LAATSTE NIEUWS
1 vam on o
KUtiST EN KENNIS.
MARKTMIEUWS.
BEZOEK VAN MGR. BUCKX AAN ONS
LAND.
"fit onzi 0®st.
DRftAOLOOZE TELEFOON
CUNO AFGETREDEN.
WEER EEN REDE VAN POINCARé.
VAN HET HOP,
H. M. dc Koningin-Moeder is voornemens
*>P Zaterdag a.s. haar zomerverblijf het pa-
Jeis van Soestdijk te verlaten.
DE RESTAURATIE VAN DEN
DELFTSCHEN TOREN.
2ooals bekend zal, behalve het koor, ook
de toren van de Nieuwe Kerk te Delft een
belangrijke restauratie ondergaan. In de uit
voering van dit werk is evenwel vertraging
gekomen doordat in de oorspronkelijke
plannen op advies van de Rijkscommissie
voor Monumentenzorg nog enkele ingrij
pende wijzigingen zijn aangebracht.
Omtrent het plan, dat nu, behoudens
enkele kleine détails, is goedgekeurd, kan
het volgende worden medegedeeld: Uit een
onderzoek is gebleken, dat de muren van de
hai zich in vrij goeden staat ..bevinden, zij
zullen worden ontdaan van de tamelijk
dikke pleister- en kalklaag, zoodat weer
evenals vroeger de baksteen zichtbaar
wordt. In het nieuwe gewelf dat in de hal
wordt gebouwd, wordt een ringvormige ope
ning gelaten, ten einde zoo noodig de klok
ken daardoor te kunnen laten zakken. Uit
de overgebleven fragmenten van het oor
spronkelijke gewek is de hoofdverdeeling
terug te vindén, zoodat alles in don ouden
toestand teruggebracht kan worden.
De roode vloer boven het gewelf, welke
in zeer slechten toestand verkeert, zal ge
heel vernieuwd worden.
In den scheidingswand tusschen kerk en
toren worden ramen aangebracht, zoodat
het licht uit de kerk in de hal kan vallen.
Ter versterking van den toren wordt in
de hal een balustrade aangebracht ter
hoogte van. den oorspronkelijken tusschen-
vloer, waarop het windtoestel van het orgel
rustte. De balustrade zal toegang geven tot
het orgel.
De bedoeling is verder om in de hal een
fraaien vloer te leggen en den hoofdingang
van. het kerkgebouw te wijzigen.
Het werk zal worden uitgevoerd onder
leiding van architect ir. Klijnen te 's-Gra-
renhage.
WAARDEVOLLE ZENDING NAAR
NEDERLAND.
'Aan het kantoor der Nederlandsche Han
del Maatschappij te Amsterdam, werden
gisterenmiddag afgeleverd de stukken der
6 pet. Nederlandsch Indische leening van
1.000,000, waarop de inschrijving 19 Ja
nuari j.l. alhier openstond. Zooals men zich
herinneren zal maakte deze 1,000,000 deel
uit van een 5,000,000 leening, waarvan
4,000,000 in Londen werd ondergebracht.
De voor Nederland bestemde obligaties
verden per ss. .Batavia" te Rotterdam aan
gevoerd en vandaar per auto naar Amster
dam gebracht.
HET VIERDE PERRON.
Naar wij vernemen, verwacht dq directie
der Nederlandsche Spoorwegen in Amster
dam, tijdens de jubileumsfeesten een groo-
ten toeloop van bezoekers. In vérband hier
mede zal het vierde pertOB Westzijde van
het C. S. tegen dien tijd gereed worden ge
maakt.
SECRETARISSEN DER KAMERS VAN
KOOPHANDEL.
De Vereeniging van Secretarissen van Ka
mers van Koophandel en Fabrieken in Ne
derland heeft besloten, ter gelegenheid van
de 9de Nederlandsche Jaarbeurs een ver
gadering te houden op 15 September a.s. te
Utrecht. De vergadering, welke des mid
dags zal aanvangen, zal worden voorafge
gaan door een collectief bezoek der leden
Kan de Jaarbeurs.
HET VLEESCHWAREN-BESLUIT.
Naar „De Slagerscourant" verneemt, zal
het Vleeschwaren-besluit vermoedelijk begin
1924 afgekondigd worden. Het blad weet
mede te deelen, dat de ontheffing van art.
7 van het K. B. van 26 April 1922 betref
fende den invoer van versch vleesch zonder
organen aan Amerika op verzoek van de
jregeering der Vereenigde Staten verleend is.
Deze ontheffing is ook verleend aan Ar
gentinië, Nieuw-Zeeland, Zuid-Afrika, Dene
marken en Uruguay.
Jhr. Mr. O. F. A. M. VAN NISPEN TOT
SEVENAER.
De Nederlandsche gezant bij den Pause-
fijken stoel, jhr. mr. O. F. A. M. van Nispen
tot Sevenaer, Is met verlof hier te lande aan
gekomen.
OP WIERINGEN TERUG.
Na bijna drie weken op Huize Doorn te
nebben vertoefd, is de Duitsche ex-knxm-
prins in gezelschap van burgemeester Kolff
weder in de pastorie te Oosterland aangeko
men.
Naar men ons uit Kerkrade meldt, zal
Mgr. Buckx, Apostolisch Vicaris van Fin
land, kort na zijn bisschopswijding zijn ge
boorteplaats Born (L.) bezoeken.
DE LEIDSCHE WETHOUDERS
ZETELS.
Zooals eenigen tijd geleden is meegedeeld
Werd door de rechtsche raadsclu^,
bestaande uit de leden van artti-
revolutionnaire, chr. historische en r. katho
lieke raadsfracties, aan drie vrijzinnige frac
ties het verzoek gericht een candidaat voor
den vierden wethouderszetel uit hun mid
den aan te wijzen. In een vergadering van de
.leden van den Vrijheidsbond en den Vrijz.
Dem. Bond is als zoodanig aangewezen de
heer Aug. L, Reimeri 3 ger.
HET TWEEDE KAMERLID MOEREL.
Men meldt uit Oudewater, dat de toe
stand van het Tweede Kamerlid den heer
F. A. Moerel zeer zorgwekkend is.
ONOORDEELKUNDIGE TEWERK
STELLING VAN WERKLOOZE ARBEI
DERS.
Door mevrouw de Vries-Bruins zijn aan
den Minister van Arbeid, Handel en Nijver
heid de volgende vragen gesteld
1. Is het den Minister bekend, dat werk-
Iooze arbeiders (gehuwden en kostwinners)
uit de gemeente Vlachtwedde naar den dij-
kenaanleg van den Thomas van Seeratenpoi-
der gezonden worden, terwijl werk uit de ge
meente Vlachtwedde aan arbeiders van Win
schoten wordt opgedragen voor wie men
met Rijkssubsidie houten barakken bouwt?
2. Is de Minister van oordeel, dat door de
ze regeling regelmatige ontevredenheid wordt
bevorderd en uitgaven geschieden, die bij een
juist inzicht van den Rijksinspecteur in dc
betrokken streek voorkomen "hadden kun
nen worden?
REIS NAAR ROME 1924.
Door de Federatie der Dice. R.K. Volks-
en Werkliedenbonden zal in het voorja'ar "van
1924 weder eene reis naar'Rome worden ge
organiseerd. Het plan bestaat or.i gelegenheid
te geven tot het doen van eene 10-daagsche
of eene 14-daagsc'ne reis.
Beide groepen zullen bij voldoende deel
name, vertrekken op 25 April, te Lucern een
nacht en een dag verblijven, te Milaan over
nachten en dan rechtstreeks doorreizen naar
Rome. De eerste groep verblijft daar vier
dagen is 5 Mei weer thuis. De tweede groep
blijft 6 dagen te Rome, vertoeft op den terug
weg een dag in den omtrek van Göschenen
en het Vierwaidst attermeer (logies te Lucern)
een dag in den omtrek van Mieringen, Aresch
lucht, Interlaken en Schertzliger., een dag in
Bern en is 9 Mei weer thuis.
DE TWEE PANDEN TE ROTTERDAM.
Met betrekking tot de dezer dagen ge
publiceerde vragen door het Kamerlid van
Ravesteijn gesteld in zake een te geven be
stemming aan de panden Kruisstraat 50/2
te Rotterdam, deelt minister de Geer het
volgende mede
Het is hem bekend, dat te Rotterdam de
panden Kruisstraat 50 en 52, die in 1919
door den Staat der Nederlanden gekocht
zijn voor ongeveer 95.000, met de bedoeling
er een kantoor voor den Rijksbetaalmeester
te vestigen, nog steeds leeg en ongebruikt
staan. Het iis juist, dat het uiterlijk van die
panden er niet beter op wordt, doordat de
straatjeugd deze bevuilt met zeer beschei
den kosten zal dit zijn te herstellen. Inwen
dig ondervinden de panden geen schade van
het feit dat zij niet gebruikt worden.
Het is den minister eveneens bekend, dat
destijds na den aankoop voor een bedragSvan
circa 88.000 aan de bedoelde panden werd
verwerkt, de kosten van inrichting, centrale
verwkrming enz. hieronder begrepen.
Hij deelt de meening, dat bij verkoop der
panden een zeer groot verlies door het Rijk
zou worden geleden. Het schijnt veiliger,
dit verlies niet in het openbaar te schatten,
opdat de verkoopprijs niet gedrukt worde.
Hij meende in geen geval tot verkoop te
mogen overgaan zoolang niet vaststond, dat
aan een betaalmeesterskantoor te Rotterdam,
hetwelk thans onvoldoende is gehuisvest aan
de Boompjes aldaar, als zoodanig geen be
hoefte' meer zou bestaan. Toen het in ver
band met de vertraging van de reorganisatie
van den girodienst nog niet mogelijk bleek,
omtrent de reorganisatie van den betaal-
meestersdienst spoedig te beslissen, werd
getracht de panden bij eenigen anderen Rijks
dienst te benutten of te verhuren. Tot kort
geleden is men daarin niet op bevredigende
wijze geslaagd. Sedert onlangs is de mogelijk
heid ontstaan, het gebouw voor een paar
rijksdiensten te bestemmen. Zoodra de hier
omtrent in gang zijnde onderhandelingen tot
een gunstig einde zijn gekomen, zullen te
dien aanzien de noodige maatregelen kunnen
worden getroffen.
HAAT TEGEN DE REGEERING,
Uit Weltevreden wordt door Aneta ge
meld, dat de procureur-generaal van het
Hoog Gerechtshof aan het parket te Soera-
Jiaye gelast heeft, een vervolging in te stel
len tegen den heer Koch, hoofdredacteur
van „De Indische Courant" (Oost-Java
editie), wegens het uiting geven aan haat,
vijandschap en minachting tegen de Indische
regeering.
Nieuwe restauraties van oude
kerkelijke en andere kunst.
Een Hoog Doorluchtig voor
beeld. De techniek en de
overwinning van de stof door
den geest bij de Primitieven.
Tot welk een verwarring en verbijstering,
een grenzelooze willekeur een te groote
mate van vrijheid kan voeren, dat leerde
ons de. tentoonstelling der onafhankelijken.
De meesten van hen begrijpen niet, net
Zoo min als velen in het maatschappelijke
leven dit beseffen, dat deze losbandigheid
feitelijk niets is dan de ergste slavernij.
Met schilders, die de techniek niet beheer-
schen, spot de techniek en haalt zij de
dolste uitzinnigheden uit. Zij worden de
slaaf van toeval en willekeur en zij moesten
zich dan ook niet de onafhankelijken, maar
de afhankelijken noemen.
Tot welk een vrijheid zelftucht voert,
dat leeren ons de middeleeuwers en de op
hen voortbouwende, soms wat vrijere maar
in hun kern toch niet minder aan. een inner
lijke wettelijkheid gehoorzamende schilders
der Italiaansche en Hollandsche en Spaan-
sche renaissance, waarvan Da Vinci dp stren
ge theoreticus, en met hem Rafaël, Titiaan,
Michel Angelo, Velasquez, Rembrandt, Hals
en Rubens, om er maar eens een paar te noe
men, de dat tijdperk beheerschende meesters
waren. De geaardheid der renaissancisten
was een andere dan die der middeleeuwers.
Wij kunnen daarom in deze Kroniek niet
te diep ingaan, maar constateeren, dat de
middeleeuwers gehoorzaamden aan meer
decoratief-picturale, de renaissancisten aan
meer alleen picturale wetten._ Het verschil
b.v. tusschen Rembrandt en Jan van Eyck
school o. a. ook hierin, dat Rembrandt in
zijn licht en donker een wereld op zichzelf gaf,
waarin de menschen en dingen met stereos
copisch relief zich vrij bewogen of bevonden.
Rembrandt, hoewel een in. en in religieus
man die bij zijn dood niets achterliet
dan de kleeren welke hij aan had, een ver-
schooning, wat mutsen waarin hij zich schil
derde, zijn schildersmateriaal en zijn bijbel,
kreeg van de kerken geen bestellingen, om
dat de Hervormden, vooral de Calvinisten,
geen altaarstukken of andere zgn. „pronk"
in die kerken duldden. En zoo moest hij
wel een wereldje op zich zelf schilderen en,
ornaat hii een zoo door God begenadigd
schilder was, deed hij dat natuurlijk buiten
gewoon mooi.
Maar voor de Van Eycken, de primitieven
in 't algemeen, was 't een ander geval. Die
kregen wèl opdrachten voor Godshuizen
en hun religieuze paneelen hielden zij daar
om vanzelf meer in overeenstemming met
den stijl der religieuze gebouwen, waarvan
zij tot op zekere hoogte mee de decoratieve
verluchters waren. Een schilderij van Rem
brandt kan men daarom overal plaatsen waar
goed licht is, en er gaat zoo'n wondere fasci
natie van uit, dat het de omgeving als 't ware
vanzelf met zijn schoonheid doordringt.
Het is een wereld op zichzelf, met eigen wet
ten, die overigens een weerspiegeling zijn
van de heelalwetten, gevat in zijn, deze
essentieel samenvattende, licht- en donker
formule, maar zóó, dat ze de oneindige
grootheid er van weerspiegeit met een ge-
weldig-suggestieve, betooverende macht.
Een Van Eyck is minder een wereld op zich
zelf. Men voelt dat zijn werk bij iets anders
hoort, dat het deel uitmaakt van een groote
decoratieve gemeenschap, de architectuur
der Kerk met haar decoratieve verluchting,
gedacht in één groot geestelijk verband.
Een Rembrandt kan zwerven, heel de wereld
door, omdat hij een volledige weerspiegeling
is van die wereld, een wereld, harmonisch
in zichzelve. Maar een primitief móet men
niet laten zwerven deze kinderen der reli
gieuze gedachten kunnen niet buiten den
Herder, die ze met een te grooter schoonheid
wijdt, naar dat ze zich bevinden in een schoo
ners omgeving dan het leven van. alledag
biedt.
En daarom is 't zoo heugelijk, dat thans
door de kerkelijke autoriteiten steeds meer
wordt ingeziefi, dat er voor 't behoud van
deze_ schoonheid iets meer gedaan wordt
dan in de laatste eeuw geschiedde. Z. D. H.
de Aartsbisschop H. van de Wetering, geeft
zelf het voorbeeld en ook uit Roermond en
Oldenzaal bereikten ons weer berichten,
dat men de restauratie en conservatie van
oude meesterwerken der kunst in handen
heeft gegeven van den, zich op dit gebied
steeds mepr faam verwervenden, Hagenaar
den heer C. B. van Bohemen, die zoo vrien
delijk was ons tijdens de werkzaamheden
daaraan een kijkje te geven in het geheim
zinnige schilderslaboratorium, waar deze
schilderijen hun verjongingskuur ondergaan.
Het zijn schilderingen op doek en op
paneelen, waarvan de meester niet eens altijd
bekend is, maar ook waar deze onbekend zijn,
soms van een ontroerende schoonheid.
De primitieven dachten er niet als zooveel
modernen in de eerste plaats aan, er zorg
voor te dragen, dat de glorie van de schoon
heid van hun werk allereerst op hen zelf
weerstraalde. Wat zij aan schoonheid schie
pen, geschiedde voor de glorie Gods. Dit
is een der oorzaken, waarom de meesters van
zooveel primitieve schilderijen onbekend
zijn. En niet hun onbelangrijkheid. Want
hoe méér een schilder zichzelf verloochende,
hoe méér hij opging in de religieuze schoon
heidssfeer van zijn werk, in het zelfslooze,
onpersoonlijke aanschouwen van God, waar
van de mystieke schrijvers gewagen, hoe
verhevener zijn werk was. En hoe kon dit
uittreden uit zichzelf, dit boven het mate-
rieele zelf-zijn uitstijgen plaats hebben, wan
neer de primitief niet met de zekerheid van
een slaapwandelaar van die techniek gewis
was, wanneer zij hem niet door "geweldige
oefening tot een tweede natuur, tot een soort
van technisch, instinctief zeker weten was
geworden. De fout van veel modernen is
juist, dat zij dit niet inzien. En daarom zwe
ven zij vaak zoo hopeloos zeker in de lucht,
zonder behoorlijken grond onder de voeten,
en blijft hun schilderen een moeizaam wor
stelen van de materie, zonder dat zij in staat
zijn daarin uit te drukken wat zij willen.
Wat veel modernen zoo verbijstert, is het
gemis aan geestelijke en materieele zelftucht.
Deze primitieven zijn stoffelijk vrij.om
dat zij de materie beheerschen. Zij zijn gees
telijk vrij.... omdat zij luisteren naar de
Goddelijk-verheven wetten welke het heelal
regeeren.
Wie met deze wetenschap komt te staart
voor de picturaal-religieuze vervoeringen
en gebeden van dzee onsterfelijke „naam-
loozen", zal ze beter begrijpen. Wij troffen
het bijzonder. Een der schilderijen, een trip
tiek, v/as juist ontdaan van de vernis. En
zoo, zonder eenigen uiterlijken luister, naakt
en kaal, was het ons alsof het nog dichter bij
ons stond, alsof de grensmuur, dien de ver
nislagen der eeuwen tusschen ons had op
getrokken, met het stof en de vocht welke
die vernislagen hadden vertroebeld, was
weggenomen cn we geheel onbelemmerd
konden binnenkijken in de werkplaats van
den meester. En ook zóó was het een wonder
van schoonheid, een wonder van smetteloos
verpuurde techniek. Want zóó, zonder
vernis, was 't wel heelemaal duidelijk, dat de-
Ze primitieven, niet alleen om redenen welke
we zooeven aangaven, niet alleen omdat
ze in hun religieuze schoonheids-extase zoo
geheel zeker moesten zijn van hun doen en
laten, maar ook omdat ze, in waarachtigen
eerbied voor al *t geschapene, vonden dat er
niets mooi genoeg kon 'zijn voor den Geest
Gods, omdat Die hier een woonplaats moest
vinden op aarde, waardig genoeg om Hem
te ontvangen. En zoo hulden zij soms Moeder
Maria in de kostelijkste stoffen en hun pen
seel streelde de schoonheid van het Kindeke
Jesus zóó, dat er een wonder uit groeide van
parelige liefelijkheid. En zij tooiden het ge
heel met wondere couleuren en wondere
liinen-arabesken, en in al wat zij aanraakten
echode en spiegelde iets van de schoonheid
en de muziek der hemelsche sferen, waarvan
hunne gedachten zóó vervuld waren, dat
ook de aarde soms een hemel geleek.
In deze triptiek, waarin een naamloos
meester ons met zooveel zelfverloochening
vertelt van Moeder Maria en Jozef en het
Kindeke Jezus, vervult zich, zooals dat in
de middeleeuwen zoo menigmaal het geval
pleegt te zijn, op eenige decimeters in het
vierkant een heerlijk wonder. Eerst ziet men
de herders komen dan volgen de Koningen.
En nu is het ontroerend om aan te zien, hoe
een dier Koningen voor het Kindeke Jezus
knielt en hoe hij vol innerlijke verbazing,
tevreden, getroost, maar tevens met iets als
innerlijke blijheid en genoegdoening staart
naar den kleinen Heiland, Die, beschermd
door Moeder Maria's teedere en zorgzame
handen, nog zoo'n heerlijk argeloos spelend
Kind is.
Behalve deze triptiek, welke eenmaal weer
een sieraad zal uitmaken van de kerk te
Oldenzaal en welke door de goede zorgen
van Deken J. H. Scholten met medewerking
van de subcommissie voor schilderkunst
(Monumentenzorg) door den heer Van Bo
hemen gerestaureerd wordt, zagen wij in zijn
atelier nog een landschap van Kerincx. De
triptiek is begin 16e-, het landschap begin
17e-eeuwsch, maar het is in stijl en ordon
nantie nog geheel Gothisch. Plechtig is de
schildering van het loofwerk in het geboomte
dat links en rechts, als vele primitieve land,
schappen koulissenachtig, een uitzicht opent
op het verschiet. Aan den eenen kant, en
dat is al renaissancist, domineert een heuvel
en boompartij, in welks schaduw wat wilde
konijnen spelen. Het landschap is verder
gestoffeerd met tal van figuurtjes, in de lucht
tintelt een gouden licht en de tonaliteit is zóó
ijl, zóó puur, dat men voelt welk een klare,
zuivere geest dit heerlijke landschap schil
derde, dat in opdracht van Z. D. H. den
Aartsbisschop werd gerestaureerd en nu
eerstdaags in prachtig-gaven toestand weer
naar het Aartsbisschoppelijk paleis te Utrecht
zal terugkeeren.
Interessant zijn ook een paar lSe-eeuwsche
schilderingen van de hand van Josepha Lee
mans, die ze in 1769 vervaardigde. Het zijn
een paar imposante doeken, welke door den
tijd bij onvoldoende conservatie (de 18e
eeuw was minder zorgzaam in het conser-
veeren der schilderijen dan de 17e en de
middeleeuwen) een zóó onoogelijk uiterlijk
hadden gekregen, dat de leek, die ze in
hun oorspronkelijken toestand zag, zich zal
verbazen over dit virtuozeüjke staaltje van
restauratie-techniek, hetwelk de heer Van
Bohemen leverde. De doeken, welke wij in
gekuischten toestand zagen en welke in op
dracht van Monseigneur L. N. Ie Baron de
Vexfli werden gerestaureerd, stellen voer
de Groetenis des Engels en Maria Hemel
vaart.
Fraai is ook een gerestaureerde 16e-
eeuwsche eiken Kruisiging, welke van de
witkalk is ontdaan. Op de vier symbolen van
de Evangelisten, welke zich aan de uiteinden
van het kruis bevinden, is nog eenige poly-
chromure zichtbaar, maar overigens is in
zijn kleurloosheid thans het beeld des te
abstracter in zijn werking, en juist dat zuivere
eikenhout met zijn harde verf doet, zonder
verschoonenden opsmuk, het lijden van
Christus te schrijnender uitkomen.
De heer van Bohemen had nog meer
moois op den ezel staan, maar daar mogen
wij op 't oogenblik niets van verklappen.
Met de fraaie naamlooze triptiek, geschilderd
door één dier onsterfelijken, die onsterfelijk
Zijn door niets dan de overgave van hun hart,
en met die niet minder-mooie ziele-medi-
tatie van Kerincx, zijn inmiddels de religi
euze kunstschatten (want ook dit landschap
ademt een geest van religieuze aanschouwing,
waarin een blij-idyllische liefheid en iets
als een stille, teere melancholie zich dooreen
mengelen) met een paar zeldzame specimina
vermeerderd. Want zulk restaureeren is
nieuw leven geven aan wat versomberen
ging in den grauwen dood. Waarin elk ver
waarloosd schilderij ten slotte verzinkt,
wanneer de zorg van het nageslacht zich niet
voor deze heilige erfenis der eeuwen interes
seert. En welk een kostelijke getuigenissen
van echt-religieuzen zin gaan daarmee niet
verloren.
En nu v/ij 't hier toch over hebben, mogen
wij er wellicht op wijzen, hoe ook in de Do-
minicanerkerk te Schiedam 3 schilderijen van
Anthonie van IJzendijke deze nieuwe conser
vatie dringend behoeven. Over de Delftsche
restauratie hebben wij onlangs geschreven
en hoe daar, dank zij de zorg der geestelijk
heid, een Van IJzendijke gerestaureerd werd
en nieuw leven uitstraalt.
Moge Schiedam het doorluchtige voor
beeld, waarva^i wrt 'n deze Kroniek gewaag
den, volgen.
RUSTICUS
SIXTIJNSCHE KAPEL.
Naar het „Huisgezin" verneemt, komt de
iberoemde Sixtijnsche Kapel in het a.s. na
jaar wederom een tournee door ons land
maken.
HET NEbERLANDSCH TOONEEL.
In een personeelsvergadering van de
Kon. Ver. „Het Nederlandsch Tooneel", die
Zaterdagmorgen in het repetitie-lokaal in de
Pieter Pauwstraat plaats had en meer dan
drie uur duurde, werd, naar wij vernemen,
door de directie aan het personeel een con
tract voor een engagement van negen maan
den voorgelegd tegen vijftig procent der
oude salarissen. Het contract zou in dezen
vorm zijn geaccepteerd. Indien dit juist is,
zal de Stadsschouwburg ook onder de
nieuwe subsidieregeling dus door het Ned,
Tooneel worden bespeeld.
Zaterdagmiddag had een vergadering van
comniissarissen plaats.
OOP t>jS£T
I II 1 6
IICIi
BERLIJN, 12 Aug. Hedenmiddag 5 uur is
Cuno afgetreden. Stresemann zal het nieuwe
kabinet vormen,
De groote coalitie gevormd.
BERLIJN, 12 Augustus. In den loop van
den namiddag hebben de leiders der bur
gerlijke arbeidsgemeenschap en der sociaal
democraten een bezoek gebracht aan den
Rijkspresident, om over het tusschen de
partijen gepleegd overleg verslag uit te
brengen.
Deswege wordt een totstandkoming van
de groote coalitie als zeker beschouwd.
DE CRISIS IN DUÏTSCHLAND,
BERLIJN, 12 Aug. Nadat president Ebert
in den loop van den avond de ontslagaan
vrage van den Rijkskanselier, dr. Cuno
had ontvangen, gaf hij te 10 uur aan dr.
Stresemann opdracht tot vorming van een
nieuw kabinet.
Dr. Stresemann stelde zich onmiddellijk
daarop in verbinding met de fractie-leiders
en hoopt in den loop van den nacht, of in
ieder geval mqrgen, met de vorming van
een nieuwe regeering gereed te komen. In
dien mogelijk, zal hij dart reeds morgenavond
het nieuwe kabinet aan den Rijksdag voor
stellen.
DE TOESTAND IN HET ROERGEBIED.
DUSSELDORF, 11 Aug. De toestand in 't
Roergebied blijft uiterst gespannen. In de
mijnen duurt het lijdelijk verzet voort. Te
Mühlheim zijn de arbeiders niet in de schach
ten afgedaald en zij verhoogen hun eischen.
De metaalarbeiders zijn in een sympathie
staking getreden.
Te Aken hebben vele botsingen tusschen
landarbeiders en werklieden, die den oogst
wilden plunderen, plaats gehad. Op ver
schillende plaatsen werden de levensmidde
lenmagazijnen geplunderd.
Te Crefeld hielden de onlusten ook he
den nog aan. Alle winkels zijn leeggehaald
en de artikelen worden tot lagen prijs ge
kocht. De politie schijnt machteloos te zijn.
Ook in het onbezette gedeelte van het
Roergebied hadden manifestaties plaats. Van
alle kanten worden schrikbarende prijsstij
gingen aangekondigd. De stadsbesturen
trachten de crisis te stuiten.
Te Gelsenkirchen werd overeenstemming
bereikt tusschen het stadsbestuur en de vak-
vereenigingen, inzake de verzekering van een
voldoende levensmiddelenvoorziening.
DUSSELDORF, 12 Aug. Een Fransche be
ambte der Fransch-Belgische spoorweg-re
gie, die zich naar het onbezette gebied hfd
begeven, werd te Asseln door twee Schupo's
gearresteerd, die hem onderweg doodscho
ten. De politie-beambten beweerden, dat hij
wilde vluchten.sHet lijk van het slachtoffer
is aan de Fransche militaire autoriteiten
overgedragen.
KEULEN, 11 Aug. De Britsche krijgsraad
veroordeelde drie personen, die in het bezit
gevonden waren van 64 K.G. dynamiet en 24
bommen, tot straffen, varieerende van één
tot twee jaar gevangenis.
HET ENGEtSCHE ANTWOORD AAN
FRANKRIJK EN BELGIË.
LONDEN, 12 Aug. De eerste Britsche
nota van Frankrijk en België, die gisteren
werd overhandigd, constateert, dat het ant
woord-van Frankrijk en België aan de Brit
sche regeering ernstige teleurstelling be
reidde. De regeering is er pijnlijk door ge
troffen, dat de Britsche voorstellen noch
door de geallieerden zijn aanvaard, noch dat
aandacht werd gewijd aan de aangeboden
samenwerking behalve .op voorwaarde,
dat niet wordt uitgegaan van Fransch-Bel
gische inzichten.
De nota constateert, dat de Fransch-Bel
gische voorstellen omtrent prioriteit leiden
tot verandering ten gunste van Frankrijk en
België van het verdeelingspercentage van
het herstellingsbedrag vastgesteld door de
overeenkomst van Spa.
De regeering is nog steeds de meening
toegedaan, dat het totaal van de herstelkos-
ten moet worden vastgesteld door een on
partijdig internationaal onderzoek.
In de tweede en laatste nota wordt ver
meld, dat de bezetting van de Roer geen
sanctie was, die door het verdrag werd
geautoriseerd, maar wenscht, dat de wettig
heid daarvan zal worden onderworpen aan
het internationale gerechtshof in Den Haag.
Groot-Brittannië is bereid om haar aan
spraken van betaling door de geallieerden
en Duitschland te beperken tot een som van
ongeveer 14 milliard goudmarken, hetgeen
vertegenwoordigt de waarde van de Brit
sche schuld aan de Vereenigde Staten.
Groot-Brittannië is vastbesloten, dat
Duitschland de herstelkosten zal betalen tot
een maximum van zijn capaciteit.
De Britsche regeering beschouwt de
Fransch-Belgische methodes als gedoemd
tot mislukking.
In een bijgevoegd memorandum betreffen
de de intergeallieerde schulden zegt de re
geering, dat er geen concessies kunnen wor
den gedaan vóór dat een duurzame overeen
komt in zake de herstelkosten is bereikt.
De nadruk wordt er op gelegd, dat de
eerste stap moet zijn, dat de geallieerden
overeen moeten stemmen in zake het maxi
mumbedrag, wat billijkerwijze van de Duit-
sche regeering kan worden geëisoht en ver-
1 klaart, dat de Fransche schuld aan Engeland
niet kan wordt ontkend en geeft aan dat
met de betaling van de interest zal moetei
worden begonnen zoodra als het pond ster
ling en de franc meer stabiel zijn.
PARIJS, 12 Aug. Te Stenay heeft
Poincaré een redevoeringi gehoulden over de
Fransch-Duitsche verhoudingen, waarin 'li;
zeide, dat Frankrijk schadeloos gesteld wil
worden en dat zijn eischen absoluut niet
overdreven zijn. Zij, die, onder Duitschen
invloed, ons de bedoeling toeschrijven om
Duitsche gebieden te annexeeren, belaste
ren ons.
Wij kunnen niet herhalen, dat wij geen
enkei stukje grond wenschen te verkrijgen
hetwelk ons niet toebehoort. Het is ook
zeer onrechtvaardig als men Frankrijk er
van beschuldigt den haat tusschen de vól
kern, die streden, opnieuw te doen op
leven. Stresemann verklaarde Donderdag,
dat Duitschland ons Verafschuwt, omdat wij
de Roer hebben bezet, waaraan hij durfde
toe te voegen, dat zelfs gedurende den
oorlog Duitschland geen haat koesterde
tegen Frankrijk. Wat zouden de Duitschers
dan gedaan hebben, als zij wel haat had
den gekoesterd? En was het dan achting
en vriendschap, die hen noodzaakten om
burgers aan he't hoofd van hun troepen te
doen marcheeren om ze tegen de Fransche
soldaten te beschermen; als die onze
gronden met ruïnen bedekten, terwijl hun
land absoluut niet van de vijandelijkheden
had te lijden?
Na de overwinning, aldus eindigde Poin
caré, hebben wij bekend gemaakt, dat wij
bereid waren dit alles t'e vergeten. Rancune
of wraakzucht groeien niet in de Fransche
ziel, m,aar wij wenschen, dat men onze
edelmoedigheid niet misbruikt. Wij werker
niet alleen voor Frankrijk, wij werker
voor den vrede der menschheid.
TEGEN DE DALING VAN DEN FRANK
BRUSSEL, 12 Aug. Vojgens de Sort
zijn door de regeeringsmaatregelen om d<
daling van den frank tegen te gaan, tal
rijke buitenlandsche vreemdelingen, die
zich te Ostende bevinden, naar de wissel
kantoren gerend. Een hunn'er stemde er in
toe in afwachting van de beurs van Maan
dag om het pond in te wisselen tegen 90
francs, den gulden tegen 8 francs en 12f
Belgische francs tegen 100 Fvansche francs.
EEN BELGISCHE LEENING IN
FRANKRIJK.
BRUSSEL, 12 Aug. De Etoile Belj-
verneemt, dat overeenstemming is bereikl
met Parijs over een Belgische leening. De
Fransche banken zullen voor een half mil
liard Belgische schatkistbiljetten nemen, af
te betalen in tien jaar, waarvoor de stia'
6 pet. rente zal geven.
Zij stellen evenleens ter beschikking
van de Belgische regeering voor 500 mil
lioen Fransche francs.
UTRECHT, 11 Aug. Vee. Aan de mark'
alhier waren heden aangevoerd 550 stuks
vee. Handel traag. De prijzen waren als
volgt stieren 100280 vaarzen 200—
330 pinken 100185 melkkoeien 240
420 kalf koeien 270460 vaarskoeien
ƒ200340 magere kalveren ƒ50150
nuchtere kalveren 1418 magere var
kens 2655 biggen 1226 magere
schapen 4252 lammeren/3036.
LEIDEN, 11 Aug. Boter. Prima fa-
brieksboter (controle) 1.75 prima boe-
renboter ƒ1.601.75. Aangevoerd 86/8,
19/16 vaten, wegende 2460 K.G. Hande'
flink.
UTRECHT, 11 Aug. Eieren. Kipeieren
7.508.50 eendeneieren 7.608.50 To
tale aanvoer 5410 stuks. Handel flink.
BROEK OP LANGENDIJK, 11 Aug
In de heden gehouden veilingen werd be
taald voor: bloemkool le srt. 12.3020.50
id. 2e srt. ƒ3.204.30 per 100. stuks roode
kool le srt. 2.403.30 wortelen 33.50
per 100 bos; witte kool ƒ1.804.30 Z 1-
vernep 16 slaboonen 5964. Aardappe
len. Schotsche muizen 4.405.60 glad
blaadjes 4.50 Graafjes 9.80 Due of
York 3.404.90 KOksianen 4.704.80 -
blauwe ƒ5.105.20; Eigenheimers 5.10
drielingen ƒ1.802.40 kleine ƒ11.20.
alles per 100 K.G.
Aangevoerd 5065 stuks bloemkool110C
bos wortelen34.500 K.G. roode kool
3250 K.G. witte kool 100 K.G. zilvernep
32vf.G. slaboonen 166.700 K.G. aardap
pelen.
AMSTERDAM, 11 Aug. Aardappelen.
Langedijker muizen 3.50, Zeeuwsche .Ei'
genh. ƒ3.603.75, Zeeuwsche blauwe Ei-
genh. 4, aanvoer 5 ladingen 741 H.L.
GOUDA. Cböp. Kweekersvereeniging „Gouda
en Omstreken". Veiling van 10 Aug. WitU
lelies 1315 ct. per stuk; dahlia's 830 et;
pomp. dahlia's 720 ct.; zonalen 2430 ct.;
gladiolen 926 ct.; rozen 628 ct.; xnont-
bretia 710 ct.; anjers 722 ot., alles per 10
stuks; lathyrus 36 ct. per bos.
"met die groene, gloeiende zijde wil laten
stikken, Grootmama is valsch, als allen,
die zich in haar salon ophouden zij en
de oude giftmenger, de man van gezag. Als
hij weer met zijn afschuwelijke vingers op
mijn borst drukt zat ik hem slaan," siste zij
bitter tusschen de tanden. Plotseling richtte
■zij zich op en greep Kathe's hand. „Wees
voorzichtig met hem, Bruck waarschuwde
zij met opgeheven vinger, „en met groot
mama ook En zij gij weet, wie ik meen
Zij rookt sigaren en rijdt als een dolzinnige
met de nieuwe paarden, alleen omdat gij het
Verboden hebt zij is de valschte van allen
„Zeer verplicht," fluisterde Flora met een
boozen glimlach en drukte zich nog dichter
in den zachten rug van den stoel.
Een onbeschrijfelijke angst maakte zich
meester van Kathe, toen hare hand zoo vast
werd gehouden. Zij Vermeed zorgvuldig
den dokter, die achter het scherm aan het
hoofdeneind van het bed stond, aan te zien.
„Weet gij nog, hoe het vroeger was,
dokter?" vroeg Henriette. „Weet gij nog
wel, hoe zij de lakeien door weer en wind
joeg naar uw huis, met vijf of zes brieven
op één dag-? Weet gij nog wél, hoe zij, half
gek van verlangen, u tegemoet liep, als gij
er niet waart op den bepaalden tijd En hoe
zij dan de armen om uw hals sloeg, wild en
dof, alsof zij u nooit weer wilde loslaten?"
1 Nu stond Flora op haar zijden kleed
klaterde en ruischie en zij was zoo rood in
haar gezicht, of nog eens de reeds onderge
gane zon hare bleeke wangen bescheen,
Geef haar morphine!" riep zij. „Dat is1
meer dan ijlen van de koorts. Slapen moet
zij, slapen
De dokter had de zieke pas laten innemen
en hij beantwoordde den raad van Flora
met dien vluchtigen glimlach, waarmee men
de dwaze eischen van onwetenden bejegent,
terwijl men er zich verder niet aan stoort.
De gloed, dien Henriette's woorden op zijn
wangen had gelokt, verdween langzamerhand
en hij zag er weer even bedaard en koel uit
als straks.
Toornig ging Flora weer zitten, keerde
zich om en liet de fonkelende oogen over den
omtrek daar buiten ronddwalen.
„Hadt gij wel ooit gedacht, dat dit veran
deren zou, Bruck? Dat zij ooit zou zeggen,
dat zij gedwaald had begon Henriette
opnieuw en omklemde nu ook met de ande
re gloeiend heete hand Kathe's vingers.
Het jonge meisje sidderde van angstop de
lippen der kranke lag het woord, dat nog
niemand, ook de schuldige niet, had durven
uitspreken. Zij boog Sich over Henriette en
lei haar de koele hand op het brandende
voorhoofd, als kon zij daardoor een andere
richting aan die dreigende denkbeelden
geven.
„Ah, dat is koel, dat doet goed zuchtte
de kranke. „Weet gij nog wel, hoe Flora
eens uw hand van mijn voorhoofd stiet?
O, zij was zoo jaloersch
Een half onderdrukte hoonende lach
klonk van den kant van het raam. Henriette
boorde dat niet. Voor haar bestond geert heeft
buitenwereld meer.
„Ik kan niet slapen van verdriet over dat,
wat er gebeuren moet," klaagde zij en wrong
de handen, terwijl zij ze hartstochtelijk te
gen de borst drukte. „Dan zult gij ons huis
vermijden en een ongelukkige man zijn, die
onzen naam niet eens meer op de lippen
neemt. Maar, Bruck, wat kan haar dat sche
len, bij hare grenzenlooze ijdelheid, die zij
eerzucht noemtTot eiken prijs zal zij zich
losrukken."
Onwillekeurig hief Kathe de armen als
biddende naar boven, maar angstig riep
Henriette „Leg mij de hand niet op den
mond, als die jongen daar in het bosch 1"
E11 zij sidderde van afschuw.
Op dit oogenblik stond Flora naast haar
jongste zuster en schoof haar op zijde in
haar gelaat, in haar geheele houding lag iets
gebiedends. „Laat haar uitspreken zei ze
kort en bepaald.
„Ja, laat haar uitspreken," herhaalde
Henriette, die van uitputting schier niet meer
kon, maar toch cp den toon van een kind,
dat tevreden is, omdat het zijn zin krijgt.
„Wie zal het u ook anders zeggen, Bruck, als
ik het niet doe ik? Wie zal u waarschu
wen, om op uw hoede te zijn Houd de
oogen goed open Zij vliegt van u weg, als de
witte duif van den boom. De kokette wil
vrij zijn
„Wat zij ook ijlt en bazelt, eene waarheid
ligt er in," kwam Flora tusschen'oeide en
trad een schrede op den dokter toe. „Zij
gelijkIk kan voor u niet wezen, wat
ik beloofde. Laat mij vrij, Bruck?" voegde zij
er smeekend bij en hief de saamgevouwen
handen tot hem op. Voor de eerste maal
hoorde Kathe hoe veel liefelijks er lag in hare
stem, die zoo week werd en zoo zacht.
En zoo was dan het gewichtige woord ge
sproken, dat maanden lang tot de meest
afschuwelijke vaischheid aanleiding gaf. Ka
the had gedacht, dat hét eerste geluid van
dit woord den armen verraden man zoo zou
aangrijpen, dat hij als vernietigd ter aarde
zou zinken, maar er was weinig van de uit
werking te zien voor het jonge meisje was
die onbewogen houding van den dokter even
raadselachtig als wanneer uit den heftige®
strijd een schijnbaar gekwetste onverlet te
voorschijn komt. Ernstig en zwijgend zag hij
op het smeekende meisje neder, maar hij was
bleek, bleek als de dood. Zijne hand, die vat
ten wilde, trok hij terug. „Het is hier de plaats
niet voor zulk een gesprek."
„Maar het is het juiste oogenblik. Een an
dere mond sprak uit, wat mij al maanden
lang op de lippen zweefde, maar wat ik
niet in woorden brengen kon
„Omdat het een bepaalde vaischheid is."
Zij beet zich op de lippen. „Dat woord is
hard en niet juist. De band tusschen ons
was niet zoo vast gesloten, terwijl ik mij zelve
bewust ben, dat geen ónder beeld het uwe
in mijn hart heeft verdrongen. Lach niet zoo
schamper, BruckBij God, ik denk aan
geen anderen man," riep zij hartstochtelijk.
„Maar," zoo liet zij er kalmer op volgen,
„ik wil het verwijt op mij nemen, opdat wij
beiden geen toekomst vol ongeluk tegemoet
zouden gaan."
„Laat mijn geluk of ongeluk gerust buiten
het spelGij kunt niet weten, wat ik daar
onder versta, maar zooveel zult gij toch wel
begrijpen, dat hier geen sprake van wezen
kan, waar het de eer geldt van den man en
de achting, die hij aan zich zeiven verschul
digd is. En nu zou ik u, in hét belang uwer
zieke zuster, wel willen verzoeken verder te
zwijgen."
Hij keerde zich om en ging bij een venster
staan.
Zij volgde hem. „Henriette hoort ons niet,"
zei ze. De lijderes was doodmoede op het
kussen neergezonken en fluisterde stil voor
zich heen, als een kind, dat zich zeiven een
sprookje vertelt. Zij hoorde zeker niets.
„Dat is immers geen beslissing," vervolgde
Flora op treurigen toon. „En ik moet een
bepaald antwoord hebben. Waarom uitstel
len, wat spoedig beslist kan worden?" Het
was treurig om te zien, zooals zij met duim
en wijsvinger draaide aan den ringvinger der
linkerhand.
Dokter Bruck zag. om en keek zoo over
de schouders op haar neer. Weer viel Kathe
op, hoe hij, bij zijn flinke mannelijke ge
stalte, toch zoo merkwaardig jong scheen te
zijn. Onder den vollen baard kwamen als
hij sprak, kleine, haast meisjesachtige lippen
voor den dag en de vorm van zijn gelaat was
fijn en teeder als bij een knaap. Daarbij voeg
den zich zijn eenvoudige houding en een paar
oogen, die zich zoo schuw en bescheiden
soms terug wisten te trekken voor eens an
deren blik. Maar nu rustten zij, kalm en vast
op het schoone meisje, dat met haar lokkig
hoofd aan zijn schouder kwam.
„Wat denkt gij te kiezen in plaats van
het leven aan mijne zijde vroeg hij zoo
plotseling en zoo scherp, dat zij onwillekeu
rig verschrikte.
„Behoef ik u dat te zeggen, Bruck," riep
zij, terwijl zij, als was haar een steen van het
hart gevallen, diep adem haalde en 't haar
van het voorhoofd streek „ziet gij dan niet,
dat mijn gehe le ziel opgaat in het verlan
gen, om schrijfster te zijn, en kan ik aan die
roeping behoorlijk voldoen, zooals dat strookt
met mijn aanleg en talent, als ik daarbij de
plichten eener huisvrouw op mij neem
•Nu en nooitr
„Zonderling toch, dat dit onbedwingbaar
verlangen eerst in de laatste negen maan
den bij u ontwaakte, nadat gij
„Nadat ik negen en twintig jaren lang mij
zonder roem wist te behelpen, wilt gij zeg
gen," viel zij hem scherp en met een donke
ren gloed op het gelaat in de rede. „Verklaar
dit zooals u goed dunkt, stel het op rekening
van de Hatuur der vrouw, die aarzelt en
wankelt, tot zij eindelijk het rechte vindt."
„Weet gij ook zeker, dat dit het rechte
is?"
„Zoo zeker, als de magneetnaald naar de
pool moet wijóen."
Wordt vervolgd
l,i