Indische Brieven. BUITENLAND BINNENLAND. Tweede Blad 13 Juni 1923 SEtf. BImm, BERICHTER. LIEFDE OVERWINT Engeland en het Duitsche aanbod: teleurstelling bij de Fransche pers; een compromis op grondslag van de Belgische voorstellen? De om wenteling In Bulgarije; Siamboulinski zou volgens sommige berichten toch gevangen genomen zijn. Wijziging der Amerikaansche drankwetten te wachten. Onder de Telegrammen: De Britsche regeering zal eerst over eenige dagen haar houding tegenover het Britsche aanbod bepalen. Een debat over de Roerbezetting in de Belgische Kamer. Gevechten in Bulgarije, t— Alle gevangenen der Chineesche trelnroovers zijn in vrijheid gesteld. FEUILLETON. XIX. Zondag, den 22sten April, vierde de Ka tholieke Sociale Bond, afd. Batavia, zijn tien jarig bestaan. Opgericht in 1913, was deze bond in Indië de eerste organisatie, welke ten doel kreeg „mede te werken, aan den socialen bloei van Nederlandsch Indië". Gebruikmakend van de ervaring in Nederland opgedaan, begon men toen onmiddellijk met een duidelijke scheiding te brengen tusschen de actie op sociaal en die op politiek gebied. Bij alle organisaties, welke later in dit land werden opgericht, werd hetzelfde voorbeeld gevolgd. Naast, en men kan ook zeggen, gesteund door de sociale organisaties ontstonden de „Katholieke Vereenigingen voor Politieke Actie". Van de Katholieke Sociale Bonden is de Bataviasche altijd de grootste en krachtigste gebleven. Het ledental bedraagt momenteel ongeveer 450. Ik zal geen opsomming geven van hetgeen in die tien jaren, welke nu achter ons liggen, werd tot stand gebracht. De lezers van mijn brieven weten er reeds het een en ander van. Slechts mag hier wel naar voren worden ge bracht, dat deze Bond in de hoofdstad van Insulinde veel heeft bijgedragen tot de ver betering van de positie der Katholieken. En niet alleen wat betreft die te Batavia, of op Java alleen, doch ook over geheel dit eilandenrijk. Z.D.H. Mgr. Verstraelen, Apostolisch Vi caris der Kleine Soenda-eilanden, die op den dag van het feest te Batavia vertoefde, stelde dit in zijn toespraak tot de feestvierende Ver- eeniging nog eens in het licht, toen hij zijn vreugde uitdrukte over het feit, dat de Ba taviasche organisatie der Katholieken zoo'n krachtig leven vertoonde. „Want" zoo zeide Z.D.H. „wij op de Soenda-eilanden ondervinden het, dat tegenwoordig aan ons werk veel minder belemmeringen in den weg worden gelegd dan een tiental jaren geleden." Zoo is het inderdaad. Voor gansch de missie van Indië is het be staan van krachtig werkzame Katholieke ver eenigingen op Java en in het bijzonder te Ba tavia van groot nut. En het is goed, dat men dit ook in Nederland begrijpe, hoe verster king van deze laat het dan zijn in mee- rendeel niet-Inlandsche organisaties, tot ze gen strekt aan de Inlandsche Katholieken in alle gewesten. De herdenking van het 10-jarig bestaan van den Bataviaschen Bond geschiedde op zeer kalme, doch waardige wijze. Het feest werd ingezet met een plechtige Hoogmis in de Kathedrale Kerk, en een algemeene H. Communie der leden. Daarna werd in het Bondsgebouw een feestontbijt opgediend, en de ochtend besloten door een gezellige bijeen komst. Zoo bleef alle uiterlijk vertoon achterwege. Wel genoot de Bond de eer in zijn gebouw de gelukwenschen in ontvangst te mogen nemen van twee Kerkelijke Hoogwaardig- heidsbekleeders. Deze waren Mgr. Verstrae len, die ik hier boven noemde, cn Mgr. E. S. Luijpen, onze beminde Bisschop, die, on danks den slechten staat zijner gezondheid, niet wilde nalaten persoonlijk zijne geluk wenschen te komen brengen. Hoe •weinig konden wij toen vermoeden, dat het de laatste keer zou zijn, dat hij in ons midden kon zijn. Mijne lezers weten het reeds Mgr. Luij pen is vatn ons heengegaan. Nog is, nu ik dit schrijf, gansch Batavia onder den indruk van het verscheiden van den man, die in alle kringen geëerd en in Ka tholieke kringen vereerd werd. Plotseling is hier het einde gekomen aan een echt missionarisleven. Tien dagen nadat wij hem in den Bond mochten zien, moesten wij den gang doen naar zijn laatste rustplaats. Wel klaagde hij dien Zondag over ver moeidheid, en die hem kenden zagen aan de uitdrukking van zijn oogen, dat het lichaam leed, zooals het eigenlijk de laatste jaren steeds heeft gedaan, nu eens erger en wel eens zoo erg, dat wij toen reeds verwacht ten hem te moeten verliezen nu eens min der, zoodat wij allen de hoop gingen koes teren hem nog langen tijd te mogen behou den. Het was in zoo een periode van beterschap, dat het plan werd opgevat zijn aanstaand zil veren Bisschops-jubileum tot een bijzonder feest te maken, en het was met deze bedoe ling dat begonnen werd aan de inzameling van gelden, teneinde het mogelijk te maken op den 12den November aan Mgr. Luijpen een geldsom aan te bieden, te bestemmen als eerste stamkapitaal voor de stichting van een Katholieke jongensschool voor Middel baar en Voorbereidend hooger Onderwijs. Hoe was ons hoofd reeds vol van plannen om onzen beminden kerkvorst de blijken te geven van onze verknochtheid en onze toewijding. Eenmaal ten minste wilden wij dit doen, openlijk en duidelijk. Het is ons niet gegeven geworden. De dood, die reeds zoovele jaren om hem heen geslopen had, rukte hem plotseling uit ons midden. Zoo bleef hij gespaard voor dat openlijke hulde-betoog. Gespaard, ja, inderdaad. Want deze alom- geziene man was de eenvoud zelve. En wan neer hem iets afkeerig was, dan was het wel zoo een openbare huldiging. Nog zie ik het afwijzend gebaar van zijn moede hand, toen ik als voorzitter van den Bataviaschen Bond hem mocht toespreken en danken voor zijne gelukwenschen. Nog zie ik, hoe van onder zijn ruige wenkbrauwen een blik van verwijt me trof, toen ik in herinnering bracht welk een krachtigen steun wij van hem bij ons werk ontvingen Maar toch ben ik blijde, het toen uitge sproken te hebben, dien eenen keer tot hem persoonlijk, dat wij in ons hart voor hem een plaats hadden ingeruimd, welke hij nimmer zou verliezen. Zijn begrafenis bracht op bijzondere wijze de algemeene deelneming tot uiting. Op den middag van den 2den Mei over gebracht uit de Kapel van het St. Carolus- ziekenhuis naar de Kathedrale kerk, waar te 6 uur de Zwarte Metten werden gezongen, werd zijn ontzield lichaam terwijl eenige leden van den K.S.B. en den Kath.Jongelin gen Bond een eerewacht vormden door de geloovigen een laatste groet bebracht. Den volgenden morgen, na de stille H. Mis te 6 uur, vond de plechtige uitvaartdienst plaats. De groote ruimte der Kathedrale kerk was tot benauwens toe gevuld. In de voorste banken had een groot aantal officieele perso nen plaats genomen. De Resident van Bata via vertegenwoordigde de Regeering, terwijl Z.Exc. de Gouverneur-Generaal zich door een zijner Adjudanten, en de Legercomman dant, evenals de Vice-Admiraal, zich dooreen hoofdofficier hadden doen vertegenwoordi gen. Verder waren aanwezig de voorzitter van den Volksraad, verschillende hoofden van Departementen en vele andere autori teiten. In de kerk sprak Pastoor Hellings een tref fende lijkrede uit, waarbij als tekst gekozen was de woorden van den Apostel Paulus „De liefde zoekt zich zelve met, de liefde is niet eerzuchtig." De lijkkist werd door acht leden van den Katholieken Socialen Bond uit de kerk ge dragen. Daarbuiten vormde zich, te midden van een dichte menschen-menigte met eenige moeite de begrafenis-stoet. De schat van bloemstukken en kransen, welke ondanks den uitgesproken wensch van de geestelijk heid van alle zijden waren toegezonden, werden in een afzonderlijke autobus naar het kerkhof gebracht. Slechts één krans dek te de kist, die van Zijne Exc. den Gouver neur Generaal. Overal langs de wegen hadden zich be langstellenden opgesteld. Van scholen en Departements-kantoren waren allen uitge- loopen om den stoet te zien voorbij gaan. Op het kerkhof wachtten nog vele anderen de teraardebestelling af. Daar waren onder meer de President van de Javasche Bank, eenige leden van den Raad van Indië en de plaatselijke Commandant van Batavia. Als slippedragers bij den gang naar het graf fungeerden bestuursleden van Katho lieke vereenigingen. Bij het graf werden de ritueele gebeden verricht en zong het St. Caecilia-koor aan doenlijk mooi het „Ecce quomode moritur". Nadat de lijkkist in de groeve was neer gelaten dankte Pastoor van Hoof namens de geestelijkheid van Indië voor de hier ge toonde belangstelling en eerde in een korte rede de nagedachtenis van den gestorvene. Zoo was de laatste gang van dezen eenvou- digen man van grootsche, indrukwekkende plechtigheid.^ En met dat al was ze slechts een zeer onvolkomen uitdrukking van de gevoelens, welke wij in het hart droegen. Monseigneur Luijpen, Uw geest leve voort in ons, en make ons eenvoudig en dapper, zachtmoedig en sterk naar uw voorbeeld. J. A. M. d. F. HET NIEUWE DUITSCHE AANBOD. Engeland en Frankrijk. Het gesprek tusschen den Franschen ge zant de St. Aulaire en Lord Curzon heeft zich in een gunstige atmosfeer ontwikkeld, wordt uit Londen geseind. In officieele krin gen is men geenszins verbaasd over het nega tieve resultaat, dat voorzien was voor de eer ste aanraking. Men voorziet nu,dat verschei dene gesprekken noodig zullen zijn, vóór men tot een gemeenschappelijk standpunt van de geallieerden genaderd is. Het is mo gelijk, dat het Belgische plan den weg zal banen voor overeenstemming tusschen Frankrijk en Engeland. De Engelsche bladen erkennen dat de toe stand aan de Roer een hinderpaal vormt voor het opschieten van een regeling en geven be schouwingen over de wijze waarop deze moeilijkheid te overwinnen zal zijn. De Times vestigt de aandacht op de toe nemende belangstelling in Duitschland voor een bestand. In sommige kringen in Frank rijk wordt dit denkbeeld ook besproken, maar officieele aanmoediging ontbreekt nog. Men stelt voor, zegt de Times, dat de Duit sche regeering zonder haar eenige wapen ge heel prijs te geven tijdens de onderhande lingen hare verordeningen en geheime last gevingen voor het volhouden van het lijdelijk verzet zou schorsen en zich terzijde zou hou den, om een normale exploitatie van het Roer gebied mogenjK en ae Bezetting „onzicht baar" te maken, zooals oorspronkelijk het plan is geweest. Het denkbeeld verdient een nauwkeurige overweging. Ook de Manchester Guardian acht, indien er eenig vooruitzicht is op een regeling, een wapenstilstand mogelijk. De Daily News zegtIndien van Frank rijk eenige verzekering te verkrijgen ware, welke Engeland in staat zou stellen, aan Duitschland te verstaan te geven dat, in dien het't lijdelijk verzet opgeeft, een alge meene regeling op redelijken grondslag te bereiken zou zijn, de hoop op overeenstem ming zou verbeteren. De Morning Post acht het binnen het ressort van de Engelsche regeering om de aandacht van de Duitsche regeering te ves tigen op de gevaren van de politiek van ver- Zet en haar vriendschappelijk te raden een boodschap uit te vaardigen, om aan het ver zet een einde te maken. In een meer algemeene beschouwing van het vraagstuk legt de Times er den nadruk op, dat wat Engeland eenvoudig, doch zeer dringend tevens zou wenschen is, dat er voor het economisch probleem een oeconomische oplossing werd gevonden. Als duidelijk zou kunnen worden gemaakt, dat dit hetzelfde is, wat Frankrijk ook wenscht, zouden er niet veel moeilijkheden meer zijn te over winnen, nu er een bepaalde gelegenheid is gegeven om over te gaan tot een practische discussie van de middelen om zulk een ge meenschappelijk doel te bereiken. Als Frank rijk werkelijk, even zeer als Engeland, Italië en België en als de geheele wereld zulk een regeling wenscht, is de weg open om daartoe te geraken en zou een basis van overleg ge makkelijk zijn te vinden. Teleurstelling bij de Pa rijschc pers. De meeste Fransche bladen betreuren het resultaat der bespreking van het kabinet van Londen ten aanzien van het memorandum, door Poincaré tot het kabinet gericht. Dit resultaat beantwoordt voor het oogenblik geenszins aan de verwachtingen, gegrond op den geest van solidariteit, welke Baldwin naar het scheen verlangend was te herstellen tusschen de geallieerden cn fcet Foreign Office. De bladen zijn van meening, dat cle Fran sche regeering, die steeds verlangend is het eenheidsfront onder de bondgenooten te ver wezenlijken, zooals haar stappen te Londen bewijzen, zich niet zou mogen laten vinden voor de Britsche opvatting, die er op neer zou komen, dat Frankrijk haar politiek, die in overeenstemming met het vredesverdrag is, zou laten varen en dat de Duitschers in hun verzet tegen de vergoeding gestijfd zou den worden. De bladen wijzen erop, dat de Roer iederen dag meer oplevert en de bevol king er genoeg krijgt van de door Berlijn opgelegde vijandelijkheden, zooals blijkt uit het besluit, dat de burgemeesters van den Paltz in hun vergadering te Landau ten gunste van het eindigen van het verzet genomen hebben. De Matin schrijft Het verzoek van de Engelsche regeering om met Duitschland in onderhandelingen te treden zonder dat het Duitsche rijk toegeeft en zonder dat de groote industrieelen toegeven, is een verzoek, dat zij niet aan haar eigen land zou durven doen. Toch is het Fransche kabinet zeer ver gegaan in een geest van verzoening en heeft den eersten stap gedaan door te Londen zijn zeer gematigde en zorgvuldig bestudeerde inzichten omtrent de vergoeding •liteen te zetten. De „Gaulois" schrijftWij wenschen een einde te maken aan de thans bestaande on zekerheid, maar wij moeten in elk geval ons waarborgen dat wij niet later gevaar loopen het voordcel van onze overwinning te verlie zen. De „Echo de Paris" Het Britsche besluit komt neer op het verzoek aau Frankrijk en België om hun te Brussel vastgestelde ge dragslijn te laten varen. JAPAN EN HET DUITSCHE VOORSTEL. In Japansche diplomatieke kringen alhier heeft het Duitsche memorandum een gun- stigge indruk gemaakt en acht men het een belangrijke verbetering vergeleken bij cle vroegere aanbiedingen. Men hoopt dan ook, dat het memorandum de grondslag voor ver dere onderhalldelingen zal worden. Ook de Japansche bladen laten zich volgens de ont vangen berichten zeer gunstig over het me morandum uit. i Een compromis? In officieele Engelsche kringen schijnt men thans bereid het voorstel van de Belgi sche regeering te aanvaarden als grondslag voor besprekingen tusschen Frankrijk, Bel gië en Engeland, UIT HET BEZETTE GEBIED. De gemeenteraad van Dortmund heeft in Zijn Maandag gehouden vergadering gepro testeerd tegen het aansprakelijk stellen der gemeente voor den onopgehelderden moord op de twee Fransche adjudanten en tegen de evangenneming van den waarnemenden lurgemeester en een wethouder, welke de gemeente weer van twee leidende ambtena ren berooft, zoodat de afdoening der gemeen tezaken steeds moeilijker wordt.Verder is het protest gericht tegen het doodschieten van zes aan het gebeurde volmaakt onschuldige ingezetenen. De Franschen hebben uit de gemeente kassen om en bij 42 millioen mark weggeno men. In een kennisgeving maant het gemeente bestuur de bevolking aan zich kalm te hou den, zich niet tot onbekookte daden te laten verleiden en het verkeersverbod bij nacht stipt op te volgen. Onder de doodgeschotenen zijn de genees heer dr. Schine, die op weg was naar het Louise-ziekennuis, de leeraar Gotschank, de electricien Strohmann en de 19-jarige koop man Boschhoff. Van Duitschen kant wordt beweerd, dat de twee Franschen met geweer- of karabijn- patronen zijn gedood, zoodat geen der Duit schers bij den moord betrokken kunnen zijn. In het bruggehoofd Dusseldorf is wegens saBotage aan de sporen de verkeersbeperHhg opnieuwe verscherpt. Het tramverkeer en 't verkeer met auto's, vrachtauto's en motor fietsen is zoowel bij nacht als bij dag verbo den. Het verkeer te voet is van 9 uur 's a- vonds tot 5 uur 's ochtends verboden. Deze maatregel is 15 dagen geldig. Staat van beleg te Reck linghausen. In Recklinghausen werd in den nacht van 10 op 11 Juni tusschen het station en het stationshotel een Fransche post doodge schoten. Over de stad werd naar aanleiding hiervan de staat van beleg afgekondigd, met de gebruikelijke stopzetting van het nachte lijk verkeer, van 9 uur 's avonds tot 5 uur 's morgens, zonder eenige uitzondering voor bepaalde beroepen. Op personen, die in den aangegeven tijd op straat worden aangetrof fen, wordt zonder meer geschoten. Overdag zijn samenscholingen van meer dan vier per sonen verboden. Een commissaris en een in specteur van politie zijn gearresteerd en naar de gevangenis overgebracht. Het proces tegen Muller. Het proces tegen het bedrijfsraadlid Mül- ler uit het Krupp-proces zal heden Woens dag in tweede instantie voor den krijgsraad te Dusseldorf worden behandeld. De direc teuren van Krupp bevinden zich, in tegen stelling met andersluidende berichten, nog steeds in de gevangenis te Derendorf bij Dusseldorf. Zij zullen waarschijnlijk als ge tuigen in het proces-Müller optreden. ENGELAND EN SOWJET-RUSLAND. De laatste Russische nota van antwoord is te Londen gepubliceerd. Zij stelt vast dat op vier verschillenpunten, namelijk de nota's van Weinstein, de visscherij, de vergoeding Voor de behandeling van twee Britsche agen ten en het bedrag dier vergoeding overeen stemming mogelijk gebleken is. Ten aanzien van het vijfde punt, terugroeping van de Russische vertegenwoordigers in het Oosten, neemt Rusland het standpunt in dat zulk een maatregel alleen mogelijk is na een gemeen schappelij konder zoek van eenzijdige of weder- zijdsche beschuldigingen Ten aanzien van het zesde punt, vergoeding van schade door Britsche onderdanen geleden, kan Rusland het beginsel der reciprociteit niet opgeven. De Russische regeering ziet geen anderen weg voor een regeling van de alsnog bestaan de geschillen dan door onderhandelingen. DE OMWENTELING IN BULGARIJE De correspondent van de Vosslsche Zeitung te Belgrado verneemt, dat de gezanten van de landen der kleine entente te Londen, Pa rijs en Rome oodracht hebben ontvangen de aandacht der groote mogendheden op de ge beurtenissen in Bulgarije te vestigen en te vens te herinneren aan de ontwapeningsbe palingen van het verdrag van Neuilly. Een schending van deze bepalingen zou den vre de ernstig in gevaar brengen. Stamboeüïnski gevangen genomen Volgens de berichten, Zondagnacht te Belgrado ontvangen, zou Stamboeliïski op het laatste oogenblik toch nog zijn gevangen i?enomen. Ook minister Doepanof, die zich Zaterdagnacht evenmin in de hoofdstad be vond, zou zijn aangehouden. Volgens de Journal zou Stamboeliïski in zijn woning te Slawoitsa omsingeld zijn door politie en gewapende boeren. Wat er met den gewezen minister-president geschied is, schijnt dus in elk geval nog niet vast te staan. De straatgevechten te Sofia, waarvan al zjewag is gemaakt, zouden zijn voorgevallen jij de ontwapening van een regiment, dat weigerde zich bij de omwentelaars aan te sluiten. Naar men weet, zijn bij deze gevech ten 80 gendarmen gedood. Behalve de ministers van de vroegere ka binetten die door Stamboeliïski gevangen waren gezet, heeft de nieuwe regeering ook de leden van het Macedonisch comité in vrijheid gesteld. Toen de ministers en comité- leden de gevangenis verlieten, juichte de me nigte hen toe. De berichten uit Belgrado verzekeren voorts, dat generaal Lazarof, de leider van den staatsgreep, begonnen is vrijwilligers aan te werven. Te Sofia is het straatverkeer na 's avonds 9 uur verboden. Patroeljes op vrachtauto's voorzien van machinegeweren, doorkruisen de straten. Aan berichten van Reuter in de Engelsche bladen zij nog ontleend, dat de communisti sche leiders den minister van binnenlandsche .aken verzekerd hebben, dat hun partij jegens de regeering een loyale houding zal aannemen. Er zijn geen uitzonderingsmaatregelen ge troffen en er is geen censuur ingesteld. Ook is de staat van beleg niet afgekondigd en functioneeren telegraaf en telefoon normaal. Bij een huiszoeking in Stamboeliïski's woning te Sofia zou een belangrijk bedrag aan Zwitsersche franken, ponden sterling en Bulgaarsche biljetten in beslag zijn ge nomen, met stukken en brieven. Dit wijst er op, zegt Reuter, dat de gewezen minister president niet verwachtte ten val te zullen worden gebracht. EEN TURKESTANSCHE REPUBLIEK? Uit Nathia Gali wordt aan de „Times" gemeld, dat in Afghanistan en Britsch- Indië een aantal voorname leiders van „Jong Bokhara"-partij is aangekomen met het uit gesproken doel sympathie en materieelen steun te erlangen voor hun plan tot hef stich ten van een Turkestansche Nationale Re- publick. Zij beweren een uitgebreide bewe ging te vertegenwoordigen, die de stichting nastreeft van een Federatie van Centraal- Aziatische Mahomedaansche staten, onaf hankelijk van de Russische overheersching. Deze propagandisten zijn» volgens den cor respondent mannen, die, nadat zij hulp verleend hadden aan de Russen ten tijde van de revolutie in Bokhara in 1920, hooge betrekkingen hebben vervuld in de Sovjet republiek van Bokhara. Zij beweren echter, ten zeerste teleurgesteld te zijn ten aanzien van Rusland en hun land van den Russi- schen invloed te willen bevrijden. GOED WEER OP KOMST? De Engelsche bladen, die de weerkundigen met vragen bestormen met vragen, wanneer het eindelijk zomer wordt, troosten het pu bliek met de verzekering, dat de aangekondig de anti-cycloon, die mooi weer moet bren gen, steeds meer nadert en dat hij vermoede lijk lang stand zal houden. VADERMOORD UIT MOEDER LIEFDE. Te Pau heeft een jongen van dertien jaar zijn vader, een dronkaard, vermoord toen deze bezig was de moeder, die als oppassend bekend staat, te mishandelen. Op het oogen blik, dat de dronkeman zijn vrouw trachtte te wurgen en deze om hulp schreeuwde, heeft het kind zijn vader een vlijmscherp mes in den rug gestoken. Het kind is ontzet over zijn daad en een dokter heeft verklaard, dat de jongen door een noodlottig toeval juist zóó gestoken heeft, dat de wonde doodelijk moest zijn. De naweeën van den oorlog, waardoor Oostenrijk zoo zwaar getroffen is, hebben toch niet kunnen beletten, dat het aantal auto's te Weenen sinds 1914 aanzienlijk is toegenomen. Ir. Augustus 1914 waren er, naar de Fremdenpresse meldt, 1680 particu liere auto's met benzinemotoren, 1596 taxi's en 73 electrische auto's, verder 512 vracht auto's en 748 motorfietsen. Tijdens den oor log is dit aantal natuurlijk aanzienlijk ver minderd, doch nadien is er weer een geregel de stijging ingetreden. Den len Mei waren er 4399 particuliere auto's, 1688 taxi's, 140 electrische auto's, 1668 vrachtauto's en 2126 motorfietsen. De stijging van het aantal vrachtauto's is geschiede ten koste van het verkeer met paarden, dat aanzienlijk verminderd is. Het vrachtautoverkeer zou nog grooter zijn als niet in de binnenstad het rijden met bijwagens verboden was, wat zoowel om veiligheidsrede nen als voor het behoud van de vele oude en wrakke huizen geschied is. De toeneming van het aantal motorfietsen is ten deele daar aan toe te schrijven, dat er zooveel fietsen met aanhangmotor worden gebruikt, welke ook tor de motorrijwielen worden gerekend. Mo torfietsen moeten wel een nummerbewijs hebben, doch zijn geen belastingobject. Voor particuliere auto's beloopt de belasting miljoenen, voor een electrische auto ruim miljoen 's jaars. Benzine-auto's worden aan geslagen naar het aantal paardekrachten, voor electrische auto's is een vaste som verschul digd. Dat deze minder betalen moeten, komt omdat zij minder schade aan het plaveisel toebrengen. Benzine-vrachtauto's betalen 18.000 kr. per P. K„ electrische een vaste som van 240.000 kr. Men kbagt bij de toeneming van het auto verkeer erg over de stofplaag en de gezond heidscommissie heeft zelfs voorgesteld het rijden met auto's 's Zondags voor een deel van den dag te verbieden, doch zoover zal men wel niet gaan, daar men het te gek acht menschen, die hooge belastingen be talen voor hun genoegen, dat genoegen te verbieden op den dag, dat zij er de beste ge legenheid toe hebben. Het teren of oliën van de drukste wegen zou een beter middel zijn. Op overtreding van de politieverordening op het verkeer zijn zware straffen gesteld, de maximumboete is onlangs verhoogd tot 1.200.000 kr. wat voor Oostenrijk zelf een hoog bedrag is, en op ernstige overtredingen staan vrijheidsstraffen. Eigenaardig is, dat het aantal bekeuringen niets hooger is can voor den oorlog en dat den laatsten tijd net aantal ongelukken sterk verminderd is, wat men eensdeels toeschrijft aan de strenge be straffing van onvoorzichtige rijders, ander deels aan het feit, dat de chauffeurs, doordat er minder vreemdelingen komen, minder groote fooien krijgen en zich daardoor min der bedrinken, want de meeste ongevallen geschiedden als de bestuurders beschonken waren, Zondag zijn de oud-minister van oor log in Frankrijk, generaal Messimy en Fouil- loux tot de socialistische radicalen behoo- rend, tot Senator gekozen in het Ain-depar- tement. In het departement der beneden-Seine zijn Zondag Léon, de radicale burgemeester van Havre en René Coty, van de links-repu- blikeinsche partij, tot Kamerlid gekozen. De Petit Parisien deelt mede, dat de Fransche troepen in Marokko onder aan voering van generaal Poeymireau de volgen de week een slag van beteekenis zullen leve ren tegen de oproerige Atlas-stammen der Ait-Tzeraesjen. Parijsche bladen spreken de verwach ting uit, dat de regeering Höllern, het Duit sche Rijksdaglid, dat na langdurige hechte nis dezer dagen op vrije voeten gesteld zou worden, gevangen zullen houden in verband met den op de twee Fransche officieren te Dortmund gepleegden moord. Naar schatting zijn er te New York op het oogenblik 150 a 200 schepen, die in gevolge de nieuwe anti-drank-voorschriften „droog" moeten vertrekken. De meeste dier schepen zijn vrachtbooten, die niet tot de vaste lijnen behooren daaronder zijn tal van Fransche, Italiaansche en Spaansche schepen, welker bemanningen gesteld zijn op hun wijnrantsoen, 't welk hun trouwens door de scheepswetten van hun eigen land wordt gegarandeerd. De consulaire vertegen woordigers te Frankrijk en Italië te New- York hebben naar Washington geseind om uitstel van de dwingende bepaling te verzoe ken echter zonder dat dit eenig succes heeft gehad. De scheepsofficieren zijn er niet bang voor, dat de bemanningen uit den band zullen springen, zoolang de schepen nog in de haven liggen maar zoodra zij eenmaal het anker hebben gelicht, zou het kunnen voorkomen, dat de bemanning moeilijkheden zal maken. Fransche schepen in de transatlantische passagiersvaart, die thans Havre verlaten met een Amerikaansche haven tot bestemming, zullen voor iederen passagier 10 flesschen wijn aan boord hebben, drie flesschen cham pagne en een gemengden sterken drank voor raad, die niet meer zal bedragen dan een halven liter. Uit de statistieken blijkt, dat dit het ge middelde drankverbruik is bij een overtocht. Daarbij moet nog worden in het oog gehou den, dat de consumptie-voorraad per pas sagier feitelijk hooger is want als passagiers zijn in de statistiek ook meegerekend de kin deren, zelfs de zuigelingen, wier alkoholrant soen natuurlijk verdwijnt in de dorstige kee len der volwassenen. Ford, de automobielfabrikant, heei weer wat nieuws bedacht. Hij wil het lege en de vloot wat minder improductief maken dan het uit den aard der zaak is. Hij wil aai deze beide organen de taak opleggen, de Vol stead-Act (dit is het drankverbod-amende ment) te handhaven. Dat zou Ford heel wat beter vinden dan 1. ger en vloot te gebruiken voor drillen en oefc nen en voor het gelegenheid geven tot ht innemen van een deftige positie op afgelege postjes. Indien men de toepassing van de wet nk opdraagt aan leger en vloot,en die er niet voo zorgen, dat de toepassing op behoorlijke wijz plaats vindt, zal naar Ford vreest he Amerikaansche volk nijdig worden over d< manier waarop de zaken thans vermodderc worden. Leger en vloot zouden de drank smokkelaars zeker heel gauw klein gekreger hebben, indien het opknappen van de zaal aan hen werd toevertrouwd. Vele Ameri kanen zouden zich meent Ford bij he- leger aansluiten om de toepassing van de anti drankwet af te dwingen en men zou dan spoe dig merken hoe populair de Volsteadwet is De heer Ford is een overtuigd afschaffer Hij verklaarde ook nog het volgende „Drank heeft nog nooit iemand goed ge daan en geen werkgever, die zijn verstam bij elkaar heeft zou toelaten, dat er in zijn fa briek drank werd gebruikt. Ik heb in onz< fabrieken een groote verandering geconsta teerd, sinds het drankverbod van krach werd". Aan de „Daily Mail" wordt uit Teruza lem het volgende geseind Een afdeelinj. Britsche gendarmerie, die aan een escortee- ring van den hoogen commissaris Sir Herbert Samuel, die een tocht maakte door het noor delijk deel van Palestina, terugkeerde, viel te Ain-el-Melahah, dicht bij de Syrische grens in een hinderlaag. Twee gendarmes werden gedood, drie gewond, van wie één later over leed. Naar men verneemt waren de aanval lers Bedo-iïnsche roovers uit Syrië of Trans- jordanië. Naar vernomen wordt heerscht er groote ongerustheid in officieele kringen over de veiligheid van Sir Herbert Samuel, die thans kampeert met een escorte van Inland sche Palestinensche gendarmerie, die het es corte even voordat de Britsche gendarmerie in hinderlaag vielen, hadden overgenomen. Volgens een bericht uit Duitsche bron verkoopen de Franschen in de haven van Dusseldorf de centenaar steenkool voor 4500 mark aan elk, die bereid is een geschrift te teekenen, waarin hij de Rijnlandsche repu bliek erkent. Vele Duitschers die het niet zoo nauw nemen met de trouw aan het vader land, maken van de gelegenheid gebruik om goedkoope kolen in te slaan, en ze met een flinke winst van de hand te doen. De loonen der mijnwerkers in het Roer gebied zijn met ingang van 15 dezer tot ge middeld 43.000 mark per dag verhoogd De verhooging bedraagt 15.000 mark. Naar uit parlementaire kringen ver nomen wordt, zal de heer Schlesinger, de vroegere chef van het graanbureau, tot Duitsch commissaris voor de onderhandelin gen over de levering van graan door Rusland, worden benoemd. Deze onderhandelingen zijn thans in het beslissende stadium. Rus land verlangt, dat Duitschland een krediet van 20 miljoen goudmark ter beschikking zal stellen, welk gevonden zou moeten wor den door de gedwongen leening tot het tien voudige te verhoogen. Dieven zijn, naar het Hollandsch Nieuwsbureau meldt, binnengedrongen in de kerk van de H. Maria del Giglio te Venetië, waar zij zich door de zoldering naar beneden hebben laten zakken, waardoor de kostbare fresco'js werden beschadigd. Zij braken het altaar 'open. Het gewijde vaatwerk namen zij weg, doch zij hebben het ten slotte op het altaar achtergelaten. Alleen stalen zij twee zilveren wierookvaten, drie kelken en de ge schenken, waarmede het Mariabeeld ver sierd was. „AKELIG MOOI" is inderdaad de nuchtere overpeinzing van den man, die in „Het Volk" van Zaterdag de monarchie in een bespottelijk daglicht tracht te stellen door wat zoutelooze aardigheden te tappen naar aanleiding van Koning Haa kon's bezoek aan Amsterdam. In zijn smalenden stijl schr'jft de socialis tische scribent over koning Haakon: „Een eenvoudig man, wiens vrouw zoo maar, net als u en ik, op het achterbalcon van een tram staat, als ze uit schaatsenrijden gaat." In elk geval is deze koninklijke vrouwe dan wèl zoo bescheiden, als zekere socialis tische dames en heeren er zijn dergelijke overheidspersonen en kapitalisten onder ben die heerlijk in auto's wiegelen. Wat wij hun van harte gunnen na harden arbeid, mits zij dan geen praatjes van anderen maken. Maar akeliger dan nuchter, integendeel zeer gevaarlijk is deze bewering van „Het Volk": „Eenmaal het gezag erkend zijnde, dat bo ven de menigte staat en buiten haar tot stand komt, moet die heerschappij, bij ge breke van een waarachtigen rechtsgrond, met tooverachtige symbolen en vergulde zichtbaarheden worden uitgedost, om het domme, want niet zich zelf regeerende Daar wacht hij.... onbeweeglijk. Met de beide handen verkleint hij 't ge- b'chtsdoel. Dat doel is de hemel, in wiens licht blauw uitspansel, wit en donzig als zwanenvacht, de doorschijnende wolken naar het noorden zweven. De zon staat reeds hoog. Het schijnt bijna ongelooflijk dat iemand zoo lang, zóó aan houdend de oogen vestigen kan in dien ver- bijsterenden gloed van wit en blauw. En toch kijkt hij onverpoosd voort. Ach ter hem kweelt een zwerm speelzieke vogel tjes in het lief prieeltje. Het geitenblad op gesmukt met zijn gele trosjes van honig- kelkjes, slingert er zijn fijn groen langs hon derd dooreengewrongen takken. Het is daar 'n gefluit en gekwetter, 'n vliegen en 'n dartelen, dat 't gegons der bijen ver dooft, die onvermoeid in al die zoete kelkjes buit vergaren. Hij staat er nut den rug naar toe. Links, Ian;s een groene dichte kornoeljen- h;?g, loopt het aschgrauwe pad van uit het prieëltje naar 't huis. Rechts is het omzoomd ®°or een breeden boord grasbloempjes die hun geschakelde kopjes in de lucht wiegen. Een groene Iavendelplant steekt uit naar puntig loover, het grijs-violet harer geur- korreltjes in de lucht. In het smal streepje langs het pad, is 't een afwisseling van allerlei bloemen en loo ver, de weelderige erwt die met haar witte bloemen, ardappelstruiken en malsche koo ien omzoomt. 't Is baas Willekens, de bekende meester kleermaker van 't stadje Z...., die daar roerloos achter in zijn tuin zit, als 'n stand beeld. ~A1 't schoone om hem heen, laat hem on verschillig. Hij kijkt steeds naar 't onmeete- lijk uitspansel. De wolken alleen schijnen Zijne aandacht waardig. De deur van het achterhuis gaat open, en onder 'n bloemrijken hoed komt 'n bruin kopje, waaronder 'n lieflijk lachend gezichtje, te voorschijn, als een andere, maar levende bloem. 'n Flink meisje, mooi in haar Zondags- kleeren, het dikke kerkboek nog in de hand, treedt vlug den tuin in, niet zonder eerst 'n kijkje te wagen over de kornceljehaag bij den buurman. Haar donzig wangen kleuren boven haar koralen lippen, en uit de bruine oogen straalt 'n zacht licht. Al 't schcone van tuin, lucht, bloemen, vindt ruim uit heur levendige kijkers toegang in heur hart en dank tot den Schepper. Met zwierige - tred is zij bij Willekens. Vader, de mis is uit, de koffie is klarr. Vader, stilzwijgend, kijkt strak vcort naar de lucht. - Vader lief, de ham, sist reeds ia c'c pan. Moeder zegt, ge zoudt dadelijk komen. Vader beweegt zich nietzij drukt zachtjes zijn schouder met den blanken vinger Vader..,. Hevig schuift baas Willekens zijn griek- sche muts naar den nek zonder zijne oogen van den hemel te wenden, maakt hij een driftig, afwijzend gebaar met de hand, en herneemt zijn vorige houding. O die duiven 1 die duiven 1 mompelt Leentje. Zij laat een misnoegd lipje hangen en gaat terug naar huis. Maar, dat lipje plooit ijlings tot 't zoetste lachje in haar morgen groet. Achter de haag staat de rijzige gestalte van Geeraert Bloem, den blonden zoon van buurman Bloem, den bakker. „Dag Leen tje," groet hij hartelijk, en vergenoegd rusten zijn blauwe kijkers in heur donkere oogen, erwijl hij, met de armen cp de haag leunend, haar fluisterend nu toespreekt. Leentje plukt en krult de bladjes der haag en kijkt ook al eens naar de talrijke prentjes in haar kerk boek. Meester Willekens blikt nog altcos ten hemel op. Uit Geeraert's huis treedt, zes voet lang, 'n dikke man te voorschijn. Zijn gevuld gelaat is glad geschoren. De bolle hoed ligt in zijn nek. Zijn groote oogen lachen. Een mooie, driekleurige kat kromt rond zijnen hals, loopt op de uitgestrekte armen uit, en keert dan spinnend en streelend naar het lachend gelaat, dat het streelt met rug en staart, 't Is meester Bloem, ds eerste bakker van Z...., die goedig kijkt naar 't gelukkig paar. Buurman Willekens, veel kleiner dan hij, ziet hem niet eens, en kijkt de wolken den hemel uit. Uit het huis van Willekens komt een grijze priester, den dikken brevier onder den arm, langzaam vooruit. Hij kijkt waar Bloem naar kijkt en glimlacht. De E. H. Wijckmans, rustend pastoor, die meer door ziekelijkheid dan van ouder dom, zijn ontslag heeft moéten nemen, woont bij vrouw Willekens, zijne zuster, in. Zijn goede cogen getuigen var zachtmoedigheid; zijn verbleekte wangen van de jaren, in den dienst des Heeren doorgebracht. De twee geliefden bemerken hem, willen scheiden hij draait hen den rug en treedt naar meester Bloem beiden wisselen een handdruk over de haag. Wat 'n heerlijke morgen, buurman 'n Mensch herleeft en verjongt. God is toch goed O, Hij 1 heer pastoor. Kijk eens hoe mijn Tanneke lief blinkt bij z»c/n zonneschijn. Slimmer dier heeft de Heer niet geschapen. Niet waar, poesje en hij streelt den krom- menden rug der spinnende kat, die haar dik ken, zwarten staart pronkend naar de hcogte houdt. 'n Mooie poes. Vangt ze veel muizen Vangt ge veel muizen, Janneke en Janneke, tot antwoord, wrijft haren staart onder den neus van haren meester. Willekens kijkt stijf voort naar de lucht. De deur gaat openop ee kier. Een lang mager gezicht, verlengd nog door een puntig bakkebaardje, kijkt met 'n gemaakten lach door de reet. Dan volgt 'n lang en smal lijf, en, met den hoed in de hand en 'n heusche buiging, kijkt deze vreemde bezoeker eerst een oogenblik naar het tooneel in den hof. Zwart glimt het stijve haar. De breede vleugelen trillen nu mis noegd onder den dikken neus, en zijn groote boloogen kijken toornig uit 't bruin gelaat. De kleermaker bemerkt hem natuurlijk niet, en ook de anderen schijnen geen acht op mijnheer Ernest Van der Zeepen te slaan, die nog kwader kijkt naar 't minnend paar. Tusschen zijn tanden reutelt er zoo iets als n verwensching, als fluks, beleefd groetend, iemand naast hem staat, en vraagtWat is er van uw dienst mijnheer de notaris? Heer Ernest is eerste klerk bij den heer Havermaet, notaris te Z. Ik kom voor mijn kostuummijn kostuum, mij voor dezen morgen beloofd was het kwaad, piepend antwoord van den langen klerk. Waarom heeft mijnheer Van der Zee pen mij dit ook niet gezegd En de stem van Vinus Bols, den meesterknecht van Wil lekens, drukte heel beteekenisvol op het woordje „mij," terwijl zijn glimlach Zeggen wilde het is immers Vinus Bols, op wien alles hier rust. Een valsch gezicht, die Vinusop zijn bleeke, vooruitspringende kaken kromde ee fijne en puntachtige neus, waar langs ge durig knipten, eenigszins verborgen in diep gerimpelde kasjes, een paar oogjes die dan eens grijs, dan eens groen schenen. Zijne lippen lagen als de bladeren van een ^boek, geheimzinnig geplooid, boven een in 't oog vallend kleine kin, dat maar ééne lijn vormde met die van zijn hals, welke te schuins naar 't weinig sierlijk gelaat liep. Om in dit gebrek van zijn figuur te voor zien, had Bols elke week, ju jaren lang, doen krabben en herkrabben onder dit aar dig kinneke. Zijn persoon was wel verzorgd, fijn en netjes was hij gekleed. Een goed kleer maker moet immers zijne kunst kunnen ver- toonen. Wanneer mijn meester zijne duiven m het hoofd heeft, dan denkt hij aan niets an ders. WelWel 1 Ik zal terugkomen, piepte de notarisklerk, na zijn duivenwerk. Oh Dat zou laat kunnen zijn.... zei droogjes Vinus Bols, en zijn fijne lippen plooi den zich misprijzend. Ik ga hem roepen. Terwijl mijnheer Van der Zeepen door de twee pratende buren en het minnend paar onbemerkt bleef, gleed Vinus, beleefd groe tend, langs dezen door, tot bij meester Wil lekens. Hij duwde hem zacht tegen den schouder. Meester Willekens sloeg zijn Grieksche muts wat meer in den nek, en maakte weer met de linkerhand een afwijzend gebaar, dat zeggen wilde „Laat me met rust."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1923 | | pagina 5