DMe saKghRjsr" - - «eg#"ReBi" dinïeo
HET VERBORGEN SCHILDERIJ
MOPPENTROMMEL
NUMMER 1
DERDE JAARGANG 1923
!llIIiniIIilill!IIIIIl!imJIIII8IIiI2£
b»g?,mSh,P„r'i HS'Sïï "WSTlSrtrï- I -v WW.; antwoordde _Gerald.
ïussduea WteSl" iSgïïS 8 lln£du"K ^g.8»8*" "VOe6dtL°'d
DE ONGELUKKIGE STRAAT- v
SLIJPER.
(Monoloog) Lieve hemel, wat ben ik eea
nieuw aan. Ofschoon Tscheritskoff een piotten een oogenbh'k stil, evenals strij- ea achtenswaardig man, (h een woorden
vermogen van 5 4 6 milh'oen roebels be- ders, die door vermoeidheid overmand twist. Om aan zijn meening gewicht bij
cat, kon ieder toch vooruit zien, dat hem, zijn, en die nu reeds met ongeveinsden te zetten, zei de eerste op brutale wijze
als het spel zoo doorging, spoedig geen schrik aan de nederlaag denken. „Dat zal ik toch wel weten. De 6 jaren,
kopeke meer zou overblijven. Lang bleven de zetten gelijk, lang die ik te L. heb gestudeerd, kosten mij ongelukkig wezen, ik heb niet het minste
Een oogenbh'k scheen het spel zich te waren de krachten aan elkander gewaagd, tienduizend gulden." pleizier op de wereld, niet eens pleizier
keeren. Tscheritskoff had twee partijen Tscheritckoff waagde eindelijk een ver- „Jongeling,antwoordde Dr. B., „als in het werk.
achter elkaar gewonnen. Men raadde hem metelen zet....hij kon de overwinning'iemand er u tien gulden voor biedt, sla
aan, het er voor dezen keer bij te laten, brengen....hij bracht de nederlaag. Het dan toe ik raad u dat in gemoede." DIERENKWELLING.
Niets kon hem zekerder aansporen om was met hem gedaan. Nu eerst nam deze
verder te spelen. Wat, riep hij, terugtrek- man, die de speelkoorts sedert tien uren GELUK BIJ ONGELUK. A.Waarom zouden de honden van
ken, juist nu het geluk mij weder dient niet verlaten had, zijn vroegere edele, A.„Verbeeld je, amice, gisteren maak den dichter Rijmpot eiken dag zoo vree-
Ik sta niet van dezen stoel op, voor de dag fiere houding weer aan. ik met mijn schoonmoeder een rijtoer; selijk janken en huilen?
is aangebroken. Hij boog voor Augustinoff, groette op plotseling schrikken de paarden en gin- B. Waarschijnlijk leest hij hen zijn
„Ik verplicht mij hetzelfde te doen," militaire wijze en zei„Ik zal mijn gen ze met ons rijtuig op hol."
antwoordde Augustinoff. Het spel werd woord houden." Het kwam met eens in B. „Welk een ongeluk 1"
nu met nieuwe levendigheid begonnen, hem op, de geldigheid van het spel na te A. „Nu, dat is zoo erg met, want mijn
Zulk spelen, zulk kampen vertoont het gaan. Slechts aan het doodelijk bleek zij- schoonmama heeft gezworen, dat zij
vreesehjk beeld van een duel op leven en ner wangen, aan den sluier die zich over nooit meer met ons uit rijden gaat."
dood. Ieder der beide partijen beproeft zijn oogen scheen uit te spreiden en .aan
in de oogen van den ander te lezen, welke het smartelijk trekken van mond en voor- BIJ HET STAATSEXAMEN,
stooten hij in zijn schild voert. Hij ver- hoofd, zag men, welk geweld hij zich Examinator „Jongmensch, op welke
bergt zelf zijn gedachten, buigt zich, aandeed om het folterend leed, dat zijn hoogeschool hebt gij dit gebrek aan kun-
springt vooruit, wijkt terug de oogen hart verscheurde, te verbergen. digheden verkregen?"
bliksemen, de handen trillen. Eén begane „Nooit zal ik dat oogenblik vergeten,"
fout zou onherstelbaar zijn. Men berekent zeide de verhaler. „Ik verwachtte ieder ONBEGRIJPELIJK.
de gevolgen van iederen stoot, combi- oogenblik, dien man, als van den bliksem Huzaar Nu is mijn paard waarlijk ver uit het gezicht gekamd
neert de werkingen, voert ze snel uit om getroffen, te zien nederstorten. bang voor zijn drinkemmer. Dat zou Oude heer Ja, dat is de vloek der
de tegenpartij in de war te brengen. De aangegane verplichting werd volop juist zijn, alsof ik bang was voor mijn wetenschappen. Zoo iets ziet men juist
j*i- - - bierglas. An f-r\c t- .u» <tm
gedichten voor.
SLIM.
A. Hoeveel huishoudgeld geeft gij uwe
vrouw
B. Zooveel zij hebben wil.
BLOEMENTAAL.
Jongmensch (tot een oud kaalhoofdig
heer). „Drommels, u heeft zich het haar
ZINDELIJK.
in de fijnste familiën. Of hebt u in uw
leven ooit een os gezien, die een kaal voor
hoofd heeft."
Eindelijk wordt een van hen minder, gehouden,
hij verzwakt, hij wankelt, hij valt, „En de prinses?"
't Is met hem gedaan 't spel is ver- Dat zij zich onderworpen heeft aan de
laren. bepalingen, bij het spel gemaakt, hebt u
Zoo ook viel Tscheritskoff in dezen reeds daaruit gezien, dat zij vorstin Twee reisgenooten dineeren tn een
vreeselijken nacht. Voor het morgenrood Augustinoff geworden is. Aan 't hof ver- restaurant van twijfelachtige zindelijk-
Uchtte en de winternachten zijn lang telde men, dat het haar niet veel moeite heid.
in Petersburg had hij alles verloren gekost heeft, zich er in te schikken. Veeg jc bord eerst af fluistert de eene, de inspectie gevraagd wordtHoe is de
wat hij bezat; zijn paleis aan de groote Een man, die haar eenige miilioenen t02« de soeP werd opgebracht. menage dan moet je antwoorden aan den
Norskaja, zijn schoone goederen in de roebels waard geschat had, beminde en „Maar waaraan moet tk dan eerst mtjn Kapitein goed 1aan den Overste
Midden Provinciën en zelfs zijn heerlijk achtte haar, naar haar meening, meer dan servet afvegen vraagt de andere, m wan- 2eer goed en aan den Generaal,
slot in de Ukralne,waar hij de edelste paar- haar vader, die haar aan de speeltafel hoop rondztende.
den van 't geheele rijk fokte en een ko- verloren had.
OP COMMANDO.
Sergeant-Majoor „Mannen, als er bij
uitmuntend'
nioklijke hofhouding hield, als hij daar
met zijn jonge dochter vertoefde om de
inkomsten van zijn stoeterij in ontvangst
te nemen.
Welk speler houdt echter alles voor
verforen, zoolang hem nog iets te verliezen
overblijft Tscheritskoff kon niet de dia
manten der prinses verspelen, reeds had hij
zijn eigene, de diamanten zijner orden en
'T VOORNAAMSTE.
BIJZIENDE.
„Heb je genoeg vertrouwen in me om
me tien gulden te leen
„Vertrouwen wel, maar geld niet1"
IN WANHOOP
„M°zcs .«Niets te handelen, mijnheer?
zelfs zijn kostbaren zegelring verspeeld, u ni£* wat. ou<k te koop
een prachtig geschenk van den Tsaar. Heer „Koop 'e ook schoonmoeders?
Wezenloos stond hij op, greep een glas, Rnn7ïï rpwcTOM
vulde en ledigde het verscheidene malen v HET BOOZE GEWETEN
achtereen, ging eenige keeren de zaal op Kellner (in de saai komende) t?Mi;ne-
en neer en zette zich toen weer tegenover 5efr?n' buiten staat vrouw, die zegt,
Augustinoff, die onverschillig de kaarten j naar echtgenoot hier in de zaal is ea
schudde, wachtende tot een nieuwe tegen- dat 2I' met weggaat, alvorens zij hem ge-
partij kwam opdagen. sproken heeft. Alle aanwezigen spnn- „Je grootste fout manlief, is dat je geen
Toen deze zag dat Tscheritskoff weer fen van hun stoel en begeven zich naar „neen" kunt zeggen. Je zegt, dat je niet
plaats nam, stond hij van zijn kant op, het venster. --
Léonce, een Parijsch acteur, is zeer
bijziende. Op zekeren dag kwam zijn voor
hoofd in vrij gevoelige aanraking met een
der kolommen van het Café de Suède.
Een ieder die den bons hoorde, dacht dat
de acteur zich erg bezeerd had „O, 't is
PhaShnUmfMffm..w:V" VW niets erg", antwoordde hij._ „Garcon,
OP EEN BADPLAATS.
maar Haar„a„ geef mc "laar een servet, een glas water en
"P Jfan ^ftc wat zout* Het gevraagde werd gebracht en
m^lt d4t dC L^nce maakte een behoorlijk verband,
muziek met hoort. Men dacht h„ dk 2ijn voor_
DE TOEPASSING.
Vrouw (tot haar man aan 't ontbijt)
hoofd zou leggen, maar reen nij bond
het om den pilaar.
EEN LAPSUS CALAMI.
Een ijverig verslaggever vermeldde on-
.,De morgen is nog niet aangebroken,"
zeide Tscheritskoff, waarom staat u op
„U kunt toch niet meer spelen u
bezit nu niets meer.
„Hoe kunt u dat wsten
„Hebt u dan misschien ook nog een
verborgen schat."
„Ja, ik heb er een." En met halfverstik-
weigeren kunt, als een vriend je uitnoo- rangs in een bericht van een brand aldus
.mnnmnrrv, digt om iets met hem te gebruiken, per telegraaf: „Verschrikkelijke brand;
Cl- y°°BZO«GEN. goed, maar van eén glas wordt het twee, elf gebouwen, tien paarden en een koe
Eüze (16 jaar oud)„Mama, als ik van drie je komt laat thuis en maakt je tot puin.
nacht weer zoo'n leelijken droom heb, ziek. Neen, is een heel klein woordje,
wilt u mij dan asjeblieft wakker maken." maar 't beduidt heel veel. Tracht toch
eens „neen" te leeren zeggen. Apropos,
VERSCHIL VAN GEVOELEN. mannetjelief 1 heb je wat huishoudgeld
A.„Thans heb ik een voortreffelijke voor me?"
Man „Neen
ZOOALS 'T GAAT.
Zeg kan je me nu ook dat geld .terug
geven, wat ik je laatst geleend heb
vraagt iemand, die zijn schuldenaar in een
koffiehuis bij een glas port ontmoet.
.,Zoo, begin je weer over die ellendige
te stem, doodsbleek, ging Tscheritskoff woning in mijn huis woont een dokter
zachtjes voort. „U hebt mijn dochter ?n e®n apotheker, naast mijn huis is een
lief." - brandschel, m de onmiddellijke nabijheid DE PROEF OP DE SOM.
„Wie heeft u dat gezegd ls de P°,st> kortom alle gemakken, welke „Hoe gelukkig ben ik toch met mijn vijf pop Drink wat minder bier 's-avonds
„Niemand, maar ik weet het....-ik.. mcn. ®ch maar bedenken kan. zijn aan- vrouw!" verzekerde een gehuwd man in dan hoef je mij er zoo dikwijls niet naar te
welnu, ik heb nu de middelen niet meer wezig. een gezelschap. „Wat een orde in huis vragen."
om haar te onderhouden. Ik zet haar in..«Dan heb ik het toch nog beter: Ik kan midden in de nacht opstaan en toch
tegen alles, wat u mij heden nacht hebt peneden in mijn huis is een bierhuis en vind ik ieder stuk van mijn kleeren in het
iets verder een bank van leening."
TROEF.
Een buitenlandsch gezant was te Wee-
nen met Saphir in gesprek ea maakte
aanmerkingen op de Duitsche taal, als
donker."Na deze woorden wilde hij zijn
neus snuiten en haalde uit zijn zak een
kinderhemdje.
EEN SLIMMERD.
LACONIEK.
Een soldaat staat in een helderen Augus
tusnacht op schildwacht, op een| eenzame
plaats buiten de stad. Daar verschijnt een
beoefenaar der sterrenkunde met een
lange kijker. „Wat drommel gaat die
Een bakker, die pas burgerwachter ge- met dat lange geweer uitvoeren, denkt de
roept hij
ERGENS GOED VOOR.
afgewonnen.
De oogen van Augustinoff flikkerden
zonderling en voor 't eerst zag men de tot
dusver onbeweeglijke trekken van den
verharden speler veranderen, en een in
wendige ontroering er op uitgedrukt.
„Ik neem uw voorstel aan," antwoordde hebbende-overdaad van woorden. Saphir e_ a
hij. Zijn stem trilde echter evenals die zij- wilde zulks niet toegeven en verlangde worden was, oefende zich in zijn winkel schildwacht en volgt aandachtig elke be-
ner tegenpartij. De woorden kwamen voorbeelden. Tusschen heissen en nen- in 't loopen in den pas „Links, rechts weging van den astronoom. Daar vertoont
stootend en moeilijk uit zijn keel, toen nen is geen onderscheid meende de ge- links, rechts vier passen voorwaarts, zien een vallende ster. De schildwacht laat
hij er bijvoegde „Ik stel echter twee zant. Ik kan, antwoordde Saphir, mijn marsch 1" Bomdaar viel hij den trap van schrik zijn geweer los. „Groote
voorwaarden Ten eerste is de inzet van knecht wel heeten iets te doen, maar ik af in den kelder. Zijn vrouw riep nu hevig gerechtigheid I hij heeft hem toch ge-
mijn kant te gering, ik doe er minstens kan hem niet noemen iets te doen. verschrikt„Janus heb je je zeer ge- raakt I" roept hij uit.
vijf honderd duizend roebels bij. Ten Speisen en ewercjdan Ik kan de armen daan en toornig klonk zijn antwoord
tweede zult ge, als ik win, alle verantwoor- wel spijzigen, maar ik kan ze niet eten. „Stil vrouw 1 bemoei je niet met mili-
delijkheid op u nemen. De prinses is rein, Senden en schicken dan. O, dat is al heel taire zaken."
er mag zelfs niet de schaduw van iets groot, hernam Saphir. U Ed. is b.v. een
verdachts op haar vallen. Gesandter, maar geen Geschickter. STRAFBARE ONOPLET-
Ik stem toe in uw voorwaarden, TENDHEID.
antwoordde Tscheritskoff. De eersteels GEGROND MOTIEF. wuuiu, „jijajuaijjwu,nui&ucii»auucu,
vleiend voor mij, de tweede voor mijn A, t „Je komt 's-avonds niet meer op de Grondeigenaar „Is er heden-nacht daa zou met meteen merken hoe ik de
dochter. club niets bizonders voorgevallen woorden spel."
Toen Augustinoff de kaarten in de hand B.„Neen, voorloopig niet. Mijn Nachtwachter Jawel, mijnheer, de
nam, overmeesterde hem een zonderling schoonvader heeft mijn vrouw op haar bliksem is in een der broeikassen ge- EEN GOED TEEKEN.
gevoel. Hij twijfelde een strijd te beginnen, verjaardag een presentje van duizend slagen."
waarvan de inzet de dame van zijn hart gulden gegeven en nu leer ik haar ecarté Grondeigenaar „Waarom let je dan ook op een school, waar de meisjes rechts
was. Vreesde hij het spel te verliezen Of spelen." niet beter op, waarvoor betaal ik je an- en de jongens links zitten, wordt vreeselijk
was hij bezorgd, dat een weigering van de ders gebabbeld, zoodat de onderwijzer even
prinses hem het geluk van de overwinning VERGEETACHTIG. moet ophouden.
berooven zou Jonkman (thuis komende)Nu ben ik KOLOSSAAL. „Aan onzen kant was het toch niet
Verwarde aandoeningen welden door bij den referendaris geweest en heb ver- Onlangs kreeg een mechanicus de kou- roept een der oudste meisjes,
zijn hoofd en ontroofden hem een groot getea de hand zijner dochter te vragende koorts en wel ia zoon hoogen graad, „Niet?" zegt de meester. „Des te beter,
deel van zijn vorige koelbloedigheid, en ik had nog wel een knoop in mijn dat alle thermometers, die in zijn atelier want zooveel te gauwer is het dan ten min-
werd
„Je schrijft een leelijke hand
aan iemand gezegd.
„Je hebt goed spreken," was 't ant
woord, „jij spelt goed. Als ik beter schreef,
hingen, tot het vriespunt daalden.
ste uit 1"
HOOG.
Het spel begon. Een doodsche stilte zakdoek gelegd,
heerschte in de zaal. Men durfde haast
niet ademen. Slechts hoorde men het TROEF. EEN ENFANT TERRIBLE,
gedruisch der vallende kaarten en der Een jonkman, die bij een zeer opper- U xi*t toch niet zwart, oom? vroeg
speelmarken, die over de tafel gleden en vlakkige kennis een groote mate van ver- een kleine knaap aan zijn peetoom.
van tijd tot tijd een zachte stem om een waandheid bezat en over zaken, waarvan Ik, zwart? De hemel bewaar me.
slag te melden. Zoo vaak de kaarten ge- hij niets wist, dwaselijk redeneerde, ge- Maar waarom zegt mama dan altiid prachtig 1 We woonden 3000 voet boven
schud moesten worden, bielden de kam- raakte met Dr. B. een oud, zeer geleerd dat u zoo's neger ia] de aarde-"
Mozes „Waar heb je den zomer door
gebracht
Nathan „Ih Tirol, in de bergen
I. I NAAR CHARLES GARVICE DOOR A. T. I I
„Had u mij uw adres maar gestuurd," Een groot gedeelte van den nacht
zei Lee spijtig. bracht hij door, met zich telkens en tel-
Gerald kleurde. „Toen ik het bericht kens weer die vragen te stellen, zonder
ontvangen had, dat men het werk niet er evenwel een antwoord op te vinden,
wilde voortzetten, waren mijn betrekkin- Den volgenden morgen ging hij vroeg
gen tot Court Regina ten einde, Lee," zei naar het station, om daar met zijn onder-
hij, „en ik wilde alles vergeten." zoek te beginnen. Hij werd daar ontvan-
XV. d:e op even geheimzinnige wijze ver- Lee wilde blijven om voor hem te ko- gen met een soort beleefde onwil. Niemand
dwenen is als hij is gekomen. En mis- ken en hem bij te staan, maar dat wilde wist iets. Toen ging hij naar de halte bij
,,Dat hebben we gedaan, 2jei er een schien zijn we ten slotte nog wel onrecht- Gerald niet toestaan en ten slotte liet Lee het kruispunt en ondervroeg ^daar alle
^Tenminste, mijnheer Mordaunt Sapley vaardig jegens hem, mijnheer Wayre hem alleen. Gerald stak een pijp op en beambten, maar hij kwam niet het minst
heeft het gedaan. Hij heeft haar spoor hij heeft het meisje misschien wel ge- ging bij den haard zitten peinzen. Hij te weten en kon ook niet den persoon ont-
Kunnen volgen, tot aan het station— trouwd. had op zich genomen den schurk die dekken, die Mordaunt het verhaal ge-
en~ "^T? dat, "'et gedaan heeft," zei schuld was aan Lucy's ongeluk, te ont- daan had van den jongeman en het meis-
Gerald wendde zich snel om naar Mor- Gerald, „dan zal ik er hem toe noodzaken dekken hoe zou hij beginnen Hij over- je met het pakje. Iedereen verklaarde be-
daunt, die de oogen neersloeg en meen- als zij nog leeft. dacht alle ontmoetingen die hij met Lucy slist, dat hij zulk een paartje met gezien
kromp, maar toen weer een uitdagende Mordaunt had moeite zijn schrik met gehad had en zoo herinnerde hij zich ook had, of zich dat althans niet herinnerde,
houding aannam. te toonen. „Als zij nog leeft zei hij met weer den avond, toen hij op de pier zit- Dat vond Gerald vreemd.
«Ik ik heb getracht ze zeiden een lachje, „waarom zou ze met meer le- tend, haar met een jongen man, die hij Hij keerde naar Thraxton terug. Toen
dat ze dat ze iemand gezien hadden ven? Maakt u nu het geval met zwarter niet had kunnen herkennen, op het rots- hij daar liep, ontmoette hij Lord Chester,
??.n *?e?r, met een Pak|® zei dan het al is pad gezien Imd. Hij herinnerde zich, dat wiens goed grensde aan Court Regina. De
hij, hakkelend. „Voor mij is het al zwart genoeg," zei hij toen me® de, dat de man op Mor- lord reed langzaam met het hoofd voor-
ijerala xeek hem scnerp aan. Gerald, „maar ik denk meer aan Lucy, daunt Sapley leek. Die vage gelijkenis overgebogen en met een peinzenden uit-
„bn toen hebt u maar dadelijk gecon- dan aan mezelf aan de arme meid en hielp hem echter niet veel verder. Zelfs drukking op het gelaat. Gerald had hem
Cludeerd, dat ik die schurk was 1 Dank haar van verdriet gestorven vader." als nij daardoor zijn verdenking had la- vroeger een paar maal ontmoet en enkele
u, mijnheer bapley bn toch, ik heb „Nou, ik wensch u succes toe," zei leo vallen op Mordaunt, dan zou dat toch woorden met hem gesproken en een on
werkelijk iets, om u voor te danken, Mordaunt. „Ik hoef u zeker niet te zeg- maar voor een oogenblik zijn geweest, verklaarbare ingeving deed hem stilstaan
want u kunt mij een aanwijzing geven. gen,fdat ik alles gedaan heb wat ik kon, want Mordaunt had blijkbaar de plaats en den hoed afnemen. Lord Chester keek
^U' rTrrt t' k1,1ir me?1.gte om haar spoor te ontdekken. Kan ik nooit verlaten en was nog altijd hier. En hem een oogenblik gedachteloos aan en
wendend, „bliji iJc hier biji jullie -hier, misschien iets voor u doen, om het u hier bovendien, Mordaunt Sapley streefde er zei toen
in dit huis Zouden jullie denken, dat ik 200 aangenaam mogelijk te maken?" te zeer naar om „hooger op" te komen, Mijnheer Wavre als ik mii niet ver
dat zou kunnen doen, als ik schuld had Neen dank u zei Gerald Tlr -ral dan dat hii ziin vooruitzichten nn het v r>' - e' als ,mlJ YeT'
aan den dood van haar vader? Tlr hliif Li?' t_u e..; "llj ,zal z,t vooriiitzicnten op net gls Goeden morgen, mijnheer; ik heb
aan aen dood van naar vader ik blijt u heel dankbaar zijn, als u mij het adres spel gezet zou hebben, door zich m te ians «iet eezien
DRIPFNTWlNTtrcTP HOOPD. «Beslist, zoodra ik het weet." Hij ging naar de aanlegplaats der vis- Lord Chester kleurde even.
cxTTjr Gerald ging het huis binnen en na en- schersschuiten en trachtte daar te weten „U zinspeelt zeker op de afwezigheid
kele oogenblikken volgde Lee hem daar, ,Koraen' Wle e,r a zo° Regina verlaten Van juffrouw Sartoris
Na een ooosie drooen de menschen die' 20nder en woord te spreken, de haard ,n' onwtreeks den tijd waarin Lucy „Daar dacht ik op het oogenblik niet
Mordaunt alleen achter. gelooft toch niet dat ik schuldig hemkoelen metin- .-^bedoelde de verdwijning van kap-
Ik hoef u zeker niet om uw toestem- ben' we' Lee zei Gerald, het raam u Jg? 2s et n tem Hancher s dochter."
„ik noei u zeker niet om uw toestem ouenencj gehouden wantrouwen, maar zijn groote Lord Chester keek hem strak en koel
ming te vragen, om hier te blijven, mijn- p l,; vriimoedieheid en bliikbare ernst maak- bora cnester Keek nem strax en Koel
heer Sapley?" zei Gerald. «Neen mijnheer," antwoordde Lee, ten sMed^ aan, wat Gerald het bloed naar de wangen
Hij was nog doodsbleek en zijn neus- oogenblik heb ik het geloofd." ten si0tte zijn vragen vlot beantwoordden r,
vleugels trilden, maar Mordaunt was nog «Wie heeft het dan gedaan?" vroeg Niemand die zii met mogelijkheid zou- ste' er pn,s op' Mylord'" vervolg-
bleeker en scheen zijn oogen niet te kun^ Gerald. denTünnenverdenken^Tfhalve'^n tot h>h »te verkbren, clat ik onschuldig
nen opslaan. Zenuwachtig sloeg hij met Lee schudde het hoofd, en rakelde het zejf was ;n cjien tj;d Court Regina aaa wat er gebeurd 1S' Ik kan u
Zijn rijzweep tegen zijn beenen. vuur nog wat op en terwijl Gerald de vertrokken Iedereen dacht aan de IS- m°«dl'k vragen, dat te gelooven, maar ik
„Natuurlijk niet!" antwoordde hij kamer op en neer liep, ruimde hij de dwijning van het meisje en het zou voor alhier wachten op den terugkeer van het
Ofschoon ik moet bekennen, dat ik uw ka.mer een beetje op en maakte die wat den jongeman onmogelijk ziin geveest scfe? waarmfe ,k Regina verliet op den-
aanbod min of meer dwaas vind; ik zie niet vriendelijker. te veJdw^an Jn n^r 2elfden dag dat het meis'e verdween, om
in, wat voor goed u hier nog doen «Je bent e«n ware vriend, Lee," zei dagen> zóndek dat dit bemerkt waf mijn onschuld duidelijk te bewijzen. Tot
kunt, met hier te blijven en den amateur- Gerald, hem de hand toestekend. „Ik Gerald, die niet nogmaals ziia onsschul ,-u nu w 'n moeten
detective te spelen 1" zg nooit vergeten, hoe je mij hebt bijge- beSg£' kiSg^f^if luS£f*wd91" VCrden"
^Verdenkt u mij misschien nog, mijn- staan* woning terug Toen hii binnentrad crhnnt blijft rusten,
heef Sapley V' vroeg Gerald, de oogen Lee kleurde van genoegen. „Ik zou toch he°nTplo"el!ng °een geSte^doo^ het Lord Chester keek hem nog altijd strak
onderzoekend op Mordaunt gericht. zeker geen knip voor m'n neus waard hoofd die hem eensklaps deed wankelen, 330 en stak hem de hand toe.
„Natuurlijk met," antwoordde Mor- zijn, als ik een man wien ik onrecht zag alsof een kogel hem had getroffen Als »MlJnheer Wayre, ik kan met anders,
daunt. „Ik neem het woord van 'n gentle- aandoen, niet bij stond 1" heel Regina hem voor den Ichuldige' had SeIoov«n, Zei hij.
man altijd aan, maar u zult moeten toe- „Ga mee naar boven, Lee, ik wil pro- gehouden, dan moest ook Claire dat ge- Ge,raId een bfok m de
geven, dat de schijn zeer sterk tegen u is." beeren of ik geen aanwijzing kan vinden." daan hebben! Die gedachte deed hem t0enT,L and d.iukte-
„Dat gee, ik toe, zei Gerald kortaf, Zij gingen naar boven en vonden daar het bloed naar het hoofd vloeien Dat - 2?° yn> geweest, u staande te
>,en juist omdat alles zoo tegen mij ge- alles keurig in orde, juist zooals het was, was dus de reden van haar weigering ho.ud«n'Mylord, om u een vraag te doen,'
tuigt, eisch ik het recht op, mijn onschuld toen kapitein Hawker stierf. Gerald ging van haar koelheid van ziin ontslag 2eiklJ* „Kunt u mij het adres geven van
te bewijzen door den werkelijken schul- in Lucy's kamer en keek in droeve ge- Hij w^zóo? onder den indruk vin die' ,uffrouw Sartoris
alge te zoeken. dachten verzonken, rond. gedachten, door het koortsachtige ver- Weer kleurde Lord Chester.
„Ik ben bang, dat u dat nooit zal ge- „Alles is hier al doorzocht, mijnheer, langen, haar verblijfplaats uit te vinden „Het spijt me wel, maar dat kan ik niet,'
lukken, zei Mordaunt, de sdiouders op- maar er is met de minste aanwijzing ge- en haar zijn onschuld te betuigen, dat hij antwoordde hij. „Ik heb zelf al getracht
halend, „het is al zoo lang geleden en het vonden, zei Lee. er niet dadelijk aan dacht, dat haar af- om het te weten te komen. Juffrouw Sar-
meisje. heeft geen enkel spoor nagelaten." Zij gingen naar de kamer die vroeger wijzing van zijn aanzoek had plaats gehad, toris is heel plotseling vertrokken zon-
„U vergeet den man die met haar ge- door Gerald bewoond was en het gezicht uren lang vóór Lucy was verdwenen dcr van wlen ook afscheid te nemen. Ook
Zien w aan het station en het pakje dat zij van de dingen die daar nog lagen—tee- Toen hij daar eindelijk aan dacht, gaf heeft zi>(niemand geschreven. Ik kan
x^'j^T kemngen en plannen deden in hem de hem dat eenige opluchting, maar toch echter ook geen recht laten gelden op haar
Mordaunt s oogen kmpperden. „Ik hennneremgen. wakker worden aan de bleef altijd nog haar koelheid tegenover vertrouwen hij aarzelde een oogen-
zou u raden, daaraan niet te veel waarde weinige gelukkige te gelukkige da- hem even onverklaarbaar, als wat er met bljk cn tQen de ernstige blikken van Ge-
te neenten, zei hij. „Er kunnen dien gen, die hij op Court Regina had doorge- Lucy was gebeurd. Het was niet meer ra'd ontmoetend, vervolgde hij met groo-
a^dad w®.. Hf1 p3311,03 330 bet statl0n brackt. dan natuurlijk, dat zijn gedachten zich ten mst„behalve als, dat zou zijn af
geweest 2«jn. „ik zal hier blijven slapen. Ik heb het zouden wenden tot Claire, die hij in de te 'eiden uit een diepe genegenheid voor
r "Lff1 zal »k «e alle tien zoeken, zei gevoel dat de waarheid, ils die ooit aan opwinding der laatste uren bijna verge- haar."
u' Z C tlUn oieetroondc het HcHt komt, hier uit het huis za1 moe- ten was. Nu echter begon haar verdwij- Gerald boog het hoofd voor deze
wd hJTvJe^'^n' m0et °°k te"^-0mea' K J U 'Hng even 2W33r op te drukk0«' openhartige erkentenis en de Wijkbaar