LAATSTE NIEUWS 1 vam on o KUtiST EN KENNIS. MARKTMIEUWS. BEZOEK VAN MGR. BUCKX AAN ONS LAND. "fit onzi 0®st. DRftAOLOOZE TELEFOON CUNO AFGETREDEN. WEER EEN REDE VAN POINCARé. VAN HET HOP, H. M. dc Koningin-Moeder is voornemens *>P Zaterdag a.s. haar zomerverblijf het pa- Jeis van Soestdijk te verlaten. DE RESTAURATIE VAN DEN DELFTSCHEN TOREN. 2ooals bekend zal, behalve het koor, ook de toren van de Nieuwe Kerk te Delft een belangrijke restauratie ondergaan. In de uit voering van dit werk is evenwel vertraging gekomen doordat in de oorspronkelijke plannen op advies van de Rijkscommissie voor Monumentenzorg nog enkele ingrij pende wijzigingen zijn aangebracht. Omtrent het plan, dat nu, behoudens enkele kleine détails, is goedgekeurd, kan het volgende worden medegedeeld: Uit een onderzoek is gebleken, dat de muren van de hai zich in vrij goeden staat ..bevinden, zij zullen worden ontdaan van de tamelijk dikke pleister- en kalklaag, zoodat weer evenals vroeger de baksteen zichtbaar wordt. In het nieuwe gewelf dat in de hal wordt gebouwd, wordt een ringvormige ope ning gelaten, ten einde zoo noodig de klok ken daardoor te kunnen laten zakken. Uit de overgebleven fragmenten van het oor spronkelijke gewek is de hoofdverdeeling terug te vindén, zoodat alles in don ouden toestand teruggebracht kan worden. De roode vloer boven het gewelf, welke in zeer slechten toestand verkeert, zal ge heel vernieuwd worden. In den scheidingswand tusschen kerk en toren worden ramen aangebracht, zoodat het licht uit de kerk in de hal kan vallen. Ter versterking van den toren wordt in de hal een balustrade aangebracht ter hoogte van. den oorspronkelijken tusschen- vloer, waarop het windtoestel van het orgel rustte. De balustrade zal toegang geven tot het orgel. De bedoeling is verder om in de hal een fraaien vloer te leggen en den hoofdingang van. het kerkgebouw te wijzigen. Het werk zal worden uitgevoerd onder leiding van architect ir. Klijnen te 's-Gra- renhage. WAARDEVOLLE ZENDING NAAR NEDERLAND. 'Aan het kantoor der Nederlandsche Han del Maatschappij te Amsterdam, werden gisterenmiddag afgeleverd de stukken der 6 pet. Nederlandsch Indische leening van 1.000,000, waarop de inschrijving 19 Ja nuari j.l. alhier openstond. Zooals men zich herinneren zal maakte deze 1,000,000 deel uit van een 5,000,000 leening, waarvan 4,000,000 in Londen werd ondergebracht. De voor Nederland bestemde obligaties verden per ss. .Batavia" te Rotterdam aan gevoerd en vandaar per auto naar Amster dam gebracht. HET VIERDE PERRON. Naar wij vernemen, verwacht dq directie der Nederlandsche Spoorwegen in Amster dam, tijdens de jubileumsfeesten een groo- ten toeloop van bezoekers. In vérband hier mede zal het vierde pertOB Westzijde van het C. S. tegen dien tijd gereed worden ge maakt. SECRETARISSEN DER KAMERS VAN KOOPHANDEL. De Vereeniging van Secretarissen van Ka mers van Koophandel en Fabrieken in Ne derland heeft besloten, ter gelegenheid van de 9de Nederlandsche Jaarbeurs een ver gadering te houden op 15 September a.s. te Utrecht. De vergadering, welke des mid dags zal aanvangen, zal worden voorafge gaan door een collectief bezoek der leden Kan de Jaarbeurs. HET VLEESCHWAREN-BESLUIT. Naar „De Slagerscourant" verneemt, zal het Vleeschwaren-besluit vermoedelijk begin 1924 afgekondigd worden. Het blad weet mede te deelen, dat de ontheffing van art. 7 van het K. B. van 26 April 1922 betref fende den invoer van versch vleesch zonder organen aan Amerika op verzoek van de jregeering der Vereenigde Staten verleend is. Deze ontheffing is ook verleend aan Ar gentinië, Nieuw-Zeeland, Zuid-Afrika, Dene marken en Uruguay. Jhr. Mr. O. F. A. M. VAN NISPEN TOT SEVENAER. De Nederlandsche gezant bij den Pause- fijken stoel, jhr. mr. O. F. A. M. van Nispen tot Sevenaer, Is met verlof hier te lande aan gekomen. OP WIERINGEN TERUG. Na bijna drie weken op Huize Doorn te nebben vertoefd, is de Duitsche ex-knxm- prins in gezelschap van burgemeester Kolff weder in de pastorie te Oosterland aangeko men. Naar men ons uit Kerkrade meldt, zal Mgr. Buckx, Apostolisch Vicaris van Fin land, kort na zijn bisschopswijding zijn ge boorteplaats Born (L.) bezoeken. DE LEIDSCHE WETHOUDERS ZETELS. Zooals eenigen tijd geleden is meegedeeld Werd door de rechtsche raadsclu^, bestaande uit de leden van artti- revolutionnaire, chr. historische en r. katho lieke raadsfracties, aan drie vrijzinnige frac ties het verzoek gericht een candidaat voor den vierden wethouderszetel uit hun mid den aan te wijzen. In een vergadering van de .leden van den Vrijheidsbond en den Vrijz. Dem. Bond is als zoodanig aangewezen de heer Aug. L, Reimeri 3 ger. HET TWEEDE KAMERLID MOEREL. Men meldt uit Oudewater, dat de toe stand van het Tweede Kamerlid den heer F. A. Moerel zeer zorgwekkend is. ONOORDEELKUNDIGE TEWERK STELLING VAN WERKLOOZE ARBEI DERS. Door mevrouw de Vries-Bruins zijn aan den Minister van Arbeid, Handel en Nijver heid de volgende vragen gesteld 1. Is het den Minister bekend, dat werk- Iooze arbeiders (gehuwden en kostwinners) uit de gemeente Vlachtwedde naar den dij- kenaanleg van den Thomas van Seeratenpoi- der gezonden worden, terwijl werk uit de ge meente Vlachtwedde aan arbeiders van Win schoten wordt opgedragen voor wie men met Rijkssubsidie houten barakken bouwt? 2. Is de Minister van oordeel, dat door de ze regeling regelmatige ontevredenheid wordt bevorderd en uitgaven geschieden, die bij een juist inzicht van den Rijksinspecteur in dc betrokken streek voorkomen "hadden kun nen worden? REIS NAAR ROME 1924. Door de Federatie der Dice. R.K. Volks- en Werkliedenbonden zal in het voorja'ar "van 1924 weder eene reis naar'Rome worden ge organiseerd. Het plan bestaat or.i gelegenheid te geven tot het doen van eene 10-daagsche of eene 14-daagsc'ne reis. Beide groepen zullen bij voldoende deel name, vertrekken op 25 April, te Lucern een nacht en een dag verblijven, te Milaan over nachten en dan rechtstreeks doorreizen naar Rome. De eerste groep verblijft daar vier dagen is 5 Mei weer thuis. De tweede groep blijft 6 dagen te Rome, vertoeft op den terug weg een dag in den omtrek van Göschenen en het Vierwaidst attermeer (logies te Lucern) een dag in den omtrek van Mieringen, Aresch lucht, Interlaken en Schertzliger., een dag in Bern en is 9 Mei weer thuis. DE TWEE PANDEN TE ROTTERDAM. Met betrekking tot de dezer dagen ge publiceerde vragen door het Kamerlid van Ravesteijn gesteld in zake een te geven be stemming aan de panden Kruisstraat 50/2 te Rotterdam, deelt minister de Geer het volgende mede Het is hem bekend, dat te Rotterdam de panden Kruisstraat 50 en 52, die in 1919 door den Staat der Nederlanden gekocht zijn voor ongeveer 95.000, met de bedoeling er een kantoor voor den Rijksbetaalmeester te vestigen, nog steeds leeg en ongebruikt staan. Het iis juist, dat het uiterlijk van die panden er niet beter op wordt, doordat de straatjeugd deze bevuilt met zeer beschei den kosten zal dit zijn te herstellen. Inwen dig ondervinden de panden geen schade van het feit dat zij niet gebruikt worden. Het is den minister eveneens bekend, dat destijds na den aankoop voor een bedragSvan circa 88.000 aan de bedoelde panden werd verwerkt, de kosten van inrichting, centrale verwkrming enz. hieronder begrepen. Hij deelt de meening, dat bij verkoop der panden een zeer groot verlies door het Rijk zou worden geleden. Het schijnt veiliger, dit verlies niet in het openbaar te schatten, opdat de verkoopprijs niet gedrukt worde. Hij meende in geen geval tot verkoop te mogen overgaan zoolang niet vaststond, dat aan een betaalmeesterskantoor te Rotterdam, hetwelk thans onvoldoende is gehuisvest aan de Boompjes aldaar, als zoodanig geen be hoefte' meer zou bestaan. Toen het in ver band met de vertraging van de reorganisatie van den girodienst nog niet mogelijk bleek, omtrent de reorganisatie van den betaal- meestersdienst spoedig te beslissen, werd getracht de panden bij eenigen anderen Rijks dienst te benutten of te verhuren. Tot kort geleden is men daarin niet op bevredigende wijze geslaagd. Sedert onlangs is de mogelijk heid ontstaan, het gebouw voor een paar rijksdiensten te bestemmen. Zoodra de hier omtrent in gang zijnde onderhandelingen tot een gunstig einde zijn gekomen, zullen te dien aanzien de noodige maatregelen kunnen worden getroffen. HAAT TEGEN DE REGEERING, Uit Weltevreden wordt door Aneta ge meld, dat de procureur-generaal van het Hoog Gerechtshof aan het parket te Soera- Jiaye gelast heeft, een vervolging in te stel len tegen den heer Koch, hoofdredacteur van „De Indische Courant" (Oost-Java editie), wegens het uiting geven aan haat, vijandschap en minachting tegen de Indische regeering. Nieuwe restauraties van oude kerkelijke en andere kunst. Een Hoog Doorluchtig voor beeld. De techniek en de overwinning van de stof door den geest bij de Primitieven. Tot welk een verwarring en verbijstering, een grenzelooze willekeur een te groote mate van vrijheid kan voeren, dat leerde ons de. tentoonstelling der onafhankelijken. De meesten van hen begrijpen niet, net Zoo min als velen in het maatschappelijke leven dit beseffen, dat deze losbandigheid feitelijk niets is dan de ergste slavernij. Met schilders, die de techniek niet beheer- schen, spot de techniek en haalt zij de dolste uitzinnigheden uit. Zij worden de slaaf van toeval en willekeur en zij moesten zich dan ook niet de onafhankelijken, maar de afhankelijken noemen. Tot welk een vrijheid zelftucht voert, dat leeren ons de middeleeuwers en de op hen voortbouwende, soms wat vrijere maar in hun kern toch niet minder aan. een inner lijke wettelijkheid gehoorzamende schilders der Italiaansche en Hollandsche en Spaan- sche renaissance, waarvan Da Vinci dp stren ge theoreticus, en met hem Rafaël, Titiaan, Michel Angelo, Velasquez, Rembrandt, Hals en Rubens, om er maar eens een paar te noe men, de dat tijdperk beheerschende meesters waren. De geaardheid der renaissancisten was een andere dan die der middeleeuwers. Wij kunnen daarom in deze Kroniek niet te diep ingaan, maar constateeren, dat de middeleeuwers gehoorzaamden aan meer decoratief-picturale, de renaissancisten aan meer alleen picturale wetten._ Het verschil b.v. tusschen Rembrandt en Jan van Eyck school o. a. ook hierin, dat Rembrandt in zijn licht en donker een wereld op zichzelf gaf, waarin de menschen en dingen met stereos copisch relief zich vrij bewogen of bevonden. Rembrandt, hoewel een in. en in religieus man die bij zijn dood niets achterliet dan de kleeren welke hij aan had, een ver- schooning, wat mutsen waarin hij zich schil derde, zijn schildersmateriaal en zijn bijbel, kreeg van de kerken geen bestellingen, om dat de Hervormden, vooral de Calvinisten, geen altaarstukken of andere zgn. „pronk" in die kerken duldden. En zoo moest hij wel een wereldje op zich zelf schilderen en, ornaat hii een zoo door God begenadigd schilder was, deed hij dat natuurlijk buiten gewoon mooi. Maar voor de Van Eycken, de primitieven in 't algemeen, was 't een ander geval. Die kregen wèl opdrachten voor Godshuizen en hun religieuze paneelen hielden zij daar om vanzelf meer in overeenstemming met den stijl der religieuze gebouwen, waarvan zij tot op zekere hoogte mee de decoratieve verluchters waren. Een schilderij van Rem brandt kan men daarom overal plaatsen waar goed licht is, en er gaat zoo'n wondere fasci natie van uit, dat het de omgeving als 't ware vanzelf met zijn schoonheid doordringt. Het is een wereld op zichzelf, met eigen wet ten, die overigens een weerspiegeling zijn van de heelalwetten, gevat in zijn, deze essentieel samenvattende, licht- en donker formule, maar zóó, dat ze de oneindige grootheid er van weerspiegeit met een ge- weldig-suggestieve, betooverende macht. Een Van Eyck is minder een wereld op zich zelf. Men voelt dat zijn werk bij iets anders hoort, dat het deel uitmaakt van een groote decoratieve gemeenschap, de architectuur der Kerk met haar decoratieve verluchting, gedacht in één groot geestelijk verband. Een Rembrandt kan zwerven, heel de wereld door, omdat hij een volledige weerspiegeling is van die wereld, een wereld, harmonisch in zichzelve. Maar een primitief móet men niet laten zwerven deze kinderen der reli gieuze gedachten kunnen niet buiten den Herder, die ze met een te grooter schoonheid wijdt, naar dat ze zich bevinden in een schoo ners omgeving dan het leven van. alledag biedt. En daarom is 't zoo heugelijk, dat thans door de kerkelijke autoriteiten steeds meer wordt ingeziefi, dat er voor 't behoud van deze_ schoonheid iets meer gedaan wordt dan in de laatste eeuw geschiedde. Z. D. H. de Aartsbisschop H. van de Wetering, geeft zelf het voorbeeld en ook uit Roermond en Oldenzaal bereikten ons weer berichten, dat men de restauratie en conservatie van oude meesterwerken der kunst in handen heeft gegeven van den, zich op dit gebied steeds mepr faam verwervenden, Hagenaar den heer C. B. van Bohemen, die zoo vrien delijk was ons tijdens de werkzaamheden daaraan een kijkje te geven in het geheim zinnige schilderslaboratorium, waar deze schilderijen hun verjongingskuur ondergaan. Het zijn schilderingen op doek en op paneelen, waarvan de meester niet eens altijd bekend is, maar ook waar deze onbekend zijn, soms van een ontroerende schoonheid. De primitieven dachten er niet als zooveel modernen in de eerste plaats aan, er zorg voor te dragen, dat de glorie van de schoon heid van hun werk allereerst op hen zelf weerstraalde. Wat zij aan schoonheid schie pen, geschiedde voor de glorie Gods. Dit is een der oorzaken, waarom de meesters van zooveel primitieve schilderijen onbekend zijn. En niet hun onbelangrijkheid. Want hoe méér een schilder zichzelf verloochende, hoe méér hij opging in de religieuze schoon heidssfeer van zijn werk, in het zelfslooze, onpersoonlijke aanschouwen van God, waar van de mystieke schrijvers gewagen, hoe verhevener zijn werk was. En hoe kon dit uittreden uit zichzelf, dit boven het mate- rieele zelf-zijn uitstijgen plaats hebben, wan neer de primitief niet met de zekerheid van een slaapwandelaar van die techniek gewis was, wanneer zij hem niet door "geweldige oefening tot een tweede natuur, tot een soort van technisch, instinctief zeker weten was geworden. De fout van veel modernen is juist, dat zij dit niet inzien. En daarom zwe ven zij vaak zoo hopeloos zeker in de lucht, zonder behoorlijken grond onder de voeten, en blijft hun schilderen een moeizaam wor stelen van de materie, zonder dat zij in staat zijn daarin uit te drukken wat zij willen. Wat veel modernen zoo verbijstert, is het gemis aan geestelijke en materieele zelftucht. Deze primitieven zijn stoffelijk vrij.om dat zij de materie beheerschen. Zij zijn gees telijk vrij.... omdat zij luisteren naar de Goddelijk-verheven wetten welke het heelal regeeren. Wie met deze wetenschap komt te staart voor de picturaal-religieuze vervoeringen en gebeden van dzee onsterfelijke „naam- loozen", zal ze beter begrijpen. Wij troffen het bijzonder. Een der schilderijen, een trip tiek, v/as juist ontdaan van de vernis. En zoo, zonder eenigen uiterlijken luister, naakt en kaal, was het ons alsof het nog dichter bij ons stond, alsof de grensmuur, dien de ver nislagen der eeuwen tusschen ons had op getrokken, met het stof en de vocht welke die vernislagen hadden vertroebeld, was weggenomen cn we geheel onbelemmerd konden binnenkijken in de werkplaats van den meester. En ook zóó was het een wonder van schoonheid, een wonder van smetteloos verpuurde techniek. Want zóó, zonder vernis, was 't wel heelemaal duidelijk, dat de- Ze primitieven, niet alleen om redenen welke we zooeven aangaven, niet alleen omdat ze in hun religieuze schoonheids-extase zoo geheel zeker moesten zijn van hun doen en laten, maar ook omdat ze, in waarachtigen eerbied voor al *t geschapene, vonden dat er niets mooi genoeg kon 'zijn voor den Geest Gods, omdat Die hier een woonplaats moest vinden op aarde, waardig genoeg om Hem te ontvangen. En zoo hulden zij soms Moeder Maria in de kostelijkste stoffen en hun pen seel streelde de schoonheid van het Kindeke Jesus zóó, dat er een wonder uit groeide van parelige liefelijkheid. En zij tooiden het ge heel met wondere couleuren en wondere liinen-arabesken, en in al wat zij aanraakten echode en spiegelde iets van de schoonheid en de muziek der hemelsche sferen, waarvan hunne gedachten zóó vervuld waren, dat ook de aarde soms een hemel geleek. In deze triptiek, waarin een naamloos meester ons met zooveel zelfverloochening vertelt van Moeder Maria en Jozef en het Kindeke Jezus, vervult zich, zooals dat in de middeleeuwen zoo menigmaal het geval pleegt te zijn, op eenige decimeters in het vierkant een heerlijk wonder. Eerst ziet men de herders komen dan volgen de Koningen. En nu is het ontroerend om aan te zien, hoe een dier Koningen voor het Kindeke Jezus knielt en hoe hij vol innerlijke verbazing, tevreden, getroost, maar tevens met iets als innerlijke blijheid en genoegdoening staart naar den kleinen Heiland, Die, beschermd door Moeder Maria's teedere en zorgzame handen, nog zoo'n heerlijk argeloos spelend Kind is. Behalve deze triptiek, welke eenmaal weer een sieraad zal uitmaken van de kerk te Oldenzaal en welke door de goede zorgen van Deken J. H. Scholten met medewerking van de subcommissie voor schilderkunst (Monumentenzorg) door den heer Van Bo hemen gerestaureerd wordt, zagen wij in zijn atelier nog een landschap van Kerincx. De triptiek is begin 16e-, het landschap begin 17e-eeuwsch, maar het is in stijl en ordon nantie nog geheel Gothisch. Plechtig is de schildering van het loofwerk in het geboomte dat links en rechts, als vele primitieve land, schappen koulissenachtig, een uitzicht opent op het verschiet. Aan den eenen kant, en dat is al renaissancist, domineert een heuvel en boompartij, in welks schaduw wat wilde konijnen spelen. Het landschap is verder gestoffeerd met tal van figuurtjes, in de lucht tintelt een gouden licht en de tonaliteit is zóó ijl, zóó puur, dat men voelt welk een klare, zuivere geest dit heerlijke landschap schil derde, dat in opdracht van Z. D. H. den Aartsbisschop werd gerestaureerd en nu eerstdaags in prachtig-gaven toestand weer naar het Aartsbisschoppelijk paleis te Utrecht zal terugkeeren. Interessant zijn ook een paar lSe-eeuwsche schilderingen van de hand van Josepha Lee mans, die ze in 1769 vervaardigde. Het zijn een paar imposante doeken, welke door den tijd bij onvoldoende conservatie (de 18e eeuw was minder zorgzaam in het conser- veeren der schilderijen dan de 17e en de middeleeuwen) een zóó onoogelijk uiterlijk hadden gekregen, dat de leek, die ze in hun oorspronkelijken toestand zag, zich zal verbazen over dit virtuozeüjke staaltje van restauratie-techniek, hetwelk de heer Van Bohemen leverde. De doeken, welke wij in gekuischten toestand zagen en welke in op dracht van Monseigneur L. N. Ie Baron de Vexfli werden gerestaureerd, stellen voer de Groetenis des Engels en Maria Hemel vaart. Fraai is ook een gerestaureerde 16e- eeuwsche eiken Kruisiging, welke van de witkalk is ontdaan. Op de vier symbolen van de Evangelisten, welke zich aan de uiteinden van het kruis bevinden, is nog eenige poly- chromure zichtbaar, maar overigens is in zijn kleurloosheid thans het beeld des te abstracter in zijn werking, en juist dat zuivere eikenhout met zijn harde verf doet, zonder verschoonenden opsmuk, het lijden van Christus te schrijnender uitkomen. De heer van Bohemen had nog meer moois op den ezel staan, maar daar mogen wij op 't oogenblik niets van verklappen. Met de fraaie naamlooze triptiek, geschilderd door één dier onsterfelijken, die onsterfelijk Zijn door niets dan de overgave van hun hart, en met die niet minder-mooie ziele-medi- tatie van Kerincx, zijn inmiddels de religi euze kunstschatten (want ook dit landschap ademt een geest van religieuze aanschouwing, waarin een blij-idyllische liefheid en iets als een stille, teere melancholie zich dooreen mengelen) met een paar zeldzame specimina vermeerderd. Want zulk restaureeren is nieuw leven geven aan wat versomberen ging in den grauwen dood. Waarin elk ver waarloosd schilderij ten slotte verzinkt, wanneer de zorg van het nageslacht zich niet voor deze heilige erfenis der eeuwen interes seert. En welk een kostelijke getuigenissen van echt-religieuzen zin gaan daarmee niet verloren. En nu v/ij 't hier toch over hebben, mogen wij er wellicht op wijzen, hoe ook in de Do- minicanerkerk te Schiedam 3 schilderijen van Anthonie van IJzendijke deze nieuwe conser vatie dringend behoeven. Over de Delftsche restauratie hebben wij onlangs geschreven en hoe daar, dank zij de zorg der geestelijk heid, een Van IJzendijke gerestaureerd werd en nieuw leven uitstraalt. Moge Schiedam het doorluchtige voor beeld, waarva^i wrt 'n deze Kroniek gewaag den, volgen. RUSTICUS SIXTIJNSCHE KAPEL. Naar het „Huisgezin" verneemt, komt de iberoemde Sixtijnsche Kapel in het a.s. na jaar wederom een tournee door ons land maken. HET NEbERLANDSCH TOONEEL. In een personeelsvergadering van de Kon. Ver. „Het Nederlandsch Tooneel", die Zaterdagmorgen in het repetitie-lokaal in de Pieter Pauwstraat plaats had en meer dan drie uur duurde, werd, naar wij vernemen, door de directie aan het personeel een con tract voor een engagement van negen maan den voorgelegd tegen vijftig procent der oude salarissen. Het contract zou in dezen vorm zijn geaccepteerd. Indien dit juist is, zal de Stadsschouwburg ook onder de nieuwe subsidieregeling dus door het Ned, Tooneel worden bespeeld. Zaterdagmiddag had een vergadering van comniissarissen plaats. OOP t>jS£T I II 1 6 IICIi BERLIJN, 12 Aug. Hedenmiddag 5 uur is Cuno afgetreden. Stresemann zal het nieuwe kabinet vormen, De groote coalitie gevormd. BERLIJN, 12 Augustus. In den loop van den namiddag hebben de leiders der bur gerlijke arbeidsgemeenschap en der sociaal democraten een bezoek gebracht aan den Rijkspresident, om over het tusschen de partijen gepleegd overleg verslag uit te brengen. Deswege wordt een totstandkoming van de groote coalitie als zeker beschouwd. DE CRISIS IN DUÏTSCHLAND, BERLIJN, 12 Aug. Nadat president Ebert in den loop van den avond de ontslagaan vrage van den Rijkskanselier, dr. Cuno had ontvangen, gaf hij te 10 uur aan dr. Stresemann opdracht tot vorming van een nieuw kabinet. Dr. Stresemann stelde zich onmiddellijk daarop in verbinding met de fractie-leiders en hoopt in den loop van den nacht, of in ieder geval mqrgen, met de vorming van een nieuwe regeering gereed te komen. In dien mogelijk, zal hij dart reeds morgenavond het nieuwe kabinet aan den Rijksdag voor stellen. DE TOESTAND IN HET ROERGEBIED. DUSSELDORF, 11 Aug. De toestand in 't Roergebied blijft uiterst gespannen. In de mijnen duurt het lijdelijk verzet voort. Te Mühlheim zijn de arbeiders niet in de schach ten afgedaald en zij verhoogen hun eischen. De metaalarbeiders zijn in een sympathie staking getreden. Te Aken hebben vele botsingen tusschen landarbeiders en werklieden, die den oogst wilden plunderen, plaats gehad. Op ver schillende plaatsen werden de levensmidde lenmagazijnen geplunderd. Te Crefeld hielden de onlusten ook he den nog aan. Alle winkels zijn leeggehaald en de artikelen worden tot lagen prijs ge kocht. De politie schijnt machteloos te zijn. Ook in het onbezette gedeelte van het Roergebied hadden manifestaties plaats. Van alle kanten worden schrikbarende prijsstij gingen aangekondigd. De stadsbesturen trachten de crisis te stuiten. Te Gelsenkirchen werd overeenstemming bereikt tusschen het stadsbestuur en de vak- vereenigingen, inzake de verzekering van een voldoende levensmiddelenvoorziening. DUSSELDORF, 12 Aug. Een Fransche be ambte der Fransch-Belgische spoorweg-re gie, die zich naar het onbezette gebied hfd begeven, werd te Asseln door twee Schupo's gearresteerd, die hem onderweg doodscho ten. De politie-beambten beweerden, dat hij wilde vluchten.sHet lijk van het slachtoffer is aan de Fransche militaire autoriteiten overgedragen. KEULEN, 11 Aug. De Britsche krijgsraad veroordeelde drie personen, die in het bezit gevonden waren van 64 K.G. dynamiet en 24 bommen, tot straffen, varieerende van één tot twee jaar gevangenis. HET ENGEtSCHE ANTWOORD AAN FRANKRIJK EN BELGIË. LONDEN, 12 Aug. De eerste Britsche nota van Frankrijk en België, die gisteren werd overhandigd, constateert, dat het ant woord-van Frankrijk en België aan de Brit sche regeering ernstige teleurstelling be reidde. De regeering is er pijnlijk door ge troffen, dat de Britsche voorstellen noch door de geallieerden zijn aanvaard, noch dat aandacht werd gewijd aan de aangeboden samenwerking behalve .op voorwaarde, dat niet wordt uitgegaan van Fransch-Bel gische inzichten. De nota constateert, dat de Fransch-Bel gische voorstellen omtrent prioriteit leiden tot verandering ten gunste van Frankrijk en België van het verdeelingspercentage van het herstellingsbedrag vastgesteld door de overeenkomst van Spa. De regeering is nog steeds de meening toegedaan, dat het totaal van de herstelkos- ten moet worden vastgesteld door een on partijdig internationaal onderzoek. In de tweede en laatste nota wordt ver meld, dat de bezetting van de Roer geen sanctie was, die door het verdrag werd geautoriseerd, maar wenscht, dat de wettig heid daarvan zal worden onderworpen aan het internationale gerechtshof in Den Haag. Groot-Brittannië is bereid om haar aan spraken van betaling door de geallieerden en Duitschland te beperken tot een som van ongeveer 14 milliard goudmarken, hetgeen vertegenwoordigt de waarde van de Brit sche schuld aan de Vereenigde Staten. Groot-Brittannië is vastbesloten, dat Duitschland de herstelkosten zal betalen tot een maximum van zijn capaciteit. De Britsche regeering beschouwt de Fransch-Belgische methodes als gedoemd tot mislukking. In een bijgevoegd memorandum betreffen de de intergeallieerde schulden zegt de re geering, dat er geen concessies kunnen wor den gedaan vóór dat een duurzame overeen komt in zake de herstelkosten is bereikt. De nadruk wordt er op gelegd, dat de eerste stap moet zijn, dat de geallieerden overeen moeten stemmen in zake het maxi mumbedrag, wat billijkerwijze van de Duit- sche regeering kan worden geëisoht en ver- 1 klaart, dat de Fransche schuld aan Engeland niet kan wordt ontkend en geeft aan dat met de betaling van de interest zal moetei worden begonnen zoodra als het pond ster ling en de franc meer stabiel zijn. PARIJS, 12 Aug. Te Stenay heeft Poincaré een redevoeringi gehoulden over de Fransch-Duitsche verhoudingen, waarin 'li; zeide, dat Frankrijk schadeloos gesteld wil worden en dat zijn eischen absoluut niet overdreven zijn. Zij, die, onder Duitschen invloed, ons de bedoeling toeschrijven om Duitsche gebieden te annexeeren, belaste ren ons. Wij kunnen niet herhalen, dat wij geen enkei stukje grond wenschen te verkrijgen hetwelk ons niet toebehoort. Het is ook zeer onrechtvaardig als men Frankrijk er van beschuldigt den haat tusschen de vól kern, die streden, opnieuw te doen op leven. Stresemann verklaarde Donderdag, dat Duitschland ons Verafschuwt, omdat wij de Roer hebben bezet, waaraan hij durfde toe te voegen, dat zelfs gedurende den oorlog Duitschland geen haat koesterde tegen Frankrijk. Wat zouden de Duitschers dan gedaan hebben, als zij wel haat had den gekoesterd? En was het dan achting en vriendschap, die hen noodzaakten om burgers aan he't hoofd van hun troepen te doen marcheeren om ze tegen de Fransche soldaten te beschermen; als die onze gronden met ruïnen bedekten, terwijl hun land absoluut niet van de vijandelijkheden had te lijden? Na de overwinning, aldus eindigde Poin caré, hebben wij bekend gemaakt, dat wij bereid waren dit alles t'e vergeten. Rancune of wraakzucht groeien niet in de Fransche ziel, m,aar wij wenschen, dat men onze edelmoedigheid niet misbruikt. Wij werker niet alleen voor Frankrijk, wij werker voor den vrede der menschheid. TEGEN DE DALING VAN DEN FRANK BRUSSEL, 12 Aug. Vojgens de Sort zijn door de regeeringsmaatregelen om d< daling van den frank tegen te gaan, tal rijke buitenlandsche vreemdelingen, die zich te Ostende bevinden, naar de wissel kantoren gerend. Een hunn'er stemde er in toe in afwachting van de beurs van Maan dag om het pond in te wisselen tegen 90 francs, den gulden tegen 8 francs en 12f Belgische francs tegen 100 Fvansche francs. EEN BELGISCHE LEENING IN FRANKRIJK. BRUSSEL, 12 Aug. De Etoile Belj- verneemt, dat overeenstemming is bereikl met Parijs over een Belgische leening. De Fransche banken zullen voor een half mil liard Belgische schatkistbiljetten nemen, af te betalen in tien jaar, waarvoor de stia' 6 pet. rente zal geven. Zij stellen evenleens ter beschikking van de Belgische regeering voor 500 mil lioen Fransche francs. UTRECHT, 11 Aug. Vee. Aan de mark' alhier waren heden aangevoerd 550 stuks vee. Handel traag. De prijzen waren als volgt stieren 100280 vaarzen 200— 330 pinken 100185 melkkoeien 240 420 kalf koeien 270460 vaarskoeien ƒ200340 magere kalveren ƒ50150 nuchtere kalveren 1418 magere var kens 2655 biggen 1226 magere schapen 4252 lammeren/3036. LEIDEN, 11 Aug. Boter. Prima fa- brieksboter (controle) 1.75 prima boe- renboter ƒ1.601.75. Aangevoerd 86/8, 19/16 vaten, wegende 2460 K.G. Hande' flink. UTRECHT, 11 Aug. Eieren. Kipeieren 7.508.50 eendeneieren 7.608.50 To tale aanvoer 5410 stuks. Handel flink. BROEK OP LANGENDIJK, 11 Aug In de heden gehouden veilingen werd be taald voor: bloemkool le srt. 12.3020.50 id. 2e srt. ƒ3.204.30 per 100. stuks roode kool le srt. 2.403.30 wortelen 33.50 per 100 bos; witte kool ƒ1.804.30 Z 1- vernep 16 slaboonen 5964. Aardappe len. Schotsche muizen 4.405.60 glad blaadjes 4.50 Graafjes 9.80 Due of York 3.404.90 KOksianen 4.704.80 - blauwe ƒ5.105.20; Eigenheimers 5.10 drielingen ƒ1.802.40 kleine ƒ11.20. alles per 100 K.G. Aangevoerd 5065 stuks bloemkool110C bos wortelen34.500 K.G. roode kool 3250 K.G. witte kool 100 K.G. zilvernep 32vf.G. slaboonen 166.700 K.G. aardap pelen. AMSTERDAM, 11 Aug. Aardappelen. Langedijker muizen 3.50, Zeeuwsche .Ei' genh. ƒ3.603.75, Zeeuwsche blauwe Ei- genh. 4, aanvoer 5 ladingen 741 H.L. GOUDA. Cböp. Kweekersvereeniging „Gouda en Omstreken". Veiling van 10 Aug. WitU lelies 1315 ct. per stuk; dahlia's 830 et; pomp. dahlia's 720 ct.; zonalen 2430 ct.; gladiolen 926 ct.; rozen 628 ct.; xnont- bretia 710 ct.; anjers 722 ot., alles per 10 stuks; lathyrus 36 ct. per bos. "met die groene, gloeiende zijde wil laten stikken, Grootmama is valsch, als allen, die zich in haar salon ophouden zij en de oude giftmenger, de man van gezag. Als hij weer met zijn afschuwelijke vingers op mijn borst drukt zat ik hem slaan," siste zij bitter tusschen de tanden. Plotseling richtte ■zij zich op en greep Kathe's hand. „Wees voorzichtig met hem, Bruck waarschuwde zij met opgeheven vinger, „en met groot mama ook En zij gij weet, wie ik meen Zij rookt sigaren en rijdt als een dolzinnige met de nieuwe paarden, alleen omdat gij het Verboden hebt zij is de valschte van allen „Zeer verplicht," fluisterde Flora met een boozen glimlach en drukte zich nog dichter in den zachten rug van den stoel. Een onbeschrijfelijke angst maakte zich meester van Kathe, toen hare hand zoo vast werd gehouden. Zij Vermeed zorgvuldig den dokter, die achter het scherm aan het hoofdeneind van het bed stond, aan te zien. „Weet gij nog, hoe het vroeger was, dokter?" vroeg Henriette. „Weet gij nog wel, hoe zij de lakeien door weer en wind joeg naar uw huis, met vijf of zes brieven op één dag-? Weet gij nog wél, hoe zij, half gek van verlangen, u tegemoet liep, als gij er niet waart op den bepaalden tijd En hoe zij dan de armen om uw hals sloeg, wild en dof, alsof zij u nooit weer wilde loslaten?" 1 Nu stond Flora op haar zijden kleed klaterde en ruischie en zij was zoo rood in haar gezicht, of nog eens de reeds onderge gane zon hare bleeke wangen bescheen, Geef haar morphine!" riep zij. „Dat is1 meer dan ijlen van de koorts. Slapen moet zij, slapen De dokter had de zieke pas laten innemen en hij beantwoordde den raad van Flora met dien vluchtigen glimlach, waarmee men de dwaze eischen van onwetenden bejegent, terwijl men er zich verder niet aan stoort. De gloed, dien Henriette's woorden op zijn wangen had gelokt, verdween langzamerhand en hij zag er weer even bedaard en koel uit als straks. Toornig ging Flora weer zitten, keerde zich om en liet de fonkelende oogen over den omtrek daar buiten ronddwalen. „Hadt gij wel ooit gedacht, dat dit veran deren zou, Bruck? Dat zij ooit zou zeggen, dat zij gedwaald had begon Henriette opnieuw en omklemde nu ook met de ande re gloeiend heete hand Kathe's vingers. Het jonge meisje sidderde van angstop de lippen der kranke lag het woord, dat nog niemand, ook de schuldige niet, had durven uitspreken. Zij boog Sich over Henriette en lei haar de koele hand op het brandende voorhoofd, als kon zij daardoor een andere richting aan die dreigende denkbeelden geven. „Ah, dat is koel, dat doet goed zuchtte de kranke. „Weet gij nog wel, hoe Flora eens uw hand van mijn voorhoofd stiet? O, zij was zoo jaloersch Een half onderdrukte hoonende lach klonk van den kant van het raam. Henriette boorde dat niet. Voor haar bestond geert heeft buitenwereld meer. „Ik kan niet slapen van verdriet over dat, wat er gebeuren moet," klaagde zij en wrong de handen, terwijl zij ze hartstochtelijk te gen de borst drukte. „Dan zult gij ons huis vermijden en een ongelukkige man zijn, die onzen naam niet eens meer op de lippen neemt. Maar, Bruck, wat kan haar dat sche len, bij hare grenzenlooze ijdelheid, die zij eerzucht noemtTot eiken prijs zal zij zich losrukken." Onwillekeurig hief Kathe de armen als biddende naar boven, maar angstig riep Henriette „Leg mij de hand niet op den mond, als die jongen daar in het bosch 1" E11 zij sidderde van afschuw. Op dit oogenblik stond Flora naast haar jongste zuster en schoof haar op zijde in haar gelaat, in haar geheele houding lag iets gebiedends. „Laat haar uitspreken zei ze kort en bepaald. „Ja, laat haar uitspreken," herhaalde Henriette, die van uitputting schier niet meer kon, maar toch cp den toon van een kind, dat tevreden is, omdat het zijn zin krijgt. „Wie zal het u ook anders zeggen, Bruck, als ik het niet doe ik? Wie zal u waarschu wen, om op uw hoede te zijn Houd de oogen goed open Zij vliegt van u weg, als de witte duif van den boom. De kokette wil vrij zijn „Wat zij ook ijlt en bazelt, eene waarheid ligt er in," kwam Flora tusschen'oeide en trad een schrede op den dokter toe. „Zij gelijkIk kan voor u niet wezen, wat ik beloofde. Laat mij vrij, Bruck?" voegde zij er smeekend bij en hief de saamgevouwen handen tot hem op. Voor de eerste maal hoorde Kathe hoe veel liefelijks er lag in hare stem, die zoo week werd en zoo zacht. En zoo was dan het gewichtige woord ge sproken, dat maanden lang tot de meest afschuwelijke vaischheid aanleiding gaf. Ka the had gedacht, dat hét eerste geluid van dit woord den armen verraden man zoo zou aangrijpen, dat hij als vernietigd ter aarde zou zinken, maar er was weinig van de uit werking te zien voor het jonge meisje was die onbewogen houding van den dokter even raadselachtig als wanneer uit den heftige® strijd een schijnbaar gekwetste onverlet te voorschijn komt. Ernstig en zwijgend zag hij op het smeekende meisje neder, maar hij was bleek, bleek als de dood. Zijne hand, die vat ten wilde, trok hij terug. „Het is hier de plaats niet voor zulk een gesprek." „Maar het is het juiste oogenblik. Een an dere mond sprak uit, wat mij al maanden lang op de lippen zweefde, maar wat ik niet in woorden brengen kon „Omdat het een bepaalde vaischheid is." Zij beet zich op de lippen. „Dat woord is hard en niet juist. De band tusschen ons was niet zoo vast gesloten, terwijl ik mij zelve bewust ben, dat geen ónder beeld het uwe in mijn hart heeft verdrongen. Lach niet zoo schamper, BruckBij God, ik denk aan geen anderen man," riep zij hartstochtelijk. „Maar," zoo liet zij er kalmer op volgen, „ik wil het verwijt op mij nemen, opdat wij beiden geen toekomst vol ongeluk tegemoet zouden gaan." „Laat mijn geluk of ongeluk gerust buiten het spelGij kunt niet weten, wat ik daar onder versta, maar zooveel zult gij toch wel begrijpen, dat hier geen sprake van wezen kan, waar het de eer geldt van den man en de achting, die hij aan zich zeiven verschul digd is. En nu zou ik u, in hét belang uwer zieke zuster, wel willen verzoeken verder te zwijgen." Hij keerde zich om en ging bij een venster staan. Zij volgde hem. „Henriette hoort ons niet," zei ze. De lijderes was doodmoede op het kussen neergezonken en fluisterde stil voor zich heen, als een kind, dat zich zeiven een sprookje vertelt. Zij hoorde zeker niets. „Dat is immers geen beslissing," vervolgde Flora op treurigen toon. „En ik moet een bepaald antwoord hebben. Waarom uitstel len, wat spoedig beslist kan worden?" Het was treurig om te zien, zooals zij met duim en wijsvinger draaide aan den ringvinger der linkerhand. Dokter Bruck zag. om en keek zoo over de schouders op haar neer. Weer viel Kathe op, hoe hij, bij zijn flinke mannelijke ge stalte, toch zoo merkwaardig jong scheen te zijn. Onder den vollen baard kwamen als hij sprak, kleine, haast meisjesachtige lippen voor den dag en de vorm van zijn gelaat was fijn en teeder als bij een knaap. Daarbij voeg den zich zijn eenvoudige houding en een paar oogen, die zich zoo schuw en bescheiden soms terug wisten te trekken voor eens an deren blik. Maar nu rustten zij, kalm en vast op het schoone meisje, dat met haar lokkig hoofd aan zijn schouder kwam. „Wat denkt gij te kiezen in plaats van het leven aan mijne zijde vroeg hij zoo plotseling en zoo scherp, dat zij onwillekeu rig verschrikte. „Behoef ik u dat te zeggen, Bruck," riep zij, terwijl zij, als was haar een steen van het hart gevallen, diep adem haalde en 't haar van het voorhoofd streek „ziet gij dan niet, dat mijn gehe le ziel opgaat in het verlan gen, om schrijfster te zijn, en kan ik aan die roeping behoorlijk voldoen, zooals dat strookt met mijn aanleg en talent, als ik daarbij de plichten eener huisvrouw op mij neem •Nu en nooitr „Zonderling toch, dat dit onbedwingbaar verlangen eerst in de laatste negen maan den bij u ontwaakte, nadat gij „Nadat ik negen en twintig jaren lang mij zonder roem wist te behelpen, wilt gij zeg gen," viel zij hem scherp en met een donke ren gloed op het gelaat in de rede. „Verklaar dit zooals u goed dunkt, stel het op rekening van de Hatuur der vrouw, die aarzelt en wankelt, tot zij eindelijk het rechte vindt." „Weet gij ook zeker, dat dit het rechte is?" „Zoo zeker, als de magneetnaald naar de pool moet wijóen." Wordt vervolgd l,i

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1923 | | pagina 6