Brieven uit Frankrijk. BUITENLAND Tweede Blad 31 Juli 1923 feuilleton. KLATERGOUD Een Kabinetscrisis in Duitschland aanstaande? Een regeeringsver- klarlng van het Kabinet-Cuno. De vertegenwoordigers van Trans- Kaukasië moeten Frankrijk veriaten. De bijeenkomst der Kleine Entente. De positie van mr. Zimmerman. Onder de Telegrammen: De ziekte van president Harding; een com plot van anarchisten? De Belgische en Fransche nota's zijn gisteren te Londen overhandigd. De crisis in de Duitsche regeering. I fiEM. BUiTEKL. BERICHTEN. KUNST EN KENNIS. KERK EN SCNOOL. HANDEL EN NIJVERHEID. BINNENLANDSCH NIEUWS „Zoo stijf i" antwoordde zij ernstig. „Een WETTELIJKE ERKENNING DER „WITTE PATERS." De terugkeer der Congregaties in Frank rijk wordt voorbereid en binnenkort zullen de orde-geestelijken, snoodelijk verjaagd door een anti-clericale wetgeving weer open lijk hun nooit onderbroken arbeid kunnen verrichten. Wij zijn nog veraf van een vol komen en algemeen herstel, maar de goede weg is betreden, de eerste stap is gezet, die hoogstwaarschijnlijk door meerdere zal wor den gevolgd. Het gezelschap der Afrikaansche missiën, wier leden ook in Nederland meer bekend zijn als „de Witte Paters," behoort tot die orden, welke de wettelijke erkenning zullen erlangen. Het wordt trouwens tijd, den 30sten Sep tember, twee maanden na de afkondiging van de wet op de kerkgenootschappen richt ten zij een dergelijk verzoek tot den Minis ter van Binnenlandsche Zaken, overeenkom stig art. 18 van die wet. Meer dan 20 jaren bleef de regeering derl halve het antwoord schuldig, hoewel zij in die dagen reeds erkende hun recht te zullen laten wedervaren, In December van het afgeloopen jaar dien de de huidige regeering een wetsontwerp in om het gezelschap der Afrikaansche Mis siën, gesticht in 1868 door kardinaal Lavi- gerie, de gevraagde machtiging te verlee- nen. De Commissie van Buitenlandsche Zaken, geroepen zich over dit wetsontwerp uit te spreken, heeft thans met algemeene stem men, eenige weken geleden, het gunstig lui dend rapport, met de daarin vervatte beslui ten, goedgekeurd. Het gevolg zal zich niet laten wachten en binnenkort zullen de wit te paters hun heilzamen arbeid, wettelijk er kend, kunnen voortzetten. Het lijkt mij ook voor Holland belangrijk van dit rapport, in de hoofdpunten kennis te nemen. De werkzaamheden der „witte paters" strekken zich ongeveer over geheel Cen traal Afrika uit. En indien waar is wat Crispi eens getuig de van kardinaal Lavigerie, dat zijn tegen woordigheid in Tunis meer waarde had dan een leger, dan geldt dit zeker van een con gregatie, die zich meer en meer heeft uitge breid over de uitgestrekte gebieden van het duistere Afrika. Hoewel ook werkzaam in eenige provinciën van Noord-Afrika, zijn iet toch in hoofdzaak de inlanders, d!e zij ta staat hebben gesteld gebruik te maken van hun hospitalen, scholen en weeshuizen. Hun Apostolische arbeid strekt zich uit over een groot gedeelte van de onmetelijke Saha ra, ten zuiden van Tunis en Algiers, waar zoo goed als geheel de bevolking den mu- zelmanschen godsdienst is toegedaan. Hun aantal is gering in verhouding tot hun ont zaglijken arbeid. Een 60 paters, 11 broe ders, 102 geestelijke zusters en 13 leeraren geven onderwijs in 20 scholen aan 600 jon gens en meisjes, geven een godsdienstige op leiding aan 1300 neophyten en 200 catechu menen en verzorgden gedurende 19201921 niet minder dan 172.436 zieken door hun geneeskundige hulp. Niet minder bewonderenswaardig is hun arbeid in Fransch Soudan. Zij hebben daar een zeker aantal inlanders bekwaamd, om als onderwijzers in de Staatsscholen werk zaam t-e kunnen zijn, bij de post- en spoor wegen en zelfs bij de administratie een be trekking te kunnen vervullen. De Witte Zusters hebben cursussen in het leven geroepen voor vrouwen en meisjes en op welk een hoog peil het daar verrichte hand-naaldwerk staat, heeft de koloniale tentoonstelling te Marseille bewezen, waar de door deze zusters gemaakte tapijten zeer de aandacht hebben getrokken, De verschillende ambachten vinden er eveneens, dank zij de paters, een steeds zich ontwikkelende beoefening, terwijl de toe passing van de Europeesche landbebouwing reeds door zeer vele inlanders voor eigen rekening in practijk wordt gebracht. Blijft de geestelijke vooruitgang hoofdzaak, de stoffelijke blijft niet ten achter. Het spreekt vanzelf dat Maurice Barrès in zijn rapport vooral wijst op de beteeke- nis van den arbeid dezer paters, uit propa gandistisch oogpunt voor Frankrijk, Hij brengt in herinnering dat de werving van troepen door dien Franschen invloed zoo veel gemakkelijker is gegaan, waar de in landers Frankrijk hebben leeren liefhebben. Hij wijst op de groote diensten aan het front door de paters als tolken en aalmoeze niers bewezen, onder leiding van Mgr. Le- maitre, toen Apostolisch Vicaris van de Sa hara, thans Aartsbisschop van Chicago. Een sprekend bewijs voor de groote sympathie, die de witte paters ondervonden, is wel het volgende: op 't einde van 1915 ontvingen eenigen hunner, verwijderd van alle hulp, in Torna, een dorp van ongeveer 2000 inwo ners, het bevel tot mobilisatie. Zij vertrokken, hun missie overlatend aan de bewoners. En inderdaad dag en nacht waakten de inlanders, zoodat nergens scha de werd aangericht. Intusschen kwamen er eenige stammen in opstand. Torna werd door 4000 gewapende mannen aangevallen, waar nauwelijks 400 verdedigers tegenover stonden. Zij boden niettemin weerstand, maar zouden overweldigd zijn door het groo te aantal, indien niet de mannen uit de twee naburige dorpen waren te hulp gesneld, ge dreven door de erkentelijkheid jegens de „Witte Paters." Het was aan den invloed der missionarissen, doorwerkend zelfs tij dens hun afwezigheid, te danken dat Torna werd gered. Het is echter niet alleen op Fransch ge bied dat deze paters werkzaam zijn, ook in de Engelsche en Belgische zone verkondi gen zij het Evangelie en het moet erkend, dat de 387 witte paters, waaronder 180 Fran schen in die gebieden nog grootere resulta ten hebben bereikt. Dank zij de ruimere vrij heid van handelen, buiten de grenzen van Frankrijk, heeft hun arbeid daar intensiever kunnen werken. Een onverdachte getuige inzake de betee- kenis van den arbeid dezer missionarissen is zeker wel de gouverneur-generaal Stieg. Hij heeft een telegram gericht tot den Minister van Binnenlandsche Zaken, waarin hij o.a. verklaart, dat de werkzaamheden der Witte Paters een karakter dragen van algemeen belang, hoogst nuttig voor den invloed van Frankrijk, hun recht gevend op begunsti ging door het gouvernement. Dit oordeel, gevoegd bij hef rapport van de Commissie, dat geen enkel bezwaar te gen de wettelijke erkenning maakt, zal er veel toe bijdragen spoedig recht aan deze weldoeners der menschheid te laten weder varen. Wettelijk erkend zullen de opleidingshui zen der witte paters in Frankrijk beter dan tot nu toe aan hun bestemming kunnen be antwoorden en heller dan ooit zal het li ht van het Christendom kunnen schijnen in de duisternis van het Heidensch Afrika. Hoe zij bij uitstek aangewezen zijn dat licht te brengen, bleek mij dezer dagen in een gesprek met eenige voorname Muzel mannen in hetzelfde hotel verblijvend, waar wij onderdak hadden gezocht. Eenstemmig verklaarden zij mij, dat alle pogingen, een Muzelman tot het Christendom te bekeeren hadden gefaald, tot de komst der witte pa ters. En nu nog zijn alleen de Katholieke geestelijken in staat een muzelman van ge loof te doen veranderen. Zendelingen hebben hef beproefd, doch zij zijn niet geslaagd. Hun bewondering boven dien voor de witte paters was zeer groot. Moge de Kamer spoedig de wettelijke er kenning verleenen, waarvan alleen onver beterlijke anti-clericalen, de rechtvaardig heid kunnen ontkennen. Parijs, 25 Juli 1923. Mr. P. v. S. tegenwoordige voorzitter van den Rijksdag in aanmerking. Rijksminister van buitenland sche zaken zou Streseman worden, terwijl de sociaal-democraat dr. Hilferding als toe komstig rijksminister van financiën wordt genoemd. Indien dit bericht juist is, zou dus de groote regeeringscoalitie welke de Duit sche volkspartij, de democraten, het centrum en de sociaal-democratie omvat, eindelijk tot stand komen. DE GEALLIEERDEN EN DUITSCHLAND. De Times legt er in een hoofdartikel na druk op dat de Duitsche regeering en het Duitsche volk ten slotte zeiven normale toe standen moeten herstellen. De Britsche poli tiek kan hun misschien de noodige aanspo ring geven. Maar het is niet onmogelijk dat de Britsche politiek hierin faalt en het is zooveel te waarschijnlijker dat zij faalt, als Duitschland louter de gebeurtenissen afwacht en van eigen kant geen poging doet. In dat geval zal de toekomst van Europa van dien aard zijn dat niemand haar voorzien kan. EEN KABINETSKRISIS IN DUITSCHLAND i AANSTAANDE? Volgens de Montagmorgen kan het ontslag van fet kabinet Cuno weldra worden ver- vaclft. Als rijkskanselier komt Loebe, de EEN REGEERINGSVERKLARING. President Ebert en het kabinet Cuno maken de volgende verklaring openbaar: „Aan den zwaren druk en de rechteloos heid waaraan de bezette gebieden zijn bloot gesteld paart zich daar, evenals in het on bezette Duitschland, een stijgende ekonomi- sche nood, die een gevolg is van den onwil van Frankrijk om eenige oplossing van het Tierstel-vraagstulfi weltTé' Duïtscfilana leven laat, mogelijk te maken. Het heeft daarenboven door den inval in de Roer dé ekonomische en financieele kracht van Duitschland gebroken en het daardoor tot een ongehoorde inflatie gedwongen. Hierbij komen nog voedingsmoeilijkheden als gevolg van den zeer laten oogst. „Dit alles leidt tot groot phyziek en psy chisch lijden der bevolking, die evenwel stand zal houden tot een verstandige rege ling van de schadevergoeding, die het ver armde Duitschland weer gezond kan maken, bereikt is. De rijksregeering zal voortgaan alle maatregelen te treffen om dit doel te verwezenlijken. Ter versterking van de fi nanciën des rijks dient de vooruitbetaling der inkomstenbelasting, waartoe besloten is, evenals de hervorming van de vermogens- en erfenisbelasting, de verdubbeling van de omzetbelasting, de verkorte betalingstermijn voor verbruiksbelastingen, het Rijn- en Roer offer, de verveelvouding van de inkomsten belasting, de uitgifte eener leening met vaste waarde en de beperking van den invoer van weeldeartikelen. De op het gebied van het deviezen-verkeer ontworpen maatregelen strekken om het rijk in ruimere mate van buitenlandsche deviezen te voorzien. De ac- comodatie van loonen en salarissen aan de depreciatie van het geld is verzekerd. De rijksbank heeft maatregelen getroffen tot op lossing van het vraagstuk van het goud krediet." Dan betoogt de rijksregeering dat aansla gen tegen het staatsbestel den toestand niet kunnen verbeteren; voorts doet zij een be roep op den landbouw en den handel om de volksvoeding te verzekeren; zij wekt de be volking op aan het werk te tblijven en rust en orde te bewaren en drukt alle bestuurs organen op het hart om hun uiterste best te doen ten einde het volk te sterken in zijn besluit om vol te houden. „Onze volksgenooten aan Rijn en Roer besluit de verklaring mogen ons ten voorbeeld zijn! Wij zouden hen verraden als wij van den rechten weg van den plicht afweken. Voor hen, voor het leven, den vrede en de welvaart van ons volk, voor de vrijheid van Duitschland moeten wij vol harden." FRANKRIJK EN ENGELAND. „Remember, Britannia! Dit zijn de ver plichtingen in uw naam aangegaan." Onder dit, in regels, die de breedte van een geheele pagina beslaan, gedrukte, opschrift ibevat de Matin een bladzijde vol uitspraken van hen, die tijdens den oorlog en daarna de leiden de staatslieden van Engeland waren: Asquith, Lloyd George, Balfour, Grey, Winston, Chur chill, Bonar Law, Derby. Ter inleiding van deze uitstalling van oude plunje schrijft de Matin: Zonder vreugde brengen wij al deze rede voeringen, beloften, eeden, onder de oogen onzer lezers. Het is nooit prettig een volk of een individu te herinneren aan de ver plichtingen, die het plechtig op zich genomen heeft. Maar soms is het een plicht. Alles wat de Matin afdrukt is, zegt zij, gezegd, geschreven, gedrukt. Dit alles is gezworen uit naam van Engeland door mannen, die het recht hadden uit zijn naam te zweren: eerste-ministers, ministers van buitenlandsche zaken of van oorlog, raadslieden van den koning, gezanten. Dit alles is gezegd en her- zegd in twintig, in honderd verschillende vormen, op honderd verschillende plaatsen: openbare vergaderingen, clubs, universitei ten, in het Lagerhuis, aan den rand van de historische tafel, die de zaal in tweeën deelt en waarop de heilige bijbel rust. Het gaat thans erom te weten of dat alles maar praatjes geweest zijn, of dat alles nage komen en gehouden zal worden. Een eerliik volk heeft, evenals een eerlijk man, maar één woord. Het uur is aangebroken, waarop Engeland zijn woord zal hebben te houden of te verloochenen. Hier, zegt de Matin, zijn de stukken, die geteekend werden. Zal Enge land hen laten protesteeren? De eerste aanhaling door de Matin in her innering gebracht is uit een redevoering door Asquith, op 27 Augustus 1914 in het Lager huis uitgesproken. Zij luidt: „Wij begroeten de Belgen met eerbied en eerbetoon, Met hart en ziel zijn wij met hen, VCHj verzoeken het Huis hun vandaag uit naam van hef Vereenigd Koninkrijk en van geheel Europa de verzekering te geven, dat zij tot het einde toe op onzen hartelijken en onwankelbaren steun kunnen rekenen." DE ITALIAANSCHE FASCISTEN IN HET BUITENLAND. Uit Rome wordt gemeld, dat de groote fascistische raad met algemeene stemmen een verklaring aangenomen heeft, waarin ge zegd wordt, dat de fascisten in het buiten land de wetten en gebruiken van het land, waar zij verblijven, moeten eerbiedigen en zich van alle plaatselijke politiek moeten onthouden. Zij moeten streven naar een heid onder de Italiaansche kolonies in het buitenland, de werkzaamheid dier kolonies helpen bevorderen en er verder toe mee werken het oude en het nieuwe Italië beter te doen kennen. TWEE REDEVOERINGEN. Mac Neill, de Engelsche ondersecretaris van buitenlandsche zaken, heeft Zondag te Hornebey in een rede gezegd: Het is volko men waar dat eenig verschil van meening bestaat tusschen ons en onzen Franschen bondgenoot. Dit is onvermijdelijk, maar liet zijn volmaakt vriendschappelijke verschillen, niet over beginselen maar over methoden en zij zijn veel minder diep dan men zou opma ken uit de bladen aan weerszijden van het kanaal. Mc. Neill voegde eradh toe: Wij zijn niet van plan toe te laten, dat er eenige ver vreemding intreedt. Vergeet niet de jongste verklaring van Lord Curzon onzen minister van buitenlandsche zaken, welke volkomen juist is, namelijk, dat van de weinig stabiele factoren in de wereld het bondgenootschap tusschen Engeland en Frankrijk is." Sir William Joynson Hicks, de secretaris van de Schatkist, heeft in een rede te Twinckenham gezegd, dat hij niets wenschte hefTTè zeggeS „tegeS onzê ffondgenoofen oT Le gen hun grooten eerste-minister Poinearé, „Maar", zoo vervolgde hij, „ik moet iets te gen u zeggen over een rede door een van de leiders van de Engelsche openbare meening, Lloyd George, die de gelegenheid van de verzending van onze stukken naar Frank rijk en België aangreep om den eerste- minister van den grooten verbonden staat in matelooze woorden aan te vallen. Het was een rampspoedige rede, een rede, die de ernstigste gevolgen had kunnen hebben. Ik zeg, hoe groot de diensten van Lloyd Geor ge in den oorlog ook geweest zijn, dat zulk een rede niets meer of minder is dan een openbaar gevaar op dit oogenblik." FRANKRIJK EN GEORGIË. Het Journal deelt mede: Nu de sowjet- regeering verscheidene Franschen uit Geor gië heeft uitgezet, heeft de Fransche regee ring aan den vertegenwoordiger van de Trans-Kaukasische sowjets aangezegd, dat zijn tegenwoordigheid in Frankrijk niet lan ger gewenscht is. UIT BELGIË. De reserve-luitenant Metdenanck die den Duitschen zaakgelastigde te Brussel gemo lesteerd heeft is voorwaardelijk tot vier maanden gevangenisstraf veroordeeld. DE BIJEENKOMST DER KLEINE ENTENTE. De eerste bijeenkomst van de ministers van buitenlandsche zaken der kleine enten te te Sinaia werd Zaterdagmiddag door Bratianu geopend. Over het verloop van deze vergadering is weinig bekend. Ver meldt wordt alleen dat Benesj een overzicht gaf van de indrukken, die hij tijdens zijn verblijf te Londen, Parijs en Brussel had ge kregen en die van zeer pessimistischen aard zouden zijn. Het schijnt vrijwel zeker, dat Benesj als candidaat der kleine Entente voor den Raad van den Volkenbond zal worden aange wezen. Pilcz, de gewezen Poolsche gezant te Praag, wordt als vertegenwoordiger van de regeering van Warschau te Sinaia verwacht. DE BOOTWERKERSSTAKING IN ENGELAND. Een vergadering van stakende bootwer kers te Huil heeft Zondagavond met groote meerderheid besloten het werk te hervat ten. Zondag zijn duizenden stakende Lon- densche bootwerkers met muziek en banie ren van bet East End naar Hyde Park ge trokken, waar een groote betooging gehou den is. De leiders drongen er bij de mannen op aan te blijven staken, maar er werd geen besluit aan de orde gesteld. De bc^twerkersstaking te Londen is aan het verloopen. Maandagochtend zijn 1700 man te Tilbury aan het werk gegaan. Er wordt niet langer gepost. DE POSITIE VAN MR. ZIMMERMAN. De V.-D.-correspondent te Weenen meldt De Commissaris-Generaal van den Vol kenbond, Mr. Zimmerman, die uit den aard zijner positie vanzelfsprekend voortdurend het middelpunt der belangstelling vormt en wiens handelingen steeds nauwkeurig wor den gadegeslagen, staat nog altijd bloot aan aanvallen van sociaal-democratische politi ci en de sociaal-democratische pers, die zich dikwijls op ruwe wijze tegen den per soon van mr. Zimmerman uitlaat; aanvallen, die de Commissaris-Generaal langs zich heen laat gaan. Mr. Zimmerman heeft zich sedert het be gin van zijn werkzaamheden in Oostenrijk door geen enkelen aanval van zijn stuk laten brengen en heeft steeds vermeden op aanvallen van zijn persoon te reageeren. Het „Neue Wiener Tageblatt", dat zich in een hoofdartikel met den persoon van mr. Zimmerman bezig houdt, zegt van hem: „Mr. Zimmerman is een correct persoon, die zich ter dege bewust is van zijn moei lijke internationale positie". Het blad wijst de bewering van de hand, dat de Commissaris-Generaal zijn ambt zou vervullen op een wijze zooals nog nimmer een monarch is toegestaan, terwijl hij zich met alle interne zaken zou bemoeien. Het blad juicht het toe, dat mr. Zimmerman goede betrekkingen met de pers onder houdt tot welke hij zich op geschikte tijd stippen wendt met verklaringen om de le gendes over zijn bemoeiingen uit de wereld te helpen. Een dergelijke verklaring heeft de Com missaris-Generaal thans gegeven over een kwestie, die hier in politieke kringen eenige ergernis heeft veroorzaakt. Het gaat over de benoeming van een Italiaanschen deskun dige bij het Oosteorijksche tabaksmonopo lie, voor welk annbt de directeur-generaal van de Italiaansche tabaksregie, Alibrandi, bestemd is, Mr. Zimmerman laat in deze kwestie een communique publiceeren, dat op interes sante wijze aanwijzingen voor diplomatieke gebeurtenissen bevat, welke zich achter de coulissen afspelen. De Commissaris-Gene raal zegt namelijk, in zijn communique, dat hij op aandrang uit de kringen der buiten landsche crediteuren den directeur-generaal van de Italiaansche tabaksregie, Alibrandi, heeft uitgenoodigd voor hem, den Commis saris-Generaal, ter persoonlijke inlichting, een balans op te maken van het Oostenrijk- sche tabaksmonopolie. Deze zinsnede in het communique van den Commissaris- Generaal duidt aan, wat hier iedereen weet: dat Italië nl. reeds langen tijd een bijzon dere positie bij den wederopbouw van Oos tenrijk, door het zenden van een vertegen woordiger verlangt en dat den Commissaris- Generaal om zoo te zeggen niets an ders overbleef dan zich naar den aandrang uit Rome te voegen. De benoeming van Alibrandi is daarom merkwaardig, omdat de Oostenrijksche tabaksregie met winst werkt. Intusschen wordt de wederopbouw van Oostenrijk onder leiding van mr. Zimmer man op Bevredigende wijzë voortgezel, De goud- en devisendekking der Oosten rijksche kroon heeft, volgens den laatsten staat der Nationale Bank, reeds 48 pet. overschreden, de werkloosheid is ongeveer met de helft verminderd, de kroon blijft stabiel en het vertrouwen in Weenen heeft zich voldoende geuit bij de uitgifte van de Volkenbondsleening. Dat dit succes niet in de laatste plaats aan mr. Zimmerman te danken is, wordt hier algemeen erkend. EEN KIND AAN STUKKEN GESCHEURD. Bij Hoboken in New-Jersey kwam een jongetje van 9 jaar op verboden terrein, nl. op een gedeelte van het buiten Florham Park. Het buiten schijnt goed te worden be waakt, want twee groote Deensche doggen vielen het kind aan en scheurden het aan stukken. In enkele seconden was het ge schied. President Harding is na de schitteren de en hartelijke ontvangst, die hem in Ca nada was te beurt gevallen, weer op Ameri- kaanschen bodem terug. Te Seattle in den staat Washington waar hij aankwam, hield de President een toespraak, waarin hij aankondigde, dat Alaska spoedig rijp zal zijn voor de opneming als volgerechtigde staat in de Unie. Harding pleitte er voor, dat de ontwikkeling van Alaska zou ge schieden door en voor de bewoners van dat gebied. Er moeten van overheidswege vrij gevige credieten worden verstrekt voor technische, wetenschappelijke en landbouw- verbeteringen. De overheid moet meent Harding in Alaska de spoorwegen in eigen beheer hebben. Alaska is een groot land met verbazingwekkende hulpmiddelen, doch deze hulpmiddelen dienen met voor zichtigheid te worden geëxploiteerd om het grootste rendement te verkrijgen. De Presi dent wil voorts dat het gebied waar de es kimo's wonen voor deze stammen zal wor den gereserveerd. Men zie ook onder de telegrammen. De voormalige senator en vroegere minister van binnenlandsche zaken Albert B. Fall heeft een reis van een maand gedaan door Rusland. Hij is thans te Londen en heeft daar het een en ander meegedeeld over zijn bevindingen in het land van de sowjets. Fall had uit Rusland goede indruk ken meegebracht. Hij was aangenaam ver rast geweest door wat hij in Rusland had gezien, Hij had het volk rustig en met het bestuur tevreden bevonden. De menschen waren niet rustig, omdat zij zich buigen voor ruw geweld, maar omdat zij met het huidige regime tevreden zijn. Het volk en in het bijzonder de boerenstand heeft meer rechten dan vroeger. Ook wordt thans door de regcering van Lenin erkend dat bekwaamheid en ontwik keldheid recht hebben op erkenning en be looning boven het gewone peil. Oud-minister Fall wenscht, dat de Ver- eenigde Staten een handelsovereenkomst met Rusland' zullen aangaan in den trant der Britsch-Russische handelsovereenkomst. Het comité „Nooit weer oorlog" had Zondagochtend in Berlijn vier openbare ver gaderingen belegd waar leden van republi- keinsche partijen alsmede het lid van het Engelsche parlement Rennie Smith uit Lon den het woord voerden. Telegrammen van sympathie waren o.a. uit Londen, Weenen, Washington en Den Haag ontvangen. Na afloop van de vergaderingen werden kransen gelegd op de graven der in krijgs gevangenschap gestorven Fransche, Italiaan sche en Russische soldaten. In de vergaderingen, welke in de nieuwe Aula der universiteit te Berlijn zijn gehouden ten einde tegen de houding van de Fran schen in het bezette gebied te protesteeren hebben nog geestelijken van de drie groote religieuze gemeenten het woord gevoerd. Naar de Vorwarts meldt zijn te Keulen ruim tachtig ultra-nationalisten, o. w. eenige studenten, gevangen genomen onder verden king van Putsch-plannen. Bij huiszoeking in hun woningen is vijf centenaar dynamiet ge vonden, afkomstig uit een fabriek bij Keulen, waar enkele weken geleden een groote voor raad dynamiet was gestolen. Ofschoon de arbeidersraad der fabriek toen de justitie op dezen diefstal opmerkzaam heeft gemaakt is destijds niets gedaan om de schuldigen op het spoor te komen. De Daily Express meldt dat de hertog van Orleans, het hoofd van het huis Bourbon, in een voorstad van Londen verpleegd wordt wegens delirium. Zijn kwaal is, volgens de dokters, het gevolg van malaria, opgedaan op zijn reizen in Afrika. Een van zijn inbeel dingen is op dit oogenblik dat hij koning van Frankrijk is. De lijfartsen verklaren dat er verbetering in zijn toestand komt. In de provincie Jujuy (Argentinië) zijn belangrijke petroleum-terreinen ontdekt. Zij zullen voorloopig nog niet in exploitatie worden uitgegeven. Te Grenoble is de dertiende bijeenkomst van de sociale week begonnen, waarop ook Nederland vertegenwoordigd is. KERKTOURNEE A. NOORDEWIER- REDDINGIUS EN A. B. H. VERHEY. Onder leiding van Concertbureau Reddin- gius zullen in de maanden September en October a.s. Mevrouw A. Noordewier-Red- dingius, sopraan en de heer Anton B. H. Verhey, organist, een reeks kerkconcerten geven van gewijde muziek in een aantal plaatsen van Nederland met medewerking van den jongsten zoon van mevrouw Noor dewier, den heer Miek Noordewier, die als fluitist reeds zeer de aandacht trekt. Hel programma vermeld werken voor zang ené orgel, zang en fluit, orgelsolo's en fluit— solo's. Behalve eenige oud-Hollandsche eai oud-Fransche liederen, zal men ten gehoore; brengen meesterwerken van J. S. Bach, Fr. Schubert, W. A. Mozart, G. Mahler, A. Die-N penbrock en C. Frank. Behoudens goedkeuring der kerkbestu ren, zijn voorloopig vastgesteld: 13 Septem ber Leiden; 17 Groningen, 19 Gorinchem; 20 Dordrecht, 24 Nijmegen, 26 Rotterdam, 27 's-Gravenhage; 28 Gouda; 2 October Zutphen, 3 Doetinchem, 7 Schagen, 8 Utrecht; 10 Middelburg; 11 Goes; 15 Breda; 18 Helder. Enkele plaatsen als Naarden, Deventer e.a. zullen mogelijk nog ingevoegd' worden. HET EERSTE MONUMENT VAN 'T OPEH. BARE LEVEN OP DE H. LANDSTICHTING. Een bouwwerk met groote poort, waar-' boven een tralievenster. Bezijden de poort een waterkraan, die alle reizigers tot drin ken uitnoodigt. Met den klopper op de poort kloppen wij aan. De poortwachter opent de poort, dia draait op 'n spil. Wij staan op een om muurd plein. Aan drie kanten overdekte gaanderijen ter bescherming tegen zon en regen. Onder één der gaanderijen kamertjes voor reizigers. Rondom langs de wanden breede leemen banken, waarop reiziger» zich ter ruste kunnen leggen. De poort- of kraanwachter woont aan d« vierde zijde, waar de poort is. Een der gaan derijen is van den meest primitieven vorm, deze rust op houtpalen, waarop een dak van takken met leem bedekt. Alle muren zijn op Oostersche wijze met leem bestreken Midden op het plein zien wij een citera of put mt 'n grooten steen gesloten. Naast den put een groote steenen drink* bak. Een trap leidt naar het platte dak. Op den hoek van 't platte dak 'n loofhut. In 't Oosten lagen langs de karavaanwe gen verschillende van die Chaans of kara vaanhuizen, zoodat de reizigers van Chaan tot Chaan reizen. Maria en Jozef klopten aan de poort val» zulk een Chaan om te overnachten. De barmhartige Samaritaan bracht d« reizigers in zulk een Chaan. En Christus zelf zal waarschijnlijk menig maal in zulk een Chaan verbleven hebben. DE NEGENDE NEDERLANDSCHE JAARBEURS. Na de bemoedigende resultaten der Acht ste Jaarbeurs, is de Raad van Beheer we der begonnen met de voorbereiding vootl de Negende Jaarbeurs, welke zal worden ge houden van 12 tot en met 25 September '23, met dien verstande, dat de beurs gesloten, zal zijn op de beide tusschenliggende Zonda gen en op Grooten Verzoendag (20 Sep tember). De datum dezer beurs valt iets la ter dan het vorige jaar, omdat de eerste week van September, in verband met de in verschillende gemeenten plaats vindende Jubileumfeesten voor het houden der Jaar beurs ongeschikt moest worden geacht. De duur der beurs is bovendien dusdanig geko zen, dat zooveel mogelijk rekening is gehou den met de dit jaar zeer vroeg vallend* Israëlitische feestdagen. Het ligt echter in de bedoeling om voor alle volgende Jaarbeurzen, zoowel die ia het voorjaar als die in het najaar worden gehouend, den duur van elke beurs te hand haven op 10 dagen. De jaarbeurs zal openstaan voor deelne ming in alle groepen van industrie. Bespre kingen met Jaarbeurs-deelnemers geduren de de zevende beurs hebben duidelijk in het licht gesteld, dat over het algemeen da voorkeur wordt gegeven aan algemeena beurzen waarop alle takken van industrie vertegenwoordigd zijn. Zooveel mogelijk zullen de deelnemer* wederom groepsgewijze naar de industrie- groepen worden ingedeeld, met dien ver stande, dat zich eenzelfde groep zal be vinden zoowel in het gebouw als daarbui ten op het terrein. Deze splitsing is met het oog op de voorkeursrechten van aandeel houders van het gebouw onvermijdelijk; het is een overgangstoestand, waarin alleen door den bouw van een tweede Jaarbeursgebouw zal kunnen worden voorzien. De Raad van Beheer houdt echter vast aan het beginsel van groepsgewijze indeeling en zal trachten zooveel mogelijk dit beginsel ook dezen keer in practijk te brengen. Met de toewijzing der plaatsruimte is be gonnen wat de plaatsen in het Jaarbeurs gebouw betreft op 1 Juli 1923, wat de plaat sen op het terrein aangaat op 15 Juli 1923, Bij de besprekingen met Jaarbeursdeelne mers is herhaaldelijk de wenschelijkheid uitgesproken om de beurs ook op Zondag open te houden. De Raad van Beheer heeft deze aangelegenheid ernstig onder de oogen gezien, doch heeft na gehouden overleg be sloten, dit keer daartoe nog niet over te gaan. De Raad van Beheer heeft het voorne men om tijdens de a.s, beurs een enqueta onder de deelnemers te houden, ten enide hunne meening omtrent deze kwestie in t* winnen. DE R. K. WERKGEVER OVER MINISTER DE GEER. Naar aahleiding van de ministercrisia schrijft het officieel orgaan van de R. K. Werkgevers in een hoofdartikel o. m. het volgende oordeel over den afgetreden be windsman neer: Neen deze Minister was naar ons oor- Naar het Engelsch. 7 Kathe schudde het hoofd. „Ik ben bang voor zooveel geluk I" „Geluk vroeg de dokter langzaam. „Het komt er, dunkt mij, maar op aan, hoe hij zelf over al die dingen denkt." „O, zeker, het doet hem goed, het maakt hem gelukkig l" riep zij op vasten toon. „Ik weet uit zijne brieven, dat hij geen hooger levensdoel kent dan de aardsche goederen te verkrijgen. Zijn laatste schrijven bij voor beeld droeg al de sporen van verrukking, omdat mijne erfenis zoo mee was gevallen." Zwijgend liep hij naast haar voort. Ein delijk vroeg hij, terwijl hij haar even aanzag „En gij dan maken al die rijkdommen op Uw gemoed dan geen indruk?" Kathe boog met bevalligen moedwil het hoofd en keek hem vlak in het gezicht. „Gij wacht zeker van mij, als volwassen meisje een bepaald antwoord, een vast en ernstig Neen Maar met den besten wil van de we reld kan ik dat antwoord niet geven, wijl ik het onuitsprekelijk aardig vind, rijk te zijn." Hij lachte in stilte, maar zei niets. Zoo gingen zij zwijgend verder, tot zij bij de lin- denlaan kwamen. Die laan zag er nog uit als van ouds, en midden op het pad waren nieuwe kiezelsteenen gestrooid. O, de lieve, ouderwetsche kennis is er nogriep het jonge meisje, terwijl zij naar een houten brug wees, die in al hare eenvoudigheid over den vloed lag, gelijk zij dat al tal van jaren had gedaan. „Die brug leidt naar een stuk grond." „Ja, naar den boomgaard. Er staat een aar dig, oud huis in, dat vroeger gediend heeft voor de melkerij en boerderij van het kas teel. Het is geheel met wijngaardranken be groeid en daar ligt een breede steenen trap voor de deur 't Is daar stil en onbeschrijfelijk lief. Suze placht op het gras in den boom gaard te bleeken. In het voorjaar was de grond blauw van al de viooltjes altijd heb ik die daar het eerst gevonden." „Dat kunt gij blijven doen sinds heden morgen is die boomgaard mijn eigendom," en met de belangstelling van den eigenaar zag hij er heen. Kathe dankte hem vriendelijk, maar staar de toch eenigszins verstrooid en verlegen op de kiezelsteentjes van den weg. Zou hare schoone zuster als jonge vrouw in dat huis komen te wonen? Flora met hare trotsche houding en hare majestueus langen sleep, Flora Mangold, de veeleischende, voor wie geen salon te hoog of te breed, geen ameu blement te rijk kon zijn, in dat eenzame huis met den grooten, ouden haard en de versle ten steenen in de gang Wat had zij zich dan veranderd om om zijnentwil Een gedruisch, dat op een vrij verren af stand zich liet vernemen, deed haar jantstel- len. Zij was de villa aj zoo dicht genaderd, dat zij de prachtige gordijnen duidelijk zag. Achter de ruiten verroerde zich niets, alles was er stilmaar van den kant van den weg, die op het front van het huis'aanliep, hoorde men het geluid van een wagen, die naar de villa scheen te rijden. Twee prachtige paar den vertoonden zich voor een net rijtuig. Tuig en wagen fonkelden in den gloed der nieuwheid. Eene dame hield den teugel met vaste hand hare in donkerbruin fluweel ge hulde gestalte zat zoo los en gemakkelijk op de voorbank, als roerde zij de kussens haast niet aan. Een witte veer op haar hoed woei door de lucht, en om gelaat en hals, die bei de zoo helder wit bij het donker fluweel af staken, fladderden korte, blonde lokken. „Flora wat is mijne zuster toch schoon riep Kathe opgetogen en strekte onwille keurig de rechterhand naar het rijtuig uit, maar noch Flora noch de handelsraad, die met over elkander geslagen armen naast haar Zat, hoorden iets van dien uitroep. De equi page sloeg den hoek om en hield voor de hoofddeur stil. Een kleine kiezelsteen, door den stok van den dokter opgewoeld, vloog door de lucht. Nu eerst merkte Kathe, dat hij niet meer naast haar ging zij had trouwens onder den indruk van het bevallige schouwspel haren tred verhaast. Met een levendige beweging keerde zij zich om en zag, dat hij, alsof er niets gebeurd was, in denzelfden tred voort- wandelde, terwijl het alleen den schijn had, alsof hij het hoofd iets hooger droeg, of hij er eigenlijk iets hoogmoediger uitzag dan zoo even. Hij moest bepaald op haar een onder zoekend oog hebben gehad, want een weinig verlegen sloeg hij den blik naar de andere zijde. Met moeite verborg zij een spotziek lachje. Zij wist, dat zij hem op eene verge lijking had betrapt, die ongeveer dus luiden moest „Mijn hemel, wat een lomp en hoe kig ding, als ik daarbij denk aan mijne syl- phide „Ik sta verbaasd over de stoutheid, waar mee Flora de teugels houdt," zei ze, toen zij weer .naast elkander voortgingen. „Ik sta veel meer verbaasd over de koel bloedige doodsverachting van hem, die naast haar zit. Het was een proefritde handels- raad heeft gisteren die jonge paarden pas ge kocht." Er lag een zoo bittere toon in zijn stem, dat zij er van schrok en zweeg. HOOFDSTUK V. Er heerschte van beide kanten een diepe stilte. Zoo kwamen zij bij het huis en gingen eene zijdeur in, terwijl juist de equipage bij het voorportaal wegreed. Een bediende zeide hun, dat de dames en de „genadige" heer in den wintertuin waren, dus in de vertrekken van mevrouw Urach. Kathe was weer volkomen bedaard en op alles gevat. Zij haalde een visitekaartje voor den dag en gaf dat den bediende, „voor den heer handelsraad." „Zoo stijf?" zekere afstand is het voorzichtigst. Een har telijk naar binnen ijlen zou mij mogelijk min der goed bekomen, en ik ben toch al bang, dat ik den „genadigen" heer een weinig in de war breng, nu ik zoo maar zonder com plimenten voor den dag kom." En dat was ook het geval. De handelsraad kwam, haast op een draf, uit den wintertuin en riep op niet bijzonder beleefden toon „Mijn hemel, Kathe De richting van zijn blik was ronduit be lachelijk hij zocht het hoofd van zijn pupil, die zoo op eens uit de lucht kwam vallen, blijkbaar een voet of twee te laag en zij na derde hem fier, met opgeheven hoofd en groette met een knikje, als eene volwassene dame. „Wees niet boos, Maurits, dat ik zoo tegen onze afspraak handel. Maar ik ben te groot geworden, om mij te laten halen." Zonder een woord te zeggen, stond hij voor haar. „Gij hebt gelijk, Kathe. De tijd, toen ik u aan de hand liet voortwandelen, is voorbij," zei hij eindelijk langzaam en met een blik, die zich van het frische, blozende gelaat niet kon afwenden. „Nu, wees dui- zendmalen welkomEerst nu reikte hij Bruck de hand. „Eene toevallige ontmoeting in den corridor dan zal ik wel moeten be ginnen met u aan elkander voor te stellen." „Doe geen moeite, Maurits, dat heb ik Zelve al gedaan," viel het jonge meisje in de rede. „De docter was juist bij Suze, die ziek is, toen ik op den molen kwam." Het gelaat van den handelsman betrok. l„Zijt gij eerst op den molen geweest," vroeg hij aarzelend. „Maar, lief kind, mevrouw Urach heeft, met de beminnelijkste welwil lendheid, zich bereid verklaard, u te ontvan gen. Het sprak dus van zelf, dat gij zoo spoe dig mogelijk bij haar moest komen, en in plaats daarvan loopt gij eerst naar uw oude vriendin, juffer Suze Ik bid u, zeg dat liever niet binnen," fluisterde hij. „Meent gij dat in ernst?" En de heldere klank harer stem stak zonderling af bij zijn gefluister. „Ik kan toch geen onwaarheid zeagen, als er soms over gesproken werd, en ik ben heel dom, als het op veinzen aankomt, Maurits." Zij zweeg een oogenblik vol ver bazing over den gloed, die zich op de wan gen van den handelsraad vertoonde, maar ging toen voort „Heb ik iets verkeerds ge daan, dan zal ik er voor boeten. Mij dunkt, erg zal het wel niet loopen." „Als gij een vriendelijken wenk op een zoo bijzondere manier meent te moeten opne men, dan heb ik zeker niets meer te zeggen," zei hij, niet zonder zekere verstoordheid. „Erg zal het wel niet loopen, maar het zal uwe verhouding hier in huis niet prettiger maken. Doe echter, wat u goeddunkt en zie zelve toe, hoe gij met uw „recht door zee" in onze hoog beschaafde kringen uwen weg vindt." Reeds die laatste woorden klonken meer schertsend dan verstoord. Hij hield er eigen lijk volstrekt niet van, uit zijn humeur te zijn. Beleefd bood hij haar den arm en. voerd#

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1923 | | pagina 5