Brieven uit Frankrijk.
BUITENLAND
Tweede Blad
31 Juli 1923
feuilleton.
KLATERGOUD
Een Kabinetscrisis in Duitschland aanstaande? Een regeeringsver-
klarlng van het Kabinet-Cuno. De vertegenwoordigers van Trans-
Kaukasië moeten Frankrijk veriaten. De bijeenkomst der Kleine
Entente. De positie van mr. Zimmerman.
Onder de Telegrammen: De ziekte van president Harding; een com
plot van anarchisten? De Belgische en Fransche nota's zijn gisteren
te Londen overhandigd. De crisis in de Duitsche regeering.
I
fiEM. BUiTEKL. BERICHTEN.
KUNST EN KENNIS.
KERK EN SCNOOL.
HANDEL EN NIJVERHEID.
BINNENLANDSCH NIEUWS
„Zoo stijf i" antwoordde zij ernstig. „Een
WETTELIJKE ERKENNING DER
„WITTE PATERS."
De terugkeer der Congregaties in Frank
rijk wordt voorbereid en binnenkort zullen
de orde-geestelijken, snoodelijk verjaagd
door een anti-clericale wetgeving weer open
lijk hun nooit onderbroken arbeid kunnen
verrichten. Wij zijn nog veraf van een vol
komen en algemeen herstel, maar de goede
weg is betreden, de eerste stap is gezet, die
hoogstwaarschijnlijk door meerdere zal wor
den gevolgd.
Het gezelschap der Afrikaansche missiën,
wier leden ook in Nederland meer bekend
zijn als „de Witte Paters," behoort tot die
orden, welke de wettelijke erkenning zullen
erlangen.
Het wordt trouwens tijd, den 30sten Sep
tember, twee maanden na de afkondiging
van de wet op de kerkgenootschappen richt
ten zij een dergelijk verzoek tot den Minis
ter van Binnenlandsche Zaken, overeenkom
stig art. 18 van die wet.
Meer dan 20 jaren bleef de regeering derl
halve het antwoord schuldig, hoewel zij in
die dagen reeds erkende hun recht te zullen
laten wedervaren,
In December van het afgeloopen jaar dien
de de huidige regeering een wetsontwerp in
om het gezelschap der Afrikaansche Mis
siën, gesticht in 1868 door kardinaal Lavi-
gerie, de gevraagde machtiging te verlee-
nen.
De Commissie van Buitenlandsche Zaken,
geroepen zich over dit wetsontwerp uit te
spreken, heeft thans met algemeene stem
men, eenige weken geleden, het gunstig lui
dend rapport, met de daarin vervatte beslui
ten, goedgekeurd. Het gevolg zal zich niet
laten wachten en binnenkort zullen de wit
te paters hun heilzamen arbeid, wettelijk er
kend, kunnen voortzetten.
Het lijkt mij ook voor Holland belangrijk
van dit rapport, in de hoofdpunten kennis
te nemen.
De werkzaamheden der „witte paters"
strekken zich ongeveer over geheel Cen
traal Afrika uit.
En indien waar is wat Crispi eens getuig
de van kardinaal Lavigerie, dat zijn tegen
woordigheid in Tunis meer waarde had dan
een leger, dan geldt dit zeker van een con
gregatie, die zich meer en meer heeft uitge
breid over de uitgestrekte gebieden van het
duistere Afrika. Hoewel ook werkzaam in
eenige provinciën van Noord-Afrika, zijn
iet toch in hoofdzaak de inlanders, d!e zij
ta staat hebben gesteld gebruik te maken
van hun hospitalen, scholen en weeshuizen.
Hun Apostolische arbeid strekt zich uit over
een groot gedeelte van de onmetelijke Saha
ra, ten zuiden van Tunis en Algiers, waar
zoo goed als geheel de bevolking den mu-
zelmanschen godsdienst is toegedaan. Hun
aantal is gering in verhouding tot hun ont
zaglijken arbeid. Een 60 paters, 11 broe
ders, 102 geestelijke zusters en 13 leeraren
geven onderwijs in 20 scholen aan 600 jon
gens en meisjes, geven een godsdienstige op
leiding aan 1300 neophyten en 200 catechu
menen en verzorgden gedurende 19201921
niet minder dan 172.436 zieken door hun
geneeskundige hulp.
Niet minder bewonderenswaardig is hun
arbeid in Fransch Soudan. Zij hebben daar
een zeker aantal inlanders bekwaamd, om
als onderwijzers in de Staatsscholen werk
zaam t-e kunnen zijn, bij de post- en spoor
wegen en zelfs bij de administratie een be
trekking te kunnen vervullen.
De Witte Zusters hebben cursussen in het
leven geroepen voor vrouwen en meisjes en
op welk een hoog peil het daar verrichte
hand-naaldwerk staat, heeft de koloniale
tentoonstelling te Marseille bewezen, waar
de door deze zusters gemaakte tapijten zeer
de aandacht hebben getrokken,
De verschillende ambachten vinden er
eveneens, dank zij de paters, een steeds zich
ontwikkelende beoefening, terwijl de toe
passing van de Europeesche landbebouwing
reeds door zeer vele inlanders voor eigen
rekening in practijk wordt gebracht. Blijft
de geestelijke vooruitgang hoofdzaak, de
stoffelijke blijft niet ten achter.
Het spreekt vanzelf dat Maurice Barrès
in zijn rapport vooral wijst op de beteeke-
nis van den arbeid dezer paters, uit propa
gandistisch oogpunt voor Frankrijk, Hij
brengt in herinnering dat de werving van
troepen door dien Franschen invloed zoo
veel gemakkelijker is gegaan, waar de in
landers Frankrijk hebben leeren liefhebben.
Hij wijst op de groote diensten aan het
front door de paters als tolken en aalmoeze
niers bewezen, onder leiding van Mgr. Le-
maitre, toen Apostolisch Vicaris van de Sa
hara, thans Aartsbisschop van Chicago. Een
sprekend bewijs voor de groote sympathie,
die de witte paters ondervonden, is wel het
volgende: op 't einde van 1915 ontvingen
eenigen hunner, verwijderd van alle hulp,
in Torna, een dorp van ongeveer 2000 inwo
ners, het bevel tot mobilisatie.
Zij vertrokken, hun missie overlatend aan
de bewoners. En inderdaad dag en nacht
waakten de inlanders, zoodat nergens scha
de werd aangericht. Intusschen kwamen er
eenige stammen in opstand. Torna werd
door 4000 gewapende mannen aangevallen,
waar nauwelijks 400 verdedigers tegenover
stonden. Zij boden niettemin weerstand,
maar zouden overweldigd zijn door het groo
te aantal, indien niet de mannen uit de twee
naburige dorpen waren te hulp gesneld, ge
dreven door de erkentelijkheid jegens de
„Witte Paters." Het was aan den invloed
der missionarissen, doorwerkend zelfs tij
dens hun afwezigheid, te danken dat Torna
werd gered.
Het is echter niet alleen op Fransch ge
bied dat deze paters werkzaam zijn, ook in
de Engelsche en Belgische zone verkondi
gen zij het Evangelie en het moet erkend,
dat de 387 witte paters, waaronder 180 Fran
schen in die gebieden nog grootere resulta
ten hebben bereikt. Dank zij de ruimere vrij
heid van handelen, buiten de grenzen van
Frankrijk, heeft hun arbeid daar intensiever
kunnen werken.
Een onverdachte getuige inzake de betee-
kenis van den arbeid dezer missionarissen is
zeker wel de gouverneur-generaal Stieg. Hij
heeft een telegram gericht tot den Minister
van Binnenlandsche Zaken, waarin hij o.a.
verklaart, dat de werkzaamheden der Witte
Paters een karakter dragen van algemeen
belang, hoogst nuttig voor den invloed van
Frankrijk, hun recht gevend op begunsti
ging door het gouvernement.
Dit oordeel, gevoegd bij hef rapport van
de Commissie, dat geen enkel bezwaar te
gen de wettelijke erkenning maakt, zal er
veel toe bijdragen spoedig recht aan deze
weldoeners der menschheid te laten weder
varen.
Wettelijk erkend zullen de opleidingshui
zen der witte paters in Frankrijk beter dan
tot nu toe aan hun bestemming kunnen be
antwoorden en heller dan ooit zal het li ht
van het Christendom kunnen schijnen in de
duisternis van het Heidensch Afrika.
Hoe zij bij uitstek aangewezen zijn dat
licht te brengen, bleek mij dezer dagen in
een gesprek met eenige voorname Muzel
mannen in hetzelfde hotel verblijvend, waar
wij onderdak hadden gezocht. Eenstemmig
verklaarden zij mij, dat alle pogingen, een
Muzelman tot het Christendom te bekeeren
hadden gefaald, tot de komst der witte pa
ters. En nu nog zijn alleen de Katholieke
geestelijken in staat een muzelman van ge
loof te doen veranderen.
Zendelingen hebben hef beproefd, doch zij
zijn niet geslaagd. Hun bewondering boven
dien voor de witte paters was zeer groot.
Moge de Kamer spoedig de wettelijke er
kenning verleenen, waarvan alleen onver
beterlijke anti-clericalen, de rechtvaardig
heid kunnen ontkennen.
Parijs, 25 Juli 1923. Mr. P. v. S.
tegenwoordige voorzitter van den Rijksdag
in aanmerking. Rijksminister van buitenland
sche zaken zou Streseman worden, terwijl
de sociaal-democraat dr. Hilferding als toe
komstig rijksminister van financiën wordt
genoemd. Indien dit bericht juist is, zou dus
de groote regeeringscoalitie welke de Duit
sche volkspartij, de democraten, het centrum
en de sociaal-democratie omvat, eindelijk
tot stand komen.
DE GEALLIEERDEN EN DUITSCHLAND.
De Times legt er in een hoofdartikel na
druk op dat de Duitsche regeering en het
Duitsche volk ten slotte zeiven normale toe
standen moeten herstellen. De Britsche poli
tiek kan hun misschien de noodige aanspo
ring geven. Maar het is niet onmogelijk dat
de Britsche politiek hierin faalt en het is
zooveel te waarschijnlijker dat zij faalt, als
Duitschland louter de gebeurtenissen afwacht
en van eigen kant geen poging doet. In dat
geval zal de toekomst van Europa van dien
aard zijn dat niemand haar voorzien kan.
EEN KABINETSKRISIS IN DUITSCHLAND
i AANSTAANDE?
Volgens de Montagmorgen kan het ontslag
van fet kabinet Cuno weldra worden ver-
vaclft. Als rijkskanselier komt Loebe, de
EEN REGEERINGSVERKLARING.
President Ebert en het kabinet Cuno
maken de volgende verklaring openbaar:
„Aan den zwaren druk en de rechteloos
heid waaraan de bezette gebieden zijn bloot
gesteld paart zich daar, evenals in het on
bezette Duitschland, een stijgende ekonomi-
sche nood, die een gevolg is van den onwil
van Frankrijk om eenige oplossing van het
Tierstel-vraagstulfi weltTé' Duïtscfilana
leven laat, mogelijk te maken. Het heeft
daarenboven door den inval in de Roer dé
ekonomische en financieele kracht van
Duitschland gebroken en het daardoor tot
een ongehoorde inflatie gedwongen. Hierbij
komen nog voedingsmoeilijkheden als gevolg
van den zeer laten oogst.
„Dit alles leidt tot groot phyziek en psy
chisch lijden der bevolking, die evenwel
stand zal houden tot een verstandige rege
ling van de schadevergoeding, die het ver
armde Duitschland weer gezond kan maken,
bereikt is. De rijksregeering zal voortgaan
alle maatregelen te treffen om dit doel te
verwezenlijken. Ter versterking van de fi
nanciën des rijks dient de vooruitbetaling
der inkomstenbelasting, waartoe besloten is,
evenals de hervorming van de vermogens-
en erfenisbelasting, de verdubbeling van de
omzetbelasting, de verkorte betalingstermijn
voor verbruiksbelastingen, het Rijn- en Roer
offer, de verveelvouding van de inkomsten
belasting, de uitgifte eener leening met vaste
waarde en de beperking van den invoer van
weeldeartikelen. De op het gebied van het
deviezen-verkeer ontworpen maatregelen
strekken om het rijk in ruimere mate van
buitenlandsche deviezen te voorzien. De ac-
comodatie van loonen en salarissen aan de
depreciatie van het geld is verzekerd. De
rijksbank heeft maatregelen getroffen tot op
lossing van het vraagstuk van het goud
krediet."
Dan betoogt de rijksregeering dat aansla
gen tegen het staatsbestel den toestand niet
kunnen verbeteren; voorts doet zij een be
roep op den landbouw en den handel om de
volksvoeding te verzekeren; zij wekt de be
volking op aan het werk te tblijven en rust
en orde te bewaren en drukt alle bestuurs
organen op het hart om hun uiterste best
te doen ten einde het volk te sterken in zijn
besluit om vol te houden.
„Onze volksgenooten aan Rijn en Roer
besluit de verklaring mogen ons ten
voorbeeld zijn! Wij zouden hen verraden als
wij van den rechten weg van den plicht
afweken. Voor hen, voor het leven, den
vrede en de welvaart van ons volk, voor de
vrijheid van Duitschland moeten wij vol
harden."
FRANKRIJK EN ENGELAND.
„Remember, Britannia! Dit zijn de ver
plichtingen in uw naam aangegaan." Onder
dit, in regels, die de breedte van een geheele
pagina beslaan, gedrukte, opschrift ibevat de
Matin een bladzijde vol uitspraken van hen,
die tijdens den oorlog en daarna de leiden
de staatslieden van Engeland waren: Asquith,
Lloyd George, Balfour, Grey, Winston, Chur
chill, Bonar Law, Derby. Ter inleiding van
deze uitstalling van oude plunje schrijft de
Matin:
Zonder vreugde brengen wij al deze rede
voeringen, beloften, eeden, onder de oogen
onzer lezers. Het is nooit prettig een volk
of een individu te herinneren aan de ver
plichtingen, die het plechtig op zich genomen
heeft. Maar soms is het een plicht. Alles
wat de Matin afdrukt is, zegt zij, gezegd,
geschreven, gedrukt. Dit alles is gezworen
uit naam van Engeland door mannen, die
het recht hadden uit zijn naam te zweren:
eerste-ministers, ministers van buitenlandsche
zaken of van oorlog, raadslieden van den
koning, gezanten. Dit alles is gezegd en her-
zegd in twintig, in honderd verschillende
vormen, op honderd verschillende plaatsen:
openbare vergaderingen, clubs, universitei
ten, in het Lagerhuis, aan den rand van de
historische tafel, die de zaal in tweeën deelt
en waarop de heilige bijbel rust.
Het gaat thans erom te weten of dat alles
maar praatjes geweest zijn, of dat alles nage
komen en gehouden zal worden. Een eerliik
volk heeft, evenals een eerlijk man, maar
één woord. Het uur is aangebroken, waarop
Engeland zijn woord zal hebben te houden
of te verloochenen. Hier, zegt de Matin, zijn
de stukken, die geteekend werden. Zal Enge
land hen laten protesteeren?
De eerste aanhaling door de Matin in her
innering gebracht is uit een redevoering door
Asquith, op 27 Augustus 1914 in het Lager
huis uitgesproken. Zij luidt: „Wij begroeten
de Belgen met eerbied en eerbetoon, Met
hart en ziel zijn wij met hen, VCHj verzoeken
het Huis hun vandaag uit naam van hef
Vereenigd Koninkrijk en van geheel Europa
de verzekering te geven, dat zij tot het einde
toe op onzen hartelijken en onwankelbaren
steun kunnen rekenen."
DE ITALIAANSCHE FASCISTEN IN HET
BUITENLAND.
Uit Rome wordt gemeld, dat de groote
fascistische raad met algemeene stemmen
een verklaring aangenomen heeft, waarin ge
zegd wordt, dat de fascisten in het buiten
land de wetten en gebruiken van het land,
waar zij verblijven, moeten eerbiedigen en
zich van alle plaatselijke politiek moeten
onthouden. Zij moeten streven naar een
heid onder de Italiaansche kolonies in het
buitenland, de werkzaamheid dier kolonies
helpen bevorderen en er verder toe mee
werken het oude en het nieuwe Italië beter
te doen kennen.
TWEE REDEVOERINGEN.
Mac Neill, de Engelsche ondersecretaris
van buitenlandsche zaken, heeft Zondag te
Hornebey in een rede gezegd: Het is volko
men waar dat eenig verschil van meening
bestaat tusschen ons en onzen Franschen
bondgenoot. Dit is onvermijdelijk, maar liet
zijn volmaakt vriendschappelijke verschillen,
niet over beginselen maar over methoden en
zij zijn veel minder diep dan men zou opma
ken uit de bladen aan weerszijden van het
kanaal.
Mc. Neill voegde eradh toe: Wij zijn niet
van plan toe te laten, dat er eenige ver
vreemding intreedt. Vergeet niet de jongste
verklaring van Lord Curzon onzen minister
van buitenlandsche zaken, welke volkomen
juist is, namelijk, dat van de weinig stabiele
factoren in de wereld het bondgenootschap
tusschen Engeland en Frankrijk is."
Sir William Joynson Hicks, de secretaris
van de Schatkist, heeft in een rede te
Twinckenham gezegd, dat hij niets wenschte
hefTTè zeggeS „tegeS onzê ffondgenoofen oT Le
gen hun grooten eerste-minister Poinearé,
„Maar", zoo vervolgde hij, „ik moet iets te
gen u zeggen over een rede door een van de
leiders van de Engelsche openbare meening,
Lloyd George, die de gelegenheid van de
verzending van onze stukken naar Frank
rijk en België aangreep om den eerste-
minister van den grooten verbonden staat in
matelooze woorden aan te vallen. Het was
een rampspoedige rede, een rede, die de
ernstigste gevolgen had kunnen hebben. Ik
zeg, hoe groot de diensten van Lloyd Geor
ge in den oorlog ook geweest zijn, dat zulk
een rede niets meer of minder is dan een
openbaar gevaar op dit oogenblik."
FRANKRIJK EN GEORGIË.
Het Journal deelt mede: Nu de sowjet-
regeering verscheidene Franschen uit Geor
gië heeft uitgezet, heeft de Fransche regee
ring aan den vertegenwoordiger van de
Trans-Kaukasische sowjets aangezegd, dat
zijn tegenwoordigheid in Frankrijk niet lan
ger gewenscht is.
UIT BELGIË.
De reserve-luitenant Metdenanck die den
Duitschen zaakgelastigde te Brussel gemo
lesteerd heeft is voorwaardelijk tot vier
maanden gevangenisstraf veroordeeld.
DE BIJEENKOMST DER KLEINE
ENTENTE.
De eerste bijeenkomst van de ministers
van buitenlandsche zaken der kleine enten
te te Sinaia werd Zaterdagmiddag door
Bratianu geopend. Over het verloop van
deze vergadering is weinig bekend. Ver
meldt wordt alleen dat Benesj een overzicht
gaf van de indrukken, die hij tijdens zijn
verblijf te Londen, Parijs en Brussel had ge
kregen en die van zeer pessimistischen aard
zouden zijn.
Het schijnt vrijwel zeker, dat Benesj als
candidaat der kleine Entente voor den Raad
van den Volkenbond zal worden aange
wezen.
Pilcz, de gewezen Poolsche gezant te
Praag, wordt als vertegenwoordiger van de
regeering van Warschau te Sinaia verwacht.
DE BOOTWERKERSSTAKING IN
ENGELAND.
Een vergadering van stakende bootwer
kers te Huil heeft Zondagavond met groote
meerderheid besloten het werk te hervat
ten.
Zondag zijn duizenden stakende Lon-
densche bootwerkers met muziek en banie
ren van bet East End naar Hyde Park ge
trokken, waar een groote betooging gehou
den is. De leiders drongen er bij de mannen
op aan te blijven staken, maar er werd geen
besluit aan de orde gesteld.
De bc^twerkersstaking te Londen is
aan het verloopen. Maandagochtend zijn
1700 man te Tilbury aan het werk gegaan.
Er wordt niet langer gepost.
DE POSITIE VAN MR. ZIMMERMAN.
De V.-D.-correspondent te Weenen meldt
De Commissaris-Generaal van den Vol
kenbond, Mr. Zimmerman, die uit den aard
zijner positie vanzelfsprekend voortdurend
het middelpunt der belangstelling vormt en
wiens handelingen steeds nauwkeurig wor
den gadegeslagen, staat nog altijd bloot aan
aanvallen van sociaal-democratische politi
ci en de sociaal-democratische pers, die
zich dikwijls op ruwe wijze tegen den per
soon van mr. Zimmerman uitlaat; aanvallen,
die de Commissaris-Generaal langs zich
heen laat gaan.
Mr. Zimmerman heeft zich sedert het be
gin van zijn werkzaamheden in Oostenrijk
door geen enkelen aanval van zijn stuk
laten brengen en heeft steeds vermeden op
aanvallen van zijn persoon te reageeren.
Het „Neue Wiener Tageblatt", dat zich in
een hoofdartikel met den persoon van mr.
Zimmerman bezig houdt, zegt van hem:
„Mr. Zimmerman is een correct persoon,
die zich ter dege bewust is van zijn moei
lijke internationale positie".
Het blad wijst de bewering van de hand,
dat de Commissaris-Generaal zijn ambt zou
vervullen op een wijze zooals nog nimmer
een monarch is toegestaan, terwijl hij zich
met alle interne zaken zou bemoeien. Het
blad juicht het toe, dat mr. Zimmerman
goede betrekkingen met de pers onder
houdt tot welke hij zich op geschikte tijd
stippen wendt met verklaringen om de le
gendes over zijn bemoeiingen uit de wereld
te helpen.
Een dergelijke verklaring heeft de Com
missaris-Generaal thans gegeven over een
kwestie, die hier in politieke kringen eenige
ergernis heeft veroorzaakt. Het gaat over
de benoeming van een Italiaanschen deskun
dige bij het Oosteorijksche tabaksmonopo
lie, voor welk annbt de directeur-generaal
van de Italiaansche tabaksregie, Alibrandi,
bestemd is,
Mr. Zimmerman laat in deze kwestie een
communique publiceeren, dat op interes
sante wijze aanwijzingen voor diplomatieke
gebeurtenissen bevat, welke zich achter de
coulissen afspelen. De Commissaris-Gene
raal zegt namelijk, in zijn communique, dat
hij op aandrang uit de kringen der buiten
landsche crediteuren den directeur-generaal
van de Italiaansche tabaksregie, Alibrandi,
heeft uitgenoodigd voor hem, den Commis
saris-Generaal, ter persoonlijke inlichting,
een balans op te maken van het Oostenrijk-
sche tabaksmonopolie. Deze zinsnede in
het communique van den Commissaris-
Generaal duidt aan, wat hier iedereen weet:
dat Italië nl. reeds langen tijd een bijzon
dere positie bij den wederopbouw van Oos
tenrijk, door het zenden van een vertegen
woordiger verlangt en dat den Commissaris-
Generaal om zoo te zeggen niets an
ders overbleef dan zich naar den aandrang
uit Rome te voegen. De benoeming van
Alibrandi is daarom merkwaardig, omdat de
Oostenrijksche tabaksregie met winst
werkt.
Intusschen wordt de wederopbouw van
Oostenrijk onder leiding van mr. Zimmer
man op Bevredigende wijzë voortgezel,
De goud- en devisendekking der Oosten
rijksche kroon heeft, volgens den laatsten
staat der Nationale Bank, reeds 48 pet.
overschreden, de werkloosheid is ongeveer
met de helft verminderd, de kroon blijft
stabiel en het vertrouwen in Weenen heeft
zich voldoende geuit bij de uitgifte van de
Volkenbondsleening.
Dat dit succes niet in de laatste plaats
aan mr. Zimmerman te danken is, wordt
hier algemeen erkend.
EEN KIND AAN STUKKEN GESCHEURD.
Bij Hoboken in New-Jersey kwam een
jongetje van 9 jaar op verboden terrein, nl.
op een gedeelte van het buiten Florham
Park. Het buiten schijnt goed te worden be
waakt, want twee groote Deensche doggen
vielen het kind aan en scheurden het aan
stukken. In enkele seconden was het ge
schied.
President Harding is na de schitteren
de en hartelijke ontvangst, die hem in Ca
nada was te beurt gevallen, weer op Ameri-
kaanschen bodem terug. Te Seattle in
den staat Washington waar hij aankwam,
hield de President een toespraak, waarin
hij aankondigde, dat Alaska spoedig rijp zal
zijn voor de opneming als volgerechtigde
staat in de Unie. Harding pleitte er voor,
dat de ontwikkeling van Alaska zou ge
schieden door en voor de bewoners van dat
gebied. Er moeten van overheidswege vrij
gevige credieten worden verstrekt voor
technische, wetenschappelijke en landbouw-
verbeteringen. De overheid moet meent
Harding in Alaska de spoorwegen in
eigen beheer hebben. Alaska is een groot
land met verbazingwekkende hulpmiddelen,
doch deze hulpmiddelen dienen met voor
zichtigheid te worden geëxploiteerd om het
grootste rendement te verkrijgen. De Presi
dent wil voorts dat het gebied waar de es
kimo's wonen voor deze stammen zal wor
den gereserveerd.
Men zie ook onder de telegrammen.
De voormalige senator en vroegere
minister van binnenlandsche zaken Albert
B. Fall heeft een reis van een maand gedaan
door Rusland. Hij is thans te Londen en
heeft daar het een en ander meegedeeld
over zijn bevindingen in het land van de
sowjets. Fall had uit Rusland goede indruk
ken meegebracht. Hij was aangenaam ver
rast geweest door wat hij in Rusland had
gezien, Hij had het volk rustig en met het
bestuur tevreden bevonden. De menschen
waren niet rustig, omdat zij zich buigen voor
ruw geweld, maar omdat zij met het huidige
regime tevreden zijn. Het volk en in het
bijzonder de boerenstand heeft meer
rechten dan vroeger.
Ook wordt thans door de regcering van
Lenin erkend dat bekwaamheid en ontwik
keldheid recht hebben op erkenning en be
looning boven het gewone peil.
Oud-minister Fall wenscht, dat de Ver-
eenigde Staten een handelsovereenkomst
met Rusland' zullen aangaan in den trant der
Britsch-Russische handelsovereenkomst.
Het comité „Nooit weer oorlog" had
Zondagochtend in Berlijn vier openbare ver
gaderingen belegd waar leden van republi-
keinsche partijen alsmede het lid van het
Engelsche parlement Rennie Smith uit Lon
den het woord voerden. Telegrammen van
sympathie waren o.a. uit Londen, Weenen,
Washington en Den Haag ontvangen.
Na afloop van de vergaderingen werden
kransen gelegd op de graven der in krijgs
gevangenschap gestorven Fransche, Italiaan
sche en Russische soldaten.
In de vergaderingen, welke in de nieuwe
Aula der universiteit te Berlijn zijn gehouden
ten einde tegen de houding van de Fran
schen in het bezette gebied te protesteeren
hebben nog geestelijken van de drie groote
religieuze gemeenten het woord gevoerd.
Naar de Vorwarts meldt zijn te Keulen
ruim tachtig ultra-nationalisten, o. w. eenige
studenten, gevangen genomen onder verden
king van Putsch-plannen. Bij huiszoeking in
hun woningen is vijf centenaar dynamiet ge
vonden, afkomstig uit een fabriek bij Keulen,
waar enkele weken geleden een groote voor
raad dynamiet was gestolen. Ofschoon de
arbeidersraad der fabriek toen de justitie
op dezen diefstal opmerkzaam heeft gemaakt
is destijds niets gedaan om de schuldigen op
het spoor te komen.
De Daily Express meldt dat de hertog
van Orleans, het hoofd van het huis Bourbon,
in een voorstad van Londen verpleegd wordt
wegens delirium. Zijn kwaal is, volgens de
dokters, het gevolg van malaria, opgedaan
op zijn reizen in Afrika. Een van zijn inbeel
dingen is op dit oogenblik dat hij koning van
Frankrijk is. De lijfartsen verklaren dat er
verbetering in zijn toestand komt.
In de provincie Jujuy (Argentinië) zijn
belangrijke petroleum-terreinen ontdekt. Zij
zullen voorloopig nog niet in exploitatie
worden uitgegeven.
Te Grenoble is de dertiende bijeenkomst
van de sociale week begonnen, waarop ook
Nederland vertegenwoordigd is.
KERKTOURNEE A. NOORDEWIER-
REDDINGIUS EN A. B. H. VERHEY.
Onder leiding van Concertbureau Reddin-
gius zullen in de maanden September en
October a.s. Mevrouw A. Noordewier-Red-
dingius, sopraan en de heer Anton B. H.
Verhey, organist, een reeks kerkconcerten
geven van gewijde muziek in een aantal
plaatsen van Nederland met medewerking
van den jongsten zoon van mevrouw Noor
dewier, den heer Miek Noordewier, die als
fluitist reeds zeer de aandacht trekt. Hel
programma vermeld werken voor zang ené
orgel, zang en fluit, orgelsolo's en fluit—
solo's. Behalve eenige oud-Hollandsche eai
oud-Fransche liederen, zal men ten gehoore;
brengen meesterwerken van J. S. Bach, Fr.
Schubert, W. A. Mozart, G. Mahler, A. Die-N
penbrock en C. Frank.
Behoudens goedkeuring der kerkbestu
ren, zijn voorloopig vastgesteld: 13 Septem
ber Leiden; 17 Groningen, 19 Gorinchem;
20 Dordrecht, 24 Nijmegen, 26 Rotterdam,
27 's-Gravenhage; 28 Gouda; 2 October
Zutphen, 3 Doetinchem, 7 Schagen, 8
Utrecht; 10 Middelburg; 11 Goes; 15 Breda;
18 Helder. Enkele plaatsen als Naarden,
Deventer e.a. zullen mogelijk nog ingevoegd'
worden.
HET EERSTE MONUMENT VAN 'T OPEH.
BARE LEVEN OP DE
H. LANDSTICHTING.
Een bouwwerk met groote poort, waar-'
boven een tralievenster. Bezijden de poort
een waterkraan, die alle reizigers tot drin
ken uitnoodigt.
Met den klopper op de poort kloppen wij
aan.
De poortwachter opent de poort, dia
draait op 'n spil. Wij staan op een om
muurd plein. Aan drie kanten overdekte
gaanderijen ter bescherming tegen zon en
regen. Onder één der gaanderijen kamertjes
voor reizigers. Rondom langs de wanden
breede leemen banken, waarop reiziger»
zich ter ruste kunnen leggen.
De poort- of kraanwachter woont aan d«
vierde zijde, waar de poort is. Een der gaan
derijen is van den meest primitieven vorm,
deze rust op houtpalen, waarop een dak van
takken met leem bedekt. Alle muren zijn
op Oostersche wijze met leem bestreken
Midden op het plein zien wij een citera
of put mt 'n grooten steen gesloten.
Naast den put een groote steenen drink*
bak. Een trap leidt naar het platte dak.
Op den hoek van 't platte dak 'n loofhut.
In 't Oosten lagen langs de karavaanwe
gen verschillende van die Chaans of kara
vaanhuizen, zoodat de reizigers van Chaan
tot Chaan reizen.
Maria en Jozef klopten aan de poort val»
zulk een Chaan om te overnachten.
De barmhartige Samaritaan bracht d«
reizigers in zulk een Chaan.
En Christus zelf zal waarschijnlijk menig
maal in zulk een Chaan verbleven hebben.
DE NEGENDE NEDERLANDSCHE
JAARBEURS.
Na de bemoedigende resultaten der Acht
ste Jaarbeurs, is de Raad van Beheer we
der begonnen met de voorbereiding vootl
de Negende Jaarbeurs, welke zal worden ge
houden van 12 tot en met 25 September '23,
met dien verstande, dat de beurs gesloten,
zal zijn op de beide tusschenliggende Zonda
gen en op Grooten Verzoendag (20 Sep
tember). De datum dezer beurs valt iets la
ter dan het vorige jaar, omdat de eerste
week van September, in verband met de in
verschillende gemeenten plaats vindende
Jubileumfeesten voor het houden der Jaar
beurs ongeschikt moest worden geacht. De
duur der beurs is bovendien dusdanig geko
zen, dat zooveel mogelijk rekening is gehou
den met de dit jaar zeer vroeg vallend*
Israëlitische feestdagen.
Het ligt echter in de bedoeling om voor
alle volgende Jaarbeurzen, zoowel die ia
het voorjaar als die in het najaar worden
gehouend, den duur van elke beurs te hand
haven op 10 dagen.
De jaarbeurs zal openstaan voor deelne
ming in alle groepen van industrie. Bespre
kingen met Jaarbeurs-deelnemers geduren
de de zevende beurs hebben duidelijk in het
licht gesteld, dat over het algemeen da
voorkeur wordt gegeven aan algemeena
beurzen waarop alle takken van industrie
vertegenwoordigd zijn.
Zooveel mogelijk zullen de deelnemer*
wederom groepsgewijze naar de industrie-
groepen worden ingedeeld, met dien ver
stande, dat zich eenzelfde groep zal be
vinden zoowel in het gebouw als daarbui
ten op het terrein. Deze splitsing is met het
oog op de voorkeursrechten van aandeel
houders van het gebouw onvermijdelijk; het
is een overgangstoestand, waarin alleen door
den bouw van een tweede Jaarbeursgebouw
zal kunnen worden voorzien. De Raad van
Beheer houdt echter vast aan het beginsel
van groepsgewijze indeeling en zal trachten
zooveel mogelijk dit beginsel ook dezen
keer in practijk te brengen.
Met de toewijzing der plaatsruimte is be
gonnen wat de plaatsen in het Jaarbeurs
gebouw betreft op 1 Juli 1923, wat de plaat
sen op het terrein aangaat op 15 Juli 1923,
Bij de besprekingen met Jaarbeursdeelne
mers is herhaaldelijk de wenschelijkheid
uitgesproken om de beurs ook op Zondag
open te houden. De Raad van Beheer heeft
deze aangelegenheid ernstig onder de oogen
gezien, doch heeft na gehouden overleg be
sloten, dit keer daartoe nog niet over te
gaan.
De Raad van Beheer heeft het voorne
men om tijdens de a.s, beurs een enqueta
onder de deelnemers te houden, ten enide
hunne meening omtrent deze kwestie in t*
winnen.
DE R. K. WERKGEVER OVER MINISTER
DE GEER.
Naar aahleiding van de ministercrisia
schrijft het officieel orgaan van de R. K.
Werkgevers in een hoofdartikel o. m. het
volgende oordeel over den afgetreden be
windsman neer:
Neen deze Minister was naar ons oor-
Naar het Engelsch.
7
Kathe schudde het hoofd. „Ik ben bang
voor zooveel geluk I"
„Geluk vroeg de dokter langzaam.
„Het komt er, dunkt mij, maar op aan, hoe
hij zelf over al die dingen denkt."
„O, zeker, het doet hem goed, het maakt
hem gelukkig l" riep zij op vasten toon. „Ik
weet uit zijne brieven, dat hij geen hooger
levensdoel kent dan de aardsche goederen
te verkrijgen. Zijn laatste schrijven bij voor
beeld droeg al de sporen van verrukking,
omdat mijne erfenis zoo mee was gevallen."
Zwijgend liep hij naast haar voort. Ein
delijk vroeg hij, terwijl hij haar even aanzag
„En gij dan maken al die rijkdommen op
Uw gemoed dan geen indruk?"
Kathe boog met bevalligen moedwil het
hoofd en keek hem vlak in het gezicht. „Gij
wacht zeker van mij, als volwassen meisje
een bepaald antwoord, een vast en ernstig
Neen Maar met den besten wil van de we
reld kan ik dat antwoord niet geven, wijl ik
het onuitsprekelijk aardig vind, rijk te zijn."
Hij lachte in stilte, maar zei niets. Zoo
gingen zij zwijgend verder, tot zij bij de lin-
denlaan kwamen. Die laan zag er nog uit als
van ouds, en midden op het pad waren
nieuwe kiezelsteenen gestrooid. O, de lieve,
ouderwetsche kennis is er nogriep het
jonge meisje, terwijl zij naar een houten brug
wees, die in al hare eenvoudigheid over den
vloed lag, gelijk zij dat al tal van jaren had
gedaan.
„Die brug leidt naar een stuk grond."
„Ja, naar den boomgaard. Er staat een aar
dig, oud huis in, dat vroeger gediend heeft
voor de melkerij en boerderij van het kas
teel. Het is geheel met wijngaardranken be
groeid en daar ligt een breede steenen trap
voor de deur 't Is daar stil en onbeschrijfelijk
lief. Suze placht op het gras in den boom
gaard te bleeken. In het voorjaar was de grond
blauw van al de viooltjes altijd heb ik die
daar het eerst gevonden."
„Dat kunt gij blijven doen sinds heden
morgen is die boomgaard mijn eigendom,"
en met de belangstelling van den eigenaar
zag hij er heen.
Kathe dankte hem vriendelijk, maar staar
de toch eenigszins verstrooid en verlegen op
de kiezelsteentjes van den weg. Zou hare
schoone zuster als jonge vrouw in dat huis
komen te wonen? Flora met hare trotsche
houding en hare majestueus langen sleep,
Flora Mangold, de veeleischende, voor wie
geen salon te hoog of te breed, geen ameu
blement te rijk kon zijn, in dat eenzame huis
met den grooten, ouden haard en de versle
ten steenen in de gang Wat had zij zich dan
veranderd om om zijnentwil
Een gedruisch, dat op een vrij verren af
stand zich liet vernemen, deed haar jantstel-
len. Zij was de villa aj zoo dicht genaderd,
dat zij de prachtige gordijnen duidelijk zag.
Achter de ruiten verroerde zich niets, alles
was er stilmaar van den kant van den weg,
die op het front van het huis'aanliep, hoorde
men het geluid van een wagen, die naar de
villa scheen te rijden. Twee prachtige paar
den vertoonden zich voor een net rijtuig.
Tuig en wagen fonkelden in den gloed der
nieuwheid. Eene dame hield den teugel met
vaste hand hare in donkerbruin fluweel ge
hulde gestalte zat zoo los en gemakkelijk op
de voorbank, als roerde zij de kussens haast
niet aan. Een witte veer op haar hoed woei
door de lucht, en om gelaat en hals, die bei
de zoo helder wit bij het donker fluweel af
staken, fladderden korte, blonde lokken.
„Flora wat is mijne zuster toch schoon
riep Kathe opgetogen en strekte onwille
keurig de rechterhand naar het rijtuig uit,
maar noch Flora noch de handelsraad, die
met over elkander geslagen armen naast haar
Zat, hoorden iets van dien uitroep. De equi
page sloeg den hoek om en hield voor de
hoofddeur stil.
Een kleine kiezelsteen, door den stok van
den dokter opgewoeld, vloog door de lucht.
Nu eerst merkte Kathe, dat hij niet meer
naast haar ging zij had trouwens onder den
indruk van het bevallige schouwspel haren
tred verhaast. Met een levendige beweging
keerde zij zich om en zag, dat hij, alsof er
niets gebeurd was, in denzelfden tred voort-
wandelde, terwijl het alleen den schijn had,
alsof hij het hoofd iets hooger droeg, of hij er
eigenlijk iets hoogmoediger uitzag dan zoo
even. Hij moest bepaald op haar een onder
zoekend oog hebben gehad, want een weinig
verlegen sloeg hij den blik naar de andere
zijde. Met moeite verborg zij een spotziek
lachje. Zij wist, dat zij hem op eene verge
lijking had betrapt, die ongeveer dus luiden
moest „Mijn hemel, wat een lomp en hoe
kig ding, als ik daarbij denk aan mijne syl-
phide
„Ik sta verbaasd over de stoutheid, waar
mee Flora de teugels houdt," zei ze, toen zij
weer .naast elkander voortgingen.
„Ik sta veel meer verbaasd over de koel
bloedige doodsverachting van hem, die naast
haar zit. Het was een proefritde handels-
raad heeft gisteren die jonge paarden pas ge
kocht."
Er lag een zoo bittere toon in zijn stem,
dat zij er van schrok en zweeg.
HOOFDSTUK V.
Er heerschte van beide kanten een diepe
stilte. Zoo kwamen zij bij het huis en gingen
eene zijdeur in, terwijl juist de equipage bij
het voorportaal wegreed. Een bediende zeide
hun, dat de dames en de „genadige" heer in
den wintertuin waren, dus in de vertrekken
van mevrouw Urach.
Kathe was weer volkomen bedaard en op
alles gevat. Zij haalde een visitekaartje voor
den dag en gaf dat den bediende, „voor den
heer handelsraad."
„Zoo stijf?"
zekere afstand is het voorzichtigst. Een har
telijk naar binnen ijlen zou mij mogelijk min
der goed bekomen, en ik ben toch al bang,
dat ik den „genadigen" heer een weinig in
de war breng, nu ik zoo maar zonder com
plimenten voor den dag kom."
En dat was ook het geval. De handelsraad
kwam, haast op een draf, uit den wintertuin
en riep op niet bijzonder beleefden toon
„Mijn hemel, Kathe
De richting van zijn blik was ronduit be
lachelijk hij zocht het hoofd van zijn pupil,
die zoo op eens uit de lucht kwam vallen,
blijkbaar een voet of twee te laag en zij na
derde hem fier, met opgeheven hoofd en
groette met een knikje, als eene volwassene
dame.
„Wees niet boos, Maurits, dat ik zoo tegen
onze afspraak handel. Maar ik ben te groot
geworden, om mij te laten halen."
Zonder een woord te zeggen, stond hij
voor haar. „Gij hebt gelijk, Kathe. De tijd,
toen ik u aan de hand liet voortwandelen, is
voorbij," zei hij eindelijk langzaam en met
een blik, die zich van het frische, blozende
gelaat niet kon afwenden. „Nu, wees dui-
zendmalen welkomEerst nu reikte hij
Bruck de hand. „Eene toevallige ontmoeting
in den corridor dan zal ik wel moeten be
ginnen met u aan elkander voor te stellen."
„Doe geen moeite, Maurits, dat heb ik
Zelve al gedaan," viel het jonge meisje in de
rede. „De docter was juist bij Suze, die ziek
is, toen ik op den molen kwam."
Het gelaat van den handelsman betrok.
l„Zijt gij eerst op den molen geweest," vroeg
hij aarzelend. „Maar, lief kind, mevrouw
Urach heeft, met de beminnelijkste welwil
lendheid, zich bereid verklaard, u te ontvan
gen. Het sprak dus van zelf, dat gij zoo spoe
dig mogelijk bij haar moest komen, en in
plaats daarvan loopt gij eerst naar uw oude
vriendin, juffer Suze Ik bid u, zeg dat liever
niet binnen," fluisterde hij.
„Meent gij dat in ernst?" En de heldere
klank harer stem stak zonderling af bij zijn
gefluister. „Ik kan toch geen onwaarheid
zeagen, als er soms over gesproken werd, en
ik ben heel dom, als het op veinzen aankomt,
Maurits." Zij zweeg een oogenblik vol ver
bazing over den gloed, die zich op de wan
gen van den handelsraad vertoonde, maar
ging toen voort „Heb ik iets verkeerds ge
daan, dan zal ik er voor boeten. Mij dunkt,
erg zal het wel niet loopen."
„Als gij een vriendelijken wenk op een zoo
bijzondere manier meent te moeten opne
men, dan heb ik zeker niets meer te zeggen,"
zei hij, niet zonder zekere verstoordheid.
„Erg zal het wel niet loopen, maar het zal
uwe verhouding hier in huis niet prettiger
maken. Doe echter, wat u goeddunkt en zie
zelve toe, hoe gij met uw „recht door zee"
in onze hoog beschaafde kringen uwen weg
vindt."
Reeds die laatste woorden klonken meer
schertsend dan verstoord. Hij hield er eigen
lijk volstrekt niet van, uit zijn humeur te zijn.
Beleefd bood hij haar den arm en. voerd#