Indische Brieven. BUITENLAND Tweed© Blad 6 Augustus 1923 KLATERGOUD. Rèk tèk tèk tèk F De inhoud van het Itaiiaarische antwoord aan Engeland. De Duitsche vakvereenigingen houden aan het lijdelijk verzet vast. Uit het bezette gebied; te Dusseldorf is een bom geworpen. De toestand in Hongarije; de machïnistenstaking opgeheven; de r.egeering tegen de Ontwakende Hongaren. Nadere bijzonderheden over ex-president Harding en pre sident Coolidge. Een Duitsch smokkelschip getorpedeerd. Onder de Telegrammen: Arrestaties te Dusseldorf in verband met den bomaanslag. Aftreden van den Belgischen minister van oorlog. In Finland en Bulgarije treedt de regeering tegen de communisten op. Een brutale rooveraanval in Calcutta. GEM. BUITEHL. BERICHTEN. FEUILLETON V, i Door het geboomte van het klapperbosch Tiooren we de korte, snel op elkaar volgende knallen van de machine-geweren. „Ze zijn weer aan 't oefenen", zeggen mijne kinderen, met wie ik op een fiets tochtje ben in den omtrek van de Bataviasche stad. Ik luister naar het nijdige paffen van deze moderne verdedigings-wapens, en ik denk aan hetgeen een officier me eens zeide „Met zoo'n ding op elk kruispunt der wegen houden we elke oproerige bende tegen." Inderdaad, wanneer de man achterdat ding trouw op zijn post blijft. Het Indische leger. Hoe weinigen zelfs in Indië weten nog meer dan eenige jaartallen van het roem ruchte verleden van deze kleine krijgsmacht, ongeveer twintig duizend man, waarniede heel de groote archipel geleidelijk aan on der den rechtstreekschen invloed van het Nederlandsche gezag werd gebracht, en nu de rust moet worden bewaard in een gebied waar de inheemsche bevolking 50 milhoen zielen telt. 1 Generaal van der Heijden, Krieger, Toon tje Poland, het zijn heldennamen, die het tegenwoordige geslach^ vergeten gaat. De tijd van militaire expedities naar het verzetsgebied van opstandige vorstjes en on derdanen op een of ander eiland in de bui tengewesten is voorbij. In geen tiental jaren hebben ze zooals ik het in mijn jeugd nog meemaakte de scheepgaande batal jons met hun doorschoten vaandels uitge leide gedaan, eri ingehaald, wanneer ze in gerafelde uniformen en krom-gestooten ba jonetten terugkwamen, als overwinnaars. Sinds van Heutz noemen we het eilanden rijk gepacificeerd. En de Indische soldaten liggen in rustige rust gelegerd in kazernes en buitenposten, of worden gebruikt ter handhaving van de orde, wanneer uit bezuinigings-overwegin- gen de veld-politie ontheven wordt van haar taak. En dit is niet ten voordeele geworden van de Nederlandsche soldaten in Indië. „Jan Fuselier", eertijds bekend om zijn on- verstoorbaren humoristischen opmerkings geest, is op weg om een „kankeraar" te wor den. Men weet in Nederland wel, dat het nooit de beste elementen zijn geweest, die zich als koloniaal lieten aanwerven. Doch hier, gesteund door de militaire tucht, werden zij in den velddienst en vechtende voor het Nederlandsche gezag, goede en, heel vaak, dappere soldaten, die in de moeilijkste om standigheden hunne opgewektheid niet ver loren. En al behoorden ze niet tot de leer zaamste, zooals die een, die bij zijn compag- nie's commandant geroepen na een uitleg ging kwam verklaren „Al steek ik er mijn paraplu bij op, kapitein, ik begrijp er niets van", het waren montere kerels, die in be narde oogenblikken nog altijd een grap bij de hand hadden. Historisch is de opmerking van Jan Fuse lier bij een moeilijken tocht door een kam pong, waar de manschappen glibberend en tot hun enkels in de modder wegzakkend zich een weg moesten banen „En dat nee- men ze nouw sgóón Insulinde". Even typeerend is het geval van een mili- air, die na de uitspraak der veroordeeling door den krijgsraad op de slot-mededeeling, of hij nog wat te vragen had, antwoordde „Ja, kapitein. Heb ik u vroeger niet gekend met een baardje Zoo waren ze. Vroeger. In deze tijden van voorshands tot rust gekomen binnenlandsche toestanden, is Jan Fuselier na zijn aankomst hier te lande in twee jaar afgeëxcerceerd en brengt dan de verdere jaren van zijn diensttijd door met vaak geestdoodende herhaling der oefenin gen. Dan is hij overgeleverd aan de degene- reerende invloeden van zijn omgeving. En die zijn verschrikkelijk. ^Jan Fuselier" is in de Indische maat schappij een uit de groote samenleving uit- gestootene. De samenstelling van de maat schappij is daaraan voor het grootste ge deelte schulp. Bij zijn burger-landslieden kan de Euro- peesche militair geen aansluiting vinden, omdat er hier geen klasse bestaat, waarin hij kan werden opgenomen. In een koloniale samenleving als deze zijn alle Nederlanders „toean", de witte kleeding en de helmhoed bede.kken bijna geheel de oorspronkelijke in Nederland geldende stands-grenzen. Er is vrijwel geen Europeesche werkmansklasse. Zoo is Jan Fuselier in zijn dagelijksch leven slechts thuis in de kazerne of in de kampong. En wie de toestanden in beide milieu's kent weet wat dat beteekent. Ka zerne, dat is, voor zijn socialen aard, de kan tine en het slaaphok, waar hét concubinaat als een officieele instelling erkend e:t gehand haafd wordt. Kampong, dat brengt hem de beide kwaden, drank en oneerbaarheid, in nog ellendiger vorm. Slechts weinigen zijn er, die voldoend moreel weerstands-vermogen bezitten, om zich staande te houden. Zeker ik ken er, die hier na hun diensttijd zich een behoorlijk burger-bestaan hebben veroverd als schoonmakers-baas, een enkele als kappersbediende. Doch dat zijn uitzon deringen. Wie telt er, die maatschappelijke wrakken worden Er zijn er onder deze soldaten hon derden, die van huis uit katholiek zijn, en het zijn er maar hoogst enkelen, die des Zondags den weg naar de kerk nog weten te vinden. De Katholieke Sociale Bond heeft hier te Batavia sinds jaren een aardig ingericht militair tehuis, waar op velerlei wijze getracht wordt de militairen te helpen. Toch is het aantal bezoekers aan dit tehuis gering, en het meerendeel van hen zijn geen mindere militairen, doch onder-officieren. Zoo gaat het. En ik waag het niet, in deze brieven de levensschets te geven van den een of ande ren „Jan Fuselier". Doch de lezer kan gc- looven, dat ze rauwer zou moeten zijn, dan hij zich bij mogelijkheid voor kan stellen. W ft maalt er om gjg Wie ziet ze in hun omgeving, deze man nen, wien de zorg te dragen wordt gegeven voor de orde en rust in de samenleving Zij staan er immers buiten. Er is een oogenblik geweest, dat er hoop was op radicale verbetering. Dat was toen hier de dienstplicht voor de Nederlandsche jongelieden werd ingevoerd. Toen gevreesd werd, dat deze in dezelfde omgeving zouden worden ingekwartierd, kwam er ongerustheid in de harten der ou ders, en met deze werd de verontwaardiging levendig over het maar immer voortduren van de kazerne-misstanden. Op initiatief van den Centralen Raad der Ned. Indische Katholieke Sociale Bonden kwamen toen de besturen van een groot aan tal vereenigingen bijeen, ten einde bij de Regeering aan te dringen op hfet tot stand brengen van de noodige verbeteringen. Deze actie werd aanleiding tot het stichten van de zoogenaamde „Leger-vereeniging", welke ten doel kreeg de verbetering van hef lot van den minderen militair. Op alle gar- nizoens-plaatsen werden afdeelingen opge richt, in het hoofdbestuur namen mannen van hooge positie, zoowel burgers als offi cieren, zitting. En er werden grootsche plan nen genjaakt, voor goed ingerichte militaire tehuizen, voor ontwikkelings-cursussen, voor een arbeidsbeurs ten behoeve van de gepas- porteerde militairen, en nog meer. De regeering liet zich aan deze actie wei nig gelegen liggen, doch richtte voor de miliciens aparte kazerne's in, en liet de „tangsi" voor Jan Fuselier zooals ze was. De ouders verloren daarmede de belang stelling voor de kazerne-toestanden de mili tairen zelf toonden geen sympathie voorde „Chocolade-vereeniging", waar zooveel „hoo- ge oomes" gereed stonden hen geestelijk op te poetsen. Toen sliep de grootsch opgezette L'eger- vereeniging weer in. Gelukkig deed de regeering zelf iets ter 1 verbetering, er werden kleine huisjes op het tangsi-terrein gebouwd, waar ook de gehuw de mindere militair gelegenheid vond om zich althans een eenvoudig tehuisje te stich ten. Doch met dat al staat „Jan Fuselier", achter de hekken der kazerne, nog immer buiten de Europeesche samenleving, en over gelaten aan zijn „wijntje en trijntje", wat in dit geval nog veel te mooie namen zijn. Ter wijl de rustige burger er maar op vertrouwt, dat hij zal blijven zijn krachtige, dappere landsverdediger. J. A. M. d. F. HET ITALIAANSCHE ANTWOORD. DE COMMISSIE VAN HERSTEL. De Italiaansche bladen melden, dat het door den Italiaanschen gezant te Londen overhandigde antwoord zich in principe eens verklaart met de pogingen van Enge land om tot een ontspanning en tol een we deropbouw van Europa te komen. Hel maakt echter voorbehoud omtrent de wijze, waarop dit doel moet worden bereikt. Het antwoord ontwikkelt het Italiaansche programma, waarin plaats wordt gevonden voor de noodzakelijkheid om op rechtvaar dige wijze de kwestie van de schadevergoe ding en de schulden op ^e lossen. Er moet geen enkel achterdeurtje aan Duitschland worden gelaten, dat zijn ver plichtingen moet vervullen. De commissie van herslel heeft aan het secretariaat van den Volkenbond medege deeld, dat alle betrokken regeeringen heb ben toegestemd in het verlengen van de aan Oostenrijk als hulp verleende crcdieten. HET INSTITUUT VOOR INTERNATIO NAAL RECHT. Het instituut voor internalionaal recht te Brussel heeft Zaterdagmiddag zijn SOsten verjaardag herdacht. Louis Franck, de minister van koloniën, zat'voor, met naast zich Rolin Jacquemins, den Belgischen hoogen commissaris te Koblenlz, en den Ja- pansc'nen gezant. In de zaai waren afgevaar digden van alle landen aanwezig. Franck heeft een redevoering uitgespro ken, waarin hij den oorsprong van het 'insti tuut herdacht. Dit is in 1873 te Gent ge sticht, na een oorlog, die Iwee volken tegen elkaar in het strijdperk had gevoerd en de publieke opinie in de wereld waakzaam en onpartijdig had gemaakt, en beantwoordde aan den algevneenen wensch om het inter nationale recht een grooiere plaats in de betrekkingen tusschen de volkeren te zien innemen. Spr. huldigde den stichter, den vader van Rolin Jacquemins, die toen ter tijd minister van buitenlandsche zaken in België was. alsook bekende personen, die tot het instituut hebben behoord, w.o. de Nederlandsche prof. Asser. Hun ideaal was, meer veiligheid en rechtvaardigheid tus- schen de volken te doen heerschen. Rolin Jacquemins bedankte den spreker, waarop de deelnemers aan het congres op het stadhuis te Brussel ontvangen werden. Gisteren hielden zij een voltallige verga dering op het stadhuis te Gent en daarna v/orden de werkzaamheden, tol Donderdag, te Brussel hervat. ENGELAND EN SOVJET-RUSLAND. Een Britsche nota, die aar, dc Sovjetrc- geering overhandigd is, vestigt de aandacht op zekere beweringen over Rakofski, Kras- sin's voorgcstelden opvolger te Londen, en vraagt ophelderingen. Rakofski zou Vrijdag uit Moskou naar Londen zijn vertrokken, maar zijn vertrek is in verband met dc nota uitgesteld. Men ge looft, dat Engeland Rakofski's benoeming niet zal goedkeuren, indien de beweringen over zijn houding niet worden gelogenstraft HET LIJDELIJK VERZET. De Rijnlandsche pers bevat uitvoerige beschouwingen over de Engelsche regee- ringsverklaring en met name over de pas- sage, die betrekking heeft op het lijdelijk verzet. De Koln. Ztg. schrijft: „De uiting, dat Engeland y niet aan denkt Duitschland bij de voortzetting van het lijdelijk verzet te stijven en geneigd is de staking ervan aan te raden, is een diplomatieke voor Parijs bestemde zinswending, die ons koud kan laten. Wij zullen het eenige wapen, waar over wij beschikken, niet prijsgeven, te min der daar wij weten, dat na een capitulatie onze ondergang des te sneller ibezegeld zou zijn. De bladen vernemen uit kringen van vak- vereenigingen en bedrijfsraden in het Roer gebied, dat het lijdelijk verzet niet door een commando, ook niet door een Engelsch, kan worden beëindigd. In het bijzonder het spoorwegpersoneel verklaart, dat het in geen geval op de door de bezetting beheerde spoorwegen dienst zal doen, ook niet als de Duitsche regeering het beveelt. Het zou zijn broeders in de ge vangenis niet kunnen ontmoeten, als het tegen onvoldoende waarborgen het lijdelijk verzet opgaf. UIT HET BEZETTE GEBIED. Om kwart voor 7 werd er Zaterdag een bom geworpen op de Corneliusplatz te Dus seldorf, toen er een aflossing van de wacht van Stahlhof voorbijging. Twee jagers wer den licht gewond en een vrouw en een kind gewond. Een individu werd gearresteerd, bij wien een schietwapen werd gevonden. In een vergadering op 30 Juli aan de Roer gehouden is er een overeenkomst gesloten tusschen de Duitsche autoriteiten en ver tegenwoordigers van het Fransch-Belgisch? spoorwegbeheer over de verzending Van kolen naar Italië. Om in verband met het binnenkort te verwachten opraken van de brandstoffen- voorraden in het Roergebied te voorkomen, dat het totaal ophouden van het brandstof- fentransport uit het Roer-gebied naar Frank rijk en België intreedt, heeft de opperbe velhebber van de bezettingstroepen een ver ordening (no. 57) uitgevaardigd. Deze be helst, dat de intergeallieerde commissie voor de hoogovens en mijnen het recht zal heb ben, alle mijnen en industriecle onderne mingen, met alle daarbij behoorende terrei nen en gebouwen met inbegrip van de arbeiderswoningen in bezit te nemen. Die mijnen zullen door de commissie zelf of door concessionarissen kunnen worden geëxploiteerd. De kosten van exploitatie en transport zullen komen voor rekening van de Duit sche regeering. Een deel van de gewonnen brandstof kan de commissie verkoopen tegen van te voren vastgestelde prijzen. Handelingen, die strijdig zijn mei de be velen van de commissie zullen met boetes tot vijf milliard mark en gevangenisstraffen tot vijf jaar kunnen worden gestraft. Op daden van sabotage staan gevangenisstraf fen tot 20 jaar en boeten tot vijf milliard. Wanneer door daden van sabotage men- schen om het leven komen en in gevaar geraken, zal de doodstraf worden opgelegd of anders van 10 tot 20 jaar dwangarbeid. De handhaving van de maatregelen voor de vei ligheid gaat van de Duitsche overheid over op de intergeallieerde commissie. Daden die irt strijd zijn met deze beschikking worden gestraft met vijf milliard en vijf jaar gevan genis. Om deze nieuwe dwangmaatregelen uit te voeren is de ingenieurs-commissie, die na haar vroeger échec was verplaatst naar Dus seldorf weer naar Essen verhuisd. In de eigenlijke hoogoven-mijnen, en in het bijzonder in Gelsenkirchen zijn aanzien lijke troepen-afdcelingen samengetrokken. Naar reeds gemeld was hebben de Fran schen de laatste w.eek reeds een aantal mijn-bedrijven bezet. Zaterdag zijn de schach ten 1, It en III van de mijn Zoilverein ge volg?!. In al die gevallen was eerst door de ingenieurs-commissie beproefd de arbeiders tot werken onder Fransch-Belgische leiding over te halen. Daar dit in geen enkel geval gelukte, werd den mijnwerkers belet op de mijnterreinën te komen. Blijft deze toestand lang voortduren, dan loopen de mijnen ge vaar onder water te komen. Tot dusver is het trots alle maatregelen aan de Franschen niet gelukt, één miinwerkersploeg te vinden, die voor hen wilde werken. De communisten, wier houding in het be gin van het Roer-conflict weifelend was, zijn nu ook zeer anti-Fransch gezind. Zondagochtend hebben de Franschen op de mijn Amaiia het zijspoor opgebroken. De arbeiders hebben als protest het werk ge staakt. Twee mijnen van Krupp bij Bochum zijn door de Franschen bezet. Ook daar wei gerden dc arbeiders te werken en dienten gevolge zijn ook gemeenten in het district Bochum zonder gas, dat»door die mijn werd geleverd. Te Rothausen hebben de Franschen, ter inning van een aan de gemeente opgelegde boete, gelden voor arrnensteun en uit de spaarbank in beslag genomen. In den iaatstcn tijd hebben Fransche ca- vslleristen in dc buurt van Neviges -geplun derd. Ten slotte heeft de Frar.scha comman dant te Neviges, die daarmee in kennis werd gesteld, een groot aantal gendarmen opgecommandeerd, die de plunderende Sol daten arresteerden. UIT DE DUITSCHE POLITIEK, Dc rijksdagfractic uit het centrum deelt nopens haar besprekingen van de laatste dagen mede, dat dc fractie bij de verscherp-, te belastingwetgeving het kabinct-Cuno krachtig zaf steunen en voor een zoo spoe dig mogelijke behandeling van hel wets ontwerp zal opkomen. DE TOESTAND IN HONGARIJE. Dc regeering heeft den strijd met de sta kende machinisten en stokers gewonnen, aangezien deze het werk hebben -hervat, zoodat van heden af de treinen weder ge woon loopen. Dat deze wilde staking een zeer onaangenamen indruk heeft gemaakt is duidelijk, nog afgescheiden van het feit, dat het locomotiefpersoneel het beter heeft dan welke andere categorie ook. In elk geval kan de wijze,waarop dze staking in het leven werd geroepen, niet scherp genoeg worden veroordeeld, daar de minister van koophandel de deputatie, die hem bezocht, had beloofd, de aangelegenheid met den premier en den minister van financiën te zullen bespreken, ten einde te doen wat gedaan kon worden, waarop toch, zonder .het besluit der regeering af te wachten, dc staking werd geproclameerd. Met het voor af gebeurde loon over Augustus in den zak lieten de machinisten het er op aankomen, welke economische schade hun daad zou veroorzaken voor den staat en welk on gerief aan het publick'. Spoedig kwam men echter tot inkeer en vroeg vrijlating der gearresteerde leiders, als de staking zou worden opgeheven. De regeering bleef echter op haar stuk 'staan en eischte onvoorwaardelijke hervatting van hot werk, waarin de stakers thans heb ben toegestemd. De later ingekomen berichten uit Boeda pest loopen jn de beoordeeling over de bloedige gebeurtenissen van heden nogal uiteen. Verscheiden berichtgevers hebben den indruk, dat het thans niet meer gaat over kwesties van ondergeschikt belang, maar dat Bethlen vast besloten is, van de gelegenheid gebruikt te maken" om eens en vooral aan de beweging van de zoogenaam de Ontwakende Hongaren een einde te maken. Deze hebben zich door afkondiging van het standrecht laten verleiden tot een rechtstreekschen aanval op de regeering welke zij uit haar mnch( wilde ontzetten. Hun aanhangers, die gewapend door de straten trekken, bestaan voor het grootste deel uit studenten. De openbare gebouwen, de stations, post- en telegraafbureaux zijn door de militairen bezet, die tot dusver van aanvallen gevrijwaard zijn gebleven. Even wel hebben er op verschillende plaatsen bloedige botsingen plaats gehad tusschen studenten en politie. De staking bij de Hongaarsche spoor wegen is inmiddels na een dag met een fiasco geëindigd. Voor zoover het werk is hervat, geschiedde dit op de voorwaarde, dat geen van de stakers zal worden go- straft .Er is evenwel een proces aanhangig gemaakt tegen den afgevaardigde Kiss, die tot de staking heeft aangemoedigd. DE ITALIAANSCHE SOCIALISTEN. Het bestuur van de maximiliaansche partijj te Milaan, heeft een motie aangenomen, waarbij de redactie van het tijdschrift Pa- gine Rosse, Buffoni, Malatista, Maffi, Ri- boldi en Serrati uit de partij worden gezet en deze maatregel wordt uitgebreid tot alle personen of afdeelingen, die zich solidair verklaren met de uitgezetten. UIT MADRID. Alle banken te Madrid zijn weer in wer king, behalve een Engelsche, die heeft ge meld, dat haar bijkantoor liquideert. Bij de betoo'gingen zijn 14 personen ge arresteerd. NA HET OVERLIJDEN VAN HARDING. Reuter seint nog uit Londen hel volgende korte levensbericht van den overleden Pre sident, getrokken uit de Engelsche bladen: De Washingtonsche correspondent van de Daily Telegraph zegt in eene beschouwing over Harding, dat deze niet groot was in de gebruikelijke beteekenis van Jiet woord, rtiaar in vele opzichten, die meer gelden, n.l. in hartelijkheid, persoonlijke toewijding, on kreukbare eerlijkheid, volstrekte oprecht heid, eenvoud en nederigheid. Geboren op eene kleine boerderij, trad hij voor het eerst in het openbaar op als jeugdig trombonist van een dorps-muziekkorps. Hij was in zijn dorp correspondent van een dagblad en een ijverig plaatselijk politicus. Hij kocht het vërloopen blad Marion Star en, met de hulp van zijn vrouw, wist hij dit landelijk blad tot bloei te brengen, waarbij hijzelf als verslaggever, drukker en uitgever j fungeerde. In zijn openbare loopbaan hield hij de- zelfde stelregels in acht, die hij 20 jaar ge leden voor verslaggevers had verkondigd: waarheidsliefde', onpartijdigheid, objectivi teit en naastenliefde. De Manchester Guardian zegt, dat volgens de Engelsche opvatting Harding niet tot zulk een op den voorgrond tredende- figuur was als Taft en Roosevelt, maar Engeland begreep zijn groate hoedanigheden. Van ge mengde Hollanckche en Schotsche a'fkomst, was hij e'en groote geest of politiek denker, maar hij bezat in hooge mate de karakteris tieke Amerikaanse he ondernemingsgeest, idealisme, kameraadschap en minachting voor een aristocratie, die niet voortkwam uit persoonlijke waarde en streven. Zijn grootste succes is geweest het bijeenroepen van de conferentie van Washington en de totstandbrenging van hel tractaat inzake den Stillen Oceaan. Hij is gestorven op het oogenblik, dat zijn politieke ontwikkeling zich scheen te zullen neigen naar deelne ming aan de Europeesche zaken, ofschoon hij gekozen was onder de leuze van verzet daartegen. Zelfs indien Coolidge op hetzelfde stand punt. Staat, is het onwaarschijnlijk, dat de omstandigheden van zijn presidentschap hem zullen veroorloven, in dezen op dezelf de wijze voort le gaan en het verwarde Eu ropa moet vermoedelijk de hoop laten'varen, dat de geest van wijze ridderlijkheid, die tot het Witte Kuis scheen door te dringen, zich verder zal* ontwikkelen, Engeland heeft daarom te meer reden, het heengaan van een man te betreuren, die meer en meer een vriend van Engeland cn van den wereld vrede werd. De Morning Post zegt, dat Coolidge, naar wordt verondersteld, een voorstander van 'net isolement van Amerika is en dat hij zelfs krachtig tegen de deelneming aan den den Volkenbond is. Het kan zijn, dat nu hij aan het bewind is, deze vooringenomenheid zich wijzigt, maar zij kan ook versterkt wor den. Het blad hoopt, dat men in Engeland zoo wijs zal zijn, om niet aan Amerika te vragen, het Europeesche vraagstuk onder de oogen te zien als filantroop of kruisvaar der, maar dat men de samenwerking, voor zoover deze de belangen van de Vereenigde Staten ten goede komt, zal toejuichen. Hoezeer de doktoren zich in de bcoor- deeling van Harding's toestand vergist heb ben, moge blijken uit een bulletin, dat zij nog op den avond vóór zijn sterven publi ceerden. „De temperatuur van den President is V8.6 (F.), pols 110, ademhaling 36. Hij heeft een goeden dag gehad, behoudens hevige pijnen na het nuttigen van eieren bij zijn ontbijt, die hij niet heeft kunnen verteren." Een vroeger bulletin, ook van Donderdag, sprak van „verbetering" in den toestand en van „verscheiden uren gerusten slaap," die de uitputting van den President weer wat had opgeheven. Zooals men weet, is de President zeer plotseling in een beroerte gebleven. Mevr. Harding zat aan zijn bed en las hem voor uit een tijdschriftartikel, waarin een oordeel velling werd gegeven over 's Presidenten bewind. Tobn de echtgenoote van Harding een alinea eindigde, hield zij even op. Maar Harding zeide; „Dat is 'goed. Lees verdol" Toen stierf hij. Als een bewijs, hoe volkomen onvoorbe reid het overlijden van Harding is gekomen, kan het volgende dienen. In de danszaal van het hotel, waarin Harding, in een ka mer op een der hooggelegen verdiepingen is gestorven, was eën geanimeerd bal aan den gang. Het strijkje speelde opgewekte dans muziek, en honderden paren waren aan hel dansen. Plotseling kwam de gerant de dans zaal binnen en deelde het overlijden van Harding mede. Het bal werd onmiddellijk stopgezet, en de aanwezigen verlieten de danszaal. Als treffende bijzonderheid heeft een schoonbroer van Harding bekend gemaakt, dat de President om op alles voorbereid te wezen even voordat hij zijn vacantie- reis naar het Westen der Republiek en Alaska aanving een nieuw testament had gemaakt. De trein met het stoffelijk overschot van Harding, vertrok gisteravond naar Washing ton en zal daar Dinsdag aankomen. Het lichaam ?al naar het Witte Huis worden gebracht, vanwaar het Woensdagmorgen naai- het Kapriool zal worden vervoerd, waar het tot 's middags op een praalbed zal liggen. Na een rouwdienst op het Kapi tool zal het lichaam naar Marion in den staat Ohio, v/orden vervoerd voor bijzet ting in het familiegraf aldaar. Het Amerikaansche gezantschap te Lon den treft voorbereidingen om op den dag der begrafenis van Harding te Londen in de Westminster A'bdy een lijkdienst te doen houden .Mocht de Abdy op dien dag niet beschikbaar zijn, dan zal de dienst in de St. Pauls kathedraal plaats hebben. In welingelichte Engelsche kringen ver wacht men, 'dat de dood van Harding aan- lt^jdini} zal geven lot eenige vertraging bij het vaststellen der Engelsche schadeloos- stellingspolitiek. aangezien de plannen van Baldwin en Curzon op verschillende punten rekening hielden roet de mogelijkheid van samenwerking tusschen Londen en Washington. Aangezien het niet vaststaat, in hoeverre het nieuwe uitvoerende gezag tot zulk een samenwerking in de naaste toekomst bereid zal zim, zullen waarschijn lijk besprekingen moeten plaats hebben 'waarvan afhangt, of- de Engelsche plannen al dan niet wijziging behoeven. President Coolidge heeft verklaard, dat er geen aanleiding beslaat voor het onderbre ken van*welke onderhandelingen ook, die thans gevoerd worden door gedelegeerden, die door Harding waren benoemd. De eerste ambtelijke daad van Coolidge was het uitvaardigen van een proclamatie, waarbij a.s. Vrijdag, op welken dag president Harding begraven wordt, tot een dag van nationalen rouw wordt verklaard. De Fransche minister van marine heeft naar aanleiding van het overlijden van Har ding bevolen, dat op de Fransche oor logsschepen en marine-etablissementen de vlag halfstok zal hangen tot na de begra fenis van den Amerikaanschen president. De Fransche regeering heeft besloten, dat op den begrafenisdag (a.s. Vrijdag) van alle openbare gebouwen in en buiten Parijs de vlag halfstok zal waaien. PRESIDENT COOLIDGE. Senator A. B. Fali, een goed vriend vafl den thans President geworden Calvin S, Cooiidge, heeft den aard en de beteekenis van dezen laatste als volgt geschetst: „Ik ben zeer gehecht aan den heer Coo lidge. Ik ken hem pas sinds hij vice-presi dent was geworden. President, Harding had een precedent geschapen, dat vroeger nooit in toepassing was geweest, n.l. door den vi ce-president uit te noodigen de kabinets vergaderingen bij te wonen. De heer Coo lidge v. as present op alle vergaderingen en nam deel aan de beraadslagingen. Op deze wijze kwam nij volledig in voeling met de regeeringsdepartementen wanneer departe mentale maatregelen werden besproken en dit maakte het hem mogelijk, in nauwere betrekking te treden tot den Senaat, welks voorzitter hij (krachtens zijn ambt) was. Cooiidge is candidaat gesteld op hetzelfde program als Harding. Zij volbrachten hun verkiezingscampagne samen en samen wer» den zij gekozen. Er werd natuurlijk aange nomen, dat de vice-president de politiek vari Harding zou volgen, immers die politiek was vervat in het program waarop zij sa men waren gekozen. De heer Coolidge is een zeer zwijgzaam man, doch het is een man met een krachtig karakter. President Harding was, in tegen stelling daarmee, iemand die goed met iedereen kon opschieten; .hij hield er van menschen om zich heen te hebben en met hen te praten. Coolidge is eén zuiver demo cratische, typisch Amerikaansche burger van het zuiverste Nieuw-Engeland-type, terwijl in tegenstelling daarmee de heer Harding een man uit 't Middel-Westen was. ik geloof, dat de heer Coolidge een uitste kend president zal zijn. Hij is een man van groote beslistheid, zooals bleek uit de wijze waarop hij optrad bij de staking in Mas sachusetts, toen hij er gouverneur was; en hij heeft meer dan gewone bekwaamheid in de behandeling van openbare vraag stukken. De politie te B-oston en andere steden in den staat staakten omdat zij sympathie gevoelden voor de stakers; maar Coolidge greep in en op een zoodanige manier, dat hij zich bij het Amerikaansche volk een reputatie van onversaagdheid verwierf. Hij verloor geen oogenblik zijn kalmte; en het was voor een groot deel te danken aan de wijze waarop hij de staking behandelde, dat hij zoo op den voorgrond trad en werd aangewezen als candidaat voor het vice-presidentschap. Coolidge is geen prater; wat hij doet, doet hij met vastheid en kalmte". TURKIJE. De Temps verneemt uit Angora, dat het nieuw» Turksche parlement daar op 12 Augustus zal worden geopend. Bij de kortgeleden gehouden verkiezingen zijn op vele vrouwen tal van stemmemuitge- bracht. Naar de Temps meldt heeft de regeering te Angora besloten sl'aatsbezittingen te ver deden onder de reserve-officieren. Met de demobilisatie der reservetroepen is een aanvang gemaakt. De Turksche autoriteiten hebben naar An gora het protocol ter goedkeuring doorge zonden, dat zij van generaal Harington had den ontvangen nopens de ontruiming van Konstantinopel. EEN DUITSCH SMOKKELSCHIP GETORFEDEERD. Het Duitsche smokkelschip Tara 2 is in het Kristianiafjord door de Noorsche torpe doboot Teist getorpedeerd. Het Duitsche schip is gezonken. Twee Duitschers zijn ont- komen, een is gevangen genomen. DE CONFERENTIE TE SINAIA. Het verluidt, dat minister Bethlen van den Tsjechischen premier Benesj een dcpeche ontvangen heeft, waarin de besluiten der conferentie van Sinaia worden medegedeeld, terwijl Verder wordt gezegd, dat de Kleine Entente bereid is, onmiddellijk tot onderhan delingen over te gaan nopens de opheffing van de pandbeslagen. Benesj zou deze on derhandelingen leiden. Tot dusverre is van dit gerucht geen be vestiging te verkrijgen. HET SPOORWEGONGELUK BIJ KREIENSEN. Officieel wordt bekend gemaakt, dat het aantal dooden bij het spoorwegongeluk bij Kreiensen met 2 is gestegen, doordat er in de klinieken te Goëttingen nog twee per sonen zijn gestorven. Het aantal dooden bedraagt daardoor 48. De dooden zijn thans allen herkend. Er was sprake van, dat Lloyd George binnenkort voor een spreekbeurtenreisje naar Canada en de Ver. Staten zou ver trekken. Hij zou op 14 October de voor naamste spreker zijn te Toronto op een World Brotherhood Conference. Het schijnt thans echter weer niet vast te staan of de politieke' toestand het aan Lloyd George mogelijk zal maken, in Octo ber van huis te wezen. Volgens de Prager Presse zal een lucht- dienst voor personen en post tusschen Praag en Londen op 15 dezer beginnen. Er zal dan tevens een dienst van Praag naar Warschau en van Praag naar Pressburg worden ge opend. ia. „Ik, geen.oogeblik, als ik maar weet, Leo, dat gij u de ondankbaarheid van die domme lieden niet aantrekt.... Ik geloof vast en zeker aan u, aan uwe kunst en aan uw ge sternte," sprak zij op een toon der innigste overtuiging, „de steenen, die een boos toe val en kwaadwilligheid u een tijd lang voor de voeten werpen, brengen mij niet op het dwaalspoor gij zult uwen weg toch vin den." Zij wees naar de opene deur van de hoekkamer. „Zie uw kamertje eens Wat zult gij daar stil en ongestoord kunnen zitten werken 1 Och, en ik kan mij zoo verheugen bij de gedachte, dat wij nog een tijdlang zoo vertrouwelijk samen zullen leven en ik nog zoo goed voor u zal kunnen zorgen." „Ja, tante, maar die bezuinigingen, die gij u tengevolge van mijn ongeluk in den laatsten tijd hebt moeten getroosten, moeten ophouden. Ik wil niet langer, dat gij uren achter elkander in de keuken op die koude steenen staat. Zoo het nog kan, laat dan van daag onze keukenmeid terugkeeren. Gij kunt dat gerust doen!" Hij haalde uit den borstzak van zijn jas een beurs voor" den dag, die ge heel met goftd gevuld was, en schudde die uit op de tafel. Stom van verbazing en blijdschap over al dat goud sloeg de oude dame de -handen te zamen. „Dat is één enkel honorarium, tante," zei hij met blijkbaar welgevallen. „De be nauwde tijd is voorbij." Met die woorden keerde hij zich om en ging naar de andere kamer. Men kon wel zien, dat tante veel op het hart had maar zij vroeg met geen enkel woord, voor welke kuur en van welken pa tiënt die verbazende som was v :rdiend. Kathe maakte van dit gunstige oogenblik gebruik, om van de ladder af te klimmen. Wat klopte haar hart en wat schaamde zij Zich, dat zij getuige van al die vertrouwelijke mededeelingen was geweest Die deur ginds bracht haar dadelijk in het voorhuis. Zoo kon zij ongemerkt weggaan en zelfs de tante kon denken, dat zij al lang weg was geweest en geen woord had gehoord. Zij sloeg een zijde- lingschen blik in de kamer, waar de dokter aan de tafel was gaan zitten, en hoorde hem op dit oogenblik uitroepen „kijk, de eerste lentebloemen Wist gij het, dat ik daar zoo veel van hield Een uitroep van verwondering was* het antwoord. „Ik niet, Leo, maar Kathe, uw jongste schoonzuster, heeft die bloemen in dat glas gezet. Och, ik ben geheel in de war Eri met die woorden ijlde zij naar de andere kamer, maar Kathe was de deur al uit en sloop het voorhuis door, den tuin in. Langzaam en bedaard ging zij nu de ramen voorbij. Zij Zag door het eene raam het bed gordijn hrif opgehangen en scheef o:n het ledikantvervolgens kwam zij vcorbij de twee ramen van cfe kamer der tante met de nette neteldoeksche gordijnen. Het raam stond open en de geur van narcissen en hyacinthen drong naar buiten. Opeens zette een mannenhand een wit glas met blauwe bloemen op de vensterbank, tu:s:hen 3c bloempotten in dat was haar bouquet, die de dokter varTde schrijftafel had genomen en nu hier plaatste. Zij schrikte. Onbedacht en onvoorzichtig als zij geweest was, moest zij hem wel in een zonderling licht verschijnen. Dat zij die bloe men op zijne tafel had gezetWat meest hij wel denken van dat onopgevoede, op dringende jonge meisje 1 Aanstonds bleef zij stil staan en terwijl zij met geweld den traan van verontwaardiging in haar oog terug drong, stak zij de hand uit naar het venster, waardoor de dokter haar opee: s voor zich zag- „Wilt gij zoo goed zijn, mij die bloemen terug te geVen, dokter Ze zijn van mij, had ze een oogenblik uit de hand gelegd en toen vergeten," zei ze, op zoo kalrnen en on verschilligen toon als haar mogelijk was. Op het eerste oogenblik scheen hij te ont stellen bij den klank dier stem, die hij zoo onverwacht hoorde het was hem niet aan genaam, dat Kathe hem had gezien, misschien beluisterd maar hij onderdrukte die minder vriendelijke gewaarwording en zei zacht „Ik zal u die bloemen even brengen." De toon zijner stem deed haar goed hij had geen kwaad van haar gedacht. Onmiddellijk daarna kwam hij de trap af voor het huis. Met den fraaien baard, de breede borst en d? hooge gestalte was hij iemand, dien men zich onwillekeurig in uni form dacht, was het ook maar in het groene gewaad van den houtvester. Met eene be leefde buiging bood hij Kathe het glas aan. Zij nam de bloemen er uit. „Het zijn de eerste kleine, wijsneuzige dingen, die in de scherpe Aprillucht toch eigenlijk niet goed voort kunnen," zei ze lachend. „Men moet er vrij wat voor bukken en lang zoeken, maar men heeft er dati ook meer pleizier aan, dan aan een geheele oranjerie vol bloemen." Nu was zij gerust, nu zou hij stellig niet meer gelooveri, dat zij, met' het oog op de aan staande bloedverwantschap, zich eenige vrij heid op zijn schrijftafel had veroorloofd. De tante kwam, aan het raam, en terwijl zij zich voor Kathe verontschuldigde, noodigdc zij het jonge meisje uit, toch vooral dikwijls te komen. „Juffrouw Kathe gaat immers spoedig weer na*r Dresden antwoordde de dok ter in hare plaats. Zij ontstelde opnieuw. Zou hij soms bang zijn, dat zij bij hare bezoeken aan zijne tante, zich het een of ander zou laten ontvallen over de vreemde verhouding tusschen dc beide verloofden Die gedachte was haar zeer on aangenaam, maar zij had tegelijk een innig medelijden met het verdriet, dat hij wel zoo zorgvuldig mogelijk verborg, maar niette min in zijn binnenste moest gevoelen. En hoe graag ook, sij kon hem bij zijn vrees niet geruststellen. Ik heb plan langer te blijven, dokter," antwoordde zij ernstig. „Het kan wel zijn dat mijn verblijf bij Maurits eenige maanden duurt. Als dokter van Henriette zult gij zelf best weten, wanneer ik mijn ziekelijke zuster zonder zorg kan veriaten, om naar mijne pleegouders terug te koeren." „Wilt gij Henriette oppassen „Natuurlijk," hernam ze. „Ket is erg ge noeg, dat die oppassing tot nu toe altijd aan vreemden is toevertrouwd. Het arme kind brengt hare nachten liever slapeloos en lij dende door, dan dat zij er toe komt, iemand te roepen, omdat de zure, knorrige aanblik van de slaperige gezichten, haar beleedigt, omdat zij te trotsch, misschien ook te prik kelbaar is, om de gedachte te verdragen, dat zij afhankelijk zou zijn van ondergeschikten. Dat mag zoo niet langer en ik blijf bij haar," „Gij stelt u die taak, vrees ik, te licht voor, Henriette is zeer ernstig ziek," en hij streek met de hand langs het voorhoofd, zoodat zijn oogen een oogenblik bedekt waren. „Er staan zware, benauwde tijden te wachten." „Dat weet ik," zei ze zacht en ze werd bij dat zeggen doodelijk bleek, „maar ik heb moed „Daar twijfel ik niet aan," zei hij haastig, „ik geloof evenzeer aan uw geduld, als aan uw volhardend medelijden, maar het laat zich niet vooruit bepalen, wanneer de zieke ....geen hulp meer noodig zal hebben. Daarom moet ik u waarschuwen, de zaak niet al te krachtig aan te vatten zij zou u mis" schien te sterk kunnen worden." „Mij Onwillekeurig strekte zij de armen uit en beschouwde die met een trotschen lach. „Vindt gij zelf die vrees niet al te dwaas, als gij mij aanziet, dokter?" vroeg zij vroo- lijk. „Ik ben van goeden bloede en aard naar mijne grootmoeder Sommerzij was een boerenkind of liever een houthakkersdoch ter, die blootvoets heeft geloopen en de bijl niet minder goed wist te hanteeren dan hare broeders dat weet ik van Suze." Hi; sloeg den blik op het openstaande raam daar stond de predikantsweduwe achter de hyacinthen en narcissen, en haar oog hing vast, of zij betooverd was, aan het meisje. Zijn gelaat betrok. „Het is hier minder te doen om de kracht der spieren," zei hij aarzelend. „Dat oppas- sèn met al zijn angsten r zorgen tast de ze nuwen aan overipens," zoo viel hij zich zeiven ia de rede, „ligt het niet op mijn weg, inv aed u t te oefenen op uwe Desluiten en voornemens. Dat is de zaak van uw voogd. Maurits moet in dezen beslissen hij zal, vermoed ik, er op aandringen, dat gij op den bepaalden tijd weer naar Dresden terug keert." Tegen zijne gewoonte in sprak de dokter die laatste woorden op tamelijk for- schcn, haast onbeleefden toon. t Onwillekeurig ging dc tante een schrede achteruit, dieper dc kamer in, Kathe daaren tegen bleef rustig staan. „Maar waarom zoo streng, dokter Waarom wilt gij, dat Mau rits zoo hard met mij te werk gaat vroeg zij I

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1923 | | pagina 5