Tweede Blad
14 Juli 1923
"1
xmr EIS KSMMiS.
ELCK WAT WILS.
i.E
P 3
5 i sr
MM EN SSKGOL
TREKJES CCCIII.
wèèèè 1
WIE BESCHULDIGT MOET BEWIJZEN,
In het „Orgaan voor de Praktijk" wordt'
aanerking gemaakt op een passage voorko
mende in het verslag van het verbond van
Ned. Fabrikantenvereenigingen, waarvan de
heer Simon Maas de voorzitter is.
In dat verslag komt n.l alweer de beschul
diging voor dat ondanks de verlaging van de
maximum uitkeeringen van de werkloozen-
kassen, de arbeidslust nog vaak uiterst ge
ring is, omdat de uitkeeringen zoo weinig
van het aangeboden loon verschillen, waarbij
dan nog wel het een en ander kan verdiend
worden.
D» redactie teekent hierbij aan, dat ook
thans weer verzuimd wordt een enkel con
creet feit te noemen, terwijl het in het be
lang is van een goede werkloozenzorg, dat
klachten maar natuurlijk met bewijzen ge
staafd bij bevoegde autoriteiten worden
aangebracht, opdat een deugdelijk onderzoek
kan worden ingesteld.
Men kan het, dunkt' mij, met de redactie
geheel eens zijn. Het is in strijd met elk be
grip van eerlijkheid om maar onophoudelijk
te insinueeren, dat de arbeidslust ,7vaak"
uitermate gering is en daarvan nooit eenig
bewijs over t'e leggen. Als het dan toch zoo
vaak gebeurt, moet het toch wel zeldzaam
gemakkelijk zijn eenige feiten aan te wijzen.
Er is geen maatregel of er zullen wel eens
misbruiken bij voorkomen, maar niemand
heeft er meer belang bij dan de arbeiders
zelf, dat bij de werkloosheidsverzekering
misbruiken aan de paal genageld worden.
Daarvoor is alles te zeggen en het meeren-
deel der arbeiders zou gaarne medewerken
om die misbruiken tegen te gaan.
Maar die insinuatie's werken verbitterend.
Vooral in dezen tijd nu duizenden werklie
den hunkeren naar eenig emplooi.
Het is een schande, dat, terwijl die men-
schen dagelijks alles afloopen om werk, zij
nog moeten hooren, dat in algemeenen zin
de arbeidslust zeer miniem is
Nogcens: als er misbruiken zijn, moeten
ze met kracht worden bestreden, maar nie
mand heeft het recht' een beschuldiging als
hierboven uit te spreken.
Wie een geval weet is m.i, zedelijk ver
plicht dat bekend te maken bij het bevoegde
openbare lichaam of bij het bestuur van de
kas, maar het gaat niet op, om maar in T
honderd weg beschuldigingen de wereld in te
sturen.
Als dan ook het jaarverslag van dat ver
bond zegt: „wij zullen niet nalaten op deze
zeer bedenkelijke tendenz der werkloozen-
ondersteuning ook in het nieuwe jaar de aan
dacht t'e vestigen" dan hebben alle eerlijke
menschen m.i. tot plicht een dergelijke
methode.aan d: kaak te stellen.
In hetzelfde nummer van het „Orgaan
voor de Praktijk" komt'een communiqué van
de Tilburgsche arbeidsbeurs voor, dat vrijwel
over hetzelfde onderwerp handelt, en waar
aan hel' volgende is ontleend:
„Hier komt de opmerking die van zekere
zwartgallige zijde zoo gaarne en vlug ge
maakt wordt: „Ja, ja, steun trekken doen
zejiever dan werken!"
Daarmede worden dan natuurlijk de z.g,
arbeidsschuwen bedoeld, die bij aanbieding
van wei-k zich wel zóó weten voor te doen,
dat de patroon hen liever niet in dienst
neemt. Generaliseeren is gevaarlijk. Ook
hier. Als er geweest' zijn, die zoodanige er
varing opdeden en de betrokken werk
gever maakte er melding van bij het Steun-
bureau (dat om practische redenen aan de
Arbeidsbeurs annex is) Markt 8b, dan heeft
hij ervaren, dat den arbeidsschuwen een
gevoelige les gegeven is, die verstandig
volgde uit de door den Gemeenteraad vast
gestelde steunregeling. Deze toch zegt in
een der bepalingen da! de steun wordt in
gehouden als de werkloóze werk weigert,
waarvoor hij lichamelijk geschikt kan wor
den geacht en waarvoor hem een behoor
lijk loon wordt aangeboden. Ook het ver
strekken van oniuiste of geen gegevens
aangaande het inkomen van den onder
steunde of de leden van diens gezin, wordt
nauwkeurig gecontroleerd en streng be
straft. Proces-verbaal bleef niet uit, terwijl
den werkgever, die onjuist inlichtingen ver-
stre t betreffende het door hem uitbetaal
de loon, hetzelfde lot wacht.
Allen, die het wel meenen met de werk-
loozen, zullen het aldu; met krachtige hand
tegengaan van bederf slechts kunnen toe
juichen!
Deze philippica gaat echter slechts zeer
enkden aan. De crisiswerkloozen zien rijk-
halzend uit naar eerlijken arbeid, die hen
in siaaf stelt voor zich én de hunnen het
brood te verdienen.
De arbeidsbeurs is er om te helpen. De
medewerking tot een juiste uitvoering der
steunregeling zal nog grooter zijn, als de
werkgevers nog meer dan thans bij vraag
naar arbeidskrachten zich onmiddellijk
wenden tot de gemeentelijke arbeidsbeurk
alwaar volgens een overzichtelijk kaart
systeem alle gegevens der werklooze ar
beiders omtrent vakbekwaamheid, vroe
gere werkgevers, reden van ontslag e.a.
met de uiterste zorg verzameld zijn."
D't citaat geeft een heel wat gezondere
denkwijze aan en zal heel wat pracfischer
werken dan het lanceeren van onbewezen
beschuldigingen die, zouden zij waar zijn,
slechts kunnen plaats vinden als de werk
gevers niet ter bevoegder plaatse hun klach
ten bekend maken.
INTERNATIONALE ORGANISATIE VAN
DEN ARBEID,
Het Maandschrift yoor de Statistiek be
vat het verslag van de 19e zitting van den
Raad van Beheer van het Internationaal
Arbeidsbureau.
„De vergadering van bovengenoemden
Raad duurde dezen keer slechts zeer kort;
de zitting had 12 en 13 Juni plaats.
Een der belangrijkste kwesties was de
behandeling van de begrooting voor 1924.
Na lange discussies is deze aangenomen,
nadat in groote bezuinigingen toegestemd
moest worden.
De plannen, welke voor het nieuwe ge
bouw ontworpen werden, zijn thans gereed;
waarschijnlijk zal eind September met den
bouw begonnen kunnen worden.
De sub-commissie, welke ingesteld was
om voorstellen te doen teneinde ratificatie
van de 8-urendag-conventie voor alle lan
den mogelijk te maken, had drie mwiieren
aan de hand gedaan, teneinde tot een op
lossing van deze moeilijkheid van niet-
ratificatie te komen.
De eerste was: een ruime interpretatie
aan de conventie te geven, zoodat ook En
geland, (het land, dat de meeste bezwaren
tegen de ratificatie heeft) in verband met
de daar bestaande collectieve arbeidscon
tracten zou kunnen ralificeeren. Reeds vroe
ger had de Raad hierover beraadslaagd,
doch zich niet tot een dergelijke interpre
tatie bevoegd geacht. Bovendien werd
deze weg door Engeland niet mogelijk ge
acht.
De tweede door de Commissie voorge
stelde weg om te wachten tot gunstiger
tijden voor de ratificatie voor bedoelde con
ventie werd niet ingeslagen, daar de Raad
van meening was hierdoor schade toe te
zullen brengen aan het prestige van de Per
manente Organisatie van den Arbeid.
Zoo moest ten slotte de derde manier als
de eenige mogelijke besproken worden, n.l.
de amendeering van conventies. Tot een
definitief besluit over deze kwestie zal het
eerst op aandrang der arbeidersvertegen
woordigers in de October-zitting .van den
Raad komen.
Drie commissievergaderingen zullen in
de eerstkomende maanden plaats vinden. In
Augustus houdt de commissie voor indu-
striëele hygiëne en de landbouwcommissie
een zitting en in October komt die van
experts op het gebied der arbeidsstatistiek
bijeen.
De opening der Algemeen» Arbeidscon-
ferentie is, zooals men zich herinneren zal,
op 18 October bepaald, terwijl alleen de
kwestie der arbeidsinspectie op de agenda
ter behandeling staat."
Het zal niet zonder belang zijn omtrent
de Internationale Organisatie van den Ar
beid zelf een en ander in dit blad mede te
deelen.
Deze Organisatie is door het vredesver
drag van Versailles in het leven geroepen,
teneinde daardoor den maatschappelijken
vrede te bevorderen die als grondslag van
den algemeenen vrede wordt beschouwd,
Het lidmaatschap van den Volkerenbond
sluit tevens in het lidmaatschap van de Int.
Organisatie van den Arbeid. Ook ons land
is tot den Volkenbond en daarmede tot be
doelde Organisatie toegetreden.
Jaarlijks wordt een conferentie gehouden.
Elk aangesloten land zendt dan één werk-
gevers- en een werknemersvertegenwoordi-
ger die in overleg met de meest represen
tatieve organisaties moeten aangewezen
worden en twee vertegenwoordigers van de
Regeering.
Men herinnert zich nog wel den strijd in
ons land over de beteekenis van het over
leg met de meest „representatieve organi
saties" wat door het N, V. V. werd uitge
legd als zou daarmede alleen de groot-
s t e organisatie bedoeld worden, zoodat
zij zich op grond daarvan tegen de benoe
ming van Serrarens hebben verzet. Hun
meening is echter onjuist gebleken.
Op de jaarlijksche conferenties nu, wor
den bepaalde voorstelden aan het oordeel
der conferentie onderworpen en worden
dan, hetzij als conventie, hetzij als
aanbeveling aan de aangesloten
landen toegezonden.
Voor zoover een conventie wordt
aangenomen, is elk land verplicht in het
uiterste geval binnen 18 maanden na het
sluiten van de conferentie, deze aan de wet
gevende vergadering van dat land ter be
krachtiging voor te leggen.
De aanbevelingen dienen meer om de
wenschelijkheid van een maatregel te doen
uitkomen, zonder dat de landen eenige ver
plichtingen hebben daarmede rekening te
houden.
De conferentie's kunnen dus beschouwd
worden als vergadering waar de internatio
nale arbeidswetgeving plaats vindt onder
nadere bekrachtiging van de aangesloten
landen, wat men dan ratificeeren noemt.
Vier Conferentie's zijn er nu gehouden,
n.l. in 1919 te Washington; in 1920 te Genua;
in 1921 en 1922 te Genève.
Hoe men nu over de verschillende con-
ventie's ook wil oordeelen, vast staat toch
wel dat het een eminent belang is, dat de
arbeidswetgeving in de verschillende linden
niet te zeer uiteenloopt, waarmede de nut
tigheid van dit instituut voldoende bewezen
is.
Ter voorbereiding van de verschillende
conferentie's, het onderzoek naar verschil
lende toestanden, het verzamelen en publi-
ceeren van gegevens e.d.' is het Internatio
naal Arbeidsbureau daargesteld, hetwelk
te Genève is gevestigd en waarvan de heer
Albert Thomas de directeur is.
VREEMDE REDENEERING,
De „Ned. Werkgever", die intuschcn ter
voorkoming van misverstand is omgedoopt
als „Het Nederlandsche Bedrijfsleven" be
spreekt de bestaande arbeidstijdregeling:
„De normale arbeidsweek nemen wij
op 48 uren, den arbeidsdag (de week ge
rekend op zeven dagen) op 6,8 uur. Stelt
dat een werkman driehonderd dagen per
jaar werkt, dan wordt dit dus 2C40 uren
per jaar. Het jaar stellende op 365 dagen
of 8760 uren, komen wij tot de slotsom,
dat de totale arbeidstijd van een arbeider
per jaar bijna een vierde bedraagt van
den tijd, dat hij leeft. Men moet optimist
zijn om te gelooven, dat met een zóó ver-
ingekrompen arbeidstijd de verarming der
laatste jaren kan worden ingehaald!"
Men kan van oordeel zijn, dat onder be
paalde omstandigheden de arbeidsdag ver
lengd moet worden, maar een eenvoudige
berekening te maken hoeveel vrijen tijd eem
arbeider wel heeft om daarop een uerge-
lijke conclusie te trekken is toch wel wat
al te bar.
Voor een dergelijke redeneering kan nu
toch waarlijk niemand respect hebben, liet
is alsof we met dood materiaal te doen
hebben.
Meer dan van arbeidstijd-verlenging zul
len we het moeten hebben van wederzijd-
sche toenadering, van breed overleg van
vermijding van conflicten, kortom van een
meer christelijke opvatting omtrent de ver
houding van den eenen mensch lot den
andere.
Juist die dwaze, onchristelijke denkwijze
aan beide zijden is de oorzaak dat alle
economische rekensommetjes fout blijken.
En zoolang die denkwijze en de daaruit
voortvloeiende handelingen niet veranderen,
komen we niet uit het moeras, al wenccn
de arbeiders als automaten.
A. J. L.
HERWONNEN LEVENSKRACHT,
Zaterdag en Zondag j.l. heeft Herwonnen-
Levenskracht ter gelegenheid van het twee
de lustrum een belangrijk congres gehouden.
Het verslag van dit congres heeft bereids
in de bladen een plaats gevonden en wie
belangstelling toont in de bestrijding van de
tuberculose zal ook dankbaar gestemd zijn
omtrent het vele en mooie werk, door
Herwonnen Levenskracht zoowel plaatselijk
als over het geheele land verricht.
Maar er moet nog heel wat gebeuren om
de allernoodzakelijkste hulp te kunnen ver-
leenen en er zal ook nog veel meer kunnen
gebeuren, wanneer, wat toch zoo noodig is,
deze vereeniging haar plannen omtrent een
betere financieele regeling met succes be
loond zou zien.
Door bloemendagen en loterij werden de
inkomsten wel beduidend vergroot, doch de
eenigste finantieele grondslag voor het grou-
te werk der tuberculosebestrijding bestond
in de contributie fan 1 cent per week te
heffen door de vakvereenigingen en, voor
zoover leden voor de Standsorganisalie daar-
gen: noodzakelijk is het in ieder geval wél,
doch het betreft een aangelegenheid die
door de wetgevende vergadering van elke
organisatie slechts kan worden opgelost en
die hier en daar op groote moeilijkheden zal
stuiten.
Maar hoe dan ook: het lijkt een eminent
belang, dat er alles op gezet wordt, om te
zorgen dat Herwonnen Levenskracht zijn ze
genrijke arbeid met kracht kan voortzetten.
MAANDBERICHT OVER JUNI 1923.
Voor rekening van „Herwonnen Levens
kracht" werden uitgezondent
7 Juni 1 kind uit Rotterdam.
13 Juni 1 kind uit Poeldijk.
19 Juni 1 kind uit Broeksittard.
21 Juni 1 kind uit Vlaardingen.
Deze 4 kinderen ontleeden hunne rechten
als volgt:
1 als aangesloten bij den R. K. Volksbond.
1 als aangesloten bij den R. K. Landarbei-
dersbond.
1 als aangesloten bij den R. K. Typogra
fenbond
1 als aangesloten bij den R. K. Metaal-
bewerkersbond.
Op 3 Juni waren in totaal voor rekening
van „Herwonnen Levenskracht" 83 patiën
ten in verpleging,
J. Th. v. d. LAAN.
Secretaris.
SUIKERINDUSTRIE,
Het Maandschrift voor de Statistiek geeft
omtrent de beétwortelsuikerfabricage een
overzicht waaraan het onderstaande is ont
leend:
Evenals in vorige jaren heeft het Bureau
weder gegevens verzameld betreffende de
aantallen arbeiders enz. in de beetwortel
suikerfabrieken. De resultaten van dit on
derzoek, loopende over de periode 1 Fe
bruari 1922—1 Februari 1923, vindt men,
met de overeenkomstige cijfers over vorige
jaren, in onderstaand overzichtje,
van geen lid zijn, door de Standsorganisalie,' gén, Gemiddeld per onderneming^ was haar
i 1. rs-1 a L t g f fsdan OS f n knf Sfrtrtdo
Het ledental van de vakvereenigingen ech
ter is teruggeloopen en elk lid dat zich liet
afvoeren bracht automatisch ook een ver
lies van een halve gulden per jaar aan Her
wonnen Levenskracht.
Veel hennepjes vormen te zamen een dik
ke kabel en zoo is de teruggang van het le
dental bij alle andere narigheid voor de ar
beiders, ook een schadepost geworden voor
Herwonnen Levenskracht van tienduizenden
guldens per jaar.
Met het gevolg, dat de tuberculose minder
goed bestreden kan worden, dat tal van pa
tiënten weer zuilen moeten'wachten totdat
het wellicht te laat is, middelerwijl voor hun
omgeving de grootste gevaren medebrengend.
Er zullen weer méér slachtoffers vallen;
kinderen zullen Weer worden weggerukt van
hun ouders, moeders, en vaders uit hun ge
zinnen en dat terwijl er toch zoo vaak ge
nezing kan worden verkregen wanneer maar
de noodige geldmiddelen te verkrijgen wa
ren.
Menschenlevens voorgeld!!
Vermindering van besmettingsgevaar voor
geld!!
Men huivert bij de gedachte aan al dat
lijden en al dat leed dat verminderd kan
worden met watgeld!!
De deserteurs uit onze R. K. Arbeiders
beweging hebben wel wat gewrocht en wij
wenschen, hen toe, dat zij in hun eigen gezin
niet de gevolgen van hun daad ondervinden.
Intusschen, moeten de getrouwen weer zor
gen, dat op een of andere wijze het geslagen
gat in de financiën van Herwonnen Levens
kracht weer wordt gestopt, want het zou een
schande zijn, wanneer we niet alles deden
wat in ons vermogen was om dat te ver
krijgen.
Zondag j.l. nu, is, bij zooveel andere voor
nemens het plan gevormd om te trachten
van de Vakvereenigingen 3 cent per week
en per lid te verkrijgen.
Of dat gelukken zal is vooruit niet te zeg-
e-,
p
5' A
<t 3
3 Cu
*3
w
3* H
n
o
(A
-O©,
a. o
<t 3
O
cry 2L
2. cu
CuS-
f-f
co 3
SS
1917
28
1887
758124
f 2056934
1918
23
1339
6160%
„1620153
1919
20
1343
665497
2099462
1920
20
1347
684377
3012895
1921
21
1638
1269256
6567993
1922
21
1996
1550065
7721414
1923
18
1155
922470
4143703
Zooals men
hieruit
ziet. is in
het laatste
jaar, ten opzichte waarvan o.a, valt te
wijzen op een sterke inkrimping van den bie-
tenaanplant, de werkgelegenheid belangrijk
minder geweest dan in de beide vooraf
gaande jaren, welke zich juist door een
groote toeneming hadden gekenmerkt. Ver
geleken met het wel zeer bijzonder gunstige
jaar 1921 /'22 bliikt het aantal campagneda
gen te zijn gedaald met niet minder dan
841 of ruim 42 pCt. en het aantal „man
dagen" der losse arbeiders met ruim 627000
of pi.m. 401-!: pCt. Niet alleen was het aan
tal fabrieken die een campagne maakten. 3
minder dan verleden jaar, doch ook duurde
de campagne in alle fabrieken thans kor
ter, in sommigen zelfs aanzienlijk korter.
Zij eindigde n.l. algemeen vroeger (zoo goed
als' overal in den loop van Decemberl dan
verleden jaar (op maar weinig uitzonderin
gen na in Januari). Ook begon zij in bijna
alle fabrieken later (en wel overwegend nè
den lien October, in sommige coöperatieve
fabrieken echter reeds in de eerste week
dier maand of eind Scptemberl dan in 1921.
toen in het overgrop.te deel der fabrieken
reeds vóór den 8en October was aangevap-
duur slechts 64 dagen tegen 95 in het vorige
jaar.
DE LOONSVERLAGING BIJ DE
TRAMWEGEN.
De loonsverlaging is ook bij de Tramwe
gen niet van de lucht. Er zijn zeer weinig
of bijna geen tramwegondernemingen, waar
het personeel onder den een of anderen
vorm in het laatste half jaar geen vermin
dering van inkomsten heeft gehad.
Over het algemeen gold het, dat de slechte
financieele toestand dier tramwegmaat-
schappi*' het noodig maakte de uitgaven te
verminderen, daar tengevolge van de alge-
meene malaise de inkomsten snel achteruit
hepen en dus naar middelen moest worden
gezocht om zooveel mogelijk het financieel
evenwicht te herstellen.
Niets was dan gemakkelijker en eenvou
diger de loonen met een zeker bedrag
of percentage te verlagen, zonder dat schijn
baar werd rekening gehouden met den toe
stand van het personeel.
Want wij vreezen geen tegenspraak indien
wij beweren, dat de loonen van een groot
deel van het tramwegpersoneel zoo laag zijn
dat verdere verlaging als iets onbillijks moet
worden beschouwd, maar daarmee staan de
zelfde goede bedoelingen niet vast van alle
aangesloten directies!
Men houde ons deze restrictie ten goede,
want ook wij hebben de verschillende tram-
direciies leeren kennen en niet van alle
kan worden gezegd, dat zij steeds een open
hart voor haar personeel hebben.
En het zullen juist deze directies zijn, die
toch al lage loonen betalen, die ook nu weer
van de geboden gelegenheid zullen gebruik
maken, niettegenstaande zij weinig of geen
concurrentie van autobussen hebben te
duchten en de financieele positie van haar
maatschappij nog niet zoo slecht is.
Maar al zouden alle directies inderdaad
uitvoering geven aan de bedoelingen van het
bestuur harer vereeniging, dan nog kunnen
wij die loonsverlaging niet aanvaarden.
Men zal toch niet willen ontkennen, dat
ook de tramwegman recht op een mensch-
waardig bestaan heeft.
En zou men willen beweren, dat met loo
nen van 18, 19 of 20 per week in
dezen tijd met hooge belastingen en dure
huishuren en weinig verlaagden levensstan
daard, de tramman een menschwaardig be
staan beeft?
En moeten deze loonen dan nog worden
verlaagd, en moet de tramman zich nog maar
meer gaan bekrimpen?
De loonen welke in de meeste trambedrij
ven betaald worden zijn reeds, gezien den
langen diensttijd, beneden elk redelijk peil!
Een verdere verlaging van dit reeds scha
mele loon is onaanvaarbaar.
„Het Rechte Spoor.
EEN GOED VOORBEELD,
Het Gemeentebestuur van Maastricht
heeft zich tot de werkgevers ter plaatse
gewend met het verzoek, zooveel mogelijk
werkloozen te plaatsen, omdat de werk
loosheid zeer omvangrijk is en de gemeente
buitengewoon' hooge uitgaven heeft te doen
ten behoeve van de werkverschaffing
(grin(graven).
Men dient te Maastricht in het oog te
houden, dat men de kosten der werkver
schaffing, waarmee gemoeid gaat pi.m. een
vijfde van de totale opbrengst van de plaat
selijke inkomstenbelasting, op het belas
tingbiljet terugziet.
Tijdschr. Werk!. R.
DE NIEUWE MISSIEKALENDER VAN DEN
PRIESTERMISS1EBOND.
De Priestermissicbond in Nederland schrijft
ons het volgende:
Voor de vierde keer verschijnt de missie-
kunstkalender, en men zal onomwonden
kunnen getuigen dat de uitgave in stijgende
lijn is: het is een kunslkalender van bizon
der artistieken smaak en van volmaakt tech
nische bekwaamheid getuigenis gevend. Wat
't laatste aangaat: de firma „Ars Catholica"
(Joh, van Lith) heeft er 'n knap stuk werk
in geleverd, zoodat het meer-kleuren-koper-
diepdruk-procédé hier alle voordeel en zijn
bizondere geschiktheid voor deze reproduc
tie duidelijk doet kennen. Artistiek geven de
gravures blijk van een verheven opvatting
van de weergegeven onderwerpen en van de
heel bizondere vaardigheid, fijne smaak, ge
voel voor kleur en lijn, van den ontwerper,
den kunstschilder Gerhard Jansen.
Men heeft den kunstenaar een zestal op de
missiën betrekking hebbende opschriften
voorgelegd, waarnaar hij zijn onderwerpen
heeft gekozen met verrassende bekwaamheid.
De drie eerste spreuken werden indertijd
bekroond bij de in dit voorjaar gehouden
prijsvraag. De eerste luidt: Christus, ons
voorbeeld, slichtte de Kerk voor alle volke
ren. Wij zijn navolgers, moeten alle volke
ren tot de Kerk brengen. De gravure stel!
ons de allereerste kennismaking voor van
den mensch en den koning der openbaring
Jezus Christus. God deed voor de Bcthle-
hemsche herders en de Oosterschc wijzen
het licht der openbaring opgaan, toen zij
Christus den Verlosser der wereld met
eigen oog mochten aanschouwen. De kerk
(Ecclesia) heeft de taak ontvangen om in
den vervolge voor alle volken den sluier
op te heffen, om die in duisternis dwalen,
been te wijzen naar den God-mensch en hen
over de woelige wateren der levenszee te
voeren naar de veilige haven van het He-
melsch Jeruzalem. Het tweede blad draagt
het opschrift: „De oogst is groot, doch de
werklieden zijn er weinig: vraag derhalve
den Heer van den oogst, dat Hij in zijn oogst
werklieden zende". (Matth. IX-37-38). Fn
de gravure „Zielevangst" stelt ons een mis-
sioncerenden priester voor, alles ten offer
brengend en niets vreezend, terwijl hij 't oog
op Christus' Kruis gevestigd houdend, steeds
geleid wordt door Engelen van Geloof en
en Hoop. Het derde blad heeft in beeld ge
bracht het geluk voor die hcidensche
vrouw, die op den Berg Gods bet verbond
mocht sluiten met het H. Geloof, die ont
vangen mocht de palm van overwinning en
vrede en die zich nu bevindt bij de bron,
waaruit ontspringen de levende wateren van
Gods genaden. Zoo wachten nog zoovele
volkeren uit Noord en Zuid dien vrede van
Christus. Ongetwijfeld maakt deze zinnc-
rijke allegorie een ireffenden indruk. Het Ge
loof en dc Hcidensche vrouw geven elkaar
den vredegroet in het volle licht, dat uitgaat
van het kruis van Christus, dat den vrede
op aarde is komen brengen. En als we, ter
zijde in de duisternissen gezeten, de volkeren
uit 't rotsige zonneland der leeuwen en de
Eskimo's uit de ijsbedektc regionen der
poolstreken beschouwen, dan komt hier
Vondcl's vers zoo passend in den zin: „Ver
zamel uwe kudde uit Oost en West bijeen."
De vrede van Christus wordt hier als de
boodschop der zending uitgebeeld en dien
vrede van Christus brengen ibeteekent: zie
len redden. Het onderschrift (genomen uit
St. Augustinus) luidt daarom zoo beteekenis-
vol: Als gij één ziel gegeven hebt, dan hebt
gij uw eigen ziel zalig gemaakt.
Het vierde blad spreekt eveneens tersjond
heel duidelijk. Bij het onderschrift: i Zij
blank of bruin, 't zij geel r,i rood, voor God
is elke ziel toch even gro<1 heeft de teeke
naar ons de missievolkcrcn verbeeld in die
twee koppen van een neger en een roodhuid,
die, ofschoon levend in het land van de
stralende zon, toch niet getrokken worden
door de Zon der gerechtigheid, t Licht
echter gaat voor hen op; bet symbool van
l Christus krijgt beteekenis voor hen: lie
eeuwige licht verlichte hen: ZOO is voor hen
onze bede tot God. Van geheel bizondere
opvatting is het volgende blad. Tegen een
achtergrond van tropisch groen, zit in hur
kende houding, doch met een van verlangen
oprijzende beweging, een inlander. De enge
len, door God gezonden, roepen ook den
inlander tot al de waardigheden in Gods'
Kerk. Eerst het schild des geloofs van den
catechist, den stool van het priesterschap,
den staf der bisschoppelijke, ja zelfs den
sleutel der Pauselijke waardigheid kan hem
gegeven worden. Zoo zijn het niet dus de
goddelijke deugden van Geloof, Hoop en
Liefde alleen, die aan de Heidenen geschon
ken worden, doch zij kunnen ook de roeping
krijgen om Gods' Kerk te verbreiden door
het ambt van herder, priester en leeraar.
Het opschrift luidt: De handen gevouwen,
geofferd ons goud en God si" at zijn zonen
lot helden. Zoo bekend en beteekenisvol
is het gezegde: Een priester gaat hooit al
leen ten hemel! Zorgt dus voor priesters,
dan zorgt gij voor zielen. De priester-her
der schrijdt, rustend op den kruisstaf, het
lam op den arm en te rnidder. van een on
telbare kudde het stralende licht van den
hemel tegemoet. Statig schrijdt zijn rechte,
krachtige figuur het lichtende kruis tegen,
terwijl de engelen met diep ontzag hem
beschouwen en met hun vleugelen de poort
vormen, waardoor hij opgaat om zijn arbeid
te leggen voor den troon van het Lam.
Tot zoover de verklaring en bespreking
der smaakvolle teekeningen.
Een korte verklaring trouwens zal of
schoon de beelden duidelijk voor zich zelf
spreken ten overvloede aan de achterzijde
van den kalender worden afgedrukt.
Ongetwijfeld is deze kunstkaier.der, bij al!"-
waardeering voor wat tot dusverre bereikt
werd, in hooge mate aantrekkelijk, beteeke-
nisrijk en artistiek. Een sieraad voor het
huis, een genot voor den geest
Gelijk telken jare wordt deze kunstkalen
der a 1.door zelatrices v.-.n de missle-
genoolschaopen weer verspreid. En het lijdt
geen twijfel of „Ars Catholica" krijgt stroo
men van bestellingen. De betalingen geschie
den bij kapelaan A. de Wit, Sint Walburgs
plein 1, Arnhem. De plaatselijke missiever-
eenigingen, door de geestelijkheid goedge
keurd, mogen 10 pet. van den opbrengst
voor hun vereeniging aftrekken. De overige
baten komen ten goede aan den Priester-
missiebond. De zelatrices en zij, die voor de
verspreiding van deze kalender willen wer
ken, kunnen prospecti bekomen waarin de
afbeeldingen der zes gravures voorkomen.
Men kan dus nu aan den slag gaan En
de vierde keer, dat onze kalender verschijnt,
zal ook de afzet alle vorige overtreffen!
EEN VINDING OP HET GEBIED DER
DRAADLOOZE TELEFONIE.
Volgens het Deensch electrotechnisch
tijdschrift heeft een Deensch technicus,
Arnold Christensen, een nieuw systeem van
zenden en ontvangen voor draadlooze tele
fonie uitgevonden. Zijn proeven, genomen
over een afstand van vijftig kilometer moeten
zeer goed geslaagd zijn.'
Populair uitgedrukt, schijnt het principe
van de uitvinding te zijn, dat de zender een
duplcx-inrichting is en dat een deel van het
gesproken woord door een buis aan een
microphoon wordt overgebracht, maar in een
veel langzamer tempo dan het deel dat recht
streeks door de micrcphoon gaat. Het ont
vangtoestel is voorzien van een inrichting
die het eene deel van het geluid versnelt en
het andere deel vertraagt, zoodat het geheel
weer bijeen wordt gebracht, wanneer het ge
luid tot het oor doordringt.
De bedoeling van de uitvinding is, mee
luisteren te voorkomen.
WAARDEVOLLE SCHILDERIJEN GE
RESTAUREERD.
Eenigen tijd geleden, meldden wij, dat dc
hoogeerw. heer mgr. L. N. Ie Bron de v'exe-
la, deken te Roermond, in de kathedraal aldaar
eenige opgevouwen lappen linnen had ontdekt
die voor oud vuil in den toren van de kathe
draal lagen. Deze lappen, die bij onderzoek
een tiental geheel vervuilde schilderijen ble
ken te zijn, werden ter restauratie toegezon
den aan den restaurateur Van Bohemcn te
's Gravcnhage. Vier dezer schilderijen zijn
thans gerestaureerd en bevinden zich weer
in de kathedaal waar zij opnieuw een plaats
sullen krijgen, zooals zij verdienen, om als van
ouds tot de fraaiste sieraden van het gebouw
te kunnen worden gerekend. De schilderijen
bleken werken te zijn van den Vlaamschen
schilder H, J/Leemans, en dragen het jaartal
1769.
R.-K, VACANTIELEERGANG IN
PAEDAGOGIEK.
Het uitvoerig program is verschenen. Naar
stellingen en sprekers te oordceleu belooft
deze week allerinteressantst te worden.
Dc meest moderne cn hoogst actueêle pro
blemen der opvoedkunde worden behandeld
door meesters in het vak.
Wat 'n zegen kan deze tweede paedago-
gische week worden voor Kerk en samen
leving, als de goede God hun bewerkers en
hun opzet Zijn genaden niet onthoudt.
Ik mag van de hooggeprezen gastvrijheid
der pers niet te veel vragen. Enkel langs de
zen weg nog opmerkzaam maken op een
der sprekers, met ziin kostelijk onderwerp in
stellingen breed uitgewerkt; W. v. d. Hengel,
die spreken zal over Godsdienst en Bijbelon-
rferwijs. Als men nti Weet welke plaats hier
aan toekomt in de nlgemeene opvoeding, heeft
men daarin ook een maatstaf tot waardee
ring van het gewicht dezer lessen.
Mogen daarom velen, die den heelen
cursus niet kunnen volgen, tenminste op
31 Juli twee uur aanwezig zijn in de za
len van Jong-Brabant in Den Bosch, pries
ters en leeken, die in dc opvoeding onzer
kinderen bering stellen.
Eenigst kindje.
Hij.
Zij. j
't Kind.
TooneelNette huiskamer.
Hij leest krant en drinkt 'n glaasje.
Zij dekt de tafel voor 't diner.
't Kind speelt met de blokken.
Zij. Wat is ie nou lief, hè?
Hij. Ja. (leest).
Zij. Schattig. De heele middag geen last
in 'm gehad.
Hij. (leest.)
Zij. En hij heb zelf al zoo lief gezegd, dat ie
ip z'n potje moest.
Hij. Zoo? Leuk.... (leest.)
Zij. Ja, hoor.... twee keer vandaag.
Hij. (leest.)
Zij. Als je zoo'n schat van 'n kind nou es
rerloor, hè
Hij. Zou natuurlijk ontzettend zijn....
(leest.)
Zij. Hè., 'k mag 'r niet Sn denken..
Vreeselijk, zoo iets. En 'n kleinigheidje is
toch maar voldoende, hè
Hij. Ja.... (leest.)
Zij. 'n Tochie.. of 'n ongelukkie waar je
niet voor kan zijn. Brrrr.*k zie 't al.zoo'n
kind onder 'n auto of paard. Kijk ie nou es
'eikker lachen.. Dag Pimpie.. dag schatje..
Z t je zoo lief te spelen met je blokkies
't Kind. Bokkies.bouwe.
Zij. Ja, hoor., ga jij maar bouwen met je
blokkies.. Ach, gus, kijk 'm toch weer es
lief lachen.Toe, man, kijk dan es Hij lacht
tegen jou
Hij. Dag lekkertje Dag Pimpie (leest.)
't Kind. Pappie bouwe Pappie bou-we..
Hij. Nee, liefiepappie moet nou even
de krant lezen. En direct gaan we eten.
't Kind. (dreinerig) Pappie bou-wèèèè..
Hij. Straks, kindje.
't Kind (huilend) Pa-hap-pie bou-hou-
Zij. Toe, zet nou es 'n paar blokkies op
elkaar voor 'm
Hij. Ach.... mot 'k nou.. Dat eene
kwartiertje dat 'k even m'n krantje kan le
zen. Vanavond moet 'k weer naar 't kantoor
tot 'n uur of half-tien.. (leest.)
Zij. Zóó druk? (kind huilt harder).
Hij. (kriegel.) Ja, zóó druk 1
Zij. Nou, grauw maar niet.hoor dat kind
nou es huilen d'r om.Toe.twee minuutjes
ga ik in die tijd de soep halen.
't Kind. blerrendPappie bou-hou-hou-
wèèèèè.
Zij. Ja, hoor schat., pappie komt al.,
zoet maar.
Hij. (zucht, legt krant weg en gaat bij 't
kind blokjes stapelen). Je moet 't zelf weten,
Lies., maar als we direct gaan eten deugt
't niet.dan wil ie hebben, dat ik door blijf
bouwen.
Zij. Nee., hij is zoet., als we gaan eten
eet ie lief mee., hè Pimpie?
't Kind. Jaaa....
(Hij stapelt geduldig blokjes, 't ;ind kraait
van plezier. Zij gaat de kamer uit om soep.
Komt even later er mee terug.)
Zij. Nou gaan we eten.
't Kind, (dreinerig). Nee, bouwe!
Hij. Nou, wat heb ik je gezegd
ZijHij komt wel lief eten, hè Pimpie
't Kind, (huilend) Nééééé, bouwe.bou-
ou-ou-wééééé.
Hij. (gaat aan tafel.) Knap jij 't nou zelf
maar op'k Heb je gewaarschuwd.
Zij. (neemt 't kind op en zet 't aan tafel
op 't hooge stoeltje.) Nou zoet eten Pimpie
strakkies gaan we 'n heele hooge toren bou
wen.
'tKind (krijschend) Nee., néé.... nou
bouwenou bou-ou-we 1
Zij. Maar je moet toch eten, me leveling?
't Kind. (Trappend en armpjes wiekend).
Nee..néééééé.Pimpie lust niet....
Bou-ou-we
Hij, (wacht op de soep, begint vast aan z'n
snor te knabbelen.)
't Kind. (brullend.) Bou-ou-ou-wèèèèè 1
Hij, (kwaad.) Stil of je gaat in de kast
Lies schep de soep op en bemoei je niet meer
met 'm....
Zij- Ja, maar....
Hij. Doe nou asje-Wie/t wat ik je vraag.,
zóó eten we in geen uur 1
Zij. (schept zuchtend soep.)
't Kind. (stikt bijna van 't schreeuwen en
smijt 'n bord op den grond aan scherven.)
Hij. (staat woedend op neemt het kind en
stopt het in de hangkast.) Ziezoo.... nou
gaan wij eerst es rustig eten.
Hij. (eet.)
Zij. (zucht en eet niet.)
't Kind. (loeit in de kast en schopt tegen de
deur.)
Zij. Noem jij dat rustig eten?
Hij. Ja., als je maar net doet of je niks
hoort, (lepelt soep.)
(Stilte in de kamerrevolutie in de kast.)
Zij. 't Kind kan er wel wat van krijgen.
Hij schreeuwt z'n eigen 'n breuk.
Hij. Niks minder? Zal wel losloopen.
'n Onhandelbaar kind moet gestraft worden.
Jij verwsnt 'm.
Zij. En jij ultm. f'! kiea (ze begint te sn -
ken.)
Hij. Hè
Zij. (huilend.) Ja Ja Is dat 'n manier?
Ik had 'm wel zoet gekregen.
Hij. Door 'm z'n zin te geven.
Zij. Hoor nou zoo'n schaap es angaan
En daar mot je als moeder bij zitten. Dat jij
nou je misselijke humeur op dat wurm
wreekt
Hij. Hè Wat Lies, zóó heb je nog
geen één keer gesproken.
Zij. En jij hebt nog geen een keer zóó je
eenigst kind gemarteld. En je vrouw óók 1
Of voel je niet, dat ik 'r net zoo goed onder
lij
Hij. Daar mot je overhéén in zoo'n geval.
Je mag de roede niet sparen. En ik sla 'm nog
niet eens.
Zij. Nee, je Iaat 'm liever stikken of 'n
ongeluk schreeuwen. Ik haal 'm er uit
Hij. Lies, ik waarschuw je 1
Zij. Hoor je dan niet, dat ie al zoowat van
'an zeiven gaat?
Hij. Nee, 'k hoor d'r niks van.
Zij. (huilt in haar handen.) O 1 O O O
(Hij neemt tweede bord soep. Zij blijft
huilen't Kind wordt stil.)
Zij. (opvliegend.) O, God., hij geeft geen
geluid meer
Hij. (ongerust.) Nou.hm.wat zou dat?
(vergeet te eten.)
Zij. Wou je nou nóg., nóg..
Hij. Nou.doe de deur dan maar es open.
Zij. Als 't nog niet te laat is.
(Zij opent de kast. 't Kind zit slaperig op
z'n duim te sabbelen.)
Hij. (heimelijke zucht van ontlasting.) Net
wat 'k dacht.
Zij. (tot kind.) Pimpie nou zoet eten, ja
't Kind. (snik-schokjes.) Ja....
Zij. Mooi, dan is Pimpie weer zoet. (Ze
zet hem in 't stoeltje en geeft hem klein bordje
met soep, plus lepeltje.) Zoo., lekker soepie,
hè? Proef maar es..
't Kind. (slaat 't lepeltje weg) Néé....
ZU. Wat nou
't 'Kind. Lus niet..
Zij. Wat? Toe, kindje., moet mammie
nou boos worden
Hij. (gistend.) Wil ik soms aardappelen,
vleesch en groente uit de keuken halen?
Zij. Ach, wacht nou effies't Kind mot
toch ook eten
Hij. En hij lust niet.
Zij. Ja, hij lust wel, hè Pimpie
't Kind. Néééé.. (wijst naar mosterd
potje.) Pimpie van dat 1
Zij. Van dat Maar, lieveling, dat is vies.
dat is bah.dat blief je toch niet.
't Kind. (jankend.) Pimpie van dat 11
Hij. Wacht., dan de kast maar weer open.
('I Kind begint erbarmelijk te schreeuwen.)
Zij. Ach. lieve hemel, nou maak jij 'm
weer an de gang., nou begint 't opnieuw.
Hij. Krijg 'k nog eten, of niet
Zij. Dus 't kind honger laten lijen.. Da's
heel makkelijk gezegd als je zelf je maag
volstompt met eten.
't Kind. (huilt harder) Pimpie van dattèèè 1
Hij. Geef 't 'm dan., dan proeft ie wat
't is.. (Hij geeft 't kind 't mosterdpotje.)
Hierzoohaal je hart op an de mosterdpot.
't Kind. (kijkt .in 't mosterdpotje geeft 't
terug.) Eerst pappie.
Hij. Hè? Ik eerst mosterd eten?
't Kind. (zeurig.) Jiiéd....
Hij. Dank je wel.
('t Kind begint weer te gieren.)
Zij. Ach, ach, wat 'n toestand.. Had 'm
ook niet in die kast gestopt. De stakkerd
is héélemaal van streek.. Kijk ie es zenuw'
achtig huilen. Dat is geen gewone huil.
da's n zenuw-huil..
't Kind. (snotter-blerrend). Eerst pappie
etenvan datte
Zij. Toe., neem 'n klein tikkiemosterd.
da's toch zoo erg niet Om 't kind tot be
daren te brengen.
Hij. Nou.in Godsnaam. Maar ik zeg je
je bederft 'm. (Hij neemt 'n tikje mosterd op
de tong slikt de tranen rollen over z'n wan
gen.)
ZijZie je, Pimpie Nou heb pappie eerst
'r van gegeten. Nou Pimpie Of maar liever
niet
't Kind. Jaóaaa.
't Kind krijgt 't mosterdpotje geeft het
weer terug.)
Zij: Néé, hè? Liever soepie?
('tKind. (houdt 't mosterdpotje in de richting
van z'n vader.) Pappie., heeleméal op-ete..
ZijNee, dat gaat niet.. Nou niet meer
zeuren, PimpiePappie kan dat heele potje
mosterd niet opeten.
't Kind. (trappend en grienend). Pap-pie..
hee. .Ie. .mail op-ete!!!
Hij (staat woest op). Als je nou niet direct
stil bent ga je de kelder indaar heb je de
ruimte 1
't Kind. (idem.) Pappie., heele-maal op.,
('t Slaat wild in de soep, die over *t tafellaken
sproeit.)
Hij. (grijpt 't kind, brengt het naar de
kelder. Komt terug. Zij zit te huilen.) O.,
natuurlijk weer niet naar je zin, hè? Gaan
we eten Ik moet over tien'fminuten weg.
Zij. (snottert.) Zou 't nou zoo heel erg voor
je geweest zijn?
Hij. Wat
Zij. Als je dat heele mosterdpotje had leejp-
gegeten
Hij. (staat paf. Ploft moedeloos in z n stoel.)
DOEK.
N.G.
(Nadruk verboden).