GEMENGD NIEUWS
BUITENLAND
Tweede Blad
1 Augustus 1923
PROF. STRUIJCKEN's GEESTESRICHTING.
GEM. BUITENL. GERICHTER.
feuilleton
KLATERGOUD
De antwoorden van België en Frankrijk zouden in regeeringskringen
te Londen een zeer pessiraistischën indruk hebben gemaakt. - Het ant
woord van Italië: de bondgenooten moeten naar verhouding gelijke offers
brengen. De toestand in Duitschland; de eischen der sociaal-democra
ten; de financieele maatregelen der regeering. Hevige overstroomingen
"in Amerika.
Onder de Telegrammen: de Britsche Kabinetsraad heeft gisteren nog
geen beslissing genomen over het Fransche en Belgische antwoord; even
tueel zal een afzonderlijk Engelsch-Italiaansch antwoord aan Duitsch
land gezonden worden. Toelating der geschorste Lagerhuisleden.
Het Engelsche parlement zal, zoo noodig, een buitengewone zitting bijeen
geroepen worden.
»SSSSSSSSSS5SS6SSSS
Gehee! de Nederlandsche pers heeft de
lter dagen uiting gegeven aan gevoelens van
groote waardeering voor persoon en arbeid
van onzen grooten op nog zoo betrekkelijk
jeugdigen leeftijd overleden Staatsraad. Hij
is een van de weinige Katholieke voorman
nen, wier talenten en verdiensten even vol
mondig als eenstemmig door ieder, ook zijn
tegenstanders, worden erkend.
Zooals nog gisteren in den Raad van Staten
door den Vice-Voozitter met allen nadruk
werd gememoreerd, niet alleen het vader
land maar heel de internationale gemeen
schap verliest in hem een man, wiens oor
deel en advies gaarne werd gevraagd niet al
leen, maar ook gevolgd, en die zijne veel
zijdige kennis en zijn diepen kijk in het we
zen der groote vraagstukken niet liet ver
starren tot dorre theorie, maar met klaren
kijk op de practische werkelijkheid kon toe
passen.
Vooral voor de Katholieken is dit verlies een
Zware slag. Er is wel eens, min of meer be
dekt op gezinspeeld, als zou prof. Struijcken
in zijne opvattingen meer liberaal katholiek
geweest zijn.
Het is wel aardig zulk beweren gelogen
straft te zien door een citaat, dat het „Cen
trum" dezer dagen ter gelegenheid van dit
overlijden aanhaalde uit zijn bekend geschrift
„het Bestuur der Buitenlandsche Betrekkin
gen", dat wij hier overnemen.
(In dit in 1918 nog voor het einde van den
öorlog verschenen geschrift pleitte prof.
Btruijcken voor democratiseering van het
óuitenlandsch beleid, met name de diploma
tie).
„De verbetering der internationale ver
houdingen kan eindelijk ook het gevolg zijn
Van een ethisch proces, de ontwikkeling,
versterking van het bewustzijn en leer en
leven, dat de volken, wat hen ook verdeeld
en scheidt, deelen zijn van de ééne mensch-
heid, en als zoodanig, evenals het individu,
zich hebben te verheffen boven hun egoïsme
om de aan allen gemeene, door allen te be
lijden ideeën van menschelijkheid en be
schaving te dienen. Op die zedelijke verhef
fing rekenen blijkbaar velen alle oorlog
voerenden prediken het van de daken, dat
deze het einddoel is van den oorlog, die nut
teloos zoude zijn gevoerd, wanneer hij niet
der menschheid eene betere toekomst zoude
brengen, waarin de eerbied voor de vrijheid
en de rechten van alle volken, van alle na
tionaliteiten, groot en klein, de grondslag zal
zijn der statengemeenschap, een op rechts
regel en rechtspraak gebouwde wereldbond
der volken, uit de overtuiging zijner zede
lijke noodzakelijkheid geboren, de plaats zal
innemen van de thans door machts- en geld-
begeerte zoo gruwelijk uit elkander gerukte
menschheid.
„Onze verwachting is in deze nog niet
groot. Zeker, de grootste zondaar kan zijn
leven beteren, maar nog nimmer hoorden
wij, dat het feit, dat zijne uitspattingen de
uiterste grenzen der grofheid hebben bereikt,
als een voorteeken mag worden beschouwd,
dat zijne bekeering nabij is. Wij zien voorals
nog niet, van waar de zedelijke verheffing
der volken, die toch alleen uit de zedelijke
verheffing der individuen kan worden ge
boren, zal moeten komen. De oorlog heeft
haar tegendeel gebracht van het godsdien
stig reveil, dat men hier en daar in het begin
van den oorlog meende te zien, is niets meer
te bespeuren de deflloraliseerende werking
van den oorlog ziet ieder vóór zich de op
voeding der jeugd in de oorlogvoerende lan
den dreigt te worden verwaarloosd, hare
misdadigheid neemt steeds meer toe; ner
gens, noch in de oorlogvoerende, noch in de
neutrale landen, bespeurt men op gods
dienstig of zedelijk gebied eenigen vooruit
gang, wel het tegendeel en dan zijn de mil-
lioenen nog niet weder uit de loopgraven te
rug in het gewone leven Schamper heeft
men het christendom gehoond, omdat het
den oorlog niet heeft kunnen verhinderen.
Die hoon was misplaatst de oorlog is toch
zeker niet het uitvloeisel der christelijke le
vensbeginselen, maar wel van het feit, dat de
menschheid zich daardoor niet heeft laten
leiden. Maar welke reden is er, te verwach
ten, dat na dezen oorlog de christelijke leer
meer vat zal hebben op de volken dan voor
heen Zelfbeheersching moet er komen op
den grondslag van godsdienst en zedelijkheid,
maar is er iets in den geest van den tijd, dat
de verwachting daarop na den oorlog kan
rechtvaardigen? Het socialisme misschien?
Het kan zijn, dat het, met een beroep op de
materiëele belangen van den arbeidenden
stand, het ideëele nationalisme in de toe
komst verzwakt, al heeft ook weder deze
oorlog niets geboden, dat deze verwachting
kan rechtvaardigen, wel het tegendeel maar
in ieder geval ontbreken in het socialisme
de zedelijke factoren, die van zijne uitbrei
ding de zelfbeheersching van het individu
op zedelijken grondslag mogen doen ver
wachten.
„Ruime stof is hier tot vragen en twijfelen
de mogelijkheid intusschen willen wij niet
ontkennen, dat toch ten slotte deze geesel
Gods zuiverend en versterkend op geest en
gemoed van den mensch zal werken en zijn
zedelijk bewustzijn, zijne macht tot zelfbe
heersching, tot overwinning van het egoïsme
door zedelijke gedachten, zal vergrooten. De
verhoudingen der volken zullen ook dan
beter worden."
DE GEALLIEERDEN EN DUITSCHLAND.
Bij geruchte verluidt in Fransche offi
cieuze kringen te Londen, dat de Fransche
en Belgische antwoorden op de Britsche
nota's op de Britsche regeering een zeer
pessimistischen indruk hebiben gemaakt.
Uit den aard der zaak is weinig positiefs
mede te deelen. Zooals tot nu toe berusten
bijna alle beschouwingen op giswerk, dat
van dag tot dag voor het grootste deel
miswerk blijkt. Echter geeft de diplomatieke
medewerker van de Daily Telegraph zoo ge
heel zonder voorbehoud, alsof hij daar vrij
volledig over ingelicht is, een overzicht van
het antwoord van Frankrijk dat ik zijn be
weringen in het kort wil weergeven.
Volgens hem, plaatst Poincaré's antwoord
hoofdzakelijk den klemtoon op zijn in ver
schillende redevoeringen uitgesproken stel
lingen en is het een hoffelijke, maar dras
tische verwerping van ieder voorstel, dat
door de Britsche regeering naar voren is
gebracht. Het weigert duidelijker dan in het
antwoord op de vragenlijst eenige weken
feleden zich uit te laten over mogelijke
'ransche concessies na onvoorwaardelijke
staking van het lijdelijk verzet. Het blijft
enbij dat ontruiming van het Roergebied
slechts geleidelijk naar gelang van- betaling
kan plaats hebben en wil de plaatselijke
productieve panden in het bezette gebied
niet opgeven.
Op wettelijke zoowel als op nuttigheids-
gronden baseert Poincaré zijn verzet tegen
een commissie tot vaststelling van Duitsch-
land's' capaciteit door deskundigen. Wel zou
hij een commissie tot onderzoek van de door
België voorgestelde methoden van betaling
goedkeuren, maar alleen wanneer tevoren
de Fransche basis voor de schadeloosstelling
en oorlogsschulden aanvaard was. Poincaré
houdt vast aan de gedachte eener reductie
van de C-obligaties in verhouding tot de
kwijtschelding der schulden door Engeland.
Aan de schuldenkwestie haakt hij zich ten"
slotte vast. Het antwoord zou zelfs een
vragenlijst bevatten, waarin hij opheldering
over het Britsche standpunt inzake de geal
lieerde schulden vraagt.
Volgens denzelfden correspondent is het
Belgische antwoord betreffende de Roeractie
infransigenter van toon dan aanvankelijk in
het ontwerp, zulks in ruil voor Poincaré's
concessie in zake de garanties en betalings
wijzen. België zou ook niet veel voelen voor
*en commissie tot vaststelling van de capaci
teit met onzijdigen, maar de medewerking
van Amerika op prijs stellen,
België zou evenmin zonder meer de garan
ties en betalingsmethoden van het Duitscne
memorandum verwerpen die in gewijzigde
termen en vormen het eerst in het Belgische
technisch memorandum voorgesteld waren.
Voor een preferentie ten aanzien van de
verwoeste gebieden en een herziening van
de percentages van Spa noemt de corres
pondent België zeer geporteerd. Dit alles
wordt op een enkele clausule na als vast
staand gegeven. Ongetwijfeld zal veel ook
wel juist zijn, hoewel de onderstelling voor
de hand ligt dat het relaas op een vermen
ging van onvolledige inlichtingen en eigen
diagnose berust. In regeeringskringen heet
men pessimistisch gestemd. Dat Mussolini in
afwijking van het hem oorspronkelijk toege
schreven plan om schriftelijk te antwoorden
de Britsche regeering alleen een mondelinge
mededeeling heeft doen toekomen, wordt
evenzeer pessimistisch uitgelegd. Mussolini
zou de kans op een gemeenschappelijk ant
woord aan Duitschland zoo gering achten
dat hij de zaak door nog een schriftelijk
antwoord meer niet wou compliceeren.
Men verwacht dat de regeering Donderdag
in het Lagerhuis een verklaring zal afleg
gen.
De draadlooze dienst te Londen meldt nog:
De Londensche bladen zien belangstellend
uit naar het debat over de kwestie van her
stel en de Roerbezetting hetwelk in ibeide
Huizen van het parlement zal worden ge
houden op Donderdag bij de motie tot ver
daging voor het zomerreces.
Men neemt aan, dat het kabinet terstond
de Maandag ontvangen nota's van Frankrijk
en België aan een nauwgezet onderzoek zal
onderwerpen en het is mogelijk, dat over
dit onderwerp in het parlement een ministe-
rieele verklaring zal worden afgelegd. De
ontvangen nota's bevatten vermoedelijk op
merkingen van Frankrijk en België, geba
seerd op het ontwerp-antwoord dat Enge
land aan de geallieerden heeft voorgesteld
aan Duitschland te zenden in antwoord op
het Duitsche aanbod van 7 Juni.
Volstrekte geheimhouding wordt ten op
zichte van deze mededeelingen bewaard,
maar volgens de Times waren zij afzonderlijk
en niet gelijkluidend. Het staat te bezien
welk licht zij werpen op de mogelijkheid
van een gezamenlijk antwoord der geal
lieerden aan Duitschland.
De nota's van Frankrijk en België werden
door de gezanten van deze landen te Londen
overhandigd en Maandag heeft lord Curzon
ook den Italiaanschen gezant ontvangen. Men
meldt, dat deze geen nota heeft overhan
digd, maar dat hij niettemin in staat was,
den secretaris van buitenlandsche zaken
volledig in te lichten over de inzichten van
de Italiaansche regeering, die naar men
meent zeer sympathiek gestemd zijn ten
opzichte van (iet Engelsche standpunt.
De grootste belangstelling concentreert
zich derhalve op de houding van Frankrijk
en België, wier onafhankelijk optreden, be,
staande in de bezetting van de Roer in
Januari j.l., tot dusverre elke poging tot
vervulling van het Britsche verlangen om
te komen tot een gemeenschappelijke actie
in zake het Europeesch herstel heeft be
moeilijkt.
In zijn laatste in het Parlement afgelegde
verklaring, reide Baldwin, dat een onbe
paalde verlenging van den bestaanden stand
van zaken ernstig gevaar meebracht en de
loop der gebeurtenissen heeft sedert deze
verklaring geen verandering ondergaan om
de destijds geuite meening te wijzigen. De
ineenstorting van de Duitsche mark en de
groote schommelingen op de buitenlandsche
wisselmarkt blijven onrust in handelskrin
gen veroorzaken. Berichten uit Duitsche in-
dustrieele kringen wijzen er op, dat de pro
ductie aan het verminderen is hetgeen vol
gens de Times het gevolg moet zijn van het
opraken der voorraden aan buitenlandsch
geld. Er is zeer weinig vraag uit het buiten
land voor marken en nu de rijksbank heeft
opgehouden buitenlandsche betaalmiddelen
te verkoopen is de moeilijkheid om de mid
delen te bekomen voor betalingen aan hét
buitenland zeer groot.
Met uitzondering van steenkool toonen de
maandelijksche invoeren in Duitschland eën
vermindering van ongeveer een millioen ton,
vergeleken bij den invoer van zes maandën
geleden.
De kwestie van het herstel en aanverwante
onderwerpen zullen zeer veel besproken
worden in de kiezersvergaderingen tijdens
het komende reces van het parlement. Alle
partijen van het Lagerhuis maken toebe-
reidselen voor eene politieke campagne.
De Fransche bladen melden, dat de Ita
liaansche gezant te Londen aan Curzon heeft
medegedeeld, dat Mussolini het beter acht
voor het oogenblik niet te antwoorden op
de Britsche nota betreffende het antwoord
aan Duitschland. De Italiaansche minister
president is van meening, dat zijn tusschen-
komst geen nut oplevert ert hij is er in de
eerste plaats op uit, de moeilijkheden tus-
schen de Fransche, de Belgische en de En
gelsche regeering niet te vergrooten.
De Petit Parisien meent, dat ook Japan om
dezelfde reden niet op de Britsche nota heeft
geantwoord.
HET ANTWOORD VAN ITALIË.
Zondagochtend is het antwoord van Italië
op het Britsche ontwerp voor een gemeen
schappelijk bescheid aan Duitschland naar
Londen gezonden. Men bewaart te Rome in
officieefe kringen nog steeds het stilzwijgen
omtrent den inhoud en de strekking ervan,
doch men meent te weten dat het voorstel
van Baldwin en Mussolini's antwoord erop
grootendeels eenzelfden kant uitgaan. Al
leen legt de Italiaansche premier er den na
druk op, dat naar zijn meening de schadever
goeding van Duitschland en de onderlinge
schulden der bondgenooten zoo nauw sa
menhangen, dat men het eene vraagstuk niet
afgescheiden van het andere kan behandelen.
Hij is van meening dat de minder welgestelde
bondgenooten in het algemeen en zeer ze
ker Italië er niet toe kunnen overgaan iets
op hun vordering op Duitschland te laten
vallen, zonder dat zij vooraf weten hoet het
staat met hun eigen verplichtingen ten op
zichte hunner crediteuren Dit standpunt is
reeds vroeger herhaaldelijk door Mifssolinï.
verdedigd, waarbij hij steeds opmerkte, dat
Italië bereid is het zijne te doen, als er, met
het oog op den toestand in Duitschland, of
fers noodig zijn, teneinde zoo het herstel van
Europa te verkrijgen, doch alleen op de
voorwaarde, dat alle andere bondgenooten
een naar verhouding gelijk offer brengen.
Wat het bedrag der van Duitschland te
vorderen schuld betreft wil Mussolini den
tegenstander laten betalen tot de grens zijner
draagkracht, zooals deze, naar Baldwin
heeft voorgesteld, door een commissie van
deskundigen is gefixeerd, doch zonder dat
men Duitschland verplicht iets op zich te ne
men, wat het niet kan volbrengen, doch ter
zelfder tijd mag men niet afzien van de waar
borgen der betaling, die in het verdrag van
Versailles zijn neergelegd.
DE TOESTAND IN DUITSCHLAND.
De eischen van de sociaal
democraten.
De financieel-polifieke eischen, welke de
„Vorwarts" gisteren publiceerde en die het
beptuur der sociaal-democratische partij aan
de regeering van Cuno heeft voorgelegd,
bevatten o.a. de volgende eischen:
Verdrievoudigde heffing van de krachtens
de hroodvoorzieningswet geautoriseerde ge
dwongen leening; verdrievoudigde heffing
van de geautoriseerde vooruitbetaling der
vennootschappen- en inkomstenbelasting;
verdrievoudigde heffing der op 31 Juli
verschuldigde vooruitbetaling op de belas
ting op den omzet, niet vrijstelling van be
dragen tot 300,000 mark, alsmede der coöpe
raties en van den detailhandel; tijdens den
duur der Rühractie heffing van een belas
ting op alle industriëele, handels-, en bank
ondernemingen, volgens het peil van de op
deze bedrijven geheven loonbelasting; hef
fing in natura van een dubbele centenaar
rogge per hectare bouwland op boschgrond
met uitzondering der detailbedrijven. Voorts
de onverwijlde betaling der loonbelasting
plus de bijslagen der ondernemingen na de
uitbetaling der loonen en salarissen; de be
taling van alle indirecte belastingen op zijn
laatst 10 dagen na verkoop der goederen.
Bij te late betaling der belastingen moet
inmiddels ingetreden waardeverminde-
de
ring van het geld volledig ten laste komen
van den belastingbetaler.
De minste bijslag op deze wijze van straf,
onn er per niaand bedragen. Crediet en'waarbij d^machines werden beschadigd.
uitstel van betaling worden door het Rijk
slechts tegen goudwaarde en goudrente ver
leend.
Verder worden verlangd: geregelde aan
pasing op korten termijn van de spoorweg-,
post- en andere tarieven aan de daling van
de mark; invoering van een waardevaste
papiermark en het uitgeven van waarde
vaste staatsleeningen, te garandeeren door
de Rijksbank en het openstellen van de
mogelijkheid tot het creëeren van waarde
vaste leeningen door de spaarbanken; wij
ziging in het bestuur van de Rijksbank tot
herstel van het binnenlandsche crediet en
het noodzakelijke vertrouwen in binnen- en
buitenland; invoering van goudconto's, reke-
ningen en aannemen van deviezendeposito's
door de Rijksbank; credietverlêening door
de Rijksbank uitsluitend op goudbasis tegen
goudrente; organisatorische stpunactie van
de mark; vorming van een aeviezenfonds
uit de deviezenvoorraden van het bedrijfs
leven tegen dollarobligaties; eventueele ge
dwongen verklaringen onder eede over net
bedrag van het deviezenbezit benevens over
het zich in^jiet buitenland bevindende ver-
mogensbezit en belang bij buitenlandsche
ondernemingen; onmiddellijke betrekking
van het bedrijfsleven bij het herstel der fi
nanciën door middel van het vestigen van
goudhypotheken, resp. door onmiddellijke
deelneming door het rijk aan de industrieele
ondernemingen.
In verband met den ernst van den toe
stand moet de Rijksbank haar tot dusver
gevoerd verzet tegen het goudgiroverkeer
opgeven en moet dit zoo spoedig mogelijk
worden ingevoerd.
De financieele maatregelen.
Het Rijkskabinet heeft zich bezig gehou
den met de maatregelen, die terstond op
financieel gebied noodig zijn om in den
noodtoestand te voorzien. Er zal een nieuwe
termijn worden bepaald binnen weikenk de
inkomstenbelasting moet worden voldaan.
Verder zal een heffing ineens worden inge
voerd op automobielen, ter hoogte van 50
pCt. der bestaande, terwijl ten slotte een
uitvoerrecht van 2 pCt. der waarde zal wor
den geheven.
Nu de Rijsbank baar tegenstand tegen de
invoering van den goudenmark-standaard
heeft opgegeven, zal de staat onmiddellijk
maatregelen nemen tot invoering van reke
ningen in gouden marken, waarbij ieder, die
vol waardige betalingen aan het Rijk doet
een rekening bij de bank kan openen tot het
volle bedrag zijner storting. De maatregelen
van controle op den handel in buitenland
sche wissels zullfa binnen enkele dagen wor
den opgeheven, zoodat de handel hierin ge
heel vrij komt.
UIT HET BEZETTE GEBIED.
Er is een vertrouwelijke circulaire ont
dekt, vanuit Berlijn aan de Duitsche over
heidspersonen in het Rijngebied gericht,
waarin gezegd wordt, dat het verzet tegen
het Fransch-Belgische spoorwegbeheer lang
zoover niet gaat als met recht van de be
volking verwacht mocht worden. De kanse
lier beschouwt dezen staat van zaken met
de grootste ongerustheid. Hij voegt daaraan
toe, dat gebruik maken van spoorwegen in
Fransch-Belgisch beheer een laakbare daad
is. Alle Duitschers, die zich daaraan schul
dig maken, zijn laagdenkende menschen
(Lumpen).
DUITSCHLAND EN RUSLAND.
De Duitsche gezant bracht een bezoek
aan T^itsjerin om hem geluk te wenschen
met de vorming van den bond van Russische
sowjct-republieken. Hij betuigde den op
rechten wensch zijner regeering om de
vriendschappelijke betrekkingen tusschen
Duitschland en den nieuw gevormden bond
te versterken.
UIT RUSLAND.
Uit Rawaroeski wordt gemeld, dat het ge-
heele centrum der stad door een grooten
brand is vernield. Twee kerken en een ka
pel, benevens twaalf woonkazernes gingen
in de vlammen op.
TEGEN DE „FASCISTEN."
De internationale roode syndikalisten tref
fen toebereidselen voor een internationalen
betooging?dag gericht tegen het fascisme.
RUSLAND EN ENGELAND.
Rakofski zou gisteren, Dinsdag, naar Lon
den vertrekken.
TREINBOTSING.
Gisterochtend om 4 uur is in het station
Kreiensen de D-trein HamburgMünchen
op een in 't station staanden voortrein ge
reden, vermoedelijk door het rijden door on
veilig sein.
Tot gisterenochtend 8 uur waren 23 doo-
den, meest mannen, en 25 gewonden, onder
welke 11 zwaar, geborgen.
EEN SPION GEPAKT.
Maandag is te Gera een Fransch spion
gepakt en voor den rechter van instructie
geleid Hij had documenten van de Fransche
regeering bij zich, waaruit bleek, dat hij op
dracht had zich op de hoogte te stellen van
de stemming onder de communisten in Thu-
ringen en na te gaan, welke houding deze
eventueel zouden aannemen tegenover een
bezetting van Midden-Duitschland.
OVERSTROOMING IN DE VER. STATEN.
Door een wolkbreuk, welke de Patapasco-
rivier buiten haar oevers deed treden, wer
den in verscheidene districten bruggen en
gebouwen vernield, gezinnen uit de woning
gen verjaagd en een schade van eenige mil-
lioenen dollars aangericht. Fabrieken en
electriscVe centrales werden overstroomd,
Tevens werden groote stukken spoorweg
vernield. In Carroll staan honderden huizen
geheel onder water, terwijl ook de steden
Woodbine en Sykesville zwaar hebben ge
leden,
IMMIGRATIE IN DE VER. STATEN.
De Argentijnsche regeering heeft een
wetsontwerp bij het Congres ingediend,
strekkende om de immigratie te regelen en
een termijn van voorwaardelijke toelating
in te stellen. Dit laatste heeft ten doel, de
ongewenschten te weren.
De National Surety Cy., te New York,
heeft een statistiek gepubliceerd waaruit
blijkt, dat het Amerikaansche volk ieder
jaar voor een bedrag van 3.000.000.000
wordt opgelicht of bestolen. De voornaamste
bron van verlid^n voor het publiek zijn
beurs-knoeierijen, waarbij het Amerikaan
sche publiek jaarlijks voor 1.000.000.000
geplukt wordt. Frauduleuze bankroeten ko
men den goeden burger van de Amerikaan
sche republiek op 400.000.000 te st<
terwijl dieven en roovers 250.000 3
's jaars op den kop tikken.
Het thans loopende jaar zal nog een a: -
zienlijke stijging van deze getallen zien. I
ambtenaren van de National Surety C-.
schrijven al deze oneerlijkheid en haar ge
volgen toe aan de moreele verwording ah
gevolg van den oorlog en ook aan de toe
nemende begeerte van de menschen o
luxe en genoegens te smaken die bovar
hun financieele draagkracht gaan.
Het Petit Journal deelt mede, dat de
graanoogst in Frankrijk dit jaar groot ge
noeg zal zijn om in de behoeften van het
graanverbruik te voorzien. Algerië zal ii
Frankrijks behoeften aan zaai-koren voor
zien. Het blad herinnert er aan, dat Frank
rijk in 1922 470 millioen en in 1923 een
milliard frank aan vreemde landen betaalde
om zijn eigen tekort aan graan aan te vul
len. In 1924, zegt het blad, zal er in dit
opzicht niets aan het buitenland betaald
behoeven te worden, -y
zal 200
MEVR. DESMET VRIJGESPROKEN.
Wij berichtten gistere?! reeds de vrijspraak
van mevr. Desmet. Hieronder laten wij uit
voeriger de overwegingen der Rechtbank
volgen.
De rechtbank overwoog nl. het volgende
Overwegende dat de beklaagde moest
worden vrijgesproken van al hetgeen haar
is ten laste gelegd, daar dit noch wettig,
noch overtuigend is bewezen
Overwegende toch onder meer dat, in
dien al als bewezen wordt aangenomen, dat
beklaagde cyaankali op een boterham voor
Desmet heeft gedaan en, wetend, dat hij
die zou eten, voor hem heeft gereed gezet,
de hoeveelheid en werkzame kracht van
het vergif i. c. aan twijfel onderhevig is, maar
daarenboven daargelaten of het wegens
denjreuk wel mogelijk is een boterham met
cyaankali te eten, (dr. Casparie) de rechtbank
niet de volle overtuiging heeft gekregen dat
beklaagde haar echtgenoot met het vergif
heeft willen dooden
Overwegende voorts dat, daargelaten of
het opzettelijk benadeelen van de gezondheid
door toediening van voor de gezondheid
schadelijke stoffen volgens het Wetboek
van Strafrecht „mishandeling" is en daar
gelaten of het toedienen van syaankali op
een boterham niet een ondeugdelijk middel is,
de Rechtbank in elk geval ten aanzien van
de hoeveelheid en werkzame kracht der toe
gediende' cyaankali ook voor de toepassing
van artikel 300 4e lid, Wetboek van Straf
recht te veel in het duister verkeert om éen
veroordeeling uit te kunnen spreken
Overwegende ten aanzien van de ten laste
gelegde medeplichtigheid aan poging tot
moord,, dat zeer zeker de beklaagde talrijke
verklaringen heeft gedaan, waaruit is af te
leiden, dat zij willens en wetens en dus op
zettelijk het pistool aan Kerssemakers terug
zond ingevolge het lang vooraf en herhaald
besproken plan, dat Kerssemakers haar man
zou dooden, doch dat bij de rechtbank dien
aangaande toch twijfel is gerezen, daar zij
aanneemt dat beklaagde ten spijt van voor
bedoelde ernstige verklaringen aan Kersse
makers vóór zijn poging tot moord heeft
gezegd „Jan, als je mijn man doodschiet,
kan ik niet meer van je „houden" en dat
Kerssemakers daarop heeft geantwoord
„Dat spijt me, dan moeten we iets anders
verzinnen."
Overwegende dat, waar zooveel twijfel be
staat, de rechtbank geen veroordeeling kan
uitspreken
De rechtbank spreekt de beklaagde van
de aanklacht vrij, met bevel tot hare onmid
dellijke invrijheidsstelling.
Het O. M. heeft direct hooger beroep aan-
geteekend.
MOORDAANSLAG.
Zondagmiddag, meldt de „N. Arnh. Crt."
waarschuwde iemand de politie dat in een
weide aan den Westervoortschendijk bij
de Kleefsche Waard een vrouw bewusteloos
Jjgt
Onmiddellijk begaf de Arnhemsche politie
zich naar de aangegeven plaats en vond daar
de vrouw in een plas bloed, met een steek
in de borst, die vrij diep was doorgedrongen.
Zij werd in bewusteloozen toestand per
ziekenauto naar het gemeenteziekenhuis
overgebracht. De vrouw, ongeveer 45 jaar
oud, is een zwerfster die te Nijmegen is
ingeschreven.
Toen de politie in de weide aankwam
stond bij de vrouw een bekend Arnhemsch
straattype die zijn verwondering er over
uitte dat de vrouw zoo sterk bloedde en
verklaarde dat hij haar ook juist gevonden
had. Dit klopt echter niet met verklaringen v.
personen, die korten tijd te voren den man en
vrouw samen zagen wandelen.
Hoewel de man, die tegen de zeventig
loopt, en er zeer haveloos uitziet, ten stel
ligste ontkende, dat hij iets van den moord-
aansla^op de vrouw afweet, is hij in verzeker
de bewaring gesteld.
Toen de toestand van de vrouw het toe
liet, werd haar door de politie een verhoor
afgenomen over het gebeurde.
Volgens haar verklaringen is de aangehou
dene inderdaad de dader van den moord
aanslag. De aangehouden harmonicaspeler
blijgt het misdrijf ontkennen.
WEER EEN VLUCHTELING.
De Diergaardesingel te Rotterdam stond
gistermorgen weder overeind. Men had op
nieuw een vluchteling uit de Diergaarde
gesignaleerd. Nu was het een jonge reiger,
die vermoedelijk bij een proefvlucht zich
te ver had gewaagd en een rustplaats had
moeten zoeken op het dak van den politie
post, vanwaar het dier later een toevlucht
zocht in de boomen, waar het uiteraard den
geheelen morgen de aandacht trok van de
vacantie-jeugd en nieuwsgierige voorbij
gangers. Later op den dag heeft men den
reiger te pakken kunnen krijgen.
WEINIG ZACHTZINNIG
Eergistermiddag ontstond in een woning
aan de Quellijnstraat twist tusschen een echt
paar, welks verstandhouding reeds herhaal
delijk te wenschen overliet. Ditmaal liep de
twist echter zoo hoog, dat de man zijn vrouw
met een bijl achtervolgde op haar vlucht
naar de woning der buren en haar hier met het
hakinstrument een slag in den nek toebracht,
waardoor een gapende wonde ontstond. Bu
ren stelpten het bloed en waarschuwden den
Geneeskundigen dienst, welke de vrouw
naar 't Binnen Gasthuis overbracht. De man
had inmiddels de vlucht genomen en bleef
geruimen tijd voor de politie onvindbaar. Des
avonds echter werd een man opgemerkt, die
tegen het hek van de Willibrorduskerk aan
den Amsteldijk lag, de man was zoo beschon
ken, dat hij niet op zijn beenen staan kon.
Hij werd naar het bureau Pieter Aertzstraat
overgebracht waar de politie in hem den da-
der van den bijlaanslag herkende. Hij werd
dan ook in verzekerde bewaring gehouden.
Naar wij vernamen was de toestand van de
vrouw bevredigend.
DE KONINKLIJKE FAMILIE IN
ENGELAND.
Het vertrek van H. M. de Koningin en H. K.H»
Prinses Juliana.
Reuter seint ons uit Londen d.d. 31 dezer
H.M. de Koningin Wilhelmina en H.K.H.
Prinses Juliana kwamen vanmorgen met den
expres-trein, welke om half twee van windes-
mere was vertrokken te Folkestone aan.
De Koningin werd bij aankomst ontvangen
door den vice-consul der Nederlanden, den di
recteur der maatschappij „Zeeland", den ha
venmeester van Folkestone en den inspecteur
van den Zuidspoorweg. Een groep Neder
landsche padvinders stond op de pier opge
steld. De Koningin gaf hare vreugde te keiv
nen hen te zien.
Het stoomschip „Mecklenburg verliet
Folkestone, vergezeld van twee Nederland
sche torpedojagers.
EEN LASTIGE ARRESTATIE.
Op den nieuwen verkeersweg tusschen
Prinsegracht en Wagenstraat werd heden
middag een van de vele jongens die op dit
weggedeelte vaak in het zand spelen, aange*
wezen, als zou hij een doosje sigaretten van
de Markt hebben ontvreemd.
Onmiddellij kjontstond een groote toeloop
van menschen, terwijl eenige personen, on
der wie een rechercheur, trachtten den on
geveer 15-jarigen jongen in een daar ter
plaatse staande particuliere auto uit de
Achter Raamstraat te plaatsen. De jongen
verzette zich echter hevig, en bracht door
slaan en trappen zijn aanvallers eeni? er-
wondingen toe.
Inmiddels gingen uit het publiek eenige
stemmen op, om den jongen, die volgens
sommigen geheel onschuldig was, te ontzet
ten, doch men wachtte met de poging hier
toe, totdat het den rechercheur en zijn hel
pers gelukt was, den nog steeds zich verwe-
renden jongen in de auto te zetten.
Toen begon het publiek op te dringen, en
vele handen poogden den jongen weer uit de
auto te trekken, welke pogingen bijna met
succes waren bekroond, toen een verkeers
agent aankwam, en de in de auto zittende
rechercheur zijn revolver trok, waarmede hij
het inmiddels zeer talrijk geworden publiek
op een afstand hield.
Terwijl nu de in de auto zittenden met ge
weld den jongen in bedwang hielden, werd
de auto door den chauffeur, die van een dei
„verontwaardigde" omstanders een klap mei
een bos bloemen in zijn gezicht gekregen
had, naar het politiebureau Riviervisch-
markt gereden, op den weg daarheen doo*
velen gevolgd.
EEN NEDERLANDSCH BEDRIEGEW
De rechtbank te Bocholt heeft een Neder
lander tot een half jaar gevangenisstraf ver
oordeeld die zich op een aantal Duitsche
plaatsen als Nederlandsch politieman had
uitgegeven en o.a. een meisje had gedwon
gen met hem naar ons land te reizen, waarna
hij haar van al haar gouden sieraden beroofde.
EEN AUTOBUS OP RAILS.
De R.E.T.M. gaat op het traject Rotter
damOverschie een proef nemen met een.
nieuw soort materiaal. Zij gaat daar namelijk
een wagen laten loopen, samengesteld uit
twee met de achterzijde aan elkaar gekop-„
pelde Fordautautomobielen op spoorwielen,
waartusschen een harmonica is ingebouwd.
Op den tocht naar Overschie krijgt de chauf
feur dan zijn zitplaats aan het stuur van de
voorste auto, op de terugreis zit hi^Jtan het"
stuur van de achterste.
Het nieuwe vervoermiddel zal 36 passa
giers kunnen vervoeren en kan gemakkelijk
Naar het Engelsch.
Och Flora, gij lacht nog net als vroeger, zoo
mep en scnerp in die hoeken van uw mond,
'h kruip niet meer weg voor dien lach
ik neb een strijdlustig gemoed en beweer nog
eens zij is dichteres in de wijze waarin zij het
teven opvat en er altijd een kant aan weet e
vinden waardoor het helder straaltin de
manier, waarop zij haar huis versiert, zoodat
uit elk plekje een gedachte spreektin den
tact om voor haren braven man, voor mij en
voor de weinige vertrouwelijke vrienden het
gemoedelijk en aesthetisch element aan el
kander te paren."
Op dit oogenblik viel een regen van viool
tjes op Kathe's schouder en boezem neder.
„Bravo, Kathe 1" riep Henriette. Zij stond
m den wintertuin, dicht bij het hek en drukte
de dunne, bleeke handen tegen de hijgende
borst. „Ik zou u om den hals willen vliegen
O/
'O
maar kijk mij eens aan dat zou immers
®1 te gek wezen. Gij zoo door en door gezond
naar ziel en lichaam en ik hier weigerde
nare stem verderen dienst.
Kathe wierp het mutsje, dat zij in de hand
had gehouden, weg en vloog op Henriette
toe. Teeder omvatte zij de tengere gestalte,
JAaar de tranen van medelijden en schrik
wijl het gelaat harer zuster nog zoo „ont-,
zettend mager" was geworden, hield zij wij
selijk in.
Flora beet zich iop de lippen. De „jongste'
had niet alleen een indrukwekkende houding
gekregen, maar zij toonde ook in mond en
oogen een zoo zeldzame vrijmoedigheid en een
een zoo duidelijk onafhankelijkheidsgevoel'
dat zij lastig worden kon. Opeens verrees he,
donker vermoeden voor hAfaren geest dat t
verschpijning van dit meisje een schaduw op
haar leven zou kunnen werpen. Zij nam drif
tig den hoed af en schrikte met beide handen
de lokjes die lans voorhoou Wen siapen vie
len.... „Hebt gij dat poëtische bun
uit Dresden getra ht vroeg zij droogweg,
op den toegeknoopten doek wijzende, die
Kathe nog altijd aan den arm droeg.
Het jonge meisje knoopte den doek los en
gaf de duif aan Henriette. „Een kleine pa
tiënt, die u toebehoort," zei ze. „Het arme
dier is vleugellam geschoten en viel bij den
melen op de stennen."
Zoo werd het bezoek op den «mlen ver
raden, maar nmevrouw Urach scheen die
laatste woorden niet gehoord te hebben. Zij
wees met een trek van toorn naar de gewone
duif en zei, terwijl zij den handelsraad aan
zag „Dit is nu de vierde Maurits 1"
„En dat nog wel mijn lieveling 1" riep Hen
riette en wischte een traan van smart en van
verbittering uit hare oogen.
De handelsraad werd bleek evan schrik
en ergenrnis. „Grootmama," sprak hij, ik
moet u verzoeken, mij daar geen verwijt van
te maken. Ik doe, wat ik kan, om die ellen
dige laagheden op het spoor te komen en te
verhinderen, maar de dader kruipt achter
tweehonderd verbitterde lieden weg." Hij
haalde de schouders op. „Zoo is er niets aan
te doen. Ik heb Henriette herhaaldelijk ver
zocht, hare duiven opgesloten te houden, tot
de boosheid wat verminderd is.
üDus zullen wij eigenlijk van onzen kant
moeten toegeven. Het wordt hoe langer hoe
mooier," zei de oude dame driftig, en trok
daarbij aan den doek om hals en schouders,
alsof eene inwendige gewaarwording haar
onverdragelijk warm deed worden.
„Waarom zoo voorzichtig gesproken,
grootmama? De tegenpartij zelf noemt de
dingen ronduit bij den fiaam, riep Flora
op haar onverschilligen toon. „Bij het ope
nen van de ramen vond mijne kamenier van
morgen weer een dreigenden brief op de
vensterbank zij vatte dien met de tang aan,
om hem aan mij te brengen, zoo vies zr g hij
er uit. Hij ligt nog in hare kamer, Maurits,
voor het geval, dat gij hem bij uwe acten
wilt bewaren. Nieuws staat er natuurlijk
niet in, altijd dezelfde fraaiigheden. Ik zou
echter wel eens willen weten, waarom het
volk mij zoo bijzonder met zijn klassenhaat
vervolgt."
Kathe kon de gedachte niet onderdrukken,
dat men hier minder met haat tegen een be
voorrechte klasse, dan tegen eene persoon
lijkheid te doen had. Zij meende, dat die
aanmatigende verschijning in haar vorstelijk
gewaad, met den minachtenden trek om
den mond en de mannelijke, forsche manier
van spreken, al heel licht door vreemden
aansprakelijk werd gesteld voor alle maat
regelen, die van de villa uitgingen.
„De hatelijke aanvallen zijn dubbel bela
chelijk, wijl ik het juist ben, die in het maat
schappelijk vraagstuk het levendigst belang
st 1," vervolgde Flora met een gedwongen
lach. „Ik heb toch al menig artikel in de we
reld gezonden ten voordeele van de arbei
dende klasse."
„Met schrijven alleen komt men er tegen
woordig niet meer," zei dokter Bruck, die
tegen een der vensterbanken stond te leu
nen „de beste pennen hebben er zich stonp
op geschreven, en de golven der in gang zijn
de beweging zwellen hoe langer hoe hooge r,
zoodat zij al de|theorieën van het papier weg-
stuwen."
Allen zagen naar Bruck. „Wel, wat zoudt
gij dan willen?" vroeg Flora scherp.
„Ik zcu willen, dat men zich met het volk
zelf en met hunne eischen inliet. Wat helpt
het, wanneer gij, uit al de artikelen en brochu
res over deze zaak, het „voor en tegen" aan
uwe schrijftafel zit tefoverwegen
„Ach, ik bid u en er straalde een zon
derling vuur uit haren blik.
„En doode redeneering bij de vele doode
veegt," vervolgde hij zonder zich aan Flora's
woord te storen. „Uwe artikelen worden
door die lieden niet gelezen, en al lazen zij
dié wat dan nog Woorden en frazen
bouwen hun geene huizen. Juist de vrouwen
uit de gezinnen der arbeidgevers moeten,
meehelpen aan de oplossing van het vraagstuk
zij met haren invloed op het harde gemoed der
mannen, met hare zachte, vriendelijke be
middeling, met haar verstand. Maar de min
sten getroosten zich de moeite daarover te
denken, of, wat ik vooral zou willen, haar
hart te raadplegen. Zij ontvangen de midde-
l:n ter bestrijding harer heden bijna onbe
perkte behoeften uit de handen der mannen,
zonder te bemerken, dat voor hare deur alle
elementen van een gedachten strijd zich
bestendig vermeerderen."
Mevrouw Urach streek met de slanke
handen langzaam over de glanzende zijde
van haar kleed en, zonder zich om de woor
den van den dokter veel te bekommeren
zei ze kalm „Ik geef graag wat weg, maar
ik ben niet gewoon zelve mijn aalmoezen
aan de behoeftigen uit te reiken, en zoo
komt het dat men niet weet aan wie en hoe
veel ik geef. Over die miskenning troost ik
mij echter gemakkelijk, zelfs al is zij mede
oorzaak der ruwe aanvallen, die wij dezer
dagen ondervinden."
„Die ruwe aanvallen zijn afschuwelijk.
Niemand, die ze scherper veroordeelt dan
ik," antwoordde dokter Bruck even kalm
„maar.
„Ni, maar? gij vildet immers gaan
beweren, dat wij, vrouwen er de schuld van
dragen en ze hebben uitgelokt?"
„Ja, mevrouw, gij hebt den arbeidgever
er van teruggehouden zijn volk helpende
tegemoet te komen de vraag der arbeiders
was met onbillijkhet was niet een van die
onredelijke eischen, welke tegenwooedig de
goede zaak der arbeidende klasse bederven
en verdacht maken. Zij vroegen ook geen
aalmoes, alleen wenschten zij, met behulp
van den fabrikant, zich een beter en aange
namer bestaan te verzekeren."
De oude dame tikte hem zacht op dec.
schouder en zei vriendelijk, maar toch op
een toon, die duidelijk te kennen gaf, dat zij
naar het einde van dit gesprek verlangde
„Gij zijt een idealist, dokter."
„Och neen, alleen een menschenvriend,
antwoordde hij lachend en greep naar zijn
hoed.
Zijne verloofde had hem reeds lang den
rug toegekeerd en was bij een ander venster
gaan staan. Geen vrouwengelaat, dat juister
de uitdrukking van bittere vijandschap wist
aan te nemen, dan dit profiel, dat de lippen
zoo stijf op elkander kon drukken. Die man
daar had met dezelfde woorden gezegd, dat
zij aan hare schrijftafel zich met nuttelooze
theorieën bezig hield, zij met al hare
schoone gaven I Zeker hadden hare fijne
schoenzolen nooit de stof in de fabriek aan
geroerd, zij wist bepaald niet, hoe het er
fn de arbeiderswoningen uitzagzij wist
niets van die mannen, die, door het verlan
gen naar verandering gedreven, zich ondet
één vaandel hadden geschaard, die bezig
waren een macht te vormen, welke zich als
eene wig zou inboren in de maatschappelijke
orde, om die met geweld uiteen te doen
springen. Maar waarom was dat alles ook
noodi*? Moest men dan alles, wat men