BUITENLAND
BINNENLAND.
Tweede Blad
26 Jiam 2923
PARLEMENTAIRE KRONIEK.
LIEFDE OVERWINT
3
Frankrijk en de separatistische beweging in Rijnland. De beperking
van den deviezenhandel in Duitschland. De rede van dr. Cuno.
Onder de Telegrammen: Het Amerikaansche drankverbod; president
Harding zal den strijd met kracht voortzetten, desnoods door groote
uitbreiding der federale politie; Baldwin verklaart in het Lagerhuis, dat
Engeland bij verbreking der zegels binnen de territoriale wateren, niet
zal protesteeren. De onthullingen van de „Observer". Ernstig onr
geluk te New-York; zes personen gedood.
GËN. BUITENL. BERIëHTEN
DE VROUW ALS KOSTWINSTER.
„DAGERAADS"-WIJSHEID.
FEUILLETON
De Kanzebanken Kamerlid-ambtenaar
Vermindering van den diensttijd der cava
lerie De militaire pensioenen.
In de vergadering van Donderdag was het
wetje tot steunverleening aan de Hanze-
credietbanken reeds toegevoegd. Het ging
echter niet zonder strijd, hetgeen wellicht
als een voorproefje kan beschouwd worden
bij de eigenlijke behandeling.
Inderdaad is er spoed bij; deze zaak kan
niet tot September traineeren. De Commis
sie van Rapporteurs meende daarom aan
stonds eindverslag te moeten uitbrengen on
danks den berg van bezwaren, die er tegen
dit ontwerp zijn gerezen; de Kamer zou im
mers reeds heden uiteengaan, aldus was
het inmiddels opgegeven. plan. En
vóór het schriftelijk antwoord der regeering
te kennen, dat 's avonds zou afkomen, werd
het ontwerp reeds op de agenda geplaatst.
Nu de Kamer de volgende week toch bij
een blijft, moge zi' door een rustige, dege
lijke mondelinge behandeling den schijn
wegnemen, welke de schriftelijke behande
ling door de omstandigheden moest wekken
dsof dit zeer belangrijke voorstel nauwe
lijks de aandacht waard is.
Het feit, dat de Kamer niet uiteenging
neende de socialistische heer Ter Laan te
kunnen uitbuiten, met de militaire pensioe
nen te wachten tot Dinsdag a.s. Hij had ech
ter geen succes. De Kamer had er blijkbaar
niet haar Vrijdag voor over, om den heer K.
ter Laan en wellicht ook enkelen anderen
leden de gelegenheid te geven, met de or
ganisaties overleg over deze wetsontwerpen
te plegen.
Zij verwierp zijn voorstel met ,63 tegen 9
temmen.
Toen wierp de Kamer zich weer op het
weinig verkwikkelijke dat schuit in het on
derwerp: de non-activiteit der tot kamer
lid gepromoveerde ambtenaren.
De uitstel-motie van den heer Troclstra
von worden opgeborgen.
Minister de Geer had aan de Kanwr een
nota van wijziging voorgelegd, waarbij
wordt bepaald, dat bij algemecnen maatre
gel van bestuur de ambten zullen worden
ogesomd, waarvan de bekleeders non-ac-
'ief zullen worden bij verkiezing tot Kaïncr-
::d.
Naast de omstandigheid dat de v.otic-
Yroelstra een uitspraak over artikel 1 van
liet 'ontwerp inhield, was deze tegemoelko-
'uing aan de bezwaren van den vader der
notie ecu nieuwe reder, om de motie te
oen vervallen. De heer Troelstra mopperde
oog wel wat, maar nam toch maar vrede
met de verdwijning zijner motie.
De bezwaren van den heer Troelstra te
gen artikel 1 waren daarmede echter niet te
gelijk verdwenen. Hij bleef het ongrondwet
tig achten, dat het 't bevoegd gezag zal zijn,
cat bij algemeenen maatregel dc ambten
met non-activiteit zal opsommen.
Maar de heer Nolens had het bij t rechte
ind, toen hij opmerkte, dat de opsomming
hij algemeenen maatregel van bestuur iedere
rees voor willekeur zal doen verdwijnen.
De Regeering toch zal dan niet meer ten
aanzien van iedere persoon afzonderlijk be
llissen en het is eenvoudig ondenkbaar, dat
enige Regecring zoo dictatoriaal zou kun
nen handelen, dat zij in den algemeenen
maatregel met het oog op een bepaald per
soon, bij een bepaalde verkiezing betrokken,
een ambt zou opnemen.
De Kamer keurde artikel 1 dan ook goed
met 43 tegen 26 stemmen. Van de Rechter
zijde waren alleen de voorzitter en de heer
Krijger tegen, van de Linkerzijde waren voor
5ej. van Dorp en de heer Bierema.
Er doken ook amendementen op.
Zoo o.m. een poging van Mr. Dressel-
huys om de leden van de rechterlijke macht
veilig te stellen tegen de mogelijkheid, dat de
bestuursmaatregel hen op non-abtivitcit zou
stellen, is niet geslaagd. Minister de Geer
stelde zich op het, naar het ons voorkomt
juiste standpunt, dat de grondwettelijk vast
gelegde onafzetbaarheid van de leden der
rechterlijke macht niet behoeft uit te slui
ten, dat zij, bij aanvaarding van het Kamer
lidmaatschap, op non-activiteit zouden wor
den gesteld.
Ten slotte zijn nog twee beslissingen ge
nomen, die voor verscheidene leden van be
lang waren.
Met groote meerderheid van stemmen 49
tegen 11 is een amcndement-Troelstra
aanvaard, waarover de minister de beslissing
aan de Kamer had gelaten en ten gevolge
.vaarvan zittinghebbende leden hun verlof-
'raktement of non-activiteitswedde, hun toe-
ckend voor den duur van hun Kamerlid-
noatschap, behouden niet slechts tot 1925,
loch zoo lang hun Kamerlidmaatschap voort
duurt. Op grond van de hiervoor vetgedrukte
woorden meende de voorsteller en met hem
de overgroote meerderheid der Kamer, dat
bier een verkregen recht is, waaraan niet ge
tornd mag worden. Inderdaad geeft het Ko
ninklijk Besluit, waarbij aan een Kamerlid
ambtenaar kennis wordt gegeven van zijn
non-activiteitstraciement voor den duur van
zijn lidmaatschap der Kamer, grond voor
deze opvatting. Een andere vraag meer
een gevoelsvraag dan een vraag van recht
is, of de Kamer, die genoodzaakt is, velen
in financieele positie te verminderen, niet
beter had gedaan, nu haar eigen schadeloos
stelling verhoogd is, zich neer te leggen bij
het rcgeeringsvoorstel, dat daarmee rekening
hield. De Kamer verkeert nu eenmaal in het
hoogst onaangename geval, dat zij zelf over
haar financieele positie moet oordeelen. In
een geval als het onderhavige, waar voor
beide opvattingen te zeggen valt, ware het
allicht beter geweest, den schijn te vermij
den, alsof meer aan het belang van verschil
lende mede-leden dan aan het belang van de
schatkist gedacht werd. Te vreezen valt, dat
de Kamer voor deze beslissing een wapen in
handen heeft gespeeldivan de afbrekers der
Volksvertegenwoordiging, in welk gilde niet
weinig vertegenwoordigd zijn degenen, voor
v/ie een Kamerzetel het hoogste ideaal zou
zijn! Daarentegen heeft de Kamer, met 39
tegen 21, een „mild" voorstel van de regee
ring, namelijk de handhaving van de bestaan
de pensioenrechten voor de non-activiteits-
jaren vóór 1918, afgestemd. Te vreezen staat,
dat de bedillers meer zullen letten op de
eerste beslissing dan op de tweede, waar de
Kamer minder ver ging dan de regeering had
voorgesteld.
En toen werd het ontwerp, waarbij de
eerste oefenings-tijd der cavalerie wordt ver
minderd van 18 tot 15 maanden, aangesneden.
Een inderdaad niet onbeteekenende poging
van Minister Van Dijk, om de militaire uit
gaven op eenigszins beduidende wijze te be
perken. En de Minister èn zijn medestanders
beweerden, dat verdere vermindering van den
oefentijd niet mogelijk zou zijn. Waarbij ze
zich beriepen op het oordeel van deskundi
gen. Maar.... de heer K. Ter Laan, die een
amendement verdedigde om tot 12 maanden
te verminderen, had even knappe deskun
digen *"aan zijn zijde staan. En als r.icn dan
graag zooveel mogelijk ernst wil maken met
de bezuiniging op de defensie-uitgaven,
vraagt men zich af, waarom men maar niet
zal meegaan met de zuinigste deskundigen.
De beslissing in deze, die tot Vrijdag uit
gesteld was, had tot resultaat, dat het
amendement-K. Ter Laan, om met de ver
korting van den eersten oefeningstijd te
gaan lot 12 maanden, verworpen werd met
51 tegen 22 stemmen. Vóór waren alleen de
Vrijzinnig-Democraten en de S. D. A .P. Dc
meerderheid der Kamer hield zich aan de
opvatting van den verantwoordelijken Mi
nister.
De rest van den dag kon worden besteed
aan de wijziging van de militaire pensioen
wetten.
De wijzigingsvoorstellen der Regeering
hebben in hoofdzaak ten doel de militaire
pensioenwetten in overeenstemming te
brengen met de gewijzigde burgerlijke pen
sioenwetten.
Het eerst kwam de militaire Weduwen-
wet aan de beurt.
Dc heer K. Ter Laan haakte er een motie
aan vast, vragende dat ook de vóór 1909
gepensioneerde militairen en hun wedu
wen en wepzen zouden vallen onder de
werking der Militaire-Wediivenwet,
Minister Van Dijk herinnerde er aan, dat
de Kamer in 1909 beslist had tegen *crug-
werkende kracht, en de Kamer verwierp
de motie met 47 tegen 26 stemmen.
Veel sympathie vond het beginsel van
een amendement-K. ter Laan, om het mo
gelijk te maken, dat de weduwen van een
op wachtgeld gesteld militair pensioen zou
den ontvangen, ook indien 't huwelijk na de
opWRchtgeldstelling is gesloten. Het betrof
hier evenwel een zeer ingewikkelde mate
rie; waarom den voorsteller den raad werd
gegeven vooralsnog genoegen te nemen met
de toezegging, der Regeering, dat een onder
zoek'zal worden ingesteld, ook al om een
onzuivere, stemming te voorkomen. De heer
Ter Laan bleef evenwel vasthouden. Met
het gevolg, dat hij zijn amendement zag
verwerpen met 47 tegen 19 stemmen.
Het ontwerp vorderde geen stemming.
Waarna de beurt was aan de pensioen
wet voor de Landmacht en dc pensioenwet
voor de Zeemacht.
Hierbij werd een motie ingediend door
den heer Ter Hall, die verlangde binnen
den kortst mogelijken tijd hulp voor de in
nood verkeerende oud-gepensïonneerdcn en
de insteling van een commissie van advies
te dier zake.
De voorsteller had geen moeite om lal
van inderdaad pijnlijke voorbeelden van
schrijnenden nood bij de oud-gepension-
ncerden te berde te brengen.
middenklassen. Na de bezetting van het sche leven alle kringen zich ln een ol ande-
Ruhrgebied weigerde Dorten, die door èen ren vorm offers moesten getroosten. Waar-
onsympathieke behandeling van de Fran-
schen werd gekrenkt, om met de Franschen
samen te werken. Het rapport dringt er bij
de Fransche regeering op aan, om Dopten
voor zich te winnen met het oog op het feit
dat het „denkbeeld van een republiek Rijn
land niet langer een hersenschim is, doch in
het gebied is gekomen van waarschijnlijke
gebeurtenissen."
De Manchester Guardian zegt naar aan
leiding van de onthullingen van de Observer
inzake de relaties tusschen Dorten en de
Fransche bewindhebbers in het Rijnland dat
de afscheidingsbeweging altijd onder de
Franschen steun vond. Nadat Mangin was
teruggeroepen uit de Rijnland-commissie,
werd Foch, met wien Dorten door bemidde
ling van Mangin kennis had gemaakt, zijn
vertrouwde. De laatste maal hadden Dorten
en Foch eén onderhoud in April van dit
jaar, maar alle pogingen van Dorten om di
rect met Poincaré in aanraking te komen le
den schipbreuk. Blijkbaar, zegt de Guardian,
zijn de Fransche politici en de militairen het
niet eens omtrent de beste waarborgen,
voor Frankrijks veiligheid via het Rijnland
te verkrijgen. De militairen sturen aan op
inlijving, terwijl dc politici het gevaar inzien
van een afscheiding van Rijnland van het
rijk en blijkbaar gelooven, dat de militaire
veiligheid van Frankrijk het best kan wor
den verzekerd door een soort van Fransch
protectoraat op economisch en politiek ge
bied over het Rijnland in te voeren, waarbij
dan natuurlijk ook de spoorwegen aan den
Rijn, die van strategisch belang zijn, onder
controle moeten komen van den pranschen
generalen staf, zonder dat dit direct in even
zoovele woorden wordt gezegd.
De Morning Post richt heftige verwijten
aan het adres dier Engelschen, die ach en
wee roepen over het arme Duitschland, doch
zelf meewerken om het Britsche rijk ten
gronde te richten. Dorten poogt zijn land te
bevrijden van het Pruisische juk om zoo
doende een Duitschland te verkrijgen, dat
zijn burgers grooter vrijheid kan toestaan,
waardoor Duitschland tevens door zijn na
buren met veel minder wantrouwen en vrees
zou kunnen worden beschouwd. Het argu
ment, dat voor den oorlog gold dat een
krachtig gecentraliseerd Duitsch rijk noodig
was voor de vrijheid van Europa als bol
werk tegen Russische en Slavische verove
ringsplannen is niet langer van kracht, en
een gecentraliseerd Duitschland is thans
juist de bedreiging voor Europa.
Naar aanleiding van een publicatie in de
„Observer" van de vertaling van een geheim
rapport, dat de Fransche hooge commissaris
Tirard te Koblenz ovtr de Rijnlandsche af
scheidingsbeweging aan Poincaré zou hebben
gezonden en dat zou getuigen van den
wensch om Duitschland te verbrokkelen,
verklaart de „Temps" dat een dergelijk rap-
chijnlijk zal het aantal banken, voor wie
de handel in deviezen is toegelaten, neg
worden verminderd. Men wil echter eerst
de werking van de nieuwe verordeinng af
wachten alvorens nadere bijzonderheden
vast te stellen. Wat den niet officieelen
handel betreft vinden nog zaken plaats in
buitenlandsche betalingsmiddelen, die niet
officieel worden genoteerd, waartoe b.v. het
geld van de Oostelijke randstaten behoort.
UIT HET BEZETTE GEBIED.
Tengevolge van toenemend kolengebrek
heeft de Phoenix A. G. für Bergbau und
Hiittenbetrieb een aanzienlijk deel harer
pletterij te Dusseldorf moeten stopzetten.
Ook op de fabriek te Hoerde wordt het be
drijf ingrijpend beperkt. Gister is een groot
deel der Phoenix-fabriek te Hoerde door
Fransche troepen bezet, met name de af-
deeling Hermannshütte, waar groote voor
raden afgewerkt fabrikaat zijn opgeslagen.
De Franschen zijn voornemens deze voorra
den als boete voor de nietbetaalde kolenbe-
lasting in beslag te nemen.
Bij het voorbijkomen van een goederen
trein tusschen Germenschein en Lautenburg
is een bom ontploft. Er zijn twintig wagens
ontspoord. De machinist is gekwetst.
De gemeentebesturen van Essen. Mühl-
heim en Oberhausen hebben aan dc bezette
overheid laten weten, dat zij zich zullen
voegen naar de voorschriften van den bevel-
voerenden generaal inzake de vorming van
een gemeentelijke politie.
De regeeringspresident te Dusseldorf
heeft aan de burgemeesters en de over
heidspersonen, die onder zijn gezag staan
instructies gezonden, waarin aanbevolen
wordt door geschriften en doOr de pers een
campagne te voeren tegen het Fransch-Bel-
gische spoorwegbe,heer.
DE GEALLIEERDEN EN TURKIJE.
De twee voornaamste hinderpalen voor het
sluiten van den vrede te Lausanne zijn het
vraagstuk van de geldsoort, waarin de credi
teuren van Turkije door de Keizerlijk Turk-
sche Bank zullen worden voldaan en het
vraagstuk der voor den oorlog verleende
concessies. In het bijzonder in financieele en
zaken-kringen heeft de houding van Turkije
ten aanziep dier twee vraagstukken een zeer
ongunstigen indruk gemaakt. Wat de toe
komstige financieele behoeften van Turkije
betreft, weet men voldoende hoe dringend
die zijn, zoodat men zich natuurlijk verwon
dert, dat de Turken, die toch zeker zullen
moeten leenen, de geldgevers zoo ontstem-
-, tr men door zich te willen onttrekken aan hun
port-Tirard met bestaat. Hei blad vestigt bestaande verplichtingen en contracten. De
vervolgens de aandacht op eigenaardige te- j-i».
wapenstilstand een werkzaam aandeel heeft
gehad. Het rapport geeft een beschrijving
van de Fransche betrekkingen met Dorten
sedert Mei 1921, toen den hoogen commis
saris werd opgedragen met hem samen te
werken. Het zegt dat na het fiasco van de
ze beweging in Juni 1919, Dorten langzamer
hand afdaalde tot het peil van een onderge
schikt agent in Franschen betaalden dienst,
doch zijn poging voortzette om de Rijnland
sche separatistische beweging te verbinden
met andere separatistische antKPruisische
FRANKRIJK EN DE SEPARATISTISCHE
BEWEGING IN RIJNLAND.
Een telegram heeft melding gemaakt van
een voor Frankrijk compromitteerende pu
blicatie in zake anti-Duitschc propaganda in
Rijnland.
De „Observer" publiceerde n.m. in verta
ling een lang vertrouwelijk rapport geda
teerd April 1923, dat de Fransche hooge
commissaris in het Rijnland aan de Fransche
regeering heeft gezonden en hetwelk zich
bezig houdt met de separatistische bewe- centra in het niet-bczette Duitschland, in
ging, in bet bijzonder met zijn leider den het bizonder in Beieren en Hannover, aldus
bekenden dr. Dorten, die daarin sedert den aanhang verkrijgend onder de boeren en
genstrijdigheden in het document. Zoo zegt
Tirard in het eerste hoofdstuk, dat zijn be
trekkingen met Dorten, reeds sedert 1922
verbroken, eind Februari 1923 opnieuw wer
den afgebroken en in het vierde hoofdstuk
dat hij bijna dagelijks betrekkingen met Ti
rard had. Een andere voorstelling in het rap
port is dat Dorten tallcoze malen aan
de Fransche autoriteiten reden heeft gege
ven tot ontevredenheid en dat hij zelf zeer
ontevreden is over de Fransche regeering,
die hem nooit heeft willen helpen. Dorten
zou volgens het rapport gezegd hebben, in
staat te zijn zelf zijn zaken op te knappen,
of indien noodig, met hulp van Engeland. Het
is daarom ondenkbaar constateert de Temps
dat men, zelfs wanneer men aan de authenti
citeit van het rapport gelooft, er uit kan
lezen, dat de Fransche regeering het separa
tisme in Rijnland heeft aangemoedigd. De
„Temps" zegt verder dat een politiek van
verbrokkeling van Duitschland rechtens on
gerechtvaardigd zou zijn en practisch onuit
voerbaar. aj
Het Fransche ministerie van Buitenland
sche Zaken loochent categorisch het be
staan van een rapport van den Franschen
hoogen commissaris in Rijnland, waarvan
de tekst hedenmorgen door een Engelsch
blad werd gepubliceerd.
De Matin schrijft; De Observer vergeet
te vermelden, dat de tegenwoordige combi
natie door Duitschland ontworpen en door
city-financiers gesubsidieerd is. De Rijks
dagafgevaardigden voor het Rijnland rijn
onlangs naar Berlijn geroepen en moesten
opnieuw trouw aan het Duitsche rijk zwe
ren. 'Men gaf hun echter te verstaan, dat
het, .om Frankrijk schijnbaar gerust te stel
len, mischien goed zou zijn van het Rijn
en Roergebied een soort bufferstaat te ma
ken, op voorwaarde, dat de onderneming
in overeenstemming met Engeland werd tot
stand gebracht en onder leiding van perso
nen uit het Rijnland, die van tevoren waren
aangewezen. Hoofd van de regeering zou
Adenauer, de burgemeester van Keulen,
zijn, aan wien kolonel Ryan, het hoofd van
den Britschen inlichtingen-dienst, op het
oogenblik van den Kappistischen staats
greep voorstelde tot de oprichting van een
Rijnstaat over te gaan, die door een te
Londen uitgegeven leehing van 30 millioen
pond gewaarborgd zou zijn. Hagen zou mi
nister van financiën, Hess minister van on
derwijs worden, Mönnig zou justitie, Meer-
feld arbeid krijgen.
DE BEPERKING VAN DEN DEVIEZEN.
HANDEL IN DUITSCHLAND.
Men verwacht nog verdere beperkende
bepalingen voor den deviezenhandel. Voor
het dagelijksch verkeer is het verwerven
van buitenlandsche betalingsmiddelen tot
een bedrag van 5 pond sterling tegen de
officieel genoteerde koersen geoorloofd, 't
geen vooral voor hen, die op reis moeten
en het grensverkeer van belang is. De ver
ordening van den rijkspresident stelt op
overtreding gevangenisstraf of geldboete
met verbeurdverklaring van het in beslag
genomen geld.
Het is de rijksregecring duidelijk dat de
nieuwe verordening van nadeeligen invloed
zal zijn voor vele zaken ook buiten Ber
lijn. Alle bedenkingen en bezwaren zijn
voor afkondiging van de verordening nauw
keurig overwogen, doch ten slotte was de
regeering van meening, dat bij den moei
lijken toestand van het Duitsche economi-
kloof tusschen de opvattingen der geallieer
den en der Turken ten opzichte dezer twee
kwesties is zoo breed, dat men, volgens de
Times, heeft besloten ze voorloopig uit te
schakelen bij de besprekingen te Lausanne
en inmiddels, te Rome, Londen en Parijs een
beslissing te nemen of het de moeite loont
nog verder te trachten met de Turken tot
een overeenkomst te geraken.
Middelerwijl hebben vijf van de voornaam
ste Engelsche maatschappijen, die vertegen
woordigers naar Angora hadden gezonden om
daar over verschillende concessies te onder
handelen, volmaakt slib gevangen. Hoewel
van Turksche zijde werd beweerd, dat er be
vredigenden vooruitgang in die onderhande
lingen viel te constateeren, zijn de maat
schappijen er niet in geslaagd tot een aan
nemelijke overeenkomst te geraken. Intus-
schen poogt de conferentie van Lausanne
voort te gaan met andere, minder belang
rijke onderwerpen, waarvan vooral 't vraag
stuk der ontruiming van gewicht is. Zoo
doende zal als men besluit de onderhan
delingen toch voort te zetten er althans
geen tijd verloren zijn gegaan, door de bo
vengenoemde verwijzing dier twee vraag
stukken naar de drie regeeringen.
EEN REDE VAN DEN RIJKSKANSELIER.
Gelijk wij gisteren onder de Telegrammen
reeds in het kort vermeldden, heeft de
Duitsche rijkskanselier Zaterdag bij de ope
ning der landbouwtentoonstelling, verbonden
aan de Duitsche Oosterjaarbeurs te Konigs-
bergen, waartoe de leden van het rijkskabi
net cn talrijke vertegenwoordigers van over-
heids- en economische organen waren uitgc-
noodigd, een rede over den tegenwoordigen
toestand gehouden. Hij legde er den nadruk
op, dat Oost-Pruisen thans geheel van het
rijk is afgesneden en op zichzelf is aange
wezen. Juist daarom is Oost-Pruisen het
voorbeeld van wat Duitschland moet wor
den. De kanselier verzekerde den aanwezi
gen dat hij ten innigste overtuigd is dat Oost-
Pruisen evenmin als het Rijnland en het
Saargebied zal vergeten dat het tot het Duit
sche rijk behoort. De vraag is thans wat de
toekomst zal brengen. Men richt daarbij het
oog naar het door de vijanden bezette ge
bied in het Westen. Het Duitsche volk houdt
daar even ferm stand als op den eersten dag
der bezetting en het zal dat blijven doen,
ondanks de offers aan goed en bloed, die het
moet brengen. Alle kringen der bevolking in
het bezette gebied hebben den kanselier ver
zekerd dat zij niet van het rijk zullen afval
len. Wij van onzen kant moeten er op be
dacht zijn het lijden van deze mannen niet
onnoodig te verlengen. De regeering heeft
zich bij de vaststelling harer politiek niet door
onverschilligheid over het lot der betrokke
nen "doen leiden. Zij kon geen anderen weg
inslaan dan aan de politiek, van Poincaré en
de bedoelingen der Fransche politiek een be
slist „neen" toe te roepen. Dit „neen moet
blijven gelden zoolang dat voor de vrije eco
nomische ontwikkeling, de onafhankelijkheid
en de souvereiniteit van Duitschland noodig
is. Hierdoor wordt ook de poging der regee
ring verklaard om een oplossing te vinden
voor het vraagstuk van herstel. Het heeft
geen zin zich politieke idealen voor te spie
gelen als men te zwak is om ze te verwezen
lijken. Wij hebben een politiek van practische
overwegingen en praktische doeleinden noo
dig, die op den grondslag van het practisch
bereikbare staat. De taak en het doel der
regeering is geweest en zal zijn de wereld,
die bij het vredesverdrag belang heeft, te
overtuigen van onzen wil otn ter zake van
de schadevergoeding niet alleen te beloven,
maar.ook te betalen, ^pdat Duitschland be
vrijd worde van de belemmeringen voor zijn
economische ontwikkeling. Dit nu is met het
nieuwe memorandum bereikt. Poincaré is
weliswaar nog niet tot onderhandelen bereid,
en verlangt het prijsgeven van het lijdelijk
verzet, doch geen regeering kan dien tegen
stand opgeven, daar hij uit het hart van het
volk zelf is voortgekomen en wij jegens de
mannen, die hun leven lieten en in de gevan
genis lijden, verplicht zijn te volharden.
Poincaré moge nog niet tot onderhandelin
gen bereid zijn, hij zal het worden, indien
hij ziet dat het Duitsche volk zich in al zijn
geledingen een voelt. Indien men een bezoek
heeft gebracht aan het bezette gebied en
daaruit terugkomt, keert men versterkt terug
daar men ziet dat het Duitsche volk ondanks
den oorlog en ondanks het zware lijden na
den oorlog, trouw aan het rijk blijft.
ITALIË EN GRIEKENLAND.
Alexandris, de Griëksche minister van
buitenlandsche zaken, is te Rome gekomen
om met Mussolini te spreken over de be
trekkingen tusschen Italië en Griekenland.
Hij heeft onder meer gesproken over de mo
gelijkheid van een ruime deelneming van
Italiaansch kapitaal in openbare werken in
Griekenland.
UIT NOORWEGEN.
CHRISTIANIA, 25 Juni. De gezagvoerder
van den Engelschen treiler Quercia is op 12
Februari j.l. door de rechtbank te Vardö
wegens het visschen in de Noorsche territo
riale wateren veroordeeld tot 3300 kronen
boete, met verbeurdverklaring van het schip.
Thans heeft 't hooggerechtshof deze zaak in
hooger beroep behandeld en de straf ver
minderd tot 2000 kr„ de verbeurdverklaring
tot 5000 kr.
DE ACTIE TEGEN DE DRANKSCHEPEN.
Uit New York wordt gemeld:
De passagiersschepen „Caronia," „Cedric"
en „Providence" hebben groote voorraden
verzegelden drank medegebracht die in be
slag zullen worden genomen.
OP SLAG GEDOOD.
Sumner Curtis, de vertegenwoordiger van
het Republikeinsche Nationale Comité, die
Harding vergezelde op zijn redevoeringen-
tournee naar het Westen, werd op slag ge
dood toen de automobiel, waarin hij met
eenige anderen door een berglandschap toer
de, van de rotsen in de rivier viel. De chauf
feur stierf eenige uren later. Twee journalis»
ten zijn ernstig gewond.
President Harding en zijn echtgenoote wa
ren in Denver gebleven, ten einde daar het
hospitaal te bezoeken.
De Daily Express verzekert, dat hef
doel van de reis van Sir Herbert Samuel
naar Londen inderdaad is, de regeering zijp
ontslag als hooge commissaris in Palestim
aan te bieden, tenzij de regeering een nieu
we verklaring wil afleggen waarin zij onher
roepelijk het besluit uitspreekt, de Zionisti
sche politiek in Palestina uit te voeren.
De prins van Wales heeft gisteren te
Londen het internationale luchtvaartcongres
geopend.
De Canadeesche provincie Manitoba
heeft na een tijdvak, waarin de verkoop
van alcoholhoudende dranken verboden
was, Vrijdag bij referendum zich verklaard
voor herstel van den „vochtigen" toestand
onder regeerings-controle. Dienvolgens kun
nen personen boven 21 jaar en hotels die
vergunning hebben, drank inslaan, op ver
toon van een regeeringsverlof. Particuliere
koopers van drank uit de regeeringsvoor-
raden moeten hem in de beslotenheid van
een huis gebruiken.
Zaterdag hebben de bij den algemeenen
Duitschen Vakbond aangesloten vakvereeni-
gingen uit het B. G. in een bijeenkomst te
Bielefeld met algemeene stemmen een motie
aangenomen, welke constateert, dat staking
van het lijdelijk verzet eerst ter sprake kan
komen als de druk van vreemde militaire
bezetting heeft opgehouden en aannemelijke
grondslagen voor onderhandelingen over
een regeling der schadevergoeding verzekerd
zijn.
Verder heeft de conferentie verklaard, dat
de Duitsche arbeiders zich tegen elke poging
om den staatsrechtelijken toestand van het
Rijnland te wijzigen ten allen tijde zullen
blijven verzetten,
I
Bij een tusschentijdsche Kamerverkiezing
in het departement van Seine-en-CMa« zijn er
op de lijst van den bond der linkergroepen,
waarop Franklin Bouillon bovenaan staal
meer stemmen uitgebracht dan op de lijst van
de republikeinsche eenheid en de communis
tische partij.
Bain Claude, voor zoover bekend is, 3e
oudste nog levende oud-strijder uit den oor
log tusschen de Ver. Staten en Mexico in
1846'48, is dezer dagen te San Francisco
overleden. Hij was twee weken te voren
honderd jaar geworden. Claude was in Frank
rijk geboren.
Aan een artikel in „Femina" over de
vraag, of een vrouw in zaken een goede
huisvrouw kan zijn, is het volgende ontleend:
„Toen de oorlog kwam, werden in de be
trokken landen de vrouwen plotseling ge
plaatst voor de zwaarste taak, die zij ooit
ter wereld hebben vervuld. Het kon niet
anders of de invloed van deze groote ge
beurtenis, moest ook over ons landje, al was
het gelukkig voor de oorlogsrampen gespaard
gebleven, zich uitstrekken.
Een zeer groot aantal is sinds dien tijd
in het practische leven werkzaam gebleven
De tijden veranderen snel en onophoude
lijk.
Op het oogenblik is het voor een man
een zware opgave om het levensonderhoud
te verdienen en een vrouw is een kost
baar bezit in dubbele beteekenis van 't
woord. Brood en boter en kleeren en lin
nengoed, verlichting, verwarming, al deze
zaken, die onze overgrootmoeders thuis pro
duceerden, moeten nu worden gekocht. En
gekocht tegen prijzen die het een jongen
man heel moeilijk valt te bestrijden uit zijn
salaris, wanneer hij zich pas gaat vestigen.
Is het nu onbillijk, dat de vrouw van he
den, die alles in de winkels koopt, wat vo
rige geslachten met hun eigen handen ge
maakt, den tijd, dien zij van deze, ik zal het
maar noemen, huisindustrie heeft vrijgekre-
gen, te besteden om haar man bij te staan
in het inbrengen van het geld, dat voor het
aankoopen van al deze artikelen noodig is?
Laten wij eens nagaan wat de moderne
vrouw met haar dag doet in vergelijking met
hoe de dagverdeeling was bij de vrouwen
van eenige geslachten geleden, die zelf brood
bakten, zelf voor het maken en onderhouden
van de kleeding en het linnengoed zorgden
en al den anderen produceerenden arbeid
verrichtten, die heden ten dage, met behulp
van machines, massa-productie en centrali
satie zooveel eenvoudiger kunnen worden
verkregen en dan in winkels tegen vaste
prijzen verkocht.
Wanneer zij dan in de gelegenheid is het
inkomen van haar man te vermeerderen door
haar veel vrijeren tijd daarvoor ten nutte te
maken, doet zij dan iets meer, dan hare
overgrootmoeder deed?
Er is echter een zaak, waardoor de vrouw
aan huis gebonden kan zijn. Dat is de opvoe
ding van jonge kinderen. Er is niets ter we
reld 1 gerechtigd het geringste 'deel van de
toewijding te verlangen, die de moeder voor
hare kinderen heeft bestemd. Maar er is ook
niets ter wereld, waarbij zulk een absolute
negecring van onkosten moet worden be
tracht, als juist bij die opvoeding van kin
deren. En in jonge gezinnen is het daarom
goed om vóór de kinderen er zijn, een klei
ne reserve te maken uitsluitend te hunnen
toekomstige bate. En bij het maken van
deze reserve heeft de vrouw den natuur
lijken plicht om daaraan haar steentje bij
te dragen, wanneer zij getrouwd is met een
man, die haar vooraf eerlijk openbaarde,
dat hij de eerste jaren van hun huwelijk
tot niet meer in staat zou zijn, dan zich met
opgeruimdheid en goeden wil door het leven
te slaan."
Er is veel waar in dit artikel. Echfér moet
o.i. nog wat meer de nadruk gelegd worden
op de taak, welke de vrouw binnenshuis te
vervullen heeft, niet slechts voor de opvoe
ding der kinderen, maar ook voor het be
sturen der huishouding in 't algemeen en de
veraangenaming van het gezinsleven Daar
om brengt onder normale omstandigheden
haar taak mede, dat zij niet geregeld een
groot deel van den dag aan haar huis ont
trokken wordt.
De Vrijdenkersvereeniging „De Dage
raad" heeft een congres en heeft bij deze
gelegenheid, zooals zulks gebruikelijk is, een
aantal resoluties aangenomen.
Deze resoluties werden gepubliceerd en
zoo heeft ieder met de hierin neergelegde
wijsheid zijn voordeel kunnen doen.
In de eerste resolutie wordt geprotes
teerd tegen het feit dat de autoriteiten van
Noordwijk „zich hebben laten bewegen"
de duinen voor openbaar verkeer te sluiten,
„op grond van zedelijkheids-overwegingen
onder invloed der Roomsch-Katholieke ze-
dclijkheidspropaganda." En dan volgt, dat
„in het algemeen, de bepaling eerbaarheid
niet alleen mag worden bepaald naar inci-
denteele, zeer veranderlijke godsdienstige
of eigenlijk kerkelijke^overwegingen, die op
zich zelve geen enkelen rechtsgrond op
leveren"
Op dergelijke wijze wordt dus de erger
lijkste onzedelijkheid, die aan het gemeente
bestuur van Noordwijk aanleiding gaf, om de
duinen voor openbaar verkeer af te sluiten,
verdedigd.
Dc tweede resolutie richt zich tegen
maatregelen door den gemeentelijken wet
gever tegen openbare godslastering.
In dc derde resolutie wordt gesproken
tegen het feit, dat de burgemeester van
Zwijndrecht een vergadering van „De Dage
raad" niet toeliet, op grond van „godslas
terlijk karakter."
Ten slotte een vierde resolutie tegen het
opkomend .fascistisch clement; tegen ophit
sing tot onwettelijk geweld.
„Dit laatste doet de deur dicht," schrijft
de „Volkskrant."
„Na dus op allerlei wijze eerst de ontaar
ding en zedelijke verwildering van het volk
te hebben verdedigd, wordt ten slotte de
„geweldprediking" veroordeeld. Moreele ver
nietiging door zedeloosheid en openbare
godslastering, dat mag, maar van den knuppel
gebruik maken, dat mag niet. Deze „Dage-
raads"-wijsheid is die van den dwaas, die
onkruid zaait en anderen vervloekt, wan
neer hij de gevolgen ziet. Waar de goede
zeden en godsdienst worden ondermijnd,
daar daalt de mensch tot de laagheid van
het dier; daar is de macht aan den sterke,
daar triomfeert het ruw geweld. Voorbeel
den zijn er in onze dagen weer in overvloed,
om dit te bewijzen."
Maar dc godsdiensthaat is blind en meeni
wijsheid te hooren, waar de grootst mogev
iijke domheid aan het woord is. De „Dage*
raad" verkeert in den pikdonkeren nacht
van het ongeloof!
12
Arme Lefhebbers cok Drie nachten lang
zullen ze droomen van hun prijzen Zondag
zullen zij reeds vroeg op straat, in den tuin,
bij het hok, de terugkomst hunner lievelin
gen, die zij zoo roekeloos aan allerlei gevaren
blootstellen, afwachten, uren, lange uren,
wellicht den heelen dag, misschien nog 's an
derendaags. Honderdmaal zullen zij dat tal
men verwenschen, en uitroepen ,,'t Is toch
vervelend 't Is schandalig't Is niet om
uit te houden l"
En toch zullen zij hun oogen halsstarrig
verbijsteren in d: scherpe lucht, en, van hun
tien vliegers zal er een profijt brengen, en de
negen andere slechts gild- en tijdverlies.
Dan zullen er velen zuchten, en met over
tuiging uitroepen „Ik schei er van uitHet
kost te duur en, die weck nog, zitten zij
weer in „De Valk".
VIII.
Een jaar is heen gevlogen.
'n Duivenmelker's jaar is 'n kort jaar.
Slechts de wintermaanden vallen wat lang
de andere vliegen als 't ware op de pennen
hunner reizigers.
In eeniee nijverheidspunten laten de Lef
hebbers nog hun duiven om prijs vliegen
als 't sneeuwt en vriest. In Z... zijn ze,nog
niet zoo ver gevorderd. Men getroost zich
met in de wintermaanden duivententoonstel-
lingen te houden.
Wanneer de lentezon de duiven doet her
leven, en 'n donzige glans werpt op dezer
donzige borsten, en de doffers 't hok met
geroekoek verlevendigen, zich opkroppen
en den staart over den vloer strijken alsof zij
hem keren willen wanneer de nagejaagde
duivinnekens rond 't hok trippelen, op de
vlugge pootjes wegvluchten, en ook weer
staan blijven, den schoonen staart lokkend
uiteenstrijkend wanneer de gepaarde dui
ven reeds in en uit vliegen, haastig en koort
sig aan 't gebrekkige nestje timmeren, oh
dan is 't of al dit geroezemoes ook in 't hart
der liefhebbers nieuw leven brengt.
En in Maart reeds beginnen de eerste
vluchten.
Dan hebben de arme vliegers bij hun te
rugkeer vaak te kampen tegen een barren
noordenwind, die tegen hun breede borsten
snerpt, de vleeschachtige deelen rond han
oogen geeselt en met bloed dooradert, de
vleugels verlamt, zonder den moed te ont
nemen aan de moedige diertjes soms komen
ze, vallen ze terug in 't hok, afgemat, uitge
put, na soms niet meer dan 500 meters per
minuut te hebben afgelegd, wanneer hun
vlucht bij goeden Zuidenwind driemaal zoo
snel, soms viermaal sneller is.
Dan zitten ze in hun hokjes, vermagerd,
de vlerken op den erond hangend. In hun koo-
jes, verborgen i t de verwarde, glanslooze en
vooruitstekende pluimen der borst, liggen
hun anders zoo heldere oogjes besloten, of
staren moedeloos.
Soms lichten ze de vermoeide vlerken in
de hoogte, de spieren 'a oogenblik rekkende,
als in 'n soort van vlerkengeeuw, waarna zij
ze weer krachteloos naar beneden laten val
len.
Maar dan ook omringen hun eigenaars
hen met dc teederste zorgen. Uitgezocht
zaad wordt hen voorgeworpen, versch water
bij gebrachtzachtjes worden zij, na eenige
dagen verzorging, in de handen genomen en
op kleine afstanden weer opgelaten niets
wordt verwaarloosd om hen weldra weertoe
te laten hun vlerken in 't verre Zuiden te
beproeven.
En waarlijk, enkele dagen zijn ook slechts
voldoende om aan den afgematten vlieger
zijn glans, zijn harde, taaie spieren, zijn
vuur terug te geven.
Lang voor 't huisgezin Wille kens was 't
jaar dat thans voorbij was, geweest.
Arme moeder 1 Arm Leentje 1 Het komt
beiden voor, dat zij 'n heel leven geleefd
hebben, sedert dat Buurman Bloem zoo har
telijk toestemde in de gewenschte vereeni-
ging.
Helaas 1
't Is vijf uur in den morgen. De zon werpt
wel schuinsche, toch reeds heldere stralen
in Wilkens tuin.
Zij verlevendigt echter de lange kornoel-
jenhaag niet meer, doet er geen bijen meer
in gonzen, geen vlinders meer over heen-
dartelen, geen vogeltjes meer in kweelen.
Er is geen haag meer, wel een lange stijve
piuur, welke 't gezicht ontneemt van den
eenen tuin in den andere.
Een zijde van 't lief prieëeltje werd er
gansch door beschadigd. De tuin schijnt
kleiner, smaller, gangachtig.
Willekens staat weer bij 't 'gehavend pri
eeltje, de oogen strak naar de blauwe lucht,
waar 'n aantal witte wolken, als duiven op
wedstrijd, elkaar navliegen. Met die wolken
Zweeft 't vervlogen jaar ook zijn geest voorbij.
Zijn trekken teekenen droevige lijnen. Tal
van zilveren streepjes glinsteren door zijn
gitzwarte lokken. Zie, dat witte wolkje, weg
drijvend als 'n vogel die moedeloos den kop
laat hangen, is dat zijn Leentje soms, wier
blije zang zijn huis niet meer vervroolijkt
En die andere, die gerekte, is dat zijn Gerar-
dien niet, voortijds zoo rond en gezond, wier
kaken nu heel zijn ingevallen, in wier vroeger
vroolijk en goedig oog thans den ganschen
dag kommer en droefheid tranen
En dan die grijze wolk, zoo statig hoog ten
hemel, was dat de wandel van Heer-broer op
aarde niet
Heer-broer is nu bij'God. Was 't de zon
bij de processie wel, die zijn hersenen met
krankheid sloeg
Was 't eerder de droefheid niet, die zijn
hart overmeesterde, toen hij vernam dat de
echtgenoot zijner zuster in schulden stak,
dat 't kind, dat hij als 'n vader beminde, ver
smaad was in haar liefde, gebroken in haar
toekomst
En, was 't de morgenzon welke dikke
zweetdruppelen rond Wille kens' voorhoofd
deed parelen, of waren het die voorbijschui
vende wolkjes, die als bange spoken voor
zijn geest dreven
Oh die zweetdruppelen vaagt hij licht
van zijn voorhoofd, maar die denkbeelden
niet uit zijn brein.
Zijn oog staart moedeloos den tuin in,
en op dien stijven muur, die hem scheidt van
zijn buurman, zijn kind van haar geluk.
Honderden franken kostte hem deze eigen
zinnigheid Honderden franken ook dat
nietig proces om 'n kat en 'n paar duiven 1
De advocaten zijn dure vogels duur de
pleitbezorgers duur' heel het gerecht
't Vaderlijk huis is thans veronderpand,
voor zes duizend vijf honderd franken zonder
de onkosten aan vijf per honderd intrest,
stipt tè betalen, zoo niet dan doet notaris
Havermaet de onmiddellijke verkoop bij in
zetten. Willekens heeft bijna vijf honderd
franken er van kunnen op zijde leggen
vrouwlui mogen toch niet alles weten
Ah Is dat geen duif, dat zwarte punt, dat
aan den zuidkant zoo zachtjes zweeft? Van
dien kant komt zijn „gebronzeerde" meestal
thuis, statig uit de lucht vallend.... Neen,
't is geen duif. 't Is de sperwer, de sperwer,
dien hij zoo vaak heeft gevreesd, tegen wien
hij 't geweer geladen bij zijn duivenhok hing..
Och Had die roofvogel maar in den beginne
dat de duivenmelkersdrift hem innam, al zijn
jonge duiven tot zijrrprooi gemaakt, om hei
di~:ct te ontmoedigen.
Dat noodlottig geweer heeft niet den sper
wer, maar wel zijn arm bruin duifje, zija
Leentje, in volle borst getroffen Arm Leen
tje 1 Arme Gerardien
Diep, heel diep stijgt de zucht uit zijn borst.
Koortsachtig grijpt z'n hand in 't loover van
van 't geitenblad, rukt er 'n takje af, verfrom
melt 't wrevelig en smijt 't ten gronde., O die
duiven die duiven
En toch duift hij nog mee, niet meer uit
liefhebberij, zoo erbeeldt hij zich, alleen als
'n voordeelige geldbelegging waarvan alle
kansen voor hem zijn.
Verleden jaar, op 't einde van 't seizoen,
was 't priji vlucht uit Poitiers. Het ontbrak
hem aan geld. Hij plaatste slechts den inzet-
prijs op zijn duiven. Welnu, zijn gebronzeer
de behaalde dien dag den eersten prijs, een
half uur voor den tweede duif viel, en vijftig
minuten vóór er ééne duif te Luik terug was.
Zijn klein rood bekwam den derden prijs in
„De Valk", en zijn blauwe doffer, die hem
verleden jaar in Lyon die poets had gespeeld,
den vierde.
Toen hij „De Sperwer" zijn duiven-
blad nakeek, had hij verbijsterd gelezen
dat zijn drie duiven de eerste prijzen zouden
bekomen hebben in d vermaarde Luiker
sociëteit „l'Hirondelle" en dat de groote Lin-
senne dien dag, indien Willekens in Luik had
meegedaan, duchtig door hem ware geklopt
geweest.
Tan Cremer had wel, zuigende aan zijn pijp