f SCHOTEN.
HEEMSTEDE.
HAARLEMMERLIEDE EN
SPAARNWOUDE.
BLOEMENDAAL.
HAARLEM.
1573 13 JULI 1923.
Bedevaart naar St. Jeroen.
Uitstapjes vanwege de Ver. voor
Groote Gezinnen.
BURGERLIJKE STAND.
Hippodrome.
Gemeenteraad. Donderdag kwam le
2 uur de Raad dezer Gemeente in openbare
Vergadering bijeen in de Raadszaal van bet
Gemeentehuis, o:ader voorzitterschap van
den burgemeester, den heer F. F. F. Fuhr-
hop.
Aanwezig waren alle leden, behalve mevr.
De MunniekVastenhcmdt.
Gemeenterekening 1922.
Na opening door dem voorzitter en goed
keuring der notulen van 14 Juli 1.1., werd
dc gemeenterekenirig over 1922 aangebeden,
en door den voorz'dtrr voorgesteld ,over te
gaan tot benoeming van een commissie van
onderzoeik dezer reks iling.
Bij de daartoe fielaouden stemming wer
den aangewezen de heeren Algra en Klem
bij eerste en de heep Janzen bij derde stem
ming.
Grondverkoop.
Hierna werd het ^voorstel van B. en W.
om aan C. Mul, Overtonw-eg 5, te Schoten,
te verkoopen 25 yierk. M. grond voor den
bouw van 4 perceellen a 10 per vierk. M.,
aangenomen; evenals een zelfde voorstel
van B. en W. om 110 vierk. M. grond aan
de Eschdoornstraal, oorspronkelijk toege
zegd aan de bouwverceniging „Eigen Wo
ning" te Haarlem, op verzoek van deze
vereeniging en van den heer C. Tauber,
Talmastraat 1 aló&ar, aan dezen laatste te
verkoopen a 110 per vierk M. met bij
berekening van rente sedert 15 Juni 1921.
De „Spruit".
Thans kwam weer in behandeling het
voorstel van B. en W. om de Verordening
op het gebruik van gemeentegrond in dier
voege te wtijzigen, dat voor aansluiting op
dc „spruit" (de rioleering) een recht van
1 per huis( en per jaar zal geheven worden,
hetwelk in 'de vorige vergadering was aan
gehouden, omdat men het niet eens was
omtrent de wijze van invordering, die vol
gens de verordening door Gemeentewerken
zou geschieden.
De heer Box wenscht, dat dit geschiedt
door den geiaeente-ontvanger. Deze heeft
zelf erkend te genover spr., dat dit ook bij
dezen thuis behoort en niet bij Gemeente
werken. In dien geest wil spr. de verorde
ning dan ook gewijzigd zien.
De heer Loerakker vreest, dat die ver
ordening, eer zie is goedgekeurd, een groot
oponthoud zal brengen in de inning, en
stelt voor de zaak te laten zooals ze was.
De heer Box repliceert en houdt zich aan
zijn standpunt.
Wethouder Bies is het eens met den heer
Loerakker en noemt het plan van den heer
Box een noodeloos remmen van den goeden
gang van zaken.
De heer Loerakker stelt ten slotte voor
deze verordening goed te keuren, maar B.
en W. op te dragen eene regeling voor te
stellen, waardoor in de toekomst alle ont
vangsten gecentraliseerd zullen worden op
den ontvanger, vwaarvoor ook de heer Bies
zich verklaart.
Aldus wordt besloten.
Afwijkingen Bouwverordeningen.
Een gunstige beschikking werd gegeven
op de verzoeken om vaststelling van open
ruimte bij den bomw van;
e. 4 perceelen aan den Rijksstraatweg,
hoek Overtonweg door de heeren Kamp en
Rietveld te Schoten;
b. 4 perceelcm aan de Floresstraat hoek
Delistraat door den heer H. de Mon Hzn.,
te Schoten;
1 c. 4 perceelen aan de Floresstraat, hoek
Daüstraat, door den heer Jac. Sival te
Harn-riem;
ct 2 perceelen aan den Korteweg 20 en
24 door C. J. A. Molenaars te Haarlem.
Hit rna kwam weer ter sprake de kwestie-
Schou ten (bouw van een winkelhuis aan
rijkssfe-aatweg).
De l\eer Klein ergert zich aan dc wijze,
waarop deze zaak traineert en misschien
wordt (tegengewerkt. Hij bestrijdt de be
slissingen ten deze van Gemeentewerken,
zoowel Wat betreft de eischen gesteld aan
het inwendige als aan het uiterlijk van het
te bouwen perceel.
De prachtige, door verzoeker ingediende
leekcninget' werden afgekeurd, terwijl door
Gemeentewerken een veel minder werd g-
geven.
WethoudeV Bies waarschuwt den Raad
.voor het te k'auw nemen van een besluit op
gevoe'sargumenten, zoo 'als die van den
heer Klein. Si'raks komt ieder, die van B.
en W. zijn zin niet krijgt, bij den Raad. Het
is hnel moeilijk, volgens spr. de bouw
verordening en de welstandseischen toe te
passeai op winkelhuizen.
De .heer Klein herhaalt op heftige wijze,
dat hiez gechicaneerd wordt.
Wethouder Baes ontkent dit, en zegt dat
de Raad hier geen besluit mag nemen, daar
de uitvoaring dier verordening hierdoor in
miscrediet wordt gebracht. De verordening
kan verzacht wiprden, maar zoolang deze
zoo is, zal spr. .ze handhaven. Spr. waar
schuwt tegen het; bouwen van -winkels aan
den Rijksstraatweg en andere verslechte
ringen van het welstandspeil op dit ge
deelte. daar dit de gemeente 'tot groot na
deel zou worden.
De heer Klein repliceert en retireert.
De voorzitter leest het advies van Ge
meentewerken voor, waarop de heer
Loerakker nog eens praeadvies van B. en
W. vraagt.
Na lange, vrurihtelooze discussies, wordt
hieertoe besloten.
Eveneens komt de oufcle kwestie-Lam-
mertsma weer aan de orde (eveneens bouw
van een winkelhuis aan den Rijksstraatweg).
Het beroep van betrokkene op den Raad
wordt na even lange en even weinig vrucht
bare discussie in stemming gebracht tn af
gewezen met 9 tegen 3 stemmen, terwijl
B. en W. aangaande een ander plan met den
betrokkene confereeren zullen.
Een in de vorige vergadering behandeld
en aangehouden beroep van den heer J. P.
Kok te Schoten in zake vaststelling van
een open ruimte bij een door hem te bou
wen dubbele winkelwoning, een bergplaats
met bovenwoning en een woning aan den
Rijksstraatweg, hoek Raadhuisplein, stellen
B. en W. voor af te wijzen, hetwelk wordt
aangenomen, terwijl een desbetreffend ver
zoekschrift voor kennisgeving wordt aange-
B. en W. zullen nog nader met betrok
kene overleggen.
Inkomstenbelasting.
Naar aanleiding van het door ons reeds
gepubliceerde schrijven van Ged. Staten
stellen B. en W. voor, het heffingspercen
tage voor de plaatselijke inkomstenbelas
ting op 454 te brengen.
Eenigeh eeren wilden bij de Kroon in be
roep gaan.
Wethouder Bies betoogt, 'dat dit geen
gunstig resultaat hebben kan, en verdedigt
het financieel beleid der laatste iaren, voor
al wat betreft de sociale voorzieningen. Spr.
meent, dat Ged. Staten hem persoonlijk, als
socialistisch wethouder, wilen tegenwerken.
Spr. geeft in overweging niet in beroep
te gaan, maar bij een volgende begrooting
middelen te beramen om de belasting te
verlagen.
Wethouder Wolff is niet zoo optimistisch
gestemd over de stijgende lijn in den finan-
cieelen toestand van Schoten. Spr. ontkent
ook de tegenwerking van Gedeputeerden.
Het beheer is zoo zuinig mogelijk, maar spr.
is er van overtuigd, dat we steeds dieper
den put inzakken, en, komt de annexatie
niet, we zulen de belasting in jaren niet
kunnen verlagen.
De heer Loerakker vindt dit financieel
debat heel interessant en spitst ziell reeds
op de behandeling der gemeenterekening.
Spr. betoogt, dat Schoten zich heel sterk
ontwikkelt, maar dat Gedeputeerden deze
ontwikkeling door deze belastingvcrhooging
gaan stuiten. Spr. wil een nieuwe bcgroo-
ting indienen. Spr. voelt- ook wel, dat waar
beide wethouders adviseeren niet in be
roep te gaan, dat tegenstreven geen nut
heeft, en zal zich bij de verhooging moeten
neerleggen.
De heer Janzen merkt op, dat beide wet
houders in het financieel beleid steeds lijn
recht tegenover elkander staan.
Spr. is het er niet mee eens, dat niet
in beroep zal worden gegaan.
De heer Klein stelt zich op het standpunt,
dat de bevolking er niet mede gebaat is
wanneer Gedeputeerden zelf onze begxoo-
ting gaan opmaken, maar dat we zelf het
heft in handen moeten houden.
Spr.- verlangt cijfers van den heer Wolff
om aan te toonen, dat de inancien achter
uitgaan, om te kunnen beslissen of al of niet
in beroep zal worden gegaan. Spr. wenscht
eene commissie om bi) de Kroon dekking
te krijgen voor tekorten bij een volgende
begrooting.
De voorzitter antwoordt, dat Ged. Stalen
niet hebben - tegengewerkt, maar zelfs wel
willendheid betoond. Verschillende ver
plichte uitgaven, zooals voor het onderwijs,
zijn echter voor deze gemeente met naar
arbeidersbevolking niet te dragen.
De heêr Box vermoedt, dat, wanneer er
in beroep gegaan wordt, men wat ernstiger
over de annexatie zal gaan denken.
Wethouder Bies repliceert en vereenigt
zich met het denkbeeld van den heer
Klein.
De heer Loerakker wenscht dat B. en W.
met Gedeputeerden zulen bespreken, de be
lasting-opbrengst, in verband met de uit
breiding wel hooger te ramen, zonder ver-
hoogi'ng van het percentage.
De voorzitter betoogt, dat dit niet moge
lijk is.
Wethouder Wolff meent, dat Gedeputeer
den zich hiermede niet voor den gek zullen
laten houden.
Wethouder Bies blijft even optimistisch
gestemd over de belastingopbrengsten.
Wethouder Wolff: „Onze hoofdelijke om
slag heeft in plaats van 182,000 maar
110,000 opgebracht".
Wethouder Bies ontkent dit. Commercieel
is het al meer. De opbrengsten der belastin
gen zulten haager zijn dan de raming. Spr.
heet geen vertrouwen in de vaststelling der
begrooting door Gedeputeerden of in een
voogdijschap.
De heer Loeraker vraagt, dat, waneer bij
de rekening elk der wethouders zijn ge
dachten over de financiën zal uitspreken,
de voorzitter zulks ook doen zal.
De voorzitter stedt voor de discussies te
sluiten en brengt in steming het voorstel
om het percentage te brengen op 454.
Het voorstel wordt aangenomen roet 9
tegen 3 stemmen van de heeren Janzen,
Antonisse en Box.
Met algemecne stemmen wordt dan be
sloten de gemeentebegrooting hiernaar te
wijzigen.
Ingekomen.
Brief d.d. 27 Juni 1923 van Ged. Staten,
dat de Rijksuitkeering aan de gemeente voor
1923 is vastgesteld op 20,432.56.
Een bezwaarschrift van H. J. Braam,
tegen zijn aanslag in de Wegenbelasting
wordt in handen gesteld van B. en W. om
advies.
Een adres, d.d. 6 Juni 1923. van de afd,
Schoten van den Bond van Koffiehuishou
ders enz., waarin verzocht wordt het voor
stel om drankverkoop te verbieden des
Zondagsmorgens vóór 12 ur, opnieuw in be
handeling te nemen en de beslissing van
28 Juni j.I. ongedaan te maken, wordt voor
kennisgeving aangenomen.
Naar aanleiding, van een schrijven van
Gedeputeerde Staten, in zake opheffing van
den Tïamweg Haarlem—Alkmaar en clec-
trificatie van den tramweg Haarlem—VeHen,
zal worden medegedeeld, dat de gemeente
in beginsel bereid is een jaarlijksche bij
drage te geven.
Medegedeeld wordt dat door den heer
Algra vragen zijn gesteld aan B. en W. be
treffende den bouw van de woningen door
de bouwvereenigingen Eigen Haard en
Volkshuisvesting.
Hierna werd door den voorzitter de ver
gadering gesloten.
H. J. M. PEEPERKORN. t
In den ouderdom van 59 jaar is, vrij plot
seling, Donderdag overleden de neer H. J. M.
Peeperkorn, oud-wethouder dezer gemeente.
Was de heer Peeperkorn reeds langen tijd
lijdende en verergerde de ziekte zich zoo dat
hij eenige weken geleden moest worden
voorzien van de H. H. Sacramenten der
Stervenden, de hoop op eenig herstel was
toch de laatste dagen weer grooter gewor
den, totdat O. L. Heer zijn dienaar gisteren
tot het eeuwige leven opriep.
De gemeente Heemstede heeft ook aan
dezen telg van de eeuwenoude Heemsteed-
sche familie Peeperkorn veel te danken. Het
was bewonderenswaardig hoeveel energie er
uitging van dezen man, die doorloopend met
een zwak en ongesteld lichaam te kampen
had. Zijn wakkere geest had zich zoo gaarne
in een overvloed van werkzaamheid willen
uiten, maar werd in bedwang gehouden door
een zwak lichaam.
En toch! wat heeft de heer Peeperkorn
in zijn welbesteed leven nog bereikt!
Zijn wasch- en strijkinrichting aan den
Bleekersvaartweg 39 heeft hij door zijn
energie van even eenvoudig als alle andere
Heemsteedsche wasscherijen opgewerkt
tot een der allerbeste, zoo niet de allerbeste
ven Heemstede en omgeving. Zij bezit een
bekendheid door het gansche land en goe
den naam bije de beste familiën.
Op openbaar terrein trad de heer Peeper
korn al even waardig naar voren.
In 1912 werd Peeperkorn lid van den Ge
meenteraad en wij herinneren ons nog leven
dig hoe in de vergadering van 21 Februari
de burgemeester, Jhr. Mr. D. E. van Lennep,
hem op bijzonder hartelijke wijze welkom
heette en daarbij herinnerde dat de heer
Peeperkorn uit een familie stamt, waarvan
generaties reeds in het belang van Heem
stede hebben gewerkt. De vader en de
grootvader van den heer Peeperkorn waren
gemeenteraadslid en wethouder van Heem
stede en terecht sprak hij de verwachting
uit dat ook het nieuwe raadslid Peeperkorn
veel voor de gemeente zou verrichten. En
dat deze woorden geen ijdele klanken wa
ren, kan weinig beter bewezen worden dan
door het feit dat de heer Peeperkorn reeds
in de volgende raadsvergadering, 16 Maart
1912, tot wethouder van Heemstede werd
gekozen.
Veel heeft de heer Peeperkorn als wet
houder gedaan. Hij was een kalme man,
waarvan echter veel energie uitging, een
man ook met een gezond hoofd, waarin uit
stekende denkbeelden groeiden, een man
ook van karakter. Intusschen werd hij hoe
langer hoe meer gehandicapt door zijn zie
kelijk gestel, zoodat hij vele ntalen, wegens
ongesteldheid moest verzuimen de vergade
ringen van B. en W. en van den Raad bij te
wonen.
In de raadszittineg van 10 Augustus 1920
werd een brief voorgelezen, waarin de heer
Peeperkorn als wethouder en raadslid, we
gens ongesteldheid, ontslag nam.
Het was toen de heer Jhr. van Doorn, die
woorden van lof sprak tot den scheidenden
wethouder en daarbij herinnerde dat wel
dikwijls bericht van verhindering was geko
men van den heer Peeperkorn wegens Onge
steldheid, maar de droefheid daarover werd
dan telkens verzacht door de gedachte op
een verhoopt wederzien een volgende maal,
Dit bericht, aldus de burgemeester, !s
helaas anders, en stemt ons droefgeestig!
omdat wij voortaan den heef Peeperkorn
geheel moeten missen. Het is passend van
deze plaats een woord van dank te spre
ken voor wat de heer Peeperkorn in Heem-
stede's belang deed. Hij was een verdien
stelijk raadslid, bezie^ met grootc liefde
voor de plaats zijner inwoning en geboorte
en heeft daarvoor veel tot stand gebr&eht.
In dezen geast ging de burgemeester voort
met de opsomming der vele verdiensten van
Peeperkorn en dêr familie Peeperkorn en
er bleek uit, hoe hoog de burgemeesterden
heer Peeperkorn ook persoonlijk waardeer
de.
Slechts kort heeft Peeperkorn van een
rust mogen genieten, die hem zoo goed
toekwam.
Ook op ander gebied maakte de tharts
ontslapene zich verdienstelijk, Zoo was hij
lid en secretaris van het Kerkbestuur, be
stuurslid van de woningbouwvereeniging
„Berkenrode" en vergeten wij vooral niet
dat hij jaren lang voorzitter was van den
Bond van Waschindustrieelen. Hij bleef het
totdat de oprichting der R.K. vereeniging
van Waschindustrieelen hem als goed ka
tholiek noopte den neutralen Bond vaar
wel te zeggen.
Hoe groot zijn verdiensten voor die orga
nisatie waren, blijkt wel uit het feil dat dc
Bond in de wandeling wel 'ns genoemd werd
„de Bond van Peeperkorn". In den omgang
was dos heer Peeperkorn een joviaal man.
Zoo is heengegaan uiit ons midden een goed
en verdienstelijk burger van Heemstede, een
goed katholiek ook, een man met een warm
bart voor de armen, een ijvcraar voor alles
wat z.i. goed was, een joviaal man; in 't
kort een goed katholiek lid der maatschappij,
wiens leven niet spoorloos zal heengaan.
O. L. Heer moge hem nu reeds de beloo-
iiiing voor zijn vele verdiensten hebben gege
ven.
Wethouder Vink. f De lieer S. P. Vink,
dóe Donderdagavond in den ouderdom van
72 jaar plotseling overleden is, had sinds
1 Augustus 1908 zitting in den raad. Hij
volgde toen zijn overleden broeder op. In
Juni 1915 werd hij tot wethouder gekozen.
De overledene was lid van het Burgerlijk
Armbestuur, bestuurslid van den Rottepoi-
der, armmeester van de parochie van den H.
Jaoobeus den Meerdere te Haarhnmerliede.
Verscheidene malen is hij als plaatsvervan
gend burgemeester opgetreden.
De overledene was een zeer gezien man,
die veel voor de belangen der gemeente ge
daan beeft. Zijn onverwachte verscheiden
treft zeer.
Bij de laatste raadsverkiezingen had de
lieer Vink geen nieuwe candidatuur aan
vaard, in verbnd met zijn hoogen leeftijd.
In zijn plaats werd candidaot gesteld en ook
gekozen zijn zoon, de heer M .J. Vink.
Opvolger in den raad tot September is de
heer P. J. Kroon, uit Spaarnwoude.
Om 9 uur hedenmorgen vond de H, Uit
vaartdienst plaats en om 10 uur de begra
fenis.
De) HOOFDELIJKE OMSLAG.
Het percentage verlaagd tot 354%.
B. en W. schrijven aan den Raad:
Volgens mededee'ing van den 'Inspecteur
der Directe Belastingen te Haarlem zal de
opbrengst van de gemeentelijke iukomsten-
slenbelasling over het belastingjaar 1'922'23
ongeveër êért milfioeii gulden bedragen, niedc
waardóór de gewone dienst van het jaar 1922
zal sluiten niet een voordeelig saldo van'
plm. 400.000.
De opbrengst is zoodanig medegevallen, dal
liet heffingspercentage voor liet belastingjaar
1923/1924 belangrijk kan worden verlaagd.
Waar echter op het tijdstip, waarop dit
percentage moet worden vastgesteld, liet to
taal belastbaar inkomen der ingezetenen niet
bekend is, blijft het vooral in deze lijden
van groote financieele schommelingen
moeilijk het percentage op het juiste cijfer
te bepalen, teneinde ten naastenbij 't bedrag
le krijgen, dat jaarlijks op de begrooling
aan plaatselijke inkomstenbelasting wordt
uitgetrokken. Het juiste percentage kan dan
ook niet dan bij benadering worden vast
gesteld.
Nochtans geven B. en W. op grond van
onderstaande uiteenzetting in overweging liet
heffingspercentage voor liet belastingjaar
1923/1924 te bepalen op 354, daarbij aanne
mende dat het belastbaar inkomen, hetwelk
over het belastingjaar 1922/1923 ongeveer
twintig millioen gulden bedroeg indertijd
was als zoodanig gerekend op een bedrag van
15.000.000 slechts in betrekkelijk geringe
mate zal dalen, terwijl de uitgaven in de
naaste toekomst/eerder zuilen verminderen
dan stijgen.
Het belastingjaar 1922/1923 nu zal, zooals
reeds werd aangestipt, aan belasting opbren
gen een bedrag van ongeveer 1.000.000.
Hiervan komt den dienst 1922 ten goede
8/12 gedeelten of rond 666.700.
Deze dienst heeft reed; ontvangen van de
opbrengst van het belastingjaar 1921/1922
een bedrag van 308.700, totaal 975.400.
Op de begrooting voor het dienstjaar 1922
werd aan plaatselijke inkomstenbelasting ge
raamd een bedrag van 660.000, saldo
315.400
Waar echter in bet jaar 1922 niet is aan
gegaan een geldleenhig voor aankoop van dc
gronden langs den Zeeweg, terwijl voor ren
te en aflossing dezer leening op dc begroo
ling voor 1922 bedragen waren uitgetrokken,
komen ook deze gelden beschikbaar tot een
totaal bedrag van p),m, 100.000, zoodat de
dienst 1922 zal sluiten met een voordeelig
saldo van pl.m. 415.000.
De opbrengst van het belastingjaar 1923/
1924 wordt, berekend naar een belastbaar
inkomen van 18.000.000 cn een heffing van
3/4%, geraamd op 630.000.
Hiervan komt ten goede aan dep dienst
1923 8/12 gedeelten of rond 420.000.
Van dc opbrengst van het belastingjaar
1922/1923 komt ten bate van den hierboven-
bedoelden dienst 333.300, totaal 753.300.
Op de begrooling voor liet dienstjaar 1923
werd aan inkomstenbelasting geraamd een
bedrag van 650.000. Vermoedelijk voordee
lig saldo dienst 1923 103.300.
Het saldo van den dienst 1922 komt ten
voordeelc van het dienstjaar 1924. Stel dal
voor dit jaar evenveel aan belasting zal noo-
dig zijn als in de jaren 1921 l/in 1923, n.l.
f 800.000 (op de begrooling voor 1922 en
1923 werd slechts uitgetrokken een bedrag
van 650.000, doch deze diensten ontvingen
een halo van vorige dienstjaren, respectieve
lijk van 160.000 en 150.000) dan zal bij
een heffing van 354%, indien het belastbaar
inkomen vrijwel gelijk blijft, aan belasting
worden verkregen een bedrag van 630.000:
denhaJve een tekort van 170.000.
Tegenover dit tekort kan dan worden ge
steld een zoodanig gedeelte van het voor
deelig saldo van den dienst 1922, dat het
jaar 1924. onvoorziene omstandigheden voor
behouden, met ecg voordeelig saldo zal slui
ten. De rest van het saldo van het dienst
jaar 1922 kan worden gereserveerd op den
builcngewoncn dienst, om daarover te zijner
tijd te beschikken ten einde zoo noodig
volgende begrootingen sluitend te maken. Het
reservecren van het saldo op deze wijze heeft
dit voordeel, dat in de eerstvolgende jaren
zeer vermoedelijk eenzelfde heffingspercentage
kan worden behouden. Mede wordt door het
reserveeren van het saldo de mogelijkheid
geopend, desgewenscht .èen gëdeëltë dharvatl
voor buitengewone werken te beslemmen.
B. cn W. stellen voor te besluiten dat het
percentage voor het belastingjaar 1 Mei
19231 Mei 1924 wordt bepaald op 3%%.
Het was gisteren 350 jaar geleden dat Haar
lem, door den honger gedwongen, zich aan
de Spanjaarden, onder bevel van Don Fre
derik, overgaf.
Ter herinnering dan dat fèit, drtikkeri Wij
eènigë bladzijden af liit: Beleg eri Verde
diging van. Haarlem, door C. Ekama, waarin
te lezen staat, wat er op 13, 14 en 15 Juli
1573 al zoo voorviel.
Ekama schrijft:
Zoodra de overgave nu voor goed was
aangenomen, gaf Don Frederik bevel aan den
Graaf van Bossu om de stad onder de
volgend; bepalingen in besit te nemen,
Bossu. moest met Jtiliadrt Romefd,
den Héér de Göngnies en dëri Heer dé la Mot
te naar het Bosch gaan, waar hij uit handen
van eenige regeeringsleden het stuk der over
gave van de stad zou ontvangen., dit "Stuk,
waarin de belegerden verklaarden zich geheel
onvoorwaardelijk, zonder eenig „voorbehoud
hoegenaamd" aan Don Frederik over te geven
moest door dé ïëgêeringsièdëri behoorlijk en*
dertêêketid zijn, Bossti tnóést èénigè péfso^
nen aanwijzen, aan wié de zorg werd opge
dragen, dat alle Wapenen op het stadhuis ge
bracht werden dat de Walen, Franschen,
Engelschen en Schottéri iti ëëfle kerk, de
Duitschers in een andere en de burgers iti dé
derde bijeenkwamen. De vrouwen, kinderen
en grijsaards zouden op eene andere plaats
bijeenkomen, maar de gekwetsten en zieken
der onderscheidene natiën moesten elk zich bij
zijne natie voegen. Het werd streng ver
boden iets anders dart zijne klèèdërën mede
te nemen. De Maestro el Campo Juliaan
Romero zal aan het hoofd van tien Vendels
spaansche voetknechten, die met Don Frede
rik gestreden hebben in den veldslag Van
Genlis, de wacht betrekken aan de poort, wel-1
ke aar. de poort, welke voor hem geopend za
worden, en niemand zal zonder verlof van
den Graaf van Bossu die póórt mogen bin
nentreden. Don Fernando de Toledo en
Don Gonzalvo de Bracamonte zullen met
het oude spaansche voetvolk de batterijen
bewaken, overal zullen wachten worden
uitgezet en alle troepen, dié niet tot het be
waken der poorten of batterijen gevorderd
worden, zullen in het kamp achterblijven.
De graaf zal terstond al de officieren en per
sonen, die op de lijst vermeld staan, welke
hij ontvangen heeft, oproepen en laten
gevangen houden., hij zal ook dadelijk de
sleutels der stad en de vaandels in bezit
nemen en ze onmiddellijk aan Don Frederik
zenden eindelijk zal hij de duitsche kolo
nels, Graaf von Ebersteyn en den baron
von Fronsberg bij zich houden om met de
Duitschers in de stad te kunnen spreken.
Zoodra het accoord getroffen was, brachten
de Spaanschen dadelijk brood, wijn, enz, in
de stad, zoodat men een kan rijnwijn kocht
voor zes stuivers,en toen 's middags 2 honderd
Spanjaarden op het rondeel aaft de Zijlpoort
de wacht betrokken hadden, deelden zij
brood uit aan de Duitschers, waaraan deze
een maand lang grcot gebrek hadden gehad.
Weldra gaf het luiden der klokken van de
Groote kerk het sein dat aan de bovenvermel
de bepalingen uitvoering werd gegeven, er
werd afgelezen dat al de burgers en soldaten
'ieder zijn geweer als bussche, roer, kruyt,
loot; etc, 't avont ten 8 ure op het Stadhuys
brengen moest op verbeurte van sijn lijf ende
goet" dat al de mannen zich verzamelen
zouden in het Zijlklooster, de vrouwen in de
Groote Kerk en de soldaten in de Bakertesse-
kerk j.de Schotten en Duitschers zouden op
den wal de wacht houden,nadat de Duitsche
vaandrigs zelve hunne vaandels aan Don Fre
derik op het huis ter Kleef hadden overgege
ven. Zoodra zij bijeen gekomen waren is
Philippus Mathius (die uit vrees voor 't beleg
zich aan de spaansche zijde had begeven,
vroeger Burgemeester van Haarlem was en nu
als commissaris van den Hertog was gezon
den) in het Zijlklooster 'gekomen en heeft al
len aangespoord om toch de penningen te
betalen, waarop een ieder getaxeerd was, op
dat de stad niet zou geplunderd worden., bij
die gelegenheid is onder iederen zes man een
bel broods verdeeld, overigens zaten zij meest
al zonder eten oi' drinken. Den volgenden
dag is hij met Juliaan Romero teruggekomen
en heeft toen goeden moed gegeven, zeg
gende dat hun leven behouden was, indien
zij de voornoemde penningen opbrachten.
Inmiddels trokken de Spanjaarden binnen,
en op Dinsdag den 14den juli 1573 deed
Don Frederik, Hertog van Toledo, plechtsta
tig zijne intrede in de stad, die niet door ge
weld overwonnen, maar voor den honger be
zweken was. Hij werd vergezeld door den
Graaf van Bossu en al de andere Edelen,
de klokken begonnen weder te slaan, opdat
men de uren rnochte weten en verstaan. Maar
niet zoodra was hij de stad binnengetrokken
öf de Spaansche troepen, wellicht in de - ee-
ritig verkeerende, dat de stad everf,als Kaar
den hun tot een prijs gegeven was, hebben
sommige huizen geplunderd en beroofd, ter
wijl de burgers en soldaten in den kerker
gevangen gehoudên werden. Dienzelfden
dag werd ook aan de Duitschers, Engelschen
en Schotten gelast de wapenen af te leggen
op het Stadhuis en naar de Katrijnen en
Ursula-kloosters te gaan, alwaar zij onder be
waking der Spaanschen werden gesteld. De
Duitschers kregen dit klooster St. Ursula,
omdat dit door de zorgen van Steenbach
niet door de Walen was geplunderd. Don
Frederik liet al de kapiteinen en vaandrigs
gevangen naar het huis ter Kleef brengen
de Hertog van Alva had hem zelf geschreven
dat hij geen enkele Waal, Franschen of En
gelschen in het leven moest laten, dat de offi
cieren der Duitschers ook ter dood moesten
gebragt worden, en dat de Duitschers zelve
den eed moesten afleggen dat zij nimmer den
Prins weder zouden dienen, waarna zij geheel
ontbloot (denudados) naar een plaats moesten
gezonden worden, waar zij onschadelijk zou
den wezen. Enkele burgers moesten gestraft
worden, voor de anderen moest men barm
hartig zijn, als een voorbeeld voor dc andere
steden.
„Den 15den Juli", zoo beginnen bijna alle
schrijvers, „begon men te vernemen, waarin
de spaansche genade bestond". Het is voor
het oogenblik 'de vraag niet of Don Frederik
niet meer edelmoedigheid had kunnen be-
toonen, maar indien men de begrippen van
dien tijd in aanmerking neemt en nadat het
zoo herhaaldelijk verzekerd was, waren cr
weinig soldaten die op genade aanspraak
konden maken waarom omdat zij bij
Bergen meineedig waren geweest. Den 15den
Juli zijn er 's morgens tusschen 9 en 10 ure
300 soldaten op het Zand of Marktveld ter
dood gebracht, meerendeel onthoofd, de
anderen gehangen de dooden werden in de
Ramen gebragt en aldaar begraven.
Dienzelfden dag werden Wigbold van
Ripperda, zijn luitenant Horenmaker en pas
toor Heer Willemh von Lupech gevangen ge
nomen en in een kerk opgesloten. Den vol
genden dag werd dc eerste er uitgehaald en
tusschen tien en elf uur onthoofd. Johan van
Otensee, destijds bij Alva in dienst, heeft
later verklaard, dat hij hiervan ooggetuige is
geweest. Ripperda was in het zwart ge
kleed ter strafplaats gegaan en mannelijk en
standvastig gestorven.
Op denzelfden dag dat Ripperda werd om-
gebragt, werd ook zijn luit. Horenman ont
hoofd, en de pastoor Heer Wilhelm von Lu
pech, predikant van hopman Steenbach, werd
opgehangen. Daarna werd het gele vendal van
Ripperda met den zwaarde geëxecuteerd en
velen aan malkander gebonden éfl verdron
ken dit geschiedde buiten de Schalkwijker-
poórfl1 Zij waren sterk- omtrent 400 man et
waren veel Ngdêi'knders, zoo van der Gou,
Amsterdam, SchooriHeven etc. onder
Volgens een ander bericht zötidsn er geene
onthoofd, maar 247 soldaten in het Meer ver
dronken zijn. Vijf beulen waren voortdurend
bezig geweest met de slachtoffers op te hangen
of te onthoofdêri, en hunne armen hingen
slap,van vermoeiieais lartgs hunne lichamen,
zoodaf Dan Frederik besloot aan het gele
vendel op cenë andere wijze een einde te ma
ken. Zij werden van 'le* Marktveld door de
Damstraat en de Schalkwijkerpoort langs
Rustenburg naar -den mond van het Sparen
bij het Meer gevoerd, waar twee, rug aan rug
gebonden, alzoo verdronken werden, ten ge
tale Va tl 247.
Öp dézen födit ontkwam een der^gevange-
nen op de volgends zonderlinge wijze Een
zekere turfdrager, ReyerSyrrtOrtszert genaamd,
had uit armoede dienst genomen en werd nu
even als de andere soldaten, drie of vief in ge
lid tusschen de gewapende Spanjaarden uit
geleid om verdronken of onthalsd te worden.
Toen hij in de Damstraat gekomen was, zag
hij dat de deur openstond van het huis van
Haas Jans Verwers, waar hij vroeger voor loon
gewérkt had, Hii neemt een gelukkig oogen
blik waar, gaat onbeschroomd midden door
de Spanjaarden in het huis cn verschuilt
zich in den kelder zoo goed als hij kon, terwijl
hij door niemand achtervolgd of nageroepen
wordt. Zoodra echter de dienstmaagd in den
kelder kwam om te tappen en hem zag, begon
zij luidkeels te schreeuwen., maar hij greep
haar bij den keel en .zeide „indien gij roept,
zal ilt U den hals afwringen," waarop'zij zweeg
en hem vroeg hoe hij aldaar gekomen was. Hij
verhaalde haar dërt waren toedracht der zaak
doch zij smeekte en bad hem om weg te gaan,
„want," zeide zij, „indien iemand u gezien
heeft, ZöO zijn wij allen om den hals." Hij
gaf hieraan echter geen gehoor en verklaarde
dat hij wachten zou tot 's nachts en dan door
de Beek wegsluipen. Dit geschiedde, en zoo
kwam hij op eene wonderbare wijze uit de
stad.
De beide volgende dagen werden
vele soldaten buiten de Schalkwij
kerpoort onthalsd., op den tweeden
dag wel 300, waaronder zich eenige burgers
bevöriden, die gehoopt hadden met de
soldaten de stad uit te glippen en zoo te ont
snappen, en nu hun waagstuk met den dood
moesten bekoopen. Daarentegen ontsnapte
een der slachtoffers. Er was een groote kuil
gegraven, waarvoor de veroordeelden nsdet-
knieiden en waarin de lijken der onthoofden
werden ingestooten, Een van hen, geheel
uitgekleed, nam zijn kans waar, sprong over
een sloot cn liep zoo hard mogelijk weg over
het veld .Wel werd er veel op hem geschoten,
doch zonder hem te raken., een der Spanjaar
den zelfs sprong hem na, maarmidden
in de sloot, waar hij bleef xteken. De vluchte
ling kwam later in een klein boeren-melk-
scnuitje moedernaakt te Leiden aan.
Doch de hoofden van meer belangrijke
personen moesten nog vallen., Philips Grau-
wert, zoon van Roelof Grauwert, Drost van
de Ameide cn van Margriet, bastaard vna
Brederode, SimonSimonsz de predikant
(17 Juli, Lancelot van Brederode, Rosoni,
Jonker Jan van Duivenvoorde, rentmeester
en bailjuw van den Briel werden gevat (20 Juli
en met achttien Waalsche kapiteins en vaan
dragers buiten de stad onder Schoten ont
hoofd (18 Aug.) Weldra (22 Juli) werden ook
alle mannen, die vroeger om Gods woord ge
vlucht waren, in hechtenis genomen Pie-
ter Kies de Burgemeester, Jacob Gerritszen,
tresorier, Arent Dircksen Gorter, Floris
Willemszen, schoenmaker, Arent Dierickszen
Coeman op de Beeck, IJsbrand Hageman,
kerkmeester Adriaen, plateelbakker, Schagen
bosschieter Michiels de Waelszoon werden
in bewaring genomen, doch de beide laatsten
werden weldra (28 Juli) op vrije voeten ge
steld, ómdat de een voor zijnen zoon, de an
der voor zijnen vader was gevangen. Adriaen
Jansz van Dort, Schout, Jan van Vliet en Ger-
rit Stuver, beide Burgemeesters, Jan Aei-
brechtsz Raet, secretaris, Pietcr Ball, schepen,
Jan van Duivenvoorde, colonel, Jacob Bartho-
omeesse Pellicaen en Jacob Barentszen, beide
kapiteins, werden allen gevat (26 Juli) en bui
ten de stad gevoerd., de laatste stierf in de-
gevangenis en werd binnen de stad begraven.
Evenzoo werden Jan Arentszen de Jonge,
luitenant van den kolonel van Duivenvoorde,
Jan Diericsz Schatter en Pieter Dirckszoon
Hasselaer, beide vaandrigs, en Jan Kornelisz.
Sael van hunne vrijheid beroofd (27 Juli.)
De strafoefeningen hielden echter nog
niet op. Den 27sten Juli werden 5 personen
opgehangen, waaronder twee Duitschers, die
door boeren van Alkmaar war.cn binnenge
bracht. Den 15den Augustus zijn 35 van de
voornaamste burgers gevangen genomen,
waaronder een geestelijke, die naderhand is
losgelaten. Simon Scorel, die bij een rumoer
onder de Spanjaarden trachtte te ontsnappen
(8 Aug,) werd gevat en later onthoofd. Drie
dagen later (11 Aug.) is de kapitein der Schot
ten uit Haarlem gevoerd en met zes andere
personen in het Ziekenhuis geborgen., de
andere gemeene Schotten moesten in den tuin
overnachten, en den volgenden dag zijn hun
ten getale van 235' „den kop afgeslagen," op
tien na, welke genade ontvingen. Ampzing
zegt dat omtrent 300 met den zwaarde ge
richt zijn, „grootendeels tegen„nunne mee
ning." Onder die tien was waarschijnlijk
Balfour, aan wien dc vrijheid en het leven
geschonken werd onder voorwaarde dat hij
zweren zoude den Prins van Oranje het leven
te benemen., doch hij gaf dezen hiervan ken
nis, smeekte om ge nade en diende hem
als krijgsman tot zijn dood. Het zweren van
dien eed heeft echter eene onuitwischbare
vlek op zijn karakter geworpen. Vier personen
werden dien dag in de stad aan dc wieken
van een windmolen vastgebonden en zoo
rondgeslingerd omdat zij vier geestelijken
ook aan een molen hadden vastgebonden,
totdat zij gestorven waren. Den 18den zijn te
Schoten achttien fransche of Waalsche kapi
teins onthoofd, en den volgenden dag zijn
eenige soldaten die in gasthuis ziek lagen,
op dc werf van 't gasthuis met dèn zwaarde
omgebracht, want „zij hadden de bedden
noodig voor de Senores."
De moeders uit den R. K. Vrouwenbond en
uit de Vereeniging voor Groote Gezinnen
waren Donderdagavond in een buitengewone
vergadering bijeen geroepen. Niet velen had
den aan die roepstem gehoor gegeven, ook al
was de vergadering in dc open lucht, n.l. op
dc buitenplaats van het St. Jacobs Godshuis.
Met deze hitte krijgt men de mcnschen niet
naar een vergadering, hoe aanlokkelijk ook
voorgesteld. Laten we het den wegblijfsters
niet euvel duiden. De zomer is geen tijd, cm
le vergaderen.
De HoogeerW. heer Plebaan L. A. A. M.
Westerwoudt opende de vergadering net den
Chr. groet en eenige vriendelijke woorden,
waarna de Zeereerw. heer pastoor J. H. W.
Borsboom, uit Nooxdwijk het woord ver
kreeg.
Deze zou komen spreken over het leven
van den H. Jeroen, eersten pastoor van
Noordwijk, over zijn verheerlijking en o/er
zijn kostbare overblijfselen.
De H. Jeroen is geboortig uit een adellijke
familie in Schotland. Daarom wordt hij ge
woonlijk afgebeeld met een valk. Reeds
vroeg voelde hij zich geroepen tot het pries
terschap. Veel had hij van bekoringen te lij
den, doch hij had een allerheiligste devotie
tot de H. Maagd en mede daardoor heeft hij
in zijn heilige roeping kunnen volharden.
Priester geworden, stak hij de zee over,
kwam in Nederland en door den bisschop
valt Utrecht werd hem Kennemerland, inzoh».
derheid ook Noordwijk, als standplaats aan»
gewezen.
De Eerw. spr. schetste dan den inval dor
Noormannen, hun aankomst te Noordwijk,
het gevangen nemen van den H. Jeroen, de
pogingen om hem tot afval te brengen, zijn
stnadvastigheid en zijn dood in 1855. De
plaats zijner marteling is bij overlevering be
waard gebleven en is op de buitenplaat»
„Kalorama."
Het graf van St. Jeroen werd lang verge
ten. In 922 werd het op aanwijzing van St.
Jeroen zelf ontdekt. De ledematen werden
naar Egmond overgebracht. De schedel werd
toen niet gevonden. In 1311 werd een kerk
gebouwd boven het graf van St. Jeroen en
op de plaats, waar het altaar moest komen,
werd de schedel gevonden. Later is
deze reliquie weer verdwenen en heden ten
dage is zij nog niet terug gevonden. De reli-
quieën van St. Jeroen zijn later naar Haar
lem gebracht en daar tot 1582 gebleven. 10
jaar zijn ze verborgen gehouden door een
leek op de Turfmarkt. In 1595 zijn ze door.
een anderen leek geordend cn gedeeltelijk
weggegeven. Later zijn ze weer in Haarlem
terug gekomen cn daar gebleven tot 1892.
Toen zijn ze in groote pracht terug gebracht
naar Noordwijk. In 1895 begon men een
nieuwe kerk te bouwen ter eere van den H.
Jeroen. Deze kerk is thans nog half afge
bouwd. Het feest van den H. Jeroen wordt
gevierd op 17 Augustus.
De Eerw. redenaar schetste hierj^
eenige gunsten, door de voorspraak van de*
II. Jeroen verkregen, om dan allen aan te
sporen, den H. Jeroen in dankbare herin
nering te doen voortleven en hem in zijn
deugden na te voigen.
Luid applaus en een kort woord van
dank werd gebracht aan den Eerw. spre
ker, waarna het jongenskoor der kathe
drale kerk onder leiding van den Welecrw,
heer kapelaan W. Bosch, een smeeklied tol
den H. Jeroen zong.
Na een korte pauze nam de Hoogeerw.
Heer Plebaan het Woord.
In gevoelvolle woorden schetste de Hoog
eerw. spr. het geluk eener moeder die een
zoon aan God mag afstaan; wier zooa
priester is. Een moeder verheugt zich in
de roeping, waartoe God haar kind roept.
Een moeder tracht edele gevoelens in de
ziel harcr kinderen te kweeken, om hen
voor hunne roeping geschikt te maken.
De Hoogeerw. spreker wees er dan op,
dat het oude schooljaar weer bijna ten
einde is en met September 't nieuwe be
gint. Bij St. Jeroen kunnen we een goede
toekomst voor de kinderen afsmeeken. En
daarom is het plan opgekomen, een bede
vaart naar St. Jeroen te houden met de
moeders en de kinderen op Dinsdag 28 Au
gustus a.s. Tegen 6 uur morgens zal ver
trokken v/orden. In de singels en grachten
van Haarlem zullen de booten liggen. Alle
booten zullen langs de kathedraal varen.
De Hoogeerw. Heer Deken Stoffels gaat
mee. Op elk schip zal een priester zijn,
die de jeugd over de roeping zal 6preken.
's Avonds van te voren is er eerst Lof ter
voorbereiding.
In de Zilk wordt de H. Mis gehoord en
gaan dc pelgrims te Communie. Daarna
wordt op de booten het ontbijt gebruikt.
Tegen 10 uur zal men in Noordwijk zijn.
Met vaandels worden de bedevaartgan
gers ingehaald Daarna is cr Hoogmis. Te
gen 12 uur zal een landelijk maal gebruikt
worden.
In den middag wordt de plaats bezocht,
waar St, Jeroen gemarteld is. Daarna zal
in den tuin van pastoor Borsboom een pro
cessie mqt het Allerheiligste gehouden
worden.
Om negen uur hoopt men te Haarlem
terug te zijn.
Uit de omgeving zullen ook mensehen
meegaan.
Gehoopt wordt, deze bedevaart elk jaai
te kunnen houden.
Luid applaus begroette deze mededee-
ling.
Nadat nog enkele mededcelingen gedaan
waren, volgde sluiting op de gebruikelijke
wijze.
Van wege de Vereeniging voor Groote Ge
zinnen zullen uitstapjes voor de kinderen-
leden georganiseerd worden in de vacantie.
De uitstapjes bepalen zich tot de omgeving
van Haarlem, maar de kinderen hebben na
tuurlijk een heerlijken dag en de ouders zijn
voor een dagje van de zorgen voor hun
kroost ontheven. Er zijn echter'dames noo
dig voor den oppas. Reeds velen hebben
zich aangemeld, maar nog niet genoeg. Mer.
kan zich opgeven bij rector Kok, Spaarne
108 en den heer Steeman, Ampzingstraats
94. De uitstapjes zijn bepaald op 31 Juli, f
7, 10, 14, 17, 21, 24 en 28 Augustus.
Geboren: 10 Juli, z. van G. H. M. Luijten-
Groeneveld. 11 Juli, d. van P. Linterman-
Berkho.tf. 12 Juli, z. van N. Leunk-Jonk.1
z. van II. J. v. Soest-Gocbel. z. van.
A. A. Kaptijn-Vrouwe. z. van P. L. v,
Maas-Zaagsma. d. van M. C. v. Loevezijn-
v. Raaphorst.
Overleden: 11 Juli, J. M. Wierenga, 69 j.,
M. v. Heemskerkstraat. S. Sol-v. Zaane, 82
j., Aelbertsbcrgstraat. T. v. d. Linden, 61
j„ Wiibelminastraat. 12 Juli, M. v. Doo-
tingh-Hcnning, 78 j„ Bakkerstraat. M. v.
Outcrsterp-v. Gog, 64 j„ Duivenvoordestraat,
F. de Nijs, 34 j., Gasthuisvest.
In Schoten is op het oogenblik een
hippodrome, welke zeker een bijzondere
attractie voor de stad Haarlem is. Zij i«
geplaatst nabij het voormalig vliegveld
„Ilvo."
In een goed geventileerde tent zijn een
14 lal mooie makke paardjes, voor het rij-
lustige publiek beschikbaar.
Prettige muziek, waarop de beestjes in
galop loopen, zorgt er voor, dat men zich
goed amuseert, en maakt, dat men niet al
te veel van de warmte bemerkt.
F.en ieder kunnen wij dan ook aanraden
een ritje op een paard te doen en wij zijn
overtuigd dal het niet bij eentje zal blijven.
Wij twijfelen dan ook niet, of de neer
Keyzer heeft, door Haarlem als standplaat»
te kiezen, een goede keus gedaan.
R. K. LYCEUM TE OVERVEEN.
Bevorderd tot de tweede klasse:
J. Boot, M. v. Buchem, S. Bijvoet, J.
Truijens, II. Everard, J. Hanrath, H. Han-
rath, L. Henning, P. Hokkeling, A. Hul
sebosch, G. Janssen, H. Kahmann, W. v. d.
Krofft, W. Lamp, A. Mascini, A. Langen-
dijk, G. Lamp, G. Cobclens, P. Lippits, A.
de Neijn van Hoogwerff, W. Nijboer, H.
Okhuijsen, L. v. Opzeeland, C: Peetcrs, L.
Parel, C. Roest, J. Schellings, J. Stavenuf-
ter, W. Smit, N. Tweehuijsen, H. Keijser en
J. de Zwart. Afgewezen vijf.
Bevorderd tot de 3e klasse (afdeeling H.
B. S.):
A. v. d. Broek, M. Kesseler, H. Louwe-
rens, J. Smit en E. Sweerts.
Afgewezen geen.
Bevorderd tot de derde klasse (afdeeling
Gymnasium): t
B. Ausum, C. Kahmann, Klementkoor, P.
Menger cn J. Nieuwcnhuijs. Afgewezen
geen.