kismst en raus.
t weede Blad
28 «Juni 1923
Benoeming der Hoogleeraren en andere
docenten aan de R,-K. Universiteit.
LIEFDE OVERWINT
HET HOLLANDSCHE MUZIEKLEVEN
FEUILLETON
Het Bestuur der St. Radboudstichting
heeft benoemd aan de R. K. Universiteit:
to! Rector Magnificus voor het eerste aca
demisch studiejaar 1923'24: Dr. J o s
S c h r ij n e n, Hoogleeraar te Utrecht;
Verder zijn benoemd:
In de Faculteit der Godgeleerdheid:
tot gewoon hoogleeraar:
in de dogmatiek, dogmageschiedenis en
apologie: Mag. Dr. Johan Kors O.P.,
ïrofessor te Huissen;
in de moraal, mystiek, algemeene sociolo
gie en de geschiedenis der godsgeleerdheid:
Mag. Gerard De Langen Wen
de I s O.P., hoogleeraar aan de Universiteit
te Freiburg (Zwitserland);
in de exegese van het Oud Testament, het
Hebreeuwsch en de Israëlitische kultuur-
jeschiedenis: Dr. Paul Heinisch, hoogleeraar
an de Universiteit te Breslau;
in de exegese van het Nieuw Testament,
de algemeene inleiding tot de H, Schrift en
"het Assyrisch-Babylonisch: Dr. Leo Jan
sen O.P., professor te Huissen;
in het canoniek recht, tevens belast met het
onderwijs in de faculteit' der rechtsgeleerd
heid: Dr. Frans van Welie, professor
te Haaren;
in de kerkelijke geschiedenis der middel-
reuwen en der nieuwe tijden, tevens belast
met hel onderwijs in de algemeene en vader-
taadsche geschiedenis der middeleeuwen in
2* faculteit der letteren en wijsbegeerte: Dr.
Willem Mulder S.J., leeraar aan het
R.K. Gymnasium te Amsterdam;
in de godsdienstgeschiedenis, de Christelijke
archaeologie en de godsdienstphilosophie, te
vens belast met de geschiedenis van de
Jodsdienst der Grieken en Romeinen in de
literarische faculteit: Dr. Johann Peter
5 t e f f e s lector aan de Universiteit te
Frankfurt;
tot buitengewoon hoogleeraar:
in de patrologie en oude kerkelijke ge
schiedenis: Dr. Desiderius Franses
3.F.M., professor te Bleyerheide;
a de Faculteit der Letteren en Wijsbegeerte:
tof gewoon hoogleeraar:
in de wijsbegeerte en de algemeene pae-
dagogiek, tevens belast met het onderwijs in
Je wijsbegeerte van het recht in de faculteit
der rechtsgeleerdheid: Dr. Jan Hoogveld
Rector van het R.K. Lyceum te Utrecht;
in de geschiedenis der wijsbegeerte en de
geschiedenis der mystiek, in het bizonder der
Nederlandsche mystiek, Dr. T i t u s
Brandsma O.Carm., professor te Oss;
in de Grieksche en Latijnsche taalkunde,
de algemeene taalwetenschap, de Romein-
uche staatsinstellingen en de volkskunde: Dr.
Joseph Schrij n e n, hoogleeraar aan de
Universiteit te Utrecht;
In de Grieksche letterkunde, de staatkun
dige geschiedenis en de staatsinstellingen
van Griekenland: Dr. Engelbcrt Drc-
r u phoogleeraar aan de Universiteit te
Würzburg;
in de Latijnsche letterkunde en de staat
kundige geschiedenis der Romeinen, tevens
voorloopig belast met het onderwijs in de
klassieke archaeologie: Dr. A 1 o y s i u s
3 1 ij p e n S. J., leeraar aan het R.K. Gymna-
liura te Amsterdam;
in de Nederlandsche taal- en letterkunde,
Je vergelijkende Indogermaansche taalweten-
schap en het Sanskrit: Dr. Jacques van
3 i n n e k e n S.J., professor te Oudenbosch;
in de Germaansche taal- en leterkunde: Dr.
Iheodoor Baader, privaatdocent aan
le Universiteit te Münster;
in de algemeene en vaderlandsche ge
schiedenis der nieuwere tijden: Dr. H. H u y
b e r s docent aan de R.K. Leergangen;
in de Fransche letterkunde: Jean Da-
fens, leeraar aan het lyceum te Tulle Cor-
èze;
in de Hoogduitsche letterkunde: Dr. Wil
helm K o s c h, hoogleeraar aan de Uni
versiteit te Czernowitz;
tot buitengewoon hoogleeraar:
in de empirische en toegepaste zielkunde:
Dr. Frans R o e 1 s, hoogleeraar aan de
Universiteit te Utrecht;
in de geschiedenis der latere Middeleeuwen
m de oorkondenleer, tevens bibliothecaris:
Dr. Henri van der Velden, leer
aar aan het Gymnasium te Nijmegen;
in de Semitische taal- en letterkunde, te
vens belast met het onderwijs in de verge
lijkende liturgiegeschiedenis in de faculteit
Ier godgeleerdheid: Dr. Anton Bau in
sta r k, hoogleeraar aan de Universiteit te
'Bonn;
in de schoonheidsleer en kunstgeschiede
nis: Dr. Gerard Brom, secretaris van de
Unie der R. K. Studenten in Nederland;
tot lector:
in de geschiedenis der Grieksche en Ro
meinsche wijsbegeerte: Dr. Petrus Sor-
m a n i, rector van het stedelijk gymnasium
te Nijmegen;
in de Zeventiende-eeuwsche Nederland
sche letterkunde (Vondelstudie in het bizon
der); lector Bernard Molkenboe r O.
P., professor te Huisen;
in de Fransche taalkunde: Bernard
Wcerenbeck, docent aan de RiK. Leer
gangen.
docent aan de R.K. Leergangen,
tot gewoon hoogleeraar:
in de inleiding tot de rechtswetenschap,
het internationaal privaatrecht, het volken
recht en het burgerlijk procesrecht: Mr.
Paul Bellefroid, advocaat en procu
reur te Utrecht;
in het burgerlijk recht, handelsrecht en
rechtsgeschiedenis: Mr. E. J. J. van der
H e y d e n, advocaat en procureur te Rot
terdam;
in het staats- en administratief recht:
Mr. Dr. Joseph van der Grinten,
secretaris der gemeente Nijmegen;
in de staathuishoudkunde en economische
sociologie: Mr. Dr. Charles Raayma-
k e r s S.J., provinciaal van de orde der Je
zuieten;
tot buitengewoon hoogleeraar:
in het strafrecht en strafprocesrecht: Mr.
Willem Pompe, advocaat en procureur
te Deventer;
tot lector:
in het Romeinsche recht: Mr. George
R u s s e 1, advocaat te Amsterdam;
in het huwelijksgoederen- en erfrecht: Mr.
A. P. Louwers, Griffier bij het kanton
gerecht te Tilburg.
De benoemingen gaan in op den eersten
October a.s. Nog zullen aangesteld worden
assistenten voor de Fransche en Duitsche
taal. In de naaste toekomst zal volgen de
benoeming van hoogleeraren voor crimineele
psychologie en voor de Engelsche Taal- en
Letterkunde.
J. B. Kors O.P.
Johannes B. Kors wérd geboren te Boxtel
in 1885; Priester gewijd in 1910; deed zijn
Lectoraats-examen in 1912. Hij studeerde
verder theologie te Freiburg en promoveer
de daar in 1916 op proefschrift: „La Justice
primitive et le péché originel d'après Saint
Thomas.'' Van 1916 tot 1921 doceerde hij te
Huissen de dogmatiek, sindsdien de moraal.
In 1917 werd hij benoemd tot Moderator der
R.K. Studentenvereeniging „Franciscus Xave-
rius te Wageningen. In Maart 1913 verwierf
hij te Rome den graad van Magister The-
ologiae.
Leeropdracht: Dogmatiek, Dogma-geschie
denis en Apologie.
G. .J. de Langen-Wendels O.P.
Gerard Jordanus de Langen-Wendels werd
geboren tc Utrecht in 1867. In 1884 trad hij
in de orde der Dominikanen té Huissen, in
1891 ontving hij de H. Priesterwijding. In
1893 werd hij benoemd tot professor in de
wijsbegeerte te Huissen. In 1895 deed hij zijn
lectoraats-examen. Benoemd tot gewoon
hoogleeraar in de Moraal te Freiburg in 1900.
In 1906 verwierf hij den graad van Magister
Theologiae.
Leeropdracht: Moraaltheologie, Mystiek,
Algemeene Sociologie en Geschiedenis der
Godgeleerdheid.
P. Heinisch.
Paul Heinisch werd geboren in 1878 te
Leobschütz (in het Duitsch blijvend gedeelte
van Opper-Silezië). Studeerde Theologie te
Breslau. ,In 1902 Priester gewijd, was hij tot
October 1907 werkzaam als kapelaan te
Tauchwitch (Kreis Leobschütz). In Maart
1907 promoveerde hij tot doctor in de Theo
logie, en vestigde zich als privaat-docent
voor Oudtestamentische Exegese te Breslau.
In 1911 werd hij tot Ordinarius benoemd aan
de theologische faculteit te Strassburg, als
opvolger van Prof. v. Faulhabpr, Bisschop
van Spiers. Na den oorlog werd hii. evenals
de andere Duitsche professoren, ontslagen,
en tot ordinarius te Breslau benoemd. Prof.
Heinisch is vooral bekend door zijn commen
taar op het bock der Wijsheid. Verder pu
bliceerde hij monografieën over de Grieksche
wijsbegeerte, de Messiaansche voorzeggin
gen, het idee der heidenbekeering, de per
sonificaties in het Oude Testament enz., en
tal van artikelen in de Biblische Zeitschrift,
Theologie und Glaube, e. a.
Leeropdracht: Exegese van het Oud Tes
tament Hebreeuwsch, Israëlitische Kuituur
geschiedenis.
L. R. Jansen O.P.
Dr. Leo Reginaldus Jansen O.P. werd ge
boren te Nijmegen in 1879, Priester gewijd in
1904. Hij studeerde Schriftuur te Jeruzalem
van 1906 tot '09, in welk jaar hij promoveer
de. Professor in de Oudtestamentische Exe
gese in 1909 te Rome in het Collegio Ange-
lico van 1911 tot 1914 te Leuven, en sinds
1914 te Huissen.
Leeropdracht: Exegese van het Nieuw Tes
tament; Nieuw testamentisch Grieksch; Alge
meene Inleiding tot de H. Schrift (met inbe
grip van Bijbelsche Hermeneutiek); Assyrisch
Babylonisch.
W. Mulder S.J.
Willem Mulder werd geboren in 1875 te
Amsterdam, werd Priester gewijd in 1909.
Hij studeerde m de Geschiedenis (en Neder
landsche letteren) te Leiden, waar hij in
1907 promoveerde op proefschrifïr „Dietrich
von Nieheim,'.' en was achtereenvolgens leer
aar aan de gymnasia der P.P. Jezuieten te
Nijmegen en te Amsterdam. Dr. Mulder is
lid van de Maatschappij der Nederlandsche
Letterkunde en van het Historisch Genoot
schap.
Leeropdracht: Kerkelijke geschiedenis van
de Middeleeuwen en de nieuwere tijden in
de Theologische Faculteit; algemeene en va
derlandsche geschiedenis der Middeleeuwen
in de Faculteit der Letteren en Wijsbegeerte.
F. A, M. van Welie.
Franciscus Antonius Maria van Welie werd
geboren 3 December 1886 te Drcumel (Gel
derland) Na volbrachte studie op de beide
Seminariën van het bisdom 's-Hertogen-
bosch te St. Michiels-Gestel en te Haaren
Priester gewijdop 1 Juni 1912. Hij behaalde
het Bassalaureaat in het Romeinsche Recht
aan de Universiteit van Apollinaris te Rome
op 12 Juni 1913 en het doctoraat in het Ker
kelijk Recht aan de Gregoriaansche Univer
siteit te Rome op 7 Mei 1915 op dissertatie:
„Ecclesiae jurisdictio indirecta in negotia
temperalia et politica." Benoemd tot kape
laan te Eindhoven op 7 Juni 1915, tot profes
sor in de Theologia Moralis aan het Groot-
Seminarie van het bisdom 's-Hertogenbosch
op 4 December 1916.
Leeropdracht: Canoniek recht, tevens ca
noniek recht in de faculteit der Rechtsge
leerdheid voor de studenten in de Rechts
wetenschappen.
J. P. Steffesi
Johan Peter Steffes werd geboren te Out-
schcid (Bez. Trier) in 1883. Hij studeerde
aan het. Seminarie te Trier, was na de pries
terwijding eenigen tijd werkzaam in de ziel
zorg, studeerde verder te Berlijn, Würzburg
en München. Hij promoveerde in de Theolo
gie op proefschrift: „Der Gnostizismus," en
in de philosophic op proefschrift „Die Reli-
gionsphilosophie des Unbew.ussten bei
Eduard von Hartmann." Bekend is ook zijn:
„Reprasentanten religiöser und profaner
Weltanschauung." Hij is medewerker aan de
philosoplusche Handbibliotheek, waarin een
deel over Religions-philisophie vairi hem zal
verschijnen. Hij vestigde zich als privaat-do
cent te Münster en werd door de Regeering
belast met het geven van colleges in Gods
dienstgeschiedenis aan de Universiteit te
Frankfort.
Leeropdracht: Godsdienstgeschiedenis, de
christelijke archaeologie en de godsdienstphi
losophie; tevens geschiedenis van den gods
dienst der Grieken en Romeinen in de litera
rische faculteit.
D. Franses O.F.M.
Desiderius Franses werd geboren te 's-G#a-
venhage in 1888, en trad in 1907 in de orde
der Minderbroeders te Wychen. Na de H,
Priesterwijding in 1914 studeerde hij te
München in de faculteit der godsgeleerdheid
en der letteren. Hij promoveerde in 1919 op
proefschrift over de werken van Quodvult-
deus Daarna professor in de H. Schrift te
Bleyerheide.
Leeropdracht: Patrologie en Oude Kerke
lijke Geschiedenis.
J. H. E. J. Hoogveld.
Johannes Henricus Everardus Jacobus
Hoogveld werd geboren te Elden in 1878.
Werd priester gewijd in 1902, promoveerde
te Rome in de wijsbegeerte en theologie. Van
1906 tot 1921 was hij professor in de wijsbe
geerte te Culemborg, sinds 1916 tevens do
cent aan het psychologisch-paedagogisch in
stituut der R.K. Leergangen; sinds 1922 rec
tor van het R.K. Lyceum te Utrecht. Hij is
medestichter en redacteur van „De Beiaafd"
en van het „Tijdschrift voor Zielkunde en
Opvoedingsleer."
Leeropdracht: Inleiding tot de wijsbe
geerte; logica, critica, zielkunde, algetneene
-metaphysica, algemeene ethiek. Algeihöene
paedagogiek. In de Faculteit der Rechtsge
leerdheid: Wijsbegeerte van het recht.
A. S. T. Brandsma O.Carm.
Anno Sjoerd Teke Brandsma werd gebo
ren 1881 te Ugoklooster (Fr.), trad in 1898
in de Orde der Carmelieten, 1906 Priester
gewijd, 19061909 te Rome, waar hij wijsbe
geerte studeerde en promoveerde tot doctor
philosophiae. Sinds 1909 doceert hij de wijs
begeerte aan het Studiehuis der Orde te Oss.
Hij is de leider van de uitgave van de wer
ken van de H. Theresia en van den H. Jo
annes van.het Kruis, uit het Spaansch.
Leeropdracht: Geschiedenis der Wijsbe
geerte (uitgezonderd die der Grieken en
Romeinen), Natuurphiiosophie, Natuurlijke
Godsleer, Wijsbegeerte der Geschiedenis,
Geschiedenis der Mystiek, met name der Ne
derlandsche Mystiek.
J. C. F. H. Schrijnen.
Joseph C. F. H. Schrijnen werd geboren
te Venlo in 1869, studeerde van 1887 in de
klassieke letteren te Leuven, waar hij in
1891 summa cum laude promoveerde op
proefschrift: „Etude sur le phénomene de
„S. Mobile" dans les langues classiques.'
Daarna studeerde hij theologie in het Semi
narie te Roermond. Priester gewijd in 1894,
leeraar in de klassieke taal aan het Bis
schoppelijk College 'te Roermond van 1894
tot 1912. In 1910 werd hij benoemd tot Lec
tor, in 1912 tot bizonder hoogleeraar aan de
Rijksuniversiteit te Utrecht in de Kuituurge
schiedenis der Christelijke Oudheid en in
de vergelijkende klassieke taalwetenschap
vanwege de Sint Radboudstichting, en in
1921 tot buitengewoon hoogleeraar in de al
gemeene taalwetenschap. Is lid van de re
dactie van „Dé Beiaard" en de „Ncophilolo-
gus," van de Koninklijke Vlaamsche Akade-
mie7 van de Maatschappij der Ned. Letter
kunde en van de Société de Linguistique van
Parijs.
Leeropdracht: Grieksche en Latijnsche
taalkunde, met name geschiedenis der Griek
sche en Latijnsche taicn; Vulgair-Patristisch
en Kerklatijn. Algemeene taalwetenschap,
Romeinsche staatsinstellingen, Volkskunde.
E. Drerup.
Engelbert Drerup werd geboren te Borg-
horst (Westf.l 1871, studeerde tc Münster,
München, Berlijn en Freiburg i/B. Hij promo
veerde 1894 te Leipzig. Hij maakte een stu
diereis naar Italië en Griekenland. Privaat
docent in de klassieke philologie te Mün
chen in 1897. Professor Extra-ordinarius
te München in 1906, Ordinarius te Würzburg
in 1913. Lid van de Archaeologische Vereeni-
ging te Athene enz. Leidt de uitgave van:
1. Studiën zur Geschichte und Kultur des
A!tertums.(met prof. Kirsch en Grimme), Pa-
derborn. 2. Rhethorische Studiën. 3. Jahrbuch
der Philos, Fakultat Wuerzburg. 4. Werbc-
schriften der Freunde des Humanistischcn
Gymnasium in Bayern. Prof. Drerup is be
stuurslid van de Görresgesellschaft. Hij is
bekend om zijn geschriften over Homerus en
is een der beste kenners van de Attische re
denaars, met name van Demosthenes cn Iso-
crates.
Leeropdracht: Grieksche letterkunde,
staatskundige geschiedenis en staatsinstel
lingen van Griekenland.
A. Slijpen S.J.
Alphons Slijpen werd geboren te Maas
tricht in 1884. Priester gewijd in 1915. Stu
deerde aan de Universiteit te Amsterdam.
In 1909 werd beantwoording der prijsvraag
over de Romeinsche Oden met goud be
kroond. In 1912 promoveerde hij cum laude
op dissertatie: „De Odis Romanis." Daarna
was hij leeraar te Katwijk, vervolgens te
Amsterdam.
Leeropdracht: Latijnsche letterkunde en
stilistiek, hymnologie, taatkundige gechie-
denis der Romeinen; voorloopig tevens be
last met de klassieke Archaeologie.
J. van Ginneken S.J.
Jacques van Ginneken geboren in 1877 te
Oudenbosch. Studeerde in de Nederland
sche Letteren te Leiden van 1902 tot 1907.
Promoveerde te Leiden cum laude op proef
schrift „Principes de linguistique psycholo-
giques" (Tome van de Bibliothéque de
philosophic expérimentale). Daarna studeer
de hij theologie te Maastricht. Priester ge
wijd in 1910. Leeraar Canisius-College te
Nijmegen in 1911. Professor in de paedago
giek en philosophie te Oudenbosch sinds
1915. Is lid van de Koninklijke Akademie van
Wetenschappen te Amsterdam, van de Ko
ninklijke Vlaamsche Akademie, van Maat
schappij der Nederlandsche Letterkunde, van
het Bestuur van de Indogermanische Gesell-
schaft, en van de Société de Linguistique van
Parijs.
Leeropdracht: Nederlandsche taal- en let
terkunde; vergelijkende indogermaansche
taalwetenschap; Sanskrit.
Th. Baader.
Theoder Baader werd geboren in 1888 te
Muenster (Westfalen), studeerde aan de
Universiteit aldaar, waar hij in 1913 magna
cum laude promoveerde op dissertatie:
„Westfaelische Mundarten." Studeerde
daarna aan de Universiteit te Bern. Sedert
1920 is hij privaatdocent aan de Universiteit
te Muenster in de Germaansche Philologie.
Dr. Baader is 'yooral bekend door zijn publi-
katies op het gebied der Nederduitsche dia-
lektstudie (van zijn hand is o.a. de studie
over het Osnabrücksche vocalisme), en is
sedert geruimen tijd bezig met de uitgave
van een groot Westfaalsch woordenboek en
een Westfaalschen taalatlas. Daarbij is Dr.
Baader een verdienstelijk Keltoloog.
Leeropdracht: Germaansche taal- en let
terkunde (behoudens de Hoogduitsche let
terkunde en behoudens de nieuw Engelsche
taal- en letterkunde); Keltische taal en let
terkunde.
H, Huybers.
H. Huybers werd geboren te Utrecht in
1885. Hij studeerde in de Geschiedenis en
Nederl. Letteren aan de Universiteit te
Utrecht sedert 1903, en promoveerde aldaar
op proefschrift: „Don Juan van Oostenrijk."
Eerste deel 1913. Dr. Huybers ist docent in
de Geschiedenis aan de R.K. Leergangen Hij
is lid van de Maatschappij der Nederland
sche Letterkunde en van het Historisch Ge
nootschap. Redacteur van het Historisch
Tijdschrift.
Leeropdracht: Algemeene en vaderland
sche geschiedenis der nieuwere tijden.
J. Dagens.
Jean Dagens werd geboren in 1895 te
Bouscat (Gironde), behaalde in 1913 te Pa
rijs den graad van licencié ès lettres, werd
in 1917 toegelaten tot de Ecole Normale Su
périeure, en werd in 1918 op grond van zijn
geschrift over de kritiek van Voltaire op
Pascal diplome d'Etudes supérieures. In 1919
deed hij het examen d'aggrégation ès lettres,
en -verbleef daarna tc Parijs als Pensionnaire
van de fondation-Thiers; in October 1922
werd hij benoemd tot leeraar aan het lyceum
te Tulle (Corrèze). Zijn litefair-historische
geschriften hebben vooral betrekking op Pas
cal, de Bérulle, de Oratorianen en het Jan
senisme. Jean Dagens is vast medewerker
van de Revue d'Histoire littéraire.
Leeropdracht: Fransche letterkunde.
W. Kosch.
Wilhelm Kosch werd geboren in 1878 te
Brünn (Oostenrijk). Bezocht de Universitei
ten te Weenen, Breslau en Praag. Promo
veerde te Praag in 1904 op proefschrift:
„Stifter und die Romantik." Bibliothecaris
te Praag in 1905. Werd benoemd tot bui
tengewoon hoogleeraar in de Duitsche lite
ratuur aan de Kath. Universiteit te Freiburg
in Zwitserland in 1906, cn bleef daar tot
1911, in welk jaar hij een gewoon hoogleer-
aarsambt aanvaardde aan de Universiteit te
Czernowitz. Hij is vooral bekend door zijn
Eichendorf-uitgave. Verder verscheen van
zijn hand 'n „Literaturgeschichte der Zeit von
1813 bis 1918." Hij leidt het verzamelwerk
der „Deutsche Quellen und Studiën, het
tijdschrift „Der Wachter," en werd onlangs
belast met het bewerken der literaire nala
tenschap van koning Ludwig I van Beieren.
Hij was leider van de onderhandelingen met
de Oostenrijksche Regecring in zake het
stichten der Universiteit te Salzburg, die in
1917 met een voor de Katholieken bevredi
gend resultaat werden bekroond, maar ten
gevolge van den oorlog niet haar beslag kre
gen.
Leeropdracht: Hoogduitsche letterkunde,
met name van de nieuwere tijden.
F. Rocls.
Frans Roels werd geboren te Utrecht, stu
deerde van 1908 tot 1910 philosophie te
Stonyhurst, en van 1910 tot 1913 te Leuven,
waar hij in October van het laatstgenoemde
jaar summa cum laude promoveerde tot doc
tor in de wijsbegeerte. Was van 1913 tot '14
assistent aan het experimenteel-psycholo
gisch laboratorium te Leuven. In October
1916 toegelaten als privaat-docent voor de
experimentéele psychologie te Utrecht, werd
hij in 1918 tot Lector benoemd. Van Septem
ber 1917 af doceerde hij ook de psvchologie
en paedagogiek aan het Psychologisch en
Paedagogisch Instituut der R.K. Leergangen
te Tilburg. Is lid van de redactie van de
„Etudes Psychologique.s" en van het „Tijd
schrift voor Zielkunde 'en Opvoedingsleer."
In 1922 benoemd tot gewoon hoogleeraar
aan de Universiteit te Utrecht.
Leeropdracht: Empirische en toegepaste
zielkunde (in het bijzonder pacdagogische en
industrieele zielkunde).
H. v. d. Velden.
Henri v. d. Velden werd geboren te Eind
hoven in 1883. Studeerde in de Geschiedenis
(en Nederlandsche Letteren) te Leiden, en
promoveerde daar op proefschrift: „Rodolfus
Agricola" in 1911. Daarna studeerde1 hij ge
durende een jaar te Rome aan het Historisch
Instituut, en was achtereenvolgens leeraar in
de Geschiedenis te Zwolle en te Nijmegen.
Dr, v. d. Velden is lid van de Maatschappij
der Nederlandsche Letterkunde en van het
Historisch Genootschap. Is voorzitter-biblio
thecaris van de R.K. Leeszaal te Nijmegen;
leider van den opleidings-cursus voor het
personeel van R.K. Leeszalen te Nijmegen;
lid van de Opleidingscommissie voor Biblio
theekwezen en voorzifter van den Bond van
Roomsch-Katholieke Leeszalen.
Leeropdracht: Geschiedenis der latere
Middeleeuwen, vooral in verband met het
humanisme en de renaissance, en oorkon
denleer.
A. Baumstark.
Anton Baumstark werd geboren te Kon-
stanz in 1872, privaat-docent te Heidelberg
en leeraar aan het Gymnasium aldaar in
1898. Van 1899 tot 1904 verbleef hij te Ro
me; daarna in Palestina. In 1905 werd hij do
cent aan het Instituut van Mgr. Lender te
Sasbach. In 1920 werd hij hoogleeraar te
Bonn pn de Geschiedenis der Liturgie cn in
de Oostersche talen. Prof. Baumstark is be
kend om zijn grondige kennis van het Syrisch
en Arabisch en zijn vele publicaties op het
gebied van de studie der Oostersche en Wcs-
tersche Liturgie, die hij in nieuwe banen
wist te leiden. Hij stichtte het tijdschrift:
„Oriens Christianas."
Leeropdracht: Semitische taal cn letter
kunde. In de Theologische Faculteit: Verge
lijkende liturgiegeschiedenis.
G. Brom.
Gerard Brom werd geboren te Utrecht in
1881. Studeerde aan de Universiteit te
Utrecht in de Nederlandsche Letteren
Promoveerde te Utrecht in 1907 on proef
schrift: „Vondel's Bekeering." Hij is de stich
ter van het Tijdschrift „De Beiaard." Achter
eenvolgens was hij leeraar te Maastricht,
Haarlem, Apeldoorn en Nijmegen. Geduren
de een jaar onderbrak hij zijn loopbaan als
leeraar voor een kunstreis naar Italië. Se
dert 1920 is Dr. Brom Secretaris van de
Unie der R.K. Studenten in Nederland; hij
is lid van de Maatschappij der Nederland
sche letterkunde.
Leeropdracht: Schoonheidsleer en Kunst
geschiedenis.
P. V. Sormani.
Petrus Victor Sormani werd geboren te
Boxmeer 19 Juni 1859; studeerde te Gronin
gen, waar hij 17 December 1886 promoveerde
tot doctor in de klassieke letteren op een
dissertatie: „de lo Schraderi vita ac Scrip-
tis." Hij was van 7 September 1885 tot 1 Fe
bruari 1899 eerst leeraar, dan conrector aan
het Gymnasium te Maastricht; sedert 1 Fe
bruari 1899 rector van het Openbaar Gym
nasium te Nijmegen, welke betrekking hij nog
bekleedt.
Leeropdracht: Geschiedenis der Grieksche
en Romeinsche Wijsbegeerte.
B. H. Molkenbocr O.P.
Bernard Hilarius Molkenboer werd gebo
ren te Leeuwarden iti 1879, trad in 1899 in
het Noviciaat der Dominikanen te Huissen.
Priesterwijding in 1906. In 1908 deed hij het
lectoraats-examen. In November van dat jaar
ondernam hij een kunst- cn studiereis naar
Italië. Sedert 1911 doceert hij de Eloquentia
Sacra. Hij is medestichter van „De Beiaard"
en van de Maatschappij der Nederlandsche
Letterkunde.
Leeropdracht: Zeventiende-eeuwsche Ne
derlandsche letterkunde, en Vondelstudie in
het bizonder,
B. H. J. Weerenbeck.
Bernard H. J. Weerenbeck werd geboren
te Den Helder in 1878. Na zijn gymnasiale
studie, verbleef hij meerdere jaren in Frank
rijk, legde in Nederland zijn middelbare ac-
te-examens af in. de Fransche taal- en let
terkunde, en zette daarna zijn studie in
Frankrijk voort. Hij was leeraar aan het
Gymnasium der P.P. Jezuieten te Amster
dam en sinds 1914 docent in de Fransche
taalkunde aan de R.K. Leergangen.
Leeropdracht: Fransche taalkunde.
P. Bellefroid.
Paul Bellefroid werd geboren te Hasselt
(België) in 1869. Hij promoveerde te Leuven
in de rechten summa cum laude in 1891, en
vestigde zich als advocaat te Hasselt. In
1896 werd hij benoemd tot lector in Straf
recht, Strafvordering en Notarieel Recht (in
de Nederlandsche taal) te Luik. In 1920 leg
de hij te Utrecht examen in de Rechtsweten
schap af, en promoveerde hetzelfde jaar op
stellingen. Mr. Bellefroid is lid van de Maat
schappij der Nederlandsche Letterkunde. Hij
is thans advocaat en procureur te Utrecht.
Leeropdracht: Inleiding tot de rechtswe
tenschap; internationaal privaatrecht, vol
kenrecht, burgerlijk procesrecht.
E. van der Heyden.
E. v. d. Heyden werd geboren te Gouda
in 1884. Hij studeerde in de Rechten tc
Utrecht en promoveerde aldaar in 1908.
Daarna vestigde hij zich als advocaat en
procureur te Rotterdam. Met Prof. Volmer
geeft hij het Tijdschrift „De Naamlooze Ven
nootschap" uit.
Leeropdracht: Burgerlijk recht (behalve
huwelijksgoederen- cn erfrecht, en burger
lijk procesrecht), handelsrecht en rechtsge
schiedenis (historische ontwikkeling van het
recht.)
J. v. d. Grinten.
Joseph van der Grinten werd geboren te
's-Hertogenbosch in 1885. Deed doktoraal
Rechtswetenschap in 1906, promoveerde op
stellingen in de Rechtswetenschap in 1907 en
promoveerde in de Staatswetenschap in 1911
aan de Universiteit te Amsterdam. In 1909
werd hij benoemd tot adjunct-commies 1ste
klasse ter provinciale griffie van Gelderland,
en sinds 1915 is hij secretaris der gemeente
Nijmegen, lid van de commissie voor de ak
te van bekwaamheid in de Gemeente-admi
nistratie enz.
Leeropdracht: Staats- en Administratie/
Recht.
Ch. Raaymakers S.J.
Charles Raaymakers werd geboren te Roo
sendaal (N.-B.) in i871, en studeerde aan de
Universiteit te Amsterdam van 1890 tot 189.'.'.
Hij promoveerde tot doctor in de Rechten en
in de Staatswetenschap in 1895 op proef
schrift 'getiteld: „Verzekering tegen werke
loosheid." Een maand later trad hij in de
orde' der Jezuieten. Hij studeerde philoso
phie te Stonyhurst, theologie tc Maastricht
van 1890 tot 1903. Van 1903 tot 1910 was hij
leeraar in de staatswetenschappen; van 1919
tot 1921 Rector aan het Gymnasium tc Am
sterdam; daarna Provinciaal.
Leeropdracht'. Staathuishoudkunde en cco
nomische sociologie.
W, Pompe,
Willem Pompe werd geboren te Utrecht
1893, studeerde aan de Utrechtsche Univer
siteit in de rechtswetenschap van 1911 tot
1917, in wélk jaar hij doctoraal deed. Hij
promoveerde cum laude op proefschrift:
„Beveiligingsmaatregelen naast Straffen. Nó
zijn academische studie was Mr. Pompe ad-
jünct-secretaris van het Centraal College
voor de Reclasseering. Tevens was hij secre
taris van de Commissie lot invoering Wet
boek van Strafverordening. Van 1921 tct
1922 was hij werkzaam als advocaat cn pro
cureur te Amsterdam. Sinds April 1922 ver
richt hij naast advocatuur sociaal en adm:-
nistraticf-rechtelijk werk te Deventer. Is se
cretaris der Diocesane R.K, Werkgeversver-
eenigirig in het Aartsbisdom.
Leeropdracht: Strafrecht, Strafprocesrecht
Straftoepassingsrecht.
G. Russel.
George Russel werd geboren te Venlo
1891. Legde het eerste gedeelte van het no
tarieel examen af in 1912. Daarna studeer
de hij in'de Rechten aan de Universiteit te
Amsterdam en promoveerde cum laude in
1918 op proefschrift: „De affaire in het Pri
vaatrecht." Hij. was adjunct-inspecteur der
Directe Belastingen te Neuzen, cn is sedert
1919 verbonden aan het Amsterdamsche
Trustee's Kantoor. Is medewerker van hef
Maandblad „De Naamlooze Vennootschap
Leeropdracht: Romeinsch recht.
A. P. Louwers.
A. P. Louwers werd geboren te Veldho
ven in 1886. Was eerst werkzaam in dc ge
meente-administratie; haalde daarna diplo
ma staatsinrichting, en studeerde te Utrecht
in de Rechten. In 1918 promoveerde hij tot
Meester in de Rechten, waarna hij te Utrecht
2 jaar verbleef als repetitor voor burgerlijk
en handelsrecht. In 1920 werd hij benoemd
tot griffier aan het Kantengerecht te Tilburg.
Leeropdracht: Huwelijksgoedcrenrecht eï
Erfrecht.
•In een onderhoud van een Telegraaf-re-
dacteur met Willem Kes, zou deze volgens
dat blad over het Hollandsche muziekleven
o.m. hebben gezegd
Het muziekonderwijs in Holland is bui
tengewoon slecht.
„Ik acht de organisatie der Hollandsche
conservatoria geheel uit den booze. Hoofd
zakelijk worden gekweekt zeer eenzijdig ont
wikkelde (eerder onontwikkelde) instrumen
talisten, wier feitelijk einddoel is, dit of dat
concert zóó te spelen, dat ze er den Pnx "Ex
cellence mee kunnen behalen. En verder
Wat weet bier de doorSnee-cónservatonum-
leeriing van de groóte orkest-literatuur, van
muziekgeschiedenis, harmonie-contrapunt,
het lezen in verschillende sleutels, van parti
turen, cultuurverhoudingen, de andere kun
sten, enz. enz. Het spijt me zoo, te moeten
constateeren, dat hier alles nog op.de oude
slofjes gaat en dat ook in dit opzicht ons dier-
baar vaderland zoo hopeloos ten achter is
De heer Julius Röntgen komt tegen ocze
bewering van den heer Kes op.
Door wien heeft de heer Kes zich zulkea
onzin laten voorpraten Hoe kan hij be
weren dat de leerlingen van de ^litteratuur
de muziekgeschiedenis, harmoni en con
trapunt, het lezen in verschillende sleutels
enz. enz. niets weten Had de heer is.es de
zooeven gehouden eind-examens in plaats
van den „Prix" bijgewoond, hij had zich
kunnen overtuigen hoe ernstig juist al ueze
vakken -aan het Conservatorium onderwe
zen worden, zoo grondig, dat wel eens voor
het hoofdvak te weinig tijd overblijft, juist
in tegenstelling met zoovele buiten,anusc.ae
inrichtingen, waar het door Kes met recht
gelaakte systeem van „virtuosenkweekenj
heerscht.
Ik daag den heer Kes uit om onze leerlingen
tc ondervragen en ben overtuigd, dat mj dan
zijn woord van het f,buitengewoon slechte
onderwijs" ruiterlijk terug zal nemen, cn
zijn „doodvonnis" in een waardeering zou
veranderen voor het uitstekende onderwijs
dat aan het Conservatorium in Algemeene
Muziekleer, Harmonie, Contrapunt, Muziek
geschiedenis, Gregoriaansch en Kennis dr
Litteratuur gegeven vwordt.
Wat blijkt nu echter achteraf?
Dat de Telegraaf maar wat raak heelt ge
fantaseerd.' Kes vertelde aan het Vaderland,
dat hij volstrekt niet al de dingen, die de Te-
legraaf-man hem in den mond legt, heeft ge
zegd. Het zijn diens eigen meeningen die iuj
aan den man wou brengen en nu Is.es laat
uitspreken. Kes zou zich wel wachten een
dergelijk oordeel over de conservatoria m ons
land ten beste te geven. Hij kent-ze met. mj
heeft alleen een opmerking gemaakt over.
examens, waarbij juryleden op 'n enkel stuk
dat ze hooren prijzen van uitnemendheid
moeten toekennen. Dat had hij verkeerd ge
noemd uit zulk kort musiceeren is met
aanstonds een oordeel te vormen.
Er staat nog meer in het stuk van de 1 ele-
graaf, dat Kes ontkende te hebben gezegd.
Zoo, dat hij Beethoven, Brahms, Wagner tel
kens te hoeren, eentonig zou hebben genoemd
En meer.
Fraaie journalistiek
14
O ja, zeker.
Voor mij van 't grootste belang
Spoedig Vinus..mijn hoofd doet
me zeer.
Ik heb u altoos lief gehad, ja, als 'n va
der. ik was hier zoo heel van den huize.
Dat zijt ge nog, Vinusmaar uw
vraag
Juffrouw Willekens achtte ik steeds
hoog....en Leentje, uw dochter, o ze is
toch zoo lief en braaf en schoon meester.
Dat is_ zij, Vinus.
Moet 't u dan verwonderen dat zij 'n
plaats in mijn hart heeft ingenomen
O ieder die ze kent houdt veel van
haar.
Niemand toch zooveel als ikVoor
mij is zij 'n engel!Ik zou mijn leven
Zelfs willen géven om haar gelukkig te :i:n.
Dat is mooi van u, mijn brave jongen.
Ja, voor haar zou ik willen werken dat
de naald mij door de beenderen der vingeren
zou dringen voor haar zou ik wonderen wil
len verrichten, ik zou het huis Stevens en
Cie. den doodsteek geven de eerste kleer
maker v -"den der provincie geld verdienen
o kor' n ,':d. meer dsn uw buurman Btcen
er in gansch zijn leven beeft gewonnen
Waar wilt ge toch naar toe, Bols
cn Willekens bezag thans niet zonder arg
waan zijn gast.
Maar meester..vader.ik bemin
uw Leentje, ik aanbid haar, ik zal haar, u en
juffrouw Willekens gelukkig maken.
Stijf stond Willekens op. Vinus, de vlam
niet ziende die in zijn oog glom, ging voort
Schenk mij haar hand, ik bid eru|om.
Houd op was 't droge antwoord geen
woord meer daarover. Gij zijt zinneloos
en de vader bezag zijn meesterknecht met 'n
kouden blik, van 't hoofd tot de voeten-; dan
trad hij hem koel voorbij en stapte verbolgen
langs den muur naar huis toe.
Bols zag hem verstomd achterna. Aan dit
onthaal had hij niet gedacht.
Die korte wandeling langs Bloem's hof
had echter een ommekeer gebracht in de
gedachten van den kleermaker. Het berouw
de hem reeds zoo trotsch zijn trouwen mees
terknecht te hebben bejegend, 'n Gevoel
van vrees deed al zijn zenuwen trillen. „Hij
had Bols toch nog noodig om te kunnen
leven". Reeds raakte zijn hand de klink der
deur, toen hij zich bezon en haastig terug
ging naar 't prieeltje.
Mijn beste jongen en hij nam Vinus
bij dc hand, ik was wel wat barsch, ge
moet 't mij vergeven....
Mag ik dan hopen, meester?....
Neen Vinus 1 Wat gij vraagt is onmo
gelijk,
Onmogelijk en waarom
i Leentje stemt nooit toe. Nooit, jongen
nooit
Zelfs indien heel 't geluk van uw huis
van uw weigering afhing
Ja, dan zelfs zou ik weigeren.. Kom
schik u daarin, Vinus, gij vraagt 't onmoge
lijke maar....dat weet ge toch wel.
Waarom dan toch?
Waarom?.... Leentje kan u immers
niet liefhebben, en dan, ik ook zou niet
willen dat
Dat
....Dat zij mijn knecht zou huwen,
dat begrijpt gij toch wel. Kom, die zaak
blijft onder ons ik rep er geen woordje over.
'n Knechten 't opgekropt ge
moed van Vinus barstte 't uit Een knecht
Neen'n meester-kleermaker zooals 'gij,
beter dan gij, een, die zijn vak kent die alleen
klandizie heeft die u deze weigering zal
doen berouwen. Willekens, ik zeg u mijn
dienst op. Wij rekenen af. Gij zijt nog in mijn
schuld, wel niet erg, maar toch
Mijn beste Vinus, wat raaskalt ge nu
Zijt ge van gedachte veranderd Geeft
gij mij hare hand
Dat kan immers niet
Ah dat kan nietAh gij, ziune-
looze, begrijpt gij dan niet, dat, als ik morgeü
u verlaten heb, gij geen enkele klant mïefr
bezit Meent gij dat ik alleen voor uw ple
zier bij u werkte Wist gij dan waarlijk-niet,
dat, terwijl gij alles verspildet aan duiven,
ik aan „mijn" fortuin werkte, ik uw klanten
voor mij bewaarde Begrijpt gij dan niet*
d-.t gij van het vak niets meer kent, dat 't
vertrouwen der menschen niet op uw huis
maar op mij berust?.... Ah!..., dat kan
niet
Blijf! Ik vermeerder uw loon..
Zult gij mij haar hand schenken
Nooit
Vaarwel dan Bols wierp Wille
kens 'n valschen blik toe zijn dunne lippen
beefden van gramschap, hij draaide hem den
rug -toe en-stapte haastig naar de deur.
Willekens was verstomd. Toen de deur
toe vloog, viel hij ontzenuwd op den stoel
neer, nam zijn hoofd tusschen zijn vuisten
en snikte Liever bedelen gaan Liever
honger lijden O Leentje Gerardien
Leentje
Zóó laag was hij gevallen dat 'n Vinus
Bols de hand zijner dochter durfde eischen 1
Een knechtWas hij zelf nog meer dan een
knecht Van de zes duizend vijf honderd
frank, op zijn huis, bleef hem niets meer over.
Minder, want hij was drie honderd vijf-en-
twintig frank interest schuldig. Er was om
trent geen geld in huis, en hij had schuld,
schuldook bij zijn meesterknecht. In
dien de notaris eens z'n bedreiging uitvoerde.
Sedert 'n maand was de vervaltijd voor
bij!.... Al zijn hoop was in dezen wed
strijd Wat begonnen
Moest nu zijn huis verkocht De notaris
is onverbiddelijk.... Zal dat de doodsteek
niet zijn voor zijn vrouw Hoe zullen zijn
kinderen die schande dragen?.... Zijn
Leentje Zijn Arnold
Zal er wel een goedkooper worden gevon
den voor 't huis?.... de tijden zijn slecht.
Liever dan een cent schuldig te blijven, ver
koopt hij zijn meubelen Wat dan gedaan
Waar 'n huis gevonden En zijn klandisie
Zal zij Bols volgen 1
Ja, zijn duivendrift deed hem zijn klanten
verwaarloozcn; zijn naam van knappen kleer
maker aan Bols overmaken Aan Bols
O die valschaard, hij begrijpt hem thans
hij heeft aan dat alles meegewerkt reeds
lang had hij slechts inzichten hield de klan
ten van den meester des huizes verwijderd.
Wat is hij blind geweest En die knecht, nog
leelijker naar de ziel dan leelijk naar het li
chaam, zou de hand zijner dochter
Nog liever bedelen!.... O neen liever
de nagels van zijn vingers afwerken
Nu zal hij werken van den morgen tot den
avond werken dat vrouw en dochter uit
medelijden hem vergiffenis zullen schenken.
Voor haar zal hij de klanten smeeken bij hem
te blijven, en
Vader, de tafel is gedekt roept Leentje.
Hij wischt zijn oogen droog en begeeft zich
langzaam waar men hem wacht.
De goudgele postelein en de groene erwtjes
zwemmen niet meer in dc geurige vleesch-
soep Geen gebraad mCer geen nagerecht
Een bord erg magere soep, wat aardappe
len met worteltjes, en een beetje goedkoop
vleesch; wat afval van de keurige stukke-',
dat is 'i middagmaal. Willekens eet heel wei
nig. Van zijn tandpijn gev/aagt hij niet meer.
Hij heefr aan Gera-rdien van deze laatste
poging niet eens gewaagdvrouwlui moch
ten immers gisteren nog niet alles weten
en nu weet hij niet hoe hij haar alles zal la:en
weten
Och, vrouw!.... barst hij plotseling
los, och vrouw en de begonnen volzin
wil niet verder,.verstikt in de keel....
Wa: ir Casimir
De lippen 'vari Casimir geven niet eens een
klank..'.. .1 tij steekt zijn vuist tusschen de
tanden, knaagt zijn kneukels ten bloede, om
't snikken, uit zijn gorgel opwellend, af te
bijten. Dikke tranen rollen van onder zijn
groote zwarte wimpers langzaam langs zijn
wangen.
Casimir! Casimir! Wat is er toch
roept zijn echtgenoote, terwijl Leentje haaf
armen rond zijn hals slaat, hem tegen haar
borst drukt, weemoedig kermend Vader 1
Vader ween toch niet.
Och, vrouw!.... Ik handelde slecht
met uLeentje, uw vader was wreed voos
u.
Man lief Vader lief klonk het.
Neen Neen Hij liet zich medeslepen
door 'n gril, door 'n drift tot onbezonnen
waagspel. Hij heeft uw geluk verspeeld,
schulden gemaakt, zijn huis verpand, en nu«'
Nu?
Nu verlaat hem zijn meesterknecht,
richt qen nieuw huis tegen hem op, om zijn
klandizie.
Vinus Bols was de dubbele kreet.
Ja yinus Bols de valschaard, die m(j
de hand van mijn Leentje durfde vragen.