Nieuwe Haarlemsche Courant | 1923 | 9 juni 1923 | pagina 9

Sport en wedstrijden.

2/1 mH

B

SP2/0 0/1

Derrie Blad.

9 Juni 1923

r-

m\

VSETiAL

LAWNTENNIS.

CRICKET.

SCHIETEN.

iElEN^D NIEUWS.

s?

2/21 0
0/0 2 0
2 11

0

0/21

0

1/1 0/11 2/2

l 0/21

2/2

LE5ER EN VLOOT.

RECHTSZAKEN.

t

IANBB0UW VISSÖHEMJ.

VRAGENBUS.

DE KANSEN VAN R.C.H.

Dat veler hart op het oogenblik trilt van
spanning naar den afloop van den morgen
te spelen wedstrijd R.C.H.Willem II; zal
niemand mogen ontkennen. Men kan het
overdreven vinden, men mag het betreuren,
het is een feit, waarmede men rekening hou
den moet. Ook wij meenen dat te moeten
doen, zonder in strijd te koemn met de
gereserveerde houding, die onzerzijds moet
worden aangenomen tegen de neutrale sport,
een houding, die wij o. i. thans niet nog nader
meenen te behoeven motiveeren. Wij heb
ben niet het minste bezwaar, voor de sportieve
beteekenis van R.C.H.'s prestatie groote
waardeering uit te spreken, zooals wij even
eens de hernieuwde promotie van H.F.C.
als bewijs van sportieve kracht toejuichen
tn de sterke opleving van „Haarlem" prij
zenswaardig vinden. Voor R.C.H. en zijn
aanhang verheugen wij ons over het succes,
juist voor deze vereeniging, die van klein-af,
in korten tijd tot de grootste gegroeid en
opgebloeid is en daarmee bewees, dat een
drachtige samenwerking belangrijke zaken
tot stand kan brengen.

De kansen van R.C.H. staan uitermate
gunstig voor de overwinning, die reeds Zon
dag het nationale voetbalkampioenschap in
de Spaarnestad brengen zal, voor het eerst
in de lange- jaren, dat deze titel te veroveren
is.

Van alle zijden wordt het spel van de Ra
cing geprezen.

Naar aanleiding van den wedstrijd tegen
Willem II in Tilburg getuigde de Nieuwe
Rotterdamsche Courant o. m.

„Het is inderdaad merkwaardig zooals de
Haarlemsche ploeg in spelvorm is vooruit
gegaan dat deze ploeg ten slotte 2 wedstrij
den heeft verloren is na het spel, dat in Til
burg werd vertoond, eenigszins onverklaar
baar. Dat laatste is ook het eenige dat op het
oogenblik de kwestie of R.C.H. het kampi
oenschap zal winnen, nog twijfelachtig
maakt. Spelen de heeren evenwel zooals ze
dat Zondag deden, dan lijkt het aan geen
twijfel onderhevig of na vele jaren komt het
Xanpioenschap van Nederland weer eens in
het Westen.

In het Racing-elftal was feitelijk ditmaal
geen zwak punt, alle spelers hebben van
de eerste tot de laatste minuut met geest
drift gewerkt, terwijl er ten slotte goed
werd geschoten, wat de voornaamste fac
toren waren, welke de overwinning hebben
gebracht. Er werd bovendien zeer tactisch
gespeeld, men kreeg afwisselend kort en
lang samenspel te zien. Het spel werd vaak
mooi geopend, wanneer het echter noodig
was, werd ook kort samenspel gegeven.
Het was verder verrassend snel daar de
beide achterspelers voortdurend den buiten
speler bewaakten, was het voor den aanval
van Willem II niet gemakkelijk cm zich op
volle kracht te ontplooien.

Radsma in het doel, heeft voortreffelijk
gewerkt. Geen der drie doelpunten heeft hij
kunnen verhinderen, terwij! hij verder zeker
schijnende doelpunten heeft weten te voor
komen.

De beide achterspelers waren zeer trap-
vast, de middenspelers hadden een goede
opvatting van hun taak, ze kopten goed en
steunden voortreffelijk, waarbij zoo noodig
steeds voor open spel werd gezorgd. De voor
hoede deed tal van overrompelende snelle
aanvallen waar deze vaak met een goed
schot werden bekroond had de achterhoede
van Willem II het niet gemakkelijk. Van
Dam maakte drie doelpunten en deed tal
van goede dingen."

En de bekende theoreticus Groothoff
schrijft in zijn Sportblad o. m.

„Wij moeten werkelijk erkennen, dat het
ans onverklaarbaar is hoe een elftal, dat eeni
ge weken geleden bij den eersten wedstrijd
om het kampioenschap van Nederland zoo
ontactisch speelde en daardoor een hoogst
middelmatigen indruk maakte, zich in korten
tijd zóó heeft weten te herstellen en zóóveel
verbetering in het spel heeft weten te bren
gen. Wij vermoeden, dat de goede leiding
van Julian hieraan niet vreemd is, maar het
vreemde is dat Julian de spelers toch het ge-
heele seizoen onder zijn leidi ng heeft gehad
en hij zeker na den wedstrijd tegen Goahead
aiet voor de eerste rnaal er op gewezen zal
hebben dat de backs de vleugelspelers moeten
bewaken en dat alleen open spel een goede
kans geeft om in een wedstrijd tegen sterke
tegenstanders een overwinning te behalen.
Het is mogelijk dat in den wedstrijd tegen
Go ahead de spelers hebben ondervonden
dat men met de daarbij gevolgde wijze van
spelen geen succes kan hebben en dat ze
daarna hun speelwijze hebben veranderd.

„Wat intusschen Zondag door R.C.H. te
zien werd gegeven, was van zeer goede kwali
teit, we kregen daarbij alweer eens een nieuw
bewijs voor onze reeds meermalen verkondig
de meening dat het spel in ons land nog zoo
slecht niet is als men het wel eens wil doen
voorkomen en als men met het oog op het
minder goede spel van ons vertegenwoordi
gend elftal wel zou denken.

„Er kleeft evenwel een bijzonderheid aan
het goede spel, dat we in den laatsten tijd af
en toe hebben gezien en wel deze, dat de spe
lers dat spel blijkbaar alleen in hun eigen om
geving, dat is dus in het elftal waarin ze gere
geld spelen, schijnen te kunnen geven. Ver
schillende spelers van R.C.H. hebben in den
laatsten tijd in vertegenwoordigende elftallen
gespeeld en steeds is het een mislukking
geweest.

„Nieuwenhuis, de aanvoerder der Haar
lemmers, speelde b.v. in Arnhem met het
Westelijk elftal een wedstrijd zoo slecht, dat
er af en toe eenvoudig om gelachen werd.
In dat verband lazen we Maandag ook weer
den naam van Formenoy als een der men-
schen, die in het Nederlandsch elftal thuis
behoort. Ook Formenoy heeft in een Zwa
luwen-elftal gespeeld tussc'nen hem geheel
onbekende spelers en hij heeft er daarbij
niets van terecht gebracht. Mogelijk is di
een vingerwijzing voor de Nederlandschet
Eelftai-commissie, dat men, wanneer men
eenmaal 11 goede spelers bij elkaar heeft,
men deze spelers zooveel met elkaar laat spe
len dat ze als' het ware een clubelftal vormen.

„R.C.H. bracht Zondag een ploeg in het
veld waarin feitelijk geen zwakke plekken
zaten. Slaagt de ploeg er dan ook in Zondag
bij den returnwedstrijd tegen Willem II
latzelfde spel te ontwikkelen als in den eer
sten wedstrijd tegen de Zuidelijke kampi
oenen, dan zal Willem II zich van een geheel
andere zijde moeten laten zien om nog een
kans te hebben op het kampioenschap van
Nederland. Het door R.C.H. vertoonde spel
was van dien aard, dat wc het niet onwaar
schijnlijk achten, dat eindelijk het kampioen
schap van Nederland weer eens in het Wes
ten zal belanden."

Er is dus alle reden, om een zege voor de
racing te verwachten. Gebeurt dat niet,
vordt het een, gelijk spel of een nederlaag,
lan moet nog afgewacht worden, wat Willem
(I en Be Quick op 17 Juni te Tilburg zullen
loen 1
Good luck, R.C.H.

Wedstrijdprogramma voor Zondag.

Kampioenschap van Nederland.

Haarlem R. C. H.Willem U.

Bijzondere competitie.

Geiden S. V. V.Hilverdum.

Kampioenschap Oost III.
Oosterbeek OosterbeekGo

ahead II.

Oost derde klasse.

Borne Borne-Ensch. Boys II.

(„De Sportkroniek.")

AMSTERDAM-GRONINGEN.

Het Groningsche stedelijke elftal dat Za
terdag 30 Juni op het Ajax-terrein tegen het
Amsterdamsche elftal zal spelen, is als volgt
samengesteld

Rambonnet (Be Quick.)

Rodermond (Be Quick) en H. Tetzner
(Be Quick.)

Knol (Velocitas,) Van Linge (Be Quick) en
Legger (Be Quick.)

Roozeboom (Velocitas), Zuidema (Veloci
tas,) J. Bulder (Be Quick,) Groen (Be Quick)
en Smid (Velocitas.)

Reserves De Jonge en De Wolf van Velo
citas en Robard van G. V. V.

Wedstrijdprogramma voor Zondag.

Het competitie-programma vermeldt voor
Zondag a.s. de volgende wedstrijden

Eerste klasse.

A. Rotterdam Anglo Dutch—Festina.
Dordrecht Dordtsche L. T. C.D.D. V.,

benevens op 9 Juni de resteerende
partijen van den niet uitgespeelden
wedstrijd D. D. V.Dordtsche
L. T. C.

B. Apeldoorn s DaisyHilversum.
Amsterdam D. D. V. IIAurora.

C. Zutfen ZutfenWageningen.

Tweede klasse.

II.

A. Breda BredaDordtsche L. T. C.

B. Den Haag T. O. P. IOranje T. C.
Schiedam Schiedamsche L. T. V.

Clubhuis te Werve.

Den Haag A. V.—T. I. O. D.

C. Den Haag Baan 8Leidsche L. T. C.

(rest. partijen).

Leiden Leidsche L. T. C.Waalsdorp

Crest, partijen).

Den Haag WaalsdorpReady (G.)

D. Rijswijk Rijswijksche L. T. C.Ready

(P.) II.

Rotterdam Blauw WitLeiden II.

E. Rotterdam Rood WitT. I. O. D. I.

AdnoSido (rest. partijen).
Den Haag T. O. P. IIHoutrust.

F. Den Haag Houtrust IIT. T. H.
Rotterdam DerkkoDeuce.

C. Amsterdam Stadion IStadive.

Samsh IIT. O. P.

Koog Zaandijk Koog Zaandijk IT. A.
C. I.

H. UtrechtUtrechtsche L. T. C.Prinses
Juliana I.

Hilversum Hilversum IISmash J.
J. Amsterdam Stadion T. C. IIPrinses
Juliana.

Smash III—D. D. V. III.
K. Haarlem HaarlemDea II.

Res NovaSantpoort.

L. Den Bosch Bossche L. T. C. IEind
hoven (rest. partijen).
M. Valkenburg ValkenburgWell Played.

Maastricht ReadyKerkrade.
N. Enschede JulianaLyceum.

Be QuickEnschede II.
O. O. II—N. K. S. «5
Groningen Groningsche L.T.B.
Natitov.

Den Bosch Bossche L.T.C. IIRape-

lenburg (rest.)

Apeldoorn Daisy IIWageningen.
Zwolle RacumArnhem II.

Derde klasse.

Den Haag DoelfrayAbim.

Clubhuis te Werve II
Rotterdam T.C. 1920.
Rotterdam TuindorpersSido II.
Dordrecht Dordt IIIT.O.P. III (rest

partij n).

Maassluis Be QuickOdit.

Schiedam Rendy'Clubhuis te Werve 3
Rotterdam VelosWigwam.
Amersfoort AmersfoortPr. Juliana II.
UtrechtAdvantageH.O.E.D.
Amsterdam Never MindTeddy.
A.YJR.T.O.R.

P.

B.

C.

D.

Het programma voor Zondag Neder-
andsche Cricket Bond.

Eerste klasse.

Amsterdam V.V.V.Haarlem.

Haarlem Rood en WitH.D.V.S.
Rotterdam V.O.C.V.R.A.

Tweede klasse West.
Amsterdam V.R.A. IIRood en Wit II.

Ams C.C.—Ajax (L.)
Haarlem Haarlem IIV.V.V. II.
Zaandam AlbionVleermuizen.

Tweede klasse Oost.

Utrecht U.V.V.Hilversum.

Nijmegen Qui kKampong.

Derde klasse.

Den Haag H.C.C. IllPhoenix.

Amsterdamsche Cricket Bond

Tweede klasse

Bussum Vleermuizen IIAmst. C.C. III.
Amsterdam V.V.V. IV—D.V.C.

SCHIETEN.

Bloemeadaaische Burgerwacht. Onder
leiding van haren energieken commandant,
den heer C. Eldermans, heeft de Burgerwacht
van Bloemendaal zich duchtig geoefend. Het
succes bleef dan ook niet uit en de uit
komsten van den gehouden wedstrijd ge
ven, zoo als uit onderstaande blijkt, hiervan
voldoende bewijzen. De wedstrijden voor
pistool en )>uks waren behalve de competitie
verdeeld in personeele-, eere-, vrije en vas
te baan, waarbij door het Vendel Vogelen
zang afzonderlijk werd geschoten. De volle
dige uitslag is als volgt:

Competitie buks (Max. 100 p.). Afd. Bloe
mendaal le klasse: 1. A. J. Hekker 953 p.;

2. N; van Keulen 947 p.; W. G. Hoogestein
943 p.; 4. A. F. Bos 939 p.; 5. Lindeman 933
p.; 6. C. Lindeman 918 p.; 7. F, Bersee 900 p.

Afd. Bloemendaal lie klasse: 1. P. Krook
918 p,j 2. Th, Stachelhausen 882 p.; 3. A,
Schipper 868 p.; 4. C. Elderman 848 p.; 5,
C. F. Visse 834 p.; 6. W. Faase 821 p.

Aid. Vogelenzang Ie klasse: 1. H. J. v.
Tongeren 897 p.; 2. P. J. Roeien 870 p.; 3,
G. Mooijekind 861 p.; 4. A. v. d. Ploeg 823
p.; 5. J. v. d. Berg 733 p.; 6, P. v. d. Berg
731 p.

Afd. Vogelenzang lie klasse: 1. A. Th, v.
d. Hulst 731 p.; 2. A. Kerkvliet 721 p.; 3. J.
v. Grieken 709 p.; 4. Th. Mooijekind 676 p.;
5. J. Rolvers 574 p.; 6. G. Roeien 543 p.;

G. Kromhout 537 p.; 8. L. Bakker 522 p.
Pistool (le klasse voor beide afdeelingen)

1. C Eldermans 221 p.; 2. A. F. Bos 217 p.;

3. P. Krook 216 p.; 4. N. v. Keulen 216 p.;
5. G. Mooijekind 214 p.; 6. C. Lindeman 204
p.; 7. P. Roeien 187 p.; 8. A. Schippers 195
p.; 9. C. F. Visse 181 p.; 10. H. J- v. Ton
geren 168 p.; 11. W. Faase 155 p.; 12. F.
Bersee 136 p.

Personeel Ie klasse: 1. W. Hoogestein 98
p.; 2. J. Lindeman 97 p.; 3. H. J. v. Ton
geren 97 p.; 4. C. Lindeman 97 p.; 5. A. J.
Hekker 96 p.; 6. J, v. Keulen 96 p.; 77, N. v.
Keulen 95 p.; 8. P. Langendonk 90 p.; 9. F.
Bersee 90 p.; 10. G. Mooijekind 89 p.; U.
J. v. Bruggenum 74 p.

Personeel lie klasse: 1. C- Eldermans 93
p.; 2. A. Schipper 92 p.; 3. Th, Stachelhau
sen 91 p.; 4. C. F. Visse 89 p.; 5. P. Krook
89 p.; 6. W. Meerdink 84 p.; 7. P. Roeien
79 p.j 8. A, Kerkvliet 773 p.; 9. W. Faase
69 p.; 10. Th. Mooijekind 41 p.

Eerebaan le klasse: 1. J. Lindeman 99^ p.;

2. A. J. Hekker 98 p.; 3. N. v. Keulen 96
p.; 4. F. Bersee 95 p.; 5. W. Hoogestein 94
p.; 6. H. J. v. Tongeren 94 p.; 7. C. Linde
man 89 p.; 8. P. Langendonk 83 p.

Eerebaan lie klasse: 1. CC. F. Visse 98 p.;
2. C. Eldermans 93 p.; 3. Th. Stachelhausen
92 p.; 4. CC. W. Meerdink 89 p.; 5. P. Roe
ien 87 p.; 6, P. Krook 87 p>.; 7. A. Schip
per 87 p.; 8. W. Faase 79 p.

Vrijebaan le klasse: 1. A. J. Hekker 199 p.;
2, J. v. Buggenum 199 p.; 3. J. Lindeman
197 p.; 4. W. Hoogestein 195 p.; 5. P. Lan
gendonk 195 p.; 6. C. Lindeman 195 p-i 7.
N. v. Keulen 194 p.; 8. F. Bersee 194 p.; 9.

H. J. v. Tongeren 192 p.; 10. G. Mooijekind
183 p.; 11 J. v. Keulen 180 p.

Vrijebaan lie klasse: 1. C. F. Visse 197 p.;
2. Th. Stachelhausen 195 p.; 3. C. Eldermans
191 p.; 4. C. W. Meerdink 190 p.; 5. W.
Faase 186 p.; 6. P. Krook 184 p.; 7. P. Roeien
183 p.; 8. A. Schipper 181 p.; 9. Th. Mooije
kind 177 p.

Vastebaan le klasse: 1. J. Lindeman 293
p.; 2. P. Langendonk 2929 p.; 3. N. v. Keulen
291 p.; 4. A. J. v. Hekker 289 p.; 5. C. Lin
deman 285 p.; 66. H. J. v. Tongeren 283 p.;
7. W. Hoogestein 283 p.; 8. F. Bersee 276 p.
Vastebaan lie klasse: 1. Th. Stachelhausen
Vastbaan He klasse: 1. Th. Stachelhausen
277 p.; 2. C. F. Visse 273 p.; 3. C. Elder
mans 267 p.; 4. W. Faase 266 p.; 5. Th,
Mooijekind 266 p.

vankelijk bepaald op 19 Juni, is uitgesteld
tot vermoedelijk na de vacantie wegens
ziekte van den verdediger mr. Van Zinnicq
Bergmann. De behandeling der zaak tegen
den beklaagde P. K. voor het Bossche Hol
zal ook pas einde September of begin Octo
ber plaats vinden.

VAN INBREKERS EN HUN GEWOONTEN.

bevat een artikel van
Von Liebermann uit

R.-K. Kampioenschap

dammen

Haarlem en Omstr

W. Stuifbergen

c

4,

S3

'3

tri

0

o.
E

3

06

jp_
2

2

S
O)

n

CU
O

X

0

j SP

I

r C3
U g-

1 -A Z I

U.

<u
JX

I»

«O

2/0 j
2/1
2

1 -te- 1

1 1
1

■oo

O 1

o g
X

LU a

1 3

2/2

2

2/0

j. v. Wees

2/2

0

2

2/1

N. v. d. Berg

0/0

0

1

1

1/2

2/0

H. Rump

2

2

1

i 1

2

0/2

J. W. v. Musscher

0/2

0/1

0

0 1 /0 2/0

2/1

A. F. Hoogvelt

0/0

0/2

0/1 0/2 j 2/0

0/1

Th. A. Kok1

0/0

1/1

c

CD
C
3
CL

2/0

1/1

sttmm.

2/1

1/1

16J

12
14

12

13
11

Het eerste cijfer geelt aan den Isten en het andereden 2den wedstrijd.

REGELING DER
VERZORGING IN

GODSDIENSTIGE
NED. O. INDIE.

Naar de Msb. verneemt kan binnen eeni
ge dagen een besluit verwacht worden van
de regeering, waarbij aan den hoofdaalmoe-
i zenier voor leger en vloot F. J. H. Evers en

Iden leger-en vlootpredikant in algemeenen
dienst ds. H. Janssen opdracht wordt gege-

geven naar Ned. Oost-Indië te gaan ter rege
ling van de godsdienstige verzorging van leger
en vloot aldaar.

DE MOORD TE VALKENSWAARD.

Uil' Eindhoven meldt men, dat de behan-
j d^Ung van de zaak tegen mevrouw D„ aan-

„De Politiegids"

Kriminal-Kommissar
Berlijn.

Dit artikel bevat interessante dingen ge
noeg om ze onzen lezers niet te onthouden.
De schrijver begint erop te wijzen, dat men
verkeerd doet den beroepsmisdadiger als een
fantastisch wezen te beschouwen.

Wie het misdadigersgilde met de nuchtere
oogen der dagelijksche praktijk aanschouwl,
die weel, dat het gros evenzeer uit mid
delmatige menschen bestaat, als het gros der
overige menschheid. Hij weet, dat op een be
paald aantal bijzohdcr vernuftigen en dries
ten onder hen, het driedubbele aantal stum-
perds voorkomt. Dit te erkennen is van be
lang.

Een zeer groot gedeelte van het inbrekers
gilde de opensluiters bij dag leeft
eigenlijk alleen van de onvoorzichtigheid
en achteloosheid van het publiek. Deze >n
de Berlijnsche inbrekerstaai als „Klingel-
fahrer" bekend staande opensluiters gaan
overdag de huizen binnen, welker bewoners
vermoed worden afwezig te zijn, openen,
na eenige malen tevergeefs aangebeld te
hebben met een looper, het eenvoudige
gangdeurslot, nemen alles wat van hun
gading is weg en zijn na enkele minuten met
hun buit reeds verdwenen. Op het een of
andere goede kunstslot stuiten zij echter,
want aan boren of breken behoeven zij met
het oog op het groot aantal in deze huizen
woonachtige gezinnen niet te denken.

Zoo staat het ook met de opensluiters,
die den Zondagmiddag voor hun werk uit
kiezen. Onder dezen bevinden zich ook
reizende en internationale inbrekers. Zij
zoeken meestal de z.g. middenstandswonin
gen op, omdat zij welen, dat hare bewoners
na een week van arbeid den vrijen Zondag
benutten met het maken van wandeltochtjes
of uitstapjes. Op goed geluk gaan zij de hun,
voor hunne oogmerken geschikt schijnende
huizen binnen en ontvreemden alleen ge
makkelijk mede te nemen voorwerpen, voor
alles echter geld, zilverwerk en sieraden.
Zij kennen de gewoonten der omgeving
waarin zij hun slachtoffers zoeken, als ge
volg van hun ervaring nauwkeurig en weten
met verrassende zekerheid die plaatsen op
te zoeken, waar de eigenaars hun waarde
volle bezittingen bewaren. Daar zij, alhoewel
betrekkelijk weinig tijd voor hun daad be
hoevende, veel meubelstukken onaangetast
laten en zonder meer de juiste plaatsen
weten te vinden, nemen bestolenen en poli
tie vaak ten onrechte aan, dat de dieven
met de plaatselijke gesteldheid volkomen op
de hoogte geweest moeten zijn. Zulks heeft
reeds dikwijls tot vermoedens en arrestaties
van onschuldigen geleid! Meerdere zulke
diefstallen in een stad op denzelfden dag of
binnen weinige dagen moeten steeds tot het
vermoeden leiden, dat men hier met be-
roepsinbrekers te doen heelt. Daar deze
lieden de staVl, waar geopereerd werd, on
middellijk weer verlaten, om het gestolen
goed op verren afstand ten spoedigste te gelde
te maken, zal men vaak een vingerwijzing
krijgen hij raadpleging van de nachtlijsten
der hotels, logementen en pensions. Bij deze
controle mag men de z.g. duurdere hotels
niet over het hoofd zien, want de inbrekers
weten maar al te goed dat zij zich daar het
veiligst voor 3e politie bevinden.

Geen inbreker zal zich in de woning,
waar hij steelt onnoodig lang ophouden,
want niemand verkeert langer in gevaar, dan
strikt noodzakelijk is.

Waar dieven op de plaats des misdrijfs
als vandalen gehuisd hebben, meubelstuk
ken vernield en hun overtreksels in zinne-
looze vernielingswoede stukgesneden heb
ben, daar zal men, evenals bij brandstichting
na inbraak beroepsmisdadigers als de daders
kunnen uitschakelen. De nuchtere en stelsel
matig werkende beroepsman houdt zich met
zulke doellooze handelingen niet op en ver
groot zijn strafbare handelingen en daar
mede voor het geval hij gevat wordt
zijn straf, niet volkomen nutteloos. Hoogstens
domme jongens halen zulke streken uit en
naar zulke onrijpe knapen zal men in derge
lijke gevallen moeten omzien.

Bij deze voorstelling van een in het alge
meen stelselmatig en overlegd optreden van
den inbreker schijnt weliswaar iets niet te
passen. Zij gunnen zich, za! men tegenwer
pen, toch zoo vaak den tijd hun uitwerpselen
als visitekaartje achter te laten. Dit is niet
smakelijk, doch vormt een belangrijk onder
werp, waarin in de criminalistische littera
tuur reeds veel papier verkwist is.

De oorzaak is in werkelijkheid heel een
voudig. Zelfs den ouden inbreker overkomt
een onbehagelijk gevoel van beklemdheid
wanneer hij aan het werk gaat en deze in
de bange kwartieren, waarin hij de daad
pleegt, toenemende beklemdheid werkt op
zijne buikspieren. Wie eenmaal gezien heeft
hoe op soldaten het begin van een te ver
wachten vijandelijk artillerievuur op gelijke
wijze inwerkt, zal de zaak duidelijk worden.
Uit plezier of omdat het wellicht tot de
„bon ton" onder de inbrekers behoort, ver
kwist de beroepsinbreker met zulke hande
lingen zijn tijd niet. Opzettelijk worden der
gelijke dingen alleen door „piepjonge"
groene beginnelingen bedreven.

Een geliefd thema voor schrijvers van
criminalistische onderwerpen is ook de
dieventaal. Er bestaan geheelc woorden
boeken, waarin voor elk denkbaar voorwerp
een overeenkomstige benaming in de dieven
taal voorkomt. Het verstaan of spreken n
deze taai kan echter, behalve de samenstel
ler van deze boeken, niemand. Allereeerst
om de eenvoudige réden, cjat veie uitdruk
kingen daarin zijn opgenomen, welke ergens
eens door een enkele inbrekersbende in
brieven o£ gesprekken bij iniiem verkeer rijn
uitgedacht.

Het is met de dieventaal niet anders dan
met de op dezelfde wijze ontstane bijzondere
talen van bepaalde groepen, die behoefte ge
voelden, voorwerpen qf gebeurtenissen uit
hun dagelijksche omgeving met korte en
meer kernachtige uitdrukkingen weer te
geven, dan hun door de algemeene omgangs
taal werd geboden.

Dat de taal der gauwdieven en spitsboe
ven veel uitdrukkingen bevat uit het
Hebreeuwsch, zal men natuurlijk en ver
klaarbaar vinden wanneer men b.v. de ge
schiedenis der Rijnlandsche rooverSber.den
leest en daaruit ziet, dat in den ouden tijd
de helers bijna uitsluitend Joden waren.

Het misdadigersgilde, en zoo ook het in
brekersgilde, vormt heden ten dage geen
aansluitend geheel meer. Het ware onjuist
het inbrekersgilde te vergelijken met één
groote familie, welker leden elkander allen
kennen. Men kan niet meer van één inbre
kersgenootschap spreken en daardoor zijn
ook de eigenaardige onderlinge gebruiken on
talen van hun gilde verdwenen.

Van het weinige, hetwelk nog als eigen
aardig gebruik in verschillende nauw saam
verbonden groepen van het inbrekersgilde
is overgebleven, is voor den politieman de
bekendheid met de eigenaardige manier van
aankloppen van waarde, waarmede de in
breker bij zijn makkers toegang verlangt.
Dit, in Duitschland „kaspem" genoemd, her-
kenningsteeken is een krassende, tromme
lende beweging der vingertoppen op de
gangdeuren, waaraan de bewoner herkent,
dat een van de bende toegang verlangt.
Dit „kaspern" is voor den politieman, die
het gebruikt, het „Sesam, open U!" dat hem
bij beroepsmisdadigers vlug en zeker toegang

verschaft, waar een nog zoo hevig aanklop
pen niet verhoord zou worden.

Menige gewoonten der inbrekers zullen
steeds blijven bestaan, daar zij onloochen
baar practisch zijn. Zoo draagt de brand-
kastinbreker zijn groote breekwerktuigen,
welke hij vanwege hun lengte niet in de
anders zoo geliefde handtasch opbergen kan,
in twee lange linnen zakken onder de as.
Deze zakken zijn door middel van een onder
den jaskraag om den hals loopend touw be
vestigd en hangen den drager rechts en links
van de borst tegen het lichaam. Reeds vaak
heeft een politieman, die een paar hem van
aanzien bekend zijnde inbrekers op de tram
aantrof en zich overtuigen wilde, of zij op
het pad waren, zich hiervan overtuigd, door
bij een bocht per ongeluk tegen hem aan'te
vallen en daarbij te voelen of de bewuste
zakken aanwezig waren.

De misdadiger van zijn kant poogt bij een
onbekende, in wien hij een politieman ver
moedt, onopvallend de omgeving van zijn
achterzak te betasten, wetende, dat de
politieman daar gewoonlijk zijn revolver
draagt..

Het is ook een geliefde inbrekerstruc, bij
een nieuwen Jeameraad, dien men nog niet
volkomen vertrouwt, plotseling de horloge
ketting uit den zak te trekken, daar veie
politiemannen daaraan hun penning dragen.
Een politieman, die zich, in welke hoeda
nigheid ook, tot den inbreker wendt cn diens
vertrouwen tracht te winnen, doet er goed
aan, zijn penning in zijn zakdoek te verber
gen.

DE LANDING OP ATJEH IN 1873.

De majoor J. C. A. Bannink heeft in het
orgaan der Ned.Ind. Ofliciersvereeniging het
feit herdacht, dat voor 50 jaar, op 8 April
1873, een expeditionnaire troepenmacht on
der de bevelen van generaal Kohier bij
Oeleë-Lheuë in Atjeh debarkeerde. Aan dit
artikel ontleenen wij het volgende:

De oude Kraton, waarin eertijds een Oos-
tersch despoot troonde, is geslecht, doch op
dezelfde plaats zetelt nu het Nederlandsche
gezag, dat zich uitstrekt tot ver achter den
Goudberg, die oprijst uit de vlakte van
Groot-Atjch als een reusachtige wachter.
Dat gezag, rechtvaardig en onbaatzuchtig, is
werkzaam in het waarachtig belang van een
zwaar beproefd volk. Nog is de pacificatie
niet geheel voltooid; den Atjeher, die bijna
een halve eeuw lang met zooveel fanatisme
naar den klewang greep, is wel het wapen uit
de hand geslagen, maar zijn hart is nog ver
bitterd en hij beschouwt ons als handlangers,
die het land hebben verwoest en zijn bezit
tingen geroofd. Toch is het proces in een
vergevorderd stadium, al kan het einde nog
niet worden voorspeld. Orde en rust heer-
schen in het gansche uitgestrekte gebied en
sedert Radja Sabi, Pang Rebo, Pang Akocp
zich hebben gemeld, Aman Njerang in 1922
is neergelegd, zijn er met uitzondering van
de Semarkilang-bende geen verzetselemcn-
ten van beteekenis meer op het oorlogspad.
Eerst zal er echter een nieuw geslacht moe
ten opgroeien, dat geen herinnering meer
heelt aan den bloedigen oorlog en slechts
ondervindt de zegeningen van een weldoend
bestuur; vóórdat, het Atjehsche volk ver
zoend zal zijn met het verlies van zijn on
afhankelijkheid,

Wie thans met het aardige Atjeh-tram
metje van Koeta-Radja naar Oeleë-Lheuë
spoort, die ziet aan zijn linkerhand eerst de
in Oosterschen stijl opgetrokken steenen
Missigit op dezelfde plaats, waar in 1873 het
Mohammedaan8che bedehuis stond, de
Mesdrid Raja, een groot houten gebouw,
omgeven door zware gemetselde muren. De
z.gn. Köhlerboom was een hoog opgescho
ten, bijna bladerlooze waringin, welke aan
het zuidelijk einde van het vervallen ge
deelte van den oostelijken buitenmuur stond,
Het was vlak bij dezen boom, dat generaal
Kohier zich bevond in den ochtend van den
14en April, toen hij doodelijk werd getroffen
en zijn sneuvelen was mede oorzaak, dat 1
April de Missigit voor de tweede maal werd
ontruimd en den 29en April de le expe
ditie weer koers zette naar Java met een
verlies van ruim 400 man dooden en gewon
den.

Onze reis met de tram vervolgend, gaan
we langs de rijpende padivelden en voor ons
geestesoog verrijst het oude sawa-bivak ten
Zuiden van kampong Mardoewati, waar zoo
veel ellende is geleden en de Atjeher met
ongekende hardnekkigheid zijn klewang-aan
vallen uitvoerde. Niet ver van de bekende
loopbrug die den lOen April den opmarsch
zoo lang vertraagde, doch thans niet meer
bestaat, gaat nu de tram over de lagunen
om Oelèë-Lheuë te bereiken, aan den oost-
rand waarvan om 6 uur in den morgen van
den 8en April 1873 de troepen hun landing
uitvoerden onder het gebulder van het
scheepsgeschut, weinig vermoedend met wat
voor een fanatieken tegenstander men te
doen zou krijgen. Het is hier thans de plaats
niet om de gebeurtenissen van April 1873 uit
een critisch oogpunt te beschouwen. Wie
eens lezen wil, hoe een waardige, opbou
wende critiek wordt gegeven, die neme de
aflevering krijgswetenschappen 18951896
ter hand, waarin een voordracht van den ma
joor Koster* over „Het beslissende moment
voor den uitslag der le Atjeh-expeditie in
den morgen van 16 April 1873"; daaruit valt
ook voor ons nog wel wat te leeren.

De 2e Atjeh expeditie onder generaal Van
Swielen landde 9 December 1873 ten Oos
ten van de monding der Atjeh-rivier, omdat
men het terrein tusschen Oelèë-Lheuë en
den Kraton vermijden wilde; 24 Januari viel
ons de Kraton in handen, die echter be
reids door de Atjehers was verlaten. De
hoofdmacht keerde 25 en 26 April naar Java
terug, nadat de opperbevelhebber een pro
clamatie had uitgevaardigd, waarbij geheel
Aijeh voor veroverd werd verklaard.

De Atjeh-oorlog heeft al zooveel critische
pennen in beweging gebracht, dat de littera
tuur tot een ongekende hoeveelheid is opge
tast. En nog heeft de stroom niet opgehou
den want het eerste deel van de Klerck's
„De Atjeh-oorlog" opent een nieuwe serie,
terwijl mede pas is verschenen het eerste
deel van „Atjeh", een samenvattend over
zicht van Land en Volk van de hand van J.
Kreemer, archivaris van het Atjeh-Instituut,
welk boek alle bestaande litteratuur ver
werkt en in de aandacht wordt aanbevolen
van allen, die nog belang stellen in dit zoo
merkwaardige volk.

Dc Atjeh-oorlog knaagt niet meer aan ons
koloniaal bezit, maar we mogen toch niet
eindigen zonder nog eens te hebben gewe
zen op het feit, hoe een betrekkelijk klein
volk, slecht bewapend en zonder eenige or
ganisatie het jarenlang tegen "een modern
uitgerusten en goed georganiseerden tegen
stander heeft volgehouden. We hebben daar
gestreden tegen den geest, hetzij dan fana
tisme of vaderlandsliefde, die b.v, in begin
1912 Teungkoe di Barat, jarenlang opgejaagd
door onze brigades en eindelijk door scho
ten der patrouille Behrens buiten gevecht
gesteld, de karabijn deed geven aan de naast
hem strijdende vrouw, die later de verban
den afrukte om niet levend in onze handen
te vallen. En het wordt wederom bevestigd
door de ervaring in Duitscb-Oost-Afrika, dat
men den tegenstand heel lang kan volhou
den, ook met eenvoudige strijdmiddelen, in
dien niet alleen het hoofd maar ook het hart
de hand bestuurt, die -het wapen omklemt.

Een leger is geen gewoon ambtenaars
apparaat; de geest, die het bezielt, is de be-
slissende factor voor zijn bruikbaarheid.

VLEESCHVOEDER VOOR KIPPEN.
Kippen hebben voor haar voeding niet al

leen plantaaratg, aocn ook menu* ratowi
noodig. Losloopende hoenders zijn dan ook»
zooals wij weten, steeds bezig met het zoe
ken naar regenwormen, slakken, maden, rup
sen, insecten enz. Den opgesloten dieren die
nen wij dus in deze behoefte te gemoet te
komen.

Aangezien het ons in den regel onmogelijk
is, regenwormen en dergelijke in voldoende
mate in voorraad te hebben, nemen wij onze
toevlucht tot surrogaten en wij vinden die
in de eerste plaats in paardcnvleesch en ver
der in alles wat van een geslacht dier afkom
stig is en door den mensch niet of ongaarne
gegeten wordt, zooals: hart, lever, longen,
bloed, kraakbeen enz. kortom alle afval uit
de slagerijen en van de tafel.

Al die genoemde vleeschproducten bevat
ten een hoog eiwitgehalte, zoodat wij daar
van betrekkelijk weinig te voeren hebben om
onze vastzittende hoenders ook datgene te
geven, wat zij bij uitsluitend gebruik vaa
granen en groen te kort zouden komen,
vooral tegen en in den tijd van het eieren-
leggen.

Wie slechts een klein getal hoenders
houdt, vindt allicht in het afval van de tafel
voldoende dierlijk voedsel voor hen, want
veel behoeven ze daarvan niet, zoo ze ove
rigens goed verzorgd worden. Overtollig
vlceschvoeder zou zelfs nadeelig werken,
daar het licht diarrhee veroorzaakt.

Men rekent gewoonlijk, dat het opzette
lijk gegeven vleeschvoer bij een overigens
goede voeding ongeveer 5 pCt. van de ge
heelc hoeveelheid voeder mag bedragen; men
zal evenwel verstandig doen met de omstan
digheden rekening te houden, de uitwerking
van de vleeschvoeding na te gaan en ze
daarnaar te regelen.

Zij die niet in de gelegenheid zijn-goed
koop vlecschafval ol paardevleesch te be
komen, vinden daarvoor een uitmuntend en
gemakkelijk te gebruiken dierlijk voedsel in
het zoogenaamde vleeschmeel, dat is het ge
droogde en gemalen vleesch, dat er over
blijft bij de vleeschextractbereiding. Het bev.
niets wat de kippen niet nuttig kan zijn, en
ontleent zijn hooge waarde vooral door zijn
belangrijk gehalte aan eiwit.

Men mengt het door het zachte of week-
voer cn rekent voor elke kip 5 a 8 gram per
dag, natuurlijk ook bij dit voeder houden wij
rekening met de omstandigheid.

Een licht verteerbaar en eiwitrijk voeder
is ook visch, men kookt die met graten en
al en hakt ze fijn.

Verder komen er in den handel nog ver
schillende goede eiwitrijke dierlijke voeder-
artikelen voor, onze advertentie's geven zé
verder wel aan.

AANAARD- EN SCHOFFELMACIIINft
VOOR KLEIN BEDRIJF.

Men schrijft ons:

De Commissie voor verbetering van land
bouwwerktuigen van de Vereeniging tot Ont
wikkeling van den Landbouw in Hollands
Noorderkwartier werd door de Land- en
Tuinbouwvereeniging „De Eendracht te
Medemblik in kennis gesteld met het feit,
dat door landbouwers in overleg met smeden
verbeteringen zijn aangebracht in de aan
aard- en schoffelmachines, die voor handbe-
drijf in den handel worden gebracht, waar
door deze werktuigen zich bijzonder voor
het verrichten van allerlei werkzaamheden
leenen cn de aandacht verdienen van al onze
kleine landbouwers en tuinders.

Zij was eenigen tijd geleden vertegenwoor
digd bij een demonstratie, die door de
he eren Veerman te Oostwoud door wie veel
tot deze verbetering is bijgedragen en den
heer D. Koolhaas te Twisk, secretaris van
bovengenoemde vereeniging voor haar werd
'gehouden en heeft daarbij bevonden, dat
deze verbeterde aanaard- en schofielmachi-
nes geschikt zijn voor de volgende werk
zaamheden:

1. Het aanaarden van de aardappelen
direct na het poten, mede voor het vullen
van de met pootstok of boor gemaakte
gaten

2. Het aanaarden na het opkomen ter
voorkoming van bevriezen door nachtvorst
en ter bestrijding van onkruid.

3. Het aanaarden ongeveer een week of
veertien dagen later om de ruggen wat bree
der te maken ter voorkoming van het groen
worden der aardappelen, tevens voor vernie
tiging van onkruid en als bescherming tegen

nachtvorst.

4. Schoffelen heen en terug tusschen de
aardappelrijen om den grond, waarin door
het aanaarden geulen zijn ontstaan, vlak te
maken, zoodat hij geschikt wordt voor tus-
schenteelt.

5. Wieden van den tusschenteelt.

6. Het geroofde veld schoffelen voor het
goed sluiten van den grond, ter bestrijding

van uitdroging.

7. Het recht en overdwars schoffelen van

kool.

8. Het aanaarden en wieden van winter
aardappelen cn muizen zonder tusschenteelt,
gedurende den geheelen groeitijd bij een
rijenafstand van 50 a 60 c.M.

9. Het schoffelen van erwten en andere
gewassen en van vrij veld.

De Commissie houdt zich aanbevolen voor
wenken, die tot verbetering van landbouw
werktuigen kunnen strekken. Zij bestaat uit
de heeren P. Stapel Cz. te Hoogkarspel,
voorzitter; Ir. C, Nobel, te Haarlem, Kenau
park 9, secretaris; J. Blaauboer Gz. te Kol-
horn; P. J. Visscher te Wieringerwaard en C,
Kramer Glijnis te Siompetoren.

Vr. Is eien huurder van een woning ver
plicht den huur bij deri verhuurder te bren
gen, of moet deze laatste den huur komen,
halen, en Js hij'dan tevens verplicht een huur-
.kwitantie af te geven?

Anfw. Of de huurder den huur brengt, of
dat de verhuurder den huur komt halen
dienlt onderling geregeld .te wwden of ge
schiedt naar plaatselijk gebruik. Plaatselijk
gebruik brengt mede dat de weelkhuren door
of namens den verhuurder worden opge
haald. Men kan natuurlijk de afgifte van een
huurkwitantde vorderen.

Br. 1. Ik ben taindfer van beroep. Nu heb
ilk een gedeelte van, mijn tuin waar ik sla met
spcrKicbuor.cn op heb staan, dat geheel afge
weten wordt door kleine witte slakken.WelZ
middel tot bestrijding daarvan kan ik daar
tegen aanwenden?

2. Is er ock een middel om padden te ver
wijderen ouder het huis

Antw 1. Kleine slakken m de sla en bon
nen le 'hebben is op heden geen uitzondering.
Hel natte weder heeft daaraan groote schuld',
's Morgens de planten afzoeken of slablaadjes
omgekeerd op den grond leggen en deze oojk
's morgens nazien is he;t doelmatigste om de
slakjes te verdelgen. Zorg vooral voor scihoo-
ne greppels en slootkanten; in 't bijzonder
voor afwatering.

Nog wordt het volgende middel ie pnobee-
ren gegeven: Graaf schoteltjes in den grond,
zoo. dat de bovenrand gelijk komt met de
oppervlakte van den grond. Doe in het scho
teltje een beetje bier. De slakjes komen hier
van snoepen en verdrinken.

2. Spuit, indien mogelijk, petroleum onder
Uw vloer. De padden hebben een afschuw van
deze lucht. Men beweert: dat waar kikkers
zijn, de padden verdwijnen. Door deze eerste
dis ooik onder uw huis te brengen, zou het
mogelijk zijn de padden ie doen verdwijnen;
maar wat voor voordeel geeft dat?

padden zijn zeer nuttige dieren, welee een
goede tuinder met liefde in zijn luin zal zién
huisvesten. Zc leven hoofdzakelijk van slak
ken en andere insecten Tracht ze duis te
vangen en breng ze op uw boonenland.