Van het Vaticaan. BUITENLAND BINNENLAND «•ff Tweede Blad 26 Juli 1923 KLATERGOUD De vrede van Lausanne; de indruk in Engeland en Turkiie. Een rede van Baldwin over de Britsche financiën. Een ontwerp-overeen- komst over Memel is tot stand gekomen. Onder de Telegrammen: Opheffing van het verkeersverbod tusschen het bezette gebied en het overige Duitsch land. Een rede van Lloyd George. Ontevredenheid in Engeland over het lange dralen van Frankrijk ten opzichte der nota van antwoord aan Duitschland. De Britsche troepen zullen uit Irak worden teruggetrokken. FRANSCHE POLEMIEK TEGEN LLOYD GEORGE. GEM. BUITENL. BERICHTEN, ORDE EN ARBEID. KERK EN SCHOOL BINNENLANDSCM NIEUWS. FEU-ILLETON I DE VATICAANSCHE MISSIE- TENTOONSTELLING. Men schrijft ons uit Rome: Voor het jubeljaar 1925 zal de Vaticaau- sche Missietentoonstelling tot dewelke onze Nederlandsche Kardinaal het initiatief heeft genomen, geheel gereed zijn, De laatste af levering van de Acta Apostolica Sedis, offi cieel orgaan van den H. Stoel gaf het rond schrijven door Z. Em. Kard. Van Rossum, Prefekt der Propaganda, gericht tot alle Apostolische Vicariaten en Prefecturen, als mede aan de Oversten der missies over de te houden tentoonstelling. In een tweede circulaire, gericht aan de kloosterorden en die missies en aan de nissiecongregaties, verzocht de Kardinaal ;en lid hunner instelling te benoemen om voor elke orde of instelling de tentoonstel ling voor te bereiden. De meesten hunner hebben dit reeds gedaan en naar men nu reeds kan oordeelen, zal de missie-tentoon stelling een groot succes worden. Een succes ook in de wereld der geleerden, daar het Comiteit, ter voorbereiding door Kard. Van Rossum benoemd, een commissie heeft in gesteld, welke landkaarten, schriftelijke ge gevens, tijdschriften en andere drukwerken en vlugschriften over en voor de missies zal verzamelen en rangschikken. Deze verzame ling zal het geleerde gedeelte vormen der tentoonstelling en ondergebracht worden in de galerij der inschriften in het Vaticaan. Een ander gedeelte der tentoonstelling komt op het binnenhof van den pijnappel, terwijl verschillende tentoonstellingsgebouwen zul len verrijzen in de Vaticaansche tuinen, en daar ook negerdorpen zullen aangericht wor den. De tentoonstelling zal naar de wereld- deelen ingedeeld worden en zoodoende een geheel overzicht geven over het missiewezen in de wereld. De H. Vader, die levendig be lang stelt it\ de tentoonstelling, heeft beslo ten na de tentoonstelling een missie-biblio theek aan te leggen, waar alles wat op mis sie-gebied wordt uitgegeven, ondergebracht zal worden. DE VREDE VAN LAUSANNE. De Engelsche afvaardiging is Dinsdagavond Vertrokken. De anderen zijn gisteren gegaan, behalve de Turken, die blijven zullen tot de onderhandelingen met den Amerikaanschen vertegenwoordiger ten einde zijn. De teekening van den vrede is plechtig gevierd met het luiden van de kerkklokken. Ter gelegenheid van het teekenen van den vrede zijn te Konstantinopel de vlaggen uit gestoken. Het volk houdt groote vaderlands lievende betoogingen. Moestafa Kemal heeft een telegram met gelukwenschen aan Ismet pasja gezonden. De Amerikaansche vloot is van Konstan tinopel vertrokken. Het nieuws van de teekening van het vre desverdrag met Turkije is te Londen met een gevoel van ware opluchting ontvangen. Men is het er over eens, dat vergeleken met bijna ieder verdrag in de moderne geschie denis, het verdrag van Lausanne een model s van edelmoedigheid en rechtvaardigheid :n de bladen brengen de woorden van lord Curzon in herinnering, die bij het aanbieden van het ontwerpverdrag in Januari verklaar de, dat het zich zonder vrees kon verant woorden tegenover de openbare meening. Niet dat de pretentie wordt gekoesterd, dat de in dit verdrag getroffen voorzieningen ideaal zijn, maar het verdrag wordt be schouwd als 'te zijn van groote historische beteekenis en als mischien het begin van een nieuw tijdperk ten opzichte van de Engel sche betrekkingen met Turkije. Men vindt het gepast, dat Engeland, dat zooveel Mo- hammedaansche onderdanen telt, een ver drag onderteekend heeft, dat op zulk een afdoende wijze de onafhankelijkheid van Turkije erkent. Er is hier en daar twijfel ge rezen met betrekking tot de toekomst van het nieuwe regime, maar aan alle kanten .vordt de hoop gekoesterd, dat wijze staats lieden Turkije te hulp zullen komen en het vertrouwen zullen rechtvaardigen, hetwelk in het verdrag ligt opgesloten. De Daily Telegraph zegt, dat van alle sta ten die bij het vredesverdrag belang hebben, Engeland misschien wel met het grootste vertrouwen zal kunnen toezien op den gang van zaken in het naburige- en midden-Oos ten in de komende jaren. Dat het verdrag van Lausanne een belangrijke regeling heeft bereikt kan thans nog niet worden beweerd, doch als een compromis in uiterst moeilijke tijden moet men het tenminste de kans geven zijn eigen gebreken tè herstellen en gelegen heid om te bewijzen, dat de geleverde kri tiek onjuist is geweest. Waar het bedoelt een dam op te werpen tegen eenige van de ern stigste slaafsche toestanden uit den moder nen tijd, kan dit verdrag de inluiding zijn van een nieuw tijdperk in de betrekkingen tus sen Oost en West. UIT HET BEZETTE GEBIED, De Franschen leggen te Hohensyburg en te Westhofen bomvrije schuilplaatsen aan. Zij richten prikkeldraadversperringen op, terwijl ook de oevers van de Roer met prik keldraad worden afgezet. De Schupo heeft bevel ontvangen zich uit Schwerte terug te trekken. Nu de door spoorwegpersoneel bewoonde wijk tengevolge der vele uitzettingen bijna geheel leeg staat, heeft de Fransche over heid 60 woningen ter beschikking van het gemeentebestuur gesteld ter voorziening in den woningnood. Het gemeentebestuur heeft dit aanbod echter van de hand gewezen. De politie-president van Dortmund is we gens het niet opvolgen van de bevelen der bezettingsoverheid tot 1 jaar gevangenisstraf veroordeeld. Hoewel het bericht, dat de afsluiting tus schen het bezette en onbezette gebied in den nacht van 26 op 27 Juli ingetrokken zal wor den, niet tegengesproken is, waarschuwt het ministerie voor de spoorwegen het publiek om niet te vroeg een reis van het onbezet naar het bezette gebied te ondernemen, daar de termijn misschien nog wordt verlengd, waardoor de reizigers in groote moeilijkhe den kunnen komen, evenals dit op 15 Juli het geval is geweest. Aanbevolen wordt, eerst op reis te gaan, als officieel is bekend gemaakt, dat en onder welke voorwaarden het reizen weer geoorloofd is. De Franschen hebben den opper-regeerings- raad Stahler te Spiers gevangen genomen en hem in de gevangenis te Landau opgesloten, omdat hij had geweigerd Fransche spoorweg- patroeltjes door Duitsche politie te doen vergezellen. Na de uitzetting van de regeeringspresi- dent was Stahler het hoofd der regeering van de Palts. STANLEY BALDWIN OVER DE BRITSCHE FINANCIËN. De eerste-minister van Engeland heeft in eene bijeenkomst van Londensché bankiers en kooplieden een rede gehouden waarbij hij stilstond bij de krachtige pogingen tot bezui niging sedert het einde van den oorlog. Se dert het eerste jaar van den vrede waren de uitgaven teruggebracht van tweeduizend mil- lioen tot iets meer dan 880 millioen pond sterling. Het personeel van de regeerings- bureau's was dusdanig ingekrompen, dat het thans slechts nog 10 percent hooger was dan het Aantal van voor den oorlog. Voorts zeide hij, naar aanleiding van het feit dat ongeveer de helft van de inkomsten gebruikt wordt voor de betaling van interest voor de schuld, dat men in drie jaar het zoo ver gebracht heeft om uit de inkomsten de schuld met 450 millioen pond sterling te verminderen. Sinds den wapenstilstand heeft Engeland ongeveer zijn vlottende schuld gehalveerd. Deze schuld bedroeg bij het einde van den oorlog 1500 millioen pond. Baldwin verklaarde nog dat hij niets onbe proefd zou laten om een regeling van de schadeloosstelling te bewerken. succes van zijn wapenen en dat het zooveel het kon verwezenlijkte bij het terugtrekken van zijn troepen toen het de Fransche mijnen onder water zette en Frankrijks economische materiaal vernietigde. Door de politiek, die Lloyd George en zijn geestverwanten trachten te doen slagen zijn zij onbewust tegen hun eigen land aan het werk. Wanneer men Duitschland be vrijd van zijn binnenlandsche schuld door de depreciatie van de mark, ontlast boven dien van de vergoeding en beter uitgerust dan eenige andere natie Europa econo misch overheerschte, dan zou Groot-Bri- tannië aan den rand van den afgrond staan en niemand zou het kunnen beletten daarin te storten. Het Journal des Débats verbaast zich erover, dat zoo weinig Engelschen in staat zijn dit te zien en al schrijft het blad aan het kabinet-Baldwin stellig niet de in zichten van Lloyd George toe, het feit, dat dit blijft aandringen op het instellen van een commissie, die de betalingscapaciteit van Duitschland moet schatten, bewijst dat het kabinet een verkeerde opvatting van den toestand heeft. Komende tot de besprekingen, die er tus schen Parijs en Londen over de jongste Engelsche dokumenten te wachten staan, zegt het Journal des Débats: Op dit oogen- iblik moet de eerste zorg van de Fransche regeering zijn, dat zij, alvorens te antwoor den op de Britsche mededeelingen, eerst zich ten volle moet verstaan met het Brus- selsche kabinet. Er moet niet het geringste meeningsverschil zijn tusschen België en Frankrijk. Meer dan ooit gaat de vèiligste weg van Parijs naar Londen over Brussel. Het bestaan van een Fransch-Belgische en tente is de voorwaarde voor een schikking met Engeland. De Débats meent, dat men zelfs kan zeggen, dat van deze entente het succes van heel de Fransche herstel-politiek afhangt. DE BRITSCHE POSTERIJEN. De Engelsche postmeester-generaal heeft in het Lagerhuis meegedeeld dat de post in het afgeloopen jaar een batig saldo van 534 millioen had opgeleverd. DE STAKINGEN IN POLEN. Thans zijn ook de Poolsche bouwvakar beiders tot staking overgegaan. Hun eischen zijn gelijk aan die van de metaalbewerkers. Men hoopt echter dat deze staking spoedig bijgelegd zal worden. In de staking van de metaalbewerkers is nog geen verandering gekomen. Alle fabrieken, met uitzondering van enkele kleine, liggen stil. Alleen in de staatsfabrieken, waar de eischen ingewilligd zijn, wordt gewerkt. MEMEL. De onderhandelingen betreffende de rege ling van de positie van de stad en de haven van Memel hebben tot resultaat gehad, dat er een ontwerp-overeenkomst is opgesteld, waarover de gezantenraad zich Vrijdag zal uitspreken. DE DIAMANTSLIJPERIJ TE BRIGHTON. Toen Barlow, de Engelsche minister van arbeid, Dinsdagavond laat in het Lagpr- huis een credietaanvraag indiende in ver band met het wetsontwerp betreffende de nationale diamantslijperij, welk ontwerp tot strekking heeft de fabriek te Brighton in stand te houden met een beperkte regee- ringsgarantie, kwam daar verzet tegen van de banken der liberalen en der regeerings- partij. Na een korte beraadslaging herinnerde Barlow aan een mededeeling van Baldwin vroeger op den dag, volgens welke de re geering net wetsontwerp alleen zou hand haven, indien het geen bestrijding zou vin den. De loop van de beraadslaging had het, zeide Barlow, wenschelijk gemaakt, de ,ge,- dachtenwisseling te verdagen. Mogelijk zou men later op de zaak terugkomen. Te Keulen is Dinsdag een groote vrou- wenbetooging gehouden. De duizenden deel neemsters hebben besloten tot de vrouwen in het buitenland een oproep te richten ter leeniging van de nooden in het B. G. Naar Wolff meldt heeft de Duitsche politie Dinsdag in den D-trein van Berlijn bij de pascontrole tusschen Arnsbcrg en Freudenberg een geheim koerier van het Fransche gezantschap te Berlijn, die ook als verspieder dienst deed, gevangen ge nomen. Koningin Victoria is gisteren in Zwe den teruggekeerd van haar reis naar Italië en Baden-Baden en gaat naar haar zomer residentie Solliden op het eiland Seeland. F.en Duitsch eskader, bestaande uit een slagschip, een gepantserden kruiser en 11 torpedobooten brengt heden een bezoek aan het Zweedsche marine-station Karlskrona. Angèle Laval, de schrijfster van ano nieme brieven te Tulle, die zooveel onheil hebben aangericht, vertoont teekenen van zinsverbijstering. Zij is ter observatie in een zenuwlijdersgesticht geplaatst. Het Journal des Débats komt terug op de Zondag door Poincaré te Villers-Cotterets uitgesproken redevoering, waarin de minis ter-president geantwoord heeft op de Maan dag te voren door Lloyd George in het Lagerhuis gedane „ongewone uitlatingen", zooals het blad het uitdrukt. Lloyd George, zegt de Débats, heeft zich verrast en bijna geërgerd betoond over de zorg door Frank rijk aan het herstel van zijn verwoeste in dustrie besteed. George, die de economische ontwikkeling van Duitschland een gunstig verschijnsel acht voor de geheele wereld en voor zijn land in het bijzonder, heeft de opleving van Frankrijk als een gevaar voor Groot-Brittannië geschilderd. Hij heeft het „vermakelijk" genoemd, dat Frankrijk, terwijl het zijn verwoeste gebied herstelt, zich kan beklagen over de door de regeering te Ber lijn gedane weelderige uitgaven. Lloyd George verwondert zich erover, dat Frankrijk het herstelwerk in eigen land met verstand heeft uitgevoerd, gebruik makend van den vooruitgang, dien er de laatste jaren op mechanisch gebied verwezenlijkt is en hij vindt het koddig, dat Frankrijk een ver schil ziet tusschen zijn positie en die van de Duitschers. Dergelijke verklaringen, meent de Déibats, wijzen of op een geestesafdwaling of op opzettelijke kwade trouw. Feitelijk erkent Lloyd George, zegt het blad verder, dat naar zijn naïeve of perfide opvatting het zegevierende Frankrijk zich thans zelf moest leenen tot de toepassing van het pro gram van vernietiging, dat Duitschland heeft ontworpen toen het nog geloofde aan het Oeser, de rijksminister van binnen landsche zaken in Duitschland, heeft in een brief aan de regeeringen der bonds- s,'staten gewezen op de mogelijkheid van ern stige incidenten op 29 Juli, den door de communisten georganiseerden anti-fascisten dag. De minister verzoekt den regecringen alle noodige maatregelen te willen treffen om de orde en de rust te handhaven. In het bijzonder verlangt hij dat de bepalingen over het dragen van wapens in acht wor den genomen. Hij verzoekt den regeeringen alle vergaderingen en betoogingen dien dag te verbieden. Severing, de Pruisische minister van bin nenlandsche zaken, heeft reeds alle open- luchtbetoogingen op 29 Juli verboden, en dit verbod gemotiveerd door te wijzen op de ernstige incidenten die de laatste dagen nog te Frankfort hebben plaats gehad. De belasting op de verteringen in res taurants en koffiehuizen in Denemarken, heeft in het eerste heffingsjaar 18,826,584 kronen opgebracht. Ongeveer de helft van dit bedrag is te Kopenhagen ontvangen. Daar de belasting 10 pet. bedraagt, is naar deze heffing berekend, in de hoofdstad on geveer 100 millioen kronen in restau rants en koffiehuizen verteerd. De internationale luchtvaarttentoon stelling te Gothenburg wordt bezocht door zeer veel belangstellenden. De Engelsche minister van luchtvaart, Sir Samuel Hoare, komt in het begin van Augustus per vlieg tuig naar Gothenburg. JAARBOEK R.K. VAKBEWEGING. liet 18de Jaarboek van de R.K. Vakbe weging is verschenen. Het heeft betrekking op den omvang en de werkzaamheden van het Bureau voor de R.K. Vakorganisatie ge durende het jaar 1922. De inhoud van 170 pagina's zegt voldoen de, van welken omvang die werkzaamheden zijn geweest. In de „Inleiding' wordt geconstateerd: er moeien heel veel leden, zelfs afdieelingsibe- sturen zijn geweest, <fie in 1922 met betrek king lot hun organisatie heet, noch koud wairen. „Hoe zouden wij anders moeten verklaren den terugloop van het ledental; 28.971 per sonen verlieten onze gelederen. Dat waren zij, die tijdens hun lidmaatschap noch heet, noch koud waren. De menschen, die zonder eenig idealisme lol de Vakbeweging zijn toegetreden en ook tijdens hun lidmaatschap zich alleen „warm" maakten voor hun werk- ioozenuitkcering. „Hoewel natuurlijk wordt betreurd, dat zoovelcn blijkbaar de groote culturcele be teekenis van onze Vakbeweging niet hebben weten te waardeeren, wil dat toch geenszins zeggen, dat door het heengaan van zoovelen onze beweging aan wezenlijke beteekenis heeft verloren. „De Kafhoflliëke Vakbeweging is kernger zond! „Dat getuigt haar optreden in 1922. „Gelijk werd voorzien, zou het aantal conflicten toenemen. Welnu, in 1922 heeft onze Vakbeweging getoond, waartoe zij in staat was. Wij denken aan een aantal groote conflicten, aan den strijd in de Metaalindus trie, aan de uitsluiting in de Texlielindus- strie, aan de groote conflicten in de Tabaks- nijverheid',. aan de actie in de Bouwbedrij ven en de Steenindustrie eh aan nog tal van andere acties, waaraan de .Vakbonden geza menlijk 768.284.7834, dus bijna acht ton goud besteedden! „Onze Vakbeweging is kerngezond. Dat blijkt, ondanks de crisis en ondanks de groote uitgaven, uit de vermeerdering van haar vermogen. Was dit het vorig jaar f 1.175.533.5034, op 31 December bedroeg het 1.437,558.76. Aan de werkloozen werd een bedrag uitgekeerd, groot f 3.857.836.22, dus bijna vier millioen. „Onze Vakbeweging is kerngezond. Dat 'blijkt ook uit de pogingen, welke in den loop van 't jaar gedaan zijn om de orga nisatie te vervolmaken. Er werd besloten den organisato rise hen bouw van ons Bureau zóó te wijzigen, dat de gecenlraliscrde Vak beweging zoo mogelijk nog meer aan haar doel zou kunnen beantwoorden. „Er is daarnaast met kracht gewerkt om plaatselijk een behoorlijk organisatorisch verband te brengen tusschen de Vakaf iee- Mngen om daarmee te doen. aansluiten het contract met het Vakbureau. Nu wij een zwaren tijd tegemoet gaan, is één van de middelen om de arbeiders te helpen en te beschermen een geperfectionjieerde organi satie. Een toestand, waarbij plaatselijk de eene afdeeling zoo goed als los staat van de andere, kan niet bestendigd worden, even als er verband moet zijn tusschen die gecen traliseerde afdeêlingen en de nationale Cen trale. Deze, voor de arbeiders allergewich tigste kwestie, kwam in 1922 nog niet ge heel tot oplossing; in 1923 zal, hopen wij, een bevredigende regeling kunnen getroffen worden. „Onze Vakbeweging is kerngezond. Dat blijkt ook uit de sympathie, welke men voor haar in het Katholieke kamp en daarbuiten heeft. „In 1922 bestond het Vakbureau 1234 jaar. Hoewel bekend was, „dat er niets van zou worden gemaakt", kwam een stroom van gelukwenschen los. Het was bij die ge legenheid, dat een van Neerland's eerste Ka tholieke Staatslieden seinde: „beste wen- scben met schitterend verledlen en voor nog glansrijker toekomst!'' „Wij mogen in dit inleidend' woord wel zeggen, dat wij die toekomst met vreezen, integendeel, wij dragen de rots-vaste over tuiging in ons rond, dat het eigenlijke groote werk van de Vakbeweging pas begonnen is. Wat lot nu toe geschiedde was slechts voor bereiding; de grond werd geploegd, er werd gezaaid, nu is de tijd op komst waarin de rijpe vruchlen in volle heerlijkheid en pracht zullen gaan prijken, In 1921 zal het Vakbureau zijn 3e lus trum vieren. Wij houden het voor zeker, dat bij die gelegenheid opnieuw zal blijken, dat onze Vakbeweging een zoodanige plaats in de sociale beweging van Nederland in neemt, dat met reden kan worden verwacht, dat zij ook in de toekomst het hare ertoe zat weten bij te dragen om te bewerken, dat onze Maatschappij in solidaristischen geest gereorganiseerd wordt." Tot zoover de inleiding van dit jaarboek dat verder een nauwgezet en volledig over zicht geeft van de geschiedenis der R.K. Vakbeweging in 1922. BEDEVAART NAAR ROERMOND. Op 7, 8 en 9 Augustus vertrekt voor den 40sten keer de Amsterdamsche Bedevaart naar de Zoete Lieve Vrouw te 's-Hertogen- bosch in 't Zand te Roermond. De prijs der spoorkaartjes bedraagt voor de pelgrims 9 en voor de kinderen tot 18 jaar slechts 4. Wie aan deze bedevaart deel wil nemen kan zich wenden tot den directeur L. Loos, C. S.S. R„ Keizersgracht 218, Amsterdam, TEGENSPRAAK NOODIG. Onder dit hoofdje schrijft „De Standaard": In de Memorie van Toelichting behoorende bij het wetsontwerp betreffende de lijkver branding, schreven dc Ministers van Binnenl. Zaken en van Justitie: dat volgens de Begra feniswet elk overleden persoon moet worden begraven; dat door de wet niemand met de naleving van deze verplichting is belast en dat van deze leemte gebruik wordt gemaakt om de lijkverbranding, schoon door de wet uitgesloten, toe te passen. De lijkverbranding door de wet uitgeslo ten; dus in strijd met de wet. En nu meldden ons de bladen, dat de Re geering, die dit schreef, zich deed vertegen woordigen bij de haars inziens dus onwet tige verbranding van het stoffelijk over schot van Louis Couperus en dat namens haar bij die gelegenheid een hoofdambtenaar het woord voerde. Wij kunnen niet aannemen, dat dit bericht juist is; dat de Regeering op die manier haar sanctie zou hebben gegeven aan wetsschen- nis; en wachten dus tegenspraak van het dagbladbericht. K .S. A.-REIZEN NAAR ROME. Er is tot omstreeks 20 Augustus nog ge legenheid om zich aan te melden tot deel name aan de K, S, A.-reizen naar Rome en Italië, welke 8 September aanvangen. Het zal echter ten zeerste op prijs gesteld wor den, indien men zich zoo spoedig mogelijk opgeeft. Inlichtingen verschaft gaarne het Centraal Bureau der K. S. A. te Leiden, mits 10 ct. aan porto wordt bijgevoegd. SCHRIFTELIJKE CURSUSSEN IN STAATSINRICHTING. Voor gemeenteraadsleden en anderen, die een geordende kennis willen verwerven van de grondbeginselen der Nederlandsche Staatsinrichting vangt 15 September a.s. een schriftelijke cursus aan, welke wordt geor ganiseerd door het Centraal Bureau voor de K. S. A. in Nederland te Leiden. Het pros pectus wordt op aanvrage aan belangstel lenden toegezonden. HET KATHOLIEKE CURSUSWEZEN. Het is nu de tijd, waarin de verschillende plaatselijke vereenigingen zich alom opma ken, ten einde een winterprogratnma voor hare leden te ontwerpen. Plannen worden beraamd om door dezen of genen spreker een voordracht te doen houden. Ontwikke lingscursussen worden voorbereid. Thans zij het aan de K. S. A. vergund bij allen, die gemoeid zijn met de organisatie dezer zaken, nog eens in de herinnering te rug te roepen het verloop der bijeenkomst, welke op 24 October j.l. op initiatief van het Dagelijksch Bestuur der K, S. A. plaats had, van vertegenwoordigers van den Ned. Boe renbond, den Ned. R. K. MiddenstAdsbond, de Federatie van Diocesane Werkliadenver- eenigingen, het R. K. Vakbureau, d\Kath. Jonge Werkgeversvefeeniging en den Bond van R. K. Volksuniversiteiten. Men was daar bijeengekomen om te be spreken de werkelijk gebleken behoefte om meer eenheid, systeem en concentratie te brengen in de talrijke soms overtalrijke cursussen, die door onderscheiden ver eenigingen worden gegeven. Samenwerking en onderling overleg tus schen de verschillende cursusgevende ver eenigingen werd van groot belang geacht met het oog op het bezoek der cursussen, het vinden van geschikte leiders, de bestrijding der kosten en het systematisch werken. Het ontbreken van deze samenwerking openbaart zich in menige stad door het verschijnsel, dat te gelijkertijd door verschillende veree nigingen vaak met moeite voorbereide cur sussen slechts zeer matig plegen bezocht te worden. Het Centraal Bureau voor de K. S, A. in Nederland vestigt thans nogmaals met na druk aller aandacht op deze zoo belangrijke aangelegenheid, en hoopt vurig, dat het nieu we cursusseizoen, dat straks voor de deur staat, reeds duidelijk het effect moge toonen van den wens'ch naar vereenvoudiging. Want waarlijk, bij ons Katholieken is de vrije volksontwikkeling gelukkig rijk ontwik keld, doch helaas niet zelden al te zeer ver snipperd, met al de nadeelige gevolgen van dien. Efficiency, versobering ten aanzien van cursussen en vergaderingen zónder ook maar eenigszins schade te doen aan de goede re sultaten, moet geenszins een holle mode leus worden geacht. Het is een kerngezond denk beeld, dat, naar plaatselijke omstandigheden met beleid in toepassing gebracht, tijd, geld en krachten kan vrijmaken voor zooveel an der nuttig werk, waaraan handen te kort ko men. Laat nu ieder belanghebbende eens in eigen kring rondzien in hoeverre en op wel ke wijze daar iets kan worden gedaan in deze richting. DE KWESTIE DER MINISTERIEELE VERANTWOORDELIJKHEID. Het Initiatielvoorstel-Scbaper ingetrokken. Blijkens de Memorie van Antwoord op hef voorloopig verslag der Tweede Kamer be treffende het wetsvoorstel-Schaper tot het aanvullen van de wet van 22 April 1855, hou dende regeling der verantwoordelijkheid van de hoofden der minisleriëele departementen, doet het den voorsteller leed, dat zijn wets ontwerp geen beter onthaal heeft gevonden. Hij kan zich niet ontveinzen, dat een poging, als door hem gedaan, gezien het „vrij alge- meene" oordeel van hen, die aan het afdee- lingsonderzoek deelnamen, zoo goed als geen kans van slagen heeft. Hij kent uit zijn par lementaire ervaring te goed het lot van een initiatief-voorstel, dat op deze wijze wordt ontvangen. Ofschoon hij volstrekt niet over tuigd is van het onjuiste der strekking van het gedane voorstel, acht hij zich in de ge geven omstandigheden niet gerechtigd, ten aanzien van dit ontwerp meer. tijd en arbeid van de Kamer in beslag te nemen, waarom hij het wetsvoorstel intrekt. MINISTER AALBERSE. Naar de „Msb." verneemt, is Minister Aai- berse reeds eenigen tijd ongesteld, zoodat hi zijn werkzaamheden op het departement niet kan verrichten. DE VLOOTWET. Uit New-York wordt aan het „Hbl." ge» seind, dat de (New-York) Times, die de Ne« derlandsche vlootplannen bespreekt, in over weging geeft dat Nederland zijn maritieme belangen in een oorlog in de Stille Zuidzee met de Amerikaansche slagvloot zal verbin den, .Het blad wijst er op, dat Singapore, dal volgens de woorden van lord Grey tegen niemand versterkt wordt, de houding van Engeland in de herinnering roept, 't welk in den Napoleontischen oorlog de Nederland sche koloniën vermeesterde, z.g. uit voor zorg. DE HERZIENING DER SOCIALE VERZEKERING. Het standpunt der R .K. geversorganisaties. Werk- Zaterdag 21 Juli vergaderden het hoofd bestuur der Algemeene R. K. Werkgevers- vereeniging en het Bestuur van het R. K. Verbond van Werkgeversvakvereenigingcn onder voorzitterschap van den heer J, P. J. Asselbergs over het standpunt, dat ge noemde organisaties zouden moeten in nemen over de vraagpunten betreffende de herziening der sociale verzekering, welke dcor den Minister van Arbeid aan den Hoogen Raad van Arbeid zijn voorgelegd en welk standpunt aan den Hoogen Raad van Arbeid zou worden kenbaar gemaakt. De drukbezochte vergadering werd onder meer bijgewoond door de heeren Emile van Oppen en Dr. L. G. Kortenhorst, resp. lid en plaatsvervangend lid van den Hoogen Raad van Arbeid, terwijl het onderwerp zelf werd ingeleid door den heer Mr. C. P. M. Romme, als rapporteur van een studie commissie, die zich meer in het bijzonder onledig heeft gehouden met de kwestie der sociale verzekering te bestudeeren. Tevoren hadden de R. K. Werkgevers organisaties zich op de hoogte gesteld van het oordeel der andere werkgeverscentra- len en van dat van het R. K. Vakbureau en van de R. K. Middenstandsfederatie. De vergadering heeft zich niet willen be palen tot beantwoording van de vraagpun ten, die weldra in den Hoogen Raad van Arbeid behandeld zullen worden en die reeds door de Commissie XI uit dien Raad zijn bestudeerd. Men wenschte zich allereerst rekenschap te geven van de vraag, of door de in uit zicht gestelde vereenvoudiging van dc so ciale verzekeringen, de Katholieke beginse len omtrent dit onderwerp zoo al niet ver laten, dan toch sterk aangetast zullen worden en vervolgens of inderdaad door de ontworpen plannen een belangrijke be sparing op de kosten der uitvoering ver kregen zou worden. Wat dit laatste betreft, wenschte de ver gadering haar eindoordeel afhankelijk te stellen van het cijfermateriaal, dat onge twijfeld bij de verdere uitwerking van het door de Regeering gekozen systeem niet achterwege kan blijven. Zoolang de ge heele organisatie van de sociale arbeiders verzekering niet in een concreet en in onderdeden uitgewerkt organisatieplan be lichaamd is, kan geen afdoend en voor elk bevredigend antwoord worden gegeven en zullen de bestaande meeningsverschillen moeilijk tot oplossing gebracht kunnen worden. Wat de beginselvragen betreft, knoopt» de vergadering haar beschouwingen vast aan twee onderdeelen van het vraagstuk der sociale verzekering nl. de individuede rentebetaling en de premiebetaling. Dit laatste onderdeel van het probleem wordt in het rapport van Commissie XI niet behandeld, doch juist ging de vergade ring op dit punt wat dieper in. Bij de bespreking hierover werd als be ginsel aanvaard dat de premie voor de arbeidersverzekering te beschouwen is als een deel van het arbeidsloon, waarop der halve de arbeider recht heeft. Uit dat oogpunt beschouwd is het in theorie althans betrekkelijk onverschillig wie de premie voor de verzekering betaalt: de ar beider, de werkgever, of beiden. Van den anderen kant echter dreigt het groote ge vaar, dat wanneer de werkgever de volle premie betaalt het besef der economisch» en sociale zelfverantwoordelijkheid bij deB arbeider verloren gaat. Het ideaal zou na tuurlijk zijn, dat alle arbeiders vrijwillig een deel van hun loon afzonderden voor de premiebetalingen der verzekeringen, doch van dit ideaal is men in ons land steeds ver der verwijderd geraakt. Nu niet te verwachten is, dat de arbeiders Naar het Engelsch, lijk jeugdige grootmama. Zij versmaadde zelfs de voor ouden van dagen zoo wel dadig verwarmende mantille een wit kanten doek op den rug vastgemaakt omsloot het met blauw atlas gevoerd en een kanarievogel er in. „Neen, Henriette 1" riep Flora drifüg, toen het vogeltje zijn nest verliet en als n bovenlijf en van onder een rijk gegarneerd pijl door het vertrek vloog. „Dat wil ik vol- bovenkleed kwam de lange paarlgrijze sleep strekt niet hebben. Gij kunt uwe menagerie „Dat zegt Bruck, maar de familie spreekt er geheel anders over." Zij hield de hand tegen haar slapen, als dreigde haar hoofd te breken. „Toen het bericht kwam, Mau- rits, van het ongeluk op den molen, toen ben ik wanhopend naar buiten geijld en heb daar lang heen en weer geloopen. Overal, in alle standen en kringen, was de oude in den uitslag der operatie. Laat het waar zijn zooals gij zegt, dat hij niet onmiddellijk on der Brack's handen gestorven iswie er verstand van heeft zal met alle recht beweren, dat de krachtige, ijzeren natuur van den mo lenaar zijn strijd slechts wat langer heeft gemaakt, dan die duren zou bij ieder ander. Wilt gij als leek dat beter weten Kom er maar rond vooruit, dat gij er ook zoo over denktMen kan het immers wel zien aan de doodelijke bleekheid van uw gelaat." Op dat oogenblik ging er een zijdeur open en vertoonde zich de weduwe van den pre sident Urach op den drempel. Trots haar zeventig jaren kon men van haar zeggen, dat Zij schier zwevende het vertrek binnen kwam trol* M- zeventig iaren was zij een w ^ader- voor den dag. Over haar grijsachtig, hier en daar nog het oorspronkelijk blond vertoonend ha't, was, op haast sluierachtige wijze, een ;ull n blonde verspreid, wier lange einden h;l; en kin, die onverbiddelijke verraders van ce.i bejaarden leeftijd, schier geheel be dekten. Zij kwam niet alleen. Naast haar sloop een zonderling schepsel de kamer in, een kleine, ineengedrongen gestalte, wel niet bepaald ongeëvenredigd in haren bouw, maar toch bijzonder klein en buitengewoon mager. En op dien kleinen, mageren romp zat het sterk ontwikkeld hoofd eener jonge dame van omstreeks vierentwintig jaren. De drie vrouwengezichten vertoonden een nn denzelfden familietrek en dadelijk be speurde men gelijkenis tusschen de groot moeder en de kleindochtershet edele, regelmatige profiel was bij de jongste alleen iets meer langwerpig en de kin kwam breeder en krachtiger voor den dag. Zij zag er zieke lijk uit en hare lippen waren blauwachtig wit. Door het blonde haar had zij een vuur rood fluweelen lint gevlochten, terwijl zij geheel in een smaakvol toilet gekleed was Alleen was het wel eenigszins vreemd, dat zij op de plaats, waar de dames anders de net- buiten mijne kamer laten „Ik bid u, Flora, Hans heeft noch olifants tanden, noch horens o« zijn kopje hij doet wezenlijk geen kwaad,antwoordde de kleine dame op zachtmoedigen toon. „Kom, Hansje, kom," lokte zij het vogeltje, dat boven op de kast was gaan zitten. Dadelijk vloog het naar haar toe en zette zich op haren hem toe gestoken wijsvinger. Flora keerde zich om en haalde de schou ders op. „Ik begrijp u en de anderen daar volstrekt niet, grootmama," zei ze scherp. „Hoe kunt gij die kinderachtigheden van Henriette verdragen, zij zal nog heele dui ven- en kraaiennesten in uw salon brengen." „Wel zeker, en waarom niet, Flora zei de kleine lachende en vertoonde daarbij te gelijk een rij fijne, hagelwitte tanden. „De goede lieden moeten het immers ook wel verdragen, dat gij met een pen achter het oor loopt en altijd zakken vol geleerdheid achter u aansleept „Henriette 1" riep de oude dame streng- Er lag iets zeer hoofsch in al de bewegingen dier dame, en in de manier waarop zij den handelsraad de hand reikte, was vriende lijke hartelijkheid niet te miskennen, maar daarnevens bespeurde men toch onwillekeu- te «asch hangen, een gevlochten korf ie drtvg rig iets wat van nederhuigine so«",k. „Wij hoorden daarboven, dat gij eindelijk thuis waart gekomen, Maurits. Moeten wij nog lang op u wachten vroeg zij met vriendelijke, weeke vrouwenstem. Tien minuten geleden had hij het bepaalde plan zijn rok aan te trekken en naar het salon te gaan nu antwoordde hij langzaam en aarzelend „Lieve grootmama, ik wilde u laten vragen, om mij voor vandaag te veront schuldigen- de geschiedenis op den mo len „Nu ja, die geschiedenis is treurig genoeg maar daarom behoeven wij er niet onder te lijden 1 Ik weet niet wat ik aan onze vrien den zeggen zal." „Maar zij zullen toch wel niet zoo traag van begrip zijn, die goede vrienden, om niet te begrijpen, dat de grootvader van Kathe gestorven is," riep Henriette, terwijl zij het hoofd even achterover boog zij stond voor de boekenkast en scheen bezig te zijn met de titels te lezen. „Henriette, ik verzoek vriendelijk, van uwe wijsneuzige op me kingen /erschcond te blijven," zei mevrouw Ura^,. „Mijnentwege moogt gij dat vuurroode lint wel uit uw haar doen, want Kathe is uw halve zuster, maar Maurits en ik zijn volstrekt niet van de fa milie officieel hebben wij met het geheele geval niets uit te staan, al kunnen wij er bedroefd over zijn. Ik zou daarentegen niet graag willen, dat de zaak aan de groote klok werd gehangen. Al ware het alleen om Bruck. Hoe minder er over eesoroken wordt, hoe beter het is." „Maar mijn hemel 1 Zijt gij hier dan allen even onbillijk en onrechtvaardig tegen den dokter," riep de handelsraad op wanhopen- den toon. „Daar valt niets, volstrekt niets op hem te zeggen, hij heeft alles gedaan, wat kunst en wetenschap vermochten." „Mijn waarde Maurits, spreek daar eens over met mijn ouden vriend, den genees- kundigen^raad von Bar," viel de oude dame hem in de rede en klopte hem daarbij ver trouwelijk op den schouder, terwijl zij met de oogen een beteekenisvollen wenk maakte naar FlorV, die bij de schrijftafel stond. „O, praat gerust door, grootmama Den! t gij, dat ik blind of onnoozel ben, om mij zelve ook niet te vertellen, wat B ar beweert V riep het schoone meisje met een toon van bitterheid in de stem, en met onwillekeurig sidderende lippen. „Daarenboven heeft Bruck zijn eigen oordeel al uitgesproken, want hij heeft het nog niet gewaagd, mij heden avond onder de oogen te komen." Henriette had met den rug naar de ande ren toe gestaan, doch nu keerde zij zich om. Een oogenblik kleurde een hooge blos haar bleek gelaat, een oogenblik ook maar Het meisje had een wonderbaar schoon en diep oog, een oog vol hartstochtelijken gloed, en dat oog vestigde zich nu met een mengeling van angstigen schrik en gloeienden haat als een vurige ster op Flora. Cf" „Hij zal zich tegen die verdenking wel verdedigen hij komt nog," zei de handels raad blijkbaar veel bedaarder dan straks. „Hii zal zelf u wel vertellen, hoe hij den ge- heelen dag door als het ware voortgejaagd is geworden. Gij weet immers wel, dat hij vele gevaarlijke patiënten in de stad heeft, en daaronder het arme, kleine dochtertje van den heer Lenz, dat van nacht waarschijn lijk nog zal sterven." De jonge dame deed een zacht, maar bitter lachje hooren. „Zal het sterven? Heusch, Maurits?.... Nu, kijk, Bar was hier even bij mij, eer hij naar grootmama ging hij sprak over het kind, dat hij gisteren had ge zien en zei, dat het een heel gewoon, vol strekt niet gevaarlijk geval was, maar.... hij was bang, dat Bruck de zaak verkeerd be handelde. Bar is een autoriteit „Ja, een autoriteit vol gal en nijd riep Henriette met bevende stem. Zij was den handelsraad genaderd en legde hem de hand op den schouder. „Doe toch geen moeite, Maurits, om Flora te bekeeren, gij ziet im mers wel, dat zij haren minnaar met geweld schuldig wil vinden?" „Ik willen 1.. Boosaardig ding 1 Ik had er de helft van mijp vermogen dadelijk voot over, als ik nog over hem denken kon als in de eerste dagen mijner verloving, toen ik zoo trotsch en zoo vertrouwend te gelijk tot Bruck kon opzien," riep Flora hartstoch telijk uit. „Maar sinds den dood van gravin Wallendorf draag ik de kiemen van twijfel, van wantrouwen stilzwijgend in mij om en thans twijfel ik niet meer, ik ben over tuigd De zwakheid van de vrouw, die be minnen kan, zonder er naar te vragen, of de man hare liefde verdient, ken ik niet,.:

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1923 | | pagina 5