BUITENLAND
Tweede Blad
7 Augustus 1923
Uit de Pers.
KLATERGOUD.
De Duitsche regeering veroordeelt gevallen van sabotage in het Roer
gebied. Nadere bijzonderheden over de uitvaart van president Harding.
De economische toestand van Oostenrijk. Rusland en het verdrag
der zeeëngten.
Onder de Telegrammen: Nadere bijzonderheden over het Italiaansche
antwoord. Te Lausanne is tusschen de Ver. Staten en Turkije overeen
stemming bereikt. Relletje» te Dublin. Het standbeeld voor Schla-
geter.
fiEM. BUITEML. BERICHTEN
B1NNENLAN0SGH NIEUWS
LUCHTVERKEER.
de vliegwedstrijden te
GOTHENBURG.
FEUILLETON
'BETER IETS MEER TOESCHIETE
LIJK.
In verband met de feestelijkheden ter
viering van het zilveren regeeringsjubilé
der Koningin zijn aan den Minister van
Arbeid overwerkvergunningen gevraagd. De
Minister heeft aan de vakorganisaties de
vraag voorgelegd, wat zij van die overwerk
vergunningen denken,
i Het antwoord van het R. K. Vakbureau
is niet doen.
Waarom niet? Er worden, zegt het Vak
bureau. al zooveel overwerkvergunningen
verleend, dat de 48-urenweek in gevaar
dreigt te verkeeren, en nu wenschen wij het
feest der Koningin niet te laten gebruiken
om nog meer afbreuk te doen aan de 48-
urenweek. Op de tweede plaats meent het
Vakbureau, dat het de Koningin niet aange
naam zal zijn, indien te harer eer de arbei
ders gedwongen werden langer te werken
'd?n den dikwijls toch al overschreden nor
malen arbeidstijd.
En op de derde plaats wijst het Vak
bureau erop, dat in sommige collectieve con
tracten de bepaling voorkomt, dat slechts in
uiterste noodzakelijkheid van den maximum
arbeidsduur van 8% uur per dag mag wor
den afgeweken en dat hier die uiterste
noodzakelijkheid niet aanwezig is.
Naar aanleiding hiervan schrijft het „Huis
gezin."
„Eerlijk gezegd, doet deze redeneering niet
sympathiek aan.
Het gaat hier toch in dit geval niet om lan
ger te laten werken, maar om verwisseling
van werkuren.
Op de wijze zooals wij die kennen bij de
viering van Katholieke feestdagen.
Er wordt dan niet gewerkt, maar de ver
loren werkuren worden op andere dagen in
gehaald.
Nu is ook de viering van het Koninginne-
jubilé als een feestdag te beschouwen.
Liefst iedereen wil dan in de gelegenheid
worden gesteld er bij te zijn en mee te kun
nen doen.
Het is onaangenaam, wanneer op zoo'n
dag alle medeburgers en ook de eigen huisge-
nooten vrijaf hebben, naar de fabriek te moe
ten gaan.
Natuurlijk kan de werkgever zoo'n dag
vrij af géven met behoud van loon, maar in de
gegeven tijdsomstandigheden zal men het
moeten billijken, dat de industrie er niet
toe overgaat.
Er schiet dus, wil men de werklieden van
de feestviering practisch niet uitsluiten, niets
anders over, dan de vrijgegeven werkuren te
laten inhalen.
De kwestie der algemeene overwerkvergun
ningen staat hier eigenlijk buiten.
Het betreft hier een zeer bijzonder en eenig
geval.
De kwestie van het vasthouden aan de 48
urenweek moet men ook losmaken van de
concrete vraag stelt men er prijs op, en
stellen de werklieden er prijs op, met alle
anderen aan het Koninginnefeest te kunnen
deelnemen
Wij meenen, dat deze vraag door de meeste
katholieke werklieden bevestigend zal worden
beantwoord.
En wij hebben reden te veronderstellen, dat
onze werklieden het straks onprettig zullen
vinden naar de fabriek te moeten gaan, als
heel hun gemeente het nationale feest viert.
Het Vakbureau had o.i. niets van zijn sym
pathie voor en vasthouden aan de 48-uren-
week behoeven prijs te geven, indien het zich
in dit uitzonderingsgeval iets meer toeschie
telijk had getoond."
de algemeene staking geproclameerd, waarbij
3000 mijnwerkers zijn betrokken.
De door de officieele bemiddelingscom
missie voorgesteld nieuwe loonregeling in de
papierindustrie is door de werkgevers en
ook door de arbeiders verworpen.
HET LIJDELIJK VERZET.
Het Duitsche socialistische Rijksdaglid
Hilferding heeft in een onderhoud met een
verslaggever van de Parijsche Ere Nouvelle
3 a. gezegd: Zoolang de Roerbezetting voort
duurt, die niet als pressie tot betaling der
'schadevergoeding doch als blijvende bedrei
ging met uiteenscheuring van Duitschland
wordt aangewend, is tusschen Duitschland
en de bezettende mogendheden geen ver
gelijk mogelijk. Het lijdelijk verzet is een
nationale plicht.
De regeering, de gezamenlijke politiêke
partijen, van uiterst rechts tot uiterst links,
de vakbonden, om kort te gaan het geheele
Duitsche volk is vastbesloten op dit stuk
niet toe te geven. Frankrijk moge dus een
oplossing vinden die voor zijn prestige en
voor het Duitsche patriotisme aannemelijk
is, Frankrijk moge door zijn vorderingen het
bewijs leveren dat het schadevergoeding en
geen vernietiging van Duitschland op het oog
heeft; dan zal Duitschland oprecht en krach
tig aan den wederopbouw van Europa mede
werken. Zoo niet dan is elke onderhande
ling onmogelijk.
Naar aanleiding van het uit Londen
komende bericht dat de Engelsche regee
ring de besprekingen nu afzonderlijk met
Parijs, Brussel ep Rome wil voortzetten
maakt St. Brice in het Journal de opmer
king, dat dit eenvoudig wil zegfjen, dat men
het terrein voor toekomstige oneenigheden
tracht voor te bereiden om de partij onder
gunstige omstandigheden te hervatten. Wan
neer? Zoodra het einde van het Duitsche
verzet de periode der regelingen opent. Zal
dat oogenblik spoedig aanbreken? De Duit-
schers, teleurgesteld door de onmacht van
Engeland, beginnen, als steeds, om den strijd
tot het uiterste aan te kondigen. Wanneer
de Rijksdag den 8en dezer weer bijeen
komt, dan zal men zien wat er van deze
energie-opflikkering overblijft tegenover de
verdubbelde kracht en dwang van de Fran-
schen en de Belgen.
DE BOMAANSLAG TE DUSSELDORF.
Van bevoegde Duitsche zijde wordt naar
aanleiding van de Fransche bewering, dat
een Duitscher de dader zou zijn, opgemerkt,
dat het niet bekend is of die meening juist
is. Mocht het onderzoek uitwijzen, dat in
derdaad een Duitscher de dader is, dan zou
de Duitsche regeering dit ten zeerste be
treuren. Bij de besprekingen met den nun
tius heeft de rijksregeering verklaard, dat zij
elke misdadige geweldpleging veroordeelt.
Die veroordeeling kan zij slechts ten strengste
herhalen. Misdadige gewelddaden zijn nie
mand nuttig, doén de Duitsche zaak schade
en leiden tot nieuwe represailles.
Volgens den „Lokal Anz." hebben de Fran-
schen in het Rijksbankfiliaal te Gelsenkir-
chen 6 milliard mark in beslag genomen.
UIT NOORWEGEN.
De werkgevers in de Noorsche mijnin
dustrie hebben het voorstel van de officieele
ibemiddehngscommissie voor ecne overeen
komst betreffende de nieuwe loonen ver
worpen. Dit voorstel was door de arbeiders
aangenomen. Thans is tegen a.s. Woensdag
PRESIDENT HARDING.
De begrafenisplechtigheid van president
Harding zal zich kenmerken door grooten
eenvoud. De regeling is vastgesteld door
president Coolidge. Hijzelf, de hoofdrechter
in het Opperste gerechtshof, Taft, de minis
ters, en leden van het Congres, verder hoog
geplaatste autoriteiten uit de staatscolle
ges, de departementen en uit leger en vloot,
zullen aan de plechtigheid deelnemen. Naar
men verneemt, zal oud-president Wilson
niet in staat zijn de plechtigheid in het ka
pitool bij te wonen. Het stoffelijk overschot
van president Harding zal Dinsdagmiddag te
Washington arriveeren. Het wordt van het
station overgebracht naar het Witte Huis
onder escorte van een eskadron cavalerie
en een bataljon veldartillerie. Achter de
kist zullen Coolidge en andere hooggeplaat
ste persoonlijkheden loopen.
Tot Woensdag blijft het lijk in de Ooste
lijke Kamer van het Witte Huis; dan wordt
het overgebracht naar het Kapitool.
Het is niet bekend of er in het Witte
Huis nog een particuliere dienst zal zijn;
dat zal van mevr. Harding afhangen.
In het Kapitool wordt de kist op een
praalbaar geplaatst. Er is dan gelegenheid
voor het publiek om te defileeren, tot zes
uur 's avonds. Een uur later vertrekt de
trein met de kist naar Marion, waar Vrij
dag de begrafenis plaats vindt.
President Harding was, vóór hij President
der. Unie werd, eigenaar van de Marion
Star. Hij had als jongen van 19 jaar het blad
gekocht voor zoo goed als niets. Het was
toen ook een blaadje van niets, maar door
onvermoeiden arbeid van Harding (en later
ook van mevrouw Harding) werd er een
goed rendeerende, zij het ook erg pro
vinciale of liever locale krant van gemaakt.
Het succes was te meer opmerkelijk, om
dat het kleine plaatsje Marion een in meer
derheid democratische bevolking had en
Harding in zijn krant van den beginne af
aan (November 1884) de Republikeinsche
beginselen hoog hield. In de eerste jaren
van Harding's beheer over het blad, schreef
hij het in hoofdzaak zelf, trad op als ad
vertentie-colporteur, en -hielp zoowel bij
het zetten als opmaken van het blad, als
met het drukken, dat op een oud hand
persje gebeurde. Was de kleine oplaag ge
drukt dan moest het zetsel onmiddellijk
worden gedistribueerd; want er was maar
zoo weinig letter, dat geen twee kranten
tegelijk gezet konden wezen. Maar Har
ding bracht de courant vooruit en verdiende
er op den duur flink geld mee. Pas kort
geleden, nj. vóór het vertrek naar het
Westen der Unie en Alaska, verkocht
Harding zijn courant, en voor een mooi
bedrag. Het verkoopen van couranten (met
abonnementen, advertentie-contracten en
redactie-personeel) is in de Ver. Staten iets,
dat nog heel wat vaker voorkomt dan b.v.
hier te lande. Maar, hoe dit zij, Harding
heeft zijn blad verkocht. De politiek en
het vak van dagblad-exploitant hebben
hem, naar thans blijkt, heel wat opgeleverd.
Vrienden van den thans overleden presi
dent hebben nl. verteld, dat hij 700,000 a
800,000 dollar nalaat, waarvan verreweg
het grootste gedeelte met zijn courant was
verdiend.
DE ECONOMISCHE TOESTAND
VAN OOSTENRIJK.
Over het vijfde rapport van den com
missaris-generaal van Oostenrijk, meldt de
Weensche correspondent van de N. R. Ct.
nog het volgende::
„Voor de eerste maal heeft de regeering
den commissaris-generaal een staat om
trent de werkelijke inkomsten en uitgaven
en wel van het eerste kwartaal van het
loopend jaar doen toekomen, waaraan het
volgende is ontleend: In de eerste drie
maanden des jaars beliepen de uitgaven
2152 milliard kronen, de inkomsten daaren
tegen 1176 milliard kr„ en het tekort mits
dien 976 milliard kr., of per maand 325
milliard kr., tegen een in het goedgekeurd
financieele program geraamd deficit van
339 milliard kr.
De grootste besparingen konden worden
gemaakt in het binnenlandsch bestuur, bij
den dienst der staatsschulden, de leger-
organisatie, pensioenen en enkele staats
bedrijven. Daarentegen beliep het tekort in
het staatsspoorwegbedrijf 405 kr., tegen een
raming van 220 milliard kr. De belastingen
brachten aanzienlijk meer op dan de -ra
ming; een uitzondering maakten hierop de
transportbelastingen, die meer dan de helft
beneden de raming bleven terwijl voorts
het tabaksmonopolie eveneens minder op
bracht dan geraamd was.
Intusschen bedroeg de opbrengst van de
invoerrechten en van het tabaksmonopolie,
die voor den dienst der buitenlandsche
leening door den commissaris-generaal
wordit beheerd, niet minder dan 22.9 pet.
van het nominaal bedrag der leening van
650 millioen goudkronen. Na aftrek van het
voor den dienst der leening noodige bedrag,
kon mr. Zimmerman daarvan 479 milliard
kr. ter beschikking van de regeering stellen.
Wat den economischen tóestand des
lands aangaat, wijst de commissaris-generaal
in zijn rapport nog op enkele belangrijke
verschijnselen.
Het aantal werkloozen, dat einde Maart
nog 156.000 beliep, daalde einde April tot
132.000 en op 15 Mei tot 122.000; in het bij
zonder in de provinciesteden is een aanzien
lijke verbetering vast te stellen. In St. Pöl-
ten. Innsbriick en Bregenz verminderde het
aantal werkloozen met 70 pCt., in Linz,
Klagenfiirt en Sauerbrunn met ruim 50 pCt.
Gunstig voor den wederopbouw is voorts
dat het vreemdelingenverkeer gestadig toe
neemt; in Weenen steeg het aantal van
300.282 in 1919 tot 362.084 in 1920, 404.103
in 1921 en 439.914 in 1922, terwijl deze stij
ging ook in 1923, in weerwil van de groote
duurte, voortgaat.
Doch niet alleen door het vreemdelingen
verkeer, ook door belegging in ondernemin
gen van nijverheid en koop van effecten
neemt de invoer van buitenlandsche valuta
zoodanig toe, dat de betaling van den stij
genden invoer van grondstoffen der devie-
zencentrale geen moeilijkheden meer ver
oorzaakt en zelfs niet veroorzaken zou, wan
neer de door de buitenlandsche leening be
schikbaar geworden dtviezen niet voorhan
den waren.
In Januari moest de deviezencentrale
1.3 millioen pnd.st. invoeren, om aan alle
aanvragen van den staat, handel en nijver
heid te kunnen voldoen; in Februari was
dit tekort gedaald tot 680.000 pnd.st., in
Maart tot 460.000 pnd.st., en in April tot
321.000 pnd.st. Nu de deviezencentrale over
de opbrengst van de buitenlandsche kening
kan beschikken, kan uiteraard van geen te
kort nieer sprake zijn, het passief van de
betalingsbalans heeft daardoor voor een
actief plaats gemaakt.
Een verschijnsel, dat op toenemenden
rijkdom wijst is de vermeerdering van het
aantal auto's, die van 1 Januari tot 15 Mei
in Weenen alleen 425 beloopt. Al deze
verschijnselen bevestigen mijn vertrouwen
in het ondernomen werk, zegt mr.
Zimmerman, en hij uit de hoop, dat de
leening, waarop de inschrijving toen juist
was opengesteld, alom een gunstig ont
haal zal vinden om het tekort in de staats
huishouding te dekken doch ook om werken
van blijvenden aard uit te voeren, hetgeen
voor de financieele toekomst des lands van
het hoogste belang is.
RUSLAND EN HET VERDRAG DER
ZEEËNGTEN.
In een gesprek met een medewerker van
de Nakanune verklaarde Jordanski, de nieu
we sowjet-vertegenwoordiger te Rome, no
pens de onderteekening van de conventie
over de zeeëngten, dat Rusland bij dit ver
drag geenerlei verplichting op zich heeft
genomen, waar het in de toekomst moeilijk
heden van zou kunnen ondervinden. Verder
staat de gesloten conventie gelijk met een
officieele erkenning van de sowjet-regeering
als gelijkberechtigde met alle overige naties,
die het vredesverdrag van Lausanne onder
teekenden. Bovendien verkrijgt Rusland door
de onderteekening dezer overeenkomst zit
ting in /le internationale commissie van
controle over de naleving der conventie,
welke bij het verdrag voorzien wordt. Deze
omstandigheid stelt Rusland in staat niet
alleen voor de belangen van alle sowjet-
republieken te waken, maar ook zijn taak
op het gebied van „bescherming der onder
drukte naties aan de Zwarte-zeekust tegen
het imperialisme der West-Europeesche sta
ten" te vervullen. Van een politiek hierop
gericht zal Rusland onder geen omstandig
heden af le brengen zijn.
Met betrekking tot de Russisch-Italiaan-
sche verhoudingen merkte Jordanski op, dat
het op het huidig oogenblik gemakkelijker
zal vallen met Italië tot een overeenkomst
te geraken, waarbij normale verhoudingen
in het leven worden geroepen, dan met alle
andere „imperialistische staten". De Italiaan
sche bevolking koestert zeer vriendschap
pelijke gevoelens voor Rusland en voor zoo
ver het contract met Rusland aangaat, is de
politiek van de Italiaansche regeering ver
geleken met die van andere West-Europee
sche regeeringen de minst imperialistische.
Verder heeft Italië veel belang bij handels
relaties met Rusland om den economischen
toestand van Italië te verbeteren. Het Rus
sische graan, steenkool, hout, petroleum en
verdere producten zijn, gezien het goed-
koope zee-transport, voor Italië aangewezen
artikelen. Oekraine heeft reeds tamelijk
groote partijen mangaan-erts naar Italië uit
gevoerd, maar de uitvoer uit Rusland naar
Italië, zoo goed als de uitvoer van nijver
heidsproducten uit Italië naar Rusland zou
veel grooter afmetingen kunnen aannemen,
wanneer het gelukte officieele betrekkingen j
aan te knoopen op vasten duidelijken grond
slag. Want op het oogenblik zijn de Rus
sisch-Italiaansche verhoudingen alleen nog
maar geregeld bij een tijdelijke handels
overeenkomst.
DUITSCH VLIEGTUIG VERONGELUKT.
Toen twee Duitsche vliegtuigen, op weg
naar Gothenburg, Zondagmiddag om vier uur
het eiland Moen passeerden, moest een der
toestellen wegens een motordefect dalen.
Het riep door middel van lichtbommen het
andere vliegtuig te hulp. Dit streek met
een zoodanigen schok op het water neer,
dat het kenterde en geheel vernield werd.
De bestuurder Schultz, die niet kon zwem
men, is verdronken, de passagier is door
het andere vliegtuig gered.
Binnen korten tijd wordt een handels
overeenkomst tusschen Zuid-Slavië en Rus
land verwacht. Na de totstandkoming van
economische, zullen ook de diplomatieke
betrekkingen tusschen Moskou en Belgrado
worden aangeknoopt. De onderhandelingen
zullen te Praag worden gevoerd.
- Het comité van actie van Duitsche re-
volutionnaire en radicale vakvereenigingen
had Zondagmiddag een betooging door Dres
den georganiseerd. Op de Oude Markt kwam
het tot botsingen met de politie, ten gevolge
waarvan de optocht de vlucht nam naar een
markthal. De deuren van deze markthal
konden nog juist worden gesloten. Evenwel
ontstond een zoodanige onrust onder het
koopende publiek, dat dit voor het meeren-
deel vluchtte, zonder er aan te denken eerst
te betalen.
Er is vervolgens nog een andere optocht
gehouden van 300 jongelieden, die met knup
pels en boksbeugels tegen de politie optrad.
Verder zijn er nog in eenige café's de ruiten
ingegooid. Van veel belang zijn de relletjes
tot dusver nog niet geworden.
De Duitsche Rijksraad heeft Zaterdag
de beraadslagingen over de nieuwe belasting
wetgeving geëindigd. De verbruiksbelasting
is goedgekeurd. Het ontwerp omtrent de
kolenbelasting heeft eenige wijziging onder
gaan, zoodat He minister van financiën uit
stel van betaling kan verleenen, indien eco
nomische overwegingen dit wenschelijk ma
ken. Het wetsvoorstel omtrent een Rijn- en
Roeroffer is eveneens met enkele wijzigingen
goedgekeurd. De wet, die de vooruitbetaling
van inkomstenbelasting regelt, is eveneens
met enkele wijzigingen aangemfcnen. Onver
anderd werd aangenomen de wet tot voor
uitbetaling der omzetbelasting.
Het indexcijfer voor de berekening der
prijzen in de hotels der bad- en kuurplaatsen
in Duitschland bedraagt deze week 85,000
(vorige week 42,000).
Het te Heidelberg gehouden congres
der Rijnlandsche centrumspartij heeft on
langs een protestmotie aangenomen tegen
het separatisme, den tegen het volkenrecht
indruisenden inval atfn de Roer en de ge
welddaden der bezetting en daarvan mede-
deeling gedaan dan president Ebert. Deze
heeft nu het partijbestuur een brief ge
schreven, waarin hij zegt: „De motie is een
nadrukkelijke en belangrijke betuiging van
de trouw der bevolking van het Rijnland en
het Roergebied aan het Rijk en aan het
Duitsche volk en een ondubbelzinnige wra
king van elk door vreemde mogendheden
op Duitsch gebied gekweekt streven naar
afscheiding. Moge het protest tegen het re
gime van geweld tegen de vredelievende
bevolking van het B. G. in de wereld ge
hoor vinden."
Volgende op het internationale inter
parlementaire congres zal te Kopenhagen
het zeventiende anti-alkohol-congres Wor
den gehouden op 20 Augustus. Men ver
wacht ongeveer 650 afgevaardigden die on
geveer 40 landen vertegenwoordigen. De
Deensche minister van binnenlandsche
zaken dr. Kragh is eerevoorzitter.
Uit Lausanne, wordt gemeld, dat Ismet
pasja Zaterdag niet het Turksch-Ameri-
kaansch verdrag geteekend heeft, maar een
nieuwe formule voorgesteld heeft. Waar
schijnlijk zal de Amerikaansche delegatie
hierover met Washington moeten raadple
gen.
De Izwestia schrijft naar aanleiding
van de uitspraak van het permanente hof
van internationale justitie inzake de door
Finland voor dat hof gebrachte Oost-Kareli-
sche kwestie: „Het avontuur van de witgar-
distische Finnen voor het Haagsche Hof en
voor den Volkenbond is een fiasco gewor
den. Wij willen hopen, dat de leidende krin
gen in Finland zullen begrijpen, dat de ware
belangen van Finland door een andere hou
ding tegenover Sowjet-Rusland gediend zul
len zijn."
De prins-regent van Japan lj^eft dezer
dagen den heiligen berg Focdsji-iama be
stegen. Hij deed dezen tocht met een klein
gezelschap en bezocht de verschillende
rust- en heilige plaatsen, die op den berg
aangelegd zijn. Op den meer dan 4000 meter
hoogen top waar vele pejgrinis, journalisten
en fotografen den prins wachtten, bleef hij
drie uren. Dit is naar het schijnt de eerste
keer dat een lid van de keizerlijke familie
dezen tocht ondernomen heeft.
Het Deensche departement van landbouw
heeft verslag uitgebracht over het eerste
half jaar van 1923; hieruit blijkt een groote
vermeerdering. Boter steeg met 16 percent
tegenover hetzelfde tijdvak van 1922 en met
18 percent tegenover 1913; eieren stegen
met 6 percent tegenover 1922 en met 69
percent tegenover 1913; ham en spek ste
gen met 54 percent tegenover 1922 en met
29 percent tegenover 1913. De waadde in
cijfers is slechts over de 5 eerste maanden
beschikbaar, maar hier is ook een aanzien
lijke vooruitgang merkbaar. Van den ge-
Reelen export, bedragende 580 millioen
kronen, komen 502 millioen op rekening
van landbouwproducten, zijnde een vermeer-
dering>van 138 millioen vergeleken bij het
vorige jaar. De import van landbouwpro
ducten steeg met 96 millioen en bedroeg 254
millioen.
Een van Europa's vooraanstaande des
kundigen op juridisch gebied professor Otto
Hintze van de universiteit te Berlijn heeft
een onderzoek ingesteld en daarover een
artikel geschreven in het Zweedsche blad
Dagens Nyheter waarin hij' tot de conclusie
komt, dat de Zweedsche wet op de troon
opvolging geen beletsel vormt voor het hu
welijk van den Zweedschen kroonprins met
de prinsen van Battenberg.
De nationale bond voor de toeneming
van de bevolking van -Frankrijk maakt in
zijn jongste mededeeling bekend, dat er
in de eerste zes maanden van dit jaar in
de tien grootste steden van Frankrijk (Pa
rijs, Marseille, Lyon, Bordeaux, Rysel,
Straatsburg, Nantes, Toulouse, St. Etienne,
Havre), 47,796 kinderen geboren zijn tegen
54,056 in 1921 en 48,654 in 1922.
In 1922 heeft het aantal geboorten in
Frankrijk dat der sterfgevallen met 70,000
overtroffen. In Duitschland was dat cijfer
in hetzelfde jaar 513,0(10.
In den laatsten tijd zijn door buiten
landers, met name door Tsjechen, in Zuid-
Slavië, en in het bijzonder in Dalmatië, groote
hoeveelheden grondstukken aangekocht.
Teneinde hieraan paal en perk te stellen
heeft het Zuid-Slavische ministerie van
justitie thans bepaald, dat de aankoop van
grond door buitenlanders slechts wordt toe
gestaan wanneer er tusschen Zuid-Slavië en
het vaderland van den gegadigde een reci-
prociteits-verdrag bestaat. Bovendien moet
voor terreinen die minder dan vijftig kilo
meter van de zee of van de grens af liggen
steeds een bijzondere machtiging van de
ministeries van oorlog en van binnenlandsche
zaken worden aangevraagd.
KARDINAAL GASPARRI.
Het Centrum heeft zich fn verband me
het bericht omtrent de aankomst van Kar
dinaal Gasparri in ons land om inlichtingen
gey/end tot het Aartsbisdom, alwaar hier
omtrent niets bekend was.
Het bericht zal dus op misverstand be
rusten.
DE OPVOLGER VAN MINISTER
DE GEER.
Naar het Centrum verneemt zal in de va
cature van Minister de Geer tot Minister van
Financiën benoemd worden de heer H. Co-
lijn, de leider der anti-revolutionaire partij en
oud-minister van Oorlog.
UIT DE TEXTIELINDUSTRIE.
De Besturen der vier Textielarbeidersor
ganisaties hebben aan de werkgevers en de
werkgeversvereenigingen in het Textielbe
drijf een uitvoerig schrijven gericht, waarin,
in verband met de werkloosheid en den ver
korten werktijd in de Textielindustrie, wordt
aangedrongen op het in leven roepen van
een wachtgeldregeling, waarvan de kosten
door werkgever, rijk of gemeente gedragen
worden. Ten aanzien van de werklozenkas
sen, die in de afgeloopen maanden van dit
jaar reeds meer dan 25.000 uitkeerden,
wordt in dit schrijven gezegd, dat, mocht de
tegenwoordige werkloosheid zich blijven hand
haven, zeer spoedig tot stopzetting der uit-
keeringen moet worden overgegaan.
HET OVERLIJDEN VAN PRESIDENT
HARDING.
Het departement van Buitenlandsche Za
ken heeft den tijdelijken zaakgelastigde van
Nederland te Washington telegrafisch op
gedragen, aan de Amerikaansche regeering
t e deelnerriing der Nederlandsche regeering
te betuigen met het overlijden van president
Harding.
Zaterdagmorgen heeft, bij afwezigheid van
den minister van Buitenlandsche Zaken, de
secretaris-generaal van het departement,
jhr. mr. A. M. Snouck Hurgronje, namens
den minister een bezoek van rouwbeklag
afgelegd ten huize van den Amerikaanschen
gezant bij het Nederlandsche Hof, den heer
Richard Tobin.
Van de woningen der vreemde gezanten
te 's-Gravenhage zijn, in verband met het
overlijden van president Harding de vlaggen
hunner landen halfstok geheschen.
NATIONALE VOLKSFEESTEN
Men verzoekt ons het volgende op te
nemen:
Nu allerwege de voorbereiding voor de
jubileumfeesten van H. M. de Koningin
volop in gang is, willen wij nog eens de
aandacht vestigen op een onlangs door de
Tucht-Unie uitgebracht rapport over het
voorkomen van tuchteloosheid bij nationale
volksfeesten.
De Tucht-Unie laat de vraag in het mid
den of in het algemeen bij volksfeesten los
bandigheid overheerschend is. Maar wel
meent zij, dat de echte, ware feestvreugde
van duizenden bij zulke gelegenheden dik
wijls door tooneelen van losbandigheid van
enkelen, meest gevolg van overmoed, of wat
zooveel erger is van drankmisbruik, wordt
vergald. In welke bedenkelijke gevolgen,'
scheld- en vechtpartijen, zelfs misdadige
j handelingen, deze losbandigheid zich soms
Iuit, weet ieder, die niet opzettelijk de oogen
daarvoor gesloten houdt.
Of bestrijding van dit euvel door een ver
ordening op het geheel of gedeeltelijk ge
sloten houden van de huizen van drankver
koop, of door een zg. tapverbod doeltref
fend zoude zijn, laat de Tucht-Unie ter be
oordeeling aan anderen over. Zij wenscht
echter met nadruk te wijzen op een andere
wijze van bestrijding, naar haar oordeel de
meest doeltreffende, die gelegen is in het
geven van de juiste leiding aan den alles
zins begrijpelijken en redelijken voiksaan-
drang om eens uit zijn sleur te komen, van
harte vroolijk te zijn en feest te vieren, zelfs
tot uitgelatenheid toe. Met een goed geko
zen feestprogramma, vol van attractie, dat
veel genot belooft en veler medewerking
vraagt om velen te doen genieten,
bestrijdt men tienmaal beter de losbandig
heid bij het feestvieren dan met welke
verbodsbepalingen ook. Laat het volk eens
„uit" zijn, laat het vol zijn, zelfs boordevol
van feestvreugde; te midden van het een
tonige alle-dags leven heeft het daaraan
behoefte. Indien men het slechts de regel
matige wegen opent om aan zijn omstui-
migen drang uiting te geven, dan zal het de
onregelmatige wegen niet bij voorkeur be
treden.
In het programma ligt het geheim. En van
dit programma ligt het geheim in de mede
werking van een zoo groot mogelijk aantal
feestvierenden.
Het rapport van de Tucht-Unie legt op
dit punt, op de volle, actieve medewerking
van het volk zelf, allen nadruk; het noemt
daarvoor speciaal athletiek-, sport-, spel
en gymnastiek-demonstraties en wedstrijden
(ook volkswedstrijden) en medewerking aan
talrijke vertooningen. Men moet niet bang
zijn voor wat gehos, wat luidruchtigheid en
wat gejoel, al zou men dankbaar mogen zijn,
wanne,er de pogingen van zoovelen met de
Tucht-Unie om den volkszang iets te ver
edelen, reeds in uitgebreiden kring vrucht
hadden gedragen. De uitgelatenheid is ech
ter slechts voor ontaarding te behoeden,
wanneer de breidel der oprechte tucht, zelf
tucht en leiding door anderen, niet los
gelaten wordt. Daarom: feestcommissies, be
steedt den uitersten zorg aan uw program.
Zorgt voor „elck wat wils", voor afwisse
ling, voor vlug tempo, voor medewerking
van allen, die daarvoor slechts eenigszin»
in de termen vallen. En geeft geen feeste
lijkheden, die tot dierenkwelling (of men-
schenkwelling) aanleiding kunnen geven!
Het rapport van de Tucht-Unie gedenkt
met dankbaarheid het uitnemende werk, dat
door vele vereenigingen voor volksvermaken
op dit gebied reeds is verricht. Maar niet
overal hebben zulke vereenigingen de lei
ding. En bij de aanstaande jubileumfees-oa
is bovendien de omvang zoo geweldig, dat
duizenden, die zich nooit veel met deze
dingen inlieten, thans leidende functies in
feestcommissies bekleeden. De Tucht-Unie
wekt hen allen met klem op, met ervaring,
elders opgedaan, rekening te willen houden.
Het rapport wijst ten slotte op de wen-
schelijkheid voor grootere plaatsen, om de
feesten niet al te veel te centraliseeren, niet
het minst met het oog op de kinderen.
Een groot en schitterend feestnummer,
zooals een vuurwerk, waarbij de massa s
zich, dikwijls niet zonder gevaar, schuivend
en dringend op elkander hoopen, terwijl
toch betrekkelijk weinigen er in kunnen
slagen, een goed plaatsje te veroveren, zal
in het algemeen niet zooveel genot geven,
als bescheidener soortgelijke nummers op
meerdere plaatsen tegelijk vertoond, waarbij
alle toeschouwers alles behoorlijk kunnen
zien. In het buitenland zagen we menigmaal
deze methode met uitstekend gevolg toe-
gepast.
Het rapport is bij den secretaris, den heer
J. M. van Hoogstraten te Baam verkrijg-
baar.
Ten slotte drukken wij hieronder nog een#
de beide feestprogramma's af, waarvan de
Tucht-Unie zijn rapport vergezeld heeft
doen gaan.
Zaterdagmorgen zijn dl deelnemers aan
de vliegwedstrijden, die in Gothenburg ge
houden worden, vertrokken.
De start der verschillende vliegtuigen had
bij goed weder plaats zoodat alle verwachtin
gen van een voörspoedigen overtocht gun
stig mogen genoemd wordfti.
Het doel van den tocht is om tegen 4 uur
te Gothenburg aan tegkomen.
In verband met de groote vaneenng in de
snelheid hunner motoren werden de vliege
niers geheel vrijgelaten in de keuze van het
uur van vertrek.
Aan den start namen deel éen Hollandsen
vliegtuig, de Fokker C.D. IX, bestuurder ir.
Grasé met 'n Napier Lion-motor, drie En-
gelschen, de Havelland 50 met Siddeley
Pumamotor, piloot mr. Cobham, de Havil-
land 37 met Rolls Royce, twee Duitsche
waarvan één Junker met den bekenden pi
loot Zimmermann en een watervliegtuig met
als bestuurder Thiedemann en ten slotte
twee Zweedsche machines een Bréguet be
mand met Lt. Södelberg en Lt. Kjellgren
met een Tummelis é-machine.
De tocht gaat over Bremen en Kopenha
gen! naar Gothenburg, terwijl alle vliegeniers
verplicht zijn twee uur rust te nemen, éen
uur te Bremen en één te Kopenhagen.
In Gothenburg zullen de vliegeniers nog
aan andere wedstrijden deelnemen.
DE SNELHEIDSWEDSTRIJD^
ROTTERDAM—GOTHENBURG. s
Zaterdag heeft de snelheidswedstrijd Rot
terdamGothenburg plaats gehad, waarvoor
op het vliegterrein aan de Waalhaven te
13. l
Zij ging de trap af en verliet den molen.
De wind koelde haar wangen af en boven
haar blonken de gouden sterren in volle
klaarheid. Kathe schaamde zich over hare
ij dele droomerij, maar was die niet geweest
als een duizeling, waar men niets tegen kan
doen en die ook den gezondsten en krach-
tigsten mensch op eens overvalt
Reeds van verre zag zij de lichten der villa
door de boomen flikkeren en toen zij het
huis binnen ging, klonk de piano haar in den
corridor te gemoet. Een prachtig instrument,
maar ellendig bespeeld 1 Mevrouw von
Urach had heden kleine receptie, en oud en
jong kwam op de thee. De oudere leden van
het gezelschap zaten aan de speeltafel en de
jongeren maakten muziek, praatten en ver
maakten zich naar welgevallen, zoodat men
ongedwongen tot tien uur te zamen was.
Kathe maakte spoedig toilet en ging het
salon binnen. Er waren slechts weinig gas
ten. Eén speeltafeltje was bezet en de kring
om de theetafel zag er vrij verlaten en een
zaam uit.
Henriette schonk thee. Zij had weder een
hel rood lint in het haar en een fluweelen
jakje zonder mouwen van gelijke kleur over
een licht blauw zijden kleed. Het bleeke,
smalle gezichtje kwam haast spookachtig
uit dien opschik te voorschijn, maar de groote
oogen glinsterden met een zonderlingen
glans. „Bruck is er weer," fluisterde zij met
een zekere ontroering Kathe in het oor, en
wees door de aangrenzende kamer, waar de
arme piano nog voortdurend werd mishan
deld, naar Flora's vertrek. „Kathe, hij ziet
er uit, of hij nog gegroeid is, zoo groot en
zoo indrukwekkend. Hemel, zet toch niet
zulk een' ernstig nonnengezicht viel zij
zich zelve in de rede. Zij was blijkbaar zeer
opgewonden. „Allen zijn vandaag uit hun
humeur. Maurits heeft een depêche gekre
gen, die niet zoo prettig schijnt te zijn, en
grootmama is verschrikkelijk boos, wijl haar
ssalon zoo ledig is gebleven. Ach, en ik ben
blij, zoo blij 1 Weet ge, Kathe Eergisteren
dacht ik, bij dien aanval van benauwdheid,
dat Bruck mij als een lijk terug zou vinden.
Dat nooit, hoop ik. Ik wil niet sterven, als hij
er niet bij is."
Voor de eerste maal sprak zij van sterven
en het was goed, dat de toetsen der piano
krachtig werden aangeslagen en dat de drie
heeren aan den haard met luide stem aan het
redetwisten waren, want de laatste woorden
van de lijderes waren op vrij hartstochtelijken
toon uitgesproken. Kathe zag haar peinzend
aan mevrouw de presidents-weduwe wierp
over hare brilleglazen een scherp verwijten
den blik naar de theetafel, zoodat Henriette
oogenblikkelijk veranderde. „Ah bah, kan
dan iemand mij dit kwalijk nemen?" vroeg
zij dartel en spottend de schouders ophalen
de. „Niemand sterft graag alleen en de dok
ter is er voor, dat men, tot op het laatste oo
genblik toe, hoop weet te putten uit zijn
woorden."
Kathe wist genoeg de zieke ging niet
naar Dresden. Zij bedankte voor de thee,
die Henriette haar met zekere drift toereikte,
en haalde een klein, pas begonnen borduur
werk uit den zak.
„Och, steek dat toch weer weg," zei Hen
riette driftig, „denkt gij, dat ik hier wil blij
ven zitten, om geduldig toete zien, hoe gij
gedurig den draad ophaalt Zij stond op
en stak h?ar arm onder dien van Kathe. „Ga
eens mee naar de muziekkamer. Margaretha
von Giese slaat het instrument en onze hoof
den nog aan stukken, als zij aan dat onuit
staanbaar geweld geen einde maken."
Zij gingen de kamer in, maar de dame
aan de piano, die in haar kostelijk spel ge
heel verdiept scheen te zijn, speelde onver
stoorbaar door.
De groote deur, dien aar Flora's werkvertrek
leidde, stond zooals gewoonlijk op de kleine
receptieavonden, open, zoodat men het ge
heel kon overzien. Bij het door een doffen bal
lon gedempte licht had het een schemer
achtig aanzien tegenover de schitterend ver
lichte salons, en de donkerroode kleur ver
toonde zich hier en daar als 'n somber zwart.
Met over elkander geslagen armen stond
Flora bij de schrijftafel, de handelsraad zat
op zijn doode gemak in een ruimen stoel en-
Bruck bladerde in een boek. Hij was bleeker
dan andershet licht der lamp, dat uit de
hoogte op zijn voorhoofd viel, deed twee
zware plooien in zijn voorhoofd en een zeer
donkere schaduw onder zijn oogen duidelijk
voor den dag komen, en toch zag hij er, met
zijn schoon en beteekenisvol gelaat, jonger
uit dan zijn verloofde.
Zonder een woord te zeggen, ging Henriet
te de kamer binnen, de jonge lieden waren
immers niet alleen Kathe, die nog altijd
Henriette's arm onder den haren hield, aar
zelde op den drempel. Het gezicht van Flora
deed haar onwillekeurig huiveren zij las er
een trek van ongeduld en toorn op, klaar
blijkelijk was zij in een zeer slecht humeur.
Aanstonds bij het binnentreden van mathe
wierp Flora een spotachtigen blik op hare
zuster, die heden voor het eerst de eentonige
zwarte kleeding voor een lichtere had ge
ruild.
„Kom maar binnen, Kathe riep zij,
zonder hare houding te veranderen. „Gij
zijt wel als gewoonlijk in deftige zijde en ziet
er uit als een papieren kerstmis-engel, terwijl
gij den sterksten mensch radeloos maakt met
dat onophoudelijk ruischen en knetteren van
uw deftige japonnen. Zeg mij toch eens,
waarom gij altijd die zware stoffen draagt,"
viel zij zich zelve in de rede. „Zij voegen u,
bij het keukenwerk te Dresden, ais een vuist
in het oog."
„Och, dat is een zwak van mij, Flora,"
antwoordde Kathe met een kalmen lach. „Het
is wel wat kinderachtig, maar ik hoor graag
dat ruischen van de zijde, het klinkt zoo def
tig, zoo majestueus. In de keuken draag ik ze
natuurlijk niet, gelijk gij zelve wel begrijpen
kunt."
„Hoor eens aan, hoe trotsch zij over die
„keuken" spreektDwaas kind Ik zou u
wel eens willen zien met het katoenen voor
schoot tusschen de vuile potten en pannen
in. Nu, ik zeg ieder zijn smaak. Wat mij be
treft, ik bedank." Langzaam en bijna loe
rend sloeg zij de oogen op naar den dokter,
die juist kalm en bedaard het boek dicht sloeg
en op tafel lei.
Kathe voelde, hoe de kleine hand van Hen
riette op haren arm tot een vuist werd ge
bald. „Kom, loop Flora riep zij schijn
baar vroolijk, „nog geen vijf maanden gele
den hebt gij dikwijls genoeg bij Christel in
de keuken u met de potten en pannen be
moeid of het u goed van de hand ging zou
ik niet durven zeggen, maar de goede wil
strekt u evenzeer tot eer als het wit linnen
voorschoot u netjes stond."
Flora beet zich op de lippen. „Gij leutert
weer, zooals gewoonlijk, en gij hebt eene
aardigheid, want meer dan dat was het niet,
een luim volstrekt als zoodanig niet kunnen
begrijpen, maar voor ernst opgevat." Met
een eenigszins gebogen hoofd ging zij naar
het venster. Zij was werkelijk schoon in het
witte alpaca-kleed met den langen sleep.
De handelsraad sprong op. „Nu, Floortje,
hebt gij nu lust mee te gaan?" riep hij.
„De salon is wanhopend leeg natuurlijk.
Er is een diplomatieke soirée bij den vorst,"
zoo stelde hij zichzelve gerust. „Wij moeten
er echter een weinig leven in zoeken te bren
gen, anders is*grootmoeder dagen lang uit
haar humeur."
„Ik heb al een half uur geleden bij de'gas
ten mijn excuus gemaakt," antwoordde zij
ongeduldig. „Het artikel, waaraan ik bezig
ben, moet vandaag nog af.
Het was al in orde, als Bruck met jutst
gekomen was."
De dokter naderde de schrijftafel. „Heeft
het zoo'n haast? Waarom eigenlijk?" vroeg
hij, niet zonder een zweem van spotternij in
stem en gelaat.
„Waarom, mijn vriend omdat ik m^jn
woord wil houden," zei ze bits. „O, dat vindt
gij bespottelijk. Natuurlijk, het is ook maar
vrouwenwerk, en gij kunt u ter wereld niet
begrijpen, wie daarop wachten zou 1"
„Óver vrouwenarbeid in het algemeen
denk ik zoo niet
„In 't algemeen 1" riep zij luid lachende.
„Och ja, in die algemeen aangenomen op
vatting koken, braden, breien
„Gij hebt mij niet laten uitspreken, Flora,"
zei hij kalm. „Ik dacht evenzeer aan geestes-
als aan handenarbeid. Ik werp het vrouwen
vraagstuk volstrekt niet weg en wensch,
als iedereen die er verstandig over denkt, dat
de vrouw de mee voorwaarts strevende ea
verstandige hulp worde van den man, ook
op geestelijk gebied.
„Hulp. Hoe genadig Maar wij verlangen
geen genade, mijn vriend. Wij willen meer,
wij willen gelijkstrevenden en gelijkgerech
tigden zijn op elk arbeidsveld, in welke rich
ting ook."