NIEUWS
Bezoek van den Koning van Noorwegen
bïhki£bi!LAH©s<§m mmm.
lDRAAOLOC££ TELEFOON
het duitsche aanbod.
Aan het station te Utrecht.
Gisterenmiddag 2 u. 55 min. is de extra-
trein met Koning Haakon van Noorwegen en
Koningin Wilhelmina het Centraal station te
Utrecht gepasseerd, waar de trein van ma
chine moest verwisselen. Het perron, waar
de trein stil hield, was versierd. Tijdens het
wponthoud werd de koning begroet door het
college van B. en W. van Utrecht, met den
waarnemenden gemeente-secretaris, Mr. De
Lange, en 70 afgevaardigden van 22 corpo
raties van studenten, tooneel-, sport-, mu
ziek vereenigen, enz. Vier studentenvereeni-
gingen voerden 24 vaandels mee.
Toen de trein het station binnenliep, speel
de IVet politie-muziekcorps het Noorsche
volkslied.
De burgemeester van Utrecht, mr. J. P.
Fockema Andreae, hield in het Fransch de
vcdgendc toespraak tot den koning:
Uwe Majesteit doet de stad Utrecht, de
.vierde van Nederland, een oude historische,
maar gelukkig niettemin levende stad met
goede ontwikkelingsmogelijkheden voor de
toekomst, de groote eer aan, bij uw door
komst hèt gemeentebestuur de gelegenheid
te bieden, te midden van een groot aantal
vereenigingen en burgers en studenten met
haar vaandels en banieren, eerbiedig en
hartelijk te begroeten, èn als gast van onze
geëerbiedigde Koningin, èn als vorst van
een natie, die op velerlei en niet in de laat
ste plaats geestelijk gebied de wereld rijker
heeft gemaakt en ook velen onzer aan zich
heeft verplicht.
Ik zou niet durven pogen, immers er niet
in slagen, te benaderen het schoone, dichter
lijke welkomstwoord, waarmede een vroe
gere burgemeester in uw land, de vermaarde
schrijver Alexander Kielland, nu ruim 17
jaren geleden uit het amt Romsdal zijn
nieuwe Koning en Koningin begroette. Maar
met warmte haal ik aan zijn fier, ons Neder
landers uitteraard sympathiek beroep op de
trotsche gulden vrijheid in Uw land, en ik
moge tot de mijne maken deze zijn slotwoor
den: met het kloppen van duizenden harten
welkom!
Hierna bood de burgemeester namens de
gemeente een groot album aan, bevattende
20 foto's van voorname punten der stad
Utrecht, met Noorsche onderschriften. Op
het schutblad is in het Noorsch een op-
dtacht van Gouddruk aangebracht.
Het dochtertje van wethouder Ten Berge
bood aan de Koningin een miniatuur Dom
it; zilver aan.
VAN GW XE O l
DE BESPREKINGEN TE BRUSSEL.
BRUSSEL 6 Juni. Vanavond om half acht
is aan de bladen de volgende mededeeling
verstrekt
De Belgische en Fransche regeeringen
hebben vandaag de gemeenschappelijke stu
die voortgezet van de verschillende vraagstuk
ken, welke zijn gerezen door de bezetting van
de Roer. Zij hebben alle vroegere besluiten
onverzwakt gehandhaafd, met name wat
betreft de voorwaarden, waarop de Roer ont
ruimd zal worden na de betaling van de ver
goeding en ten aanzien van de verplichting
voor Duitschland om een eind te maken
aan het lijdelijk verzet, voordat er van
een onderzoek van de Duitsche voorstellen
sprake kan zijn. Beide regeeringen hebben
het programma vastgesteld van de nieuwe
maatregelen om den druk te verscherpen en
Duitschland te dwingen tot een spoedige ver
vulling van zijn verplichtingen.
Na de bijeenkomst is Poincaré naar het
Fransche gezantschap gegaan, waar hij zich
verkleed heeft en van waar hij naar het paleis
is gegaan, waar koning Albert een onderhoud
van een half uur met hem heeft gehad.
Aan het maal ter eere van de Fransche
ministers hebben in het geheel 39 gasten aan
gezeten.
Poincaré vertrekt niet vanavond, doch mor
genochtend om half negen.
BRUSSEL, 6 Juni. In de bespreking tus-
schen Poincaré, Theunis en Jaspar is beslo
ten, dat generaal Degoutte en de Fransche
en Belgische commissaris-generaal de voor
waarden zullen omschrijven, waarop het lijde
lijk verzet in het Roergebied als geëindigd
beschouwd zal worden. Deze fundamentee'ie
voorwaarden zullen nog de instemming moe
ten verkrijgen van de Engelsche en Italiaan-
sche bondgenooten, wil de eensgezindheid
onder de geallieerden hersteld worden.
Daar België Poincaré's standpunt nopens
het opgeven van het verzet deelt, zal Theu
nis een onderzoek instellen naar de houding
van Londen ten aanzien van dit punt als eerste
vereischte voor elke onderhandeling. Men
heeft voor het overige een gelukkige ontwik
keling van de zienswijze in Engelsche kringen
vastgesteld. Als Baldwin zich bij de Fransch-
Belgische zienswijze aansluit, zal Engeland
zich kunnen aansluiten bij het collectieve
antwoord der geallieerden op het aanstaande
Duitsche aanbod.
BERLIJN, 6 Jum. De president en het
bestuur van den Centralen Bond van den
Duitschen groothandel hebben vandaag met
den minister van oeconomische zaken een
onderhoud gehad over de deelneming van
het bedrijfsleven aan de schadevergoeding,
waarbij zij te kennen gaven dat de Duitsche
groothandel bereid is naar verhouding in de
lasten bij te dragen. Deze lasten moeten echter
geleidelijk op alle bedrijfsgroepen worden ge
legd en kunnen het best geïnd worden in den
vorm van een Rijksbelasting en niet door par
ticuliere overeenkomsten. Een deelneming
van het Rijk in ondernemingen zou vooral bij
den handel groote moeilijkheden ondervin
den. Wel kan de overneming van de lasten
van bepaalde voorwaarden afhankelijk wor
den gesteld. Het is duidelijk, dat deze lasten
dragelijk moeten zijn, ook indien de draag
kracht van het bedrijfsleven door een mora
torium zeer aanzienlijk zou toenemen.
Dr. Becker verklaarde, dat hij met vol
doening kennis had genomen van de bereid
verklaring van den groothandel om de lasten
mede te dragen en sprak de hoop uit, dat in
samenwerking met de verschillende belang
hebbende groepen een behoorlijke grondslag
kan worden gevonden voor een wettelijke
regeling van de deelneming door het geheele
bedrijfsleven.
FRANKRIJK EN DE SCHADEVER
GOEDING.
PARIJS, 6 Juni. De Temps herinnert er
aan, dat de principes van de Fransche scha
devergoeding-politiek blijven opheffing van
het lijdelijk verzet, geleidelijke ontruiming
van de Roer, naar gelang van de betalingen
en vermindering van de Fransche vordering
tot 26 milliard goudmark, in geval van schrap
ping yan de Engelsche en Amerikaansche
vorderingen en voegt eraan toe
Frankrijk zal garne zijn toestemming ge
ven in alle redelijke voorstellen met betrek
king tot de dekkingsmiddelen, door Duitsch
land te bezigen om zich fondsen te verschaf
fen om zijn schuld te kwijten, maar het zal
niet de verantwoordelijkheid op zich nemen
voor eenig middel, in onbezet Duitschland
toe te passen, in functie te stellen of zelfs
aan te bevelen, want het zou niet kunnen
toestaan, dat zijn vordering werd vermin
derd, als een of ander voorgesteld middel
onvoldoende resultaten opleverde.
UIT DEN VOLKENBOND.
GENEVE, 6 Juni. De opium-commissie
heeft het onderzoek beëindigd van de op de
agenda staande kwesties. Zij heeft met alge-
meene stemmen de motie van sir Malcolm
Delevigne nopens de Amerikaansche voor
stellen aangenomen.
De commissie uit den Volkenbond voor
de beperking van de bewapening heeft de
kwestie besproken van het wederzijdsche
waarborg verdrag. Lord Robert Cecil heeft
het rapport voorgelezen van de bijzondere
commissie. Volgens zijn meening is de voor
waarde voor de vermindering van de bewa
pening gelegen in het sluiten van een alge
meen verdrag, hetgeen een moreels ontwa
pening met zich zou brengen. Cecil geeft
echter toe, dat het in zekere gevallen noodig
zou blijken, afzonderlijke verdragen te slui
ten, ten einde de toepassing van het alge-
meene verdrag effectief te maken.
BERLIJN, 6 Juni. In de vergadering van
den Landdag heeft voorzitter Leinert naar
aanleiding van het doodschieten van het
7-jarig schooljongetje te Dusseldorf gezegd
komen en te gaan
„Waartoe dat
„Gij kunt hier toch niet blijven, de nacht
kou zou doodelijk voor u zijn."
„De kou, de tanden van den beer of gij,
het is allemaal hetzelfde
„Nog altijd zoo 1" sprak de geestelijke op
zacht verwijtenden toon.
„"ndien ge mij wèl wilt, g ef mij dan nog
vv te drinken. De brandewijn verwarmt
mij."
De heer Gabriel liet hem, uit behoedzaam
heid, niet meer dan een teug nemen en her
vatte toen
„Geen uwer ledematen is gebroken gij
hebt slechts eenige keuzingen bekomen."
„Hos weet gij dat V'
„Ik weet het."
De smokkelhandelaar bemerkte toen de
eerste verbanden die gelegd waren.
„O zoo sprak hij.
„Bevindt ge u wat beter V'
Jaiets wel."
„Nu, laten we dan trachten u op te richten."
Tarik deed eene poging, doch bleef halver
wege steken, terwijl hij den priester in 't
aangezicht zag.
„Maar wat wilt ge dan," vroeg hij „wat
hebt ge met mij voor?"
„Gij zult het later vernemen."
De sluikhandelaar beurde zich nu voor
goed op, terwijl hij zijn arm op des priesters
schouder legde.
Deze kon een kreet van smart niet onder
drukken.
meer dan hij zag. De geestelijke bracht op
nieuw de flesch aan zijne lippen. Ditmaal
bewoog Tarik zich eenigszins en hij ont
waarde de armen van den knaap om zijn hals
geslagen. Het bewustzijn begon weder in
hem te ontwaken.
Tarik wierp een zonderlingen blik op het
kind, een blik, die toonde dat hij nog niet
bij volle kennis was en van Fransje wendde
hij het oog naar den geestelijke, om tot den
knaap terug te keeren. 't Zij dat het hem te
zeer inspande, de oplossing van het hem on
begrijpelijke raadsel te zoeken dat zijn nog
doffen geest bezig hield, 't zij dat hij door
schrik over de verschijning, die zich voor hem
vertoonde, getroffen was, Tarik sloot de
oogen weêr.
Wat ging er toen in zijn geest om Hij al
leen had 't kunnen zeggen. Maar een oogen-
blik daarna poogde hij zich om te wen
den, en zijn blik bleef op de lange lokken
van Fransje rusten.
Hij sidderde.
„Wie zijt gij vroeg hij met half gebroken
stem.
„Vermoeiju niet met spreken 1" hernam de
geestelijke.
Bij het geluid van die stem, voer den sluik-
handelaarïopnieuw.eene rilling door de leden.
„Dood mij daar gij de sterkste zijt 1"
bracht hij eindelijk uit.
„Daarom is het niet te doen," antwoordde
de geestelijke glimlachend.
„Wat wilt ge dan van mij
„Gevoelt ge u krachtig genoeg om op te
„O, 't is waar.... gij zijt gewond.... ik
herinner mij nu
Daarna hernam hij met eene uitdrukking
van woede
„Dood mij En laat het gedaan zijn 1"
De geestelijke glimlachte op nieuw.
„In de eerste acht dagen zal wel niemand tl
opsporen," „zeide hij. „Maar gedurende dien
tijd moeten we een schuilplaats voor u_zoe
ken. Gij kunt niet naar het dorp en bij mij
zoudt gij spoedig worden ontdekt, en de bri
gadier, uw goede vriend, zou er u zeker niet
met rust laten. Maar gij zult toch wel in 't ge
bergte een of ander veilig oord weten waar gij
kunt blijven tot ge hersteld zijt."
De g: kwetste luisterde toe, maar begreep die
woorden niet.
De geestelijke was verplicht hem de zaak
nog eens te beduiden.
Eindelijk begreep Tarik tamelijk wel wat
de heer Gabriel bedoelde, althans wat het
vinden van een schuilplaats hetreft.
„Een wijkplaats," zeide hij, „Ja, die weet ik
wel, zelfs dL.it hierbij, in de valleimaar ik
zal de kracht hebben?...."
„Leun op mij," hernam de geestelijke,
„en vrees niets. God schenkt hun die op hem
teunen dejioodig krachten."
Wordt vervolgd.