerstvolgende Con-
greszitting zal gevraagd worden, de Vol-
steadwet te wijzigen. Inmiddels wordt een
afkondiging van de bepalingen voortvloeiende
uit de uitspraak van het Hof spoedig ver
wacht. Er is geen middel gevonden waarmede
de strengheid der beslissing van het Hof kan
verzacht worden.
In de Spaansche Kamer is een interpellatie
behandeld betreffende den toestand te
Barcelona, waarbij de regeering uitgenoodigd
werd strenge maatregelen te treffen om het
terrorisme aldaar te onderdrukken. De mi
nister van binnenlandsche zaken verdedigde
de houding van de regeering en zeide, dat
aan opheffing van de bestaande waarborbor-
gen niet kon worden gedacht. De bestaande
wetten geven de regeering voldoende macht
om het gezag te handhaven.
EEN CYCLOON IN ITALIË.
Het dal van Ossola is verwoest door een
cycloon. Twee bruggen zijn ingestort De
lijn door de Simplon is daardoor versperd.
Te Cahir in het graafschap Tipperary
is Donderdagavond de landheer Cololough
doodgeschoten. In den laatsten tijd had hij
reeds verschillende dreigbrieven ontvangen.
Klaarblijkelijk werd hij door de rebellen
verdacht.
Mevrouw Phillipson, het nieuwgekozen
vrouwelijke conservatieve Lagerhuislid in
Engeland, is, gelijk al opgemerkt is, de derde
vrouw die in het parlement komt. De andere
twee zijn L3dy Astor en mevrouw Win-
tringham, en zij zijn alle drie hun mannen
als lid opgevolgd.
Toen zij na hare glansrijke overwinning
te Berwick naar haar hotel terugkeerde, kreeg
zij een blauw oog, bij ongeluk, doordat een
politie-agent al te ijverig was om door de me
nigte heen een weg voor haar te banen en
zijn vuist daarbij op een van hare oogen liet
neerdalen.
De vroegere tooneeltriomfen van mevrouw
Phillipson zijn vooral behaald in revues en
tingeltangelstukken. De kranten brengen
haar creaties in herinnering in „a Country
Girl", „Toto", „Half Past Eight", „Sam
ples" enz. In dien tijd was zij weduwe. Dit
nam niet weg dat zij op de planken zich uit
sloofde met dansen en zingen en het als een
van haar deugden gold dat zij altijd dol amu
sant was, zonder dat zij daar ooit eenige moei
te voor scheen te doen. (Het gejuich waarmee
het Lagerhuis haar verkiezing begroette,
kwam misschien ten deele voort uit de ver
wachting, dat zij ook het Lagerhuis zal weten
op te vroolijken).
In Juni 1917 had zij afscheid genomen van
de planken om met kapitein (toen luitenant)
Phillipson te trouwen, maar zij is toch ook
daarna nog dikwijls opgetreden in^ ernstige
stukken en in luchtige comedies. Zij is nu
moeder van drie kinderen.
De uitslag van de tusschentijdsche ver
kiezing was dat mevr. Phillipson (conserva
tief) 12.000 stemmen kreeg, de liberale can-
didaat 5858 en de arbeiderscandidaat 3966
stemmen. De vorige maal was haar man als
nationaal-liberaa! candidaat gekozen met
11.933 stemmen, terwijl de oud-liberaal Run-
ciman 7354 stemmen had.
Dezer dagen heeft de Sowjet-pers het
reeds aangekondigde decreet betreffende de
maatregelen tot het brengen van eenheid in
de belastingheffing van de boeren gepubli
ceerd. De voorgestelde „eenheidsbelasting"
berust op de volgende grondslagen.Ingevoerd
wordt een algemeene belasting, welke de
tot nu toe bestaande belastingen in natura,
in arbeidsprestatie en in geld zal vervangen.
Deze belasting wordt uitgedrukt in streken,
waar roggebouw hoofdzaak is, in poeden-
rogge daar waar meer aan tarwebouw wordt
gedaan in poeden-tarwe, en zal betaalbaar
zijn in natura of in geld. De verhouding,
waarin betaling in geld dan wel in natura
zal plaats hebben, wordt vastgesteld door de
volkscommissariaten van financiën en v.vt
levensmiddelen-voorziening, zulks met 11
achtneming van de plaatselijke oogstresvi-
taten.
De sowjet-bladen publïceeren een de
creet over een tweede graan-leening. Dc
leening wordt uitgegeven in hoofdzaak op o
zelfde gronden als de vorige. De verkoop v:
de obligaties zou nog in Mei beginnen j
worden uitgegeven in coupures van een, twe
drie, vijf en tien poed elk. Voorloopig zal t
een bedrag van 30 millioen poed rogge a:
obligaties worden uitgegeven. Iets nieuv
in vergelijking met de eerste leening is c:.a
verdeeling van het sowjet-territorium in 3
gedeelten een noordelijk, een centraal c
een zuidelijk gedeelte. In verband hiermeö.
worden de obligaties in drieërlei vorm uitge
geven, terwijl bepaald is, dat de obligaties
van een bepaalden vorm alleen in het betref
fende gedeelte van Rusland gangbaar zul
len zijn. Deze onderscheiding vindt zij"
grond in het groote onderscheid tusschen de
graanprijzen in het noorden, het centrum er,
het zuiden.
De Ekonomitsjeskaja Sjisn no. 109
maakt eenige gegevens openbaar betreffend'
den omvang van het tekort aan landbouw
werktuigen en machines in Rusland. Het te
kort aan werktuigen voor grondbewerking
wordt door geheel Rusland bij gemeenschap
pelijk gebruik van den inventaris (met uit
zondering van de Oekraine en de Kirgiezen-
republiek) geraamd op|l,641,000 stuks aan
zaaimachines 888,655 stuks en aan alle andere
kleine benoodigdheden 335,000 stuks. Bij
individueel gebruik worden deze aantallen
echter tweemaal zoo hoog n.l. werktuigen
voor grondbewerking ongeveer 3 millioen
stuks zaaimachines 1138 duizend stuks, en
alle overige benoodigdheden 470,000 stuks.
Zooals bekend is,worden door 'n speciale com
missie voor de landbouwwerktuigen, ressor-
teerende onder het volkscommissariaat van
1 ir.dbouw, maatregelen'genomen tot voorzie-
i ïg van het land van werktuigen en machi
nes. Dit bïteekent evenwel nog niet, dat de
door die commissie aangeschafte werktuigen
en machines ook den boeren in handen ko
men. Zij worden namelijk gedistribueerd on
der de gouvernementeele landbouwwerk
tuigen- distributie- bureaux en daar blijft
heel wat materiaal ongebruikt liggen. Wel
is waar is er onder de boeren groote vraag
naar, maar wanneer de boer verneemt, hoe
hoog de prij'en zijn en dat hij, onder de th. s
vigeerende bepalingen, binnen twee of drie
maanden betalen moet, ziet hij gewoonlijk,
noodgedwongen, van aanschaffing af.
Met ingang van Zondag zijn in ver
band met de aan Duitsche mijnwerkers toe
gekende loonsverhoogingen de netto-steen
koolprijzen met 50 pet. verhoogd. De prijs
van Roerkolen bedraagt nu 221,000 mark per
ton, geleverd aan de mijn, waarbij dan nog
de vracht komt, die ook weer 40 pet. is ge
stegen.
Engelsche steenkool, die in ruime mate
wordt ingevoerd, kost trouwens nog veel
meer, t.w. gemiddeld 437,000 mark, bij
levering in de haven van Hamburg.
Ondanks de hooge prijzen en de sterke
daling van den markkoers, behoeft er voor
gebrek aan brandstof geen vrees te bestaan,
zegt de Voss. Ztg. „Engeland vat den uitvoer
naar Duitschland ruim op, en maakt geen
moeilijkheden bij 't verleenen van groote
kredieten aan Duitsche afnemers. De eigen
productie in 't onbezette gebied is zeer be
vredigend, 't geen blijkt uit het feit, dat de
geheels productie niet wordt afgenomen,
zoodat er nog niets kan worden gereserveerd.
In de centrale commissie van den
Pruisischen landdag is de financieele toe
stand van Pruisen besproken. Dr. von Rich
ter, de minister van financiën deelde mee,
dat het te kort op de begrooting, eerst op 11,
936 millioen geschat, tengevolge van de
loonsverhoogingen, de toenemende duurte
en de daling der valuta tot 975,470 millioen
was gestegen. De inkomsten van Pruisen
zijn met 575,470 millioen toegenomen, zoo
dat het tekort op 400,000 millioen kan wor
den geschat. De minister deelde mee dat een
reeks nieuwe belastingwetten worden voor
bereid. Deze wetten zullen o.a. de depreci
atie in aanmerking nemen bij de bepaling
van de belastingen. De treurige financieele
toestand van Pruisen maakt de uitvoering
van een aantal nuttige openbare werken on
mogelijk. Hiervoor wordt de werkloosheid
bevorderd, hetgeen de onproductieve uit
gaven weer doet toenemen.
De economische en financieele com
missie van den Duitschen economischen
rijksraad heeft besloten dat de sommen door
den staat ter beschikking gesteld voor het
verstrekken van goedkoop brood, in geen
geval zal worden verhoogd.
De Rijksdag zal Dinsdagmiddag om
3 uur weer bijeenkomen. Op de agenda staan
een aantal wetsontwerpen van ondergeschikt
belang.
Het aantal echtscheidingen in Duitsch
land, dat tegevolge van de vaak onberaden,
„oorlogshuwelijken" sterk was gestegen
neemt geleidelijk af, al is het nog zeer ver
boven het gemiddelde van voor den oorlog,
toen het 18.000 per jaar bedroeg. Op 31
Dec. 1922 was het aantal echtscheidingspro
cessen, bij de rechtbanken aanhangig 46.486
op 'n totaal van ongeveer 300,000 burgerlijke
processen. Op 31 Dec. 1920 was het 60,000.
Te Bochum is een Fransche vrachtauto
op den hoek van een straat met volle vaart
het trottoir opgereden. Een jong meisje is
gedood, enkele andere voorbijgangers zwaar
gewond.
Zaterdag heeft maarschalk Foch op het
kerkhof Père Lachaise te Parijs een monu
ment onthuld ter nagedachtenis van generaal
Grossetti. De geschiedkundige Le Goffic her
dacht in een redevoering diens heldenmoed,
betoond in den slag aan de Ijzer.
De Belgische minister van buitenland
sche zaken heeft een ontwerp douane-verdrag
tusschen België en Luxemburg ingedtend,
dat voor den tijd van een jaar zal gelden.
I DE TWEE GEESTELIJKEN.
't Was een koude avond in 't begin der
October-maand van 't jaar 1817. Het sneeuw
de buiten geducht, al waren het ook maar van
die waterige vlokken, die geen wit dons
spreidden zij werden voortgejaagd door een
hevigen wind, die een akelig gehuil deed hoo
ren en door de slecht gevoegde planken der
deur heendrong.
Wij wenschen den lezer het kleine ver
trek binnen te leiden. DAar heerschte alles
behalve rijkdom en overvloed. Op eene kreu
pele tafel, verlichte eene plompe lamp de
overblijfselen van een sober maal, wat brood
kruimels en boter, een stuk geitenkaas en een
groote kan met helder water. Het schijnsel
van het bibberende lamplicht verspreidde
zich, voor 't overige, niet veel verder dan de
tafel, en liet het grootste gedeelte van het
vertrek in den schemer. In den haard zag
men de laatste vonken van eenige daarop ge
worpen dorre wijngaardranken. Langs de
naakte en koude muren stonden eenige ruwe,
half vermolmde banken.
Wel was dat inwendige der pastorie van
Marnas nederig, ja kommervol.
Vóór den haard zaten twee mannen in ge-,
sprek verdiept 't waren beiden geestelijken
De een was een grijsaard, wiens sneeuw
wit haar wei van zeventig of vijf en zeventig
jaren getuigde maar meer nog dan door den
hoogen ouderdom, was zijn hoofd ter aarde
gebogen door een diepe droefenis en druk
kende neerslachtigheid. Met beide handen
op de knieën geleund, liet hij zijn blikken nu
her- dan derwaarts dwalen, en scheen hij zijne
herinneringen te raadplegen om het antwoord
te vinden op de vraag welke blijkbaar zijn
geest geheel ingenomen had.
De ander zal ternauwernood dertig jaar
geweest zijn. Zijn ongemeene magerheid deed
't rijzige van zijn gestalte nog meer uitko
men. Zijn bleek en afgemat wezen had niets
bijzonders dan een paar zwarte, diepliggende
oogen, waaruit soms een vreemde en ver
wonderlijk krachtige gloed schitterde. Wan
neer zijn gepast en kernachtig woord, tegelijk
eenvoudig en doordringend, zijn verwach
tingen en verlangens te kennen gaf, dan
scheen zijn gelaat, dat als hij zweeg wel iets
alledaagsch had, een geheel anderen plooi
aan te nemen, dan verried het de bezieling
van den hooggestemden denker, en getuigde
van innerlijke gemoedskracht.
De eerste was mijnheer Desbrosses, ge
wezen pastoor te Marnas, die op zijn ver
zoek vervangen, de ander pastoor Gabriel,
die door Mgr. de Pamiers in zijne plaats
benoemd was.
Daar de heer Gabriël de hoofdpersoon
van dit verhaal is, zullen onze lezers ons wel
vergunnen hen met zijn eersten levenstijd
wat nader bekend te maken.
De markies Gabriël de Chateaugiron be
hoorde tot den oudsten en meest vermogen
den adel van Anjou. Door zijn familiebetrek
kingen en fortuin mocht hij aanspraak maken
om vrij de loopbaan zijner keuze te volgen,
en welke die ook wezen n oc it, hij kon zeker
zijn dat zijn opvoeding en zijn geestes
ontwikkeling hem een schitterende toekomst
waarborgden. Een stand had hem echter ge
roepen, die roeping was stellig en bepaald
van zijn jeugd af had hij een neiging voor
den geestelijken stand opgevat,die sterker en
sterker was geworden, en vaak had hij de
begeerte aan den dag gelegd om als zendeling
naar verre gewesten heen te trekken, en hij
had daarvan alleen ter wille van de dringende
beden zijner bloedverwanten afgezien. Im
mers, hij leed van kindsbeen af aan een
erfelijke kwaal, waaraan ook zijn moeder
bezweken was, en 't ware met zijn leven spot
ten geweest, indien hij zich aan de onvermij
delijke vermoeienissen had blootgesteld die
den missionarissen in verwijderde gewesten
wachten. Zoo onderwierp hij zich, doch daar
hij bepaald zijn roeping als geestelijke wilde
volgen, vroeg hij een eenvoudige plaats als
dorpspastoor.
Beide geestelijken waren, zooals wij zeiden,
in hun gesprek verdiept. t
„Ja," hernam pastoor Desbrosses als t
ware wanhopend, „dat zal de wroeging
van mijn geheele leven zijn, dat doet mij
terugbeven voor den stond, waarop ik voor
God's rechterstoel zal moeten verschijnen.
De moed heeft mij begeven, als een ontrouw
herder, heb ik mijn kudde niet weten te ver
weren, en ben ik het gevaar ontweken.
Schande, wee over mij 1"
„Neen, mijn broeder," antwoordde de
jonge priester, „gij zijt onrechtvaardig tegen
u zeiven. en ik durf vertrouwen dat God,
Die op Zijn evenaar de kleinste omstandig
heden" weegt en onze plichten naar onze
krachten afmeet, u niet veroordeelen zal.
Gij zijt niet ontvlucht, gij hebt gestreden, en
indien gij na deze worsteling van veertig
jaren gezwicht hebt, dan zal toch uw lijden
en strijden ook worden geteld."
„Dank," hervatt: de heer Desbrosses met
een zucht die hem 't hart verlichtte, „dank
voor die bemoedigende woorden. Ach, ge
loof mij, ik moest wel een diep gevoel van
mijn machteloosheid hebben, om mijn ver
vanging bij den Bisschop aan te vragen
evenzeer als gij een krachtig werkzaam geloof
moet bezitten om de taak te aanvaarden,
waaronder ik bezwijk. Maar hier is de wil
alléén niet voldoende, voegde hij er bij, ter
wijl hij een blik sloeg op het teêre en tengere
uitzicht zijns opvolgers.
„Wil geeft kracht," antwoordde deze.
Er heerschte gedurende eenige oogen-
blikken een diepe stilte. De sneeuw stoof
bij voortduring door de lucht. Het vuur
v/as uitgegaan en de kou, die steeds snerpen-
der werd, drong in het nederig huisje door.
Ais om de woorden van den ouden geestelijke
te bevestigen, kreeg pastcor Gabriël een hevi
gen aanval van hoest, die hem het bloed naar
't hoofd deed stijgen.
„Ons ruw luchtgestel," hernam de oude
man, „is ook een gevaarlijke vijand, dien gij
hier zult te bestrijden hebben.
„Ik ken mijn kwaal," sprak de heer Ga
briël, naar laat ons berusten, wat God doet
is welgedaan 1"
De grijsaard sloeg hem met verwondering
gade.
„Wellicht," zeide hij, „dat onder een zach
ter hemel, bij zorgvuldige verpleging, die
Zisktc*
,,'t is mogelijk maar daarna?"
„Daarna
„Zeker, want hij die in God's wegen wan
delt behoort den dood niet te vreezen. Die
aanvallen, welke u zoo zeer verschrikken,
zijn echter waarschuwingen, dat ik geen tijd
mag verliezen. Wees dus zoo goed, waarde
vader, mij al die inlichtingen te geven, welke
ge mij beloofd hebt en die mij devervulltng
van mijn taak kunnen verlichten."
,,'t Zij zoo," hernam mijnheer Desbrosses.
Hij bezon zich even, als 't ware om eenige
regelmaat in zijn gedachten te brengen.
„Sta mij toe," hernam hij toen, „dat ik u
een soort van historisch lesje ges!. Ik ben
alles behalve een eigenlijke geleerde maar
om u al die zaken voor oogen te stellen, moet
ik die wel wat hooger ophalen."
„O, ga uw gang, ik luister aandachtig.1
„Gij weet dat in de achtste eeuw het Isla
misme geheel Europa dreigde te overstroo-
men. In de vlakten van Poitiers door Karei
Martel gestuit, week de stortvloed naar het
Zuiden terug en, zich in allerlei zijstroomen
splitsende, overheerde hij de latKJfetreken die
zich van de Garonne naar de Pyreneën uit
breiden. Van lieverlede vermengden zich wel
de nieuwe en oude volksstammen, doch dat
neemt niet weg, dat de Saracenen hier
meer dan één onuitwischbaar spoor van hun-
e doortocht hebben gelaten. Vcbrlei gebrui
ken en overblijfsels, vele woorden onzer taal
laten zich niet anders dan door dien geduch-
ten inval verklaren.
En met der daad bracht hij de Christenheid
aan den oever van haren ondergang. Nu ge
beurde het in den tijd dat eene bende Mooren,
door de zegevierende macht v. Karei vervolgd
in de kloven der Pyreneeën eene schuilplaats
zocht en tot in de vallei van Marnas door
drong. Dat oord v/as destijds door een herder-
stam bevolkt, zachtaardige, vreedzame lieden,
die, liever dan de kansen van een onwissen
strijd te beloopen, aan de nieuw aangekorne
tten voor goed een gedeelte van hunnen
grond afstonden. Maar somwijlen is de raad
der behoedzaamheid verderfelijk.
Men had den wolf onder de schaapskudde
toegelaten. De Mooren, lieden op roof en
plundering uit, pleegden allerlei aanmatigen
de handelingen ten kosten hunner naburen,
en waardoor de oorspronkelijke bevolking der
vallei eerst naar de hellingen en van deze
naar de benedenkloven verdreven werd. Die
krijg van den sterke tegen den zwakke,
van het onrecht tegen het recht duurde tien