Tweede Blad 14 Juli 1923 "1 xmr EIS KSMMiS. ELCK WAT WILS. i.E P 3 5 i sr MM EN SSKGOL TREKJES CCCIII. wèèèè 1 WIE BESCHULDIGT MOET BEWIJZEN, In het „Orgaan voor de Praktijk" wordt' aanerking gemaakt op een passage voorko mende in het verslag van het verbond van Ned. Fabrikantenvereenigingen, waarvan de heer Simon Maas de voorzitter is. In dat verslag komt n.l alweer de beschul diging voor dat ondanks de verlaging van de maximum uitkeeringen van de werkloozen- kassen, de arbeidslust nog vaak uiterst ge ring is, omdat de uitkeeringen zoo weinig van het aangeboden loon verschillen, waarbij dan nog wel het een en ander kan verdiend worden. D» redactie teekent hierbij aan, dat ook thans weer verzuimd wordt een enkel con creet feit te noemen, terwijl het in het be lang is van een goede werkloozenzorg, dat klachten maar natuurlijk met bewijzen ge staafd bij bevoegde autoriteiten worden aangebracht, opdat een deugdelijk onderzoek kan worden ingesteld. Men kan het, dunkt' mij, met de redactie geheel eens zijn. Het is in strijd met elk be grip van eerlijkheid om maar onophoudelijk te insinueeren, dat de arbeidslust ,7vaak" uitermate gering is en daarvan nooit eenig bewijs over t'e leggen. Als het dan toch zoo vaak gebeurt, moet het toch wel zeldzaam gemakkelijk zijn eenige feiten aan te wijzen. Er is geen maatregel of er zullen wel eens misbruiken bij voorkomen, maar niemand heeft er meer belang bij dan de arbeiders zelf, dat bij de werkloosheidsverzekering misbruiken aan de paal genageld worden. Daarvoor is alles te zeggen en het meeren- deel der arbeiders zou gaarne medewerken om die misbruiken tegen te gaan. Maar die insinuatie's werken verbitterend. Vooral in dezen tijd nu duizenden werklie den hunkeren naar eenig emplooi. Het is een schande, dat, terwijl die men- schen dagelijks alles afloopen om werk, zij nog moeten hooren, dat in algemeenen zin de arbeidslust zeer miniem is Nogcens: als er misbruiken zijn, moeten ze met kracht worden bestreden, maar nie mand heeft het recht' een beschuldiging als hierboven uit te spreken. Wie een geval weet is m.i, zedelijk ver plicht dat bekend te maken bij het bevoegde openbare lichaam of bij het bestuur van de kas, maar het gaat niet op, om maar in T honderd weg beschuldigingen de wereld in te sturen. Als dan ook het jaarverslag van dat ver bond zegt: „wij zullen niet nalaten op deze zeer bedenkelijke tendenz der werkloozen- ondersteuning ook in het nieuwe jaar de aan dacht t'e vestigen" dan hebben alle eerlijke menschen m.i. tot plicht een dergelijke methode.aan d: kaak te stellen. In hetzelfde nummer van het „Orgaan voor de Praktijk" komt'een communiqué van de Tilburgsche arbeidsbeurs voor, dat vrijwel over hetzelfde onderwerp handelt, en waar aan hel' volgende is ontleend: „Hier komt de opmerking die van zekere zwartgallige zijde zoo gaarne en vlug ge maakt wordt: „Ja, ja, steun trekken doen zejiever dan werken!" Daarmede worden dan natuurlijk de z.g, arbeidsschuwen bedoeld, die bij aanbieding van wei-k zich wel zóó weten voor te doen, dat de patroon hen liever niet in dienst neemt. Generaliseeren is gevaarlijk. Ook hier. Als er geweest' zijn, die zoodanige er varing opdeden en de betrokken werk gever maakte er melding van bij het Steun- bureau (dat om practische redenen aan de Arbeidsbeurs annex is) Markt 8b, dan heeft hij ervaren, dat den arbeidsschuwen een gevoelige les gegeven is, die verstandig volgde uit de door den Gemeenteraad vast gestelde steunregeling. Deze toch zegt in een der bepalingen da! de steun wordt in gehouden als de werkloóze werk weigert, waarvoor hij lichamelijk geschikt kan wor den geacht en waarvoor hem een behoor lijk loon wordt aangeboden. Ook het ver strekken van oniuiste of geen gegevens aangaande het inkomen van den onder steunde of de leden van diens gezin, wordt nauwkeurig gecontroleerd en streng be straft. Proces-verbaal bleef niet uit, terwijl den werkgever, die onjuist inlichtingen ver- stre t betreffende het door hem uitbetaal de loon, hetzelfde lot wacht. Allen, die het wel meenen met de werk- loozen, zullen het aldu; met krachtige hand tegengaan van bederf slechts kunnen toe juichen! Deze philippica gaat echter slechts zeer enkden aan. De crisiswerkloozen zien rijk- halzend uit naar eerlijken arbeid, die hen in siaaf stelt voor zich én de hunnen het brood te verdienen. De arbeidsbeurs is er om te helpen. De medewerking tot een juiste uitvoering der steunregeling zal nog grooter zijn, als de werkgevers nog meer dan thans bij vraag naar arbeidskrachten zich onmiddellijk wenden tot de gemeentelijke arbeidsbeurk alwaar volgens een overzichtelijk kaart systeem alle gegevens der werklooze ar beiders omtrent vakbekwaamheid, vroe gere werkgevers, reden van ontslag e.a. met de uiterste zorg verzameld zijn." D't citaat geeft een heel wat gezondere denkwijze aan en zal heel wat pracfischer werken dan het lanceeren van onbewezen beschuldigingen die, zouden zij waar zijn, slechts kunnen plaats vinden als de werk gevers niet ter bevoegder plaatse hun klach ten bekend maken. INTERNATIONALE ORGANISATIE VAN DEN ARBEID, Het Maandschrift yoor de Statistiek be vat het verslag van de 19e zitting van den Raad van Beheer van het Internationaal Arbeidsbureau. „De vergadering van bovengenoemden Raad duurde dezen keer slechts zeer kort; de zitting had 12 en 13 Juni plaats. Een der belangrijkste kwesties was de behandeling van de begrooting voor 1924. Na lange discussies is deze aangenomen, nadat in groote bezuinigingen toegestemd moest worden. De plannen, welke voor het nieuwe ge bouw ontworpen werden, zijn thans gereed; waarschijnlijk zal eind September met den bouw begonnen kunnen worden. De sub-commissie, welke ingesteld was om voorstellen te doen teneinde ratificatie van de 8-urendag-conventie voor alle lan den mogelijk te maken, had drie mwiieren aan de hand gedaan, teneinde tot een op lossing van deze moeilijkheid van niet- ratificatie te komen. De eerste was: een ruime interpretatie aan de conventie te geven, zoodat ook En geland, (het land, dat de meeste bezwaren tegen de ratificatie heeft) in verband met de daar bestaande collectieve arbeidscon tracten zou kunnen ralificeeren. Reeds vroe ger had de Raad hierover beraadslaagd, doch zich niet tot een dergelijke interpre tatie bevoegd geacht. Bovendien werd deze weg door Engeland niet mogelijk ge acht. De tweede door de Commissie voorge stelde weg om te wachten tot gunstiger tijden voor de ratificatie voor bedoelde con ventie werd niet ingeslagen, daar de Raad van meening was hierdoor schade toe te zullen brengen aan het prestige van de Per manente Organisatie van den Arbeid. Zoo moest ten slotte de derde manier als de eenige mogelijke besproken worden, n.l. de amendeering van conventies. Tot een definitief besluit over deze kwestie zal het eerst op aandrang der arbeidersvertegen woordigers in de October-zitting .van den Raad komen. Drie commissievergaderingen zullen in de eerstkomende maanden plaats vinden. In Augustus houdt de commissie voor indu- striëele hygiëne en de landbouwcommissie een zitting en in October komt die van experts op het gebied der arbeidsstatistiek bijeen. De opening der Algemeen» Arbeidscon- ferentie is, zooals men zich herinneren zal, op 18 October bepaald, terwijl alleen de kwestie der arbeidsinspectie op de agenda ter behandeling staat." Het zal niet zonder belang zijn omtrent de Internationale Organisatie van den Ar beid zelf een en ander in dit blad mede te deelen. Deze Organisatie is door het vredesver drag van Versailles in het leven geroepen, teneinde daardoor den maatschappelijken vrede te bevorderen die als grondslag van den algemeenen vrede wordt beschouwd, Het lidmaatschap van den Volkerenbond sluit tevens in het lidmaatschap van de Int. Organisatie van den Arbeid. Ook ons land is tot den Volkenbond en daarmede tot be doelde Organisatie toegetreden. Jaarlijks wordt een conferentie gehouden. Elk aangesloten land zendt dan één werk- gevers- en een werknemersvertegenwoordi- ger die in overleg met de meest represen tatieve organisaties moeten aangewezen worden en twee vertegenwoordigers van de Regeering. Men herinnert zich nog wel den strijd in ons land over de beteekenis van het over leg met de meest „representatieve organi saties" wat door het N, V. V. werd uitge legd als zou daarmede alleen de groot- s t e organisatie bedoeld worden, zoodat zij zich op grond daarvan tegen de benoe ming van Serrarens hebben verzet. Hun meening is echter onjuist gebleken. Op de jaarlijksche conferenties nu, wor den bepaalde voorstelden aan het oordeel der conferentie onderworpen en worden dan, hetzij als conventie, hetzij als aanbeveling aan de aangesloten landen toegezonden. Voor zoover een conventie wordt aangenomen, is elk land verplicht in het uiterste geval binnen 18 maanden na het sluiten van de conferentie, deze aan de wet gevende vergadering van dat land ter be krachtiging voor te leggen. De aanbevelingen dienen meer om de wenschelijkheid van een maatregel te doen uitkomen, zonder dat de landen eenige ver plichtingen hebben daarmede rekening te houden. De conferentie's kunnen dus beschouwd worden als vergadering waar de internatio nale arbeidswetgeving plaats vindt onder nadere bekrachtiging van de aangesloten landen, wat men dan ratificeeren noemt. Vier Conferentie's zijn er nu gehouden, n.l. in 1919 te Washington; in 1920 te Genua; in 1921 en 1922 te Genève. Hoe men nu over de verschillende con- ventie's ook wil oordeelen, vast staat toch wel dat het een eminent belang is, dat de arbeidswetgeving in de verschillende linden niet te zeer uiteenloopt, waarmede de nut tigheid van dit instituut voldoende bewezen is. Ter voorbereiding van de verschillende conferentie's, het onderzoek naar verschil lende toestanden, het verzamelen en publi- ceeren van gegevens e.d.' is het Internatio naal Arbeidsbureau daargesteld, hetwelk te Genève is gevestigd en waarvan de heer Albert Thomas de directeur is. VREEMDE REDENEERING, De „Ned. Werkgever", die intuschcn ter voorkoming van misverstand is omgedoopt als „Het Nederlandsche Bedrijfsleven" be spreekt de bestaande arbeidstijdregeling: „De normale arbeidsweek nemen wij op 48 uren, den arbeidsdag (de week ge rekend op zeven dagen) op 6,8 uur. Stelt dat een werkman driehonderd dagen per jaar werkt, dan wordt dit dus 2C40 uren per jaar. Het jaar stellende op 365 dagen of 8760 uren, komen wij tot de slotsom, dat de totale arbeidstijd van een arbeider per jaar bijna een vierde bedraagt van den tijd, dat hij leeft. Men moet optimist zijn om te gelooven, dat met een zóó ver- ingekrompen arbeidstijd de verarming der laatste jaren kan worden ingehaald!" Men kan van oordeel zijn, dat onder be paalde omstandigheden de arbeidsdag ver lengd moet worden, maar een eenvoudige berekening te maken hoeveel vrijen tijd eem arbeider wel heeft om daarop een uerge- lijke conclusie te trekken is toch wel wat al te bar. Voor een dergelijke redeneering kan nu toch waarlijk niemand respect hebben, liet is alsof we met dood materiaal te doen hebben. Meer dan van arbeidstijd-verlenging zul len we het moeten hebben van wederzijd- sche toenadering, van breed overleg van vermijding van conflicten, kortom van een meer christelijke opvatting omtrent de ver houding van den eenen mensch lot den andere. Juist die dwaze, onchristelijke denkwijze aan beide zijden is de oorzaak dat alle economische rekensommetjes fout blijken. En zoolang die denkwijze en de daaruit voortvloeiende handelingen niet veranderen, komen we niet uit het moeras, al wenccn de arbeiders als automaten. A. J. L. HERWONNEN LEVENSKRACHT, Zaterdag en Zondag j.l. heeft Herwonnen- Levenskracht ter gelegenheid van het twee de lustrum een belangrijk congres gehouden. Het verslag van dit congres heeft bereids in de bladen een plaats gevonden en wie belangstelling toont in de bestrijding van de tuberculose zal ook dankbaar gestemd zijn omtrent het vele en mooie werk, door Herwonnen Levenskracht zoowel plaatselijk als over het geheele land verricht. Maar er moet nog heel wat gebeuren om de allernoodzakelijkste hulp te kunnen ver- leenen en er zal ook nog veel meer kunnen gebeuren, wanneer, wat toch zoo noodig is, deze vereeniging haar plannen omtrent een betere financieele regeling met succes be loond zou zien. Door bloemendagen en loterij werden de inkomsten wel beduidend vergroot, doch de eenigste finantieele grondslag voor het grou- te werk der tuberculosebestrijding bestond in de contributie fan 1 cent per week te heffen door de vakvereenigingen en, voor zoover leden voor de Standsorganisalie daar- gen: noodzakelijk is het in ieder geval wél, doch het betreft een aangelegenheid die door de wetgevende vergadering van elke organisatie slechts kan worden opgelost en die hier en daar op groote moeilijkheden zal stuiten. Maar hoe dan ook: het lijkt een eminent belang, dat er alles op gezet wordt, om te zorgen dat Herwonnen Levenskracht zijn ze genrijke arbeid met kracht kan voortzetten. MAANDBERICHT OVER JUNI 1923. Voor rekening van „Herwonnen Levens kracht" werden uitgezondent 7 Juni 1 kind uit Rotterdam. 13 Juni 1 kind uit Poeldijk. 19 Juni 1 kind uit Broeksittard. 21 Juni 1 kind uit Vlaardingen. Deze 4 kinderen ontleeden hunne rechten als volgt: 1 als aangesloten bij den R. K. Volksbond. 1 als aangesloten bij den R. K. Landarbei- dersbond. 1 als aangesloten bij den R. K. Typogra fenbond 1 als aangesloten bij den R. K. Metaal- bewerkersbond. Op 3 Juni waren in totaal voor rekening van „Herwonnen Levenskracht" 83 patiën ten in verpleging, J. Th. v. d. LAAN. Secretaris. SUIKERINDUSTRIE, Het Maandschrift voor de Statistiek geeft omtrent de beétwortelsuikerfabricage een overzicht waaraan het onderstaande is ont leend: Evenals in vorige jaren heeft het Bureau weder gegevens verzameld betreffende de aantallen arbeiders enz. in de beetwortel suikerfabrieken. De resultaten van dit on derzoek, loopende over de periode 1 Fe bruari 1922—1 Februari 1923, vindt men, met de overeenkomstige cijfers over vorige jaren, in onderstaand overzichtje, van geen lid zijn, door de Standsorganisalie,' gén, Gemiddeld per onderneming^ was haar i 1. rs-1 a L t g f fsdan OS f n knf Sfrtrtdo Het ledental van de vakvereenigingen ech ter is teruggeloopen en elk lid dat zich liet afvoeren bracht automatisch ook een ver lies van een halve gulden per jaar aan Her wonnen Levenskracht. Veel hennepjes vormen te zamen een dik ke kabel en zoo is de teruggang van het le dental bij alle andere narigheid voor de ar beiders, ook een schadepost geworden voor Herwonnen Levenskracht van tienduizenden guldens per jaar. Met het gevolg, dat de tuberculose minder goed bestreden kan worden, dat tal van pa tiënten weer zuilen moeten'wachten totdat het wellicht te laat is, middelerwijl voor hun omgeving de grootste gevaren medebrengend. Er zullen weer méér slachtoffers vallen; kinderen zullen Weer worden weggerukt van hun ouders, moeders, en vaders uit hun ge zinnen en dat terwijl er toch zoo vaak ge nezing kan worden verkregen wanneer maar de noodige geldmiddelen te verkrijgen wa ren. Menschenlevens voorgeld!! Vermindering van besmettingsgevaar voor geld!! Men huivert bij de gedachte aan al dat lijden en al dat leed dat verminderd kan worden met watgeld!! De deserteurs uit onze R. K. Arbeiders beweging hebben wel wat gewrocht en wij wenschen, hen toe, dat zij in hun eigen gezin niet de gevolgen van hun daad ondervinden. Intusschen, moeten de getrouwen weer zor gen, dat op een of andere wijze het geslagen gat in de financiën van Herwonnen Levens kracht weer wordt gestopt, want het zou een schande zijn, wanneer we niet alles deden wat in ons vermogen was om dat te ver krijgen. Zondag j.l. nu, is, bij zooveel andere voor nemens het plan gevormd om te trachten van de Vakvereenigingen 3 cent per week en per lid te verkrijgen. Of dat gelukken zal is vooruit niet te zeg- e-, p 5' A <t 3 3 Cu *3 w 3* H n o (A -O©, a. o <t 3 O cry 2L 2. cu CuS- f-f co 3 SS 1917 28 1887 758124 f 2056934 1918 23 1339 6160% „1620153 1919 20 1343 665497 2099462 1920 20 1347 684377 3012895 1921 21 1638 1269256 6567993 1922 21 1996 1550065 7721414 1923 18 1155 922470 4143703 Zooals men hieruit ziet. is in het laatste jaar, ten opzichte waarvan o.a, valt te wijzen op een sterke inkrimping van den bie- tenaanplant, de werkgelegenheid belangrijk minder geweest dan in de beide vooraf gaande jaren, welke zich juist door een groote toeneming hadden gekenmerkt. Ver geleken met het wel zeer bijzonder gunstige jaar 1921 /'22 bliikt het aantal campagneda gen te zijn gedaald met niet minder dan 841 of ruim 42 pCt. en het aantal „man dagen" der losse arbeiders met ruim 627000 of pi.m. 401-!: pCt. Niet alleen was het aan tal fabrieken die een campagne maakten. 3 minder dan verleden jaar, doch ook duurde de campagne in alle fabrieken thans kor ter, in sommigen zelfs aanzienlijk korter. Zij eindigde n.l. algemeen vroeger (zoo goed als' overal in den loop van Decemberl dan verleden jaar (op maar weinig uitzonderin gen na in Januari). Ook begon zij in bijna alle fabrieken later (en wel overwegend nè den lien October, in sommige coöperatieve fabrieken echter reeds in de eerste week dier maand of eind Scptemberl dan in 1921. toen in het overgrop.te deel der fabrieken reeds vóór den 8en October was aangevap- duur slechts 64 dagen tegen 95 in het vorige jaar. DE LOONSVERLAGING BIJ DE TRAMWEGEN. De loonsverlaging is ook bij de Tramwe gen niet van de lucht. Er zijn zeer weinig of bijna geen tramwegondernemingen, waar het personeel onder den een of anderen vorm in het laatste half jaar geen vermin dering van inkomsten heeft gehad. Over het algemeen gold het, dat de slechte financieele toestand dier tramwegmaat- schappi*' het noodig maakte de uitgaven te verminderen, daar tengevolge van de alge- meene malaise de inkomsten snel achteruit hepen en dus naar middelen moest worden gezocht om zooveel mogelijk het financieel evenwicht te herstellen. Niets was dan gemakkelijker en eenvou diger de loonen met een zeker bedrag of percentage te verlagen, zonder dat schijn baar werd rekening gehouden met den toe stand van het personeel. Want wij vreezen geen tegenspraak indien wij beweren, dat de loonen van een groot deel van het tramwegpersoneel zoo laag zijn dat verdere verlaging als iets onbillijks moet worden beschouwd, maar daarmee staan de zelfde goede bedoelingen niet vast van alle aangesloten directies! Men houde ons deze restrictie ten goede, want ook wij hebben de verschillende tram- direciies leeren kennen en niet van alle kan worden gezegd, dat zij steeds een open hart voor haar personeel hebben. En het zullen juist deze directies zijn, die toch al lage loonen betalen, die ook nu weer van de geboden gelegenheid zullen gebruik maken, niettegenstaande zij weinig of geen concurrentie van autobussen hebben te duchten en de financieele positie van haar maatschappij nog niet zoo slecht is. Maar al zouden alle directies inderdaad uitvoering geven aan de bedoelingen van het bestuur harer vereeniging, dan nog kunnen wij die loonsverlaging niet aanvaarden. Men zal toch niet willen ontkennen, dat ook de tramwegman recht op een mensch- waardig bestaan heeft. En zou men willen beweren, dat met loo nen van 18, 19 of 20 per week in dezen tijd met hooge belastingen en dure huishuren en weinig verlaagden levensstan daard, de tramman een menschwaardig be staan beeft? En moeten deze loonen dan nog worden verlaagd, en moet de tramman zich nog maar meer gaan bekrimpen? De loonen welke in de meeste trambedrij ven betaald worden zijn reeds, gezien den langen diensttijd, beneden elk redelijk peil! Een verdere verlaging van dit reeds scha mele loon is onaanvaarbaar. „Het Rechte Spoor. EEN GOED VOORBEELD, Het Gemeentebestuur van Maastricht heeft zich tot de werkgevers ter plaatse gewend met het verzoek, zooveel mogelijk werkloozen te plaatsen, omdat de werk loosheid zeer omvangrijk is en de gemeente buitengewoon' hooge uitgaven heeft te doen ten behoeve van de werkverschaffing (grin(graven). Men dient te Maastricht in het oog te houden, dat men de kosten der werkver schaffing, waarmee gemoeid gaat pi.m. een vijfde van de totale opbrengst van de plaat selijke inkomstenbelasting, op het belas tingbiljet terugziet. Tijdschr. Werk!. R. DE NIEUWE MISSIEKALENDER VAN DEN PRIESTERMISS1EBOND. De Priestermissicbond in Nederland schrijft ons het volgende: Voor de vierde keer verschijnt de missie- kunstkalender, en men zal onomwonden kunnen getuigen dat de uitgave in stijgende lijn is: het is een kunslkalender van bizon der artistieken smaak en van volmaakt tech nische bekwaamheid getuigenis gevend. Wat 't laatste aangaat: de firma „Ars Catholica" (Joh, van Lith) heeft er 'n knap stuk werk in geleverd, zoodat het meer-kleuren-koper- diepdruk-procédé hier alle voordeel en zijn bizondere geschiktheid voor deze reproduc tie duidelijk doet kennen. Artistiek geven de gravures blijk van een verheven opvatting van de weergegeven onderwerpen en van de heel bizondere vaardigheid, fijne smaak, ge voel voor kleur en lijn, van den ontwerper, den kunstschilder Gerhard Jansen. Men heeft den kunstenaar een zestal op de missiën betrekking hebbende opschriften voorgelegd, waarnaar hij zijn onderwerpen heeft gekozen met verrassende bekwaamheid. De drie eerste spreuken werden indertijd bekroond bij de in dit voorjaar gehouden prijsvraag. De eerste luidt: Christus, ons voorbeeld, slichtte de Kerk voor alle volke ren. Wij zijn navolgers, moeten alle volke ren tot de Kerk brengen. De gravure stel! ons de allereerste kennismaking voor van den mensch en den koning der openbaring Jezus Christus. God deed voor de Bcthle- hemsche herders en de Oosterschc wijzen het licht der openbaring opgaan, toen zij Christus den Verlosser der wereld met eigen oog mochten aanschouwen. De kerk (Ecclesia) heeft de taak ontvangen om in den vervolge voor alle volken den sluier op te heffen, om die in duisternis dwalen, been te wijzen naar den God-mensch en hen over de woelige wateren der levenszee te voeren naar de veilige haven van het He- melsch Jeruzalem. Het tweede blad draagt het opschrift: „De oogst is groot, doch de werklieden zijn er weinig: vraag derhalve den Heer van den oogst, dat Hij in zijn oogst werklieden zende". (Matth. IX-37-38). Fn de gravure „Zielevangst" stelt ons een mis- sioncerenden priester voor, alles ten offer brengend en niets vreezend, terwijl hij 't oog op Christus' Kruis gevestigd houdend, steeds geleid wordt door Engelen van Geloof en en Hoop. Het derde blad heeft in beeld ge bracht het geluk voor die hcidensche vrouw, die op den Berg Gods bet verbond mocht sluiten met het H. Geloof, die ont vangen mocht de palm van overwinning en vrede en die zich nu bevindt bij de bron, waaruit ontspringen de levende wateren van Gods genaden. Zoo wachten nog zoovele volkeren uit Noord en Zuid dien vrede van Christus. Ongetwijfeld maakt deze zinnc- rijke allegorie een ireffenden indruk. Het Ge loof en dc Hcidensche vrouw geven elkaar den vredegroet in het volle licht, dat uitgaat van het kruis van Christus, dat den vrede op aarde is komen brengen. En als we, ter zijde in de duisternissen gezeten, de volkeren uit 't rotsige zonneland der leeuwen en de Eskimo's uit de ijsbedektc regionen der poolstreken beschouwen, dan komt hier Vondcl's vers zoo passend in den zin: „Ver zamel uwe kudde uit Oost en West bijeen." De vrede van Christus wordt hier als de boodschop der zending uitgebeeld en dien vrede van Christus brengen ibeteekent: zie len redden. Het onderschrift (genomen uit St. Augustinus) luidt daarom zoo beteekenis- vol: Als gij één ziel gegeven hebt, dan hebt gij uw eigen ziel zalig gemaakt. Het vierde blad spreekt eveneens tersjond heel duidelijk. Bij het onderschrift: i Zij blank of bruin, 't zij geel r,i rood, voor God is elke ziel toch even gro<1 heeft de teeke naar ons de missievolkcrcn verbeeld in die twee koppen van een neger en een roodhuid, die, ofschoon levend in het land van de stralende zon, toch niet getrokken worden door de Zon der gerechtigheid, t Licht echter gaat voor hen op; bet symbool van l Christus krijgt beteekenis voor hen: lie eeuwige licht verlichte hen: ZOO is voor hen onze bede tot God. Van geheel bizondere opvatting is het volgende blad. Tegen een achtergrond van tropisch groen, zit in hur kende houding, doch met een van verlangen oprijzende beweging, een inlander. De enge len, door God gezonden, roepen ook den inlander tot al de waardigheden in Gods' Kerk. Eerst het schild des geloofs van den catechist, den stool van het priesterschap, den staf der bisschoppelijke, ja zelfs den sleutel der Pauselijke waardigheid kan hem gegeven worden. Zoo zijn het niet dus de goddelijke deugden van Geloof, Hoop en Liefde alleen, die aan de Heidenen geschon ken worden, doch zij kunnen ook de roeping krijgen om Gods' Kerk te verbreiden door het ambt van herder, priester en leeraar. Het opschrift luidt: De handen gevouwen, geofferd ons goud en God si" at zijn zonen lot helden. Zoo bekend en beteekenisvol is het gezegde: Een priester gaat hooit al leen ten hemel! Zorgt dus voor priesters, dan zorgt gij voor zielen. De priester-her der schrijdt, rustend op den kruisstaf, het lam op den arm en te rnidder. van een on telbare kudde het stralende licht van den hemel tegemoet. Statig schrijdt zijn rechte, krachtige figuur het lichtende kruis tegen, terwijl de engelen met diep ontzag hem beschouwen en met hun vleugelen de poort vormen, waardoor hij opgaat om zijn arbeid te leggen voor den troon van het Lam. Tot zoover de verklaring en bespreking der smaakvolle teekeningen. Een korte verklaring trouwens zal of schoon de beelden duidelijk voor zich zelf spreken ten overvloede aan de achterzijde van den kalender worden afgedrukt. Ongetwijfeld is deze kunstkaier.der, bij al!"- waardeering voor wat tot dusverre bereikt werd, in hooge mate aantrekkelijk, beteeke- nisrijk en artistiek. Een sieraad voor het huis, een genot voor den geest Gelijk telken jare wordt deze kunstkalen der a 1.door zelatrices v.-.n de missle- genoolschaopen weer verspreid. En het lijdt geen twijfel of „Ars Catholica" krijgt stroo men van bestellingen. De betalingen geschie den bij kapelaan A. de Wit, Sint Walburgs plein 1, Arnhem. De plaatselijke missiever- eenigingen, door de geestelijkheid goedge keurd, mogen 10 pet. van den opbrengst voor hun vereeniging aftrekken. De overige baten komen ten goede aan den Priester- missiebond. De zelatrices en zij, die voor de verspreiding van deze kalender willen wer ken, kunnen prospecti bekomen waarin de afbeeldingen der zes gravures voorkomen. Men kan dus nu aan den slag gaan En de vierde keer, dat onze kalender verschijnt, zal ook de afzet alle vorige overtreffen! EEN VINDING OP HET GEBIED DER DRAADLOOZE TELEFONIE. Volgens het Deensch electrotechnisch tijdschrift heeft een Deensch technicus, Arnold Christensen, een nieuw systeem van zenden en ontvangen voor draadlooze tele fonie uitgevonden. Zijn proeven, genomen over een afstand van vijftig kilometer moeten zeer goed geslaagd zijn.' Populair uitgedrukt, schijnt het principe van de uitvinding te zijn, dat de zender een duplcx-inrichting is en dat een deel van het gesproken woord door een buis aan een microphoon wordt overgebracht, maar in een veel langzamer tempo dan het deel dat recht streeks door de micrcphoon gaat. Het ont vangtoestel is voorzien van een inrichting die het eene deel van het geluid versnelt en het andere deel vertraagt, zoodat het geheel weer bijeen wordt gebracht, wanneer het ge luid tot het oor doordringt. De bedoeling van de uitvinding is, mee luisteren te voorkomen. WAARDEVOLLE SCHILDERIJEN GE RESTAUREERD. Eenigen tijd geleden, meldden wij, dat dc hoogeerw. heer mgr. L. N. Ie Bron de v'exe- la, deken te Roermond, in de kathedraal aldaar eenige opgevouwen lappen linnen had ontdekt die voor oud vuil in den toren van de kathe draal lagen. Deze lappen, die bij onderzoek een tiental geheel vervuilde schilderijen ble ken te zijn, werden ter restauratie toegezon den aan den restaurateur Van Bohemcn te 's Gravcnhage. Vier dezer schilderijen zijn thans gerestaureerd en bevinden zich weer in de kathedaal waar zij opnieuw een plaats sullen krijgen, zooals zij verdienen, om als van ouds tot de fraaiste sieraden van het gebouw te kunnen worden gerekend. De schilderijen bleken werken te zijn van den Vlaamschen schilder H, J/Leemans, en dragen het jaartal 1769. R.-K, VACANTIELEERGANG IN PAEDAGOGIEK. Het uitvoerig program is verschenen. Naar stellingen en sprekers te oordceleu belooft deze week allerinteressantst te worden. Dc meest moderne cn hoogst actueêle pro blemen der opvoedkunde worden behandeld door meesters in het vak. Wat 'n zegen kan deze tweede paedago- gische week worden voor Kerk en samen leving, als de goede God hun bewerkers en hun opzet Zijn genaden niet onthoudt. Ik mag van de hooggeprezen gastvrijheid der pers niet te veel vragen. Enkel langs de zen weg nog opmerkzaam maken op een der sprekers, met ziin kostelijk onderwerp in stellingen breed uitgewerkt; W. v. d. Hengel, die spreken zal over Godsdienst en Bijbelon- rferwijs. Als men nti Weet welke plaats hier aan toekomt in de nlgemeene opvoeding, heeft men daarin ook een maatstaf tot waardee ring van het gewicht dezer lessen. Mogen daarom velen, die den heelen cursus niet kunnen volgen, tenminste op 31 Juli twee uur aanwezig zijn in de za len van Jong-Brabant in Den Bosch, pries ters en leeken, die in dc opvoeding onzer kinderen bering stellen. Eenigst kindje. Hij. Zij. j 't Kind. TooneelNette huiskamer. Hij leest krant en drinkt 'n glaasje. Zij dekt de tafel voor 't diner. 't Kind speelt met de blokken. Zij. Wat is ie nou lief, hè? Hij. Ja. (leest). Zij. Schattig. De heele middag geen last in 'm gehad. Hij. (leest.) Zij. En hij heb zelf al zoo lief gezegd, dat ie ip z'n potje moest. Hij. Zoo? Leuk.... (leest.) Zij. Ja, hoor.... twee keer vandaag. Hij. (leest.) Zij. Als je zoo'n schat van 'n kind nou es rerloor, hè Hij. Zou natuurlijk ontzettend zijn.... (leest.) Zij. Hè., 'k mag 'r niet Sn denken.. Vreeselijk, zoo iets. En 'n kleinigheidje is toch maar voldoende, hè Hij. Ja.... (leest.) Zij. 'n Tochie.. of 'n ongelukkie waar je niet voor kan zijn. Brrrr.*k zie 't al.zoo'n kind onder 'n auto of paard. Kijk ie nou es 'eikker lachen.. Dag Pimpie.. dag schatje.. Z t je zoo lief te spelen met je blokkies 't Kind. Bokkies.bouwe. Zij. Ja, hoor., ga jij maar bouwen met je blokkies.. Ach, gus, kijk 'm toch weer es lief lachen.Toe, man, kijk dan es Hij lacht tegen jou Hij. Dag lekkertje Dag Pimpie (leest.) 't Kind. Pappie bouwe Pappie bou-we.. Hij. Nee, liefiepappie moet nou even de krant lezen. En direct gaan we eten. 't Kind. (dreinerig) Pappie bou-wèèèè.. Hij. Straks, kindje. 't Kind (huilend) Pa-hap-pie bou-hou- Zij. Toe, zet nou es 'n paar blokkies op elkaar voor 'm Hij. Ach.... mot 'k nou.. Dat eene kwartiertje dat 'k even m'n krantje kan le zen. Vanavond moet 'k weer naar 't kantoor tot 'n uur of half-tien.. (leest.) Zij. Zóó druk? (kind huilt harder). Hij. (kriegel.) Ja, zóó druk 1 Zij. Nou, grauw maar niet.hoor dat kind nou es huilen d'r om.Toe.twee minuutjes ga ik in die tijd de soep halen. 't Kind. blerrendPappie bou-hou-hou- wèèèèè. Zij. Ja, hoor schat., pappie komt al., zoet maar. Hij. (zucht, legt krant weg en gaat bij 't kind blokjes stapelen). Je moet 't zelf weten, Lies., maar als we direct gaan eten deugt 't niet.dan wil ie hebben, dat ik door blijf bouwen. Zij. Nee., hij is zoet., als we gaan eten eet ie lief mee., hè Pimpie? 't Kind. Jaaa.... (Hij stapelt geduldig blokjes, 't ;ind kraait van plezier. Zij gaat de kamer uit om soep. Komt even later er mee terug.) Zij. Nou gaan we eten. 't Kind, (dreinerig). Nee, bouwe! Hij. Nou, wat heb ik je gezegd ZijHij komt wel lief eten, hè Pimpie 't Kind, (huilend) Nééééé, bouwe.bou- ou-ou-wééééé. Hij. (gaat aan tafel.) Knap jij 't nou zelf maar op'k Heb je gewaarschuwd. Zij. (neemt 't kind op en zet 't aan tafel op 't hooge stoeltje.) Nou zoet eten Pimpie strakkies gaan we 'n heele hooge toren bou wen. 'tKind (krijschend) Nee., néé.... nou bouwenou bou-ou-we 1 Zij. Maar je moet toch eten, me leveling? 't Kind. (Trappend en armpjes wiekend). Nee..néééééé.Pimpie lust niet.... Bou-ou-we Hij, (wacht op de soep, begint vast aan z'n snor te knabbelen.) 't Kind. (brullend.) Bou-ou-ou-wèèèèè 1 Hij, (kwaad.) Stil of je gaat in de kast Lies schep de soep op en bemoei je niet meer met 'm.... Zij- Ja, maar.... Hij. Doe nou asje-Wie/t wat ik je vraag., zóó eten we in geen uur 1 Zij. (schept zuchtend soep.) 't Kind. (stikt bijna van 't schreeuwen en smijt 'n bord op den grond aan scherven.) Hij. (staat woedend op neemt het kind en stopt het in de hangkast.) Ziezoo.... nou gaan wij eerst es rustig eten. Hij. (eet.) Zij. (zucht en eet niet.) 't Kind. (loeit in de kast en schopt tegen de deur.) Zij. Noem jij dat rustig eten? Hij. Ja., als je maar net doet of je niks hoort, (lepelt soep.) (Stilte in de kamerrevolutie in de kast.) Zij. 't Kind kan er wel wat van krijgen. Hij schreeuwt z'n eigen 'n breuk. Hij. Niks minder? Zal wel losloopen. 'n Onhandelbaar kind moet gestraft worden. Jij verwsnt 'm. Zij. En jij ultm. f'! kiea (ze begint te sn - ken.) Hij. Hè Zij. (huilend.) Ja Ja Is dat 'n manier? Ik had 'm wel zoet gekregen. Hij. Door 'm z'n zin te geven. Zij. Hoor nou zoo'n schaap es angaan En daar mot je als moeder bij zitten. Dat jij nou je misselijke humeur op dat wurm wreekt Hij. Hè Wat Lies, zóó heb je nog geen één keer gesproken. Zij. En jij hebt nog geen een keer zóó je eenigst kind gemarteld. En je vrouw óók 1 Of voel je niet, dat ik 'r net zoo goed onder lij Hij. Daar mot je overhéén in zoo'n geval. Je mag de roede niet sparen. En ik sla 'm nog niet eens. Zij. Nee, je Iaat 'm liever stikken of 'n ongeluk schreeuwen. Ik haal 'm er uit Hij. Lies, ik waarschuw je 1 Zij. Hoor je dan niet, dat ie al zoowat van 'an zeiven gaat? Hij. Nee, 'k hoor d'r niks van. Zij. (huilt in haar handen.) O 1 O O O (Hij neemt tweede bord soep. Zij blijft huilen't Kind wordt stil.) Zij. (opvliegend.) O, God., hij geeft geen geluid meer Hij. (ongerust.) Nou.hm.wat zou dat? (vergeet te eten.) Zij. Wou je nou nóg., nóg.. Hij. Nou.doe de deur dan maar es open. Zij. Als 't nog niet te laat is. (Zij opent de kast. 't Kind zit slaperig op z'n duim te sabbelen.) Hij. (heimelijke zucht van ontlasting.) Net wat 'k dacht. Zij. (tot kind.) Pimpie nou zoet eten, ja 't Kind. (snik-schokjes.) Ja.... Zij. Mooi, dan is Pimpie weer zoet. (Ze zet hem in 't stoeltje en geeft hem klein bordje met soep, plus lepeltje.) Zoo., lekker soepie, hè? Proef maar es.. 't Kind. (slaat 't lepeltje weg) Néé.... ZU. Wat nou 't 'Kind. Lus niet.. Zij. Wat? Toe, kindje., moet mammie nou boos worden Hij. (gistend.) Wil ik soms aardappelen, vleesch en groente uit de keuken halen? Zij. Ach, wacht nou effies't Kind mot toch ook eten Hij. En hij lust niet. Zij. Ja, hij lust wel, hè Pimpie 't Kind. Néééé.. (wijst naar mosterd potje.) Pimpie van dat 1 Zij. Van dat Maar, lieveling, dat is vies. dat is bah.dat blief je toch niet. 't Kind. (jankend.) Pimpie van dat 11 Hij. Wacht., dan de kast maar weer open. ('I Kind begint erbarmelijk te schreeuwen.) Zij. Ach. lieve hemel, nou maak jij 'm weer an de gang., nou begint 't opnieuw. Hij. Krijg 'k nog eten, of niet Zij. Dus 't kind honger laten lijen.. Da's heel makkelijk gezegd als je zelf je maag volstompt met eten. 't Kind. (huilt harder) Pimpie van dattèèè 1 Hij. Geef 't 'm dan., dan proeft ie wat 't is.. (Hij geeft 't kind 't mosterdpotje.) Hierzoohaal je hart op an de mosterdpot. 't Kind. (kijkt .in 't mosterdpotje geeft 't terug.) Eerst pappie. Hij. Hè? Ik eerst mosterd eten? 't Kind. (zeurig.) Jiiéd.... Hij. Dank je wel. ('t Kind begint weer te gieren.) Zij. Ach, ach, wat 'n toestand.. Had 'm ook niet in die kast gestopt. De stakkerd is héélemaal van streek.. Kijk ie es zenuw' achtig huilen. Dat is geen gewone huil. da's n zenuw-huil.. 't Kind. (snotter-blerrend). Eerst pappie etenvan datte Zij. Toe., neem 'n klein tikkiemosterd. da's toch zoo erg niet Om 't kind tot be daren te brengen. Hij. Nou.in Godsnaam. Maar ik zeg je je bederft 'm. (Hij neemt 'n tikje mosterd op de tong slikt de tranen rollen over z'n wan gen.) ZijZie je, Pimpie Nou heb pappie eerst 'r van gegeten. Nou Pimpie Of maar liever niet 't Kind. Jaóaaa. 't Kind krijgt 't mosterdpotje geeft het weer terug.) Zij: Néé, hè? Liever soepie? ('tKind. (houdt 't mosterdpotje in de richting van z'n vader.) Pappie., heeleméal op-ete.. ZijNee, dat gaat niet.. Nou niet meer zeuren, PimpiePappie kan dat heele potje mosterd niet opeten. 't Kind. (trappend en grienend). Pap-pie.. hee. .Ie. .mail op-ete!!! Hij (staat woest op). Als je nou niet direct stil bent ga je de kelder indaar heb je de ruimte 1 't Kind. (idem.) Pappie., heele-maal op., ('t Slaat wild in de soep, die over *t tafellaken sproeit.) Hij. (grijpt 't kind, brengt het naar de kelder. Komt terug. Zij zit te huilen.) O., natuurlijk weer niet naar je zin, hè? Gaan we eten Ik moet over tien'fminuten weg. Zij. (snottert.) Zou 't nou zoo heel erg voor je geweest zijn? Hij. Wat Zij. Als je dat heele mosterdpotje had leejp- gegeten Hij. (staat paf. Ploft moedeloos in z n stoel.) DOEK. N.G. (Nadruk verboden).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1923 | | pagina 5