Indische Brieven.
Van Wet en Wetgeving.
BUST EN LAND
Tweede Blad
18 Agagtasfais 1923
KLATERGOUD
AAN DE GRONDLEGGERS
VAN HET
NEDERLANDSCHE GEZAG
OP
NOORDELIJK SUMATRA.
KERK IN SCHOOL.
DE KATHOLIEKENDAG.
Gisteren is het Fransehe antwoord aan Engeland te Brussel overhan
digd, De communistische actie in het bezette gebied verslapt; alleen te
Aken is de toestand gespannen. De Amerikaansche politiek,
Onder de Telegrammen: De optimistische verwachtingen te Londen
zijn weer verdwenen; het Fransehe antwoord zal niet voor Maandag
worden gepubliceerd. Het verdrag van Washington; de ratificaties
uitgewisseld; de toepassing door de Ver. Staten.
EEN PORTUGEESCH OORDEEL OVER
HET FRANSCHE GEELBOEK.
6EM. BUITENL. BEftiiHSTE?*-
FEUILLETO N
„Zeker was dat mijn Bruck, zooals ik hem nig stampte hij met dea voet op den grond
nu mei ïeriheid noem/' zei de heer vonden keerde zich om.
„Omdat mün houding geheel in uw
kathe zette de'eerlijke, bruine oogen wijd
XXVII.
.k ben verhuisd.
De lezer zal dat wellicht van gering be-
g achten, doch hij moet er niet zoo min
er denken.
Voor mij persoonlijk, heeft dit alvorens
ae verhuizing een feit kon worden be-
teekend weken lang zwerven en zoeken door
vele wijken van de stad veertig gulden neer
tellen op het bureau van den woning-make
laar een tiental dagen aan het werk zetten
•van witters en ververs, omdat de eigenares
hoewel een firma met wereldreputatie
weigerde ook maar een enkele herstelling aan
het verwaarloosde huis te doen verrichten.
Doch afgescheiden daarvan mijne brie
ven uit Batavia zullen voortaan wellicht een
ander aspect weerspiegelen ik ben door
deze verhuizing in eene geheel andere sfeer
gekomen. De landelijke rust der nieuwe
buitenwijken aan de zoom der stad hebben
we geruild tegen de drukte en het vertier
van het centrale stadsleven.
Onze woning ligt een vijf of tien minuten
gaans van de groote winkelbuurten, als Noord,
wijk, Rijswijk, Passar Baroe e.d. En toch
wonen we er mooi.
De Willemslaan is een der fraaiste lanen
van Batavia, breed, mooi geasphalteerd, en
aan weerszijden overschaduwd door forsch
uitgegroeide kanarie-boomen, die met hun
donker, zwaar loof een mooie tegenstelling
Vormen met he,t fijne, lichte groen der grillig
;n wijd-vertaikte tamarinde-boomen.
Behalve haar eigen schoon heeft deze laan
nog het voordeel van te liggen in een bij
uitstek gunstige omgeving, het is de verbin
dingsweg tusschen de twee grootste^ en be
langrijkste pleinen van Batavia, het Konings
plein en het Waterlooplein. Pleinen noemt
men wel eens de ademhakngs-organen der
stad, en inderdaad merken we dat het hier
koeler is dan in de nieuwe stadswijken, welke
wel open liggen voor alle winden, doch die
tengevolge van het ontbreken van behoor
lijke boom-begroeiing overdag te veel in de
zon te blakeren liggen, om des avonds goe<L
af te kunnen koelen.
Wij zijn hier werkelijk in het mooiste ge
deelte van het langer bestaand Weltevreden,
waar veel nog herinnert aan het voorbij
gegane van vroegere tijden.
Van ons huis uit de Willemslaan ingaande,
komt men over de breede Willemsbrug
een der mooiste bruggen, welke we hier
hebben dadelijk op het Waterlooplein,
waar dichtbij reeds de Kathedrale Kerk hare
slanke torens omhoog heft. Op den hoek
van de laan staat het eigenaardige ijzeren, in
Gothische vormei; gegoten monument, waar
van het opschrift aangeeft, dat het is gewijd
door v
Het Leger en de Ingezetenen van
Nederlandsch Indië aan de nage
dachtenis van
ANDREAS VICTOR MICHIELS
Ridder van de Militaire Willems
orde, enz
Gesneuveld te Kasoemba 25 Mei
1S49.
an verder
Aan de vele Braven van Land- en
Zeemacht die voor de handhaving
van het Nederlandsche Gezag den
heldendood zijn gestorven.
Daaronder volgt een lange lijst van krijgs-
verrichtiftgen met vermelding van plaats
en datum van af 1816.
Vlak tegenover ons huis ligt het Wil-
helmina-park, gekranst om een oud fort
hepn, welks wallen nu benut worden voor
den aanleg van een aardig plantsoen met
kronkelende, op- en neergaande wandel
paden. Het oude fort zelf, in zijn grijze
bonkigheid, met zijn hoog-ommuurde toe
gangspoort, zijn gekantelde muren, zijn
bastions en vierkanten centralen toren houdt
in dit park eene positie van naar buiten
respect-afdwingende soliditeit, welke nog
geaccentueerd wordt door het groote, met vier
leeuwen geschraagde Atjehmonument, dat
op zijn hoog voetstuk de zegen-palm hef-
*fende vrouwen-figuur tusschen de
boomgroepen doof ten hemel heft
hooge
Het oude fort heeft voor den modernen
tijd niet eenige militaire waarde meer. De
bestemming, welke men aan de inwendige
ruimte gegeven heeft, bezit niets oorlog-
zuchtigs meer.
Een tiental jaren geleden, toen de schut
terij nog bestond, bestond er nog eene kleine
reminescentie van de vroegere krijgshaftig
heid de oud-model geweren van de schut
ters vonden er een veilige bewaarplaats.
Nu heeft ze zelfs deze reminescentie ver
loren.
Naast de zware ingangspoort, gespijkerd
ie ;en den dikken, massieven voormuur, hangt
een plank „Hollandsch-Inlandscnc School."
Door de kleine ruiten heen kan men van af
de wallen de schoolbanken voor de Inlana-
sche jeugd zien staan.
Mijn zoontje, dat reeds in de eerste week
met enkele vriendjes de omgeving door
kruist had, kwam na een bezoek aan het fort
met het opzienbarende verhaal, dat van uit
dit fort drie onderaardsche gangen liepen,
één naar Antjol, een terrein buiten de stad,
waar tegenwoordig de militaire vliegdiensa
een zijner terreinen met hangars heeft, één
naar Tandjong Priok, en één naar Bogor,
zooals de Inlandsche bewaker mededeelde.
Het leek erg onwaarschijnlijk, vooral dat
laatste, waar Boger of Buitenzorg 60 K.M.
hier van daan ligt.
Toch heb ik eens -geïnformeerd, wat er
van die onderaardsche gangen in werkelijk
heid bestaat.
Mijn zegsman verklaarde natuurlijk dat
verhaal omtrent de onderaardsche gang
naar Buitenzorg een fabel te zijn. Doch wel
schijnt vroeger een zoodanige tunnel te heb
ben bestaan naar buiten de stad. Waarschijn
lijk werd ze gemaakt om in geval van nood,
onder de belegenaars door, uit het fort te
kunnen komen. Dit was vroeger een meer
gebruikte methode, want vast staat, dat in
vroegere tijden de bezetting van een fort te
Meester Cornelis door het graven van een
tunnel wist uit te breken.
Van die onderaardsche tunnels is nu niets
meer te vinden. De ingangen, door dikke
deuren afgesloten, welke mijn zoontje wer
den gewezen, zijn waarschijnlijk niets anders
dan toegangen tot bewaarplaatsen voor
springstoffen. Doch ook deze zullen nu wel
leeg zijn.
Intusschen blijft in deze omgeving nog
altijd iets zweven, dat de herinnering aan
eertijdsche helden-romantiek doet opleven.
En de Nederlandsche wandelaar, die langs
de oude grachten en sombere muren van dit
fort zijn weg kiest, ziet immer zijne gedach
ten teruggaan naar de voorvaders van voor
heen, die met stage voortvarendheid en
stugge vasthoudendheid zoo gering in
aantal als ze waren het devies van het
Oranje-huis tot stempel konden drukken op
hunne daden.
De begrippen zijn wel veranderd.
Wie spreekt in Indië nu nog van binnen-
landsche oorlogsvoering
Verklaarde niet de vorige week nog de
Leger-commandant in den Volksraad
„Het begrip Inlandsche vijand bestaat niet
meer, aangezien de Regeering erkent, dat
ook bij massaal verzet de menschen het recht
hebben, beschouwd te worden als burgers
van den staat."
Zoo is in het Wilhelmina-park dit oude
fort met zijn nieuwe bestemming aen duide
lijke merkpaal in den ontwikkelingsgang de
zer landen.
1 J. A. M. d. F.
DE
BELASTING OP GOUDEN EN
ZILVEREN WERKEN.
Als laatste in de rij der diverse belastingen,
die wij aan een bespreking hebben onder
worpen, vermelden wij de belasting op gou
den en zilveren werken.
Ten einde te voorkomen dat allerlei niet
edele metalen als goud of zilver worden ver
kocht, zijn bij de wet van 18 Sept. 1852 Stbl.
178 bepalingen vastgesteld, die ten doel
hebben de echtheid der door de goudsmeden
verkochte waren van Rijkswege te garan
deeren. Bij dezelfde wet werd tevens een be
lasting op de gouden en zilveren werken vast
gesteld.
Niet ieder is bevoegd het bedrijf van goud
smid uit te oefenen of handel te drijven in
gouden en zilveren werken. Hij, die zulks
wil doen, moet daarvan op straffe van eene
boete van f 50.—, kennis geven aan het Be
stuur der gemeente, waar hij zijn beroep
wenscht uit te oefenen.
Het is den goudsmeden en handelaars in
gouden en zilveren werken uitdrukkelijk
verboden voltooide gouden of zilveren wer
ken, die niet voorzien zijn van de vcreischte
stempelmerken, in voorraad te hebben of
daarmede handel te drijven. Die stempel
merken worden op de gouden en zilveren
werken gezet op de rijkskantoren van den
waarborg. Er zijn in het Rijk dertien kan
toren van den waarborg, die ieder hun eigen
rayon hebben. Behlave van de Rijkstempel-
merken moeten de gouden en zilveren wer
ken nog van eigen stempel van den goud
smid, het Z.g. meesterteeken zijn voorzien.
Bij' de aanbieding tot stempeling der gou-
<en en zilveren werken aan de kantoren van
den waarborg wordt eene belasting geheven.
Die belasting bedroeg aanvankelijk f 15.
per hectogram (ons) goud en f 0.75 per hec
togram zilver. Bij de wet van 15 October
1921 is evenwel de belasting verdubbeld en
gebracht op f 30.— per hectogram goud en
f 1.50 per hectogram zilver.
Over de jaren 1917, 1918, 1919, 1920 en
1921 heeft de belasting op gouden en zilve
ren werken respectievelijk opgebracht
f 682.850, f 767.385, f 913.935, f 913.272 en
f 905.421. De verhooging der belasting in
1921 komt in deze cijfers duidelijk uit.
Weliswaar wordt de verhooging krachtens
vermelde wet van 15 October eerst in het
late najaar van 1921 van kracht, doch de
voorgenomen verhooging der belasting bracht
zooals veeltijds, ook hier een groote vraag
naar gouden en zilveren werken te weeg.
Ieder die nog een gouden of zilveren voor
werp van noode had, wilde dit aanschaffen
vóór de belastingverhooging. Vandaar dat
van al de evengenoemde jaren de opbrengst
der belasting in 1921 het grootst is, ofschoon
de verdubbeling der belasting over dat jaar
slechts enkele maanden heeft gewerkt. Op
de Staatsbegrooting voor 1921 en 1922 werd
de opbrengst geraamd op f 901.000.
II.
beginstadium was men nog siet tot het in
zicht gekomen, dat een zakelijk, geanimeerd
debat niet zelden meer practisch resultaat
oplevert, dan vele en lange redevoeringen,
ci en dit is misschien wel de voornaam
ste reden men vreesde, dat er nog niet ge
schoolde debaters zouden zijn voor de on
derlinge bespreking van een onderwerp. Om
den beschikbaren tijd goed te besteden en
de toehoorders aangenaam en nuttig bezig te
houden, liet men maar twee, drie sprekers
het woord voeren.
Gaandeweg kwam men echter tot de over
tuiging vooral bij de vlucht van het ver-
eenigingsleven, waar meerderen getraind
werden in het openbaar spreken dat men
wel van tactiek kon veranderen. Men ging
het aantal sprekers beperken, om meer tijd
ruimte te krijgen voor het debat. Het werd
regel dat maar één inleider optrad en de
ovewge tijd werd vrij gelaten voor bespre
king van de practische maatregelen, welke
voorgesteld werden.
Men merkte nog een andere onvolledig
heid. Het werd duidelijk, dat voor een ge
regeld en vruchtbaar debat meer noodig is,
dan alleen geoefendheid in het spreken. De
debater moet zijn onderwerp machtig zijn.
Dan moet hij ook in de gelegenheid gesteld
worden het vooraf te bestudeeren. Zoo deed
zich vanzelf de noodzakelijk gevoelen, om
eenige weken Vóór den Katholiekendag de
voornaamste punten, door den inleider te
verdedigen, in den vorm van beknopte
„conclusies" in de Nieuwsbladen bekend te
maken.
Het Reglement voor de diocesane Katho
liekendagen in het bisdom Haarlem bepaalt
dan ook in art. 12: „Het Hoofdbestuur noo-
digt de sprekers of inleiders «roor de afdce-
lingsvergaderingen uit en verzoekt dezen
hun conclusion twee maanden vóór den Ka
tholiekendag in te zenden. Het stelt de con-
clusiën vast in overleg met de betrokken
afdeelingsvoorzitters. De vastgestelde con-
clusiën worden uiterlijk vijf weken vóór het
houden van den Katholiekendag bekend ge
maakt." Art. 13 voegt hier nog bij: „Uiter
lijk 3 weken vóór het houden van den Ka
tholiekendag kan ieder Katholiek, woon
achtig in het bisdom Haarlem, onder op
gaaf van naam en woonplaats, wijzigingen
op de conclusies indienen bij den voorzit
ter der betrokken afdeeling, die daarvan
terstond kennis geeft aan het Hoofdbe
stuur."
Om verder het gevaar te keeren, dat bij
het debat alle richtsnoer zou gemist wor
den en de besprekingen in het honderd zou
den loopen, bepaalt het Reglement nog in
art. 16: „alleen over de te voren bekend
gemaakte, conclusiën en wijzigingen kan in
de afdeelingsvergaderingen beraadslaagd
worden". Aan de beraadslaging en stem
ming mogen alleen Katholieken deelnemen,
behoorende tot het Bisdom Haanem."
De inleider heeft alzoo tot taak de on-
ingewijden in het onderwerp op de hoogte
te brengen; het debat is er, om betwistbare
stellingen te toetsen en te komen tot con
clusies, welke de vrucht zijn van rijp onder
ling beraad. Het# debat is derhalve geens
zins zonder waa'rde of practisch nut; het
dient om de verschillende zijden van het
onderwerp in het licht te stelien, om dc
duistere punten op te helderen en de vage
begrippen scherp te omlijnen, om de al-
gemeene beginselen pasklaar te maken
voor de practijk, alsook om de aldus duide
lijk omschreven denkbeelden gemakkelijker
en diepér in den geest en het geheugen te
prenten. Hooge bespiegelingen en geleer
de betoogen van een welsprekend inleider,
hoe meesterlijk ook ineengezet en voor
gedragen, mogen een tijd lang boeien, ten-
slote vermoeien ze toch ook den aandach-
tigsten toehoorde r en gaat er jammerlijk
veel van dat moois over de hoofden heen.
Debat houdt de aandacht meer gespannen,
ook bij trage, minder speculatieve denk
vermogens; debat doet de meest abstracte
denkbeelden, nu ze in populairen trant
voorgedragen en door voorbeelden uit het
dagelijksche léven aanschouwelijk worden
voorgesteld en geïllustreerd, gretig en ge
leidelijk ingang vinden.
Debat wordt echter alleen toegestaan in
de sectie-vergaderingen, die gewoonlijk om
trent den middag gehouden worden en wel
in verschillende localiteiten tegelijk.Van wat
behandeld en besloten is op deze vergade
ring, wordt mededeeling gedaan op de
hoofdvergadering. De Conclusiën, welke op
de afdeelingsvergaderingen zijn aangenomen,
worden door den secretaris van het uitvoe
rend Comité in de algemeene vergadering
bekend gemaakt". Art. 19. Bij de alge
meene vergadering, die in den middag ge
houden wordt en welke men het glanspunt
van den Katholiekendag mag noemen, is
debat niet toegestaan, want de slot-vergade-
ring draagt meer een officieel karakter.
De inleiders of sprekers op den a.s. Ka
tholiekendag hebben als onderwerp te be
handelen: de naastenliefde, en de aanwezi
gen zullen de gelegenheid hebben daarom
trent vragen te stellen, inlichtingen te ge
ven, raad te vragen of ook critiek uit te
oefenen op de middelen hen aangeprezen.
Dat er naastenliefde moet zijn, weten wc
allen. Doch waarom kent en beoefent de
huidige wereld haar veel te weinig? Waar
om roepen zoovele duizenden om die edele
naastenliefde, welke alle wrangheid verzoet,
alle hardheid verzacht, al 't moeitevollc ver
licht en waarom vinden zij dat niet? Koude
berekening, eigenbelang en eigendunk voe
ren den scepter en eischen alle heerschappij
voor zich op. Daarom zijn er zooveel dui
zenden, die rammelen aan dc ijzeren ket
tingen, welke de nood hen aanbond en zij
eischen gerechtigheid en liefde was hun le
vens-daad en levens maar daardoor worden
de tegenstellingen aangescherpt, de klove
wordt immer breeder, altijd dieper. Men
wedt de zwaarden, waar de broederliefde
slechts olie en balsem moest bereiden, om
elkander te dienen, zooals de Verlosser ons
gediend heeft. Van uit zijn H. Hart wil de
grootmacht der liefde opnieuw uitgaan en
de volkeren-chaos en ook oe nieuwe wereld
veroveren, zooals zij vroeger de o u d e over
wonnen heeft!
De geschiedenis der Apostelen teekent
de eerste christengemeente als „één hart
en één ziel". De helpende liefde was hèn
levens-daad en levens-kracht, niet een
beoefende liefdadigheid, reddende mildheid,
vergevende inschikkelijkheid, stille onbeken
de vrijgevigheid. DeUiefde, door den Ver
losser aan den mensch geleerd, gold allen
en eenieder: armen, vervolgden, zwakken,
zieken, zondaars, weczen, weduwen, werk-
loozen, verbannenen, veroordeelden, gevan
genen.
De a.s. Katholiekendag kan ons leeren
naastenliefde bij 't denken; een onderdruk
ken van wraakzuchtige, harde gedachten en
aanvechtingen, al dat twisten en die ruzie
in z'n gedachten verbittert het gemoed. Naas
tenliefde bij 't spreken: toegevendheid en
minzaamheid in z'n oordeel, verontschuldi
ging bij vergissingen en misverstand; wel
willende verdediging van hen, die niet aan
wezig zijn. Waar de zaak een scherp woord
eischt, zullen de personen ontzien worden.
Naastenliefde bij 't hooren; rustig en ge
duldig luisteren naar wat 'n zieke, 'n kinder
lijk gemoed, een oude man voor den tienden
keer vertelt; liefdevol acht slaan op de sim
pele levens-herinneringen van een oude
vrouw en het met vriendelijk gezicht op
nemen.
Naastenliefde bij 't troosten: het is toch
al zoo hard, om troost te moeten bedelen;
't is zoo stootend in een leerling van den
Gekruiste, zich niet te bekommeren om het
kruis van een huisgenoot.
Levende naastenliefde tegenover kleinen
en grooten, tegenover zwakken en sterken,
tegenover gelukigen en ongelukkigen, te
genover allen, zooals ook God de zon laat
opgaan over allen.
De Katholiekendag van Hoorn heeft ons
nog veel te leeren!
Fr. DEODATUS VERGEER, O. F. M„
Nieuwe Niedorp.
HET KARAKTER.
Het karakter van den Katholiekendag is in -
den loop der jaren wel wat gewijzigd. In het medelijden van het toeval, maar stelselmatig
ENGELAND EN FRANKRIJK.
De belangstelling in de bespreking van het
schadevergoedingsvraagstuk concentreert
zich op de Fransehe beantwoording der En-
gelsche nota. Vermoedelijk zullen de Fran
sehe en Belgische antwoorden niet lang op
zich laten wachten en vroegere aanwijzingen
geven reden te veronderstellen dat waar
schijnlijk de Fransehe premier in de nota
een volledig exposé van het Fransehe stand
punt zal geven, misschien dat de premier dit
ook reeds in een redevoering zal doen. Hier
zou men dat gaarne zien, daar het juist zulk
een volledige verklaring is, die de Engelsche
regeering wenschte uit te lokken door haar
vragenlijst van een paar maanden geleden.
Men zou in Engeland gaarne zien dat er
werkelijk aanleiding is om te blijven geloo-
ven dat Frankrijk alleen naar de betalingen
voor het herstel streeft en dat geruchten en
mecningen van het tegendeel iederen grond
missen. De moeielijkheid is tot dusverre ge
weest dat men bezwaarlijk heeft kunnen be
grijpen hoe het mogelijk is dat Frankrijk al
leen streeft naar betaling, wanneer zijn maat
regelen volgens Engelsch inzicht juist strek
ken om een voldoende betaling voor het her
stel onmogelijk te maken.
De Engelsche bladen toonen zich zeer op
timistisch en dit optimisme is klaarblijkelijk
gegrond op het voortduren der besprekingen
in de Fransehe pers over een schadevergoe
ding van 50 milliard, daar dit cijfer natuur
lijk veel dichter bij het Engelsche denkbeeld
komt omtrent de betalingscapaciteit van
Duitschland dan de 132 milliard, die tot
dusverre zoo dikwijls in de Fransehe pers
zijn genoemd. De Engelsche nota heeft er op
gewezen, dat een vasthouden aan het onmo
gelijke cijfer van 132 milliard tezamen met
de verklaring dat de Roer niet ontruimd zou
worden voor dit bedrag geheel was betaald
alleen kon worden beschouwd als de bedoe
ling om voor onbepaalden tijd aan de Roer
te blijven.
Te Londen legt men er verder den nadruk
op dat wanneer een definitieve regeling werd
getroffen, Engeland ongetwijfeld zeer soliede
waarborgen van Duitschland zou eischen.
Wanneer Frankrijk tot voordeel van zich zelf
en van ieder die er bij betrokken is zijn be
zetting van de Roer zou prijsgeven in ruil
voor andere waarborgen van meer econo-
mischen aard, hetgeen zou beteekenen het
handhaven van een gepaste controle, zou het
daardoor tegemoetkomen aan de Engelsche
inzichten maar dat zou in geen geval het ver
mogen van Duitschland verminderen om aan
zijn verplichtingen te voldoen. Waarborgen
van die strekking zijn inderdaad aan de hand
gedaan in het Engelsche vergoedingsplan
van Januari,
In aansluiting aan hetgeen gisteren is ge
meld, ontleenen wij nog aan het Journal, dat
Poincaré druk bezig is aan zijn antwoord op
de Engelsche nota van 11 dezer. Het docu
ment is bijna gereed en zal eerst aan Brussel
meegedeeld worden. Men denkt, dat het nog
deze week of in het begin van de volgende
aan de Engelsche regeering zal aangeboden
kunnen worden. Het document zal uitslui
tend de kwestie van Fransch standpunt be
handelen, d.w.z. dat aan de Belgische regee
ring de zorg wordt'overgelaten om te ant
woorden op de door Engeland gemaakte op
merkingen betreffende bijzondere onderdee-
len van de Belgische vergoedingsontwerpen.
En het wil niet zeggen, dat Poincaré sommi
ge beweringen van de Engelsche nota betref
fende de Belgische prioriteit, die een directe
aanslag zijn op de solidariteit der bondge-
nooten, onbeantwoord zal laten.
Het Fransehe document zal uit twee ge
deelten bestaan; het eerste zal een uiterst
nauwkeurige weerlegging van alle tot kritiek
aanleiding gevende punten van de Engelsche
nota zijn; het tweede gedeelte zal (het is
vannacht in een telegram gemeld,) een alge
meene uiteenzetting geven van de Fransehe
vergoedingspolitiek. Deze uiteenzetting zal
dus niets nieuws bevatten, daar de opvattin
gen van Frankrijk reeds herhaaldelijk in En
geland zijn uiteengezet, in het bijzonder in
de instructies aan De Saint-Aulaire, den
Franschen gezant te Londen, ter beantwoor
ding van de Engelsche vragenlijst van 13
Juni.
Het Fransehe antwoord op de Britsche
nota is gisteren aan Brussel meegedeeld.
Waarschijnlijk de volgende week zal het aan
de Engelsche regeering aangeboden worden.
DE AMERIKAANSCHE POLITIEK.
De, diplomatieke medewerker van de
Daily Telegraph geeft op grond van inlich
tingen van gezaghebbende zijde het vol
gende overzicht van de politiek, die presi
dent Coolidge zich tegenover Europa voor
stelt. Deze politiek komt hierop neer, dat
men zich streng zal houden aan de begin
selen, die in de redevoering van Hughes te
Ncwhaven zijn neergelegd, en waarbij men
de vaststelling van Duitscbland's draag
kracht, door een onpartijdige commissie
zal aanmoedigen. De Amerikaansche regcc-
ring zal zich echter in geen enkele rienting
vastleggen, zoolang het plan of de plannen,
waarover thans in Europa beraadslaagt
wordt in concreten vorm kunnen worden
onderzocht. Ieder plan dat ten slotte in
een concreten vorm wordit aangeboden,
zal op zijn verdiensten worden onder
zocht, waarbij bijzondere aandacht zal
worden geschenken aan de uitvoerbaar
heid, van de behoorlijke behandeling en den
vcrmoedclijken terugslag van het plan op
de vitale belangen van Amerika. De voor
naamste dezer belangen zijn de inning der
kosten van d,e Amerikaansche bezetting van
het Rijnland, de inning van hetgeen Amerika
per saldo nog van Duitschland te vorderen
heeft, daar de uit den oorlog voortvloeiende
aanspraken niet volledig zijn voldaan, door
de sequestratie van Duitsch eigendom in
Amerika en het herstel van de markten in
Centraal-Europa voor den Amerikaanschcn
graanuitvoer. Deze uitvoer is op het oogen-
blik onmogelijk zonder omvangrijke crediet-
operaties en de Amerikaansche financiers
zijn niet geneigd deze ter hand te nemen,
tenzij de spoedige terugkeer der stabiliteit
in Duitschlanld verzekerd is. De nieuwe re
geering is voorts onwrikbaar in haar besluit
om zoo spoedig mogelijk de fundeering der
geallieerde schulden aan Amerika te verze
keren.
De Diario de Noticias, het Lissabonsche
blad, schrijft:
Wanneer men het Geelboek doorleest en
daarin bijv. het lange telegram leest, dat
Poincyé den 29en Juni aan d,e St. Aulaire,
Frankrijk's gezant te Londen, heeft gezon
den; het openhartige, gematigde, verstandige'
logische en in zijn aanspraken bescheiden te
legram, dan kan men niet nalaten met som
mige Engelschen te zeggen: Frankrijk heeft
gelijk!
UIT HET BEZETTE GEBIED.
In Aken is de toestand zeer onrustig. Men
vreesde gisterenmiddag voor ernstige onlus
ten en botsingen.
De omvang der staking in de mijnen is
aanmerkelijk verminderd. In verreweg de
meeste mijnen wordt weer gewerkt.
Sedert gisteren is de spoorlijn Hamm
LoehneWesterholt vrijgesteld voor 't ver
veer van steenkolen voor de schadevergoe
ding aan Italië bestemd, en in omgekeerde
richting voor het vervoer van levensmidde
len met bestemming naar het Roergebied.
DE INTERPARLEMENTAIRE CONFE
RENTIE.
Donderdagmiddag is den afgevaardigden
naar de internparlementaire conferentie een
lunch aangeboden door t presidium van den
Deenscben Rijksdag; daarna zijn de afge-
vardigden met de hen vergezellende dames
ontvangen door koning Kristiaan en konin
gin Alxandrine op hot paleis Amaliënborg.
Des avonds was er een feest in de Tivoli-
tuin.
UIT TSJECHO-SLOWAK1JE.
Het blad Narodni Listy verwacht, dat de
verhooging der spoorwegtarieven in Duitsch
land een groote uitbreiding van het transito-
verkeer door Tsjecho-Slowakije zal tenge
volge hebben. Ook op het gebied van de
productie van machines, locomotieven cn
chemische producten zal Tsjecho-Slowakije
een groote ro! kunnen spelen, hetgeen aa&
de bestrijding der werkloosheid ten goed'
zou kunnen komen.
DE ZUID-AFRIKAANSCHE PARTIJ,
Het Congres der Zuid-Afrikaar.sche partij
is Donderdag geëindigd met een geestdriftige
ovatie aan Smuts, wien een vruchtbare deel
neming aan de Rijksconferentie werd toega.
wcnscht, niet alleen voor Zuid-Afrika maai
voor de wereld.
UIT CHINA.
Oproerlingen zijn Tsansjoe binnengerukt.
Zij staken het ziekenhuis van de Londensc'ne
zending in brand, en stichtten ook r.og brand
in de buitenlandsche wijken en in de katho
lieke kerk. Ook plunderden zij. In de stad
bestaat ongerustheid over het iot van twee
Icrsche priesters, de eenige buitenlanders
in de stad. Gedurende den aanval zijn twee
derden der huizen verbrand. Het plaatselijke
garnizoen, bestaande uit honderd twintig
man, had een aantal dooden. De rest verlief
de stad onder leiding van den commandant.
CANADEESCH—AMERIKAANSCH
INCIDENT.
Het Amerikaansche dept. van marine heeff
bericht ontvangen dat een Amerikaansche
kanonneerboot met marine-reservisten uit
den Staat Ohio aan boord, in een Canadee-
sche prensplaats aan de ketting is gelegd
door Canadeesche autoriteiten, omdat zij een
sluis van het Wellandkanaal (in Ontario,
even benoorden het Erie-mcer) had bescha
digd. Dc Amerikaansche reservisten waren
verscheidene uren vastgehouden op last var
de Canadeesche autoriteiten, doch tenslotte
werden zij weer losgelaten.
Het plaatselijke Amerikaansche consulaat
doet moeite om ook de vrijlating van df
kanonneerboot te verkrijgen.
DE ARRESTATIE VAN DE VALERA.
De arrestatie van De Valera heeft er loe
geleid, dat de republikeinen in het graaf
schap Clare besloten Webben, nog drie cap.-
didaten in dat district te stellen. Zij 'nebben
aan de leiders van de boerenpartij en de
arbeiderspartij verzocht, de candidaicn dier
partijen terug te trekken, opdat de kiezers
rechtstreeks uitspraak zullen kunnen doen
over de actie der lersche regecring tegen-
over De Valera.
In Dublin bestaan twee opvattingen over
het geval, die echter met elkaar in lijnrechte
tegenspraak zijn. De eerste opvatting is, dat
de regeering gelijk had en dat het eer in
breuk zou zijn geweest op de goede politieke
manieren om De Valera vrij en openlijk zijn
gang te laten gaan terwijl zijn volgelingen
gevangen zitten.
De andere opvatting is, dat de regeering
verkeerd heeft gehandeld en door vrees is
gedreven.
De (regeeringsgezinde) groote lersche bla
den becordeelen het gebeurde als volgt;
Freeman's Journal schrijft:
„Hij (Dc Valera! besefte heel goed dat de
regeering moest handelen zooals zij deed.
Er waren aanbiedingen tot amnesticering ge
daan die in het overdrevcne edelmoedig
waren. Het staat nu aan de regeering, te
beslissen of De Valera achter slot wordt ge
houden onder de Openbare Veiligheidswet,
of dat zijn daden en zijn wcdcraanvaarding
van de dictatoriale macht zullen worden ter
berechting voorgelegd aan een rechtbank.
De Irish Times schrijft: „Geen tweede man
draagt grooter verantwoordelijkheid voor de
verliezen en de ellende des lands gedurende
de laatste anderhalf jaar dan De Valera. Het
valt moeilijk aan te nemen, dat de regeering
de laatste twee maanden niet elk oogen-
blik de hand op hem zou hebben kunnen
leggen, wanneer zij het maar gewild had,
Echter heeft zij ongetwijfeld gevoeld dat zij
de uitdaging die er zat opgesloten in zijn
wederverschijning op een politiek spreek
gestoelte, niet kon ignorcercn."
Het blad is overigens van meening dat het
incident geen invloed zal hebben op dea
algemeenen uilslag der verkiezingen.
DE KLEINHANDELSPRIJZEN IN
ENGELAND.
De Engelsche officieele indexcijfers voor
den kleinhandel, die van December af gere
geld gedaald zijn toen zij 80 pet. hooger
waren dan bij het begin van den oorlog
zijn in Juli met 2 punten gerezen. Dit deelt
de ministerieele Labour Gazette van heden
mee, en teekent daarbij aan dat op 1 Augus
tus de gemiddelde standaard van de klein
handelsprijzen ongeveer 71 pet. boven die
van Juli 1914 was en 30 Juni 69 pet. daar
boven. Sedert November 1920 toen de gemid-
delde prijzen 176 pet. boven die van voor
den oorlog waren is er geregeld alle maandea
een vermindering geweest.
Aan het eind van 1921 waren er ia
Frankrijk 287.182 automobielen, waarvoor
belasting werd betaald. Op 31 December 1922
bedroeg het aantal 360,937- en het zal wel
niet ver misgerekend zijn wanneer men het
aantal auto's dat aan het eind van dit jaar
door Frankrijk circuleert op 500,000 schat.
Alleen het departement der Seine telde aan
het eind van het vorige jaar 73,110 auto's.
Men kan bij zulke cijfers begrijpen, dat een
stad als Parijs „verkeers-moeilijkheden kent.
Er is één departement ideaal-Iand voor
verstrooide menschen waar maar 244
auto's zijn. Het is het departement der
Lozere. Gelukkige Lozeranen!
Zondag of Maandag zullen er in Frank
rijk acht honderd gedecoreerden meer zijnf
het Staatsblad zal dan de lijsten bevatten
van hen, aan wie het nieuwste onderschei-
dingsteeken van de derde republiek is toe
gekend. Dit nieuwste onderscheidingsteeken
is de „medaille d'honneur des assurances
sodales." Het wordt uitgereikt op voorstel
van den minister van arbeid aan hen, die zich
verdienstelijk hebben gemaakt om de geeste
lijke en materieele levensvoorwaarden del
arbeiders te verbeteren.
22.
„Leeft men dan hier in de residentie zoo
verwijderd van de beschaafde wereld, oat
men geen kranten leest," riep de handels-
raad met de grootste verbazing. „Weet gij
dan waarlijk niets van al wat er gebeurd is,
cn dat ons toch niet onverschillig kan zijn?
ik kom er juist een dag vroeger om thuis. De
.- lijdschap-gunde mij geen rust. Alle bladen
rijn vol van de hoogst moeielijke operatie,
door Bruck te Leipzig verricht en waar te
■Trlijn druk over gesproken wordt. De erf
prins van R., die te Leipzig studeert, is van
n'n paard gevallen en heeft zich daarbij
zoo gevaarlijk aan het hoofd gewond, dat
een arts zich aan de operatie heeft durven
■vagen, zelfs professor H. niet. Deze herin
nerde zich echter, dat Bruck in den laatsten
orlog een dergelijk geval had gehad met
riukkigen afloop. Onmiddelijk heeft men
Hc.arop hem getelegrafeerd
,En dat zou uw Bruck uw bescherme-
g zijn geweest?" viel Flora hem in de
Römer met zichtbare zelfvoldoening. Hij
was immers gelukkig met die onverwachte
uitkomst. Wel gevoelde hij weinig zelfver
wijt meer over zijn zwijgen het reeds half
vergeten afschuwelijke geval stoorde zijn
nachtrust niet, want hij was een echt kind
van zijn tijd, die bij dc vraag, „hij of ik?"
geen oogenblik in twijfel verkeerde of „ik"
moest vooraan staan. Maar nu viel het toch
gezegend uit, dat alles zoo was afgeloopen,
dat Bruck, juist gelijk hij had gedacht, zich
door eigen kracht zijn plaats weer heroverd
had.
„Overigens maakt een brochure, die Bruck
onlangs uitgaf, veel opgang in geneeskundige
kringen," ging hij verder. „Hij heeft een
nieuwe wijze van handelen bij de operatie
ontdekt, die van groote gevolgen belooft te
zijn. Er is geen twijfel aan hij gaat een
luisterrijke toekomst tegemoet."
„Wie het maar gelooven wil zei Flora
op mokkenden toon. Terwijl hare trekken
onmiskenbaar getuigden van eene aan wan
hoop grenzende gewaarwording, had zij
iets van een speler, die alles, wat hij bezit
op ééne kaart zet. Met uwe verhevene rede
neering overtuigt gij mij niet. Er heeft óf
een naamsverwisseling plaats, of de gansche
geschiedenis is verzonnen
Bij dien schier schaamteloozen twijfel
le. Zij poogde nog te lachen, maar de wit
worden lippen waren versteend, gvenals verloor de handelsraad het spreekwoorde-
seheele lijkbleeke, schoone ei overmoe-f lijk geduld, dat hij tegenover de dames in
'e gelaat. I zijn huis anders altijd aan den dag lei. Toor-
Mevrouw Urach stond bij de tafel en
trommelde in zenuwachtige overspanning
met de dunne, witte vingers op een boek,
dat voor haar lag. Onrustig staarde zij hare
kleindochter in de oogen. Zij gevoelde wel,
wat er in het hart moest omgaan, dat den nu
gevierden man zoo smadelijk had miskend
en verguisd. Zeker was dit een geduchte
slag, een jammerlijke nederlaag, maar juist
in zulke oogenblikken moest de welopge
voede vrouw naar de wereld aanstonds haar
plaats v/eten.
„Uw tegenstribbelen zal u mets helpen,
Flora," zei ze bedaard. „Gij zult toch moé
ten eindigen met te gelooven. Ik voor mij,
hoe onbegrijpelijk ook het geheele geval zij,
ik twijfel niet meer. De hertog van D. is de
oom van den erfprins en is zeker zeer ge
lukkig met de redding van zijn neef, want
gisteravond lag de D.'sche huisorde op
Bruck's schrijftafel."
„Ep dat zegt gjj mij nu eerst, grootmama,
schreeuwde Flora als waanzinnig. „Waarom
dat niet gisteren dadelijk? Waarom dat voor
mij verzwegen?"
„Verzwegen," vroeg mevrouw Urach zoo
driftig, dat haar hoofd, gelijk bij oude men
schen meer gebeurt, onwillekeurig begon
te schudden. „Hoe onbeschaamd Ik zou
wel eens willen weten wat mij zou bewegen,
zoo iets geheim te -houden, of het moest
zijn, dat men in de laatste maanden Brucks
naam niet graag in uw bijzijn noemt. Mis
schien zei ik het ook niet
smaak viel, chère grand'-mère
„Pardon, maar omdat ik er een verschrik-
kelijken afkeer van heb, getuige van harts
tochtelijke scènes te zijn. Gij zijt immers
zijne meest verbitterde vijandin, gij hebt
hem harder veroordeeld dan zelfs zijne ijver-
zuchtigste collega's, en de minste poging om
hem te verontschuldigen voert u tot razernij.
De arme Maurits en Henriette weten daar
van mee te praten. Hebt gij immers op dit
oogenblik niet weer getoond, hoe een tij
ding, die goed van hem verhaalt, door u
opgenomen wordt
Wel moest de oude dame diep geërgerd
zijn, dat zij, in plaats van als naar gewoonte
over al het gebeurde te zwijgen, Flora's
hatelijk gedrag zoo tentoonstelde.
Flora zweeg. Zij stond met den rug naar
het gezelschap, bij het venster, maar haar
vliegende ademhaling verried den strijd,
dien zij in haar binnenste streed.
„Zeg mij eens, wanneer ik het u had kun
nen vertellen?" vervolgde mevrouw Urach.
„Misschien gisteravond, toen gij thuis ko
mende even het hoofd tusschen de deur
hebt gestoken, om mij en mijn gezelschap te
groeten? Of in het huis van den dokter,
waar ik geen oogenblik met u alleen was, en
waar de povere inboedel van uw verloofde
op uw humeur niet al te gelukkig werkte
„Dat was uw verdriet, lieve grootmama,
gelijk gij wel zoo goed zult willen zijn u te
herinneren. Wat mij betreft, zoo overdrijft
i."
gij
open bij dit onbeschaamd ontkennen
de woorden van Flora klonken haar nog maar
al te duidelijk in de ooren.
„Met u komt men nooit aan een eind,
dat weet ik al. Bij al uwe tot het onbetame
lijke toe gedrevene oprechtheid versmaadt
gij toch ook de sluipwinkels van de leugen
niet, als dat in uw kraam te pas komt," zei
mevrouw Urach driftig en verschoof daar
bij onwillekeurig het manuscript dat Flora
had overdekt. Het papier viel er af en de
„met hanepooten" geschreven titel kwam
voor den dag.
„Och, komt dat ook weer eens hier op
zijn zwerftocht door de wereld?" vroeg Zij
en wees met den vinger op het schrift. Haar
toon bewees, dat de vrouw der verstandige
zcïïbeheersching snijdend kwaadaardig kou
Zijn. „Ik dacht, dat gij dit nu al lang de rust
had gegund in de snippermand. Dat voort
durend aanbieden door een "mijner bloed
verwanten en die aanhoudende weigering
van de zijde der boekverkoopers wordt mij
onuitstaanbaar en onverdragelijk. Ik zou
wel eens willen weten, hoe gij het zoudt op
nemen, als een van ons het waagde zijn
twijfel aan uw uitstékend talent ook maar
met een enkel woord te opperen, eri gij laat
het u om de vier of vijf weken zwart op wit
zetten
„Maak u niet zoo driftig, grootmama
Gij zoudt het wel eens mis kunnen hebben,
evenals andere lieden," riep Flora bevende
van toorn, terwijl zij een oogenblik Kathe
onrustig in de oogen zag. Die bakvisch laad
immers gisteravond bijna dezelfde woorden
mee aangehoord. „Gij zijt boos, omdat gij
met ven Bar een invloedrijken vriend bij
het hof verliest nu, ik neem u dat niet kwa
lijk, beste grootmama, want Bruck zal er
moeïelijk toe te bewegen zijn, uw kleine
belangen daar voor te staan, misschien niet
eens uit liefde voor mij. Jammer voor u,
maar ik zie niet in waarom ik nu juist tot
slachtoffer moet dienen. Ik zal zoo vrij zijn
heen te gaan tot de lucht hier weer een beetje
is opgeklaard." Zij raapte de papieren bij
elkander en verdween als een blauwe wolk
in hare kleedkamer.
„Zij is ontzaglijk vreemd," zei mevrouw
Urach met een zucht. „Niets heeft zij van
hare moeder, niets! Dat was de zachtmoedig
heid en de volgzaamheid zelve.Mangold
heeft wel zeer gedwaald, toen hij haar zoo
vroeg de honneurs in zijn huis liet waarne
men. Ik heb mij daar genoeg tegen verzet,
maar dat kon niets heipen. Gij weet zelf,
Maurits, hoe koppig Mangold kon zijn."
Kathe ging naar de deur, om het vertrek
te verlaten. Zeker was die al te vroege zelf
standigheid voor Flora verderfelijk geweest,
dat viel niet te ontkennen, maar het jonge
meisje kon het toch niet verdragen, dat men
haar overleden vader op zoo beleedigende
wijze verweet, dat hij zijn schoenmoeder,
om goede redenen, het bestuur zijner huis
houding niet had opgedragen.
De handelsraad volgde haar en greep hare
hand. „Gij zijt zoo verschrikkelijk ernstig
en stil," zei hij. „Ik vrees, dat gij nog ouder