Van het Vaticaan.
BUITENLAND
BINNENLAND
«•ff
Tweede Blad
26 Juli 1923
KLATERGOUD
De vrede van Lausanne; de indruk in Engeland en Turkiie. Een
rede van Baldwin over de Britsche financiën. Een ontwerp-overeen-
komst over Memel is tot stand gekomen.
Onder de Telegrammen: Opheffing van het verkeersverbod tusschen
het bezette gebied en het overige Duitsch land. Een rede van Lloyd
George. Ontevredenheid in Engeland over het lange dralen van
Frankrijk ten opzichte der nota van antwoord aan Duitschland. De
Britsche troepen zullen uit Irak worden teruggetrokken.
FRANSCHE POLEMIEK TEGEN
LLOYD GEORGE.
GEM. BUITENL. BERICHTEN,
ORDE EN ARBEID.
KERK EN SCHOOL
BINNENLANDSCM NIEUWS.
FEU-ILLETON
I
DE VATICAANSCHE MISSIE-
TENTOONSTELLING.
Men schrijft ons uit Rome:
Voor het jubeljaar 1925 zal de Vaticaau-
sche Missietentoonstelling tot dewelke onze
Nederlandsche Kardinaal het initiatief heeft
genomen, geheel gereed zijn, De laatste af
levering van de Acta Apostolica Sedis, offi
cieel orgaan van den H. Stoel gaf het rond
schrijven door Z. Em. Kard. Van Rossum,
Prefekt der Propaganda, gericht tot alle
Apostolische Vicariaten en Prefecturen, als
mede aan de Oversten der missies over de
te houden tentoonstelling.
In een tweede circulaire, gericht aan de
kloosterorden en die missies en aan de
nissiecongregaties, verzocht de Kardinaal
;en lid hunner instelling te benoemen om
voor elke orde of instelling de tentoonstel
ling voor te bereiden. De meesten hunner
hebben dit reeds gedaan en naar men nu
reeds kan oordeelen, zal de missie-tentoon
stelling een groot succes worden. Een succes
ook in de wereld der geleerden, daar het
Comiteit, ter voorbereiding door Kard. Van
Rossum benoemd, een commissie heeft in
gesteld, welke landkaarten, schriftelijke ge
gevens, tijdschriften en andere drukwerken
en vlugschriften over en voor de missies zal
verzamelen en rangschikken. Deze verzame
ling zal het geleerde gedeelte vormen der
tentoonstelling en ondergebracht worden in
de galerij der inschriften in het Vaticaan.
Een ander gedeelte der tentoonstelling komt
op het binnenhof van den pijnappel, terwijl
verschillende tentoonstellingsgebouwen zul
len verrijzen in de Vaticaansche tuinen, en
daar ook negerdorpen zullen aangericht wor
den. De tentoonstelling zal naar de wereld-
deelen ingedeeld worden en zoodoende een
geheel overzicht geven over het missiewezen
in de wereld. De H. Vader, die levendig be
lang stelt it\ de tentoonstelling, heeft beslo
ten na de tentoonstelling een missie-biblio
theek aan te leggen, waar alles wat op mis
sie-gebied wordt uitgegeven, ondergebracht
zal worden.
DE VREDE VAN LAUSANNE.
De Engelsche afvaardiging is Dinsdagavond
Vertrokken. De anderen zijn gisteren gegaan,
behalve de Turken, die blijven zullen tot de
onderhandelingen met den Amerikaanschen
vertegenwoordiger ten einde zijn.
De teekening van den vrede is plechtig
gevierd met het luiden van de kerkklokken.
Ter gelegenheid van het teekenen van den
vrede zijn te Konstantinopel de vlaggen uit
gestoken. Het volk houdt groote vaderlands
lievende betoogingen.
Moestafa Kemal heeft een telegram met
gelukwenschen aan Ismet pasja gezonden.
De Amerikaansche vloot is van Konstan
tinopel vertrokken.
Het nieuws van de teekening van het vre
desverdrag met Turkije is te Londen met
een gevoel van ware opluchting ontvangen.
Men is het er over eens, dat vergeleken met
bijna ieder verdrag in de moderne geschie
denis, het verdrag van Lausanne een model
s van edelmoedigheid en rechtvaardigheid
:n de bladen brengen de woorden van lord
Curzon in herinnering, die bij het aanbieden
van het ontwerpverdrag in Januari verklaar
de, dat het zich zonder vrees kon verant
woorden tegenover de openbare meening.
Niet dat de pretentie wordt gekoesterd, dat
de in dit verdrag getroffen voorzieningen
ideaal zijn, maar het verdrag wordt be
schouwd als 'te zijn van groote historische
beteekenis en als mischien het begin van een
nieuw tijdperk ten opzichte van de Engel
sche betrekkingen met Turkije. Men vindt
het gepast, dat Engeland, dat zooveel Mo-
hammedaansche onderdanen telt, een ver
drag onderteekend heeft, dat op zulk een
afdoende wijze de onafhankelijkheid van
Turkije erkent. Er is hier en daar twijfel ge
rezen met betrekking tot de toekomst van
het nieuwe regime, maar aan alle kanten
.vordt de hoop gekoesterd, dat wijze staats
lieden Turkije te hulp zullen komen en het
vertrouwen zullen rechtvaardigen, hetwelk
in het verdrag ligt opgesloten.
De Daily Telegraph zegt, dat van alle sta
ten die bij het vredesverdrag belang hebben,
Engeland misschien wel met het grootste
vertrouwen zal kunnen toezien op den gang
van zaken in het naburige- en midden-Oos
ten in de komende jaren. Dat het verdrag
van Lausanne een belangrijke regeling heeft
bereikt kan thans nog niet worden beweerd,
doch als een compromis in uiterst moeilijke
tijden moet men het tenminste de kans geven
zijn eigen gebreken tè herstellen en gelegen
heid om te bewijzen, dat de geleverde kri
tiek onjuist is geweest. Waar het bedoelt een
dam op te werpen tegen eenige van de ern
stigste slaafsche toestanden uit den moder
nen tijd, kan dit verdrag de inluiding zijn van
een nieuw tijdperk in de betrekkingen tus
sen Oost en West.
UIT HET BEZETTE GEBIED,
De Franschen leggen te Hohensyburg en
te Westhofen bomvrije schuilplaatsen aan.
Zij richten prikkeldraadversperringen op,
terwijl ook de oevers van de Roer met prik
keldraad worden afgezet.
De Schupo heeft bevel ontvangen zich uit
Schwerte terug te trekken.
Nu de door spoorwegpersoneel bewoonde
wijk tengevolge der vele uitzettingen bijna
geheel leeg staat, heeft de Fransche over
heid 60 woningen ter beschikking van het
gemeentebestuur gesteld ter voorziening in
den woningnood. Het gemeentebestuur heeft
dit aanbod echter van de hand gewezen.
De politie-president van Dortmund is we
gens het niet opvolgen van de bevelen der
bezettingsoverheid tot 1 jaar gevangenisstraf
veroordeeld.
Hoewel het bericht, dat de afsluiting tus
schen het bezette en onbezette gebied in den
nacht van 26 op 27 Juli ingetrokken zal wor
den, niet tegengesproken is, waarschuwt het
ministerie voor de spoorwegen het publiek
om niet te vroeg een reis van het onbezet
naar het bezette gebied te ondernemen, daar
de termijn misschien nog wordt verlengd,
waardoor de reizigers in groote moeilijkhe
den kunnen komen, evenals dit op 15 Juli
het geval is geweest. Aanbevolen wordt,
eerst op reis te gaan, als officieel is bekend
gemaakt, dat en onder welke voorwaarden
het reizen weer geoorloofd is.
De Franschen hebben den opper-regeerings-
raad Stahler te Spiers gevangen genomen en
hem in de gevangenis te Landau opgesloten,
omdat hij had geweigerd Fransche spoorweg-
patroeltjes door Duitsche politie te doen
vergezellen.
Na de uitzetting van de regeeringspresi-
dent was Stahler het hoofd der regeering van
de Palts.
STANLEY BALDWIN OVER DE BRITSCHE
FINANCIËN.
De eerste-minister van Engeland heeft in
eene bijeenkomst van Londensché bankiers
en kooplieden een rede gehouden waarbij hij
stilstond bij de krachtige pogingen tot bezui
niging sedert het einde van den oorlog. Se
dert het eerste jaar van den vrede waren de
uitgaven teruggebracht van tweeduizend mil-
lioen tot iets meer dan 880 millioen pond
sterling. Het personeel van de regeerings-
bureau's was dusdanig ingekrompen, dat het
thans slechts nog 10 percent hooger was dan
het Aantal van voor den oorlog. Voorts zeide
hij, naar aanleiding van het feit dat ongeveer
de helft van de inkomsten gebruikt wordt
voor de betaling van interest voor de schuld,
dat men in drie jaar het zoo ver gebracht
heeft om uit de inkomsten de schuld met 450
millioen pond sterling te verminderen. Sinds
den wapenstilstand heeft Engeland ongeveer
zijn vlottende schuld gehalveerd. Deze schuld
bedroeg bij het einde van den oorlog 1500
millioen pond.
Baldwin verklaarde nog dat hij niets onbe
proefd zou laten om een regeling van de
schadeloosstelling te bewerken.
succes van zijn wapenen en dat het zooveel
het kon verwezenlijkte bij het terugtrekken
van zijn troepen toen het de Fransche mijnen
onder water zette en Frankrijks economische
materiaal vernietigde.
Door de politiek, die Lloyd George en
zijn geestverwanten trachten te doen slagen
zijn zij onbewust tegen hun eigen land aan
het werk. Wanneer men Duitschland be
vrijd van zijn binnenlandsche schuld door
de depreciatie van de mark, ontlast boven
dien van de vergoeding en beter uitgerust
dan eenige andere natie Europa econo
misch overheerschte, dan zou Groot-Bri-
tannië aan den rand van den afgrond staan
en niemand zou het kunnen beletten daarin
te storten. Het Journal des Débats verbaast
zich erover, dat zoo weinig Engelschen in
staat zijn dit te zien en al schrijft het blad
aan het kabinet-Baldwin stellig niet de in
zichten van Lloyd George toe, het feit, dat
dit blijft aandringen op het instellen van een
commissie, die de betalingscapaciteit van
Duitschland moet schatten, bewijst dat het
kabinet een verkeerde opvatting van den
toestand heeft.
Komende tot de besprekingen, die er tus
schen Parijs en Londen over de jongste
Engelsche dokumenten te wachten staan,
zegt het Journal des Débats: Op dit oogen-
iblik moet de eerste zorg van de Fransche
regeering zijn, dat zij, alvorens te antwoor
den op de Britsche mededeelingen, eerst
zich ten volle moet verstaan met het Brus-
selsche kabinet. Er moet niet het geringste
meeningsverschil zijn tusschen België en
Frankrijk. Meer dan ooit gaat de vèiligste
weg van Parijs naar Londen over Brussel.
Het bestaan van een Fransch-Belgische en
tente is de voorwaarde voor een schikking
met Engeland. De Débats meent, dat men
zelfs kan zeggen, dat van deze entente het
succes van heel de Fransche herstel-politiek
afhangt.
DE BRITSCHE POSTERIJEN.
De Engelsche postmeester-generaal heeft
in het Lagerhuis meegedeeld dat de post in
het afgeloopen jaar een batig saldo van 534
millioen had opgeleverd.
DE STAKINGEN IN POLEN.
Thans zijn ook de Poolsche bouwvakar
beiders tot staking overgegaan. Hun eischen
zijn gelijk aan die van de metaalbewerkers.
Men hoopt echter dat deze staking spoedig
bijgelegd zal worden. In de staking van de
metaalbewerkers is nog geen verandering
gekomen. Alle fabrieken, met uitzondering
van enkele kleine, liggen stil. Alleen in de
staatsfabrieken, waar de eischen ingewilligd
zijn, wordt gewerkt.
MEMEL.
De onderhandelingen betreffende de rege
ling van de positie van de stad en de haven
van Memel hebben tot resultaat gehad, dat
er een ontwerp-overeenkomst is opgesteld,
waarover de gezantenraad zich Vrijdag zal
uitspreken.
DE DIAMANTSLIJPERIJ TE BRIGHTON.
Toen Barlow, de Engelsche minister van
arbeid, Dinsdagavond laat in het Lagpr-
huis een credietaanvraag indiende in ver
band met het wetsontwerp betreffende de
nationale diamantslijperij, welk ontwerp
tot strekking heeft de fabriek te Brighton in
stand te houden met een beperkte regee-
ringsgarantie, kwam daar verzet tegen van
de banken der liberalen en der regeerings-
partij.
Na een korte beraadslaging herinnerde
Barlow aan een mededeeling van Baldwin
vroeger op den dag, volgens welke de re
geering net wetsontwerp alleen zou hand
haven, indien het geen bestrijding zou vin
den. De loop van de beraadslaging had het,
zeide Barlow, wenschelijk gemaakt, de ,ge,-
dachtenwisseling te verdagen. Mogelijk zou
men later op de zaak terugkomen.
Te Keulen is Dinsdag een groote vrou-
wenbetooging gehouden. De duizenden deel
neemsters hebben besloten tot de vrouwen
in het buitenland een oproep te richten ter
leeniging van de nooden in het B. G.
Naar Wolff meldt heeft de Duitsche
politie Dinsdag in den D-trein van Berlijn
bij de pascontrole tusschen Arnsbcrg en
Freudenberg een geheim koerier van het
Fransche gezantschap te Berlijn, die ook
als verspieder dienst deed, gevangen ge
nomen.
Koningin Victoria is gisteren in Zwe
den teruggekeerd van haar reis naar Italië
en Baden-Baden en gaat naar haar zomer
residentie Solliden op het eiland Seeland.
F.en Duitsch eskader, bestaande uit een
slagschip, een gepantserden kruiser en 11
torpedobooten brengt heden een bezoek aan
het Zweedsche marine-station Karlskrona.
Angèle Laval, de schrijfster van ano
nieme brieven te Tulle, die zooveel onheil
hebben aangericht, vertoont teekenen van
zinsverbijstering. Zij is ter observatie in een
zenuwlijdersgesticht geplaatst.
Het Journal des Débats komt terug op de
Zondag door Poincaré te Villers-Cotterets
uitgesproken redevoering, waarin de minis
ter-president geantwoord heeft op de Maan
dag te voren door Lloyd George in het
Lagerhuis gedane „ongewone uitlatingen",
zooals het blad het uitdrukt. Lloyd George,
zegt de Débats, heeft zich verrast en bijna
geërgerd betoond over de zorg door Frank
rijk aan het herstel van zijn verwoeste in
dustrie besteed. George, die de economische
ontwikkeling van Duitschland een gunstig
verschijnsel acht voor de geheele wereld en
voor zijn land in het bijzonder, heeft de
opleving van Frankrijk als een gevaar voor
Groot-Brittannië geschilderd. Hij heeft het
„vermakelijk" genoemd, dat Frankrijk, terwijl
het zijn verwoeste gebied herstelt, zich kan
beklagen over de door de regeering te Ber
lijn gedane weelderige uitgaven.
Lloyd George verwondert zich erover, dat
Frankrijk het herstelwerk in eigen land met
verstand heeft uitgevoerd, gebruik makend
van den vooruitgang, dien er de laatste jaren
op mechanisch gebied verwezenlijkt is en
hij vindt het koddig, dat Frankrijk een ver
schil ziet tusschen zijn positie en die van
de Duitschers. Dergelijke verklaringen, meent
de Déibats, wijzen of op een geestesafdwaling
of op opzettelijke kwade trouw. Feitelijk
erkent Lloyd George, zegt het blad verder,
dat naar zijn naïeve of perfide opvatting
het zegevierende Frankrijk zich thans zelf
moest leenen tot de toepassing van het pro
gram van vernietiging, dat Duitschland heeft
ontworpen toen het nog geloofde aan het
Oeser, de rijksminister van binnen
landsche zaken in Duitschland, heeft in
een brief aan de regeeringen der bonds-
s,'staten gewezen op de mogelijkheid van ern
stige incidenten op 29 Juli, den door de
communisten georganiseerden anti-fascisten
dag. De minister verzoekt den regecringen
alle noodige maatregelen te willen treffen
om de orde en de rust te handhaven. In
het bijzonder verlangt hij dat de bepalingen
over het dragen van wapens in acht wor
den genomen. Hij verzoekt den regeeringen
alle vergaderingen en betoogingen dien dag
te verbieden.
Severing, de Pruisische minister van bin
nenlandsche zaken, heeft reeds alle open-
luchtbetoogingen op 29 Juli verboden, en
dit verbod gemotiveerd door te wijzen op
de ernstige incidenten die de laatste dagen
nog te Frankfort hebben plaats gehad.
De belasting op de verteringen in res
taurants en koffiehuizen in Denemarken,
heeft in het eerste heffingsjaar 18,826,584
kronen opgebracht. Ongeveer de helft van
dit bedrag is te Kopenhagen ontvangen.
Daar de belasting 10 pet. bedraagt, is naar
deze heffing berekend, in de hoofdstad on
geveer 100 millioen kronen in restau
rants en koffiehuizen verteerd.
De internationale luchtvaarttentoon
stelling te Gothenburg wordt bezocht door
zeer veel belangstellenden. De Engelsche
minister van luchtvaart, Sir Samuel Hoare,
komt in het begin van Augustus per vlieg
tuig naar Gothenburg.
JAARBOEK R.K. VAKBEWEGING.
liet 18de Jaarboek van de R.K. Vakbe
weging is verschenen. Het heeft betrekking
op den omvang en de werkzaamheden van
het Bureau voor de R.K. Vakorganisatie ge
durende het jaar 1922.
De inhoud van 170 pagina's zegt voldoen
de, van welken omvang die werkzaamheden
zijn geweest.
In de „Inleiding' wordt geconstateerd: er
moeien heel veel leden, zelfs afdieelingsibe-
sturen zijn geweest, <fie in 1922 met betrek
king lot hun organisatie heet, noch koud
wairen.
„Hoe zouden wij anders moeten verklaren
den terugloop van het ledental; 28.971 per
sonen verlieten onze gelederen. Dat waren
zij, die tijdens hun lidmaatschap noch heet,
noch koud waren. De menschen, die zonder
eenig idealisme lol de Vakbeweging zijn
toegetreden en ook tijdens hun lidmaatschap
zich alleen „warm" maakten voor hun werk-
ioozenuitkcering.
„Hoewel natuurlijk wordt betreurd, dat
zoovelcn blijkbaar de groote culturcele be
teekenis van onze Vakbeweging niet hebben
weten te waardeeren, wil dat toch geenszins
zeggen, dat door het heengaan van zoovelen
onze beweging aan wezenlijke beteekenis
heeft verloren.
„De Kafhoflliëke Vakbeweging is kernger
zond!
„Dat getuigt haar optreden in 1922.
„Gelijk werd voorzien, zou het aantal
conflicten toenemen. Welnu, in 1922 heeft
onze Vakbeweging getoond, waartoe zij in
staat was. Wij denken aan een aantal groote
conflicten, aan den strijd in de Metaalindus
trie, aan de uitsluiting in de Texlielindus-
strie, aan de groote conflicten in de Tabaks-
nijverheid',. aan de actie in de Bouwbedrij
ven en de Steenindustrie eh aan nog tal van
andere acties, waaraan de .Vakbonden geza
menlijk 768.284.7834, dus bijna acht ton
goud besteedden!
„Onze Vakbeweging is kerngezond. Dat
blijkt, ondanks de crisis en ondanks de
groote uitgaven, uit de vermeerdering van
haar vermogen. Was dit het vorig jaar
f 1.175.533.5034, op 31 December bedroeg
het 1.437,558.76. Aan de werkloozen werd
een bedrag uitgekeerd, groot f 3.857.836.22,
dus bijna vier millioen.
„Onze Vakbeweging is kerngezond. Dat
'blijkt ook uit de pogingen, welke in den
loop van 't jaar gedaan zijn om de orga
nisatie te vervolmaken. Er werd besloten
den organisato rise hen bouw van ons Bureau
zóó te wijzigen, dat de gecenlraliscrde Vak
beweging zoo mogelijk nog meer aan haar
doel zou kunnen beantwoorden.
„Er is daarnaast met kracht gewerkt om
plaatselijk een behoorlijk organisatorisch
verband te brengen tusschen de Vakaf iee-
Mngen om daarmee te doen. aansluiten het
contract met het Vakbureau. Nu wij een
zwaren tijd tegemoet gaan, is één van de
middelen om de arbeiders te helpen en te
beschermen een geperfectionjieerde organi
satie. Een toestand, waarbij plaatselijk de
eene afdeeling zoo goed als los staat van de
andere, kan niet bestendigd worden, even
als er verband moet zijn tusschen die gecen
traliseerde afdeêlingen en de nationale Cen
trale. Deze, voor de arbeiders allergewich
tigste kwestie, kwam in 1922 nog niet ge
heel tot oplossing; in 1923 zal, hopen wij,
een bevredigende regeling kunnen getroffen
worden.
„Onze Vakbeweging is kerngezond. Dat
blijkt ook uit de sympathie, welke men voor
haar in het Katholieke kamp en daarbuiten
heeft.
„In 1922 bestond het Vakbureau 1234
jaar. Hoewel bekend was, „dat er niets van
zou worden gemaakt", kwam een stroom
van gelukwenschen los. Het was bij die ge
legenheid, dat een van Neerland's eerste Ka
tholieke Staatslieden seinde: „beste wen-
scben met schitterend verledlen en voor nog
glansrijker toekomst!''
„Wij mogen in dit inleidend' woord wel
zeggen, dat wij die toekomst met vreezen,
integendeel, wij dragen de rots-vaste over
tuiging in ons rond, dat het eigenlijke groote
werk van de Vakbeweging pas begonnen is.
Wat lot nu toe geschiedde was slechts voor
bereiding; de grond werd geploegd, er werd
gezaaid, nu is de tijd op komst waarin de
rijpe vruchlen in volle heerlijkheid en pracht
zullen gaan prijken,
In 1921 zal het Vakbureau zijn 3e lus
trum vieren. Wij houden het voor zeker,
dat bij die gelegenheid opnieuw zal blijken,
dat onze Vakbeweging een zoodanige plaats
in de sociale beweging van Nederland in
neemt, dat met reden kan worden verwacht,
dat zij ook in de toekomst het hare ertoe
zat weten bij te dragen om te bewerken,
dat onze Maatschappij in solidaristischen
geest gereorganiseerd wordt."
Tot zoover de inleiding van dit jaarboek
dat verder een nauwgezet en volledig over
zicht geeft van de geschiedenis der R.K.
Vakbeweging in 1922.
BEDEVAART NAAR ROERMOND.
Op 7, 8 en 9 Augustus vertrekt voor den
40sten keer de Amsterdamsche Bedevaart
naar de Zoete Lieve Vrouw te 's-Hertogen-
bosch in 't Zand te Roermond.
De prijs der spoorkaartjes bedraagt voor
de pelgrims 9 en voor de kinderen tot 18
jaar slechts 4. Wie aan deze bedevaart
deel wil nemen kan zich wenden tot den
directeur L. Loos, C. S.S. R„ Keizersgracht
218, Amsterdam,
TEGENSPRAAK NOODIG.
Onder dit hoofdje schrijft „De Standaard":
In de Memorie van Toelichting behoorende
bij het wetsontwerp betreffende de lijkver
branding, schreven dc Ministers van Binnenl.
Zaken en van Justitie: dat volgens de Begra
feniswet elk overleden persoon moet worden
begraven; dat door de wet niemand met de
naleving van deze verplichting is belast en
dat van deze leemte gebruik wordt gemaakt
om de lijkverbranding, schoon door de wet
uitgesloten, toe te passen.
De lijkverbranding door de wet uitgeslo
ten; dus in strijd met de wet.
En nu meldden ons de bladen, dat de Re
geering, die dit schreef, zich deed vertegen
woordigen bij de haars inziens dus onwet
tige verbranding van het stoffelijk over
schot van Louis Couperus en dat namens
haar bij die gelegenheid een hoofdambtenaar
het woord voerde.
Wij kunnen niet aannemen, dat dit bericht
juist is; dat de Regeering op die manier haar
sanctie zou hebben gegeven aan wetsschen-
nis; en wachten dus tegenspraak van het
dagbladbericht.
K .S. A.-REIZEN NAAR ROME.
Er is tot omstreeks 20 Augustus nog ge
legenheid om zich aan te melden tot deel
name aan de K, S, A.-reizen naar Rome en
Italië, welke 8 September aanvangen. Het
zal echter ten zeerste op prijs gesteld wor
den, indien men zich zoo spoedig mogelijk
opgeeft. Inlichtingen verschaft gaarne het
Centraal Bureau der K. S. A. te Leiden, mits
10 ct. aan porto wordt bijgevoegd.
SCHRIFTELIJKE CURSUSSEN IN
STAATSINRICHTING.
Voor gemeenteraadsleden en anderen, die
een geordende kennis willen verwerven van
de grondbeginselen der Nederlandsche
Staatsinrichting vangt 15 September a.s. een
schriftelijke cursus aan, welke wordt geor
ganiseerd door het Centraal Bureau voor de
K. S. A. in Nederland te Leiden. Het pros
pectus wordt op aanvrage aan belangstel
lenden toegezonden.
HET KATHOLIEKE CURSUSWEZEN.
Het is nu de tijd, waarin de verschillende
plaatselijke vereenigingen zich alom opma
ken, ten einde een winterprogratnma voor
hare leden te ontwerpen. Plannen worden
beraamd om door dezen of genen spreker
een voordracht te doen houden. Ontwikke
lingscursussen worden voorbereid.
Thans zij het aan de K. S. A. vergund bij
allen, die gemoeid zijn met de organisatie
dezer zaken, nog eens in de herinnering te
rug te roepen het verloop der bijeenkomst,
welke op 24 October j.l. op initiatief van het
Dagelijksch Bestuur der K, S. A. plaats had,
van vertegenwoordigers van den Ned. Boe
renbond, den Ned. R. K. MiddenstAdsbond,
de Federatie van Diocesane Werkliadenver-
eenigingen, het R. K. Vakbureau, d\Kath.
Jonge Werkgeversvefeeniging en den Bond
van R. K. Volksuniversiteiten.
Men was daar bijeengekomen om te be
spreken de werkelijk gebleken behoefte om
meer eenheid, systeem en concentratie te
brengen in de talrijke soms overtalrijke
cursussen, die door onderscheiden ver
eenigingen worden gegeven.
Samenwerking en onderling overleg tus
schen de verschillende cursusgevende ver
eenigingen werd van groot belang geacht met
het oog op het bezoek der cursussen, het
vinden van geschikte leiders, de bestrijding
der kosten en het systematisch werken. Het
ontbreken van deze samenwerking openbaart
zich in menige stad door het verschijnsel,
dat te gelijkertijd door verschillende veree
nigingen vaak met moeite voorbereide cur
sussen slechts zeer matig plegen bezocht te
worden.
Het Centraal Bureau voor de K. S, A. in
Nederland vestigt thans nogmaals met na
druk aller aandacht op deze zoo belangrijke
aangelegenheid, en hoopt vurig, dat het nieu
we cursusseizoen, dat straks voor de deur
staat, reeds duidelijk het effect moge toonen
van den wens'ch naar vereenvoudiging.
Want waarlijk, bij ons Katholieken is de
vrije volksontwikkeling gelukkig rijk ontwik
keld, doch helaas niet zelden al te zeer ver
snipperd, met al de nadeelige gevolgen van
dien. Efficiency, versobering ten aanzien van
cursussen en vergaderingen zónder ook maar
eenigszins schade te doen aan de goede re
sultaten, moet geenszins een holle mode leus
worden geacht. Het is een kerngezond denk
beeld, dat, naar plaatselijke omstandigheden
met beleid in toepassing gebracht, tijd, geld
en krachten kan vrijmaken voor zooveel an
der nuttig werk, waaraan handen te kort ko
men.
Laat nu ieder belanghebbende eens in
eigen kring rondzien in hoeverre en op wel
ke wijze daar iets kan worden gedaan in
deze richting.
DE KWESTIE DER MINISTERIEELE
VERANTWOORDELIJKHEID.
Het Initiatielvoorstel-Scbaper ingetrokken.
Blijkens de Memorie van Antwoord op hef
voorloopig verslag der Tweede Kamer be
treffende het wetsvoorstel-Schaper tot het
aanvullen van de wet van 22 April 1855, hou
dende regeling der verantwoordelijkheid van
de hoofden der minisleriëele departementen,
doet het den voorsteller leed, dat zijn wets
ontwerp geen beter onthaal heeft gevonden.
Hij kan zich niet ontveinzen, dat een poging,
als door hem gedaan, gezien het „vrij alge-
meene" oordeel van hen, die aan het afdee-
lingsonderzoek deelnamen, zoo goed als geen
kans van slagen heeft. Hij kent uit zijn par
lementaire ervaring te goed het lot van een
initiatief-voorstel, dat op deze wijze wordt
ontvangen. Ofschoon hij volstrekt niet over
tuigd is van het onjuiste der strekking van
het gedane voorstel, acht hij zich in de ge
geven omstandigheden niet gerechtigd, ten
aanzien van dit ontwerp meer. tijd en arbeid
van de Kamer in beslag te nemen, waarom
hij het wetsvoorstel intrekt.
MINISTER AALBERSE.
Naar de „Msb." verneemt, is Minister Aai-
berse reeds eenigen tijd ongesteld, zoodat hi
zijn werkzaamheden op het departement niet
kan verrichten.
DE VLOOTWET.
Uit New-York wordt aan het „Hbl." ge»
seind, dat de (New-York) Times, die de Ne«
derlandsche vlootplannen bespreekt, in over
weging geeft dat Nederland zijn maritieme
belangen in een oorlog in de Stille Zuidzee
met de Amerikaansche slagvloot zal verbin
den, .Het blad wijst er op, dat Singapore, dal
volgens de woorden van lord Grey tegen
niemand versterkt wordt, de houding van
Engeland in de herinnering roept, 't welk in
den Napoleontischen oorlog de Nederland
sche koloniën vermeesterde, z.g. uit voor
zorg.
DE HERZIENING DER SOCIALE
VERZEKERING.
Het standpunt der R .K.
geversorganisaties.
Werk-
Zaterdag 21 Juli vergaderden het hoofd
bestuur der Algemeene R. K. Werkgevers-
vereeniging en het Bestuur van het R. K.
Verbond van Werkgeversvakvereenigingcn
onder voorzitterschap van den heer J, P.
J. Asselbergs over het standpunt, dat ge
noemde organisaties zouden moeten in
nemen over de vraagpunten betreffende de
herziening der sociale verzekering, welke
dcor den Minister van Arbeid aan den
Hoogen Raad van Arbeid zijn voorgelegd
en welk standpunt aan den Hoogen Raad
van Arbeid zou worden kenbaar gemaakt.
De drukbezochte vergadering werd onder
meer bijgewoond door de heeren Emile van
Oppen en Dr. L. G. Kortenhorst, resp. lid
en plaatsvervangend lid van den Hoogen
Raad van Arbeid, terwijl het onderwerp
zelf werd ingeleid door den heer Mr. C. P.
M. Romme, als rapporteur van een studie
commissie, die zich meer in het bijzonder
onledig heeft gehouden met de kwestie der
sociale verzekering te bestudeeren.
Tevoren hadden de R. K. Werkgevers
organisaties zich op de hoogte gesteld van
het oordeel der andere werkgeverscentra-
len en van dat van het R. K. Vakbureau
en van de R. K. Middenstandsfederatie.
De vergadering heeft zich niet willen be
palen tot beantwoording van de vraagpun
ten, die weldra in den Hoogen Raad van
Arbeid behandeld zullen worden en die
reeds door de Commissie XI uit dien Raad
zijn bestudeerd.
Men wenschte zich allereerst rekenschap
te geven van de vraag, of door de in uit
zicht gestelde vereenvoudiging van dc so
ciale verzekeringen, de Katholieke beginse
len omtrent dit onderwerp zoo al niet ver
laten, dan toch sterk aangetast zullen
worden en vervolgens of inderdaad door
de ontworpen plannen een belangrijke be
sparing op de kosten der uitvoering ver
kregen zou worden.
Wat dit laatste betreft, wenschte de ver
gadering haar eindoordeel afhankelijk te
stellen van het cijfermateriaal, dat onge
twijfeld bij de verdere uitwerking van het
door de Regeering gekozen systeem niet
achterwege kan blijven. Zoolang de ge
heele organisatie van de sociale arbeiders
verzekering niet in een concreet en in
onderdeden uitgewerkt organisatieplan be
lichaamd is, kan geen afdoend en voor elk
bevredigend antwoord worden gegeven en
zullen de bestaande meeningsverschillen
moeilijk tot oplossing gebracht kunnen
worden.
Wat de beginselvragen betreft, knoopt»
de vergadering haar beschouwingen vast
aan twee onderdeelen van het vraagstuk
der sociale verzekering nl. de individuede
rentebetaling en de premiebetaling.
Dit laatste onderdeel van het probleem
wordt in het rapport van Commissie XI
niet behandeld, doch juist ging de vergade
ring op dit punt wat dieper in.
Bij de bespreking hierover werd als be
ginsel aanvaard dat de premie voor de
arbeidersverzekering te beschouwen is als
een deel van het arbeidsloon, waarop der
halve de arbeider recht heeft. Uit dat
oogpunt beschouwd is het in theorie
althans betrekkelijk onverschillig wie de
premie voor de verzekering betaalt: de ar
beider, de werkgever, of beiden. Van den
anderen kant echter dreigt het groote ge
vaar, dat wanneer de werkgever de volle
premie betaalt het besef der economisch»
en sociale zelfverantwoordelijkheid bij deB
arbeider verloren gaat. Het ideaal zou na
tuurlijk zijn, dat alle arbeiders vrijwillig een
deel van hun loon afzonderden voor de
premiebetalingen der verzekeringen, doch
van dit ideaal is men in ons land steeds ver
der verwijderd geraakt.
Nu niet te verwachten is, dat de arbeiders
Naar het Engelsch,
lijk jeugdige grootmama. Zij versmaadde
zelfs de voor ouden van dagen zoo wel
dadig verwarmende mantille een wit kanten
doek op den rug vastgemaakt omsloot het
met blauw atlas gevoerd en een kanarievogel
er in.
„Neen, Henriette 1" riep Flora drifüg,
toen het vogeltje zijn nest verliet en als n
bovenlijf en van onder een rijk gegarneerd pijl door het vertrek vloog. „Dat wil ik vol-
bovenkleed kwam de lange paarlgrijze sleep strekt niet hebben. Gij kunt uwe menagerie
„Dat zegt Bruck, maar de familie spreekt
er geheel anders over." Zij hield de hand
tegen haar slapen, als dreigde haar hoofd
te breken. „Toen het bericht kwam, Mau-
rits, van het ongeluk op den molen, toen
ben ik wanhopend naar buiten geijld en heb
daar lang heen en weer geloopen. Overal,
in alle standen en kringen, was de oude
in den uitslag der operatie. Laat het waar zijn
zooals gij zegt, dat hij niet onmiddellijk on
der Brack's handen gestorven iswie er
verstand van heeft zal met alle recht beweren,
dat de krachtige, ijzeren natuur van den mo
lenaar zijn strijd slechts wat langer heeft
gemaakt, dan die duren zou bij ieder ander.
Wilt gij als leek dat beter weten Kom er
maar rond vooruit, dat gij er ook zoo over
denktMen kan het immers wel zien aan
de doodelijke bleekheid van uw gelaat."
Op dat oogenblik ging er een zijdeur open
en vertoonde zich de weduwe van den pre
sident Urach op den drempel. Trots haar
zeventig jaren kon men van haar zeggen, dat
Zij schier zwevende het vertrek binnen kwam
trol* M- zeventig iaren was zij een w ^ader-
voor den dag. Over haar grijsachtig, hier en
daar nog het oorspronkelijk blond vertoonend
ha't, was, op haast sluierachtige wijze, een
;ull n blonde verspreid, wier lange einden
h;l; en kin, die onverbiddelijke verraders
van ce.i bejaarden leeftijd, schier geheel be
dekten.
Zij kwam niet alleen. Naast haar sloop
een zonderling schepsel de kamer in, een
kleine, ineengedrongen gestalte, wel niet
bepaald ongeëvenredigd in haren bouw,
maar toch bijzonder klein en buitengewoon
mager. En op dien kleinen, mageren romp
zat het sterk ontwikkeld hoofd eener jonge
dame van omstreeks vierentwintig jaren.
De drie vrouwengezichten vertoonden een
nn denzelfden familietrek en dadelijk be
speurde men gelijkenis tusschen de groot
moeder en de kleindochtershet edele,
regelmatige profiel was bij de jongste alleen
iets meer langwerpig en de kin kwam breeder
en krachtiger voor den dag. Zij zag er zieke
lijk uit en hare lippen waren blauwachtig
wit. Door het blonde haar had zij een vuur
rood fluweelen lint gevlochten, terwijl zij
geheel in een smaakvol toilet gekleed was
Alleen was het wel eenigszins vreemd, dat
zij op de plaats, waar de dames anders de net-
buiten mijne kamer laten
„Ik bid u, Flora, Hans heeft noch olifants
tanden, noch horens o« zijn kopje hij doet
wezenlijk geen kwaad,antwoordde de kleine
dame op zachtmoedigen toon. „Kom, Hansje,
kom," lokte zij het vogeltje, dat boven op
de kast was gaan zitten. Dadelijk vloog het
naar haar toe en zette zich op haren hem toe
gestoken wijsvinger.
Flora keerde zich om en haalde de schou
ders op. „Ik begrijp u en de anderen daar
volstrekt niet, grootmama," zei ze scherp.
„Hoe kunt gij die kinderachtigheden van
Henriette verdragen, zij zal nog heele dui
ven- en kraaiennesten in uw salon brengen."
„Wel zeker, en waarom niet, Flora
zei de kleine lachende en vertoonde daarbij
te gelijk een rij fijne, hagelwitte tanden.
„De goede lieden moeten het immers ook
wel verdragen, dat gij met een pen achter
het oor loopt en altijd zakken vol geleerdheid
achter u aansleept
„Henriette 1" riep de oude dame streng-
Er lag iets zeer hoofsch in al de bewegingen
dier dame, en in de manier waarop zij den
handelsraad de hand reikte, was vriende
lijke hartelijkheid niet te miskennen, maar
daarnevens bespeurde men toch onwillekeu-
te «asch hangen, een gevlochten korf ie drtvg rig iets wat van nederhuigine so«",k.
„Wij hoorden daarboven, dat gij eindelijk
thuis waart gekomen, Maurits. Moeten wij
nog lang op u wachten vroeg zij met
vriendelijke, weeke vrouwenstem.
Tien minuten geleden had hij het bepaalde
plan zijn rok aan te trekken en naar het salon
te gaan nu antwoordde hij langzaam en
aarzelend „Lieve grootmama, ik wilde u
laten vragen, om mij voor vandaag te veront
schuldigen- de geschiedenis op den mo
len
„Nu ja, die geschiedenis is treurig genoeg
maar daarom behoeven wij er niet onder te
lijden 1 Ik weet niet wat ik aan onze vrien
den zeggen zal."
„Maar zij zullen toch wel niet zoo traag
van begrip zijn, die goede vrienden, om niet
te begrijpen, dat de grootvader van Kathe
gestorven is," riep Henriette, terwijl zij het
hoofd even achterover boog zij stond voor
de boekenkast en scheen bezig te zijn met de
titels te lezen.
„Henriette, ik verzoek vriendelijk, van
uwe wijsneuzige op me kingen /erschcond te
blijven," zei mevrouw Ura^,. „Mijnentwege
moogt gij dat vuurroode lint wel uit uw haar
doen, want Kathe is uw halve zuster, maar
Maurits en ik zijn volstrekt niet van de fa
milie officieel hebben wij met het geheele
geval niets uit te staan, al kunnen wij er
bedroefd over zijn. Ik zou daarentegen niet
graag willen, dat de zaak aan de groote klok
werd gehangen. Al ware het alleen om Bruck.
Hoe minder er over eesoroken wordt, hoe
beter het is."
„Maar mijn hemel 1 Zijt gij hier dan allen
even onbillijk en onrechtvaardig tegen den
dokter," riep de handelsraad op wanhopen-
den toon. „Daar valt niets, volstrekt niets
op hem te zeggen, hij heeft alles gedaan,
wat kunst en wetenschap vermochten."
„Mijn waarde Maurits, spreek daar eens
over met mijn ouden vriend, den genees-
kundigen^raad von Bar," viel de oude dame
hem in de rede en klopte hem daarbij ver
trouwelijk op den schouder, terwijl zij met de
oogen een beteekenisvollen wenk maakte
naar FlorV, die bij de schrijftafel stond.
„O, praat gerust door, grootmama Den! t
gij, dat ik blind of onnoozel ben, om mij
zelve ook niet te vertellen, wat B ar beweert V
riep het schoone meisje met een toon van
bitterheid in de stem, en met onwillekeurig
sidderende lippen. „Daarenboven heeft
Bruck zijn eigen oordeel al uitgesproken,
want hij heeft het nog niet gewaagd, mij
heden avond onder de oogen te komen."
Henriette had met den rug naar de ande
ren toe gestaan, doch nu keerde zij zich om.
Een oogenblik kleurde een hooge blos haar
bleek gelaat, een oogenblik ook maar Het
meisje had een wonderbaar schoon en diep
oog, een oog vol hartstochtelijken gloed, en
dat oog vestigde zich nu met een mengeling
van angstigen schrik en gloeienden haat als
een vurige ster op Flora. Cf"
„Hij zal zich tegen die verdenking wel
verdedigen hij komt nog," zei de handels
raad blijkbaar veel bedaarder dan straks.
„Hii zal zelf u wel vertellen, hoe hij den ge-
heelen dag door als het ware voortgejaagd
is geworden. Gij weet immers wel, dat hij
vele gevaarlijke patiënten in de stad heeft,
en daaronder het arme, kleine dochtertje
van den heer Lenz, dat van nacht waarschijn
lijk nog zal sterven."
De jonge dame deed een zacht, maar bitter
lachje hooren. „Zal het sterven? Heusch,
Maurits?.... Nu, kijk, Bar was hier even
bij mij, eer hij naar grootmama ging hij
sprak over het kind, dat hij gisteren had ge
zien en zei, dat het een heel gewoon, vol
strekt niet gevaarlijk geval was, maar....
hij was bang, dat Bruck de zaak verkeerd be
handelde. Bar is een autoriteit
„Ja, een autoriteit vol gal en nijd riep
Henriette met bevende stem. Zij was den
handelsraad genaderd en legde hem de hand
op den schouder. „Doe toch geen moeite,
Maurits, om Flora te bekeeren, gij ziet im
mers wel, dat zij haren minnaar met geweld
schuldig wil vinden?"
„Ik willen 1.. Boosaardig ding 1 Ik had er
de helft van mijp vermogen dadelijk voot
over, als ik nog over hem denken kon als
in de eerste dagen mijner verloving, toen ik
zoo trotsch en zoo vertrouwend te gelijk
tot Bruck kon opzien," riep Flora hartstoch
telijk uit. „Maar sinds den dood van gravin
Wallendorf draag ik de kiemen van twijfel,
van wantrouwen stilzwijgend in mij om
en thans twijfel ik niet meer, ik ben over
tuigd De zwakheid van de vrouw, die be
minnen kan, zonder er naar te vragen, of
de man hare liefde verdient, ken ik niet,.: