BUITENLAND Tweede Blad 7 Augustus 1923 Uit de Pers. KLATERGOUD. De Duitsche regeering veroordeelt gevallen van sabotage in het Roer gebied. Nadere bijzonderheden over de uitvaart van president Harding. De economische toestand van Oostenrijk. Rusland en het verdrag der zeeëngten. Onder de Telegrammen: Nadere bijzonderheden over het Italiaansche antwoord. Te Lausanne is tusschen de Ver. Staten en Turkije overeen stemming bereikt. Relletje» te Dublin. Het standbeeld voor Schla- geter. fiEM. BUITEML. BERICHTEN B1NNENLAN0SGH NIEUWS LUCHTVERKEER. de vliegwedstrijden te GOTHENBURG. FEUILLETON 'BETER IETS MEER TOESCHIETE LIJK. In verband met de feestelijkheden ter viering van het zilveren regeeringsjubilé der Koningin zijn aan den Minister van Arbeid overwerkvergunningen gevraagd. De Minister heeft aan de vakorganisaties de vraag voorgelegd, wat zij van die overwerk vergunningen denken, i Het antwoord van het R. K. Vakbureau is niet doen. Waarom niet? Er worden, zegt het Vak bureau. al zooveel overwerkvergunningen verleend, dat de 48-urenweek in gevaar dreigt te verkeeren, en nu wenschen wij het feest der Koningin niet te laten gebruiken om nog meer afbreuk te doen aan de 48- urenweek. Op de tweede plaats meent het Vakbureau, dat het de Koningin niet aange naam zal zijn, indien te harer eer de arbei ders gedwongen werden langer te werken 'd?n den dikwijls toch al overschreden nor malen arbeidstijd. En op de derde plaats wijst het Vak bureau erop, dat in sommige collectieve con tracten de bepaling voorkomt, dat slechts in uiterste noodzakelijkheid van den maximum arbeidsduur van 8% uur per dag mag wor den afgeweken en dat hier die uiterste noodzakelijkheid niet aanwezig is. Naar aanleiding hiervan schrijft het „Huis gezin." „Eerlijk gezegd, doet deze redeneering niet sympathiek aan. Het gaat hier toch in dit geval niet om lan ger te laten werken, maar om verwisseling van werkuren. Op de wijze zooals wij die kennen bij de viering van Katholieke feestdagen. Er wordt dan niet gewerkt, maar de ver loren werkuren worden op andere dagen in gehaald. Nu is ook de viering van het Koninginne- jubilé als een feestdag te beschouwen. Liefst iedereen wil dan in de gelegenheid worden gesteld er bij te zijn en mee te kun nen doen. Het is onaangenaam, wanneer op zoo'n dag alle medeburgers en ook de eigen huisge- nooten vrijaf hebben, naar de fabriek te moe ten gaan. Natuurlijk kan de werkgever zoo'n dag vrij af géven met behoud van loon, maar in de gegeven tijdsomstandigheden zal men het moeten billijken, dat de industrie er niet toe overgaat. Er schiet dus, wil men de werklieden van de feestviering practisch niet uitsluiten, niets anders over, dan de vrijgegeven werkuren te laten inhalen. De kwestie der algemeene overwerkvergun ningen staat hier eigenlijk buiten. Het betreft hier een zeer bijzonder en eenig geval. De kwestie van het vasthouden aan de 48 urenweek moet men ook losmaken van de concrete vraag stelt men er prijs op, en stellen de werklieden er prijs op, met alle anderen aan het Koninginnefeest te kunnen deelnemen Wij meenen, dat deze vraag door de meeste katholieke werklieden bevestigend zal worden beantwoord. En wij hebben reden te veronderstellen, dat onze werklieden het straks onprettig zullen vinden naar de fabriek te moeten gaan, als heel hun gemeente het nationale feest viert. Het Vakbureau had o.i. niets van zijn sym pathie voor en vasthouden aan de 48-uren- week behoeven prijs te geven, indien het zich in dit uitzonderingsgeval iets meer toeschie telijk had getoond." de algemeene staking geproclameerd, waarbij 3000 mijnwerkers zijn betrokken. De door de officieele bemiddelingscom missie voorgesteld nieuwe loonregeling in de papierindustrie is door de werkgevers en ook door de arbeiders verworpen. HET LIJDELIJK VERZET. Het Duitsche socialistische Rijksdaglid Hilferding heeft in een onderhoud met een verslaggever van de Parijsche Ere Nouvelle 3 a. gezegd: Zoolang de Roerbezetting voort duurt, die niet als pressie tot betaling der 'schadevergoeding doch als blijvende bedrei ging met uiteenscheuring van Duitschland wordt aangewend, is tusschen Duitschland en de bezettende mogendheden geen ver gelijk mogelijk. Het lijdelijk verzet is een nationale plicht. De regeering, de gezamenlijke politiêke partijen, van uiterst rechts tot uiterst links, de vakbonden, om kort te gaan het geheele Duitsche volk is vastbesloten op dit stuk niet toe te geven. Frankrijk moge dus een oplossing vinden die voor zijn prestige en voor het Duitsche patriotisme aannemelijk is, Frankrijk moge door zijn vorderingen het bewijs leveren dat het schadevergoeding en geen vernietiging van Duitschland op het oog heeft; dan zal Duitschland oprecht en krach tig aan den wederopbouw van Europa mede werken. Zoo niet dan is elke onderhande ling onmogelijk. Naar aanleiding van het uit Londen komende bericht dat de Engelsche regee ring de besprekingen nu afzonderlijk met Parijs, Brussel ep Rome wil voortzetten maakt St. Brice in het Journal de opmer king, dat dit eenvoudig wil zegfjen, dat men het terrein voor toekomstige oneenigheden tracht voor te bereiden om de partij onder gunstige omstandigheden te hervatten. Wan neer? Zoodra het einde van het Duitsche verzet de periode der regelingen opent. Zal dat oogenblik spoedig aanbreken? De Duit- schers, teleurgesteld door de onmacht van Engeland, beginnen, als steeds, om den strijd tot het uiterste aan te kondigen. Wanneer de Rijksdag den 8en dezer weer bijeen komt, dan zal men zien wat er van deze energie-opflikkering overblijft tegenover de verdubbelde kracht en dwang van de Fran- schen en de Belgen. DE BOMAANSLAG TE DUSSELDORF. Van bevoegde Duitsche zijde wordt naar aanleiding van de Fransche bewering, dat een Duitscher de dader zou zijn, opgemerkt, dat het niet bekend is of die meening juist is. Mocht het onderzoek uitwijzen, dat in derdaad een Duitscher de dader is, dan zou de Duitsche regeering dit ten zeerste be treuren. Bij de besprekingen met den nun tius heeft de rijksregeering verklaard, dat zij elke misdadige geweldpleging veroordeelt. Die veroordeeling kan zij slechts ten strengste herhalen. Misdadige gewelddaden zijn nie mand nuttig, doén de Duitsche zaak schade en leiden tot nieuwe represailles. Volgens den „Lokal Anz." hebben de Fran- schen in het Rijksbankfiliaal te Gelsenkir- chen 6 milliard mark in beslag genomen. UIT NOORWEGEN. De werkgevers in de Noorsche mijnin dustrie hebben het voorstel van de officieele ibemiddehngscommissie voor ecne overeen komst betreffende de nieuwe loonen ver worpen. Dit voorstel was door de arbeiders aangenomen. Thans is tegen a.s. Woensdag PRESIDENT HARDING. De begrafenisplechtigheid van president Harding zal zich kenmerken door grooten eenvoud. De regeling is vastgesteld door president Coolidge. Hijzelf, de hoofdrechter in het Opperste gerechtshof, Taft, de minis ters, en leden van het Congres, verder hoog geplaatste autoriteiten uit de staatscolle ges, de departementen en uit leger en vloot, zullen aan de plechtigheid deelnemen. Naar men verneemt, zal oud-president Wilson niet in staat zijn de plechtigheid in het ka pitool bij te wonen. Het stoffelijk overschot van president Harding zal Dinsdagmiddag te Washington arriveeren. Het wordt van het station overgebracht naar het Witte Huis onder escorte van een eskadron cavalerie en een bataljon veldartillerie. Achter de kist zullen Coolidge en andere hooggeplaat ste persoonlijkheden loopen. Tot Woensdag blijft het lijk in de Ooste lijke Kamer van het Witte Huis; dan wordt het overgebracht naar het Kapitool. Het is niet bekend of er in het Witte Huis nog een particuliere dienst zal zijn; dat zal van mevr. Harding afhangen. In het Kapitool wordt de kist op een praalbaar geplaatst. Er is dan gelegenheid voor het publiek om te defileeren, tot zes uur 's avonds. Een uur later vertrekt de trein met de kist naar Marion, waar Vrij dag de begrafenis plaats vindt. President Harding was, vóór hij President der. Unie werd, eigenaar van de Marion Star. Hij had als jongen van 19 jaar het blad gekocht voor zoo goed als niets. Het was toen ook een blaadje van niets, maar door onvermoeiden arbeid van Harding (en later ook van mevrouw Harding) werd er een goed rendeerende, zij het ook erg pro vinciale of liever locale krant van gemaakt. Het succes was te meer opmerkelijk, om dat het kleine plaatsje Marion een in meer derheid democratische bevolking had en Harding in zijn krant van den beginne af aan (November 1884) de Republikeinsche beginselen hoog hield. In de eerste jaren van Harding's beheer over het blad, schreef hij het in hoofdzaak zelf, trad op als ad vertentie-colporteur, en -hielp zoowel bij het zetten als opmaken van het blad, als met het drukken, dat op een oud hand persje gebeurde. Was de kleine oplaag ge drukt dan moest het zetsel onmiddellijk worden gedistribueerd; want er was maar zoo weinig letter, dat geen twee kranten tegelijk gezet konden wezen. Maar Har ding bracht de courant vooruit en verdiende er op den duur flink geld mee. Pas kort geleden, nj. vóór het vertrek naar het Westen der Unie en Alaska, verkocht Harding zijn courant, en voor een mooi bedrag. Het verkoopen van couranten (met abonnementen, advertentie-contracten en redactie-personeel) is in de Ver. Staten iets, dat nog heel wat vaker voorkomt dan b.v. hier te lande. Maar, hoe dit zij, Harding heeft zijn blad verkocht. De politiek en het vak van dagblad-exploitant hebben hem, naar thans blijkt, heel wat opgeleverd. Vrienden van den thans overleden presi dent hebben nl. verteld, dat hij 700,000 a 800,000 dollar nalaat, waarvan verreweg het grootste gedeelte met zijn courant was verdiend. DE ECONOMISCHE TOESTAND VAN OOSTENRIJK. Over het vijfde rapport van den com missaris-generaal van Oostenrijk, meldt de Weensche correspondent van de N. R. Ct. nog het volgende:: „Voor de eerste maal heeft de regeering den commissaris-generaal een staat om trent de werkelijke inkomsten en uitgaven en wel van het eerste kwartaal van het loopend jaar doen toekomen, waaraan het volgende is ontleend: In de eerste drie maanden des jaars beliepen de uitgaven 2152 milliard kronen, de inkomsten daaren tegen 1176 milliard kr„ en het tekort mits dien 976 milliard kr., of per maand 325 milliard kr., tegen een in het goedgekeurd financieele program geraamd deficit van 339 milliard kr. De grootste besparingen konden worden gemaakt in het binnenlandsch bestuur, bij den dienst der staatsschulden, de leger- organisatie, pensioenen en enkele staats bedrijven. Daarentegen beliep het tekort in het staatsspoorwegbedrijf 405 kr., tegen een raming van 220 milliard kr. De belastingen brachten aanzienlijk meer op dan de -ra ming; een uitzondering maakten hierop de transportbelastingen, die meer dan de helft beneden de raming bleven terwijl voorts het tabaksmonopolie eveneens minder op bracht dan geraamd was. Intusschen bedroeg de opbrengst van de invoerrechten en van het tabaksmonopolie, die voor den dienst der buitenlandsche leening door den commissaris-generaal wordit beheerd, niet minder dan 22.9 pet. van het nominaal bedrag der leening van 650 millioen goudkronen. Na aftrek van het voor den dienst der leening noodige bedrag, kon mr. Zimmerman daarvan 479 milliard kr. ter beschikking van de regeering stellen. Wat den economischen tóestand des lands aangaat, wijst de commissaris-generaal in zijn rapport nog op enkele belangrijke verschijnselen. Het aantal werkloozen, dat einde Maart nog 156.000 beliep, daalde einde April tot 132.000 en op 15 Mei tot 122.000; in het bij zonder in de provinciesteden is een aanzien lijke verbetering vast te stellen. In St. Pöl- ten. Innsbriick en Bregenz verminderde het aantal werkloozen met 70 pCt., in Linz, Klagenfiirt en Sauerbrunn met ruim 50 pCt. Gunstig voor den wederopbouw is voorts dat het vreemdelingenverkeer gestadig toe neemt; in Weenen steeg het aantal van 300.282 in 1919 tot 362.084 in 1920, 404.103 in 1921 en 439.914 in 1922, terwijl deze stij ging ook in 1923, in weerwil van de groote duurte, voortgaat. Doch niet alleen door het vreemdelingen verkeer, ook door belegging in ondernemin gen van nijverheid en koop van effecten neemt de invoer van buitenlandsche valuta zoodanig toe, dat de betaling van den stij genden invoer van grondstoffen der devie- zencentrale geen moeilijkheden meer ver oorzaakt en zelfs niet veroorzaken zou, wan neer de door de buitenlandsche leening be schikbaar geworden dtviezen niet voorhan den waren. In Januari moest de deviezencentrale 1.3 millioen pnd.st. invoeren, om aan alle aanvragen van den staat, handel en nijver heid te kunnen voldoen; in Februari was dit tekort gedaald tot 680.000 pnd.st., in Maart tot 460.000 pnd.st., en in April tot 321.000 pnd.st. Nu de deviezencentrale over de opbrengst van de buitenlandsche kening kan beschikken, kan uiteraard van geen te kort nieer sprake zijn, het passief van de betalingsbalans heeft daardoor voor een actief plaats gemaakt. Een verschijnsel, dat op toenemenden rijkdom wijst is de vermeerdering van het aantal auto's, die van 1 Januari tot 15 Mei in Weenen alleen 425 beloopt. Al deze verschijnselen bevestigen mijn vertrouwen in het ondernomen werk, zegt mr. Zimmerman, en hij uit de hoop, dat de leening, waarop de inschrijving toen juist was opengesteld, alom een gunstig ont haal zal vinden om het tekort in de staats huishouding te dekken doch ook om werken van blijvenden aard uit te voeren, hetgeen voor de financieele toekomst des lands van het hoogste belang is. RUSLAND EN HET VERDRAG DER ZEEËNGTEN. In een gesprek met een medewerker van de Nakanune verklaarde Jordanski, de nieu we sowjet-vertegenwoordiger te Rome, no pens de onderteekening van de conventie over de zeeëngten, dat Rusland bij dit ver drag geenerlei verplichting op zich heeft genomen, waar het in de toekomst moeilijk heden van zou kunnen ondervinden. Verder staat de gesloten conventie gelijk met een officieele erkenning van de sowjet-regeering als gelijkberechtigde met alle overige naties, die het vredesverdrag van Lausanne onder teekenden. Bovendien verkrijgt Rusland door de onderteekening dezer overeenkomst zit ting in /le internationale commissie van controle over de naleving der conventie, welke bij het verdrag voorzien wordt. Deze omstandigheid stelt Rusland in staat niet alleen voor de belangen van alle sowjet- republieken te waken, maar ook zijn taak op het gebied van „bescherming der onder drukte naties aan de Zwarte-zeekust tegen het imperialisme der West-Europeesche sta ten" te vervullen. Van een politiek hierop gericht zal Rusland onder geen omstandig heden af le brengen zijn. Met betrekking tot de Russisch-Italiaan- sche verhoudingen merkte Jordanski op, dat het op het huidig oogenblik gemakkelijker zal vallen met Italië tot een overeenkomst te geraken, waarbij normale verhoudingen in het leven worden geroepen, dan met alle andere „imperialistische staten". De Italiaan sche bevolking koestert zeer vriendschap pelijke gevoelens voor Rusland en voor zoo ver het contract met Rusland aangaat, is de politiek van de Italiaansche regeering ver geleken met die van andere West-Europee sche regeeringen de minst imperialistische. Verder heeft Italië veel belang bij handels relaties met Rusland om den economischen toestand van Italië te verbeteren. Het Rus sische graan, steenkool, hout, petroleum en verdere producten zijn, gezien het goed- koope zee-transport, voor Italië aangewezen artikelen. Oekraine heeft reeds tamelijk groote partijen mangaan-erts naar Italië uit gevoerd, maar de uitvoer uit Rusland naar Italië, zoo goed als de uitvoer van nijver heidsproducten uit Italië naar Rusland zou veel grooter afmetingen kunnen aannemen, wanneer het gelukte officieele betrekkingen j aan te knoopen op vasten duidelijken grond slag. Want op het oogenblik zijn de Rus sisch-Italiaansche verhoudingen alleen nog maar geregeld bij een tijdelijke handels overeenkomst. DUITSCH VLIEGTUIG VERONGELUKT. Toen twee Duitsche vliegtuigen, op weg naar Gothenburg, Zondagmiddag om vier uur het eiland Moen passeerden, moest een der toestellen wegens een motordefect dalen. Het riep door middel van lichtbommen het andere vliegtuig te hulp. Dit streek met een zoodanigen schok op het water neer, dat het kenterde en geheel vernield werd. De bestuurder Schultz, die niet kon zwem men, is verdronken, de passagier is door het andere vliegtuig gered. Binnen korten tijd wordt een handels overeenkomst tusschen Zuid-Slavië en Rus land verwacht. Na de totstandkoming van economische, zullen ook de diplomatieke betrekkingen tusschen Moskou en Belgrado worden aangeknoopt. De onderhandelingen zullen te Praag worden gevoerd. - Het comité van actie van Duitsche re- volutionnaire en radicale vakvereenigingen had Zondagmiddag een betooging door Dres den georganiseerd. Op de Oude Markt kwam het tot botsingen met de politie, ten gevolge waarvan de optocht de vlucht nam naar een markthal. De deuren van deze markthal konden nog juist worden gesloten. Evenwel ontstond een zoodanige onrust onder het koopende publiek, dat dit voor het meeren- deel vluchtte, zonder er aan te denken eerst te betalen. Er is vervolgens nog een andere optocht gehouden van 300 jongelieden, die met knup pels en boksbeugels tegen de politie optrad. Verder zijn er nog in eenige café's de ruiten ingegooid. Van veel belang zijn de relletjes tot dusver nog niet geworden. De Duitsche Rijksraad heeft Zaterdag de beraadslagingen over de nieuwe belasting wetgeving geëindigd. De verbruiksbelasting is goedgekeurd. Het ontwerp omtrent de kolenbelasting heeft eenige wijziging onder gaan, zoodat He minister van financiën uit stel van betaling kan verleenen, indien eco nomische overwegingen dit wenschelijk ma ken. Het wetsvoorstel omtrent een Rijn- en Roeroffer is eveneens met enkele wijzigingen goedgekeurd. De wet, die de vooruitbetaling van inkomstenbelasting regelt, is eveneens met enkele wijzigingen aangemfcnen. Onver anderd werd aangenomen de wet tot voor uitbetaling der omzetbelasting. Het indexcijfer voor de berekening der prijzen in de hotels der bad- en kuurplaatsen in Duitschland bedraagt deze week 85,000 (vorige week 42,000). Het te Heidelberg gehouden congres der Rijnlandsche centrumspartij heeft on langs een protestmotie aangenomen tegen het separatisme, den tegen het volkenrecht indruisenden inval atfn de Roer en de ge welddaden der bezetting en daarvan mede- deeling gedaan dan president Ebert. Deze heeft nu het partijbestuur een brief ge schreven, waarin hij zegt: „De motie is een nadrukkelijke en belangrijke betuiging van de trouw der bevolking van het Rijnland en het Roergebied aan het Rijk en aan het Duitsche volk en een ondubbelzinnige wra king van elk door vreemde mogendheden op Duitsch gebied gekweekt streven naar afscheiding. Moge het protest tegen het re gime van geweld tegen de vredelievende bevolking van het B. G. in de wereld ge hoor vinden." Volgende op het internationale inter parlementaire congres zal te Kopenhagen het zeventiende anti-alkohol-congres Wor den gehouden op 20 Augustus. Men ver wacht ongeveer 650 afgevaardigden die on geveer 40 landen vertegenwoordigen. De Deensche minister van binnenlandsche zaken dr. Kragh is eerevoorzitter. Uit Lausanne, wordt gemeld, dat Ismet pasja Zaterdag niet het Turksch-Ameri- kaansch verdrag geteekend heeft, maar een nieuwe formule voorgesteld heeft. Waar schijnlijk zal de Amerikaansche delegatie hierover met Washington moeten raadple gen. De Izwestia schrijft naar aanleiding van de uitspraak van het permanente hof van internationale justitie inzake de door Finland voor dat hof gebrachte Oost-Kareli- sche kwestie: „Het avontuur van de witgar- distische Finnen voor het Haagsche Hof en voor den Volkenbond is een fiasco gewor den. Wij willen hopen, dat de leidende krin gen in Finland zullen begrijpen, dat de ware belangen van Finland door een andere hou ding tegenover Sowjet-Rusland gediend zul len zijn." De prins-regent van Japan lj^eft dezer dagen den heiligen berg Focdsji-iama be stegen. Hij deed dezen tocht met een klein gezelschap en bezocht de verschillende rust- en heilige plaatsen, die op den berg aangelegd zijn. Op den meer dan 4000 meter hoogen top waar vele pejgrinis, journalisten en fotografen den prins wachtten, bleef hij drie uren. Dit is naar het schijnt de eerste keer dat een lid van de keizerlijke familie dezen tocht ondernomen heeft. Het Deensche departement van landbouw heeft verslag uitgebracht over het eerste half jaar van 1923; hieruit blijkt een groote vermeerdering. Boter steeg met 16 percent tegenover hetzelfde tijdvak van 1922 en met 18 percent tegenover 1913; eieren stegen met 6 percent tegenover 1922 en met 69 percent tegenover 1913; ham en spek ste gen met 54 percent tegenover 1922 en met 29 percent tegenover 1913. De waadde in cijfers is slechts over de 5 eerste maanden beschikbaar, maar hier is ook een aanzien lijke vooruitgang merkbaar. Van den ge- Reelen export, bedragende 580 millioen kronen, komen 502 millioen op rekening van landbouwproducten, zijnde een vermeer- dering>van 138 millioen vergeleken bij het vorige jaar. De import van landbouwpro ducten steeg met 96 millioen en bedroeg 254 millioen. Een van Europa's vooraanstaande des kundigen op juridisch gebied professor Otto Hintze van de universiteit te Berlijn heeft een onderzoek ingesteld en daarover een artikel geschreven in het Zweedsche blad Dagens Nyheter waarin hij' tot de conclusie komt, dat de Zweedsche wet op de troon opvolging geen beletsel vormt voor het hu welijk van den Zweedschen kroonprins met de prinsen van Battenberg. De nationale bond voor de toeneming van de bevolking van -Frankrijk maakt in zijn jongste mededeeling bekend, dat er in de eerste zes maanden van dit jaar in de tien grootste steden van Frankrijk (Pa rijs, Marseille, Lyon, Bordeaux, Rysel, Straatsburg, Nantes, Toulouse, St. Etienne, Havre), 47,796 kinderen geboren zijn tegen 54,056 in 1921 en 48,654 in 1922. In 1922 heeft het aantal geboorten in Frankrijk dat der sterfgevallen met 70,000 overtroffen. In Duitschland was dat cijfer in hetzelfde jaar 513,0(10. In den laatsten tijd zijn door buiten landers, met name door Tsjechen, in Zuid- Slavië, en in het bijzonder in Dalmatië, groote hoeveelheden grondstukken aangekocht. Teneinde hieraan paal en perk te stellen heeft het Zuid-Slavische ministerie van justitie thans bepaald, dat de aankoop van grond door buitenlanders slechts wordt toe gestaan wanneer er tusschen Zuid-Slavië en het vaderland van den gegadigde een reci- prociteits-verdrag bestaat. Bovendien moet voor terreinen die minder dan vijftig kilo meter van de zee of van de grens af liggen steeds een bijzondere machtiging van de ministeries van oorlog en van binnenlandsche zaken worden aangevraagd. KARDINAAL GASPARRI. Het Centrum heeft zich fn verband me het bericht omtrent de aankomst van Kar dinaal Gasparri in ons land om inlichtingen gey/end tot het Aartsbisdom, alwaar hier omtrent niets bekend was. Het bericht zal dus op misverstand be rusten. DE OPVOLGER VAN MINISTER DE GEER. Naar het Centrum verneemt zal in de va cature van Minister de Geer tot Minister van Financiën benoemd worden de heer H. Co- lijn, de leider der anti-revolutionaire partij en oud-minister van Oorlog. UIT DE TEXTIELINDUSTRIE. De Besturen der vier Textielarbeidersor ganisaties hebben aan de werkgevers en de werkgeversvereenigingen in het Textielbe drijf een uitvoerig schrijven gericht, waarin, in verband met de werkloosheid en den ver korten werktijd in de Textielindustrie, wordt aangedrongen op het in leven roepen van een wachtgeldregeling, waarvan de kosten door werkgever, rijk of gemeente gedragen worden. Ten aanzien van de werklozenkas sen, die in de afgeloopen maanden van dit jaar reeds meer dan 25.000 uitkeerden, wordt in dit schrijven gezegd, dat, mocht de tegenwoordige werkloosheid zich blijven hand haven, zeer spoedig tot stopzetting der uit- keeringen moet worden overgegaan. HET OVERLIJDEN VAN PRESIDENT HARDING. Het departement van Buitenlandsche Za ken heeft den tijdelijken zaakgelastigde van Nederland te Washington telegrafisch op gedragen, aan de Amerikaansche regeering t e deelnerriing der Nederlandsche regeering te betuigen met het overlijden van president Harding. Zaterdagmorgen heeft, bij afwezigheid van den minister van Buitenlandsche Zaken, de secretaris-generaal van het departement, jhr. mr. A. M. Snouck Hurgronje, namens den minister een bezoek van rouwbeklag afgelegd ten huize van den Amerikaanschen gezant bij het Nederlandsche Hof, den heer Richard Tobin. Van de woningen der vreemde gezanten te 's-Gravenhage zijn, in verband met het overlijden van president Harding de vlaggen hunner landen halfstok geheschen. NATIONALE VOLKSFEESTEN Men verzoekt ons het volgende op te nemen: Nu allerwege de voorbereiding voor de jubileumfeesten van H. M. de Koningin volop in gang is, willen wij nog eens de aandacht vestigen op een onlangs door de Tucht-Unie uitgebracht rapport over het voorkomen van tuchteloosheid bij nationale volksfeesten. De Tucht-Unie laat de vraag in het mid den of in het algemeen bij volksfeesten los bandigheid overheerschend is. Maar wel meent zij, dat de echte, ware feestvreugde van duizenden bij zulke gelegenheden dik wijls door tooneelen van losbandigheid van enkelen, meest gevolg van overmoed, of wat zooveel erger is van drankmisbruik, wordt vergald. In welke bedenkelijke gevolgen,' scheld- en vechtpartijen, zelfs misdadige j handelingen, deze losbandigheid zich soms Iuit, weet ieder, die niet opzettelijk de oogen daarvoor gesloten houdt. Of bestrijding van dit euvel door een ver ordening op het geheel of gedeeltelijk ge sloten houden van de huizen van drankver koop, of door een zg. tapverbod doeltref fend zoude zijn, laat de Tucht-Unie ter be oordeeling aan anderen over. Zij wenscht echter met nadruk te wijzen op een andere wijze van bestrijding, naar haar oordeel de meest doeltreffende, die gelegen is in het geven van de juiste leiding aan den alles zins begrijpelijken en redelijken voiksaan- drang om eens uit zijn sleur te komen, van harte vroolijk te zijn en feest te vieren, zelfs tot uitgelatenheid toe. Met een goed geko zen feestprogramma, vol van attractie, dat veel genot belooft en veler medewerking vraagt om velen te doen genieten, bestrijdt men tienmaal beter de losbandig heid bij het feestvieren dan met welke verbodsbepalingen ook. Laat het volk eens „uit" zijn, laat het vol zijn, zelfs boordevol van feestvreugde; te midden van het een tonige alle-dags leven heeft het daaraan behoefte. Indien men het slechts de regel matige wegen opent om aan zijn omstui- migen drang uiting te geven, dan zal het de onregelmatige wegen niet bij voorkeur be treden. In het programma ligt het geheim. En van dit programma ligt het geheim in de mede werking van een zoo groot mogelijk aantal feestvierenden. Het rapport van de Tucht-Unie legt op dit punt, op de volle, actieve medewerking van het volk zelf, allen nadruk; het noemt daarvoor speciaal athletiek-, sport-, spel en gymnastiek-demonstraties en wedstrijden (ook volkswedstrijden) en medewerking aan talrijke vertooningen. Men moet niet bang zijn voor wat gehos, wat luidruchtigheid en wat gejoel, al zou men dankbaar mogen zijn, wanne,er de pogingen van zoovelen met de Tucht-Unie om den volkszang iets te ver edelen, reeds in uitgebreiden kring vrucht hadden gedragen. De uitgelatenheid is ech ter slechts voor ontaarding te behoeden, wanneer de breidel der oprechte tucht, zelf tucht en leiding door anderen, niet los gelaten wordt. Daarom: feestcommissies, be steedt den uitersten zorg aan uw program. Zorgt voor „elck wat wils", voor afwisse ling, voor vlug tempo, voor medewerking van allen, die daarvoor slechts eenigszin» in de termen vallen. En geeft geen feeste lijkheden, die tot dierenkwelling (of men- schenkwelling) aanleiding kunnen geven! Het rapport van de Tucht-Unie gedenkt met dankbaarheid het uitnemende werk, dat door vele vereenigingen voor volksvermaken op dit gebied reeds is verricht. Maar niet overal hebben zulke vereenigingen de lei ding. En bij de aanstaande jubileumfees-oa is bovendien de omvang zoo geweldig, dat duizenden, die zich nooit veel met deze dingen inlieten, thans leidende functies in feestcommissies bekleeden. De Tucht-Unie wekt hen allen met klem op, met ervaring, elders opgedaan, rekening te willen houden. Het rapport wijst ten slotte op de wen- schelijkheid voor grootere plaatsen, om de feesten niet al te veel te centraliseeren, niet het minst met het oog op de kinderen. Een groot en schitterend feestnummer, zooals een vuurwerk, waarbij de massa s zich, dikwijls niet zonder gevaar, schuivend en dringend op elkander hoopen, terwijl toch betrekkelijk weinigen er in kunnen slagen, een goed plaatsje te veroveren, zal in het algemeen niet zooveel genot geven, als bescheidener soortgelijke nummers op meerdere plaatsen tegelijk vertoond, waarbij alle toeschouwers alles behoorlijk kunnen zien. In het buitenland zagen we menigmaal deze methode met uitstekend gevolg toe- gepast. Het rapport is bij den secretaris, den heer J. M. van Hoogstraten te Baam verkrijg- baar. Ten slotte drukken wij hieronder nog een# de beide feestprogramma's af, waarvan de Tucht-Unie zijn rapport vergezeld heeft doen gaan. Zaterdagmorgen zijn dl deelnemers aan de vliegwedstrijden, die in Gothenburg ge houden worden, vertrokken. De start der verschillende vliegtuigen had bij goed weder plaats zoodat alle verwachtin gen van een voörspoedigen overtocht gun stig mogen genoemd wordfti. Het doel van den tocht is om tegen 4 uur te Gothenburg aan tegkomen. In verband met de groote vaneenng in de snelheid hunner motoren werden de vliege niers geheel vrijgelaten in de keuze van het uur van vertrek. Aan den start namen deel éen Hollandsen vliegtuig, de Fokker C.D. IX, bestuurder ir. Grasé met 'n Napier Lion-motor, drie En- gelschen, de Havelland 50 met Siddeley Pumamotor, piloot mr. Cobham, de Havil- land 37 met Rolls Royce, twee Duitsche waarvan één Junker met den bekenden pi loot Zimmermann en een watervliegtuig met als bestuurder Thiedemann en ten slotte twee Zweedsche machines een Bréguet be mand met Lt. Södelberg en Lt. Kjellgren met een Tummelis é-machine. De tocht gaat over Bremen en Kopenha gen! naar Gothenburg, terwijl alle vliegeniers verplicht zijn twee uur rust te nemen, éen uur te Bremen en één te Kopenhagen. In Gothenburg zullen de vliegeniers nog aan andere wedstrijden deelnemen. DE SNELHEIDSWEDSTRIJD^ ROTTERDAM—GOTHENBURG. s Zaterdag heeft de snelheidswedstrijd Rot terdamGothenburg plaats gehad, waarvoor op het vliegterrein aan de Waalhaven te 13. l Zij ging de trap af en verliet den molen. De wind koelde haar wangen af en boven haar blonken de gouden sterren in volle klaarheid. Kathe schaamde zich over hare ij dele droomerij, maar was die niet geweest als een duizeling, waar men niets tegen kan doen en die ook den gezondsten en krach- tigsten mensch op eens overvalt Reeds van verre zag zij de lichten der villa door de boomen flikkeren en toen zij het huis binnen ging, klonk de piano haar in den corridor te gemoet. Een prachtig instrument, maar ellendig bespeeld 1 Mevrouw von Urach had heden kleine receptie, en oud en jong kwam op de thee. De oudere leden van het gezelschap zaten aan de speeltafel en de jongeren maakten muziek, praatten en ver maakten zich naar welgevallen, zoodat men ongedwongen tot tien uur te zamen was. Kathe maakte spoedig toilet en ging het salon binnen. Er waren slechts weinig gas ten. Eén speeltafeltje was bezet en de kring om de theetafel zag er vrij verlaten en een zaam uit. Henriette schonk thee. Zij had weder een hel rood lint in het haar en een fluweelen jakje zonder mouwen van gelijke kleur over een licht blauw zijden kleed. Het bleeke, smalle gezichtje kwam haast spookachtig uit dien opschik te voorschijn, maar de groote oogen glinsterden met een zonderlingen glans. „Bruck is er weer," fluisterde zij met een zekere ontroering Kathe in het oor, en wees door de aangrenzende kamer, waar de arme piano nog voortdurend werd mishan deld, naar Flora's vertrek. „Kathe, hij ziet er uit, of hij nog gegroeid is, zoo groot en zoo indrukwekkend. Hemel, zet toch niet zulk een' ernstig nonnengezicht viel zij zich zelve in de rede. Zij was blijkbaar zeer opgewonden. „Allen zijn vandaag uit hun humeur. Maurits heeft een depêche gekre gen, die niet zoo prettig schijnt te zijn, en grootmama is verschrikkelijk boos, wijl haar ssalon zoo ledig is gebleven. Ach, en ik ben blij, zoo blij 1 Weet ge, Kathe Eergisteren dacht ik, bij dien aanval van benauwdheid, dat Bruck mij als een lijk terug zou vinden. Dat nooit, hoop ik. Ik wil niet sterven, als hij er niet bij is." Voor de eerste maal sprak zij van sterven en het was goed, dat de toetsen der piano krachtig werden aangeslagen en dat de drie heeren aan den haard met luide stem aan het redetwisten waren, want de laatste woorden van de lijderes waren op vrij hartstochtelijken toon uitgesproken. Kathe zag haar peinzend aan mevrouw de presidents-weduwe wierp over hare brilleglazen een scherp verwijten den blik naar de theetafel, zoodat Henriette oogenblikkelijk veranderde. „Ah bah, kan dan iemand mij dit kwalijk nemen?" vroeg zij dartel en spottend de schouders ophalen de. „Niemand sterft graag alleen en de dok ter is er voor, dat men, tot op het laatste oo genblik toe, hoop weet te putten uit zijn woorden." Kathe wist genoeg de zieke ging niet naar Dresden. Zij bedankte voor de thee, die Henriette haar met zekere drift toereikte, en haalde een klein, pas begonnen borduur werk uit den zak. „Och, steek dat toch weer weg," zei Hen riette driftig, „denkt gij, dat ik hier wil blij ven zitten, om geduldig toete zien, hoe gij gedurig den draad ophaalt Zij stond op en stak h?ar arm onder dien van Kathe. „Ga eens mee naar de muziekkamer. Margaretha von Giese slaat het instrument en onze hoof den nog aan stukken, als zij aan dat onuit staanbaar geweld geen einde maken." Zij gingen de kamer in, maar de dame aan de piano, die in haar kostelijk spel ge heel verdiept scheen te zijn, speelde onver stoorbaar door. De groote deur, dien aar Flora's werkvertrek leidde, stond zooals gewoonlijk op de kleine receptieavonden, open, zoodat men het ge heel kon overzien. Bij het door een doffen bal lon gedempte licht had het een schemer achtig aanzien tegenover de schitterend ver lichte salons, en de donkerroode kleur ver toonde zich hier en daar als 'n somber zwart. Met over elkander geslagen armen stond Flora bij de schrijftafel, de handelsraad zat op zijn doode gemak in een ruimen stoel en- Bruck bladerde in een boek. Hij was bleeker dan andershet licht der lamp, dat uit de hoogte op zijn voorhoofd viel, deed twee zware plooien in zijn voorhoofd en een zeer donkere schaduw onder zijn oogen duidelijk voor den dag komen, en toch zag hij er, met zijn schoon en beteekenisvol gelaat, jonger uit dan zijn verloofde. Zonder een woord te zeggen, ging Henriet te de kamer binnen, de jonge lieden waren immers niet alleen Kathe, die nog altijd Henriette's arm onder den haren hield, aar zelde op den drempel. Het gezicht van Flora deed haar onwillekeurig huiveren zij las er een trek van ongeduld en toorn op, klaar blijkelijk was zij in een zeer slecht humeur. Aanstonds bij het binnentreden van mathe wierp Flora een spotachtigen blik op hare zuster, die heden voor het eerst de eentonige zwarte kleeding voor een lichtere had ge ruild. „Kom maar binnen, Kathe riep zij, zonder hare houding te veranderen. „Gij zijt wel als gewoonlijk in deftige zijde en ziet er uit als een papieren kerstmis-engel, terwijl gij den sterksten mensch radeloos maakt met dat onophoudelijk ruischen en knetteren van uw deftige japonnen. Zeg mij toch eens, waarom gij altijd die zware stoffen draagt," viel zij zich zelve in de rede. „Zij voegen u, bij het keukenwerk te Dresden, ais een vuist in het oog." „Och, dat is een zwak van mij, Flora," antwoordde Kathe met een kalmen lach. „Het is wel wat kinderachtig, maar ik hoor graag dat ruischen van de zijde, het klinkt zoo def tig, zoo majestueus. In de keuken draag ik ze natuurlijk niet, gelijk gij zelve wel begrijpen kunt." „Hoor eens aan, hoe trotsch zij over die „keuken" spreektDwaas kind Ik zou u wel eens willen zien met het katoenen voor schoot tusschen de vuile potten en pannen in. Nu, ik zeg ieder zijn smaak. Wat mij be treft, ik bedank." Langzaam en bijna loe rend sloeg zij de oogen op naar den dokter, die juist kalm en bedaard het boek dicht sloeg en op tafel lei. Kathe voelde, hoe de kleine hand van Hen riette op haren arm tot een vuist werd ge bald. „Kom, loop Flora riep zij schijn baar vroolijk, „nog geen vijf maanden gele den hebt gij dikwijls genoeg bij Christel in de keuken u met de potten en pannen be moeid of het u goed van de hand ging zou ik niet durven zeggen, maar de goede wil strekt u evenzeer tot eer als het wit linnen voorschoot u netjes stond." Flora beet zich op de lippen. „Gij leutert weer, zooals gewoonlijk, en gij hebt eene aardigheid, want meer dan dat was het niet, een luim volstrekt als zoodanig niet kunnen begrijpen, maar voor ernst opgevat." Met een eenigszins gebogen hoofd ging zij naar het venster. Zij was werkelijk schoon in het witte alpaca-kleed met den langen sleep. De handelsraad sprong op. „Nu, Floortje, hebt gij nu lust mee te gaan?" riep hij. „De salon is wanhopend leeg natuurlijk. Er is een diplomatieke soirée bij den vorst," zoo stelde hij zichzelve gerust. „Wij moeten er echter een weinig leven in zoeken te bren gen, anders is*grootmoeder dagen lang uit haar humeur." „Ik heb al een half uur geleden bij de'gas ten mijn excuus gemaakt," antwoordde zij ongeduldig. „Het artikel, waaraan ik bezig ben, moet vandaag nog af. Het was al in orde, als Bruck met jutst gekomen was." De dokter naderde de schrijftafel. „Heeft het zoo'n haast? Waarom eigenlijk?" vroeg hij, niet zonder een zweem van spotternij in stem en gelaat. „Waarom, mijn vriend omdat ik m^jn woord wil houden," zei ze bits. „O, dat vindt gij bespottelijk. Natuurlijk, het is ook maar vrouwenwerk, en gij kunt u ter wereld niet begrijpen, wie daarop wachten zou 1" „Óver vrouwenarbeid in het algemeen denk ik zoo niet „In 't algemeen 1" riep zij luid lachende. „Och ja, in die algemeen aangenomen op vatting koken, braden, breien „Gij hebt mij niet laten uitspreken, Flora," zei hij kalm. „Ik dacht evenzeer aan geestes- als aan handenarbeid. Ik werp het vrouwen vraagstuk volstrekt niet weg en wensch, als iedereen die er verstandig over denkt, dat de vrouw de mee voorwaarts strevende ea verstandige hulp worde van den man, ook op geestelijk gebied. „Hulp. Hoe genadig Maar wij verlangen geen genade, mijn vriend. Wij willen meer, wij willen gelijkstrevenden en gelijkgerech tigden zijn op elk arbeidsveld, in welke rich ting ook."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1923 | | pagina 5