GEMENGD NIEUWS
Uit de Pers.
KERK EN SCHOOL
HET KLOOSTER TE MERKELBEEK.
VRA0EHREIS.
NEDERLANDSCHE AARDAPPELEN
VOOR HET ROERGEBIED.
De Neef van Curasao, t
Hollandsche tajereelen uit het begin
der vorige eeuw,
DE FINANCIEELE TOESTAND VAN
ONS LAND.
-örof. mr. G. W. J. Bruins schrijft in Econ.
u.at. Berichten
Dit blad is geen politiek blad en politieke
beschouwingen liggen niet in de bedoeling.
Wie echter van de beschouwingen van cle
'■•^bladen van verschillende richting over.de
i".uidige crisis aan Financiën kennis neemt,
'ordt, met enkele uitzonderingen, getroffen
coor een zoo gering begrip van den finan-
toestand, waarin ons land in werke-
'ikh.eid verkeert, en een dergelijke lucht
hartigheid omtrent de belangen onzer ge-
ncele volksgemeenschap, die hierbij op het
spel staan, dat het noodzakelijk is dezen
hnancieelen toestand nog eens in korte woor-
cen uiteen te zetten. Moeilijk is de taak niet.
v >e de moeite neemt het rapport der Vloot-
cnmmpssie met aandacht te lezen, beschikt,
reeds over alle bouwstoffen, die hij behoeft.
Het alles beheerschende feit is dit, dat
onze gewone dienst, die vóór den oorlog
1 200 miliioen beliep en in 1918 tot f 330
miliioen gestegen was, door het wanbeleid
der daarna volgende jaren in 1921 is uitge
lid tot f 621 miliioen en in 1922 tot f 640
miliioen. Voor 1923 is f 615 miliioen geraamd,
waaraan bij suppletoire begrooting nog een
°P het oogenblik onbekend bedrag zal wor
den toegevoegd. Voorts staat vast, dat, ter
wijl de ontvangsten aan alle zijden slinken,
het bedrag der uitgaven alleen reeds door
van vroeger wettelijk vaststaande verplich
tingen in de allereerste toekomst nog met
minstens f 50 miliioen stijgen zal. Verder is
er van 1920 tot 1923 reeds een ongedekt
tekort op den gewonen dienst van f 100 mil
iioen.
Minister de Geer heeft aan verdere op
voering der uitgaven, voorzoover in zijn
vermogen lag, paal en perk gesteld. Op ver
schillende ondergeschikte punten zijn maat
regelen genomen, die het loffelijk resultaat
hebben, dat thans over voorstellen, die nieu
we uitgaven medebrengen, tevoren met Fi
nanciën overleg wordt gepleegd en dat bij
de raming der uitgaven en de besteding der
gevoteerde uitgaven eemgszins grooter zui
nigheid wordt betracht. Het was echter, wat
de Duitscher noemt „Kleinarbeit." Met het
groote werk, zaak niet alleen van den Minis
ter van Financiën, moet nog worden begon
nen.
Wat dit groote werk is, wordt door de
Vlootcommissie uiteengezet. Alleen reeds om
het teloor gegane evenwicht op de begroo
ting te herstellen, is het volstrekt noodig
het totaal der uitgaven met f 120 miliioen of
in doorsnee met 26 pet. van de daarvoor in
aanmerking komende posten te verminderen.
Van verlaging der belastingen is dan nog vol
strekt geen sprake.
Dit is het allesbeheerschende punt. En dit
werk kan niet wachten. De waardevastheid
van den gulden, waarover een jaar geleden
-zoveel gesproken werd, interesseert thans het
publiek niet meer. Het zal wel losloopen,
meent men. De waarheid is, dat er voor be
zorgdheid van den gulden thans meer reden
is dan ooit te voren. Vergeten moet toch niet
worden, dat de gulden reeds meer dan een
jaar lang kunstmatig wordt hoog gehouden,
doordat de Nederlandsche Bank van de
o pbrengst der in het buitenland gesloten lee-
nineen bijna wekelijks eenige millioenen af-
C reft. Geforceerd als wij waren'in het buiten-
j and te leer.en, hebben wij met deze leeningen
■n New-York en Londen Nederland reeds
geclasseerd beneden Nieuw-Zeeland en New
Foundland,Nederlandsch-Indië beneden ver
schillende Zuid-Amerikaansche staten.
Is straks het potje van De Nederlandsche
Bank op, dan is de gulden weder aan zichzelf
overgelaten. Ontvangt hij dan niet den steun
Van een sluitende begrooting, dan is de kans
zeer groot, dat hij bij de verdere gevaren,
die hem boven het hoofd hangen, zich niet
zal kunnen handhaven. Reeds zien wij op
het vasteland van Europa aan alle zijden in
Zwitserland, Denemarken en elders, af
brokkeling. Alleen Zweden weet zich te hand
haven. Zweden echter heeft nog nimmer
voor een tekort gestaan. De burgerlijke en
zociale uitgaven te zamen met den dienst der
'taatsschuld beloopen aldaar ongeveer f 55
eer hoofd van bevolking tegen hier f 84,
volgens de berekeningen der Vlootwet
commissie weldra f 90 en meer. Zweden
heeft van af 1914 conséquent vastgehouden
aan het steisel van duurtetoeslagen op de
loonen en salarissen van alle in overheids
dienst werkzame personen. Met de daling
van de kosten voor levensonderhoud gaan
deze duurtetoeslagen evenredig naar bene
den.
Ernstiger misschien nog dan de gevaren
voor den gulden is de ontzaglijke kapitaal-
intering, die voor onze Nederlandsche volks
gemeenschap in haar geheel genomen in de
afgeloopen jaren heeft plaats gevonden. De
vermeerdering van .de staatsschuld van f 1 op
f 4 milliard bij dit cijfer is, zooals behoort,
het in een annuïteit aan de Rijksverzekerings
bank gecamoufleerde bedrag van f 1 mil
liard bijgeteld overtreft verre de cijfers
van de overige kleine landen van Europa in
gelijke conditie. Van de in het buitenland
uitgegeven leeningen in vreemde valuta is
door de voorzichtigen hier te lande een be
langrijk deel teruggekocht. Niettemin zijn
voör honderden millioenen verplichtingen
aan den vreemdeling op het volk gelegd en
representeert ook de vlottende schuld voor
een deel vreemd geld.
Ons volk neemt jaarlijks met 80.000 tot
100,000 zielen toe. Willen de hiertoe behoo-
rende nieuwe arbeiders in het binnenland te
werk kunnen worden gesteld, dan is evenre
dige nieuwe besparing noodzakelijk. Door
wie deze besparing geschiedt is onverschillig,
mits zij geschiedt. Voor den oorlog was de
nieuwe kapitaalvorming hier te lande hier
voor voldoende en liet deze bovendien nog
een overschot voor belegging in het buiten
land. De hooge directe belastingen en suc
cessierechten, waarmede Nederland, Wat
den werkelijken druk op de bevolking be
treft, thans op het vasteland van Europa het
record houdt, maken het meer dan waar
schijnlijk, dat niet alleen geen overschot voor
beleggingen in het buitenland meer aanwezig
is, doch dat straks blijken zal, dat, de nog
steeds voortgaande en begrijpelijke uittocht
van Nederlandsche vermogens nog geheel
daargelaten, de Nederlandsche kapitaal
vorming niet meer bij machte zal zijn in de
normale eigen behoefte te voorzien, zoodat
dan gekozen zal moeten worden tusschen
toenemende werkloosheid of aantrekking
van vreemd kapitaal, voorzoo ver dit op naar
verhouding onereuze voorwaarden te ver
krijgen zal zijn.
Ook hier dus kapitaalintering, die, dank
zij de soberheid van een vorig geslacht, niet
dadelijk zijn drukkenden invloed op de
positie van ons land en den levensstand-
daard onzer bevolking behoeft te doen ge
voelen, doch welker fatale cumulatieve ge
volgen onvermijdelijk zijn.
De ondeskundigheid, die thans hoogtij
viert, pleegt eerst te worden opgeschrikt,
als de calamiteit daar is. Wie echter eenigs-
,zins verder ziet en er zich rekenschap van
geeft, hoe droevig veel reeds thans van de
gunstige financieele positie van ons land van
vóór 1914 reddeloos is verloren gegaan, ge
voelt, dat ook hier zoo spoedig mogelijk
moet worden ingegrepen. Met het in even
wicht brengen van de begrooting zijn wij er
dus nog niet. Belastingverlaging is niet min
der noodzakelijk.
Men pleegt dikwijls de jaren van thans te
vergelijken met de periode na de Fransche
overheersching. Er is echter één groot ver
schil en wel dit, dat Nederland toén kwam
uit een periode van wezenlijke armoede,
thans uit een periode van schijnrijkdom.
Uit de armoede gaat de strijd tegen de
materie, uit den schijrrijkdom tegen den geest
Aan het Nederlandsche volk moge de schande
bespaard blijven in den strijd van thans
den strijd tegen zijn slechter ik het onder
spit te hebben gedolven.
Dit zijn de vragen, waarom het bij de hui
dige crisis aan Financiën, midden in de
periode van voorbereiding van de begrooting
voor 1924, in werkelijkheid gaat en waarvan
het voor het levensbelang van het geheele
volk volstrekt noodzakelijk is, dat de oplos
sing Vlootwet of geen Vlootwet thans
onmiddellijk en met volk kracht wordt ter
hand genomen.
OVER ONWEDERS.
Dc groote warmte is geëindigd met een he
vig onweder.
Groote hitte kan ook eindigen zonder on
weer. Men veronderstelt dan meestal dat 't
onweer elders gevallen is wat meestal juist is.
Het voorspellen van onweer is heel lastig.
De onweders kunnen verdeeld worden in
3 groejten, n.l. warmte-onweders, frontbuien
en storm-onweders, die alle in hun optre
den zeer veel van elkaar verschillen.
Warmte-onweders treden op tijdens of aan
het einde van een periode van abnormaal hoc-
ge temperaturen en zijn beperkt tot het ge-
oied waar de grootste hitte heerscht Zij treden
meestal laat in den middag en in den avond
en eerste nachturen op. Zij verplaatsen zich
langzaam, zijn onregelmatig in verloop van.
heftigheid, kunnen beperkt blijven tot kleine'
locale buitjes met weinig regen en enkele don
derslagen, maar doen zich ook wel voor als
de zwaarste buien met 40-50 of meer ontla
dingen in de minuut, hevige slagregens en
soms met hagel van verschillende korrelgroot
te. De schijnbaar overdreven berichten om
trent hagel als vuisten zijn in werkelijkheid
juist. De warmte-onweders die zwak zijn,
worden niet vergezeld van een windstoot, de
zware buien wel.
Fror.tonweders zijn meestal op, vlak voor
of tijdens regenweer. Zij ontkenen hun naam
aan het feit, dat over een meestal zeer breed
front van tientallen tot honderdtallen kilo
meters uitgestrektheid het onweer op het
zelfde oogenblik woedt en dan voorttrekt
meestal met groote Snelheid bijv. 30-60 of
meer K.M. per uur ongeveer in een rich
ting loodrecht op de frontlijn en hier te lande
ongeveer meestal met de heerschende wind
richting mee en in verreweg de meeste geval
len van ongeveer Z.-W. naar N.-O. Zij sto
ren zich weinig of niet aan locale invloeden,
zooals heuvels, rivieren en wateroppervlak
ten. De frontbuien geven gewoonlijk een
zwaren windstoot uit de richting waaruit het
onweer komt, welke windstoot tegelijk een
Zware slagregen inleidt. Het aantal electrische
ontladingen is meestal niet zoo groot als bij
hevige warmte-onweders en de bui duurt ge
woonlijk niet zoo lang. Na de bui volgt een
belangrijke weersverandering. De front-on-
weders behooren meer tot een koelweers-pe-
ricde daar zij samengaan met zomerdepres-
sies die gewoonlijk koel v/eer geven.
De storm-onweders eindelijk komen voor
tijdens stormweer in het koude jaargetijde.
Zij trekken snel voort, duren dus cp één
plaats maar heel kort, geven enkele ontladin-
gen, maar zijn gewoonlijk vergezeld van een 'er van door te gaan, wanneer hij het in zijn
rióde in lange rijen hier en daar aan den he
mel verschijnt en aan de bovenzijde vraag-
teekenvormig omgekrulde torentjes draagt.
Zij voorspellen bijna zonder uitzondering
onweer binnen 24 uur.
Vertoonen stapelwolken zich zonder andere
soorten wolken en aan de bovenzijde rafelig,
dus niet bloemkoolachtig dan is geen on
weer te wachten.
Voor alles is noodig dat men oog heeft voor
de verschijnselen in het wolkenrijk. Wie
dat niet heeft wachte liever af.
Bij de onweervoorspelling heeft men in
ieder geval een sterken steun aan de weers
verwachting van het Metccrologisch Insti
tuut. Men raadplege dit ook en ga dan aan
het werk om uit de hemelteekens een onweers
verwachting op te maken.
VERZONNEN VERHALEN.
De Daily Mail vergast van tijd tot tijd haar
lezers op prikkellectuur over het doen en la
ten van den ex-keizer en den ex-kroonprins
van Duitschland in ons land.
In haar nummer van Zaterdag vertelt zij
onder opzienbarende vette opschriften dat
■er onraad broeit op Wieringen.
Groote nieuwsgierigheid, gemengd met
eenige spanning zoo leest men is hier
(te Antwerpen) en heel België gewekt door
vertrouwelijke inlichtingen met betrekking
tot de toenemende activiteit van verschil
lende agenten rondom den Duitscnen ex-
kroonprins en zijn kleine eiland Wieringen
en den ex-keizer op Doorn.
In de afgeloopen maand zijn er verschil
lende bezoekers op Doorn .geweest en niet
allemaal om gezondheidsredenen. Prins Eitel
Frederik, de tweede zoon van den ex-keizer;
van wien men aanneemt, dat hij in nauwe re
latie staat met de Pruisische jonkers, was in
het begin van deze maand op Doorn. Dr.
Helfferich, een van de meest bekende pan-
germanisten, was op denzélfden tijd bij den
keizer te logeeren. En voegt het blad er
onder 'n nieuwe vetten kop bij Herr Stin-
nes zelf heeft, naar wordt bericht, tot de ge
heime bezoekers van den ex-keizer behoord.
Was hij het niet, dan was het toch iemand .die
veel op hem leek
Het komen en gaan van bezoekers tusschen
Duitschland en Wieringen heeft niet weinig
de aandacht getrokken het is een publiek
geheim, dat de ex-Kroonprins er naar ver
langt naar Duitschland terug te keeren. Hij
is zijn afzondering op het saaie Nederlandsche
eiland moede en alleen een buitengewoon
waakzaam toezicht zou hem kunnen beletten
'van den ex-keizef, prins Eitel treaeriK, te
Zandvoort logeert, of gelogeerd heeft. Dat
hij bij zijn vader op bezoek gegaan is, zal
niemand verwonderen. Ook dr. Helfferich is
op Doorn geweest en hij kan daar Eitel Fre
derik ontmoet hebben. Dergelijke bezoeken
komen meer voor. Het bezoek van „Herr
Stinnes" berust echter weer geheel op fan
tasie. De gevoelens van Stinnes ten opzichte
van den ex-keizer zijn niet van dien aard,
dat hij bij hem op bezoek zou gaan, en zij zijn,
naar wij meenen te weten, geheel weder-
keerig.
Dat de ex-Kroonprins gaarne naar zijn
vaderland zou terugkeeren, zal wel niemand,
die de zaken onbevangen bekijkt, verwon
deren. Hij heeft dit onder meer uitgespro
ken in zijn Gedenkschriften, die voor ieder
te lezen zijn, en hiermee heeft de Daily Mail
dus niet bepaald een „publiek geheim" ver-
klaot.
Aan dit bericht is nog een verhaal vast ge
knoopt over een ontmoeting tusschen mr.
Kan en den heer von Iisemann,- den vroege-
ren adjudant van den ex-keizer. Deze'twee
zouden samen op Noordwijk tennis gespeeld
hebben. Het zou geen doodzonde zijn als het
zoo was, maar het is toevallig óók niet waar,
daar de heer Iisemann op den dag, dat hij met
mr. Kan moest spelen, met geelzucht te bed
lag.
Volgens dit bericht heeft de ex-keizer
zijn vroegeren adjudant herhaaldelijk te
Noordwijk bezocht en was het nog niet ze
ker of hij bij diens tennispartij met mr.
Kan zou tegenwoordig zijn, om zijn getrou
wen adjudant toe te juiclVen. Dit is evenals
de rest onzin.
Een dergelijk bezoek zou niet kunnen
plaats hebben zonder 't medeweten van onze
regeering, die den ex-keizer nauwkeurig laat
bewaken. Er is dan ook geen sprake van,
dat hij ooit op Noordwijk bii den heer von
Iisemann of een ander te gast is geweest of
dat hij ook maar het plan geopperd heeft er
heen te gaan.
Woensdag vertrokken de paters Benedic-
c jnen uit het klooster te Merkelbeek naar
nun nieuw klooster onder Vaals.
Enkele paters en broeders Carmelieten uit
Oss zijn reeds te Merkelbeek aangekomen
Vr. Wat is de kortste weg van Haarlem
rsar Oudenbosch per fiets en hoeveel K.M.?
Antw. Haarlem, Bennebroek, Hillegom,
Lisse, Sassenheim, Warmond, Leiden, Zeg
waard, Katwijk, Berkel, Bergschenhoek, Hil-
i gerS'berg, Rotterdam (Katendrecht), Char-
lois, Goidschalx-oord. Klaaswaal, Middel
huis, Numansdorp, Willemstad, Oude Mo
len, Nieuwe Molen, Fijnaart, Standaardbui-
tcn, Oudenbosch, afstand 99.6 K.M.
Vr. Wat is de kortste weg van IJmuiden
naar Arnhem. Hoeveel K.M.?
Antw. IJmuiden, Velsen, Amsterdam,
Diemerbrug, Geiabrug, Weesp, 's-Graveland,
Hilversum, Hooge Vuursche, Soestdijk,
Soest, Amersfoort, Barneveld, Lunteren,
Doesburg, Ede, Ginkel, Arnhem.
Afstand 112.5 K.M.
Vr. Wat is de kortste weg van Velsen
naar 's-Bosch? Hoeveel K.M.?
Antw. Velsen .Amsterdam, Abcoude, Loe
ren, Breukelen, Maarssen, Utrecht, Hou-
'cm, Culenborg, Buurmalsen, Geidermalsen,
Tie!, Zalt-Bommel, Hedel, 's-Hertogenbosch
Afstand 91.9 K.M.
Vr. Wat is de kortste weg van Haarlem
over Hoofddorp naar Utrecht? Hoeveel K.
M.?
Antw. Haarlem, Heemstede, Hoofddorp,
Aalsmeer Kudelstaart, de Kwakel, Uit
hoorn, Mijdrecht, Wilnis, Ouhuizen, Ru-
wiel, Breukelen, Maarssen, Utrecht. Afstand
53.9 K.M.
Vr. Wat is het beste middel om d'e groene
vlieg of luis uit bloeiende Dahlia's te krijgen?
Wat is daaraan te doen?
Antw. Wanneer u een tuinslang hebt, kunt
u een proef nemen met iederer. avond een
bespui ling met koud water. Helpt dit niet,
dan is het eenige afdoende middel een af
treksel van tabak, hoe zwaarder hoe beter.
Hot heel donkerbruine aftnengsel kan dan
vermengd worden met 4 5 maal zooveel
water, zoodat men een hoeveelheid krijgt van
ongeveer 5 liter. Bespuit daarmee de aan
getaste planten en de luis verdwijnt.
Vr. Mijn lijster heeft gele puisten aan den
onderkant van het oog. Ze zijn hard. Ik heb
ze doorgestoken, doch er komt geen vooht
uit. Het beest heeft veel ontlasting. Wat is
er aan te doen? 1
Anltwj, Pensleel de puisten dagelijks met
gezuiverde bruine teer, de oogleden bestrij
ken met 'n mengsel van een deel Perubal
sem en vijf deelen zinkvaseline.
Vr. Kunt tl mij ook zeggen of E. Marlitt
'n Duitsche of 'n Engelsche schrijfster was?
Antw. Een Engelsohe schrijfster. (Herplaatst
wegens misstelling.)
Vr. I. Welke is do kortste weg van Haar
lem naar Eergen op Zoom, peï fiets, en
hoeveel K.M.?
II. Welke 'is de kortste wag, per fiets, van
Haarlem naar Achthuizen (Overflaikkee) en
hoeveel K.M.?
Antw. Haarlem, Bennebroek, Hillegom,
Lisse, Sassenheim, Warmond, Leiden, Bent
huizen, Kruisweg, Bergschenhoek, Rotterdam.
Gharlois, Godsohalzoord, Klaaswaal, Numans
dorp, Willemstad, Dinteloord, Steenbergen.
Halsteren, Bergen op Zoom. Afsf. 113.8 K.M.
II. Als boven tot Willemstad. Verder Oolt-
gensplaat, Achthuizen. Afsrt. totaal 66.3 K.M.
relatief groot aantal bliksem-inslagen.
Over de natuurkundige verklaring van de
onweders kunnen wij hier geen verklaring
geven. Alleen dient te worden opgemerkt,
dat alle onweders samenhangen met een de
pressie en dus worden aangekondigd door
barometer-veranderingen, die op de nadering
of de nabijheid van depressies wijzen. Ver
der zetelen alle onweders in een gecompli
ceerde wolkenmassa. Vandaar dat de spreek
woordelijke donderslag uit een helderen he
mel terecht als symbool van de allergrootste
verrassing wordt gehouden.
Hoe kan men nu zien of er onweder komt
Bij de beantwoording van deze vraag moe
ten wij ons in verband met de actualiteit van
het onderwerp beperken tot het warmte-on'
weer en het front-onweer.
Bij het warmte-onweer is een hooge tem
peratuur voorwaarde voor 't ontstaan, zoo-
dat, als 's zomers de temperatuur ongewqon
hoog is ongeveer 30 gr. Celcius of 86 gr.
F. kunnen wij als grens aannemen het ge
waagd kan worden on wéér te voorspellen.
De vraag is dan alleen nog maar wanneer het
onweer zal losbarsten.
Het spoedig komen van onweer wordt al
veel waarschijnlijker als le de barometer
onrustig is, dus dan eens wat daalt dan weer
stijgt, en toch gaandeweg.lager komt te staan;
2e. als de wind, zwak zijnde, met vlagen be
gint te waaien, of anders wijfelachtig in rich
ting en in kracht wordt3e als zich stapel
wolken vormen, die snel in omvang toene
men en zich hoog opstapelen. Vormen zich
daarboven hooger drijvende dunne, vlakke,
sluiervormige wolken, z.g. cirrostratusdek-
ken, dan is het losbreken van het onweer
spoedig te verwachten. Hoe meer wolkvor-
mingfen hoe sterker bewegingen in de stapel
wolken, hoe heviger het onwedèr zal worden.
Wie een zelfregistreerende thermometer
bezit kan aan het onregelmatig verloop van
de lijn zien, dat de onweerskans heel groot is.
Het niet dalen van den thermometer na een
laat middaguur, bijv. 5 of 6 uur is eveneens
een zoo goed als zekere aanwijzing dat een
warmte-onweer is te verwachten.
In vele gevallen ziet men des daags in de verte
reeds hooge stapelwolken, z.g. donderkop
pen. Blijven deze steeds in dezelfde richting
te zien en komen zij nader, dan is het losbar
sten van het onweer zeker te verwachten. Als
er geen andere storende geluiden zijn in
de stad kennen wij dien toestand helaas niet
kan men den donder dikwijls reeds op een
afstand van 15 tot 20 K.M. hooren en heeft
men dan nog een klein uurtje den tijd z'ijn
maatregelen te nemen.
Vormt zich, vooral tegen den avond
in het Zuiden, Zuid-Westen of Westen
een loodgrijze steeds donkerder wordende
lucht waarin de zon gaandeweg verdwijnt
en vertoonen zich daaronder losse, donkere
wolkbrokken en later een segmentvormige,
loodgrijze lucht, dan kan men stellig een
warmte-onweder dat zich tegelijk als froüt-
bui gedraagt verwachten. Tegen dien tijd
wordt het windstil en zeer drukkend door
de toeneming van het waterdampgehalte van
de lucht.
Dit staat hierbij vast, zoolang de lucht
helder is ook ver af komt er binnen
een half etmaal zelden of nooit onweer, 't
Verschijnen van vederwolken in lange stre
pen en sluiers, niet in warrige vlokken,
daarna van schaapswolken en van z.g. al-
tostratus, dunne lagen van een donkergrijze
soort wolken, mits samen met de bovenge
noemde sluiervormige wolken, is bij warm
o neiweer een stellige aanwijzmg voor te ver
wachten onweer.
Verder is een typische onweer-voorspel
lende wolk, die,.welke in een heetweer-pe-
hoofd kreeg.
In 'n andere editie van hetzelfde blad geeft
ook de Haagsche correspondente, mevrouw
Enid Wiikie, die ons land in den oorlogstijd
door haar kwaaadwillige babbelpraat waar
schijnlijk heel wat kwaad gedaan heeft bij de
lezers van de New-Yorksche krant, waaraan
zij verbonden is, een verhaal ten beste over
een geheimzinnig jacht, dat voor Wieringen
zou zijn geweest. Het was niet het vroegere
jacht van den ex-keizer, de Hohenzollern
want die is, zooals in het bericht wordt ge
zegd, nu tentoonstellingsschip, maar had toch
een dergelijke (similar) naam. Aan boord van
dat jacht zou de ex-Kroonprins ontvangen
zijn met de eerbewijzen van weleer, o.a. werd
met de Keizerlijke vlag gesalueerd, toen hij
aan boord kwam.
Na afloop van dit ceremonieel zou hij met
het jacht een tochtje gemaakt hebben en ver
volgens was hij het staat er alsof het ook
per schip gebeurd was op bezoek gegaan
bij zijn vader. Volgen dan bijzonderheden
over het tochtje. Het jacht Hohenzollern
zooals het nu al heet lag voor Wieringen.
Aan boord waren verscheidene aanzienlijke
royalisten mannen en vrouwen. Een hun
ner was een generaal.
De ex-Kroonprins ging aan boord en het
jacht stoomde de haven van Den Oever uit.
Na een korten kruistocht ankerde het weer
onder st >om voor den wal. De gasten gingen
toen aan land en naar het huis van den ex-
Kroonprins, waar tot na middernacht ae
conferenties of conversaties (conference or
conversation) voortduurden. Den anderen
morgen ijlde de ex-Kroonprins naar Doorn,
een bezoek, dat hij van plan was pas later te
brengen. Daar logeert hij nu voor twee we
ken.
Zoo ongeveer Eet verhaal van de Daily
Mail.
Wij hebben het cenigszins uitvoerig weer
gegeven, zegt de N. R. C. om de lezers in de
gelegenheid te stellen, de fantasie ervan ten
volle te bewonderen.
Om bij de geschiedenis van het jacht te
beginnen deze berust geheel op duim-
zuigerij. Het is volstrekt onwaar, dat een
dergelijk'jacht voor Wieringen gelegen zou
hebben en dat de ex-Kroonpii s er aaan boord
geweest zcu zijn. De berichtgever van
de Daily Mail is waarschijnlijk in de war ge
weest met het motorbootje dat de verbinding
tusschen Wieringen en den vasten wal onder
houdt. Dat is echter nog lang geen ex-Kei-
zerlijk jacht, of lijkt er ook maar in de verste
verte op. Een groot stoomjacht zooals bij haar
bericht is afgebeeld, zou voor Wieringen
waarschijnlijk niet eens kunnen liggen, en
zelfs al kon dat, dan zou de ex-Kroonprins
toch geen vergunning krijgen er aan boord
te gaan, laat staan een kruistochtje mee te
maken.
Vanzelf is dus ook het verhaal over de ce-
remonieele ontvangst aan boord met het sa
luut van de Keizerlijke vlag onwaar. Het be
hoort tot dezelfde categorie als de rest
duimzuigerij. Het bezoek van den ex-Kroon
prins aan Doorn was zoo weinig plotseling,
dat mr. Kan, die er voor uit Den Haag moest
komen, tijdig genoeg aanwezig kon zijn om
hem, zooals steeds, met den burgemeester
van Wieringen te vergezellen. Inderdaad
was het van te voren bepaald, dat de ex-
Kroonprins dit bezoek zou brengen en is er
dus geen'sprake van, dat het onder invloed
varueen bezoek van Duitsche dames en hoe
ren, die er misschien wel geweest zijn, want,
er komen herhaaldelijk gasten op Wieringen
plotseling opgekomen zou zijn.
En wat nu het bericht over de geheime ac
tiviteit rondom den ex-keizer en zijn zoon
aangaat, het is bekend, dat de tweede zoon
VERBRAND.
Te Puth. gem. Schinnen, (L.)viel 'n 3-jarig
kind in een ketel kokend water en bekwam
zulke brandwonden, dat het na hevig lijden
is overleden.
Het is de leiding in het Roergebied gelukt
20.000 centenaar vroege aardappelen uit Hol
land voor het Roergebied te koopen. De ver
deeling der aardappelen zal door Duitsche
kooplieden in Holland en de prijs-vaststcl-
ling onder medewerking van het Duitsche
gezantschap en een Duitsche regecrings-
commissaris plaats hebben.
(Tel.)
HET
VLIEGONGELUK
DAM.
TE ROTTER-
ÉOTTERDAM, 2 Aug. De toestand
van kapitein Lilliehcok, die cergistcrmiddag
met eèn Zweedsch militair vliegtuig nabij de
Waalhaven is neergestort, was gistermiddag
vrij bevredigend. Hij heeft een ernstige been
fractuur, waarvan hedenmorgen een Rönt-
gen-foto werd genomen. De doctoren hebben
alle hoop, hem in het leven te houden.
In overleg met den consul van Zweden is
besloten,, dat het stoffelijk onverschot van
luitenant Montgomery en van ingenieur
Axelsson gisteravond zonder militair vertoon
naar de Zweedsche kerk zou worden gebracht
alwaar een rouwkamer was ingericht. Uaar
Zal dan een godsdienstoefening worden ge
houden, waarna men de lijken der slachtof
fers, wederom zonder militair vertoon, naar
het station brengt, om naar Zweden te wor
den vervoerd.
DOOR DE WILDERNISSEN VAN
EUROPA.
Een medewerker van de „Tijd" vertelt van
een reis naar bezet gebied
Om twee uur trekt een onoogelijk en vies
treintje mij op weg naar Sterkrade. De reis zal
circa veertig minuten duren. Dan per tram
naar Oberhausen, 20 minuten. Jawel, in Wc-
sel vernam ik reeds, dat in heel het strafge'
bied'om Duisburg waar een paar weken ge-
geleden aan de Hochfelder brug de nog al
tijd onopgehelderde dynamietaanslag plaats
had en ongekende verschrikking onder het
het volk bracht, geen enkele tr in, geen auto
geen fiets, geen personenrijtuig mag rijden.
Loopen dus van Sterkrade In het treintje
heerscht zenuwachtigheid. Zal men ongehin
derd de „Sperre" kunnen passeeren. Sedert
een paar dagen zijn de Belgen zeer streng heet
het. Van Wesel naar Friedrichsfeld, vroeger
exerceerterrein der keizerlijke troepen, tijdens
den oorlog bekend en berucht geworden
gevangeniskamp, is het maar een paar minu
ten. Valsch, schel zonnelicht vloekt over de
landwaarts buigende, lage Rijnoevers, hard
groen, doorsneden van troostelooze oneffen
kanalen in geel zand met verroeste veldspoor-
rails ien omgesmakte zandkarretjes. Station
Friedrichsfeld bestaat aan den eenen kant
uit een vuile barka, aan den anderen uit den
ruinen van een*ouderwetsch wachthuisje.
De trein stopt. Zandgele Belgische soldaten
bespringen den trein. Blauwe gendarmen in
ongelooflijk afgedragen uniformen, met wan-
staltig-groote luifelpetten op en kaplaarzen
a3n volgen. De schifting begint* Elke coupé
worden reizigers uitgehaald. Gelaten wacht
ik mijn lot af. Tot dusver hadden de Belgen
eerbied voor een vreemde pas. Een verwa
ten recruut van 'n jaar of negentien dringt
binnen, bekijkt mijn pas en buldert me toe,
dat ik heb uit te stappen. Ik wil met den
man een paar woorden wisselen. Hij luistert
niet eens. „Fort," zegt ie. Ik stap op een
gendarm toe. Dezelfde onbeleefdheid. Ge
bulder en geblaf. Van ouds weet ik, dat te
genover de vertegenwoordigers van het
brute en brutale militarisme alleen terugbrul-
len en blaffen alleen eenige kans hebben op
succes. En werkelijk de vent luistert.
„Waar moet ik het verlof halen, om te kun
nen passeeren?" ,.Bij den generaal"
Waar is die te vinden?" „In Sterksrade."
„Dan laat me asjeblieft naar Sterkrade
gaan." „Nee, dat is verboden, u hebt geen
verlof om te passeeren." „Maar dat verlof
wil ik juist in Sterkrade gaan halen." Het
militarisme is niet voor rede vatbaar, 't
Geheel was 'n st:rk staaltje van militaristische
logica. De trein sukkelt weg en de „geweïger-
den" werden als een kudde tot voor een heg
gedreven. Passen waren ons ontnomen.
Met circa veertig personen stonden we daar
Daaronder een vijftiental' Duitsche meisje,
die in Holland dienen en naar haar „Heimath"
wilden om op vacantie te gaan. Groote tra
nen glinsterden in haar oogen.
Wanhopig waren velen, die niet wisten
waarheen. Vol doffe woede alle die Duitsche
man'nen en Duitsche vrouwen, die niet in hun
vaderland mochten. Er waren er bij, die in
Sterkrade woonden en als het ware onmid
dellijk van de grenzen van hun woonplaats
werden teruggestooten. De hier aanwezige
Belgen waren Vlamen. Ik sprak aldoor Hol-
landsch met hen. Ook het boven gegeven ge
sprek ging geheel in het Hcllandsch.
Het Vlaamsch, dat de soldaten brabbelden,
was bar slecht dialect. Wat ze goed konden
Vloeken. Schier elk woord werd vergezeld
van een uitgebulderde groote vloek. Zelden
heb ik zóóveel vloeken gehoord. Dan werden
de passen teruggegeven. De meisjes kregen
allerlei vuils te hooren en uitnoodigingen.
om mee naar het kwartier te gaan. Dan zo%
er wel een kans gegeven worden, om verc'«r.
te reizen. Helaas, bleven ook later een paar
eervergeten meiden achter. Het gros weigerde.
Een trein terug naar Wesel ging pas om
drie uur. Een wachtkamer was er niet. Ik
vroeg daarom aan den commandant of wp
niet mochten terugloopen naar Wesel, wat.
zonder motiveering, barsch werd geweigerd,
Zoo stonden we daar. Huil^ld vertelde mij
een blonde Duitsche Martha, dat zij in Rot
terdam diende, dat zij niet terug kon, want
haar „Herrschaften" waren op reis en het
huis was gesloten. Aan welke zedelijke
gevaren staan deze opeens meisjes bloot.
Zij ontwierpen allerlei avontuurlijke plannen,
om 's nachts te voet door te sluipen. Daarbij
hadden zij zware koffers bij zich. Jk heb het
met alle kracht afgeraden. Ondertusschen
was het buiig geworden. Druipnat stonden
we bij elkander. Hoe diep viel je het mensch-
onwaaraige, dat in die brutale maatregelen
midden in vrede, ligt. Je bent geen mensch
meer, je bent vee. En je weet het, als je je
verzet, schieten ze koelbloedig op je Vol be
wondering voor het hooge cultuurleven mid
den in Europa, zooais het zich hier voor mij
afrolde, ging ik op mijn kolder zitten en
trachtte schaamte en ergernis en woede
te onderdrukken. Eindeloos duurde het zin-
nelooze wachten. Ten slotte kwam er een trein
tje en we werden weer naar het onbezette ge
bied „abgeschoben."
Ik stond weer op het punt van uitgang, in
Wesel. Weer teruggaan naar Berlijn? Ik
dacht er niet aan. Over een anderen weg
probeeren om binnen te dringen Ik hoorde
dat er nog een trein ging over Spelle nsrr
Hamborn en Buschhausen. Vandaar zou ik
dan in den nacht nog loopend Oberhausen
kunnen bereiken. Lukte de doorbraak niet,
dan kon ik des nachts nog naar Wesel terug
komen. Geprobeerd aldus. Ik onderrichtte
mijn lotgenooten en alle slachtoffers voeren
naar Spelle. Daar weer hetzelfde beschamen
de tooneel. Vele menschen moesten den
trein weer verlaten. Maar hier waren oudere
Belgische soldaten aan het werk. Energiek
traden we op voor de Duitsche meisjes. De
hier aanwezige Belgen zageri in, dat het waan
zin was, om die meisjes terug te sturen. Ze
mochten passeeren. De beurt kwam aan mij.
„Geen kwestie van, ge mot terug." Het werd
mij te bar. Ik heb den gendarm apart geno
men en hem verteld, dat ik geld ging bren
gen voor behoeftige Hollanders in het Roer
gebied, dat mijn reis alléén Nederlandse he
liefdadigheid ten doel had en ik deed een be
roep op de stam-saamhoorigheid van Vlaan
deren en Nederland. Deze brave Belg en
Vlaam gaf mij de hand en liet mij passeeren.
Het afgesperde strafgebied lag voor mij
open.
Het treintje sukkelde naar Hamborn. Toen
had het geen adem meer en bleef staan en
vertikte het langer. Het lieve lijden begon
opnieuw. Vóór het station Hamborn is gras
en zand en hopelooze onbebouwdheid. Een
kwartier, gepakt en gezakt, naar de stad.
Rechts ligt Hamborn, links Daxelo. Te
voet naar Oberhausen ging niet meer. Om
daar te komen moest je door Sterkrade of
Lurich in deze beide plaatsen die tot het
engere strafgebied behooren, heerscht het
verbod, om na 8 uur op straat te komen, en
het was inmiddels zoo laat geworden, dal
ging dus niet, want dan zouden we ons in le
vensgevaar begeven, want, zonder waarschu
wing, schieten de troepen op de passanten.
Zonder kans om doodgeschoten te worden,
kan je dus denk wel, lezer, midden in
Europa, midden in den vrede niet de
voe'treis ondernemen. Je voelt je nietig, el
lendig, klein en mateloos-machteloos.
En weer begonnen nieuwe moeilijkheden.
Hamborn en Daxelo liggen 20 minuten uit
clkaar.Driemaal zijn we heen en teruggestuurd
van Herodes-Hamborn naar Pilatus-Daxelo,
oip onderdak te krijgen. Uw correspondent
was Dinsdagavond half elf uit Berlijn gegaan,
had zich dien dag 's morgens aangekleed. Ea
nu was het inmiddels Woensdagavond laat
geworden. Zes en dertig uren niet meer uif
de kleeren En in de laatste achttien uren
geen eten meer. Daar was bij al dat wachten
en trekken geen gelegenheid voor geweest.
Des avonds heel laat vond ik een kwartier
in het „Fruhstuckzimmer" van een onoogelijk
hotelletje. Maar welk een geluk onder dak 1
Geholpen door een hulpvaardig landgenoot,
heb ik nog het genoegen gesmaakt, om de
nog over gebleven Duitsche dienstmeisjes bij
goede burgers onder dak te brengen. En
toen kwam de slaap....
Den volgenden dag Donderdag -\
reeds vroeg op weg naar Oberhausen 2.5.uur,
met koffers sleepend. Door kommerlijke
tuintjes. Over zwarte stofwegen. Langs
roetzwarte mijnen en werken, die stil liggen.
Hier en daar rookt een schoorsteen. Dit hart-
gebicd van Europa is zoo goed als dood.
De mijnwerkers gaan op hun tijd onder cic
rde, maar werken er niet. Er worden geen
kolen „gcfordert," want die zouden in han
den der Franschen vallen. De Duitschers hel
pen ons om bruggen te vermijden, die voor
ons, wegens de bezetting, gevaarlijk zouden
kunnen wo dm. O vei a Ier lei verborgen land
wegen, tusschen hoog ruischend koren stu
ren ze ons. Uit den aard van de zaak wordt
deze weg niet nader beschreven. Donderdag
middag om 2 uur beëindigde ik behouden
mijn Odyssee in Oberhausen. Dinsdag
avond om half 11 had ik Berlijn verlatenzl
DOOR
JOS. P. H. HAMERS
TWEE KOSTBARE DOCHTERS.
„Fi done ce lourdaud 1" zoo viel Hortense,
de oudste dochter van den heer Knuppel-
busch snibbig uit, nadat kapitein van der i
Stap nauwelijks de deur uit en de straat op
was „Fi done," herhaalde zij en trok haar
spitsen neus op met onbeschrijfelijke min
achting. „L'as-tu entendu, Juliette?....
Baas 1 baas, baas „Mafoihoe durft die on
beschaamde, papa baas te noemen Het was,
als deed hij 't telkens m t tergenden opzet. Om
het andere woord klonk hetbaas. Ma foij
Jk ben geïndigneerd.
Ge kunt t niet meer zijn dan ik :en sois sur
ruasoeur, zei Juliette, de jongste telg van den
kleermaker, die met haar zuster Hortense in
een neven-vertrek gezeten, het gesprek tus-
schen haar vader en Van der Stap, goeddeels j
had afgeluisterd.
„Maar," vervolgde deze jongejuffrouw, I
„wat is dat ook een manier van papa, om zich
te exprimeeren, vis a viszulk een individu
Je l'ai dit cent fois, ma ckère, papa preten
deert veel verstand en de wijsheid in pacht
te hebben, maar hij etaleert geen greintje edu
catie de man heeft geen maniere de vivre.
Hebt ge die expressies gehoord Hortense
Je le rèpete ma soeur,\waarachtig 1 papa heeft
geen menschenkennis c'est un homme sans
facons, een man in één woord, die zijn fami
lie ridiculiseert. Het chagrineert iemand aan
zulk een mensch als papa geparenteerd te zijn.
Het antwoord der voortreffelijke zuster
op deze fraaie ontboezeming, liet niet lang
op zich wachten,
„Dat is het juist, wat mij ook zoo dikwijls
embarrasseert. Mijn hemel, welk een con-
tenance 1 Ik hield straks mijn hart vast, uit
vrees dat een onzer kennissen op bezoek zou
komen. O de/verbeeld je! Ik dacht aan
luitenant Dormeuil. J'en frémis, j'en rougis
Vraiment, je l'avoue, papa weet absoluut
niet den toon aan te slaan, zooals wij dien in
onze wereld gewoon zijn. Was dat een con
versatie met dien varen^ezelEn dan zoo'n
vent nog van alles explicatie te geven zich
door zoo'n eire allerlei sottises te laten zeggerf.
Die vlegel met zijn baas."
De oudere zuster zag even tot Juliette op.
Dan sprak zij zacht, op gewichtigen toon
„De kerel zou een opulent fortuin bezitten,
a ce que l'on dit."
„J'en ai oui dire puissant rijk en weduw
naar."
CommentNe pas marièV'
„Neen, en naar men verzekert, opzettelijk
gerepatrieerd om.... au raad eens, Juliette,
pour se choisir une femme hollandaise."
„Fi done, en de trekken der jongste namen
een plooi van souvereine minachting aan,
„hollandaise 1"
„Maar aan wie anders dan aan een Hol
landsche, zou zulk een groteske figuur be
vallen? O del, ce monstre marin
„Het is zoo ma soeur, ces gens sont mal le
ches, mais de bons époux, traitables, corvéa-
bles.
„En adorables," riep lachend de andere
schoone. „Ma foi, ils ont de la bonhomie",
„Maar," en een ontevreden uitdrukking ver
toonde zich op haar gelaat, „je staat me tel
kens in den weg, zoodat ik niet in den spie
gel kan zien. Recules done am peu. Mijn coif
fure is heelemaal en désordre.
Zander veel acht op dit echt zusterlijk ver
wijt te slaan, vroeg Hortense „Vindt ge niet,
dat dit balcostuum mij élégant staat?"
„Het staat je goed. Maar je hebt het ook
schreeuwend duur betaald."
Madame Perroquet is anders vrij civiel in
haar prijzen. Maar jou costuum, ma c/tère,
daarvoor zag ik zeventig gulden op de reke
ning staan, en dat was nog maar van krip.
„Je droomt.... Maar lieve hemel! que
vois je Daar is het brommertje 1) al Koe
is 't mogelijk? Het is pas zeven uur. Er is
van avond toch geen thé dansant
Het zal tc vroeg besteld zijn. Bij vergissing
zal men op het Dindagconccrt gerekend heb
ben. Gisteravond werd het half negen we
waren de laatste in 't casino,"
Hier werd het interessante gesprek tus
schen de twee zusters door de klanken eener
vervaarlijke stem gestoord.
„Het brommertje, kinderen, daar is het
brommertje," riep de eerzame Knuppcl-
busch van uit de zijkamer, zijn dochters toe.
„Jacomina, gauw, kom eens naar voren, daar
is het brommertje maak het portier open
de juffrouwen moeten naar het bal. Horten
se Juliette hebben jullie het gehoord
Nous voila, papa, nous voilh l" riepen de
kostbare dochters, als pauwen in al haar sta
tie te voorschijn tredend. „Maar waar blijft
toch die luie meid
Slof, slof, ging het door de gangDaar
yvas dc meid al, levensgroot.
„Hoort ge dan niet Jacomina, dat papa je
toept? beet Hortense de dienstbare vinnig
toe.
„Je wordt hoe langer hoe doover Jacomina,"
voegde Juliette er als. toegift bij. „Het zal er
nog van komen, dat we zelf het portier moe
ten open maken."
„Ik had mijn pantoffel in de gang verlo
ren jongejuffrouw," verontschuldigde zich
de sloof en wilde, toen zij het brommertje in
't oog kreeg, naar het portier loopen.
„Haal eerst de parapluie ze staat achter
dc trapdeur," gebood Knuppelbusch met
veel drukte en beweging. „Ziet ge dan niet,
Jacomina;hoe hard het regent? En de jonge
juffrouwen hebben haar balcostuums aan 1
Ze Runnen door zulk een weer nog niet over
dc stoep gaan, of ze worden druipnat."
De meid gehoorzaamde. De heer Knup
pelbusch stapte parmantig de deur uit, om
aan den koetsier te zeggen, waarheen zijn
dochters moesten gebracht worden. Dezen
maakten van dit intermezzo gebruik om nog
even een bezoek bij den spiegel in de zijka
mer af te leggen.
„Naar den Franschen Tuin, man, in de
Elandstraat," riep de heer Knuppelbusch den
koetsier toe, die juist van zijn verheven zit
plaats wilde dalen, verstoord en mopperend,
dat hij zoo lang in dat hondenweer moest
v/achten.
„Wat?.... Naar den Franschen Tuin in
de Elandstraat. Ben je niet wijs?" Met een
stentorstem werden deze woorden van uit
het brommertje den kleermaker naar het
hoofd geworpen en te gelijk stak iemand
met een door woede vertrokken gezicht,
rood als een biet, het hoofd buiten liet por
tier. „We moeten wel degelijk hier in de Kal-
verstraat zijn ten huize van den meester
kleermaker Christophorus Knuppelbusch.
Maak toch in 's hémels naam het portier
open."
De meester-kleermaker stond als verstijfd
van schrik, alsof Medusa hem in levenden
lijve van uit hef brommertje tegengrijnsde.
En toch was het geen onbekende, die hem
zoo onverwachts overviel. Het was notaris
Baldiiaan Sperwer, die bijgestaan door twee
getuigen, een acte van protest kwam passee
ren, wegens hét niet honoreeren van een wis
sel uit Parijs, welke wissel ten bedrage van»
f 348 den heer Knuppelbusch dien morgen f
ter betaling was aangeboden. f\
„Maar maak dan toch het portier open,"
riep de notaris gramstorig uit. Ik k3n toch in
dit wandelend pothuis geen acte passeeren."
De heer Knuppelbusch koos eieren voor
Zijn geld. Met behulp van den koetsier haastte
hij zich aan het bevel van den man der wet
te voldoen, waarna deze met zijn getuigen
uit het rolkoetsje stapte en door Jacomina
geëscorteerd, die tot opluistering de parapluie
boven zijn hoofd hield, door den heer des
huizes naar binnen werd geleid.
De kostbare dochters die zich muisstil in
de zijkamer verscholen hielden, lieten, toen
zij den heer Sperwer gewaar werclen, met
veel behendigheid het venstergordijn zakken.
Zij kenden den notaris als een gezworen
vijand van alles wat op dansen leek en "be
grepen, dat haar balcostuum, hoe élégant
ook in het befaamde atelier van madame
Pedroquet vervaardigd, in diametrale tegen
stelling was met het protesteeren van een
onbetaalden wissel.
1) Onder den naam van brommertje ver«
stonden onze voorvaders een soort vigilante.
Het brommertje verdrong in 't begin der 18e
eeuw het „sleedje" en werd ook rolkoct je
genoemd.
(Wordt vervolgd.)