GEMENGD NIEUWS Uit de Pers. KERK EN SCHOOL HET KLOOSTER TE MERKELBEEK. VRA0EHREIS. NEDERLANDSCHE AARDAPPELEN VOOR HET ROERGEBIED. De Neef van Curasao, t Hollandsche tajereelen uit het begin der vorige eeuw, DE FINANCIEELE TOESTAND VAN ONS LAND. -örof. mr. G. W. J. Bruins schrijft in Econ. u.at. Berichten Dit blad is geen politiek blad en politieke beschouwingen liggen niet in de bedoeling. Wie echter van de beschouwingen van cle '■•^bladen van verschillende richting over.de i".uidige crisis aan Financiën kennis neemt, 'ordt, met enkele uitzonderingen, getroffen coor een zoo gering begrip van den finan- toestand, waarin ons land in werke- 'ikh.eid verkeert, en een dergelijke lucht hartigheid omtrent de belangen onzer ge- ncele volksgemeenschap, die hierbij op het spel staan, dat het noodzakelijk is dezen hnancieelen toestand nog eens in korte woor- cen uiteen te zetten. Moeilijk is de taak niet. v >e de moeite neemt het rapport der Vloot- cnmmpssie met aandacht te lezen, beschikt, reeds over alle bouwstoffen, die hij behoeft. Het alles beheerschende feit is dit, dat onze gewone dienst, die vóór den oorlog 1 200 miliioen beliep en in 1918 tot f 330 miliioen gestegen was, door het wanbeleid der daarna volgende jaren in 1921 is uitge lid tot f 621 miliioen en in 1922 tot f 640 miliioen. Voor 1923 is f 615 miliioen geraamd, waaraan bij suppletoire begrooting nog een °P het oogenblik onbekend bedrag zal wor den toegevoegd. Voorts staat vast, dat, ter wijl de ontvangsten aan alle zijden slinken, het bedrag der uitgaven alleen reeds door van vroeger wettelijk vaststaande verplich tingen in de allereerste toekomst nog met minstens f 50 miliioen stijgen zal. Verder is er van 1920 tot 1923 reeds een ongedekt tekort op den gewonen dienst van f 100 mil iioen. Minister de Geer heeft aan verdere op voering der uitgaven, voorzoover in zijn vermogen lag, paal en perk gesteld. Op ver schillende ondergeschikte punten zijn maat regelen genomen, die het loffelijk resultaat hebben, dat thans over voorstellen, die nieu we uitgaven medebrengen, tevoren met Fi nanciën overleg wordt gepleegd en dat bij de raming der uitgaven en de besteding der gevoteerde uitgaven eemgszins grooter zui nigheid wordt betracht. Het was echter, wat de Duitscher noemt „Kleinarbeit." Met het groote werk, zaak niet alleen van den Minis ter van Financiën, moet nog worden begon nen. Wat dit groote werk is, wordt door de Vlootcommissie uiteengezet. Alleen reeds om het teloor gegane evenwicht op de begroo ting te herstellen, is het volstrekt noodig het totaal der uitgaven met f 120 miliioen of in doorsnee met 26 pet. van de daarvoor in aanmerking komende posten te verminderen. Van verlaging der belastingen is dan nog vol strekt geen sprake. Dit is het allesbeheerschende punt. En dit werk kan niet wachten. De waardevastheid van den gulden, waarover een jaar geleden -zoveel gesproken werd, interesseert thans het publiek niet meer. Het zal wel losloopen, meent men. De waarheid is, dat er voor be zorgdheid van den gulden thans meer reden is dan ooit te voren. Vergeten moet toch niet worden, dat de gulden reeds meer dan een jaar lang kunstmatig wordt hoog gehouden, doordat de Nederlandsche Bank van de o pbrengst der in het buitenland gesloten lee- nineen bijna wekelijks eenige millioenen af- C reft. Geforceerd als wij waren'in het buiten- j and te leer.en, hebben wij met deze leeningen ■n New-York en Londen Nederland reeds geclasseerd beneden Nieuw-Zeeland en New Foundland,Nederlandsch-Indië beneden ver schillende Zuid-Amerikaansche staten. Is straks het potje van De Nederlandsche Bank op, dan is de gulden weder aan zichzelf overgelaten. Ontvangt hij dan niet den steun Van een sluitende begrooting, dan is de kans zeer groot, dat hij bij de verdere gevaren, die hem boven het hoofd hangen, zich niet zal kunnen handhaven. Reeds zien wij op het vasteland van Europa aan alle zijden in Zwitserland, Denemarken en elders, af brokkeling. Alleen Zweden weet zich te hand haven. Zweden echter heeft nog nimmer voor een tekort gestaan. De burgerlijke en zociale uitgaven te zamen met den dienst der 'taatsschuld beloopen aldaar ongeveer f 55 eer hoofd van bevolking tegen hier f 84, volgens de berekeningen der Vlootwet commissie weldra f 90 en meer. Zweden heeft van af 1914 conséquent vastgehouden aan het steisel van duurtetoeslagen op de loonen en salarissen van alle in overheids dienst werkzame personen. Met de daling van de kosten voor levensonderhoud gaan deze duurtetoeslagen evenredig naar bene den. Ernstiger misschien nog dan de gevaren voor den gulden is de ontzaglijke kapitaal- intering, die voor onze Nederlandsche volks gemeenschap in haar geheel genomen in de afgeloopen jaren heeft plaats gevonden. De vermeerdering van .de staatsschuld van f 1 op f 4 milliard bij dit cijfer is, zooals behoort, het in een annuïteit aan de Rijksverzekerings bank gecamoufleerde bedrag van f 1 mil liard bijgeteld overtreft verre de cijfers van de overige kleine landen van Europa in gelijke conditie. Van de in het buitenland uitgegeven leeningen in vreemde valuta is door de voorzichtigen hier te lande een be langrijk deel teruggekocht. Niettemin zijn voör honderden millioenen verplichtingen aan den vreemdeling op het volk gelegd en representeert ook de vlottende schuld voor een deel vreemd geld. Ons volk neemt jaarlijks met 80.000 tot 100,000 zielen toe. Willen de hiertoe behoo- rende nieuwe arbeiders in het binnenland te werk kunnen worden gesteld, dan is evenre dige nieuwe besparing noodzakelijk. Door wie deze besparing geschiedt is onverschillig, mits zij geschiedt. Voor den oorlog was de nieuwe kapitaalvorming hier te lande hier voor voldoende en liet deze bovendien nog een overschot voor belegging in het buiten land. De hooge directe belastingen en suc cessierechten, waarmede Nederland, Wat den werkelijken druk op de bevolking be treft, thans op het vasteland van Europa het record houdt, maken het meer dan waar schijnlijk, dat niet alleen geen overschot voor beleggingen in het buitenland meer aanwezig is, doch dat straks blijken zal, dat, de nog steeds voortgaande en begrijpelijke uittocht van Nederlandsche vermogens nog geheel daargelaten, de Nederlandsche kapitaal vorming niet meer bij machte zal zijn in de normale eigen behoefte te voorzien, zoodat dan gekozen zal moeten worden tusschen toenemende werkloosheid of aantrekking van vreemd kapitaal, voorzoo ver dit op naar verhouding onereuze voorwaarden te ver krijgen zal zijn. Ook hier dus kapitaalintering, die, dank zij de soberheid van een vorig geslacht, niet dadelijk zijn drukkenden invloed op de positie van ons land en den levensstand- daard onzer bevolking behoeft te doen ge voelen, doch welker fatale cumulatieve ge volgen onvermijdelijk zijn. De ondeskundigheid, die thans hoogtij viert, pleegt eerst te worden opgeschrikt, als de calamiteit daar is. Wie echter eenigs- ,zins verder ziet en er zich rekenschap van geeft, hoe droevig veel reeds thans van de gunstige financieele positie van ons land van vóór 1914 reddeloos is verloren gegaan, ge voelt, dat ook hier zoo spoedig mogelijk moet worden ingegrepen. Met het in even wicht brengen van de begrooting zijn wij er dus nog niet. Belastingverlaging is niet min der noodzakelijk. Men pleegt dikwijls de jaren van thans te vergelijken met de periode na de Fransche overheersching. Er is echter één groot ver schil en wel dit, dat Nederland toén kwam uit een periode van wezenlijke armoede, thans uit een periode van schijnrijkdom. Uit de armoede gaat de strijd tegen de materie, uit den schijrrijkdom tegen den geest Aan het Nederlandsche volk moge de schande bespaard blijven in den strijd van thans den strijd tegen zijn slechter ik het onder spit te hebben gedolven. Dit zijn de vragen, waarom het bij de hui dige crisis aan Financiën, midden in de periode van voorbereiding van de begrooting voor 1924, in werkelijkheid gaat en waarvan het voor het levensbelang van het geheele volk volstrekt noodzakelijk is, dat de oplos sing Vlootwet of geen Vlootwet thans onmiddellijk en met volk kracht wordt ter hand genomen. OVER ONWEDERS. Dc groote warmte is geëindigd met een he vig onweder. Groote hitte kan ook eindigen zonder on weer. Men veronderstelt dan meestal dat 't onweer elders gevallen is wat meestal juist is. Het voorspellen van onweer is heel lastig. De onweders kunnen verdeeld worden in 3 groejten, n.l. warmte-onweders, frontbuien en storm-onweders, die alle in hun optre den zeer veel van elkaar verschillen. Warmte-onweders treden op tijdens of aan het einde van een periode van abnormaal hoc- ge temperaturen en zijn beperkt tot het ge- oied waar de grootste hitte heerscht Zij treden meestal laat in den middag en in den avond en eerste nachturen op. Zij verplaatsen zich langzaam, zijn onregelmatig in verloop van. heftigheid, kunnen beperkt blijven tot kleine' locale buitjes met weinig regen en enkele don derslagen, maar doen zich ook wel voor als de zwaarste buien met 40-50 of meer ontla dingen in de minuut, hevige slagregens en soms met hagel van verschillende korrelgroot te. De schijnbaar overdreven berichten om trent hagel als vuisten zijn in werkelijkheid juist. De warmte-onweders die zwak zijn, worden niet vergezeld van een windstoot, de zware buien wel. Fror.tonweders zijn meestal op, vlak voor of tijdens regenweer. Zij ontkenen hun naam aan het feit, dat over een meestal zeer breed front van tientallen tot honderdtallen kilo meters uitgestrektheid het onweer op het zelfde oogenblik woedt en dan voorttrekt meestal met groote Snelheid bijv. 30-60 of meer K.M. per uur ongeveer in een rich ting loodrecht op de frontlijn en hier te lande ongeveer meestal met de heerschende wind richting mee en in verreweg de meeste geval len van ongeveer Z.-W. naar N.-O. Zij sto ren zich weinig of niet aan locale invloeden, zooals heuvels, rivieren en wateroppervlak ten. De frontbuien geven gewoonlijk een zwaren windstoot uit de richting waaruit het onweer komt, welke windstoot tegelijk een Zware slagregen inleidt. Het aantal electrische ontladingen is meestal niet zoo groot als bij hevige warmte-onweders en de bui duurt ge woonlijk niet zoo lang. Na de bui volgt een belangrijke weersverandering. De front-on- weders behooren meer tot een koelweers-pe- ricde daar zij samengaan met zomerdepres- sies die gewoonlijk koel v/eer geven. De storm-onweders eindelijk komen voor tijdens stormweer in het koude jaargetijde. Zij trekken snel voort, duren dus cp één plaats maar heel kort, geven enkele ontladin- gen, maar zijn gewoonlijk vergezeld van een 'er van door te gaan, wanneer hij het in zijn rióde in lange rijen hier en daar aan den he mel verschijnt en aan de bovenzijde vraag- teekenvormig omgekrulde torentjes draagt. Zij voorspellen bijna zonder uitzondering onweer binnen 24 uur. Vertoonen stapelwolken zich zonder andere soorten wolken en aan de bovenzijde rafelig, dus niet bloemkoolachtig dan is geen on weer te wachten. Voor alles is noodig dat men oog heeft voor de verschijnselen in het wolkenrijk. Wie dat niet heeft wachte liever af. Bij de onweervoorspelling heeft men in ieder geval een sterken steun aan de weers verwachting van het Metccrologisch Insti tuut. Men raadplege dit ook en ga dan aan het werk om uit de hemelteekens een onweers verwachting op te maken. VERZONNEN VERHALEN. De Daily Mail vergast van tijd tot tijd haar lezers op prikkellectuur over het doen en la ten van den ex-keizer en den ex-kroonprins van Duitschland in ons land. In haar nummer van Zaterdag vertelt zij onder opzienbarende vette opschriften dat ■er onraad broeit op Wieringen. Groote nieuwsgierigheid, gemengd met eenige spanning zoo leest men is hier (te Antwerpen) en heel België gewekt door vertrouwelijke inlichtingen met betrekking tot de toenemende activiteit van verschil lende agenten rondom den Duitscnen ex- kroonprins en zijn kleine eiland Wieringen en den ex-keizer op Doorn. In de afgeloopen maand zijn er verschil lende bezoekers op Doorn .geweest en niet allemaal om gezondheidsredenen. Prins Eitel Frederik, de tweede zoon van den ex-keizer; van wien men aanneemt, dat hij in nauwe re latie staat met de Pruisische jonkers, was in het begin van deze maand op Doorn. Dr. Helfferich, een van de meest bekende pan- germanisten, was op denzélfden tijd bij den keizer te logeeren. En voegt het blad er onder 'n nieuwe vetten kop bij Herr Stin- nes zelf heeft, naar wordt bericht, tot de ge heime bezoekers van den ex-keizer behoord. Was hij het niet, dan was het toch iemand .die veel op hem leek Het komen en gaan van bezoekers tusschen Duitschland en Wieringen heeft niet weinig de aandacht getrokken het is een publiek geheim, dat de ex-Kroonprins er naar ver langt naar Duitschland terug te keeren. Hij is zijn afzondering op het saaie Nederlandsche eiland moede en alleen een buitengewoon waakzaam toezicht zou hem kunnen beletten 'van den ex-keizef, prins Eitel treaeriK, te Zandvoort logeert, of gelogeerd heeft. Dat hij bij zijn vader op bezoek gegaan is, zal niemand verwonderen. Ook dr. Helfferich is op Doorn geweest en hij kan daar Eitel Fre derik ontmoet hebben. Dergelijke bezoeken komen meer voor. Het bezoek van „Herr Stinnes" berust echter weer geheel op fan tasie. De gevoelens van Stinnes ten opzichte van den ex-keizer zijn niet van dien aard, dat hij bij hem op bezoek zou gaan, en zij zijn, naar wij meenen te weten, geheel weder- keerig. Dat de ex-Kroonprins gaarne naar zijn vaderland zou terugkeeren, zal wel niemand, die de zaken onbevangen bekijkt, verwon deren. Hij heeft dit onder meer uitgespro ken in zijn Gedenkschriften, die voor ieder te lezen zijn, en hiermee heeft de Daily Mail dus niet bepaald een „publiek geheim" ver- klaot. Aan dit bericht is nog een verhaal vast ge knoopt over een ontmoeting tusschen mr. Kan en den heer von Iisemann,- den vroege- ren adjudant van den ex-keizer. Deze'twee zouden samen op Noordwijk tennis gespeeld hebben. Het zou geen doodzonde zijn als het zoo was, maar het is toevallig óók niet waar, daar de heer Iisemann op den dag, dat hij met mr. Kan moest spelen, met geelzucht te bed lag. Volgens dit bericht heeft de ex-keizer zijn vroegeren adjudant herhaaldelijk te Noordwijk bezocht en was het nog niet ze ker of hij bij diens tennispartij met mr. Kan zou tegenwoordig zijn, om zijn getrou wen adjudant toe te juiclVen. Dit is evenals de rest onzin. Een dergelijk bezoek zou niet kunnen plaats hebben zonder 't medeweten van onze regeering, die den ex-keizer nauwkeurig laat bewaken. Er is dan ook geen sprake van, dat hij ooit op Noordwijk bii den heer von Iisemann of een ander te gast is geweest of dat hij ook maar het plan geopperd heeft er heen te gaan. Woensdag vertrokken de paters Benedic- c jnen uit het klooster te Merkelbeek naar nun nieuw klooster onder Vaals. Enkele paters en broeders Carmelieten uit Oss zijn reeds te Merkelbeek aangekomen Vr. Wat is de kortste weg van Haarlem rsar Oudenbosch per fiets en hoeveel K.M.? Antw. Haarlem, Bennebroek, Hillegom, Lisse, Sassenheim, Warmond, Leiden, Zeg waard, Katwijk, Berkel, Bergschenhoek, Hil- i gerS'berg, Rotterdam (Katendrecht), Char- lois, Goidschalx-oord. Klaaswaal, Middel huis, Numansdorp, Willemstad, Oude Mo len, Nieuwe Molen, Fijnaart, Standaardbui- tcn, Oudenbosch, afstand 99.6 K.M. Vr. Wat is de kortste weg van IJmuiden naar Arnhem. Hoeveel K.M.? Antw. IJmuiden, Velsen, Amsterdam, Diemerbrug, Geiabrug, Weesp, 's-Graveland, Hilversum, Hooge Vuursche, Soestdijk, Soest, Amersfoort, Barneveld, Lunteren, Doesburg, Ede, Ginkel, Arnhem. Afstand 112.5 K.M. Vr. Wat is de kortste weg van Velsen naar 's-Bosch? Hoeveel K.M.? Antw. Velsen .Amsterdam, Abcoude, Loe ren, Breukelen, Maarssen, Utrecht, Hou- 'cm, Culenborg, Buurmalsen, Geidermalsen, Tie!, Zalt-Bommel, Hedel, 's-Hertogenbosch Afstand 91.9 K.M. Vr. Wat is de kortste weg van Haarlem over Hoofddorp naar Utrecht? Hoeveel K. M.? Antw. Haarlem, Heemstede, Hoofddorp, Aalsmeer Kudelstaart, de Kwakel, Uit hoorn, Mijdrecht, Wilnis, Ouhuizen, Ru- wiel, Breukelen, Maarssen, Utrecht. Afstand 53.9 K.M. Vr. Wat is het beste middel om d'e groene vlieg of luis uit bloeiende Dahlia's te krijgen? Wat is daaraan te doen? Antw. Wanneer u een tuinslang hebt, kunt u een proef nemen met iederer. avond een bespui ling met koud water. Helpt dit niet, dan is het eenige afdoende middel een af treksel van tabak, hoe zwaarder hoe beter. Hot heel donkerbruine aftnengsel kan dan vermengd worden met 4 5 maal zooveel water, zoodat men een hoeveelheid krijgt van ongeveer 5 liter. Bespuit daarmee de aan getaste planten en de luis verdwijnt. Vr. Mijn lijster heeft gele puisten aan den onderkant van het oog. Ze zijn hard. Ik heb ze doorgestoken, doch er komt geen vooht uit. Het beest heeft veel ontlasting. Wat is er aan te doen? 1 Anltwj, Pensleel de puisten dagelijks met gezuiverde bruine teer, de oogleden bestrij ken met 'n mengsel van een deel Perubal sem en vijf deelen zinkvaseline. Vr. Kunt tl mij ook zeggen of E. Marlitt 'n Duitsche of 'n Engelsche schrijfster was? Antw. Een Engelsohe schrijfster. (Herplaatst wegens misstelling.) Vr. I. Welke is do kortste weg van Haar lem naar Eergen op Zoom, peï fiets, en hoeveel K.M.? II. Welke 'is de kortste wag, per fiets, van Haarlem naar Achthuizen (Overflaikkee) en hoeveel K.M.? Antw. Haarlem, Bennebroek, Hillegom, Lisse, Sassenheim, Warmond, Leiden, Bent huizen, Kruisweg, Bergschenhoek, Rotterdam. Gharlois, Godsohalzoord, Klaaswaal, Numans dorp, Willemstad, Dinteloord, Steenbergen. Halsteren, Bergen op Zoom. Afsf. 113.8 K.M. II. Als boven tot Willemstad. Verder Oolt- gensplaat, Achthuizen. Afsrt. totaal 66.3 K.M. relatief groot aantal bliksem-inslagen. Over de natuurkundige verklaring van de onweders kunnen wij hier geen verklaring geven. Alleen dient te worden opgemerkt, dat alle onweders samenhangen met een de pressie en dus worden aangekondigd door barometer-veranderingen, die op de nadering of de nabijheid van depressies wijzen. Ver der zetelen alle onweders in een gecompli ceerde wolkenmassa. Vandaar dat de spreek woordelijke donderslag uit een helderen he mel terecht als symbool van de allergrootste verrassing wordt gehouden. Hoe kan men nu zien of er onweder komt Bij de beantwoording van deze vraag moe ten wij ons in verband met de actualiteit van het onderwerp beperken tot het warmte-on' weer en het front-onweer. Bij het warmte-onweer is een hooge tem peratuur voorwaarde voor 't ontstaan, zoo- dat, als 's zomers de temperatuur ongewqon hoog is ongeveer 30 gr. Celcius of 86 gr. F. kunnen wij als grens aannemen het ge waagd kan worden on wéér te voorspellen. De vraag is dan alleen nog maar wanneer het onweer zal losbarsten. Het spoedig komen van onweer wordt al veel waarschijnlijker als le de barometer onrustig is, dus dan eens wat daalt dan weer stijgt, en toch gaandeweg.lager komt te staan; 2e. als de wind, zwak zijnde, met vlagen be gint te waaien, of anders wijfelachtig in rich ting en in kracht wordt3e als zich stapel wolken vormen, die snel in omvang toene men en zich hoog opstapelen. Vormen zich daarboven hooger drijvende dunne, vlakke, sluiervormige wolken, z.g. cirrostratusdek- ken, dan is het losbreken van het onweer spoedig te verwachten. Hoe meer wolkvor- mingfen hoe sterker bewegingen in de stapel wolken, hoe heviger het onwedèr zal worden. Wie een zelfregistreerende thermometer bezit kan aan het onregelmatig verloop van de lijn zien, dat de onweerskans heel groot is. Het niet dalen van den thermometer na een laat middaguur, bijv. 5 of 6 uur is eveneens een zoo goed als zekere aanwijzing dat een warmte-onweer is te verwachten. In vele gevallen ziet men des daags in de verte reeds hooge stapelwolken, z.g. donderkop pen. Blijven deze steeds in dezelfde richting te zien en komen zij nader, dan is het losbar sten van het onweer zeker te verwachten. Als er geen andere storende geluiden zijn in de stad kennen wij dien toestand helaas niet kan men den donder dikwijls reeds op een afstand van 15 tot 20 K.M. hooren en heeft men dan nog een klein uurtje den tijd z'ijn maatregelen te nemen. Vormt zich, vooral tegen den avond in het Zuiden, Zuid-Westen of Westen een loodgrijze steeds donkerder wordende lucht waarin de zon gaandeweg verdwijnt en vertoonen zich daaronder losse, donkere wolkbrokken en later een segmentvormige, loodgrijze lucht, dan kan men stellig een warmte-onweder dat zich tegelijk als froüt- bui gedraagt verwachten. Tegen dien tijd wordt het windstil en zeer drukkend door de toeneming van het waterdampgehalte van de lucht. Dit staat hierbij vast, zoolang de lucht helder is ook ver af komt er binnen een half etmaal zelden of nooit onweer, 't Verschijnen van vederwolken in lange stre pen en sluiers, niet in warrige vlokken, daarna van schaapswolken en van z.g. al- tostratus, dunne lagen van een donkergrijze soort wolken, mits samen met de bovenge noemde sluiervormige wolken, is bij warm o neiweer een stellige aanwijzmg voor te ver wachten onweer. Verder is een typische onweer-voorspel lende wolk, die,.welke in een heetweer-pe- hoofd kreeg. In 'n andere editie van hetzelfde blad geeft ook de Haagsche correspondente, mevrouw Enid Wiikie, die ons land in den oorlogstijd door haar kwaaadwillige babbelpraat waar schijnlijk heel wat kwaad gedaan heeft bij de lezers van de New-Yorksche krant, waaraan zij verbonden is, een verhaal ten beste over een geheimzinnig jacht, dat voor Wieringen zou zijn geweest. Het was niet het vroegere jacht van den ex-keizer, de Hohenzollern want die is, zooals in het bericht wordt ge zegd, nu tentoonstellingsschip, maar had toch een dergelijke (similar) naam. Aan boord van dat jacht zou de ex-Kroonprins ontvangen zijn met de eerbewijzen van weleer, o.a. werd met de Keizerlijke vlag gesalueerd, toen hij aan boord kwam. Na afloop van dit ceremonieel zou hij met het jacht een tochtje gemaakt hebben en ver volgens was hij het staat er alsof het ook per schip gebeurd was op bezoek gegaan bij zijn vader. Volgen dan bijzonderheden over het tochtje. Het jacht Hohenzollern zooals het nu al heet lag voor Wieringen. Aan boord waren verscheidene aanzienlijke royalisten mannen en vrouwen. Een hun ner was een generaal. De ex-Kroonprins ging aan boord en het jacht stoomde de haven van Den Oever uit. Na een korten kruistocht ankerde het weer onder st >om voor den wal. De gasten gingen toen aan land en naar het huis van den ex- Kroonprins, waar tot na middernacht ae conferenties of conversaties (conference or conversation) voortduurden. Den anderen morgen ijlde de ex-Kroonprins naar Doorn, een bezoek, dat hij van plan was pas later te brengen. Daar logeert hij nu voor twee we ken. Zoo ongeveer Eet verhaal van de Daily Mail. Wij hebben het cenigszins uitvoerig weer gegeven, zegt de N. R. C. om de lezers in de gelegenheid te stellen, de fantasie ervan ten volle te bewonderen. Om bij de geschiedenis van het jacht te beginnen deze berust geheel op duim- zuigerij. Het is volstrekt onwaar, dat een dergelijk'jacht voor Wieringen gelegen zou hebben en dat de ex-Kroonpii s er aaan boord geweest zcu zijn. De berichtgever van de Daily Mail is waarschijnlijk in de war ge weest met het motorbootje dat de verbinding tusschen Wieringen en den vasten wal onder houdt. Dat is echter nog lang geen ex-Kei- zerlijk jacht, of lijkt er ook maar in de verste verte op. Een groot stoomjacht zooals bij haar bericht is afgebeeld, zou voor Wieringen waarschijnlijk niet eens kunnen liggen, en zelfs al kon dat, dan zou de ex-Kroonprins toch geen vergunning krijgen er aan boord te gaan, laat staan een kruistochtje mee te maken. Vanzelf is dus ook het verhaal over de ce- remonieele ontvangst aan boord met het sa luut van de Keizerlijke vlag onwaar. Het be hoort tot dezelfde categorie als de rest duimzuigerij. Het bezoek van den ex-Kroon prins aan Doorn was zoo weinig plotseling, dat mr. Kan, die er voor uit Den Haag moest komen, tijdig genoeg aanwezig kon zijn om hem, zooals steeds, met den burgemeester van Wieringen te vergezellen. Inderdaad was het van te voren bepaald, dat de ex- Kroonprins dit bezoek zou brengen en is er dus geen'sprake van, dat het onder invloed varueen bezoek van Duitsche dames en hoe ren, die er misschien wel geweest zijn, want, er komen herhaaldelijk gasten op Wieringen plotseling opgekomen zou zijn. En wat nu het bericht over de geheime ac tiviteit rondom den ex-keizer en zijn zoon aangaat, het is bekend, dat de tweede zoon VERBRAND. Te Puth. gem. Schinnen, (L.)viel 'n 3-jarig kind in een ketel kokend water en bekwam zulke brandwonden, dat het na hevig lijden is overleden. Het is de leiding in het Roergebied gelukt 20.000 centenaar vroege aardappelen uit Hol land voor het Roergebied te koopen. De ver deeling der aardappelen zal door Duitsche kooplieden in Holland en de prijs-vaststcl- ling onder medewerking van het Duitsche gezantschap en een Duitsche regecrings- commissaris plaats hebben. (Tel.) HET VLIEGONGELUK DAM. TE ROTTER- ÉOTTERDAM, 2 Aug. De toestand van kapitein Lilliehcok, die cergistcrmiddag met eèn Zweedsch militair vliegtuig nabij de Waalhaven is neergestort, was gistermiddag vrij bevredigend. Hij heeft een ernstige been fractuur, waarvan hedenmorgen een Rönt- gen-foto werd genomen. De doctoren hebben alle hoop, hem in het leven te houden. In overleg met den consul van Zweden is besloten,, dat het stoffelijk onverschot van luitenant Montgomery en van ingenieur Axelsson gisteravond zonder militair vertoon naar de Zweedsche kerk zou worden gebracht alwaar een rouwkamer was ingericht. Uaar Zal dan een godsdienstoefening worden ge houden, waarna men de lijken der slachtof fers, wederom zonder militair vertoon, naar het station brengt, om naar Zweden te wor den vervoerd. DOOR DE WILDERNISSEN VAN EUROPA. Een medewerker van de „Tijd" vertelt van een reis naar bezet gebied Om twee uur trekt een onoogelijk en vies treintje mij op weg naar Sterkrade. De reis zal circa veertig minuten duren. Dan per tram naar Oberhausen, 20 minuten. Jawel, in Wc- sel vernam ik reeds, dat in heel het strafge' bied'om Duisburg waar een paar weken ge- geleden aan de Hochfelder brug de nog al tijd onopgehelderde dynamietaanslag plaats had en ongekende verschrikking onder het het volk bracht, geen enkele tr in, geen auto geen fiets, geen personenrijtuig mag rijden. Loopen dus van Sterkrade In het treintje heerscht zenuwachtigheid. Zal men ongehin derd de „Sperre" kunnen passeeren. Sedert een paar dagen zijn de Belgen zeer streng heet het. Van Wesel naar Friedrichsfeld, vroeger exerceerterrein der keizerlijke troepen, tijdens den oorlog bekend en berucht geworden gevangeniskamp, is het maar een paar minu ten. Valsch, schel zonnelicht vloekt over de landwaarts buigende, lage Rijnoevers, hard groen, doorsneden van troostelooze oneffen kanalen in geel zand met verroeste veldspoor- rails ien omgesmakte zandkarretjes. Station Friedrichsfeld bestaat aan den eenen kant uit een vuile barka, aan den anderen uit den ruinen van een*ouderwetsch wachthuisje. De trein stopt. Zandgele Belgische soldaten bespringen den trein. Blauwe gendarmen in ongelooflijk afgedragen uniformen, met wan- staltig-groote luifelpetten op en kaplaarzen a3n volgen. De schifting begint* Elke coupé worden reizigers uitgehaald. Gelaten wacht ik mijn lot af. Tot dusver hadden de Belgen eerbied voor een vreemde pas. Een verwa ten recruut van 'n jaar of negentien dringt binnen, bekijkt mijn pas en buldert me toe, dat ik heb uit te stappen. Ik wil met den man een paar woorden wisselen. Hij luistert niet eens. „Fort," zegt ie. Ik stap op een gendarm toe. Dezelfde onbeleefdheid. Ge bulder en geblaf. Van ouds weet ik, dat te genover de vertegenwoordigers van het brute en brutale militarisme alleen terugbrul- len en blaffen alleen eenige kans hebben op succes. En werkelijk de vent luistert. „Waar moet ik het verlof halen, om te kun nen passeeren?" ,.Bij den generaal" Waar is die te vinden?" „In Sterksrade." „Dan laat me asjeblieft naar Sterkrade gaan." „Nee, dat is verboden, u hebt geen verlof om te passeeren." „Maar dat verlof wil ik juist in Sterkrade gaan halen." Het militarisme is niet voor rede vatbaar, 't Geheel was 'n st:rk staaltje van militaristische logica. De trein sukkelt weg en de „geweïger- den" werden als een kudde tot voor een heg gedreven. Passen waren ons ontnomen. Met circa veertig personen stonden we daar Daaronder een vijftiental' Duitsche meisje, die in Holland dienen en naar haar „Heimath" wilden om op vacantie te gaan. Groote tra nen glinsterden in haar oogen. Wanhopig waren velen, die niet wisten waarheen. Vol doffe woede alle die Duitsche man'nen en Duitsche vrouwen, die niet in hun vaderland mochten. Er waren er bij, die in Sterkrade woonden en als het ware onmid dellijk van de grenzen van hun woonplaats werden teruggestooten. De hier aanwezige Belgen waren Vlamen. Ik sprak aldoor Hol- landsch met hen. Ook het boven gegeven ge sprek ging geheel in het Hcllandsch. Het Vlaamsch, dat de soldaten brabbelden, was bar slecht dialect. Wat ze goed konden Vloeken. Schier elk woord werd vergezeld van een uitgebulderde groote vloek. Zelden heb ik zóóveel vloeken gehoord. Dan werden de passen teruggegeven. De meisjes kregen allerlei vuils te hooren en uitnoodigingen. om mee naar het kwartier te gaan. Dan zo% er wel een kans gegeven worden, om verc'«r. te reizen. Helaas, bleven ook later een paar eervergeten meiden achter. Het gros weigerde. Een trein terug naar Wesel ging pas om drie uur. Een wachtkamer was er niet. Ik vroeg daarom aan den commandant of wp niet mochten terugloopen naar Wesel, wat. zonder motiveering, barsch werd geweigerd, Zoo stonden we daar. Huil^ld vertelde mij een blonde Duitsche Martha, dat zij in Rot terdam diende, dat zij niet terug kon, want haar „Herrschaften" waren op reis en het huis was gesloten. Aan welke zedelijke gevaren staan deze opeens meisjes bloot. Zij ontwierpen allerlei avontuurlijke plannen, om 's nachts te voet door te sluipen. Daarbij hadden zij zware koffers bij zich. Jk heb het met alle kracht afgeraden. Ondertusschen was het buiig geworden. Druipnat stonden we bij elkander. Hoe diep viel je het mensch- onwaaraige, dat in die brutale maatregelen midden in vrede, ligt. Je bent geen mensch meer, je bent vee. En je weet het, als je je verzet, schieten ze koelbloedig op je Vol be wondering voor het hooge cultuurleven mid den in Europa, zooais het zich hier voor mij afrolde, ging ik op mijn kolder zitten en trachtte schaamte en ergernis en woede te onderdrukken. Eindeloos duurde het zin- nelooze wachten. Ten slotte kwam er een trein tje en we werden weer naar het onbezette ge bied „abgeschoben." Ik stond weer op het punt van uitgang, in Wesel. Weer teruggaan naar Berlijn? Ik dacht er niet aan. Over een anderen weg probeeren om binnen te dringen Ik hoorde dat er nog een trein ging over Spelle nsrr Hamborn en Buschhausen. Vandaar zou ik dan in den nacht nog loopend Oberhausen kunnen bereiken. Lukte de doorbraak niet, dan kon ik des nachts nog naar Wesel terug komen. Geprobeerd aldus. Ik onderrichtte mijn lotgenooten en alle slachtoffers voeren naar Spelle. Daar weer hetzelfde beschamen de tooneel. Vele menschen moesten den trein weer verlaten. Maar hier waren oudere Belgische soldaten aan het werk. Energiek traden we op voor de Duitsche meisjes. De hier aanwezige Belgen zageri in, dat het waan zin was, om die meisjes terug te sturen. Ze mochten passeeren. De beurt kwam aan mij. „Geen kwestie van, ge mot terug." Het werd mij te bar. Ik heb den gendarm apart geno men en hem verteld, dat ik geld ging bren gen voor behoeftige Hollanders in het Roer gebied, dat mijn reis alléén Nederlandse he liefdadigheid ten doel had en ik deed een be roep op de stam-saamhoorigheid van Vlaan deren en Nederland. Deze brave Belg en Vlaam gaf mij de hand en liet mij passeeren. Het afgesperde strafgebied lag voor mij open. Het treintje sukkelde naar Hamborn. Toen had het geen adem meer en bleef staan en vertikte het langer. Het lieve lijden begon opnieuw. Vóór het station Hamborn is gras en zand en hopelooze onbebouwdheid. Een kwartier, gepakt en gezakt, naar de stad. Rechts ligt Hamborn, links Daxelo. Te voet naar Oberhausen ging niet meer. Om daar te komen moest je door Sterkrade of Lurich in deze beide plaatsen die tot het engere strafgebied behooren, heerscht het verbod, om na 8 uur op straat te komen, en het was inmiddels zoo laat geworden, dal ging dus niet, want dan zouden we ons in le vensgevaar begeven, want, zonder waarschu wing, schieten de troepen op de passanten. Zonder kans om doodgeschoten te worden, kan je dus denk wel, lezer, midden in Europa, midden in den vrede niet de voe'treis ondernemen. Je voelt je nietig, el lendig, klein en mateloos-machteloos. En weer begonnen nieuwe moeilijkheden. Hamborn en Daxelo liggen 20 minuten uit clkaar.Driemaal zijn we heen en teruggestuurd van Herodes-Hamborn naar Pilatus-Daxelo, oip onderdak te krijgen. Uw correspondent was Dinsdagavond half elf uit Berlijn gegaan, had zich dien dag 's morgens aangekleed. Ea nu was het inmiddels Woensdagavond laat geworden. Zes en dertig uren niet meer uif de kleeren En in de laatste achttien uren geen eten meer. Daar was bij al dat wachten en trekken geen gelegenheid voor geweest. Des avonds heel laat vond ik een kwartier in het „Fruhstuckzimmer" van een onoogelijk hotelletje. Maar welk een geluk onder dak 1 Geholpen door een hulpvaardig landgenoot, heb ik nog het genoegen gesmaakt, om de nog over gebleven Duitsche dienstmeisjes bij goede burgers onder dak te brengen. En toen kwam de slaap.... Den volgenden dag Donderdag -\ reeds vroeg op weg naar Oberhausen 2.5.uur, met koffers sleepend. Door kommerlijke tuintjes. Over zwarte stofwegen. Langs roetzwarte mijnen en werken, die stil liggen. Hier en daar rookt een schoorsteen. Dit hart- gebicd van Europa is zoo goed als dood. De mijnwerkers gaan op hun tijd onder cic rde, maar werken er niet. Er worden geen kolen „gcfordert," want die zouden in han den der Franschen vallen. De Duitschers hel pen ons om bruggen te vermijden, die voor ons, wegens de bezetting, gevaarlijk zouden kunnen wo dm. O vei a Ier lei verborgen land wegen, tusschen hoog ruischend koren stu ren ze ons. Uit den aard van de zaak wordt deze weg niet nader beschreven. Donderdag middag om 2 uur beëindigde ik behouden mijn Odyssee in Oberhausen. Dinsdag avond om half 11 had ik Berlijn verlatenzl DOOR JOS. P. H. HAMERS TWEE KOSTBARE DOCHTERS. „Fi done ce lourdaud 1" zoo viel Hortense, de oudste dochter van den heer Knuppel- busch snibbig uit, nadat kapitein van der i Stap nauwelijks de deur uit en de straat op was „Fi done," herhaalde zij en trok haar spitsen neus op met onbeschrijfelijke min achting. „L'as-tu entendu, Juliette?.... Baas 1 baas, baas „Mafoihoe durft die on beschaamde, papa baas te noemen Het was, als deed hij 't telkens m t tergenden opzet. Om het andere woord klonk hetbaas. Ma foij Jk ben geïndigneerd. Ge kunt t niet meer zijn dan ik :en sois sur ruasoeur, zei Juliette, de jongste telg van den kleermaker, die met haar zuster Hortense in een neven-vertrek gezeten, het gesprek tus- schen haar vader en Van der Stap, goeddeels j had afgeluisterd. „Maar," vervolgde deze jongejuffrouw, I „wat is dat ook een manier van papa, om zich te exprimeeren, vis a viszulk een individu Je l'ai dit cent fois, ma ckère, papa preten deert veel verstand en de wijsheid in pacht te hebben, maar hij etaleert geen greintje edu catie de man heeft geen maniere de vivre. Hebt ge die expressies gehoord Hortense Je le rèpete ma soeur,\waarachtig 1 papa heeft geen menschenkennis c'est un homme sans facons, een man in één woord, die zijn fami lie ridiculiseert. Het chagrineert iemand aan zulk een mensch als papa geparenteerd te zijn. Het antwoord der voortreffelijke zuster op deze fraaie ontboezeming, liet niet lang op zich wachten, „Dat is het juist, wat mij ook zoo dikwijls embarrasseert. Mijn hemel, welk een con- tenance 1 Ik hield straks mijn hart vast, uit vrees dat een onzer kennissen op bezoek zou komen. O de/verbeeld je! Ik dacht aan luitenant Dormeuil. J'en frémis, j'en rougis Vraiment, je l'avoue, papa weet absoluut niet den toon aan te slaan, zooals wij dien in onze wereld gewoon zijn. Was dat een con versatie met dien varen^ezelEn dan zoo'n vent nog van alles explicatie te geven zich door zoo'n eire allerlei sottises te laten zeggerf. Die vlegel met zijn baas." De oudere zuster zag even tot Juliette op. Dan sprak zij zacht, op gewichtigen toon „De kerel zou een opulent fortuin bezitten, a ce que l'on dit." „J'en ai oui dire puissant rijk en weduw naar." CommentNe pas marièV' „Neen, en naar men verzekert, opzettelijk gerepatrieerd om.... au raad eens, Juliette, pour se choisir une femme hollandaise." „Fi done, en de trekken der jongste namen een plooi van souvereine minachting aan, „hollandaise 1" „Maar aan wie anders dan aan een Hol landsche, zou zulk een groteske figuur be vallen? O del, ce monstre marin „Het is zoo ma soeur, ces gens sont mal le ches, mais de bons époux, traitables, corvéa- bles. „En adorables," riep lachend de andere schoone. „Ma foi, ils ont de la bonhomie", „Maar," en een ontevreden uitdrukking ver toonde zich op haar gelaat, „je staat me tel kens in den weg, zoodat ik niet in den spie gel kan zien. Recules done am peu. Mijn coif fure is heelemaal en désordre. Zander veel acht op dit echt zusterlijk ver wijt te slaan, vroeg Hortense „Vindt ge niet, dat dit balcostuum mij élégant staat?" „Het staat je goed. Maar je hebt het ook schreeuwend duur betaald." Madame Perroquet is anders vrij civiel in haar prijzen. Maar jou costuum, ma c/tère, daarvoor zag ik zeventig gulden op de reke ning staan, en dat was nog maar van krip. „Je droomt.... Maar lieve hemel! que vois je Daar is het brommertje 1) al Koe is 't mogelijk? Het is pas zeven uur. Er is van avond toch geen thé dansant Het zal tc vroeg besteld zijn. Bij vergissing zal men op het Dindagconccrt gerekend heb ben. Gisteravond werd het half negen we waren de laatste in 't casino," Hier werd het interessante gesprek tus schen de twee zusters door de klanken eener vervaarlijke stem gestoord. „Het brommertje, kinderen, daar is het brommertje," riep de eerzame Knuppcl- busch van uit de zijkamer, zijn dochters toe. „Jacomina, gauw, kom eens naar voren, daar is het brommertje maak het portier open de juffrouwen moeten naar het bal. Horten se Juliette hebben jullie het gehoord Nous voila, papa, nous voilh l" riepen de kostbare dochters, als pauwen in al haar sta tie te voorschijn tredend. „Maar waar blijft toch die luie meid Slof, slof, ging het door de gangDaar yvas dc meid al, levensgroot. „Hoort ge dan niet Jacomina, dat papa je toept? beet Hortense de dienstbare vinnig toe. „Je wordt hoe langer hoe doover Jacomina," voegde Juliette er als. toegift bij. „Het zal er nog van komen, dat we zelf het portier moe ten open maken." „Ik had mijn pantoffel in de gang verlo ren jongejuffrouw," verontschuldigde zich de sloof en wilde, toen zij het brommertje in 't oog kreeg, naar het portier loopen. „Haal eerst de parapluie ze staat achter dc trapdeur," gebood Knuppelbusch met veel drukte en beweging. „Ziet ge dan niet, Jacomina;hoe hard het regent? En de jonge juffrouwen hebben haar balcostuums aan 1 Ze Runnen door zulk een weer nog niet over dc stoep gaan, of ze worden druipnat." De meid gehoorzaamde. De heer Knup pelbusch stapte parmantig de deur uit, om aan den koetsier te zeggen, waarheen zijn dochters moesten gebracht worden. Dezen maakten van dit intermezzo gebruik om nog even een bezoek bij den spiegel in de zijka mer af te leggen. „Naar den Franschen Tuin, man, in de Elandstraat," riep de heer Knuppelbusch den koetsier toe, die juist van zijn verheven zit plaats wilde dalen, verstoord en mopperend, dat hij zoo lang in dat hondenweer moest v/achten. „Wat?.... Naar den Franschen Tuin in de Elandstraat. Ben je niet wijs?" Met een stentorstem werden deze woorden van uit het brommertje den kleermaker naar het hoofd geworpen en te gelijk stak iemand met een door woede vertrokken gezicht, rood als een biet, het hoofd buiten liet por tier. „We moeten wel degelijk hier in de Kal- verstraat zijn ten huize van den meester kleermaker Christophorus Knuppelbusch. Maak toch in 's hémels naam het portier open." De meester-kleermaker stond als verstijfd van schrik, alsof Medusa hem in levenden lijve van uit hef brommertje tegengrijnsde. En toch was het geen onbekende, die hem zoo onverwachts overviel. Het was notaris Baldiiaan Sperwer, die bijgestaan door twee getuigen, een acte van protest kwam passee ren, wegens hét niet honoreeren van een wis sel uit Parijs, welke wissel ten bedrage van» f 348 den heer Knuppelbusch dien morgen f ter betaling was aangeboden. f\ „Maar maak dan toch het portier open," riep de notaris gramstorig uit. Ik k3n toch in dit wandelend pothuis geen acte passeeren." De heer Knuppelbusch koos eieren voor Zijn geld. Met behulp van den koetsier haastte hij zich aan het bevel van den man der wet te voldoen, waarna deze met zijn getuigen uit het rolkoetsje stapte en door Jacomina geëscorteerd, die tot opluistering de parapluie boven zijn hoofd hield, door den heer des huizes naar binnen werd geleid. De kostbare dochters die zich muisstil in de zijkamer verscholen hielden, lieten, toen zij den heer Sperwer gewaar werclen, met veel behendigheid het venstergordijn zakken. Zij kenden den notaris als een gezworen vijand van alles wat op dansen leek en "be grepen, dat haar balcostuum, hoe élégant ook in het befaamde atelier van madame Pedroquet vervaardigd, in diametrale tegen stelling was met het protesteeren van een onbetaalden wissel. 1) Onder den naam van brommertje ver« stonden onze voorvaders een soort vigilante. Het brommertje verdrong in 't begin der 18e eeuw het „sleedje" en werd ook rolkoct je genoemd. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1923 | | pagina 7