GEMENGD NIEUWS BUITENLAND Tweede Blad 1 Augustus 1923 PROF. STRUIJCKEN's GEESTESRICHTING. GEM. BUITENL. GERICHTER. feuilleton KLATERGOUD De antwoorden van België en Frankrijk zouden in regeeringskringen te Londen een zeer pessiraistischën indruk hebben gemaakt. - Het ant woord van Italië: de bondgenooten moeten naar verhouding gelijke offers brengen. De toestand in Duitschland; de eischen der sociaal-democra ten; de financieele maatregelen der regeering. Hevige overstroomingen "in Amerika. Onder de Telegrammen: de Britsche Kabinetsraad heeft gisteren nog geen beslissing genomen over het Fransche en Belgische antwoord; even tueel zal een afzonderlijk Engelsch-Italiaansch antwoord aan Duitsch land gezonden worden. Toelating der geschorste Lagerhuisleden. Het Engelsche parlement zal, zoo noodig, een buitengewone zitting bijeen geroepen worden. »SSSSSSSSSS5SS6SSSS Gehee! de Nederlandsche pers heeft de lter dagen uiting gegeven aan gevoelens van groote waardeering voor persoon en arbeid van onzen grooten op nog zoo betrekkelijk jeugdigen leeftijd overleden Staatsraad. Hij is een van de weinige Katholieke voorman nen, wier talenten en verdiensten even vol mondig als eenstemmig door ieder, ook zijn tegenstanders, worden erkend. Zooals nog gisteren in den Raad van Staten door den Vice-Voozitter met allen nadruk werd gememoreerd, niet alleen het vader land maar heel de internationale gemeen schap verliest in hem een man, wiens oor deel en advies gaarne werd gevraagd niet al leen, maar ook gevolgd, en die zijne veel zijdige kennis en zijn diepen kijk in het we zen der groote vraagstukken niet liet ver starren tot dorre theorie, maar met klaren kijk op de practische werkelijkheid kon toe passen. Vooral voor de Katholieken is dit verlies een Zware slag. Er is wel eens, min of meer be dekt op gezinspeeld, als zou prof. Struijcken in zijne opvattingen meer liberaal katholiek geweest zijn. Het is wel aardig zulk beweren gelogen straft te zien door een citaat, dat het „Cen trum" dezer dagen ter gelegenheid van dit overlijden aanhaalde uit zijn bekend geschrift „het Bestuur der Buitenlandsche Betrekkin gen", dat wij hier overnemen. (In dit in 1918 nog voor het einde van den öorlog verschenen geschrift pleitte prof. Btruijcken voor democratiseering van het óuitenlandsch beleid, met name de diploma tie). „De verbetering der internationale ver houdingen kan eindelijk ook het gevolg zijn Van een ethisch proces, de ontwikkeling, versterking van het bewustzijn en leer en leven, dat de volken, wat hen ook verdeeld en scheidt, deelen zijn van de ééne mensch- heid, en als zoodanig, evenals het individu, zich hebben te verheffen boven hun egoïsme om de aan allen gemeene, door allen te be lijden ideeën van menschelijkheid en be schaving te dienen. Op die zedelijke verhef fing rekenen blijkbaar velen alle oorlog voerenden prediken het van de daken, dat deze het einddoel is van den oorlog, die nut teloos zoude zijn gevoerd, wanneer hij niet der menschheid eene betere toekomst zoude brengen, waarin de eerbied voor de vrijheid en de rechten van alle volken, van alle na tionaliteiten, groot en klein, de grondslag zal zijn der statengemeenschap, een op rechts regel en rechtspraak gebouwde wereldbond der volken, uit de overtuiging zijner zede lijke noodzakelijkheid geboren, de plaats zal innemen van de thans door machts- en geld- begeerte zoo gruwelijk uit elkander gerukte menschheid. „Onze verwachting is in deze nog niet groot. Zeker, de grootste zondaar kan zijn leven beteren, maar nog nimmer hoorden wij, dat het feit, dat zijne uitspattingen de uiterste grenzen der grofheid hebben bereikt, als een voorteeken mag worden beschouwd, dat zijne bekeering nabij is. Wij zien voorals nog niet, van waar de zedelijke verheffing der volken, die toch alleen uit de zedelijke verheffing der individuen kan worden ge boren, zal moeten komen. De oorlog heeft haar tegendeel gebracht van het godsdien stig reveil, dat men hier en daar in het begin van den oorlog meende te zien, is niets meer te bespeuren de deflloraliseerende werking van den oorlog ziet ieder vóór zich de op voeding der jeugd in de oorlogvoerende lan den dreigt te worden verwaarloosd, hare misdadigheid neemt steeds meer toe; ner gens, noch in de oorlogvoerende, noch in de neutrale landen, bespeurt men op gods dienstig of zedelijk gebied eenigen vooruit gang, wel het tegendeel en dan zijn de mil- lioenen nog niet weder uit de loopgraven te rug in het gewone leven Schamper heeft men het christendom gehoond, omdat het den oorlog niet heeft kunnen verhinderen. Die hoon was misplaatst de oorlog is toch zeker niet het uitvloeisel der christelijke le vensbeginselen, maar wel van het feit, dat de menschheid zich daardoor niet heeft laten leiden. Maar welke reden is er, te verwach ten, dat na dezen oorlog de christelijke leer meer vat zal hebben op de volken dan voor heen Zelfbeheersching moet er komen op den grondslag van godsdienst en zedelijkheid, maar is er iets in den geest van den tijd, dat de verwachting daarop na den oorlog kan rechtvaardigen? Het socialisme misschien? Het kan zijn, dat het, met een beroep op de materiëele belangen van den arbeidenden stand, het ideëele nationalisme in de toe komst verzwakt, al heeft ook weder deze oorlog niets geboden, dat deze verwachting kan rechtvaardigen, wel het tegendeel maar in ieder geval ontbreken in het socialisme de zedelijke factoren, die van zijne uitbrei ding de zelfbeheersching van het individu op zedelijken grondslag mogen doen ver wachten. „Ruime stof is hier tot vragen en twijfelen de mogelijkheid intusschen willen wij niet ontkennen, dat toch ten slotte deze geesel Gods zuiverend en versterkend op geest en gemoed van den mensch zal werken en zijn zedelijk bewustzijn, zijne macht tot zelfbe heersching, tot overwinning van het egoïsme door zedelijke gedachten, zal vergrooten. De verhoudingen der volken zullen ook dan beter worden." DE GEALLIEERDEN EN DUITSCHLAND. Bij geruchte verluidt in Fransche offi cieuze kringen te Londen, dat de Fransche en Belgische antwoorden op de Britsche nota's op de Britsche regeering een zeer pessimistischen indruk hebiben gemaakt. Uit den aard der zaak is weinig positiefs mede te deelen. Zooals tot nu toe berusten bijna alle beschouwingen op giswerk, dat van dag tot dag voor het grootste deel miswerk blijkt. Echter geeft de diplomatieke medewerker van de Daily Telegraph zoo ge heel zonder voorbehoud, alsof hij daar vrij volledig over ingelicht is, een overzicht van het antwoord van Frankrijk dat ik zijn be weringen in het kort wil weergeven. Volgens hem, plaatst Poincaré's antwoord hoofdzakelijk den klemtoon op zijn in ver schillende redevoeringen uitgesproken stel lingen en is het een hoffelijke, maar dras tische verwerping van ieder voorstel, dat door de Britsche regeering naar voren is gebracht. Het weigert duidelijker dan in het antwoord op de vragenlijst eenige weken feleden zich uit te laten over mogelijke 'ransche concessies na onvoorwaardelijke staking van het lijdelijk verzet. Het blijft enbij dat ontruiming van het Roergebied slechts geleidelijk naar gelang van- betaling kan plaats hebben en wil de plaatselijke productieve panden in het bezette gebied niet opgeven. Op wettelijke zoowel als op nuttigheids- gronden baseert Poincaré zijn verzet tegen een commissie tot vaststelling van Duitsch- land's' capaciteit door deskundigen. Wel zou hij een commissie tot onderzoek van de door België voorgestelde methoden van betaling goedkeuren, maar alleen wanneer tevoren de Fransche basis voor de schadeloosstelling en oorlogsschulden aanvaard was. Poincaré houdt vast aan de gedachte eener reductie van de C-obligaties in verhouding tot de kwijtschelding der schulden door Engeland. Aan de schuldenkwestie haakt hij zich ten" slotte vast. Het antwoord zou zelfs een vragenlijst bevatten, waarin hij opheldering over het Britsche standpunt inzake de geal lieerde schulden vraagt. Volgens denzelfden correspondent is het Belgische antwoord betreffende de Roeractie infransigenter van toon dan aanvankelijk in het ontwerp, zulks in ruil voor Poincaré's concessie in zake de garanties en betalings wijzen. België zou ook niet veel voelen voor *en commissie tot vaststelling van de capaci teit met onzijdigen, maar de medewerking van Amerika op prijs stellen, België zou evenmin zonder meer de garan ties en betalingsmethoden van het Duitscne memorandum verwerpen die in gewijzigde termen en vormen het eerst in het Belgische technisch memorandum voorgesteld waren. Voor een preferentie ten aanzien van de verwoeste gebieden en een herziening van de percentages van Spa noemt de corres pondent België zeer geporteerd. Dit alles wordt op een enkele clausule na als vast staand gegeven. Ongetwijfeld zal veel ook wel juist zijn, hoewel de onderstelling voor de hand ligt dat het relaas op een vermen ging van onvolledige inlichtingen en eigen diagnose berust. In regeeringskringen heet men pessimistisch gestemd. Dat Mussolini in afwijking van het hem oorspronkelijk toege schreven plan om schriftelijk te antwoorden de Britsche regeering alleen een mondelinge mededeeling heeft doen toekomen, wordt evenzeer pessimistisch uitgelegd. Mussolini zou de kans op een gemeenschappelijk ant woord aan Duitschland zoo gering achten dat hij de zaak door nog een schriftelijk antwoord meer niet wou compliceeren. Men verwacht dat de regeering Donderdag in het Lagerhuis een verklaring zal afleg gen. De draadlooze dienst te Londen meldt nog: De Londensche bladen zien belangstellend uit naar het debat over de kwestie van her stel en de Roerbezetting hetwelk in ibeide Huizen van het parlement zal worden ge houden op Donderdag bij de motie tot ver daging voor het zomerreces. Men neemt aan, dat het kabinet terstond de Maandag ontvangen nota's van Frankrijk en België aan een nauwgezet onderzoek zal onderwerpen en het is mogelijk, dat over dit onderwerp in het parlement een ministe- rieele verklaring zal worden afgelegd. De ontvangen nota's bevatten vermoedelijk op merkingen van Frankrijk en België, geba seerd op het ontwerp-antwoord dat Enge land aan de geallieerden heeft voorgesteld aan Duitschland te zenden in antwoord op het Duitsche aanbod van 7 Juni. Volstrekte geheimhouding wordt ten op zichte van deze mededeelingen bewaard, maar volgens de Times waren zij afzonderlijk en niet gelijkluidend. Het staat te bezien welk licht zij werpen op de mogelijkheid van een gezamenlijk antwoord der geal lieerden aan Duitschland. De nota's van Frankrijk en België werden door de gezanten van deze landen te Londen overhandigd en Maandag heeft lord Curzon ook den Italiaanschen gezant ontvangen. Men meldt, dat deze geen nota heeft overhan digd, maar dat hij niettemin in staat was, den secretaris van buitenlandsche zaken volledig in te lichten over de inzichten van de Italiaansche regeering, die naar men meent zeer sympathiek gestemd zijn ten opzichte van (iet Engelsche standpunt. De grootste belangstelling concentreert zich derhalve op de houding van Frankrijk en België, wier onafhankelijk optreden, be, staande in de bezetting van de Roer in Januari j.l., tot dusverre elke poging tot vervulling van het Britsche verlangen om te komen tot een gemeenschappelijke actie in zake het Europeesch herstel heeft be moeilijkt. In zijn laatste in het Parlement afgelegde verklaring, reide Baldwin, dat een onbe paalde verlenging van den bestaanden stand van zaken ernstig gevaar meebracht en de loop der gebeurtenissen heeft sedert deze verklaring geen verandering ondergaan om de destijds geuite meening te wijzigen. De ineenstorting van de Duitsche mark en de groote schommelingen op de buitenlandsche wisselmarkt blijven onrust in handelskrin gen veroorzaken. Berichten uit Duitsche in- dustrieele kringen wijzen er op, dat de pro ductie aan het verminderen is hetgeen vol gens de Times het gevolg moet zijn van het opraken der voorraden aan buitenlandsch geld. Er is zeer weinig vraag uit het buiten land voor marken en nu de rijksbank heeft opgehouden buitenlandsche betaalmiddelen te verkoopen is de moeilijkheid om de mid delen te bekomen voor betalingen aan hét buitenland zeer groot. Met uitzondering van steenkool toonen de maandelijksche invoeren in Duitschland eën vermindering van ongeveer een millioen ton, vergeleken bij den invoer van zes maandën geleden. De kwestie van het herstel en aanverwante onderwerpen zullen zeer veel besproken worden in de kiezersvergaderingen tijdens het komende reces van het parlement. Alle partijen van het Lagerhuis maken toebe- reidselen voor eene politieke campagne. De Fransche bladen melden, dat de Ita liaansche gezant te Londen aan Curzon heeft medegedeeld, dat Mussolini het beter acht voor het oogenblik niet te antwoorden op de Britsche nota betreffende het antwoord aan Duitschland. De Italiaansche minister president is van meening, dat zijn tusschen- komst geen nut oplevert ert hij is er in de eerste plaats op uit, de moeilijkheden tus- schen de Fransche, de Belgische en de En gelsche regeering niet te vergrooten. De Petit Parisien meent, dat ook Japan om dezelfde reden niet op de Britsche nota heeft geantwoord. HET ANTWOORD VAN ITALIË. Zondagochtend is het antwoord van Italië op het Britsche ontwerp voor een gemeen schappelijk bescheid aan Duitschland naar Londen gezonden. Men bewaart te Rome in officieefe kringen nog steeds het stilzwijgen omtrent den inhoud en de strekking ervan, doch men meent te weten dat het voorstel van Baldwin en Mussolini's antwoord erop grootendeels eenzelfden kant uitgaan. Al leen legt de Italiaansche premier er den na druk op, dat naar zijn meening de schadever goeding van Duitschland en de onderlinge schulden der bondgenooten zoo nauw sa menhangen, dat men het eene vraagstuk niet afgescheiden van het andere kan behandelen. Hij is van meening dat de minder welgestelde bondgenooten in het algemeen en zeer ze ker Italië er niet toe kunnen overgaan iets op hun vordering op Duitschland te laten vallen, zonder dat zij vooraf weten hoet het staat met hun eigen verplichtingen ten op zichte hunner crediteuren Dit standpunt is reeds vroeger herhaaldelijk door Mifssolinï. verdedigd, waarbij hij steeds opmerkte, dat Italië bereid is het zijne te doen, als er, met het oog op den toestand in Duitschland, of fers noodig zijn, teneinde zoo het herstel van Europa te verkrijgen, doch alleen op de voorwaarde, dat alle andere bondgenooten een naar verhouding gelijk offer brengen. Wat het bedrag der van Duitschland te vorderen schuld betreft wil Mussolini den tegenstander laten betalen tot de grens zijner draagkracht, zooals deze, naar Baldwin heeft voorgesteld, door een commissie van deskundigen is gefixeerd, doch zonder dat men Duitschland verplicht iets op zich te ne men, wat het niet kan volbrengen, doch ter zelfder tijd mag men niet afzien van de waar borgen der betaling, die in het verdrag van Versailles zijn neergelegd. DE TOESTAND IN DUITSCHLAND. De eischen van de sociaal democraten. De financieel-polifieke eischen, welke de „Vorwarts" gisteren publiceerde en die het beptuur der sociaal-democratische partij aan de regeering van Cuno heeft voorgelegd, bevatten o.a. de volgende eischen: Verdrievoudigde heffing van de krachtens de hroodvoorzieningswet geautoriseerde ge dwongen leening; verdrievoudigde heffing van de geautoriseerde vooruitbetaling der vennootschappen- en inkomstenbelasting; verdrievoudigde heffing der op 31 Juli verschuldigde vooruitbetaling op de belas ting op den omzet, niet vrijstelling van be dragen tot 300,000 mark, alsmede der coöpe raties en van den detailhandel; tijdens den duur der Rühractie heffing van een belas ting op alle industriëele, handels-, en bank ondernemingen, volgens het peil van de op deze bedrijven geheven loonbelasting; hef fing in natura van een dubbele centenaar rogge per hectare bouwland op boschgrond met uitzondering der detailbedrijven. Voorts de onverwijlde betaling der loonbelasting plus de bijslagen der ondernemingen na de uitbetaling der loonen en salarissen; de be taling van alle indirecte belastingen op zijn laatst 10 dagen na verkoop der goederen. Bij te late betaling der belastingen moet inmiddels ingetreden waardeverminde- de ring van het geld volledig ten laste komen van den belastingbetaler. De minste bijslag op deze wijze van straf, onn er per niaand bedragen. Crediet en'waarbij d^machines werden beschadigd. uitstel van betaling worden door het Rijk slechts tegen goudwaarde en goudrente ver leend. Verder worden verlangd: geregelde aan pasing op korten termijn van de spoorweg-, post- en andere tarieven aan de daling van de mark; invoering van een waardevaste papiermark en het uitgeven van waarde vaste staatsleeningen, te garandeeren door de Rijksbank en het openstellen van de mogelijkheid tot het creëeren van waarde vaste leeningen door de spaarbanken; wij ziging in het bestuur van de Rijksbank tot herstel van het binnenlandsche crediet en het noodzakelijke vertrouwen in binnen- en buitenland; invoering van goudconto's, reke- ningen en aannemen van deviezendeposito's door de Rijksbank; credietverlêening door de Rijksbank uitsluitend op goudbasis tegen goudrente; organisatorische stpunactie van de mark; vorming van een aeviezenfonds uit de deviezenvoorraden van het bedrijfs leven tegen dollarobligaties; eventueele ge dwongen verklaringen onder eede over net bedrag van het deviezenbezit benevens over het zich in^jiet buitenland bevindende ver- mogensbezit en belang bij buitenlandsche ondernemingen; onmiddellijke betrekking van het bedrijfsleven bij het herstel der fi nanciën door middel van het vestigen van goudhypotheken, resp. door onmiddellijke deelneming door het rijk aan de industrieele ondernemingen. In verband met den ernst van den toe stand moet de Rijksbank haar tot dusver gevoerd verzet tegen het goudgiroverkeer opgeven en moet dit zoo spoedig mogelijk worden ingevoerd. De financieele maatregelen. Het Rijkskabinet heeft zich bezig gehou den met de maatregelen, die terstond op financieel gebied noodig zijn om in den noodtoestand te voorzien. Er zal een nieuwe termijn worden bepaald binnen weikenk de inkomstenbelasting moet worden voldaan. Verder zal een heffing ineens worden inge voerd op automobielen, ter hoogte van 50 pCt. der bestaande, terwijl ten slotte een uitvoerrecht van 2 pCt. der waarde zal wor den geheven. Nu de Rijsbank baar tegenstand tegen de invoering van den goudenmark-standaard heeft opgegeven, zal de staat onmiddellijk maatregelen nemen tot invoering van reke ningen in gouden marken, waarbij ieder, die vol waardige betalingen aan het Rijk doet een rekening bij de bank kan openen tot het volle bedrag zijner storting. De maatregelen van controle op den handel in buitenland sche wissels zullfa binnen enkele dagen wor den opgeheven, zoodat de handel hierin ge heel vrij komt. UIT HET BEZETTE GEBIED. Er is een vertrouwelijke circulaire ont dekt, vanuit Berlijn aan de Duitsche over heidspersonen in het Rijngebied gericht, waarin gezegd wordt, dat het verzet tegen het Fransch-Belgische spoorwegbeheer lang zoover niet gaat als met recht van de be volking verwacht mocht worden. De kanse lier beschouwt dezen staat van zaken met de grootste ongerustheid. Hij voegt daaraan toe, dat gebruik maken van spoorwegen in Fransch-Belgisch beheer een laakbare daad is. Alle Duitschers, die zich daaraan schul dig maken, zijn laagdenkende menschen (Lumpen). DUITSCHLAND EN RUSLAND. De Duitsche gezant bracht een bezoek aan T^itsjerin om hem geluk te wenschen met de vorming van den bond van Russische sowjct-republieken. Hij betuigde den op rechten wensch zijner regeering om de vriendschappelijke betrekkingen tusschen Duitschland en den nieuw gevormden bond te versterken. UIT RUSLAND. Uit Rawaroeski wordt gemeld, dat het ge- heele centrum der stad door een grooten brand is vernield. Twee kerken en een ka pel, benevens twaalf woonkazernes gingen in de vlammen op. TEGEN DE „FASCISTEN." De internationale roode syndikalisten tref fen toebereidselen voor een internationalen betooging?dag gericht tegen het fascisme. RUSLAND EN ENGELAND. Rakofski zou gisteren, Dinsdag, naar Lon den vertrekken. TREINBOTSING. Gisterochtend om 4 uur is in het station Kreiensen de D-trein HamburgMünchen op een in 't station staanden voortrein ge reden, vermoedelijk door het rijden door on veilig sein. Tot gisterenochtend 8 uur waren 23 doo- den, meest mannen, en 25 gewonden, onder welke 11 zwaar, geborgen. EEN SPION GEPAKT. Maandag is te Gera een Fransch spion gepakt en voor den rechter van instructie geleid Hij had documenten van de Fransche regeering bij zich, waaruit bleek, dat hij op dracht had zich op de hoogte te stellen van de stemming onder de communisten in Thu- ringen en na te gaan, welke houding deze eventueel zouden aannemen tegenover een bezetting van Midden-Duitschland. OVERSTROOMING IN DE VER. STATEN. Door een wolkbreuk, welke de Patapasco- rivier buiten haar oevers deed treden, wer den in verscheidene districten bruggen en gebouwen vernield, gezinnen uit de woning gen verjaagd en een schade van eenige mil- lioenen dollars aangericht. Fabrieken en electriscVe centrales werden overstroomd, Tevens werden groote stukken spoorweg vernield. In Carroll staan honderden huizen geheel onder water, terwijl ook de steden Woodbine en Sykesville zwaar hebben ge leden, IMMIGRATIE IN DE VER. STATEN. De Argentijnsche regeering heeft een wetsontwerp bij het Congres ingediend, strekkende om de immigratie te regelen en een termijn van voorwaardelijke toelating in te stellen. Dit laatste heeft ten doel, de ongewenschten te weren. De National Surety Cy., te New York, heeft een statistiek gepubliceerd waaruit blijkt, dat het Amerikaansche volk ieder jaar voor een bedrag van 3.000.000.000 wordt opgelicht of bestolen. De voornaamste bron van verlid^n voor het publiek zijn beurs-knoeierijen, waarbij het Amerikaan sche publiek jaarlijks voor 1.000.000.000 geplukt wordt. Frauduleuze bankroeten ko men den goeden burger van de Amerikaan sche republiek op 400.000.000 te st< terwijl dieven en roovers 250.000 3 's jaars op den kop tikken. Het thans loopende jaar zal nog een a: - zienlijke stijging van deze getallen zien. I ambtenaren van de National Surety C-. schrijven al deze oneerlijkheid en haar ge volgen toe aan de moreele verwording ah gevolg van den oorlog en ook aan de toe nemende begeerte van de menschen o luxe en genoegens te smaken die bovar hun financieele draagkracht gaan. Het Petit Journal deelt mede, dat de graanoogst in Frankrijk dit jaar groot ge noeg zal zijn om in de behoeften van het graanverbruik te voorzien. Algerië zal ii Frankrijks behoeften aan zaai-koren voor zien. Het blad herinnert er aan, dat Frank rijk in 1922 470 millioen en in 1923 een milliard frank aan vreemde landen betaalde om zijn eigen tekort aan graan aan te vul len. In 1924, zegt het blad, zal er in dit opzicht niets aan het buitenland betaald behoeven te worden, -y zal 200 MEVR. DESMET VRIJGESPROKEN. Wij berichtten gistere?! reeds de vrijspraak van mevr. Desmet. Hieronder laten wij uit voeriger de overwegingen der Rechtbank volgen. De rechtbank overwoog nl. het volgende Overwegende dat de beklaagde moest worden vrijgesproken van al hetgeen haar is ten laste gelegd, daar dit noch wettig, noch overtuigend is bewezen Overwegende toch onder meer dat, in dien al als bewezen wordt aangenomen, dat beklaagde cyaankali op een boterham voor Desmet heeft gedaan en, wetend, dat hij die zou eten, voor hem heeft gereed gezet, de hoeveelheid en werkzame kracht van het vergif i. c. aan twijfel onderhevig is, maar daarenboven daargelaten of het wegens denjreuk wel mogelijk is een boterham met cyaankali te eten, (dr. Casparie) de rechtbank niet de volle overtuiging heeft gekregen dat beklaagde haar echtgenoot met het vergif heeft willen dooden Overwegende voorts dat, daargelaten of het opzettelijk benadeelen van de gezondheid door toediening van voor de gezondheid schadelijke stoffen volgens het Wetboek van Strafrecht „mishandeling" is en daar gelaten of het toedienen van syaankali op een boterham niet een ondeugdelijk middel is, de Rechtbank in elk geval ten aanzien van de hoeveelheid en werkzame kracht der toe gediende' cyaankali ook voor de toepassing van artikel 300 4e lid, Wetboek van Straf recht te veel in het duister verkeert om éen veroordeeling uit te kunnen spreken Overwegende ten aanzien van de ten laste gelegde medeplichtigheid aan poging tot moord,, dat zeer zeker de beklaagde talrijke verklaringen heeft gedaan, waaruit is af te leiden, dat zij willens en wetens en dus op zettelijk het pistool aan Kerssemakers terug zond ingevolge het lang vooraf en herhaald besproken plan, dat Kerssemakers haar man zou dooden, doch dat bij de rechtbank dien aangaande toch twijfel is gerezen, daar zij aanneemt dat beklaagde ten spijt van voor bedoelde ernstige verklaringen aan Kersse makers vóór zijn poging tot moord heeft gezegd „Jan, als je mijn man doodschiet, kan ik niet meer van je „houden" en dat Kerssemakers daarop heeft geantwoord „Dat spijt me, dan moeten we iets anders verzinnen." Overwegende dat, waar zooveel twijfel be staat, de rechtbank geen veroordeeling kan uitspreken De rechtbank spreekt de beklaagde van de aanklacht vrij, met bevel tot hare onmid dellijke invrijheidsstelling. Het O. M. heeft direct hooger beroep aan- geteekend. MOORDAANSLAG. Zondagmiddag, meldt de „N. Arnh. Crt." waarschuwde iemand de politie dat in een weide aan den Westervoortschendijk bij de Kleefsche Waard een vrouw bewusteloos Jjgt Onmiddellijk begaf de Arnhemsche politie zich naar de aangegeven plaats en vond daar de vrouw in een plas bloed, met een steek in de borst, die vrij diep was doorgedrongen. Zij werd in bewusteloozen toestand per ziekenauto naar het gemeenteziekenhuis overgebracht. De vrouw, ongeveer 45 jaar oud, is een zwerfster die te Nijmegen is ingeschreven. Toen de politie in de weide aankwam stond bij de vrouw een bekend Arnhemsch straattype die zijn verwondering er over uitte dat de vrouw zoo sterk bloedde en verklaarde dat hij haar ook juist gevonden had. Dit klopt echter niet met verklaringen v. personen, die korten tijd te voren den man en vrouw samen zagen wandelen. Hoewel de man, die tegen de zeventig loopt, en er zeer haveloos uitziet, ten stel ligste ontkende, dat hij iets van den moord- aansla^op de vrouw afweet, is hij in verzeker de bewaring gesteld. Toen de toestand van de vrouw het toe liet, werd haar door de politie een verhoor afgenomen over het gebeurde. Volgens haar verklaringen is de aangehou dene inderdaad de dader van den moord aanslag. De aangehouden harmonicaspeler blijgt het misdrijf ontkennen. WEER EEN VLUCHTELING. De Diergaardesingel te Rotterdam stond gistermorgen weder overeind. Men had op nieuw een vluchteling uit de Diergaarde gesignaleerd. Nu was het een jonge reiger, die vermoedelijk bij een proefvlucht zich te ver had gewaagd en een rustplaats had moeten zoeken op het dak van den politie post, vanwaar het dier later een toevlucht zocht in de boomen, waar het uiteraard den geheelen morgen de aandacht trok van de vacantie-jeugd en nieuwsgierige voorbij gangers. Later op den dag heeft men den reiger te pakken kunnen krijgen. WEINIG ZACHTZINNIG Eergistermiddag ontstond in een woning aan de Quellijnstraat twist tusschen een echt paar, welks verstandhouding reeds herhaal delijk te wenschen overliet. Ditmaal liep de twist echter zoo hoog, dat de man zijn vrouw met een bijl achtervolgde op haar vlucht naar de woning der buren en haar hier met het hakinstrument een slag in den nek toebracht, waardoor een gapende wonde ontstond. Bu ren stelpten het bloed en waarschuwden den Geneeskundigen dienst, welke de vrouw naar 't Binnen Gasthuis overbracht. De man had inmiddels de vlucht genomen en bleef geruimen tijd voor de politie onvindbaar. Des avonds echter werd een man opgemerkt, die tegen het hek van de Willibrorduskerk aan den Amsteldijk lag, de man was zoo beschon ken, dat hij niet op zijn beenen staan kon. Hij werd naar het bureau Pieter Aertzstraat overgebracht waar de politie in hem den da- der van den bijlaanslag herkende. Hij werd dan ook in verzekerde bewaring gehouden. Naar wij vernamen was de toestand van de vrouw bevredigend. DE KONINKLIJKE FAMILIE IN ENGELAND. Het vertrek van H. M. de Koningin en H. K.H» Prinses Juliana. Reuter seint ons uit Londen d.d. 31 dezer H.M. de Koningin Wilhelmina en H.K.H. Prinses Juliana kwamen vanmorgen met den expres-trein, welke om half twee van windes- mere was vertrokken te Folkestone aan. De Koningin werd bij aankomst ontvangen door den vice-consul der Nederlanden, den di recteur der maatschappij „Zeeland", den ha venmeester van Folkestone en den inspecteur van den Zuidspoorweg. Een groep Neder landsche padvinders stond op de pier opge steld. De Koningin gaf hare vreugde te keiv nen hen te zien. Het stoomschip „Mecklenburg verliet Folkestone, vergezeld van twee Nederland sche torpedojagers. EEN LASTIGE ARRESTATIE. Op den nieuwen verkeersweg tusschen Prinsegracht en Wagenstraat werd heden middag een van de vele jongens die op dit weggedeelte vaak in het zand spelen, aange* wezen, als zou hij een doosje sigaretten van de Markt hebben ontvreemd. Onmiddellij kjontstond een groote toeloop van menschen, terwijl eenige personen, on der wie een rechercheur, trachtten den on geveer 15-jarigen jongen in een daar ter plaatse staande particuliere auto uit de Achter Raamstraat te plaatsen. De jongen verzette zich echter hevig, en bracht door slaan en trappen zijn aanvallers eeni? er- wondingen toe. Inmiddels gingen uit het publiek eenige stemmen op, om den jongen, die volgens sommigen geheel onschuldig was, te ontzet ten, doch men wachtte met de poging hier toe, totdat het den rechercheur en zijn hel pers gelukt was, den nog steeds zich verwe- renden jongen in de auto te zetten. Toen begon het publiek op te dringen, en vele handen poogden den jongen weer uit de auto te trekken, welke pogingen bijna met succes waren bekroond, toen een verkeers agent aankwam, en de in de auto zittende rechercheur zijn revolver trok, waarmede hij het inmiddels zeer talrijk geworden publiek op een afstand hield. Terwijl nu de in de auto zittenden met ge weld den jongen in bedwang hielden, werd de auto door den chauffeur, die van een dei „verontwaardigde" omstanders een klap mei een bos bloemen in zijn gezicht gekregen had, naar het politiebureau Riviervisch- markt gereden, op den weg daarheen doo* velen gevolgd. EEN NEDERLANDSCH BEDRIEGEW De rechtbank te Bocholt heeft een Neder lander tot een half jaar gevangenisstraf ver oordeeld die zich op een aantal Duitsche plaatsen als Nederlandsch politieman had uitgegeven en o.a. een meisje had gedwon gen met hem naar ons land te reizen, waarna hij haar van al haar gouden sieraden beroofde. EEN AUTOBUS OP RAILS. De R.E.T.M. gaat op het traject Rotter damOverschie een proef nemen met een. nieuw soort materiaal. Zij gaat daar namelijk een wagen laten loopen, samengesteld uit twee met de achterzijde aan elkaar gekop-„ pelde Fordautautomobielen op spoorwielen, waartusschen een harmonica is ingebouwd. Op den tocht naar Overschie krijgt de chauf feur dan zijn zitplaats aan het stuur van de voorste auto, op de terugreis zit hi^Jtan het" stuur van de achterste. Het nieuwe vervoermiddel zal 36 passa giers kunnen vervoeren en kan gemakkelijk Naar het Engelsch. Och Flora, gij lacht nog net als vroeger, zoo mep en scnerp in die hoeken van uw mond, 'h kruip niet meer weg voor dien lach ik neb een strijdlustig gemoed en beweer nog eens zij is dichteres in de wijze waarin zij het teven opvat en er altijd een kant aan weet e vinden waardoor het helder straaltin de manier, waarop zij haar huis versiert, zoodat uit elk plekje een gedachte spreektin den tact om voor haren braven man, voor mij en voor de weinige vertrouwelijke vrienden het gemoedelijk en aesthetisch element aan el kander te paren." Op dit oogenblik viel een regen van viool tjes op Kathe's schouder en boezem neder. „Bravo, Kathe 1" riep Henriette. Zij stond m den wintertuin, dicht bij het hek en drukte de dunne, bleeke handen tegen de hijgende borst. „Ik zou u om den hals willen vliegen O/ 'O maar kijk mij eens aan dat zou immers ®1 te gek wezen. Gij zoo door en door gezond naar ziel en lichaam en ik hier weigerde nare stem verderen dienst. Kathe wierp het mutsje, dat zij in de hand had gehouden, weg en vloog op Henriette toe. Teeder omvatte zij de tengere gestalte, JAaar de tranen van medelijden en schrik wijl het gelaat harer zuster nog zoo „ont-, zettend mager" was geworden, hield zij wij selijk in. Flora beet zich iop de lippen. De „jongste' had niet alleen een indrukwekkende houding gekregen, maar zij toonde ook in mond en oogen een zoo zeldzame vrijmoedigheid en een een zoo duidelijk onafhankelijkheidsgevoel' dat zij lastig worden kon. Opeens verrees he, donker vermoeden voor hAfaren geest dat t verschpijning van dit meisje een schaduw op haar leven zou kunnen werpen. Zij nam drif tig den hoed af en schrikte met beide handen de lokjes die lans voorhoou Wen siapen vie len.... „Hebt gij dat poëtische bun uit Dresden getra ht vroeg zij droogweg, op den toegeknoopten doek wijzende, die Kathe nog altijd aan den arm droeg. Het jonge meisje knoopte den doek los en gaf de duif aan Henriette. „Een kleine pa tiënt, die u toebehoort," zei ze. „Het arme dier is vleugellam geschoten en viel bij den melen op de stennen." Zoo werd het bezoek op den «mlen ver raden, maar nmevrouw Urach scheen die laatste woorden niet gehoord te hebben. Zij wees met een trek van toorn naar de gewone duif en zei, terwijl zij den handelsraad aan zag „Dit is nu de vierde Maurits 1" „En dat nog wel mijn lieveling 1" riep Hen riette en wischte een traan van smart en van verbittering uit hare oogen. De handelsraad werd bleek evan schrik en ergenrnis. „Grootmama," sprak hij, ik moet u verzoeken, mij daar geen verwijt van te maken. Ik doe, wat ik kan, om die ellen dige laagheden op het spoor te komen en te verhinderen, maar de dader kruipt achter tweehonderd verbitterde lieden weg." Hij haalde de schouders op. „Zoo is er niets aan te doen. Ik heb Henriette herhaaldelijk ver zocht, hare duiven opgesloten te houden, tot de boosheid wat verminderd is. üDus zullen wij eigenlijk van onzen kant moeten toegeven. Het wordt hoe langer hoe mooier," zei de oude dame driftig, en trok daarbij aan den doek om hals en schouders, alsof eene inwendige gewaarwording haar onverdragelijk warm deed worden. „Waarom zoo voorzichtig gesproken, grootmama? De tegenpartij zelf noemt de dingen ronduit bij den fiaam, riep Flora op haar onverschilligen toon. „Bij het ope nen van de ramen vond mijne kamenier van morgen weer een dreigenden brief op de vensterbank zij vatte dien met de tang aan, om hem aan mij te brengen, zoo vies zr g hij er uit. Hij ligt nog in hare kamer, Maurits, voor het geval, dat gij hem bij uwe acten wilt bewaren. Nieuws staat er natuurlijk niet in, altijd dezelfde fraaiigheden. Ik zou echter wel eens willen weten, waarom het volk mij zoo bijzonder met zijn klassenhaat vervolgt." Kathe kon de gedachte niet onderdrukken, dat men hier minder met haat tegen een be voorrechte klasse, dan tegen eene persoon lijkheid te doen had. Zij meende, dat die aanmatigende verschijning in haar vorstelijk gewaad, met den minachtenden trek om den mond en de mannelijke, forsche manier van spreken, al heel licht door vreemden aansprakelijk werd gesteld voor alle maat regelen, die van de villa uitgingen. „De hatelijke aanvallen zijn dubbel bela chelijk, wijl ik het juist ben, die in het maat schappelijk vraagstuk het levendigst belang st 1," vervolgde Flora met een gedwongen lach. „Ik heb toch al menig artikel in de we reld gezonden ten voordeele van de arbei dende klasse." „Met schrijven alleen komt men er tegen woordig niet meer," zei dokter Bruck, die tegen een der vensterbanken stond te leu nen „de beste pennen hebben er zich stonp op geschreven, en de golven der in gang zijn de beweging zwellen hoe langer hoe hooge r, zoodat zij al de|theorieën van het papier weg- stuwen." Allen zagen naar Bruck. „Wel, wat zoudt gij dan willen?" vroeg Flora scherp. „Ik zcu willen, dat men zich met het volk zelf en met hunne eischen inliet. Wat helpt het, wanneer gij, uit al de artikelen en brochu res over deze zaak, het „voor en tegen" aan uwe schrijftafel zit tefoverwegen „Ach, ik bid u en er straalde een zon derling vuur uit haren blik. „En doode redeneering bij de vele doode veegt," vervolgde hij zonder zich aan Flora's woord te storen. „Uwe artikelen worden door die lieden niet gelezen, en al lazen zij dié wat dan nog Woorden en frazen bouwen hun geene huizen. Juist de vrouwen uit de gezinnen der arbeidgevers moeten, meehelpen aan de oplossing van het vraagstuk zij met haren invloed op het harde gemoed der mannen, met hare zachte, vriendelijke be middeling, met haar verstand. Maar de min sten getroosten zich de moeite daarover te denken, of, wat ik vooral zou willen, haar hart te raadplegen. Zij ontvangen de midde- l:n ter bestrijding harer heden bijna onbe perkte behoeften uit de handen der mannen, zonder te bemerken, dat voor hare deur alle elementen van een gedachten strijd zich bestendig vermeerderen." Mevrouw Urach streek met de slanke handen langzaam over de glanzende zijde van haar kleed en, zonder zich om de woor den van den dokter veel te bekommeren zei ze kalm „Ik geef graag wat weg, maar ik ben niet gewoon zelve mijn aalmoezen aan de behoeftigen uit te reiken, en zoo komt het dat men niet weet aan wie en hoe veel ik geef. Over die miskenning troost ik mij echter gemakkelijk, zelfs al is zij mede oorzaak der ruwe aanvallen, die wij dezer dagen ondervinden." „Die ruwe aanvallen zijn afschuwelijk. Niemand, die ze scherper veroordeelt dan ik," antwoordde dokter Bruck even kalm „maar. „Ni, maar? gij vildet immers gaan beweren, dat wij, vrouwen er de schuld van dragen en ze hebben uitgelokt?" „Ja, mevrouw, gij hebt den arbeidgever er van teruggehouden zijn volk helpende tegemoet te komen de vraag der arbeiders was met onbillijkhet was niet een van die onredelijke eischen, welke tegenwooedig de goede zaak der arbeidende klasse bederven en verdacht maken. Zij vroegen ook geen aalmoes, alleen wenschten zij, met behulp van den fabrikant, zich een beter en aange namer bestaan te verzekeren." De oude dame tikte hem zacht op dec. schouder en zei vriendelijk, maar toch op een toon, die duidelijk te kennen gaf, dat zij naar het einde van dit gesprek verlangde „Gij zijt een idealist, dokter." „Och neen, alleen een menschenvriend, antwoordde hij lachend en greep naar zijn hoed. Zijne verloofde had hem reeds lang den rug toegekeerd en was bij een ander venster gaan staan. Geen vrouwengelaat, dat juister de uitdrukking van bittere vijandschap wist aan te nemen, dan dit profiel, dat de lippen zoo stijf op elkander kon drukken. Die man daar had met dezelfde woorden gezegd, dat zij aan hare schrijftafel zich met nuttelooze theorieën bezig hield, zij met al hare schoone gaven I Zeker hadden hare fijne schoenzolen nooit de stof in de fabriek aan geroerd, zij wist bepaald niet, hoe het er fn de arbeiderswoningen uitzagzij wist niets van die mannen, die, door het verlan gen naar verandering gedreven, zich ondet één vaandel hadden geschaard, die bezig waren een macht te vormen, welke zich als eene wig zou inboren in de maatschappelijke orde, om die met geweld uiteen te doen springen. Maar waarom was dat alles ook noodi*? Moest men dan alles, wat men

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1923 | | pagina 5