Indische Brieven.
BUITENLAND
BINNENLAND.
Tweede Blad
13 Juni 1923
SEtf. BImm, BERICHTER.
LIEFDE OVERWINT
Engeland en het Duitsche aanbod: teleurstelling bij de Fransche pers;
een compromis op grondslag van de Belgische voorstellen? De om
wenteling In Bulgarije; Siamboulinski zou volgens sommige berichten toch
gevangen genomen zijn. Wijziging der Amerikaansche drankwetten te
wachten.
Onder de Telegrammen: De Britsche regeering zal eerst over eenige
dagen haar houding tegenover het Britsche aanbod bepalen. Een debat
over de Roerbezetting in de Belgische Kamer. Gevechten in Bulgarije,
t— Alle gevangenen der Chineesche trelnroovers zijn in vrijheid gesteld.
FEUILLETON.
XIX.
Zondag, den 22sten April, vierde de Ka
tholieke Sociale Bond, afd. Batavia, zijn tien
jarig bestaan.
Opgericht in 1913, was deze bond in Indië
de eerste organisatie, welke ten doel kreeg
„mede te werken, aan den socialen bloei van
Nederlandsch Indië". Gebruikmakend van
de ervaring in Nederland opgedaan, begon
men toen onmiddellijk met een duidelijke
scheiding te brengen tusschen de actie op
sociaal en die op politiek gebied.
Bij alle organisaties, welke later in dit land
werden opgericht, werd hetzelfde voorbeeld
gevolgd.
Naast, en men kan ook zeggen, gesteund
door de sociale organisaties ontstonden de
„Katholieke Vereenigingen voor Politieke
Actie".
Van de Katholieke Sociale Bonden is de
Bataviasche altijd de grootste en krachtigste
gebleven. Het ledental bedraagt momenteel
ongeveer 450.
Ik zal geen opsomming geven van hetgeen
in die tien jaren, welke nu achter ons liggen,
werd tot stand gebracht. De lezers van mijn
brieven weten er reeds het een en ander van.
Slechts mag hier wel naar voren worden ge
bracht, dat deze Bond in de hoofdstad van
Insulinde veel heeft bijgedragen tot de ver
betering van de positie der Katholieken.
En niet alleen wat betreft die te Batavia,
of op Java alleen, doch ook over geheel dit
eilandenrijk.
Z.D.H. Mgr. Verstraelen, Apostolisch Vi
caris der Kleine Soenda-eilanden, die op den
dag van het feest te Batavia vertoefde, stelde
dit in zijn toespraak tot de feestvierende Ver-
eeniging nog eens in het licht, toen hij zijn
vreugde uitdrukte over het feit, dat de Ba
taviasche organisatie der Katholieken zoo'n
krachtig leven vertoonde. „Want" zoo
zeide Z.D.H. „wij op de Soenda-eilanden
ondervinden het, dat tegenwoordig aan ons
werk veel minder belemmeringen in den weg
worden gelegd dan een tiental jaren geleden."
Zoo is het inderdaad.
Voor gansch de missie van Indië is het be
staan van krachtig werkzame Katholieke ver
eenigingen op Java en in het bijzonder te Ba
tavia van groot nut. En het is goed, dat men
dit ook in Nederland begrijpe, hoe verster
king van deze laat het dan zijn in mee-
rendeel niet-Inlandsche organisaties, tot ze
gen strekt aan de Inlandsche Katholieken
in alle gewesten.
De herdenking van het 10-jarig bestaan
van den Bataviaschen Bond geschiedde op
zeer kalme, doch waardige wijze. Het feest
werd ingezet met een plechtige Hoogmis in
de Kathedrale Kerk, en een algemeene H.
Communie der leden. Daarna werd in het
Bondsgebouw een feestontbijt opgediend, en
de ochtend besloten door een gezellige bijeen
komst.
Zoo bleef alle uiterlijk vertoon achterwege.
Wel genoot de Bond de eer in zijn gebouw
de gelukwenschen in ontvangst te mogen
nemen van twee Kerkelijke Hoogwaardig-
heidsbekleeders. Deze waren Mgr. Verstrae
len, die ik hier boven noemde, cn Mgr. E. S.
Luijpen, onze beminde Bisschop, die, on
danks den slechten staat zijner gezondheid,
niet wilde nalaten persoonlijk zijne geluk
wenschen te komen brengen.
Hoe •weinig konden wij toen vermoeden,
dat het de laatste keer zou zijn, dat hij in ons
midden kon zijn.
Mijne lezers weten het reeds Mgr. Luij
pen is vatn ons heengegaan.
Nog is, nu ik dit schrijf, gansch Batavia
onder den indruk van het verscheiden van
den man, die in alle kringen geëerd en in Ka
tholieke kringen vereerd werd.
Plotseling is hier het einde gekomen aan
een echt missionarisleven. Tien dagen nadat
wij hem in den Bond mochten zien, moesten
wij den gang doen naar zijn laatste rustplaats.
Wel klaagde hij dien Zondag over ver
moeidheid, en die hem kenden zagen aan de
uitdrukking van zijn oogen, dat het lichaam
leed, zooals het eigenlijk de laatste jaren
steeds heeft gedaan, nu eens erger en wel
eens zoo erg, dat wij toen reeds verwacht
ten hem te moeten verliezen nu eens min
der, zoodat wij allen de hoop gingen koes
teren hem nog langen tijd te mogen behou
den.
Het was in zoo een periode van beterschap,
dat het plan werd opgevat zijn aanstaand zil
veren Bisschops-jubileum tot een bijzonder
feest te maken, en het was met deze bedoe
ling dat begonnen werd aan de inzameling
van gelden, teneinde het mogelijk te maken
op den 12den November aan Mgr. Luijpen
een geldsom aan te bieden, te bestemmen
als eerste stamkapitaal voor de stichting van
een Katholieke jongensschool voor Middel
baar en Voorbereidend hooger Onderwijs.
Hoe was ons hoofd reeds vol van plannen
om onzen beminden kerkvorst de blijken
te geven van onze verknochtheid en onze
toewijding. Eenmaal ten minste wilden wij
dit doen, openlijk en duidelijk.
Het is ons niet gegeven geworden.
De dood, die reeds zoovele jaren om hem
heen geslopen had, rukte hem plotseling uit
ons midden.
Zoo bleef hij gespaard voor dat openlijke
hulde-betoog.
Gespaard, ja, inderdaad. Want deze alom-
geziene man was de eenvoud zelve. En wan
neer hem iets afkeerig was, dan was het wel
zoo een openbare huldiging.
Nog zie ik het afwijzend gebaar van zijn
moede hand, toen ik als voorzitter van den
Bataviaschen Bond hem mocht toespreken
en danken voor zijne gelukwenschen. Nog
zie ik, hoe van onder zijn ruige wenkbrauwen
een blik van verwijt me trof, toen ik in
herinnering bracht welk een krachtigen
steun wij van hem bij ons werk ontvingen
Maar toch ben ik blijde, het toen uitge
sproken te hebben, dien eenen keer tot hem
persoonlijk, dat wij in ons hart voor hem
een plaats hadden ingeruimd, welke hij
nimmer zou verliezen.
Zijn begrafenis bracht op bijzondere wijze
de algemeene deelneming tot uiting.
Op den middag van den 2den Mei over
gebracht uit de Kapel van het St. Carolus-
ziekenhuis naar de Kathedrale kerk, waar
te 6 uur de Zwarte Metten werden gezongen,
werd zijn ontzield lichaam terwijl eenige
leden van den K.S.B. en den Kath.Jongelin
gen Bond een eerewacht vormden door
de geloovigen een laatste groet bebracht.
Den volgenden morgen, na de stille H. Mis
te 6 uur, vond de plechtige uitvaartdienst
plaats.
De groote ruimte der Kathedrale kerk
was tot benauwens toe gevuld. In de voorste
banken had een groot aantal officieele perso
nen plaats genomen. De Resident van Bata
via vertegenwoordigde de Regeering, terwijl
Z.Exc. de Gouverneur-Generaal zich door
een zijner Adjudanten, en de Legercomman
dant, evenals de Vice-Admiraal, zich dooreen
hoofdofficier hadden doen vertegenwoordi
gen. Verder waren aanwezig de voorzitter
van den Volksraad, verschillende hoofden
van Departementen en vele andere autori
teiten.
In de kerk sprak Pastoor Hellings een tref
fende lijkrede uit, waarbij als tekst gekozen
was de woorden van den Apostel Paulus
„De liefde zoekt zich zelve met, de liefde is
niet eerzuchtig."
De lijkkist werd door acht leden van den
Katholieken Socialen Bond uit de kerk ge
dragen.
Daarbuiten vormde zich, te midden van
een dichte menschen-menigte met eenige
moeite de begrafenis-stoet. De schat van
bloemstukken en kransen, welke ondanks
den uitgesproken wensch van de geestelijk
heid van alle zijden waren toegezonden,
werden in een afzonderlijke autobus naar
het kerkhof gebracht. Slechts één krans dek
te de kist, die van Zijne Exc. den Gouver
neur Generaal.
Overal langs de wegen hadden zich be
langstellenden opgesteld. Van scholen en
Departements-kantoren waren allen uitge-
loopen om den stoet te zien voorbij gaan.
Op het kerkhof wachtten nog vele anderen
de teraardebestelling af. Daar waren onder
meer de President van de Javasche Bank,
eenige leden van den Raad van Indië en
de plaatselijke Commandant van Batavia.
Als slippedragers bij den gang naar het
graf fungeerden bestuursleden van Katho
lieke vereenigingen.
Bij het graf werden de ritueele gebeden
verricht en zong het St. Caecilia-koor aan
doenlijk mooi het „Ecce quomode moritur".
Nadat de lijkkist in de groeve was neer
gelaten dankte Pastoor van Hoof namens
de geestelijkheid van Indië voor de hier ge
toonde belangstelling en eerde in een korte
rede de nagedachtenis van den gestorvene.
Zoo was de laatste gang van dezen eenvou-
digen man van grootsche, indrukwekkende
plechtigheid.^
En met dat al was ze slechts een zeer
onvolkomen uitdrukking van de gevoelens,
welke wij in het hart droegen.
Monseigneur Luijpen, Uw geest leve voort
in ons, en make ons eenvoudig en dapper,
zachtmoedig en sterk naar uw voorbeeld.
J. A. M. d. F.
HET NIEUWE DUITSCHE AANBOD.
Engeland en Frankrijk.
Het gesprek tusschen den Franschen ge
zant de St. Aulaire en Lord Curzon heeft
zich in een gunstige atmosfeer ontwikkeld,
wordt uit Londen geseind. In officieele krin
gen is men geenszins verbaasd over het nega
tieve resultaat, dat voorzien was voor de eer
ste aanraking. Men voorziet nu,dat verschei
dene gesprekken noodig zullen zijn, vóór
men tot een gemeenschappelijk standpunt
van de geallieerden genaderd is. Het is mo
gelijk, dat het Belgische plan den weg zal
banen voor overeenstemming tusschen
Frankrijk en Engeland.
De Engelsche bladen erkennen dat de toe
stand aan de Roer een hinderpaal vormt voor
het opschieten van een regeling en geven be
schouwingen over de wijze waarop deze
moeilijkheid te overwinnen zal zijn.
De Times vestigt de aandacht op de toe
nemende belangstelling in Duitschland voor
een bestand. In sommige kringen in Frank
rijk wordt dit denkbeeld ook besproken,
maar officieele aanmoediging ontbreekt nog.
Men stelt voor, zegt de Times, dat de Duit
sche regeering zonder haar eenige wapen ge
heel prijs te geven tijdens de onderhande
lingen hare verordeningen en geheime last
gevingen voor het volhouden van het lijdelijk
verzet zou schorsen en zich terzijde zou hou
den, om een normale exploitatie van het Roer
gebied mogenjK en ae Bezetting „onzicht
baar" te maken, zooals oorspronkelijk het
plan is geweest. Het denkbeeld verdient
een nauwkeurige overweging.
Ook de Manchester Guardian acht, indien
er eenig vooruitzicht is op een regeling, een
wapenstilstand mogelijk.
De Daily News zegtIndien van Frank
rijk eenige verzekering te verkrijgen ware,
welke Engeland in staat zou stellen, aan
Duitschland te verstaan te geven dat, in
dien het't lijdelijk verzet opgeeft, een alge
meene regeling op redelijken grondslag te
bereiken zou zijn, de hoop op overeenstem
ming zou verbeteren.
De Morning Post acht het binnen het
ressort van de Engelsche regeering om de
aandacht van de Duitsche regeering te ves
tigen op de gevaren van de politiek van ver-
Zet en haar vriendschappelijk te raden een
boodschap uit te vaardigen, om aan het ver
zet een einde te maken.
In een meer algemeene beschouwing van
het vraagstuk legt de Times er den nadruk
op, dat wat Engeland eenvoudig, doch zeer
dringend tevens zou wenschen is, dat er voor
het economisch probleem een oeconomische
oplossing werd gevonden. Als duidelijk zou
kunnen worden gemaakt, dat dit hetzelfde
is, wat Frankrijk ook wenscht, zouden er
niet veel moeilijkheden meer zijn te over
winnen, nu er een bepaalde gelegenheid is
gegeven om over te gaan tot een practische
discussie van de middelen om zulk een ge
meenschappelijk doel te bereiken. Als Frank
rijk werkelijk, even zeer als Engeland, Italië
en België en als de geheele wereld zulk een
regeling wenscht, is de weg open om daartoe
te geraken en zou een basis van overleg ge
makkelijk zijn te vinden.
Teleurstelling bij de Pa
rijschc pers.
De meeste Fransche bladen betreuren het
resultaat der bespreking van het kabinet van
Londen ten aanzien van het memorandum,
door Poincaré tot het kabinet gericht. Dit
resultaat beantwoordt voor het oogenblik
geenszins aan de verwachtingen, gegrond
op den geest van solidariteit, welke Baldwin
naar het scheen verlangend was te herstellen
tusschen de geallieerden cn fcet Foreign
Office.
De bladen zijn van meening, dat cle Fran
sche regeering, die steeds verlangend is het
eenheidsfront onder de bondgenooten te ver
wezenlijken, zooals haar stappen te Londen
bewijzen, zich niet zou mogen laten vinden
voor de Britsche opvatting, die er op neer
zou komen, dat Frankrijk haar politiek, die
in overeenstemming met het vredesverdrag
is, zou laten varen en dat de Duitschers in
hun verzet tegen de vergoeding gestijfd zou
den worden. De bladen wijzen erop, dat de
Roer iederen dag meer oplevert en de bevol
king er genoeg krijgt van de door Berlijn
opgelegde vijandelijkheden, zooals blijkt uit
het besluit, dat de burgemeesters van den
Paltz in hun vergadering te Landau ten gunste
van het eindigen van het verzet genomen
hebben.
De Matin schrijft Het verzoek van de
Engelsche regeering om met Duitschland
in onderhandelingen te treden zonder dat
het Duitsche rijk toegeeft en zonder dat de
groote industrieelen toegeven, is een verzoek,
dat zij niet aan haar eigen land zou durven
doen. Toch is het Fransche kabinet zeer ver
gegaan in een geest van verzoening en heeft
den eersten stap gedaan door te Londen zijn
zeer gematigde en zorgvuldig bestudeerde
inzichten omtrent de vergoeding •liteen te
zetten.
De „Gaulois" schrijftWij wenschen een
einde te maken aan de thans bestaande on
zekerheid, maar wij moeten in elk geval ons
waarborgen dat wij niet later gevaar loopen
het voordcel van onze overwinning te verlie
zen.
De „Echo de Paris" Het Britsche besluit
komt neer op het verzoek aau Frankrijk en
België om hun te Brussel vastgestelde ge
dragslijn te laten varen.
JAPAN EN HET DUITSCHE
VOORSTEL.
In Japansche diplomatieke kringen alhier
heeft het Duitsche memorandum een gun-
stigge indruk gemaakt en acht men het een
belangrijke verbetering vergeleken bij cle
vroegere aanbiedingen. Men hoopt dan ook,
dat het memorandum de grondslag voor ver
dere onderhalldelingen zal worden. Ook de
Japansche bladen laten zich volgens de ont
vangen berichten zeer gunstig over het me
morandum uit. i
Een compromis?
In officieele Engelsche kringen schijnt
men thans bereid het voorstel van de Belgi
sche regeering te aanvaarden als grondslag
voor besprekingen tusschen Frankrijk, Bel
gië en Engeland,
UIT HET BEZETTE GEBIED.
De gemeenteraad van Dortmund heeft in
Zijn Maandag gehouden vergadering gepro
testeerd tegen het aansprakelijk stellen der
gemeente voor den onopgehelderden moord
op de twee Fransche adjudanten en tegen de
evangenneming van den waarnemenden
lurgemeester en een wethouder, welke de
gemeente weer van twee leidende ambtena
ren berooft, zoodat de afdoening der gemeen
tezaken steeds moeilijker wordt.Verder is het
protest gericht tegen het doodschieten van
zes aan het gebeurde volmaakt onschuldige
ingezetenen.
De Franschen hebben uit de gemeente
kassen om en bij 42 millioen mark weggeno
men.
In een kennisgeving maant het gemeente
bestuur de bevolking aan zich kalm te hou
den, zich niet tot onbekookte daden te laten
verleiden en het verkeersverbod bij nacht
stipt op te volgen.
Onder de doodgeschotenen zijn de genees
heer dr. Schine, die op weg was naar het
Louise-ziekennuis, de leeraar Gotschank, de
electricien Strohmann en de 19-jarige koop
man Boschhoff.
Van Duitschen kant wordt beweerd, dat
de twee Franschen met geweer- of karabijn-
patronen zijn gedood, zoodat geen der Duit
schers bij den moord betrokken kunnen zijn.
In het bruggehoofd Dusseldorf is wegens
saBotage aan de sporen de verkeersbeperHhg
opnieuwe verscherpt. Het tramverkeer en
't verkeer met auto's, vrachtauto's en motor
fietsen is zoowel bij nacht als bij dag verbo
den. Het verkeer te voet is van 9 uur 's a-
vonds tot 5 uur 's ochtends verboden. Deze
maatregel is 15 dagen geldig.
Staat van beleg te Reck
linghausen.
In Recklinghausen werd in den nacht
van 10 op 11 Juni tusschen het station en het
stationshotel een Fransche post doodge
schoten. Over de stad werd naar aanleiding
hiervan de staat van beleg afgekondigd, met
de gebruikelijke stopzetting van het nachte
lijk verkeer, van 9 uur 's avonds tot 5 uur
's morgens, zonder eenige uitzondering voor
bepaalde beroepen. Op personen, die in den
aangegeven tijd op straat worden aangetrof
fen, wordt zonder meer geschoten. Overdag
zijn samenscholingen van meer dan vier per
sonen verboden. Een commissaris en een in
specteur van politie zijn gearresteerd en
naar de gevangenis overgebracht.
Het proces tegen Muller.
Het proces tegen het bedrijfsraadlid Mül-
ler uit het Krupp-proces zal heden Woens
dag in tweede instantie voor den krijgsraad
te Dusseldorf worden behandeld. De direc
teuren van Krupp bevinden zich, in tegen
stelling met andersluidende berichten, nog
steeds in de gevangenis te Derendorf bij
Dusseldorf. Zij zullen waarschijnlijk als ge
tuigen in het proces-Müller optreden.
ENGELAND EN SOWJET-RUSLAND.
De laatste Russische nota van antwoord is
te Londen gepubliceerd. Zij stelt vast dat op
vier verschillenpunten, namelijk de nota's
van Weinstein, de visscherij, de vergoeding
Voor de behandeling van twee Britsche agen
ten en het bedrag dier vergoeding overeen
stemming mogelijk gebleken is. Ten aanzien
van het vijfde punt, terugroeping van de
Russische vertegenwoordigers in het Oosten,
neemt Rusland het standpunt in dat zulk een
maatregel alleen mogelijk is na een gemeen
schappelij konder zoek van eenzijdige of weder-
zijdsche beschuldigingen Ten aanzien van
het zesde punt, vergoeding van schade door
Britsche onderdanen geleden, kan Rusland
het beginsel der reciprociteit niet opgeven.
De Russische regeering ziet geen anderen
weg voor een regeling van de alsnog bestaan
de geschillen dan door onderhandelingen.
DE OMWENTELING IN BULGARIJE
De correspondent van de Vosslsche Zeitung
te Belgrado verneemt, dat de gezanten van
de landen der kleine entente te Londen, Pa
rijs en Rome oodracht hebben ontvangen de
aandacht der groote mogendheden op de ge
beurtenissen in Bulgarije te vestigen en te
vens te herinneren aan de ontwapeningsbe
palingen van het verdrag van Neuilly. Een
schending van deze bepalingen zou den vre
de ernstig in gevaar brengen.
Stamboeüïnski gevangen
genomen
Volgens de berichten, Zondagnacht te
Belgrado ontvangen, zou Stamboeliïski op
het laatste oogenblik toch nog zijn gevangen
i?enomen. Ook minister Doepanof, die zich
Zaterdagnacht evenmin in de hoofdstad be
vond, zou zijn aangehouden.
Volgens de Journal zou Stamboeliïski in
zijn woning te Slawoitsa omsingeld zijn door
politie en gewapende boeren. Wat er met den
gewezen minister-president geschied is, schijnt
dus in elk geval nog niet vast te staan.
De straatgevechten te Sofia, waarvan al
zjewag is gemaakt, zouden zijn voorgevallen
jij de ontwapening van een regiment, dat
weigerde zich bij de omwentelaars aan te
sluiten. Naar men weet, zijn bij deze gevech
ten 80 gendarmen gedood.
Behalve de ministers van de vroegere ka
binetten die door Stamboeliïski gevangen
waren gezet, heeft de nieuwe regeering ook
de leden van het Macedonisch comité in
vrijheid gesteld. Toen de ministers en comité-
leden de gevangenis verlieten, juichte de me
nigte hen toe.
De berichten uit Belgrado verzekeren
voorts, dat generaal Lazarof, de leider van
den staatsgreep, begonnen is vrijwilligers
aan te werven.
Te Sofia is het straatverkeer na 's avonds
9 uur verboden. Patroeljes op vrachtauto's
voorzien van machinegeweren, doorkruisen
de straten.
Aan berichten van Reuter in de Engelsche
bladen zij nog ontleend, dat de communisti
sche leiders den minister van binnenlandsche
.aken verzekerd hebben, dat hun partij jegens
de regeering een loyale houding zal aannemen.
Er zijn geen uitzonderingsmaatregelen ge
troffen en er is geen censuur ingesteld. Ook
is de staat van beleg niet afgekondigd en
functioneeren telegraaf en telefoon normaal.
Bij een huiszoeking in Stamboeliïski's
woning te Sofia zou een belangrijk bedrag
aan Zwitsersche franken, ponden sterling
en Bulgaarsche biljetten in beslag zijn ge
nomen, met stukken en brieven. Dit wijst er
op, zegt Reuter, dat de gewezen minister
president niet verwachtte ten val te zullen
worden gebracht.
EEN TURKESTANSCHE REPUBLIEK?
Uit Nathia Gali wordt aan de „Times"
gemeld, dat in Afghanistan en Britsch-
Indië een aantal voorname leiders van „Jong
Bokhara"-partij is aangekomen met het uit
gesproken doel sympathie en materieelen
steun te erlangen voor hun plan tot hef stich
ten van een Turkestansche Nationale Re-
publick. Zij beweren een uitgebreide bewe
ging te vertegenwoordigen, die de stichting
nastreeft van een Federatie van Centraal-
Aziatische Mahomedaansche staten, onaf
hankelijk van de Russische overheersching.
Deze propagandisten zijn» volgens den cor
respondent mannen, die, nadat zij hulp
verleend hadden aan de Russen ten tijde
van de revolutie in Bokhara in 1920, hooge
betrekkingen hebben vervuld in de Sovjet
republiek van Bokhara. Zij beweren echter,
ten zeerste teleurgesteld te zijn ten aanzien
van Rusland en hun land van den Russi-
schen invloed te willen bevrijden.
GOED WEER OP KOMST?
De Engelsche bladen, die de weerkundigen
met vragen bestormen met vragen, wanneer
het eindelijk zomer wordt, troosten het pu
bliek met de verzekering, dat de aangekondig
de anti-cycloon, die mooi weer moet bren
gen, steeds meer nadert en dat hij vermoede
lijk lang stand zal houden.
VADERMOORD UIT MOEDER
LIEFDE.
Te Pau heeft een jongen van dertien jaar
zijn vader, een dronkaard, vermoord toen
deze bezig was de moeder, die als oppassend
bekend staat, te mishandelen. Op het oogen
blik, dat de dronkeman zijn vrouw trachtte te
wurgen en deze om hulp schreeuwde, heeft
het kind zijn vader een vlijmscherp mes in
den rug gestoken. Het kind is ontzet over
zijn daad en een dokter heeft verklaard, dat
de jongen door een noodlottig toeval juist
zóó gestoken heeft, dat de wonde doodelijk
moest zijn.
De naweeën van den oorlog, waardoor
Oostenrijk zoo zwaar getroffen is, hebben
toch niet kunnen beletten, dat het aantal
auto's te Weenen sinds 1914 aanzienlijk is
toegenomen. Ir. Augustus 1914 waren er,
naar de Fremdenpresse meldt, 1680 particu
liere auto's met benzinemotoren, 1596 taxi's
en 73 electrische auto's, verder 512 vracht
auto's en 748 motorfietsen. Tijdens den oor
log is dit aantal natuurlijk aanzienlijk ver
minderd, doch nadien is er weer een geregel
de stijging ingetreden. Den len Mei waren
er 4399 particuliere auto's, 1688 taxi's, 140
electrische auto's, 1668 vrachtauto's en 2126
motorfietsen.
De stijging van het aantal vrachtauto's is
geschiede ten koste van het verkeer met
paarden, dat aanzienlijk verminderd is. Het
vrachtautoverkeer zou nog grooter zijn als
niet in de binnenstad het rijden met bijwagens
verboden was, wat zoowel om veiligheidsrede
nen als voor het behoud van de vele oude en
wrakke huizen geschied is. De toeneming
van het aantal motorfietsen is ten deele daar
aan toe te schrijven, dat er zooveel fietsen met
aanhangmotor worden gebruikt, welke ook
tor de motorrijwielen worden gerekend. Mo
torfietsen moeten wel een nummerbewijs
hebben, doch zijn geen belastingobject. Voor
particuliere auto's beloopt de belasting
miljoenen, voor een electrische auto ruim
miljoen 's jaars. Benzine-auto's worden aan
geslagen naar het aantal paardekrachten, voor
electrische auto's is een vaste som verschul
digd. Dat deze minder betalen moeten, komt
omdat zij minder schade aan het plaveisel
toebrengen. Benzine-vrachtauto's betalen
18.000 kr. per P. K„ electrische een vaste som
van 240.000 kr.
Men kbagt bij de toeneming van het auto
verkeer erg over de stofplaag en de gezond
heidscommissie heeft zelfs voorgesteld het
rijden met auto's 's Zondags voor een deel
van den dag te verbieden, doch zoover zal
men wel niet gaan, daar men het te gek
acht menschen, die hooge belastingen be
talen voor hun genoegen, dat genoegen te
verbieden op den dag, dat zij er de beste ge
legenheid toe hebben. Het teren of oliën van
de drukste wegen zou een beter middel zijn.
Op overtreding van de politieverordening
op het verkeer zijn zware straffen gesteld, de
maximumboete is onlangs verhoogd tot
1.200.000 kr. wat voor Oostenrijk zelf een
hoog bedrag is, en op ernstige overtredingen
staan vrijheidsstraffen. Eigenaardig is, dat
het aantal bekeuringen niets hooger is can
voor den oorlog en dat den laatsten tijd net
aantal ongelukken sterk verminderd is, wat
men eensdeels toeschrijft aan de strenge be
straffing van onvoorzichtige rijders, ander
deels aan het feit, dat de chauffeurs, doordat
er minder vreemdelingen komen, minder
groote fooien krijgen en zich daardoor min
der bedrinken, want de meeste ongevallen
geschiedden als de bestuurders beschonken
waren,
Zondag zijn de oud-minister van oor
log in Frankrijk, generaal Messimy en Fouil-
loux tot de socialistische radicalen behoo-
rend, tot Senator gekozen in het Ain-depar-
tement.
In het departement der beneden-Seine
zijn Zondag Léon, de radicale burgemeester
van Havre en René Coty, van de links-repu-
blikeinsche partij, tot Kamerlid gekozen.
De Petit Parisien deelt mede, dat de
Fransche troepen in Marokko onder aan
voering van generaal Poeymireau de volgen
de week een slag van beteekenis zullen leve
ren tegen de oproerige Atlas-stammen der
Ait-Tzeraesjen.
Parijsche bladen spreken de verwach
ting uit, dat de regeering Höllern, het Duit
sche Rijksdaglid, dat na langdurige hechte
nis dezer dagen op vrije voeten gesteld zou
worden, gevangen zullen houden in verband
met den op de twee Fransche officieren te
Dortmund gepleegden moord.
Naar schatting zijn er te New York
op het oogenblik 150 a 200 schepen, die in
gevolge de nieuwe anti-drank-voorschriften
„droog" moeten vertrekken. De meeste
dier schepen zijn vrachtbooten, die niet tot
de vaste lijnen behooren daaronder zijn tal
van Fransche, Italiaansche en Spaansche
schepen, welker bemanningen gesteld zijn
op hun wijnrantsoen, 't welk hun trouwens
door de scheepswetten van hun eigen land
wordt gegarandeerd. De consulaire vertegen
woordigers te Frankrijk en Italië te New-
York hebben naar Washington geseind om
uitstel van de dwingende bepaling te verzoe
ken echter zonder dat dit eenig succes heeft
gehad.
De scheepsofficieren zijn er niet bang voor,
dat de bemanningen uit den band zullen
springen, zoolang de schepen nog in de haven
liggen maar zoodra zij eenmaal het anker
hebben gelicht, zou het kunnen voorkomen,
dat de bemanning moeilijkheden zal maken.
Fransche schepen in de transatlantische
passagiersvaart, die thans Havre verlaten met
een Amerikaansche haven tot bestemming,
zullen voor iederen passagier 10 flesschen
wijn aan boord hebben, drie flesschen cham
pagne en een gemengden sterken drank voor
raad, die niet meer zal bedragen dan een
halven liter.
Uit de statistieken blijkt, dat dit het ge
middelde drankverbruik is bij een overtocht.
Daarbij moet nog worden in het oog gehou
den, dat de consumptie-voorraad per pas
sagier feitelijk hooger is want als passagiers
zijn in de statistiek ook meegerekend de kin
deren, zelfs de zuigelingen, wier alkoholrant
soen natuurlijk verdwijnt in de dorstige kee
len der volwassenen.
Ford, de automobielfabrikant, heei
weer wat nieuws bedacht. Hij wil het lege
en de vloot wat minder improductief maken
dan het uit den aard der zaak is. Hij wil aai
deze beide organen de taak opleggen, de Vol
stead-Act (dit is het drankverbod-amende
ment) te handhaven.
Dat zou Ford heel wat beter vinden dan 1.
ger en vloot te gebruiken voor drillen en oefc
nen en voor het gelegenheid geven tot ht
innemen van een deftige positie op afgelege
postjes.
Indien men de toepassing van de wet nk
opdraagt aan leger en vloot,en die er niet voo
zorgen, dat de toepassing op behoorlijke wijz
plaats vindt, zal naar Ford vreest he
Amerikaansche volk nijdig worden over d<
manier waarop de zaken thans vermodderc
worden. Leger en vloot zouden de drank
smokkelaars zeker heel gauw klein gekreger
hebben, indien het opknappen van de zaal
aan hen werd toevertrouwd. Vele Ameri
kanen zouden zich meent Ford bij he-
leger aansluiten om de toepassing van de anti
drankwet af te dwingen en men zou dan spoe
dig merken hoe populair de Volsteadwet is
De heer Ford is een overtuigd afschaffer
Hij verklaarde ook nog het volgende
„Drank heeft nog nooit iemand goed ge
daan en geen werkgever, die zijn verstam
bij elkaar heeft zou toelaten, dat er in zijn fa
briek drank werd gebruikt. Ik heb in onz<
fabrieken een groote verandering geconsta
teerd, sinds het drankverbod van krach
werd".
Aan de „Daily Mail" wordt uit Teruza
lem het volgende geseind Een afdeelinj.
Britsche gendarmerie, die aan een escortee-
ring van den hoogen commissaris Sir Herbert
Samuel, die een tocht maakte door het noor
delijk deel van Palestina, terugkeerde, viel te
Ain-el-Melahah, dicht bij de Syrische grens
in een hinderlaag. Twee gendarmes werden
gedood, drie gewond, van wie één later over
leed. Naar men verneemt waren de aanval
lers Bedo-iïnsche roovers uit Syrië of Trans-
jordanië. Naar vernomen wordt heerscht er
groote ongerustheid in officieele kringen over
de veiligheid van Sir Herbert Samuel, die
thans kampeert met een escorte van Inland
sche Palestinensche gendarmerie, die het es
corte even voordat de Britsche gendarmerie
in hinderlaag vielen, hadden overgenomen.
Volgens een bericht uit Duitsche bron
verkoopen de Franschen in de haven van
Dusseldorf de centenaar steenkool voor 4500
mark aan elk, die bereid is een geschrift te
teekenen, waarin hij de Rijnlandsche repu
bliek erkent. Vele Duitschers die het niet
zoo nauw nemen met de trouw aan het vader
land, maken van de gelegenheid gebruik om
goedkoope kolen in te slaan, en ze met een
flinke winst van de hand te doen.
De loonen der mijnwerkers in het Roer
gebied zijn met ingang van 15 dezer tot ge
middeld 43.000 mark per dag verhoogd
De verhooging bedraagt 15.000 mark.
Naar uit parlementaire kringen ver
nomen wordt, zal de heer Schlesinger, de
vroegere chef van het graanbureau, tot
Duitsch commissaris voor de onderhandelin
gen over de levering van graan door Rusland,
worden benoemd. Deze onderhandelingen
zijn thans in het beslissende stadium. Rus
land verlangt, dat Duitschland een krediet
van 20 miljoen goudmark ter beschikking
zal stellen, welk gevonden zou moeten wor
den door de gedwongen leening tot het tien
voudige te verhoogen.
Dieven zijn, naar het Hollandsch
Nieuwsbureau meldt, binnengedrongen in de
kerk van de H. Maria del Giglio te Venetië,
waar zij zich door de zoldering naar beneden
hebben laten zakken, waardoor de kostbare
fresco'js werden beschadigd. Zij braken het
altaar 'open. Het gewijde vaatwerk namen zij
weg, doch zij hebben het ten slotte op het
altaar achtergelaten. Alleen stalen zij twee
zilveren wierookvaten, drie kelken en de ge
schenken, waarmede het Mariabeeld ver
sierd was.
„AKELIG MOOI"
is inderdaad de nuchtere overpeinzing van
den man, die in „Het Volk" van Zaterdag de
monarchie in een bespottelijk daglicht tracht
te stellen door wat zoutelooze aardigheden
te tappen naar aanleiding van Koning Haa
kon's bezoek aan Amsterdam.
In zijn smalenden stijl schr'jft de socialis
tische scribent over koning Haakon: „Een
eenvoudig man, wiens vrouw zoo maar, net
als u en ik, op het achterbalcon van een
tram staat, als ze uit schaatsenrijden gaat."
In elk geval is deze koninklijke vrouwe
dan wèl zoo bescheiden, als zekere socialis
tische dames en heeren er zijn dergelijke
overheidspersonen en kapitalisten onder ben
die heerlijk in auto's wiegelen. Wat wij
hun van harte gunnen na harden arbeid,
mits zij dan geen praatjes van anderen
maken.
Maar akeliger dan nuchter, integendeel
zeer gevaarlijk is deze bewering van „Het
Volk":
„Eenmaal het gezag erkend zijnde, dat bo
ven de menigte staat en buiten haar tot
stand komt, moet die heerschappij, bij ge
breke van een waarachtigen rechtsgrond,
met tooverachtige symbolen en vergulde
zichtbaarheden worden uitgedost, om het
domme, want niet zich zelf regeerende
Daar wacht hij.... onbeweeglijk.
Met de beide handen verkleint hij 't ge-
b'chtsdoel.
Dat doel is de hemel, in wiens licht blauw
uitspansel, wit en donzig als zwanenvacht,
de doorschijnende wolken naar het noorden
zweven.
De zon staat reeds hoog. Het schijnt bijna
ongelooflijk dat iemand zoo lang, zóó aan
houdend de oogen vestigen kan in dien ver-
bijsterenden gloed van wit en blauw.
En toch kijkt hij onverpoosd voort. Ach
ter hem kweelt een zwerm speelzieke vogel
tjes in het lief prieeltje. Het geitenblad op
gesmukt met zijn gele trosjes van honig-
kelkjes, slingert er zijn fijn groen langs hon
derd dooreengewrongen takken.
Het is daar 'n gefluit en gekwetter, 'n vliegen
en 'n dartelen, dat 't gegons der bijen ver
dooft, die onvermoeid in al die zoete kelkjes
buit vergaren. Hij staat er nut den rug naar
toe.
Links, Ian;s een groene dichte kornoeljen-
h;?g, loopt het aschgrauwe pad van uit het
prieëltje naar 't huis. Rechts is het omzoomd
®°or een breeden boord grasbloempjes die
hun geschakelde kopjes in de lucht wiegen.
Een groene Iavendelplant steekt uit naar
puntig loover, het grijs-violet harer geur-
korreltjes in de lucht.
In het smal streepje langs het pad, is 't
een afwisseling van allerlei bloemen en loo
ver, de weelderige erwt die met haar witte
bloemen, ardappelstruiken en malsche koo
ien omzoomt.
't Is baas Willekens, de bekende meester
kleermaker van 't stadje Z...., die daar
roerloos achter in zijn tuin zit, als 'n stand
beeld.
~A1 't schoone om hem heen, laat hem on
verschillig. Hij kijkt steeds naar 't onmeete-
lijk uitspansel. De wolken alleen schijnen
Zijne aandacht waardig.
De deur van het achterhuis gaat open,
en onder 'n bloemrijken hoed komt 'n bruin
kopje, waaronder 'n lieflijk lachend gezichtje,
te voorschijn, als een andere, maar levende
bloem.
'n Flink meisje, mooi in haar Zondags-
kleeren, het dikke kerkboek nog in de hand,
treedt vlug den tuin in, niet zonder eerst 'n
kijkje te wagen over de kornceljehaag bij
den buurman.
Haar donzig wangen kleuren boven haar
koralen lippen, en uit de bruine oogen straalt
'n zacht licht.
Al 't schcone van tuin, lucht, bloemen,
vindt ruim uit heur levendige kijkers toegang
in heur hart en dank tot den Schepper.
Met zwierige - tred is zij bij Willekens.
Vader, de mis is uit, de koffie is klarr.
Vader, stilzwijgend, kijkt strak vcort naar
de lucht.
- Vader lief, de ham, sist reeds ia c'c pan.
Moeder zegt, ge zoudt dadelijk komen.
Vader beweegt zich nietzij drukt zachtjes
zijn schouder met den blanken vinger
Vader..,.
Hevig schuift baas Willekens zijn griek-
sche muts naar den nek zonder zijne oogen
van den hemel te wenden, maakt hij een
driftig, afwijzend gebaar met de hand, en
herneemt zijn vorige houding.
O die duiven 1 die duiven 1 mompelt
Leentje. Zij laat een misnoegd lipje hangen
en gaat terug naar huis. Maar, dat lipje plooit
ijlings tot 't zoetste lachje in haar morgen
groet.
Achter de haag staat de rijzige gestalte
van Geeraert Bloem, den blonden zoon van
buurman Bloem, den bakker. „Dag Leen
tje," groet hij hartelijk, en vergenoegd rusten
zijn blauwe kijkers in heur donkere oogen,
erwijl hij, met de armen cp de haag leunend,
haar fluisterend nu toespreekt. Leentje plukt
en krult de bladjes der haag en kijkt ook al
eens naar de talrijke prentjes in haar kerk
boek.
Meester Willekens blikt nog altcos ten
hemel op. Uit Geeraert's huis treedt, zes
voet lang, 'n dikke man te voorschijn. Zijn
gevuld gelaat is glad geschoren. De bolle
hoed ligt in zijn nek. Zijn groote oogen
lachen. Een mooie, driekleurige kat kromt
rond zijnen hals, loopt op de uitgestrekte
armen uit, en keert dan spinnend en streelend
naar het lachend gelaat, dat het streelt met
rug en staart, 't Is meester Bloem, ds eerste
bakker van Z...., die goedig kijkt naar 't
gelukkig paar.
Buurman Willekens, veel kleiner dan hij,
ziet hem niet eens, en kijkt de wolken den
hemel uit. Uit het huis van Willekens komt
een grijze priester, den dikken brevier onder
den arm, langzaam vooruit. Hij kijkt waar
Bloem naar kijkt en glimlacht.
De E. H. Wijckmans, rustend pastoor,
die meer door ziekelijkheid dan van ouder
dom, zijn ontslag heeft moéten nemen, woont
bij vrouw Willekens, zijne zuster, in. Zijn
goede cogen getuigen var zachtmoedigheid;
zijn verbleekte wangen van de jaren, in den
dienst des Heeren doorgebracht.
De twee geliefden bemerken hem, willen
scheiden hij draait hen den rug en treedt
naar meester Bloem beiden wisselen een
handdruk over de haag.
Wat 'n heerlijke morgen, buurman 'n
Mensch herleeft en verjongt. God is toch
goed
O, Hij 1 heer pastoor. Kijk eens hoe mijn
Tanneke lief blinkt bij z»c/n zonneschijn.
Slimmer dier heeft de Heer niet geschapen.
Niet waar, poesje en hij streelt den krom-
menden rug der spinnende kat, die haar dik
ken, zwarten staart pronkend naar de hcogte
houdt.
'n Mooie poes. Vangt ze veel muizen
Vangt ge veel muizen, Janneke en
Janneke, tot antwoord, wrijft haren staart
onder den neus van haren meester.
Willekens kijkt stijf voort naar de lucht.
De deur gaat openop ee kier. Een
lang mager gezicht, verlengd
nog door een puntig bakkebaardje, kijkt
met 'n gemaakten lach door de reet. Dan
volgt 'n lang en smal lijf, en, met den hoed
in de hand en 'n heusche buiging, kijkt deze
vreemde bezoeker eerst een oogenblik naar
het tooneel in den hof. Zwart glimt het stijve
haar. De breede vleugelen trillen nu mis
noegd onder den dikken neus, en zijn groote
boloogen kijken toornig uit 't bruin gelaat.
De kleermaker bemerkt hem natuurlijk
niet, en ook de anderen schijnen geen acht
op mijnheer Ernest Van der Zeepen te slaan,
die nog kwader kijkt naar 't minnend paar.
Tusschen zijn tanden reutelt er zoo iets als
n verwensching, als fluks, beleefd groetend,
iemand naast hem staat, en vraagtWat
is er van uw dienst mijnheer de notaris?
Heer Ernest is eerste klerk bij den heer
Havermaet, notaris te Z.
Ik kom voor mijn kostuummijn
kostuum, mij voor dezen morgen beloofd
was het kwaad, piepend antwoord van den
langen klerk.
Waarom heeft mijnheer Van der Zee
pen mij dit ook niet gezegd En de stem
van Vinus Bols, den meesterknecht van Wil
lekens, drukte heel beteekenisvol op het
woordje „mij," terwijl zijn glimlach Zeggen
wilde het is immers Vinus Bols, op wien
alles hier rust.
Een valsch gezicht, die Vinusop zijn
bleeke, vooruitspringende kaken kromde ee
fijne en puntachtige neus, waar langs ge
durig knipten, eenigszins verborgen in diep
gerimpelde kasjes, een paar oogjes die dan
eens grijs, dan eens groen schenen. Zijne
lippen lagen als de bladeren van een ^boek,
geheimzinnig geplooid, boven een in 't oog
vallend kleine kin, dat maar ééne lijn vormde
met die van zijn hals, welke te schuins naar 't
weinig sierlijk gelaat liep.
Om in dit gebrek van zijn figuur te voor
zien, had Bols elke week, ju jaren lang,
doen krabben en herkrabben onder dit aar
dig kinneke. Zijn persoon was wel verzorgd,
fijn en netjes was hij gekleed. Een goed kleer
maker moet immers zijne kunst kunnen ver-
toonen.
Wanneer mijn meester zijne duiven m
het hoofd heeft, dan denkt hij aan niets an
ders.
WelWel 1 Ik zal terugkomen, piepte
de notarisklerk, na zijn duivenwerk.
Oh Dat zou laat kunnen zijn.... zei
droogjes Vinus Bols, en zijn fijne lippen plooi
den zich misprijzend. Ik ga hem roepen.
Terwijl mijnheer Van der Zeepen door de
twee pratende buren en het minnend paar
onbemerkt bleef, gleed Vinus, beleefd groe
tend, langs dezen door, tot bij meester Wil
lekens. Hij duwde hem zacht tegen den
schouder.
Meester Willekens sloeg zijn Grieksche
muts wat meer in den nek, en maakte weer
met de linkerhand een afwijzend gebaar,
dat zeggen wilde „Laat me met rust."