TSTE NIEUWS
DE BURGEMEESTERS-VACATURE TE
ROTTERDAM.
SE8E8SB NIEUWS.
ONDEUGDELIJKE PANNEKOEKEN.
HARKTNIEUWS.
- ÏL"
1SRAAOLOOZC
TELEFOON
- "H"*
"h;y
IHtEZOHDEH.
DUITSCHE PASSENCONTROLE.
Het Hbld. verneemt, dat binnenkort te
Zevenaar een Duitsche passencontróle wordt
gevestigd. Het stationsgebouw ondergaat
daarvoor reeds verbouwing.
CENTRAAL HULDIGINGS-COMITE.
Gemeld wordt:
Heden vergadert te Utrecht het Centraal
Huldigings-Comité voor de Nationale Betoo
ging op 6 September a.s. te Amsterdam,
met afgevaardigden van de 13 Sub-Comité's
en de groote Landelijke Organisaties uit het
geheele land.
Op de vergadering zullen de laatste pun
ten van de organisatie worden besproken
en vastgelegd.
Reeds nu kan worden medegedeeld, dat
het slagen dezer Betooging volledig is ver
zekerd.
Het lang uitblijven van de burgemeesters
benoeming schijnt uitsluitend zijn oorzaak te
vinden, in de groote moeilijkheid een ge
schikt candidaat te vinden, dan wel een zoo
danig persoon bereid te vinden tot aan
vaarding van het ambt.
Het burgemeesterschap van Rotterdam
stelt uit bestuurs- zoowel als representatief
oogpunt geen geringe eischen. Iemand, die
als opvolger den heer Zimmerman niet wil
afvallen, zal heel wat in zijn mars moeten
hebben. Het kan zijn, dat die wetenschap
bij hen, die gevraagd zijn of heeten, de
schaal naar de weigering heeft doen over
slaan.
Maar, zoo vraagt het Weekblad van
Rotterdam, zou het ook kunnen zijn, dat zij,
die uitgenomen werden, geen lust hebben
min of meer winstgevende functies op te ge
ven voor het burgemeesterschap, dat hoe
mooi ook op zich zelf, toch tenslotte maar
zeer bedroevend wordt gehonoreerd.
Zeker, zoo vervolgt het blad, wij hebben
den tijd nog mee gemaakt dat de burgemees
ter van Rotterdam zich als jaarwedde de
som van 800 zag toebedeeld. Daargelaten
dat het toen van financieel standpunt be
zien een geheel andere tijd was dan de te
genwoordige, was ook toen het karakter van
bet ambt van het burgemeesterschap
eener groote stad echter een werk-
ambt van de eerste orde geworden en
bij die alle eischen benadert, die men aan
de vervulling kan stellen, moet zich wel als
magistraat geboren achten en daarvoor roe
ping hebben, als hij niet de voorkeur geeft
aan een particuliere functie die hem een
belooning in uitzicht stelt aan zijn capaciteit
geëvenredigd.
18.000 is ais salaris voor het hoofd der
gemeente eigenlijk een aalmoes, zoo de
betrokkene zelf niet met aardsche goederen
is gezegend. Het valt in het niet bij de inko
mens, genoten door hen, die in 't dagelijksch
leven tot den „kring" van den burgemeester
moeten worden gerekend en die misschien
maandelijks toucheeren hetgeen de burge-
gemeester in een jaar het zijne kan noemen.
Dft ia zeker geen onbeteekenende factor en
de mogelijkheid bestaat, dat de overweging
daarvan al weder heeft bijgedragen tot de
ontvangen weigeringen. Het kan zijn, zeggen
wij, want zekerheid bestaat er te dien aan
zien niet. Maar is het niet onjuist dan zou
het van de regeering zeker overweging ver
dienen althans deze moeilijkheid uit den
weg te ruimen hetzij in den vorm eener
hoogere jaarwedde, hetzij door hef toestaan
van' een belangrijk bedrag voor representa
tiekosten. Als men nagaat wat alleen aan
belasting reeds van de burgemeesterswedde
afgaat, dan zal men moeten toegeven, dat
er een belooning overblijft die niet door den
beugel kan, in aanmerking genomen al wat
merr met meerder of minder recht van den
burgemeester mag verwachten.
Wij meenden dit eens in het midden te
moeten brengen, omdat wij in hoogere mate
den indruk hebben, dat ook de financieele
zijde van het vraagstuk ten deze niet zon
der beteekenis is gebleven.
NAT, HANZEBOND VAN SIGAREN
WINKELIERS.
- 1 ««Wr.tr
Deze week hield de Nat. Hanzebond van
Sigarenwinkeliers onder voorzitterschap van
den heer P. J. Hol uit Utrecht in het Geb. v.
K. en W. aldaar zijn vijfde jaarvergadering.
Vertegenwoordigd waren alle afdeelingen,
terwijl ook enkele verspreide leden deze
tweedaagsche vergadering bijwoonden.
Na een kort welkomstwoord door den
heer W. Hol namens de afd. Utrecht, hield
de voorzitter de openingsrede, waarin hij
een korten terugblik wierp op de historie
van den Bond sinds de oprichting in 1918.
De heer Van Zijp bood ter gelegenheid
van het eerste lustrum van den Bond namens
de afd. Rotterdam een bloemstuk aan den
voorzitter aan.
Onder de ingekomen stukken was een
schrijven van den heer J. G. Heijnen uit
Roermond houdende mededeeling van zijn
ontslagname als lid van het hoofdbestuur.
Besloten werd hem eene telegrafische betui
ging van dank te zenden voor de ijvervolle
diensten als hoofdbestuurslid aan den Bond
bewezen.
Voorts waren ingekomen een felicitatie-
schrijven van den Ned. Bond van Sigaren
winkeliers en telegrafische en schriftelijke
gelukwenschen van enkele sigarenfabrikan
ten.
Hef jaarverslag van den secretaris, den
heer P. J, M. Luyke uit Rotterdam, welk
verslag van een opgewekt Bondsleven ge
tuigde, werd onder dankzegging goedge
keurd.
olgens het financieel verslag van den
penningmeester, den heer Joh. Lathouwers
uit Tiel, bedroegen de ontvangsten en uit
gaven 1473.77. Het verslag inzake de ex
ploitatie van het orgaan „Ons Dekblad"
wees een voordeelig saldo aan van
1639.01a; de ontvangsten bedroegen i8745.
Op voorstel van de verificatie-commissie
werd de penningmeester van zijn beheer
over het afgeloopen boekjaar ontheven.
De contributie werd wederom vastgesteld
op een bedrag van 6 per lid en per jaar.
Uitvoerig werd gediscussieerd over een
voorstel-Utrecht tot aanstelling van een
Bondspropagandist.
Het voorstel door het H. B. voorloopig
om financieele redenen ontraden werd ten
slotte teruggenomen.
De begrooting van het orgaan „Ons Dek
blad" werd vastgesteld met een eindbedrag
van 6616.
Het verslag van den administrateur van
„Ons Dekblad" den heer N. Velthuyse uit
Amsterdam, werd goedgekeurd.
De heer J. G. Erftemijer, lid van het H. B.
en lid van den Gemeenteraad van Amster
dam, hield vervolgens eene korte doch inte
ressante inleiding over „De Tabakswet in de
praktijk," waarin spreker duidelijk deed uit
komen, dat het stelsel dezer wet zoovele
gebreken aankleven, dat het onhoudbaar is,
en zoo spoedig mogelijk door een ander
stelsel (belastingheffing bij de bron) vervan
gen moet worden willen kleinbedrijf' en win-
keliersbedrijf niet ten gronde gaan.
Bij enkele candidaatstelling, werd in de
vacature-Heynen, tot lid van het hoofdbe
stuur gekozen de heer Förster uit Zwolle.
Inzake de actie tegen het prijsbederf werd
na uitvoerige discussies besloten ten deze
niet meer met andere organisaties samen te
werken, en den leden te adviseeren zelf zoo
min mogelijk resp. in 't geheel niet te
knoeien.
Een kort propagandistisch woord werd ge
sproken door den heer Brabander, directeur
van het Centraal Hanzebureau te Utrecht.
Bij de rondvraag kwam o.m. ter sprake de
houding der R. K. Kamerfractie inzake de
Tabakswetgeving. Deze houding werd door
verschillende afgevaardigden scherp becriti-
seerd.
Tijdens het Bondsdiner den avond van den
eersten dag bij Figi te Zeist gehouden, werd
den voorzitter als blijk van hulde door den
heer Nijenhuis namens de afd. Utrecht een
fraaie voorzittershamer aangeboden.
BOOM- OF PLANTRECHT.
Door het bestuur van de Vereeniging
„Het Grondbezit" te 's Hage, is een adres
gericht aan 't College van Ged. Staten in de
onderscheidene provincies, waarin het vol
gende wordt te kennen gegeven.
„In meerdere gemeenten is men er, in den
laatsten tijd, toe overgegaan om een z.g.
boom- of plantrecht te heffen, tengevolge
waarvan een jaarlijksche belasting komt te
liggen op iederen knot- of opgaanden boom,
die krachtens onze poot- en plantrechten,
langs de openbare wegen, en zelfs wel op
'bezittingen dier gemeenten is geplant, door
de bijzondere personen, welke houders zijn
van die oude rechten.
Voor de betrekkelijke gemeenten kan die
jaarlijksche belasting niet heel veel inbren
gen, hetgeen gemakkelijk is in te zien als
men, in ieder bijzonder geval, eens narekent,
hoeveel boomen er moeten zijn voor iedere
100, totale bruto-opbrengst der belasting,
terwijl de intringskosten e.d. meestal zeer
hoog zijn.
Voor den getroffene echter is, als regel, de
belasting naar verhouding van de producti
viteit van het pootrecht in kwestie, buiten
gewoon zwaar. Immers, hij moet het jaar
lijksche bedrag der belasting kapitaliseeren
en in mindering brengen van de boomwaarde
op stam.
Het is dan ook niet te verwonderen, als
als men verneemt, dat deze nieuwere be
lastingen heel gemakkelijk aanleiding geven
tot het niet meer gebruik maken van het
oude pootrecht, ja zelfs tot het omhakken
der bestaande boomen. Niet alleen is dan
echter dit instituut onvruchtbaar, ook voor
de gemeenten, geworden, maar het brengt
tevens tal van nadeelen mede voor onze
klompenindustrie, iucifersfabricage, waar-
denhoutconsumenten, e. d. m., mede, terwijl
hét nog verder nadeel doet aan het landelijk
schoon van vele onzer plattelandsgemeenten
dat aan meerdere dier gemeenten zulk een
eigenaardigheid geeft."
Adr. verzoekt daarom Ged. Staten, hun
invloed te willen aanwenden om die plaatse
lijke belastingen te voorkomen en, waar
reeds tot stand gebracht, te doen intrekken.
ESPERANTO EN DE VOLKENBOND.
Aan het Internationaal Arbeidsbureau van
een Volkenbond is verbonden een afzon
derlijke Esperanto-afdeeling, welke de in-
en uitgaande brieven in deze taal behan
delt. De afdeeling geeft vlugschriften uit,
die door middel van de vertegenwoordigers
-van den Internationalen Esperanto Bond in
de verschillende landen vertaald en ver-
'spreid worden.
DOOD DOOR HITTE EEN ONGEVAL?
De Raad van Arbeid te Middelburg heelt
medegedeeld, in verband met de berichten
omtrent doodsgevallen door de hitte:
Aangezien 1 Mei 1923 de Landbouwonge-
vallenwel' in werking is getreden en alle
landarbeiders onder de bepalingen dezer
wet vallen, is het niet ondienstig te vermel
den, dat, indien het overlijden heeft plaats
gehad gedurende den arbeid, bij het gaan
naar huis of naar het werk, het niet on
waarschijnlijk is, dat dit overlijden als een
ongevalsgebeurtenis zal worden beschouwd,
waardoor o.m. recht op weduwen- en wee-
zenrente kan ontstaan.
Het verdient aanbeveling van elk geval
aangifte te doen, door de landbouwers, aan
gesloten bij een bedrijfsvereeniging; door de
landbouwers, aangesloten bij de Rijksverze
keringsbank, ten kantore der Posterijen van
hun woonplaatsen.
Hetzelfde geldt van arbeiders, die vallen
onder de industrieele Ongevallenwet.
DE OPVOLGER VAN MINISTER
DE GEER.
In het Utr. Dbl. stond het volgende be
richt:
Zijn wij wel ingelicht dan zou rnr. Kolk
man, de oud-minister van Financiën ge
noemd worden als opvolger van Minister De
Geer.
Naar aanleiding hiervan heeft het Vad.
zich tot mr. Kolkman gewend met de vraag
of hij dit bericht kon bevestigen. Zijn ant
woord luidde woordelijk: „Wat?? Ik??
Men heeft er mij nooit naar gevraagd. Ik
heb er nooit over gesproken. Het is onzin!"
De Gemeentelijke Geneeskundige Dienst
te Amsterdam heeft een onderzoek inge
steld naar de oorzaak van lichte vergifti
gingsverschijnselen (welke gelukkig geener
lei ernstige gevolgen hebben gehad) bij twee
gezinnen, resp. in de Kuiperstraat en de
Van Ost'adestraat aldaar, die zelf-bereidc
pannekoeken hadden gegeten. De uitslag
van het onderzoek is nog niet bekend. Van
bedorven meel was geen sprake. Na het
bacteriologisch onderzoek neemt de Genees
kundige Dienst thans die proeven; het re
sultaat daarvan kan nog wel eenige weken
op zich laten wachten. Vermoedelijk is een
vreemde stof in het meel terecht gekomen en
heeft deze bij de pannekoek-eters de ge
constateerde brakingen ten gevolge gehad.
LONGONTSTEKING IN 'T WATER.
De 13-jarige A, v. d. Heuvel te Rotter
dam, die Vrijdagavond Iaat met een kame
raad ging zwemmen, zonk 'plotseling. Zijn
kameraad bracht hem op het droge en
slaagde er in, de levensgeesten weer op te
wekken. In het ziekenhuis bleek, dat v. d.
H. in het water getroffen was door een long
ontsteking en dat daaraan te wijten was, dat
hij, ofschoon een uitstekend zwemmer, plot
seling in de diepte verdween.
BRAND IN EEN KOPERSLAGERIJ.
Gevaarlijk soldeerwerk.
Zaterdagmiddag omstreeks één uur was
de koperslager N. H. ten Rauwelaar in zijn
werkplaats Utrechtschedwarsstraat 145 te
Amsterdam bezig filmtrommels, die films in
hielden, dicht te soldeeren. Eensklaps
raakte ten gevolge van de hitte een der
films in brand, waardoor een groote vlam
ontstond. In een oogenblik tijd werden 126
andere films, die eveneens in open trommels
lagen, aangestoken en eenige minuten later
stond de geheele koperslagerij in ibrand.
Langs de binnenplaats bereikten de vlam
men de eerste verdieping en richtten hier,
vooral aan de achterzijde, schade aan. Een
tusschenverdieping en de zolder brandden
geheel uit. Het vuur deed een oogenblik
brand ontstaan aan de achterzijde van per
ceel 143 en van een perceel aan de Prinsen
gracht.
De familie van den eigenaar van het huis,
den schipper Th. Raaphorst, die op de eerste
étage van het kleine perceel woont, moest
hals over kop vluchten. Een zwager van den
schipper, die bij hem inwoont en beide
beenen mist, werd door den knecht van een
pianohandelaar aan den Amstel naar buiten
gedragen.
De brandweer, die met eenige motorspui
ten en den ladderauto uitrukte, wist met
twee stralen op een der spuiten het vuur
spoedig te blusschen.
Van het huisraad is niets verzekerd; het
huis voor 4000.
Naar aanleiding van het gebeurde zij op
gemerkt, dat het soldeeren van filmtrom
mels, zooals hier 't geval was, een overtre
ding der voorschriften is,
DE MOORD TE UBACHSBERG.
Het onderzoek naar den dader.
Te Heerlen was aangehouden zekere W.
uit Nieuwenhagen, verdacht van betrokken
te zijn bij den moord te Uhachsberg. Hij is
weder vrijgelaten, daar de man zijn alibi
heeft kunnen bewijzen. Er hebben thans voor
deze moordzaak -reeds 12 aanhoudingen
plaats gehad, evenwel zonder resultaat. In
venband met het groot aantal misdrijven in
de laatste weken wordt nogmaals de aan
dacht gevestigd op het feit, dat grenspassen
al te gemakkelijk te krijgen zijn. Het over
schrijden van de grens is voor onze naburen
niet moeilijk. Het geschiedt zelfs zonder
papieren, 't Is dus geen wonder, dat er zoo
veel verdachte individuen in Zuid-Limburg
rondzwerven.
DOOR DEN TREIN AANGEREDEN.
Men schrijft ons uit St. Pancras:
Zaterdagmiddag geraakte een der werk
lieden van den heer G. bij wachtpost 36, die
tot onbewaakten overweg is herdoopt, op
het traject Den HelderAlkmaar door de
vurigheid van zijn paard op de spoorbaan en
werd door den van Den Helder komenden
sneltrein van 12.20 gegrepen. Het gespan
werd geheel vernield, terwijl het paard on
gedeerd bleef. De voerman bleek echter
ernstig gekneusd te zijn. Na door een in den
trein aanwezigen geneesheer te zijn verbon
den, werd hij in bewusteloozen toestand naar
zijn woning vervoerd.
de toestand, ook voor de Priesters heel wat
beter geworden. De meeste priesters kunnen
zich thans redden.
Vol dankbaarheid voor het vele goede,
dat Nederlands Katholieken voor zijne
arme priesters hebben gedaan, vroeg Z.E.
Kardinaal Piffl ons, dat we nu op de eerste
plaats de Duitsche Geestelijken zouden hel
pen terwijl Z.Em, zijne zieke, zijn gepen
sioneerde priesters en vooral ook zijne arme
Seminaristen in onze liefde bleef aanbe
velen.
Ons comité, dat, dank de zich nimmer
verloochenende liefdadigheid der Katholie
ken in Nederland, in de afgeloopen jaren
zooveel vermocht te doen tot leniging van
den bitteren nood van zoovele Priesters,
vooral in Oostenrijk en Hongarije, doet thans
nogmaals een beroep op diezelfde liefdadig
heid.
Wij vragen hulp;
1. VoOr de Duitsche Priesters, vooral in
de Diaspora. De nood onder hen is niet te
beschrijven. Kondet gij eens hooren de
kreten om hulp, die bijna dagelijks ons
tegenklinken! We zouden zoo gaarne allen
helpen, maar onze arme kas! Toe helpt ons!
2. Voor de zieke en gepensioneerde Gees
telijken in Oostenrijk en Hongarije.
3. Voor de werkelijk doodarme Semina
risten in de Centrale Landen. Het moet ge
zegd: er behoort heldenmoed toe om met
deze vooruitzichten voor priesters te studee-
ren. Maar God roept Zijn toekomstige
priesters en deze roepstem van God willen
zij volgen, al is de toekomst nog zoo don
ker!
Katholieken van Nederland er moet nog
veel geholpen worden! Aan U er voor te
zorgen, dat wij onze actie kunnen blijven
voortzetten, zoolang er nog Priesters zijn,
die gebrek lijden.
Denkt aan het woord van den Meester:
Zalig de barmhartigen, zij zullen barmhartig
heid verwerven!
Giften voor de Oostenrijksche en Hon-
gaarsche Geestelijken zende men aan on
derstaande adressen. Giften voor de Duit
sche Priesters kan men zenden aan Rector
Gillissen te Heerlen (L.) of aan onderge-
teekenden, die zich meer speciaal belasten
met de hulpverleening aan de priesters in
de Diaspora.
P. C. van Aken, Pastoor Beek bij Nijme
gen, voorzitter; Fr. Werners, Kapelaan te
Nijmegen, Gerard Noodstr. 13; Fr. Hen-
drikxs, Kapelaan te 's-Bosch; A. v. Dijk,
Kapelaan te Eindhoven; Rector P. Hack,
Breda, Hendrikstraat 1; H. J, Kempers,
Kapelaan te Westervoort; Alb. v. Mackelen
bergh, Rector te Tilburg, secretaris-pen
ningmeester, Postcheque en Gironummer
28782.
HOORN, 21 Juli. Aanvoer 9 schram'
men, f 28-f 36 93 biggen f 18-28, 13 scha
pen f 36-50 14 lammeren f f28-31.50 i
paarden f 150-f 400 handel goed.
Utrecht, 21 Juli. Aan de markt alhier wa
ren heden aangevoerd stuks vee. Handel
traag. De prijzen waren als volgt stieren
f 200-290, vaarzen f 200-330, pinken f 100-
170, melkkoien f 240-420, kalfkoeien f 270-
470, vaarskoeien f 200-340, nuchtere kalve
ren f 12-18, magere varkens f 23-50, biggen
f 10-23, magere schapen f 36-48, lammeren
f 23-32.
ALKMAAR, 21 Juli. Boter 0.85, f 0,70.
Aanvoer 3600 kop. Eieren f 6 tot f 6.75,
Eendeneieren f 5. Aanvoer 55000 stuks.
LEIDEN, 21 Juli. prima boerenboter
f 1.65-f 1.75 goede idem f 1.50-f 1.60.
Aangevoerd 106/8, 22/16 vaten, wegende
2340 K.G. Handel flink.
LEIDEN 21 Juli. Totale aanvoer 7135
stuks. De prijzen waren kipeieren f 5.35-
f 6.60 eendcieren f 5.85. f 6.75.Handel vlug
UTRECHT, 21 Juli, Grasboter f 0.90,
kaas f 0.50- f I eieren 6-7 ct.
AMSTERDAM, 21 Juli.Andijker mui-
Zen groot f 3.50 3.85, id. klein f 2.10—2.80.
Langedijker muizen f 3.20 4, Schoolmees
ters f 44.40, Rijpermuizen f 3.30—3.50,
Westlandsche ronden f 6.206.50. Zes la
dingen of 919 Hectoliter.
R. K. Coöp. Tuindersv. Kennemerland.
Veilingnoteering van 20 Juli. Aardbeien per
K.G. 4054, frambozen per K.G, 6065,
kruisbessen per slof 6080, perziken per
stuk 2 A6, doperwten per K. G. 815,
peulen 715, capusijners per K.G. 812,
tuiflboonen per K.G. 58, raspers per K.G.
1218, dikke boonen per kl. kistje 2.803,
aardappelen per K. G. 4'A5, aardappelen
drielingen per K.G. 23, wortelen per bos
1520, rabarber per bos 712, selderie per
bos 58, postelein per ben 1020, kom
kommers per stuk 610, andijvie per kist 50
—95.
v VA88 ONZE
tuis'
lil»*
Voor den inhoud van deze rubriek sfelf
de Redactie zich niet aansprakelijk.
KATHOLIEKEN VAN NEDERLAND,
Hoe staat het met den nood der Priesters
in de Centrale Landen?
God'dank, in Oostenrijk is door den on-
vermoeiden ijver en de onbaatzuchtige actie
van Prelaat Dr. Seipel, daarin krachtig ge
steund door onzen eminenten Zimmermann,
HET ANTWOORD AAN DUITSCHLAND.
Een rede van Hicks.
LONDEN, 22 Juli, Het kabinetslid sir
William Joynson-Hicks, die als financieel
secretaris van de schatkist tijdelijk in het
Lagerhuis de functie vervult van Ministe'r
van Financiën, zoolang deze portefeuille in
handen van den premier blijft, heeft hier
gisteren in het Cristal Palace een redevoe
ring gehouden voor een groote vergadering
vande Primrose League. Hij zeide o
„Gedurende de laatste veertien dagen zijn
eenige kabinetsvergaderingen gehodden met
het doel te trachten op het continent van
Europa een bestendiger toestand te .krij
gen. Vrijdag werd na een langdurigen kabi
netsraad aan onze vrienden en geallieer
den een zeer langoverwogen en zorgvul
dig opgesteld ontwerp van een schrijven ge
zonden, in de hoop, dat wij gemeenschap
pelijk met hen een oplossing kunnen tref
fen, die den vrede in de wereld zal kunnen
verzekeren. Het is wel een droeve gedachte,
dat Europa thans bijna vijf jaar na het einde
van den oorlog nog in een toestand van oor
logsgevaar verkeert. Gij en ik zijn vrien
den van onze vrienden en bondgenooten.-
Gij en ik en de regeering wenschen, dat
onze voormalige vijand zal worden gedwon
gen tot betaling van hetgeen hij kan bet ilen.
Wij wenschen, dat er recht zal worden ge
daan en rechtvaardigheid zal worden be
tracht ten opzichte van de aanspraken van
onze bondgenooten en van ons eigen land,
maar aan den anderen kant moeten en
kunnen wij den toestand niet verg .'.ten,
waarin Europa en de wereld zich thans be
vinden. Wij beseffen, dat de toestand van
den wereldhandel, waarvan niet alleen onze
voorspoed maar zelfs ons bestaan afhangt,
nimmer bevredigend kan worden, alvorens
er in Europa eenige stabiliteit is gekomen.
Spreker deed tenslotte een beroep op de
geallieerden en alle andere landen om te be
denken, dat de wereld op dit oogenblik
bovenal behoefte heeft aan vrede.
Een rede van Poincaré.
LONDEN, 22 Juli. Poincaré hield heden
een redevoering te Villiers Cotterets, ter
gelegenheid van een monumentsonthulling.
Hij liet zich hoegenaamd niet uit over den
inhoud van het Britsche ontwerp-antwoord
en zeide tot de journalisten: „Wij hebben
ons verbonden tot de striktste geheimhou
ding, waartoe ook de regeering te Londen
zich verbond. Indien te Londen een
indiscretie zou worden gepleegd, zouden
wij te Parijs de onderhandelingen verbre
ken, evenals Londen dit zou doen, indien
onzerzijds de discretie werd geschonden.
Poincaré uitte in zijn rede een ernstige
waarschuwing tegen het industrieele gevaar,
dat Buitschland oplevert. Hij bespreekt de
moedwillige verwoestingen door de Duit
sche legers in het Aisne-departement aan
gericht in 1918. In het geheele departement
werd het monsterachtige programma van
economische verwoesting, dat de Duitsche
en waarvan de Fransche regeering de
authentieke bewijzen in handen heeft, op de
meest nauwgezette wijze toegepast, Ge
heele fabrieken, werkplaatsen en spinne
rijen werden ten doode gedoemd. Te St.
Quentin b.v. werden de machinerieën niet
alleen buiten werk gesteld, dóch moedwillig
aan stukken geslagen. Al het mogelijke werd
gedaan om een herleving van deze indus
trie onmogelijk te maken. Duitschland ruï
neerde de geheele industrie, bond haar met
koorden en zeide toen: Ik daag u thans uit,
om deze industrie weer op de been te bren
gen. Ik heb een voorsprong, dien ge niet
spoedig zult inhalen.
Bovendien, zegt Poincaré verder, weigert
Duitschland thans aan zijn verplichtingen te
voldoen, alsof het nimmer eenige schade
had aangericht. De bevolking van het Aisne-
Departement is echter ijverig bezig alles te
herstellen; het richtte coöperatieve maat
schappijen op regelde den arbeid, en beetje
voor beetje vordert het herstel. Dit was
het oogenblik, gekozen door een eminent
staatsman, een voormalig premier van een
geallieerde natie, om den toestand van
Duitschland en Frankrijk te verwarren en te
zeggen, dat het vermakelijk is, dat wij,
Franschen, terwijl wij onze uiterste krachten
aan het herstel wijden, Duitschland verwij
ten, dat het groote uitgaven doet voor zijn
eigen herstel. Wat bedoelde Lloyd George
daarmede? Wanneer Duitschland zich her
stelt, zijn spoorwegen uitbreidt, nieuwe
kanalen graaft, herstelt het dan soms de oor
logsschade. En hoe worden de gelden daar
toe verkregen? Worden die gelden niet feite
lijk aan onze aanspraken onthouden? Lloyd
George mag dit vermakelijk noemen, voor
Frankrijk is het diép treurig en onduldbaar.
Duitschland- heeft het er moedwillig op
toegelegd, de industriegewesten voor
langen tijd te verlammen. Het maakte een
lijst op van de grondstoffen en fabriekswa
ren, die aan de binnengevallen departemen
ten zouden worden ontvoerd, zooals; hout,
rubber, chemische artikelen, ijzerwaren, me
talen, hoogovens, koperen machine-onder-
deelen en op die lijst werd daaraan met
vreugde het volgende toegevoegd: Deze oor
logsbeschadiging zal een duurzame uitwer
king hebben en niet alleen hfet crediet van
de betrokken ondernemingen schaden, doch
het eveneens twijfelachtig maken, of deze
ondernemingen zich ooit weer zullen kunnen
herstellen. De oorlogsschade, door de Fran
sche ijzer-industrie geleden, heeft het econo
mische leven van Frankrijk te zeer geschokt,
dan dat dit zich weer gemakkelijk zoude
herstellen. (Bedenkt wel, zegt Poincaré, dat
dit geschreven werd in 1916, toen de ver
woestingen nog slechts voor een klein ge
deelte waren ten uitvoer gebracht). De lijst
gaat echter voort: De oorlogsschade, gele
den door de textiel-industrie, zoowel door
de spinnerijen van gekamde als van geparel
de wol, heeft Duitschland in staat gesteld,
zijn eigen spinnerijen één of twee jaar eer-
generale staf speciaal had laten opstellen der te herstellen dan Frankrijk. Doch in dit
verband merkt het Duitsclïe rapport spijtig
op: Ongelukkigerwijze is echter te vreezen,
dat Engeland het grootste deel der wol
markt zal beheerschen.
Wat de suiker-industrie betreft, welke
van zoo groot belang is, waren de opmer
kingen van den Duitschen generalen staf ook
uiterst merkwaardig. Er werd namelijk ge
zegd: Het is onmogelijk te achten, dat alle
verwoeste suikerfabrieken zullen kunnen
worden herbouwd en zelfs de fabrieken, die
mochten blijven staan, zullen de gevolgen
van den oorlog nog zeer geruimen tijd on
dervinden. Het bebouwen van den grond is
voor lange jaren onmogelijk gemaakt en het
zal zeer moeilijk zijn, om de vroegere pro
ductie te herstellen. Dergelijke opmerkingen
werden ook gemaakt, wat betreft de leder-,
alcohol-, hout-, zeep-, glas-, en papierfabrie
ken, alsmede ten opzichte van steenkool,
ijzererts en phosphaat. Duitschland rekende
hierbij niet alleen op de schade, aan deze
bedrijven toegebracht, doch eveneens daar
op, dat het Frankrijk in langen tijd niet mo
gelijk zou zijn, met Duitschland te concur-
reeren, Lloyd George, zegt Poincaré verder,
had zelf een exemplaar van dit document in
handen, toen in 1919 het vredesverdrag werd
opgesteld en is het inderdaad mogelijk, dat
hij al deze infame dingen heeft gelezen en
thans reeds weder vergeten?
Ten slotte zeide Poincaré: Als wij de on
voorzichtigheid begaan op dit oogenblik een
bedrag vast te stellen voor hetgeen Duitsch
land moet betalen, dan zal Duitschland door
dien willekeurigen maatregel naderhand in
staat worden gesteld, zijne buitengewone in
dustrieele macht tegen ons aan te wenden.
Om aan een dergelijk gevaar te ontsnappen,
is het noodig, dat Engeland, België, Italië en
Frankrijk zich nauwer dan ooit aaneenslui
ten.
Wij moeten de werkelijkheden in het oog
houden en ons niet laten misleiden door het
beeld van een verarmd Duitschland, dat voor
altijd tot onmacht zou zijn gedoemd zijn
schulden te betalen. Wij moeten de waar
heid, die achter deze camouflage steekt,
zien. Ten einde een volledigen indruk der
verwoestingen en van Duitschlands schuld
alsmede van de betalingscapaciteit van dat
land te krijgen zal het voldoende zijn een
bezoek te brengen aan het Aisne-departe
ment, gevolgd door een réis naar het Roer
gebied en wanneer men dit heeft aanschouwd,
zal men leergeld hebben gekregen. En hier
toe hebben wij geen experts, evenmin als
internationale deskundigen, doch slechts
mannen met een gezonden geest noodig.
Laat ons hopen, dat de herinnering aan de
gemeenschappelijke, roemrijke overwinning
niet tc niet zal worden gedaan en dat niet
het veld zal worden geruimd voor een bui-
tenlandsche plutocratie. Laat ons hopen, dat
de oogen, die thans nog gesloten zijn, zullen
worden geopend voor het getuigenis, dat
voor de hand ligt en laat ons tevens hopen,
dat niemand het zal moeten betreuren, deze
duidelijke waarschuwing van Frankrijk in
den wind fe hebben geslagen."
Frankrijk zal niet direct antwoorden.
LONDEN, 21 Juli. Naar Reuter ver
neemt wordt het niet waarschijnlijk geacht,
dat reeds in de eerstvolgende dagen een
antwoord zal worden ontvangen op de Brit
sche nota aan de geallieerden. Terwijl groote
reserve in acht wordt genomen ten aanzien
van den inhoud der Britsche nota, verluidt
toch, dat het ontwerp-antwoord aan Duitsch
land in zijn huidigen vorm het lijdelijk ver
zet niet veroordeelt. Als reden hiervoor
wordt aangegeven, dat de Britsche regeering
nimmer eenig aandeel heeft gehad in de
Roer-politiek.
PARIJS, 22 Juli. Hét Britsche ontwerp-
antwoord aan Duitschland, dat gisteravond
hier ontvangen is, zal Donderdag of Vrijdag
in den ministerraad worden behandeld. Het
is niet waarschijnlijk, dat het antwoord der
Fransche regeering vóór het einde van deze
week naar Londen zal worden gezonden.
CHOLERA IN DE OEKRAÏNE.
LEMBERG, 19 Juli. Volgens berichten
van de Russische grens is in verschillende
streken in Zuid-Oekraïne de Aziatische cho
lera uitgebroken. Met het oog op het ont
breken aan sanitaire maatregelen vreest men
voor een uitbreiding der epidemie.
EEN NIEUWE DRANKSMOKKEL-TRUC.
WASHINGTON, 23 Juli. De rum-run-
I ners hebben thans voor de eerste maal ge
bruik gemaakt van traanverwekkende gas
sen, om zich bij een achtervolging door
ambtenaren, belast met de handhaving der
drankwet, aan arrestatie te onttrekken. Toen
enkele ambtenaren een auto vervolgden,
waarin zij een hoeveelheid verboden dran
ken vermoedden, werd eensklaps uit de
afvoerpijp van den auto zooveel gas uitge
laten, dat de oogen der achtervolgende
ambtenaren er zoozeer pijn van deden, dat
zij de achtervolging moesten staken.
LE TROCQUER IN HET BEZETTE GEBIED
DUSSELDORF, 22 Juli. Minister Le
Trocquer inspecteerde verschillende opslag
plaatsen en mijnen. Hij uitte zijn tevreden
heid over den toestand. De huidige voor
raad cokes bedraagt VA millioen ton, het
geen voldoende is voor de Fransche en
Belgische metaal-industrie tot Januari.
UIT HET BEZETTE GEBIED.
DUSSELDORF, 22 Juli. De Franschen
hebben, zonder incident, de metaal-fabrie
ken in Dortmund bezet.
DUSSELDORF, 22 Juli. Uit vele plaat
sen in het Roergebied komen berichten
over een toenemende onrust onder de be
volking", ten gevolge van het stijgen der
levensmiddelenprijzen. Men vreest nieuwe
wanordelijkheden.
UIT ROEMENIË.
BOEKAREST, 22 Juli. Naar in rcgce-
ringskringen verluidt, hebben de door den
minister van financiën Bratianu met den
bekenden financier Sir Basil Zakaroff ge
voerde onderhandelingen tot een definitief
resultaat geleid. Zakaroff zal bereid zijn de
voor het herstel van de Roemeensche
spoorwegen benoodigde gelden te verstrek
ken.
met een mrllioensten droppel gedrenkt is."
Daar spalkte Hans mond en oogen nog veel
wijder open en vroege „Maar waarom dan
toch zoo weinig „Zie," sprak de dokter,
t is juist het gezonde menschenverstand,
dat ons leert, dat het artsenijmiddel te beter
werkt, naarmate men het meer verdunt. Be
grijpt gij dat niet?" „Neen," riep Hans, „dat
begrijpe de duivel. Behoud uw menschenver
stand maar voor u zelf 1 Dat is niet het rechte
gezonde, wat ik zoek." Daarop rukte hij de
deur open en rende de trappen af en het huis
uit.
Op straat had hij bijna een man omverge-
loopen, indien deze niet te rechter tijd ware
uitgeweken. De man sukkelde op een stok
voortals een doodelijk kranke, bleef hij elk
oogenblik staan, om adem te scheppen en
zuchtte bij eiken voetstap. Dat ging den dik
ken Hans zoo aan het hart, dat hij vol mede
lijden vroeg „Neef, wat scheelt u dan toch,
dat gij zoo verschrikkelijk zuchten moet?"
„Ach," antwoordde de man, „mij mankeert
het overal. Ik ben een drie maanden geledep
van een wagen gevallen en héb volle dertien
weken in het hospitaal gelegen, en nu zeggen
de doktoren, dat ik alleen maar eenige been
deren heb verstuikt. Doch ik moet zelf het
't beste weten, hoe het met mij is. En nu wil
geen van de verzekeringskassen mij een scha
deloosstelling uitbetalen, terwijl toch hun ge
zond menschenverstand zeggen moest, dat
mijn geheele zenuwgestel door dit ongeval
verwoest is en ik tot niets meer bruikbaar
ben." „Hm," sprak Hans, „van zenuwen weet
ik niets, maar van gezond menschenverstand
heb ik reeds gehoord en ik zou gaarne weten
waar men dat kan vinden." „Wacht maar
sprak de man, „wellicht zult gij dat nog he
den kunnen verkrijgen. Ik ben reeds door
vele artsen onderzocht geworden, maar nog
geen heeft mij aan een uitkeering geholpen,
omdat ze niet getuigen willen dat ik werke
lijk lijd. Maar thans ga ik naar den beroem
den zenuwdokter Kraft en ik vertrouw, dat
hij met zijn groot verstand mijn toestand
zal begrijpen." „Neef," sprak Hans, „wan
neer dat een man is met gezond menschen
verstand, dan ga ik met u mee."
„Mijnenthalve goed," antwoordde deze en
strompelde, begeleid door den dikke, verder,
tot zij met elkander de woning van den ze
nuwdokter bereikten.
Zij zaten daar nog niet lang, toen deze bin
nentrad en zijn slimme oogen, achter zijn gou
den bril, van den een op den ander liet gaan.
De man, die zooveel leed, noemde zijn naam
en haalde uit zijn borstzak een bundel papie
ren te voorschijn maar de dikke Hans zeide.
dat hij enkel was meegegaan, om het gezt nd
verstand eens in levenden lijve te zien, Le
dokter lachte den dikke toe en beval hem
rustig te blijven zitten de steunende en ku
chende man moest zich half ontkleeden en
toen ging hij aan het kloppen en luisteren,
aan 't meten en toetsen, zoodat de dikke
Hans zich niet genoeg kon verwonderen. In-
tusschen zag de dokter gedurig weder in de
mede gebrachte papieren en schreef met een
ernstig gezicht zijn bemerkingen op.
Eindelijk werd een groote electriseerma-
chine in werking gebracht en Hans uitgenoo-
digd met zijn wijsvingers twee geelkoperen
platen aan te raken. Als door een slang ge
beten, sprong Hans op de zieke man ech
ter liet zich het geheele lichaam electriseeren
zonder een vin te verroeren. Toen het on
derzoek was afgeloopen en de man weder ge
kleed was, liet de dokter hem op een rust
bank plaats nemen, keek hem strak in beide
oogen, todat deze langzaam dicht vielen, en
streek met beide handen zoolang van zijn
voorhoofd benedenwaarts, tot de man vast
sliep en zijne ademhaling ook was als die
van een slapende. Toen fluisterde hij hem in
het oor „Gij zult op uw terugweg in de her
berg de „Blauwe Bok" gaan, waar thans
dansmuziek is, en daar doen wat uw hart be
geert." Daarop maakte hij hem wakker, door
Hem in 't aangezicht te blazen en beval den
verbaasd om zich kijkende rustig heen te
gaan de rest zou wel volgen.
Hans echter, die nu nog een veel dommer
gezicht zette, werd door den doktei; bevolen
nog te blijven, daar hij met hem spreken
moest. „Mijn waarde," sprak hij, „gij hebt
nu reeds een staaltje van gezond menschen
verstand gezien en gij zult er nog meer van
te zien krijgen, als gij doet wat ik u opdraag.
Gij hebt verder niets te doen dan den man,
die hier geweest is, te volgen en na te gaan
wat hij doet. Gaat hij nu in een herberg, dan
gaat gij er ook in, slaat hem gedurende eeni-
igen tijd gade en komt dan terug om mij te
Zeggen, wat er gebeurd is. Hebt gij dat begre
pen?" „Zeer goed, Dokter", sprak Hans en
sloeg met zijn rechterhand aan de muts, zoo
als hij het bij de soldaten gezien had.
Het duurde geen half uur of de dikke Hans
kwam hijgende de trap op bij den dokter en
stormde zijn kamer binnen met den uitroep
„De Zieke 1" „Zeg op," riep de dokter. „Wat
is'er met den kranke „De zieke de zieke
hij danst op leven en dood in de „Blauwe
Bok." De dokter lachte toen dat hij schudde,
nam haastig hoed en stok en zeide tot den
dikke „Dat heb je flink gedaan 1 Hoe het
in zijn werk gegaan is, kunt gij onderweg wel
vertellen. Nu maar spoedig voorwaarts, zóó-
dat wij den vogel nog vangen in het net
„Hoe het is voortgegaan Eerst is hij maar
voortgesukkeld als iemand, die elk oogen
blik den adem verloor. Toen hij om den
eersten hoek was, leek hij mij al wel een
hoofd grooter en bij den tweeden hoek. geko
men is hij als een paal blijven staan en heeft
hij rondgekeken maar hij heeft mij niet ge
zien. Op eens was hij een Huis binnengegaan
en toen ik hem volgde, bleek het de „Blauwe
Bok" te zijn, en daar binnen ging het er op
los met violen, fluiten en trompetten. Ik heb
nog even gezien hoe de zieke man met een
zwart-bruin meisje ronddraaide als een
dronkaard om zijn stok. Daarop ben ik spoe
dig weggeloopen orn het u te vertellen."
Hans Had zijn heele leven nog niet zooveel
achter elkaar gesproken, dus zweeg hij nu en
haastte zich om met den dokter, die nog
stilletjes lachte, in den pas te blijven. Bij de
„Blauwe Bok" aangekomen, opende de dok
ter gauw de deur en trok" den dikken Hans
mee naar binnen. Juistdaar was nu die ern
stige kranke. Deze had, om het zich makke
lijker te maken zijn jas uitgetrokken, en
zwierden in een gezellige wals met het bruine
meisje, waarbij hij met het hoofd op de be-
spotteijkste zwenkingen maakte.
„Bravo, mijnheer Schlaumeier", riep de
dokter, en klapte geweldig met de han
den. Het gezicht van Schlaumeier hadt gij
moeten zien. Eerst werd hij zoo wit als krijt
en was hij op het punt om in elkaar te zak
ken als een knipmes, daarna werd hij lood
als een gekookte kreeft en stamelde in den
angst zijner ziel „Heer dokter 1 Heer dok
ter 1" „Ik verzoek u, mijnheer Schlaumeier
laat u volstrekt niet storen.
Zooals ik zie, zijt gij in korten tijd geheel
van uw zware lijden verlost. Ik wensch u van
ganscher harte geluk en wenschte u alleen
nog te vragen, wat ik met de papieren moet
doen. Wilt gij ze bij mij komen halen of zal
ik ze aan den Staatsprocureur zenden voor
een belangrijke en aangename bezigheid?"
Toen werd Schlaumeier boos, nam een hou
ding aan en zeide „Wat mij aangaat doe met
de papieren, wat u wiltik ben nu opeens
plotseling weer gezond geworden en zou
wel eens willen weten, wie mij dat verbieden
zou." Ik het allerminst," sprak de dokter,
en trok den dikken Hans lachend met zich
de deur uit.
Op straat reikte hij hem den stok van
Schlaumeier toe, dien hij in een hoek had
zien staan en medegenomen en zeide „Kijk
eens Hans, gij zijt in deze stad gekomen, om
het gezonde menschenverstand te vinden en
gij zijt waarlijk niet bedrogen uitgekomen.
Het gezonde menschenverstand heeft mij da
delijk bij het zien van Schlaumeier gezegd,
dat hij een bedrieger was. Het gezonde men
schenverstand heeft mij ook een middel aan
gewezen, om hem te ontmaskeren en denk
zoo dikwijls gij er naar kijkt, steeds aan dat,
wat gij hier gezocht en gevonden hebt.",.--
Toen Hans den stok in zijn rechterhanc
nam, bespeurde hij, dat een schok door zijn
lichaam ging en zich in zijn hoofd een deur
tje opende, dat tot heden toe gelaten was.
Welgemoed en met opgericht hoofd, wan
delde hij weder naar zijn woning, en toenjzijn
vrouw hem aankeek, sloeg zij de handen
boven het hoofd te zamen en kon zich niet
genoeg verwonderen over de verandering,
die met haar man had plaats gehad. Hij be
greep nu niet alleen alles wat zij zeide, neen
hij wist veel dingen beter dan zij zelve. Ook
zijn buren en allen in het dorp merkten, dat
hij een geheel ander verstand gekregen had,
en geen twee jaar verliepen er, of de dikke
Hans werd tot lid van den gemeenteraad ge
kozen, en toen de oude Schout gestorven
was, zelfs tot hoofd van het geheele dorp.
Vele, vele jaren zag men hem met zijn stok
zonder welken hij nimmer uitging, naar het
raadhuis wandelen. Daar handelde hij als
een wijs en rechtvaardig rechter en wanneer
hij niet gestorven is, dan leeft hij heden ten
dage nog./"""
EINDE