LAATSTE NIEUWS
GEMENGD NIEUWS.
Wot
UIT m PERS.
marktmieuws.
DE AUTO-RAMP TE SAINT-
SAUVEUR.
VERDRONKEN.
VAN ONZE
DRAAOLOOZC
TELEFOON
GROOTE BRAND TE LE TRéPORT.
Verroer van Slachtoffers naar Nederland.
Vijftien dooden gevonden.
De heer A. Pieters, directeur van het cen
traal bureau der Nederlandsche Reisvereeni-
ging, heeft het volgende telegram op Vrijdag
17 Augustus, des namiddags te 3 uur ont
vangen, afgezonden door den voorzitter van
de Ned. Reisvereeniging mr. v. d. Flier, uit
Lourdes:
t Wij nemen alle lijken, die reeds gevonden
lijn, mee naar Roosendaal. Wij vertrekken
reeds Zaterdagavond. Op het oogenblik zijn
reeds 14 slachtoffers gevonden.
Uit Parijs wordt gemeld, dat het werk in
de diepte van het ravijn, waar men nog druk
t>ezig is naar het' zoeken van de nog vermis-
Sen, steeds meer resultaten heeft opgeleverd,
'hans bedraagt 't getal opgehaalde lijken
reeds vijftien. De nog vermisten lagen niet
snder den grooten toeristen-auto. Deze ramp
zalige wagen is n.l. reeds met kabels en
katrollen gelicht en men heeft zich kunnen
overtuigen, dat er geen enkel lichaam onder
lag. Met groote nauwkeurigheid zijn alle
kloven in de diepte tot aan Luz afgezocht.
Men veronderstelt, dat de vermisten door,
den stroom meegesleurd zijn en waarschijn
lijk tusschen rotsblokken in 't stroompje de
Gave liggen. Het opsporingswerk gaat onver
moeid door.
Naar men weet heblben een Havas-tele-
gram uit Parijs en ook eenige Fransche
bladen medegedeeld, dat men nog in het on
zekere verkeerde over het lot van mej. Sta-
lenberg, die zich ook in Zuid-Frankrijk be
vond en volgens geruchten zich aangesloten
zou hebben bij het gezelschap, dat op zulk
een noodlottige wijze om het leven is ge
komen.
Uit 's Bosch wordt thans aan de Tel. mee
gedeeld, dat men daar thans gelukkig de ze
kerheid heeft, dat deze dame ongedeerd is.
Zaterdagmorgen is bij haar familie daar ter
Itede bericht gekomen uit Lourdes dat mej.
Stalenberg, alsook mevrouw Janson, die in
kaar gezelschap reisde, gezond en wel zijn,
Aan de Maasb. worden nog de volgende
bijzonderheden uit Parijs gemeld:
Het opruimingswetk in het ravijn is tot
Vrijdagavond voortgezet. Toen rondom en
onder de auto geen lijken, noch voorwerpen
welke aan de verongelukten hebben toebe
hoord, meer gevonden werden, besloten de
autoriteiten de auto door middel van dyna
miet te doen vernietigen, om aldus een ein
de te maken aan de ongezonde nieuwsgie
righeid der tallooze toeristen, die van alle
kanten derwaarts komen en de meest fan
tastische geruchten over het ongeval rond
strooien.
Acht lijken zijn nog niet teruggevonden;
het lijk van den chauffeur en de lijken van
7 Hollanders.
Wegens de groote hoeveelheid steenen en
rotsen in de rivier zal het enkel mogelijk zijn
deze lijken op te halen, wanneer ze Weder
aan de oppervlakte komen.
De consul en de andere autoriteiten heb
ben zorgvuldig alle mogelijke aanwijzingen
terzameld, welke de families in staat kunnen
Jtellen, de identiteit van 't hun bekende
slachtoffer vast te stellen.
De families der slachtoffers zullen van het
resultaat der enquête in kennis worden ge
steld.
Tot dusverre is er geen enkele mededee-
ling omtrent den naam der slachtoffers, wier
identiteit is vastgesteld, dour autoriteiten
{edaan.
De heer Kuypers, die het nog steeds goed
maakt, maar nog rust moet houden, heeft mij
opnieuw zijn lezing omtrent 'het onklaar ra
ken der stuurinrichting bevestigd. Dit ge
schiedde juist op het oogenblik, dat de auto
met tamelijk groote vaart langs den weg
reed.
De heer Kuypers merkte op, dat de snel
heid van de auto over het algemeen op ver-
«chillende gedeelten van den weg aanzien
lijk was.
Vóór het ongeluk had de auto nog even
gestopt, omdat één der inzittenden een wan
delstok had laten vallen.
De leider van het gezelschap, de heer
rwlerk, en de chauffeur wijdden op een gege
ven oogenblik zooveel aandacht aan de
stuurinrichting, dat hij begreep, dat er iets
niet ia orde was.
D,varna zag hij, hoe de auto plotseling juist
bij een kromming van den weg, weigerde aan
'net stuur te gehoorzamen en recht door ging,
Iwars door de borstwering langs den af
grond heen de laagte in.
Over het algemeen verwondert men zich
over de groote snelheid, waarmee de auto's
gewoonlijk rijden, terwijl men ook verbaasd
staat over het feit, dat garage-houders en
chauffeurs langs bergwegen auto's laten loo-
pen met. 30 zitplaatsen en meer.
Hij bevestigde ook, dat de weg op het
«ogenblik van het ongeluk vrij was.
HOE MEN ZONDER GELD REIST.
Dezer dagen zoo melden de Engelsche
(laden stonden voor den politierechter te
Willesden bij Manchester twee jongelieden
David Stafford en Frank O'Neil terecht, daar
zij per trein van Walford naar Willesden wa
ren gereisd, zonder een kaartje te hebben ge
kocht. Op grond daarvan werd hun een boete
van 6 Yi shilling opgelegd.
Het bleek, dat de jongelieden van Man
chester naar Walford hadden gewandeld, doch
toen zoo moe waren dat zij besloten hun reis
per trein voort te zetten. Zij hadden echter
geen geld en waagden het er maar op, met het
bekende gevolg.
Daar zaten zij nu en hadden geen geld
voor hun boete. Maar David Stafford wist
raad. Hij vroeg verlof, om naar Manchester
te gaan, ten einde het geld te halen. Dit werd
hem toegestaan, doch zijn vriend zou als
gijselaar worden vastgehouden. En David
vertrok en de vriend wachtte..als weleer
Pythias bij den tyran van Syracuse, totdat
tijn vriend Moros hem zou komen verlossen.
Plotseling, na een afwezigheid van slechts
enkele uren, komt David terug, met net be-
noodigde geld. Op de vraag van den verwon
derden commissaris van politie, hoe hij daar
aan gekomen was, antwoordde hij, dat hij het
beter had geacht het geld in de straten van
Harlesden bijeen te „zingen" dan heelemaal
naar Manchester te gaan.
De boete werd betaald en de twee jonge
lieden zetten hun reis voort. Zij gaven hun
voornemen te kennen, om zich per lorry
naar Manchester te laten brengen.
GEVECHT MET EEN POLIEP.
Een groote poliep overviel Dinsdagavond
drie badgasten,die op de pier in Eastbourne,
Engeland (aan de Kanaal-kust) stonden te
hengelen. Dat ongewone geval droeg zich
als volgt toe
Zeitere heer Derrence uit Londen trok bij
het ophalen van zijn hengel de poliep op den
wal. Eenmaal op vasten bodem, raakte het
zeemonster verward in het ijzeren netwerk,
dat zich ter bescherming van de pier tegen
aanvarende schuiten daarlangs bevindt. Het
beest verwondde zich vrij ernstig en kon lan
gen tijd niet loskomen. Maar toen het er ein
delijk in geslaagd was, zich vrij te maken,
kwam het op de hengelaars af, sloeg zijn voel
armen om de beenen van drie van hen heen
en toen ontstond er een heel gevecht, dat van
het strand af door een groote belangstellende
menigte werd gadegeslagen. Weldra kregen
de „gepakten" hulp en na eenigen tijd was
de poliep een achtpoot met behulp van
stokken en knuppels doodgeslagen. Deze
ter plaatse zeker ongewone gast uit de dieren
wereld mat 65 cM. in middellijn en zijn voel
armen waren elk 45 cM. lang.
Het eigenaardige van het geval is, dat, of
schoon al lang van de aanwezigheid van po
liepen voor de kust was gesproken, niemand
eigenlijk het vertelseltje had willen gelooven.
En 't gevolg van deze onpleizierige ontmoe
ting is thans geweest, dat de menschen aan
de Kanaalkust en langs het Engelsche Noord
zeestrand niet durven gaan baden en met
grooten argwaan letten op wat er aan het
haakje van den hengel zit. Het schijnt intus-
schen, dat er in de Noordzee en het Kanaal
heele scholen van die buitengewoon onsma
kelijk uitziende diepzee-bewoners aanwezig
zijn. Men wete echter, dat deze beesten in
hun soort alsnog maar heel klein moeten
worden beschouwd ze halen het in afmeting
niet bij de oceaan-inktvisschen en dergelijke
monsters, waarvan Jules Verne's rijke fan
tasie ons zulke verbazingwekkende dingen
vertelt.
OM DEN DUITSCHEN TROON.
Een familietwist.
De „Chicago Tribune" bevat een verhaal
van zijn Berlijnschen correspondent en van
HeinrichJPetermeyer over een hevigen strijd
tusschen de echtgenoote van den ex-keizer en
de ex-kroonprinses Cecilie over den
denkbeeldigen Duitschen troon.
Beide vrouwen, zoo las de Tel., wenschen
dien troon. De ex-keizer en de ex-kroon
prins nemen daarbij een zwijgende houding
aan. -
Prinses Hermine verklaart dat zij Duitsch-
land wil regeeren. Cecilie beweert, dat haar
kinderen alleen in Duitschland zich kunnen
ontplooien en beiden vreezen dat Duitsch
land de Wittelsbafch-familie zal kiezen en
Rupprecht met zijn Luxemburgsche vrouw
op den troon zal plaatsen.
Volgens Petermeyer is er een hevige strijd
tusschen beide vrouwen gaande. Hermine,
die met den ex-keizer in het huwelijk trad
toen de oorlog reeds was afgeloopen, kreeg
den titel van „keizerin" met alle daaraan
verbonden eererechten. Cecilie weigert ech
ter alle contact met haar schoonvader en Her
mine, en zij verklaart daardoor te handelen in
het belang van haar man en haar zoons zij
erkent de tweede vrouw van ex-keizer Wil
helm als een vorstelijke, doch niet als een
keizerlijke prinses.
Op een desbetreffende vraag van den inter
viewer antwoordde zij t
„De ex-kroonprinses en ik staan niet op
vriendschappelijken voet. Zij meent, dat
haar rechten als kroonprinses ongeschonden
zijn, maar ik ben van opvatting, dat ik als
wettige vrouw van den keizer hem in al zijn
rechten vertegenwoordig."
En verder „De keizer wacht het tijdstip
af, dat het Duitsche volk hem zal terugroepen
ter verlossing uit hun groote ellende. Dan
zal het uur gekomen zijn, waarop hij en ik
zullen terugkeeren naar Berlijn, hij als keizer
en ik als keizerin aan zijn zijde en wij Zullen
dan het Duitsche volk hun monarchen in
den waren vorm toonen te zijn."
Cecilie'daarentegen verklaarde den inter
viewer dat de ex-keizer door zijn tweede
huwelijk alle sympathie bij het Duitsche volk
heeft verloren.
ERNSTIGE AANRIJDING.
Zaterdagmiddag omstreeks half één is een
rijtuig van lijn 14,komende uit Scheveningen,
op een aanhangwagen van lijn 8,komende uit
Den Haag, gereden, op het punt waar lijnl4
den Scheveningschen Weg kruist. Het kwam
flink aan. De aanhangwagen werd uit de rails
en tegen een paar boomen geduwd, en werd
ernstig beschadigd, een paar palen en banken
finaal door midden gereden.
De passagiers kwamen met den schrik vrij,
behalve een heer, die vermoedelijk in zijn rug
werd gedeerd, Hij bleef plat op den grond
liggen en kon zich niet oprichten. Hevige
Zenuwschokken gingen door zijn lichaam.
Onmiddellijk werd de Geneeskundige Dienst
opgebeld, die hem naar den Centralen Post
bracht. Vandaar werd de getroffene, de heer
L. S. Schijveschuurder, pensiongast te
Scheveningen, die een lichte kneuzing aan de
lendenen bleek opgeloopen te hebben, narr
zijn pension overgebracht. („Vad.")
BRAND TE IRNSUM.
Een brand te Irnsum (Friesl.) in den win
kel van den bekenden Frieschen schrijver en
dichter Sjouke der Zee, Vrfjdagavona circa
6 uur, heeft ontzettende verwoestingen aan
gericht, meldt het „Volk". De bewoners
moesten in allerijl het huis verlaten, dat in
drie kwartier geheel was afgebrand. Hét
huisraad, gouden en zilveren voorwerpen, een
groote partij manufacturen en vele kostbare
boeken zijn verbrand. De Zee had n.l. een
gansche collectie boeken, (de bibliotheek be
stond uit een 1200 deelen), handschriften en
kunstschatten verzameld, w.o. vele, hem ge
schonken door wijlen Waling Dijkstra j
verder Friesche geschiedbeschrijvingen enz,
Voorts ook nog een 150-tal schilderijen en
foto's dan nog kunstvoorwerpen, vele herin
neringen, door De Zee tijdens zijn reis uit
Amerika meegenomen, alles is een prooi
der vlammen geworden.
De oorzaak van den brand is onbekend.
De Zee hoorde op zolder een val, en toen hij
zich daarheen spoedde, stond alles reeds in
lichte laaie. Alles was verzekerd, maar de
goederen te laag.
Te Oostvoorne (Z. H.) ging een vader met
zijn twaalf-jarigen zoon een bad nemen. De
knaap, eenige passen te ver in zee gaande,
werd door den stroom in zee gesleurd de
diepte in, zonder dat de vader iets ter red
ding van zijn kind doen kon.
MINISTER COLIJN EN DE VLOOTWET.
De „New-York Times" van Vrijdag bevat
een artikel, getiteld „De Nederlandsche fi
nanciën en de vloot". De „N, R. C." geeft
er de volgende samenvatting van.
„De heer Colijn, die aan het hoofd van
het ministerie van financiën gekomen is,
nadat de heer De Geer was afgetreden, aldus
het blad, wordt gezegd evenzeer te streven
naar bezuiniging, als naar het bouwen van
een vloot en zal zijn doel niet zonder moei
lijkheden ibereiken, al zullen die ook niet
zoo groot zijn als van radicale en socialis
tische zijde wordt voorspeld. De heer Colijn
is, uit hoofde van de partij waartoe hij be
hoort, als vanzelf spreekt, bij de socialisten
niet gewild, maar dat is niet zoozeer een
reden tot opgewondenheid, als zijn relaties
met de petroleum-industrie, die den socia
listen aanleiding geven te spreken van een
„olievloot", bestemd om de Nederlandsche
en Engelsche belangen te beschermen tegen
een Amerikaanschen aanval.
Een dergelijke interpretatie gaat te ver.
De Amerikaansche protesten ter zake van
de Djambi-concessie willen toch zeker niet
zeggen, dat Amerika Engeland den oorlog
zou willen verklaren, om deze velden te
krijgen, als sommige opgewonden Nederland
sche dagbladschrijvers schijnen te denken.
Zeker is de heer Colijn niet van die mee-
ning. Als een van de beste koloniale spe
cialiteiten, met lange ondervinding in het
Verre Oosten, ziet hij vooruit naar de uit
eindelijke autonomie van Oost-Indië, onder
de Nederlandsche Kroon, hoewel het nau
welijks te verwachten is, dat de inboorlin
gen in de eerste tientallen jaren daartoe
geschikt zullen zijn.
Als man van de practijk weet hij dat de
rijke bezittingen van een klein land aan den
anderen kant van de wereld niet steeds
veilig zijn. In 1912 en 1913 heeft hij het
Nederlandsche leger helpen versterken, welk
leger in den grooten oorlog de Nederlandsche
neutraliteit heeft beschermd.
Het zou niet onbegrijpelijk zijn als Colijn
inzag, dat in geval van oorlog een Zuidzee*.
vloot met Soerabaya als basis ook weer
andere mogendheden er van zou kunnen
laten afschrikken Nederland te dwingen
partij te kiezen, of, indien het slimste ge
beurde, Nederland in staat zou stellen partij
te kiezen met een soortgelijk beslissend
resultaat als van Roemenië te Piewna.
Het is waar er zijn petroleumterreinen
in Indië en Colijn en anderen, zoowel als het
volk in het algemeen, hebben belang bij
hun behoud. De socialisten zeggen, dat er
geen „volk" is. Het proletariaat heeft niets
te verliezen, dan zijn aanspraken. Maar zelfs
onder de socialisten zijn er sceptici. Op
socialistische betoogingen ziet men borden
en doeken met het opschrift: „Welke zijde
zal Nederland kiezen in den kómenden
oorlog?" Met zou echter juister zijn te vra
gen hoe Nederland uit den komenden oorlog
zal blijven, als deze zich om den Grooten
Oceaan afspeelt. Waarschijnlijk komt er
geen Zuidzeeoorlog, In ieder geval is er
niets wat wijst op een Engelsch-Amerikaan-
schen oorlog over de petroleumterreinen op
Djambi. Het Viermogendhedenverdrag geeft
min of meer een waarborg dat er geen over
haaste oorlog uit zal ibreken bij ongeluk,
zonder dat vooraf een poging is gedaan tot
een internationale oplossing van de aanhan
gige vraagstukken en geen enkel land zal op
hol slaan als Oostenrijk en Duitschland in
1914. Wat de marineverdragen betreft, be
staat er geen twijfel aan hun beteekenis.
De Amerikaansche maritieme actie zal fei
telijk beperkt zijn tot de wateren oostelijk
van Hawaï, de Britsche maritieme actie tot
de wateren bewesten Singapore.
De bepalingen van de te Washington tot
stand gekomen verdragen hebben er veel
toe bijgedragen een goede gezindheid te
bevorderen aan weerszijden van den Stillen
Oceaan, zooal niet aan weerszijden van het
Kanaal,
De Japansche regeering, onder Ifeiding van
admiraal Kato, handelt eerlijk in den geest
van de verdragen, en de geest van impe
rialisme in Japan is klaarblijkelijk aan het
verflauwen. Niettemin is het duidelijk, dat
de verdragen Japan den machtigsten staat
in Azië en de Aziatische wateren laten
blijven, ten minste tot tijd en wijle Rusland
zich zal herstellen.
Dit zijn de politieke en strategische feiten,
waarop de Nederlanders hun vlootpolitiek
moeten baseeren. Uit de Haagsche telegram
men valt af te leiden, dat de Katholieken
het vlootontwerp zullen steunen. In samen
werking met de anti-revolutionairen kunnen
zij het waarschijnlijk aangenomen krijgen.
Dit te doen en tegelijkertijd de bezuiniging
in de financieele buishouding haar beslag
te doen krijgen, zal de moeilijkste taak zijn,
waarvoor de nieuwopgetreden minister van
financiën zich gesteld ziet.
!U
in in
ui
nift
EEN REDE VAN FOINCARé.
PARIJS, 1 Aug. Poincaré heeft te
Charleville ter gelegenheid van de onthul
ling van een monument voor de gesneuvel
den een rede gehouden, waarin hij herin
nerde aan het offensief in den herfst van
1918, dat tot de bevrijding van de bezette
departementen leidde. Toen scheen het,
aldus de premier, dat de geallieerden, die
zoo nauw met elkaar samenwerkten en zich
zoozeer bewust waren van de solidariteit
en de Wiederzijdsche bewezen diensten, te
zamen in vredestijd het werk zouden vol
tooien, dat zij in den oorlog waren be
gonnen. Inderdaad werkten alle geallieer
den samen bij de opstelling van de vredes
verdragen die Europa moesten herstellen,
doch het is gemakkelijker in benarde tijden
de noodzakelijkheid van een volkomen
samenwerking te begrijpen, dan wanneer die
periode voorbij is. Na de kritieke perioden
wordt» soms de meest heilige vriendschap
min of meer verwaarloosd, tiet is nood
zakelijk, dat de volken er zorg voor dragen,
dat zij zich niet door het egoïsme laten
meesleepen, daar dit geen rekening houdt
met de ware belangen der naties.
Waar de samenwerking het leven van
Frankrijk en dus van eiken geallieerde in
het bijzonder redde, is het niet mogelijk,
dat deze samenwerking nutteloos is gewor
den, nu het leven gered is. Frankrijk be
schouwde elke handeling en elk woord,
dat deze samenwerking zou kunnen ver
troebelen, of verstoren, als een misdaad en
Frankrijk is steeds bereid, om te zamen
met zijn geallieerden naar de middelen te
zoeken, die de moeilijkheden, waarmee de
geallieerde landen te strijden hebben, kun
nen verminderen.
Wij zijn van oordeel, dat dc Britsche re
geering zich vergist wanneer zij zegt, dat de
bezetting van het Roergebied de directe of
indirecte oorzaak is van de werkloosheid in
Enigeland. Deze werkloosheid, zoo merkte
Poincaré op, was in het afgeloopen jaar nog
grooter en toen was het Roergebied nog niet
bezet. Bovendien toonen de laatste Brit
sche handelsstatistieken een verbetering in
de positie van den Britschen handel aan.
Daaruit concludeer ik niet, zoo ging Poin
caré voort, dat Engeland van de Roerbezet-
tdrng profijt heeft getrokken, doch ik heb het
recht te zzggcn, dat Degoutte (de opper
bevelhebber der Fransche troepen in het
Roergebied) niet de oorzaak is van de
werkloosheid in Engeland.
In plaats van een despuut te beginnen
over de wettigheid van de Roerbezetting
zouden wij beter doen naar een practische
oplossing van de problemen t'e zoeken, die
ons allen interesseeren. Alleen een vrede,
welke op een solide basis is gevestigd, en
die de heerschappij van het recht verzekert,
kan in Europa het economisch en moreel
evenwicht herstellen. Een dergelijke vrede
eischt de logische uitvoering van de getee-
kende verdragen.
Frankrijk vraagt niets anders en Engeland
kan niets anders willen. Wij moeten ten
slotte dus wel tot overeenstemming komen.
De ontelbare getuigenissen, welke ik per
soonlijk heb ontvangen uit' ons vriendschap
pelijk gezinde landen, speciaal uit Engeland,
wijzen er op, dat de openbare meening in
den vreemde iederen dag opnieuw de op
rechtheid van onze bedoelingen beter be
grijpt eri ons steeds gunstiger gezind wordt.
Zij begint dc beschuldiging van imperialisme,
welke tegen ons land geuit worden, belache
lijk te vinden.
Vóór zijn benoeming tot rijkskanselier ver
weet Stresemann ons, dat wij Napoleon na
volgden, door de Duitsche volksziel te mis
kennen en haar te prikkelen door imperia
listische uitdagingen, doch ik vraag u of het
wantrouwen van. ons is uitgegaan of van
Duitschland, dat zich insolvent heeft ge
maakt waar het geldt zijn schulden te beta
len. Frankrijk heeft tot 1870 de voortschrij
dende eenheid van Duitschland zonder af
gunst gevolgd, doch waarom heeft Duitsch
land, onder voorwendsel deze eenheid op
snellere wijze te willen voltooien en voor de
toekomst te consolideeren, zich twee van
onze provinciën toegeëigend? Deze misdaad
heeft gedurende vier-en-veertig jaren zwaar
gedrukt op de rust der wereld. Toen Duitsch
land in 1914 Frankrijk en België aanviel,
heeft geen enkele onzer geallieerden ons
recht, om de in 1870 geroofde provinciën
terug te nemen, ontkend. Hieruit ziet men
dus, dat het geweten der menschheid sedert
1870 deze onrechtvaardigheid heeft gevoeld.
Mogen onze vrienden, die aan onze zijde
hebben gestreden, zich de les herinneren,
die de geschiedenis heeft gegeven, n.l. dat
een vrede, welke gebaseerd is op onrecht,
steeds wankel is. Dc vrede, dien men op de
rechtvaardigheid wilde doen berusten en dien
men geleidelijk van zijn grondslag zou laten
wegzakken, zal echter in nog sterker mate
wankel zijn. Laat ons dus het vredesverdrag
niet aantasten, laat ons de verstandigste,
redelijkste en vreedzaamste partij kiezen en
de aangegane verplichtingen respecteeren en
doen respeeteeren.
HET FRANSCHE ANTWOORD.
PARIJS, 19 Aug. Bevestigd wordt, dat
het Fransche antwoord op de Engelsche
nota, waarschijnlijk Dinsdag a.s. aan den
Britschen gezant te Parijs zal worden over
handigd, die 't onmiddellijk aan het Foreign
Office en zonder twijfel ook aan Lord
Curzon zal doorzenden. De Belgische re
geering heeft van haar kant doen weten, dat
zij geheel instemt met den vorm en den
inhoud van het Fransche antwoord.
AMERIKA EN MEXICO.
WASHINGTON, 19 Aug. Alhier en in de
stad Mexico is gelijktijdig een verklaring
van den Mexicaanschen president Obregon
gepubliceerd, welke te kennen gaf, dat de
onderhandelingen met de Amerikaansche
commissie gevoerd, geenerlei wijziging heb
ben gebracht in de Mexicaansche wetten
of in Mexico's positie nopens de rechten
van vreemdelingen in Mexico. Men weet in
regeeringskringen te Washington niet goed,
wat men van deze verklaring moet denken,
maar zij deed het jongste optimisme met
betrekking tot het geteekende protocol der
onderhandelingen tusschen Amerika en
Mexico in pessimisme verkeeren. De Ame
rikaansche regeering weigert zich over deze
aangelegenheid uit te spreken, alvorens zij
het protocol heeft kunnen bestudeeren.
In Amerikaansche financieele kringen
verkeert men in twijfel, of de Mexicaansche
concessies wel een verdere belegging van
Amerikaansch kapitaal in Mexico recht
vaardigen.
DE OVERSTROOMING IN
BRITSCH-INDIË.
150.000 slachtoffers.
CALCUTTA, 19 Aug. De jongste berich
ten uit Rangoon geven de officieele raming
van de door de overstrooming in het Irra-
waddydal veroorzaakte schade; 87.000 H.A.
rijstland zijn verwoest, waarbij nog komt de
enorme uitgestrektheid rijstland, welke nog
overstroomd is. Indien het water tegen het
midden van de volgende maand gaat zakken,
dan zou van deze oppervlakte nog ongeveer
22.000 hectare opnieuw kunnen worden be
plant.
Bijna 150.000 slachtoffers ontvangen steun
van regeeringswege en hun aantal vermeer
dert met den dag. In een der geteisterde ste
den staan van 9200 huizen 4200 geheel onder
water, terwijl een groot deel van de over
strooming zeer veel last ondervindt.
TOERISTEN ONDER SNEEUW BEDOLVEN.
Drie slachtoffers.
CHAMBERY, 19 Aug. Gisteren is een ge
zelschap toeristen bij Saint Pierre d'Albigny
onder neerstortende sneeuw bedolven. Drie
der toeristen kwamen jammerlijk om het le
ven.
GROOTE BOSCHBRAND IN ZUID
FRANKRIJK.
Drie personen omgekomen.
CANNES, 19 Augustus, Een hevige brand
welke in de boschrijke streken van het dis
trict Var bij de Zeealpen uitbrak en zich over
vele duizenden hectaren land uitbreidde, be
dreigde vele dorpen. Gedurende den gehee-
len Zaterdag en den daaropvolgenden nacht
op Zondag, woedde de brand in een dennen
bosch en bereikte zelfs vele gebouwen.
De 32-jarige echtgenoote van den veld
wachter Due en twee harer kinderen van 6
en 4 jaar werden door de vlammen gegrepen
en kwamen jammerlijk om het leven.
In den loop van den Zondagmorgen slaagde
men er in, het vuur meester te worden.
PARIJS, 19 Aug. Volgens de bladen ver
woestte een hevige brand de havengebouwen
te Le Tréport. De aangeriohte schade be
draagt verscheidene millioenen.
CONFLICT TUSSCHEN DE REGEERINGEN
VAN AMERIKA EN CUBA.
WASHINGTON, 19 Aug. Men blijkt hier
meer en meer te vreezen, dat president Coo-
lidge genoopt zal worden tot drastisch optre
den tegen Cuba. Toen de regeering van dit
eiland een Amerikaansche leening van 50
millioen trachtte te verkrijgen, willigde zij de
gestelde voorwaarden grif in, n.l. het in
evenwicht brengen van het budget van Cuba,
de afschaffing van dc loterij-wet en eerbiedi
ging van de rechten van vreemdelingen. Maar
niet zoodra was de leening verkregen of de
Cubaansche regecring maakte al deze voor
waarden weer ongedaan. De loterijwat werd
opnieuw ingevoerd, de Cubaansche begroo
ting niet sluitend gemaakt, terwijl tegen het
verzoek van de regeering te Washington de
spoorweg-wet werd aangenomen, krachtens
welke talrijke particuliere havens van Cuba
door vreemdelingen voor den uitvoer van
suiker gebezigd, zullen worden gesloten.
DE GEALLIEERDE TROEPEN VERLATEN
KONSTANTINOPEL.
KONSTANTINOPEL, 19 Augustus. Ver
wacht wordt dat dc ontruiming van Konstan-
tinopel door de Geallieerde troepen waar
schijnlijk Woensdag zal beginnen. De eerste
troepen ter sterkte van 1500 man zullen hamels38—'lammeren'/ 15— 18j
naar Syrië gaan. ;d. ooien f 35_4g, Geldersche hamels f 20-
126, id. lammeren f 15—18, id. ooien f 1924,
4 schapen 3252, 36 lammeren f 2537,
1 paard 275. Handel goed.
LEIDEN, 18 Aug. Boter. Prima fabrieks-
boter ƒ1.88, prima boeren id. ƒ1.801.90,
goede id. id. 1.70—1.72 per K.G. Mel
grooten aanvoer en vluggen handel.
Turf. Lange ƒ910 per 1000 stuks.
AMSTERDAM, 18 Aug. Aardappelen.
(Bericht van Jac. Knoop.) Zeeuwsche bonte
f 5.75 idem eigenheimers f 5 idem blauwe
eigenheimers f 5 Noord-Hollandsche blauwe
f 5.60 idem muizen f 4.90 Hillegommer
zand- f 56.50, ijper H. L.
AMSTERDAM, 18 Aug. (Bericht v/b.
Gem. Veilingsgeb. expl. De Jong Koene.)
Kruideniersperen f 5272, Oomslynderen
f 5272, Rietperen f 2430, Dirkjesperen
f 1620, Suikerperen f 1826, Zwaanhal-
zen f 1824, Poire Madame f 2432, Ma
dame Trijve f 2024, Haantjesperen f 10
16, Jan Baas f 1822, Yellow Transparant
f 20—38, Madeleine f 20—38, Codlin Kes
wick f 1216, Zweden Appelen f 2630,
Glasappelen f 1622, Gamerensch zuur
f 1926, Charlemonsky f 2836, Druiven
f 110140, Morellen f 3248, Aardbeien
f 110140,Aalbessen Prolefic f 3644, Tros-
bessen roode f 2228, id. witte f2226
Kruisbessen f 2432, Reine Victoria f 64
76, Reine Claude f 5058, Eldiksche
Pruimen f 3242, Blauwe Pruimen f 6070
per 100 K.G. Perzikpruimen f 2.304.20,
Meloenen groote f 3455, Meloenen kleine
f 20—30, Perziken I f 14—20, id. II f 6—11
per 100 stuks dubb. boonen f 4450,
Prinsesseboonen f 5260, Snijboonen f 64
76, Tomaten f 1624, Tuinboonen f 3.50
5, Doppers f 9.5014.80 per 100 K.G. j
Bloemkool I f 26—34, Komkommers f 5—
9 per 100 stuks Peen f 4.809.50 per 100
bos Andijvie f 4—7.30, Sla f 2.70—j5.10
per 100 krop Nieuwe Aardappelen f 4.90
—7.10, id. id. Drielingen f 3.204.80
Nieuwe Zandaardappelen f 1012.15, id.
id. Drielingen f 4.106.90 per 100 K.G.
Bloemen. Rozen f 48.50, Kelken Le
lies f 1418. Amer. Anjers f 410. Gla
diolen f 1.20—4, Dahlia's f 1.60—4.50
Snijgroen f 3.509 per 100 stuks.
DELFT, 18 Aug. Kaas. Ter markt ware»
36 stapels komijnekaas. Prijzen f 0.500.76
per K.G. i
UTRECHT, 18 Aug. Vee. Aangevoerd
waren 950 stuks. Handel stug. Prijzen warem:
stieren f 100280, vaarzen f 200320, pin
ken f 100180, melkkoeien f 240—410,
kalfkoeien f 270460, vaarskoeien f 200
330, magere kalveren f 50140, nuchtere
kalveren f 1520, magere varkens f 2654,
biggen f 12—26, magere schapen f 42—52,
lammeren f 3036.
Eieren f 7)4—6)4.
Boter. Gras- f 0.951.00 per K.O.
TUSSCHEN RIJN, WAAL EN MAAS,
(Weekbericht.) Aardappelen. Op tal vat
akkervelden heerscht nog steeds groote
drukte met het rooien van vroege aardappe
len vooral in de Bommelerwaard is er ruim
aanbod. De prijzen, die betaald worden,
blijven tot dusver vrij bevredigend. Blauw-
pitten, een zeer gewild soort vanwege de qua-
liteit, gelden thans tot ƒ6.10, schoolmeesters
ƒ4.50—5.10, eerstelingen 4.604.90 per
100 K.G. Van ziekte in de knollen is niets
te bespeuren. De wintersoorten, o.a. eigen
heimers, bravo's, blauwen en zeeuwen be
loven een goeden oogst. In de zandstreken
valt de opbrengst tegen, insgelijks de quali-
teit, doch op de kleigronden zijn beide uit
stekend.
Granen en andere Veldgewassen. Op
alle markten, zoowel in de Betuwe als in de
Tielerwaard, is de aanvoer van granen nog
gering. Geldersche ristarwe kon opbrengen
ƒ11.2511.75, rogge, waarvan reeds pas
gedorschte partijtjes werden verhandeld,
deed 6.75—7, gerst 7.50—7.90, haver
6.256.70 per H.L. Te Werkendan werden
op de verkooping van te veld staande ge
wassen lagere prijzen besteed dan het vorige
jaar tarwe bracht op 200300, rogge
155185, haver 130—245, boonen 215—
280, erwten ƒ250—265, alles per hectare.
Te Kerk-Driel en op andere plaatsenis het
maaien van erwten in vollen gang, het be
schot valt mede. In N. Brabant zijn, vooral
te Beugen, uitgestrekte velden met vlas ge
teeld. Men is reeds druk bezig met het pluk
ken van dit gewas, dat een flinke lengte
heeft. Lijnzaad geldt 2024, koolzaad
ƒ1722 per 100 K.G., maanzaad 2021,
karwijzaad 3233)4 per 50 K.G.
Zuivel en Eieren. Ter markt te Nijme
gen bestond de aanvoer uit 54 groote klui
ten boerenboter, die op de Waag ƒ11.10,
te Zaltbommel uit 780 K.G. die 1.051.10,
te Tiel uit 30;K.G., die 1.10 per pond op
brachten eieren met ruimen aanvoer, kip
peneieren deden 5)47)4, eenden- 78,
kalkoen- 910 Ct. per stuk te Nijmeget)
werden verhandeld 112.000, te Zaltbomme,
23.000, te Geldermalsen 21.000, te Tie!
70.000 en op de eiermijn te Roermond op
één dag 1.110.000 voor 5.30—7.60 per 100
stuks.
Vee. In het Rijk van Nijmegen gelden
vette koeien le qual. tot 60, 2e qual. tot 50
ct. per pond, vette kalveren in N. Brabant
4043 ct. per pond levend gewogen, nuch
tere id. 14—25, graskalveren 110135,
vette varkens te Chaam en elders druk op
gekocht voor export naar België, voor 75 ct
per K.G. vuil, biggen 1015, schottelin
gen 3848 in Gelderland deden Engel-
DE ROEMEENSCHE KRIJGSGE
VANGENEN IN RUSLAND.
BOEKAREST, 19 Augustus. Uit Rusland
zijn thans 280 krijgsgevangenen naar Roeme
nië teruggekeerd, Medegedeeld wordt, dat
zich nog 400 Roemecnsche krijgsgevangenen
in Rusland .bevinden.
ALMMAAR, 18 Aug, Vee. Aanvoer 10
paarden 150375, 44 koeien 350525,
32 nuchtere kalveren per stuk 1025,
219 schapen 3848, 21 magere varkens
per stuk ƒ4551, 21 magere varkens per
stuk ƒ45—51, 164 biggen 166—25, 5 bok
ken en geiten 416.
Hoorn, 18 Aug. Vee. Aangevoerd 7
schrammen 3038, 70 biggen 1826,
In het land van Altena kalfkoeien f 325—
460, kalfvaarzen f 250340,melkkoeien
f 275365, vaarzen hokkelingen f 175225,
ossen id. f 135190. Op de markt te Oss de
den luxe-paarden f100600, werkpaarden
f 250400, jonge paarden f 200375, veu
lens f 100200, hitten f 100—250, slacht-
paarden f 80175.
Veevoeder. In Maas en Waal is de hooi
oogst afgeloopen, het beschot was overvloe-
dog uiterwaardsch hooi geldt f 15, veldhoof
f 12 per 1000 pond.
Tabak. Te Puiflijk is een begin gemaakt
met het breken van 't zandgoed. Het gewas
valt niet tegen, vooral wat de qualiteit be-
treft. N
Honing en Was. Boekweithoning doet
thans in Gelderland f 11.10, heide- f 1.15
1.25, tap- f 0.951., pers- f o.70o.80, ruwe
was f 0.220.26, gesmolten was f 0.70—0.75,
alles per pond.
ivachtte met* brandend verlangen naar het
oogenblik, waarop zij den man, dien zij als
dokter vergoodde, gelukkig zou zien. Wat
moest er gedaan worden, als Flora niet kwam,
als Henriette eindelijk toch moest vernemen,
dat de trouwelooze verloofde eigenmachtig
ten geweldig einde aan de langdurige kwel
ling had gemaakt? „Dan zult gij onzen
naam ri;t meer noemen," had zij in hare
koortsachtige droomerijen gisteren tot Bruck
gezegd. In Kathe's ziel duurde die donkere,
verwarde toestand voort, die haar den vori-
gen avond zoo ongelukkig had gemaakt.
Men was er op uit, het gebeurde dood te
zwijgen, men vleide de zondares en dankte
haar misschien op de knieën voor hare ver
andering, die, wanneer zij al plaats had, niet
door een waar en innig berouw, maar eenig
en alleen door den zonderlingen omkeer in
de omstandigheden veroorzaakt wérd. En
hij, dien ze zedelijk met voeten had getreden,
zou hij haar waarlijk weer aan het hart druk
ken, zoodra zij zich verwaardigde hem weer
aan te nemen Ja, zeker zou hij het doen
hij had immers haar gisteren de vrijheid niet
terug willen geven, zelfs toen zij hem de
verzekering gaf dat zij hem haatte. Een
machtige toorn verhief zich in Kathe's ziel
tegenovft die onzalige zwakheid, waardoor
een man er toe geleid werd, zoo onmannelijk
te handelen. Zij had van ergernis en verdriet
willen schreien bij die droeve ervaring, die
haar het leven en de schoone lachende we
reld verduisterde, maar tartend drong zij dat
■gevoel van smart terug en zat uitwendig nog
„vischbloediger" voor het bed der zieke dan
straks. Schreien? Wat ging haar dan die
geheele jammerlijke geschiedenis aan? Zij
behoefde aan niets anders meer te denken,
dan aan het bruiloftsgeschenk voor hare
zuster, een haardkleed misschien of een
canapé-kussen, waar zij zoodra mogelijk aan
zou beginnen, wijl toch het huwelijk wel
voor Pinksteren plaats hebben zou.
De tante kwam binnen, lei een geurigen
s -ringentak op de deken en bracht aan de
lijderes een groet van de lente, die daar bui
ten zoo geurig, zoo helder, zoo blij te voor
schijn kwam en een genezenden, versterken
den adem van zich uit liet gaan. Zij stond er
op, hare plaats aan het ziekbed weer in te
nemen, en zei, dat Kathe's langer verblijf
bij de zieke voor het oogenblik niet noodig
was. Daar buiten in den tuin kon zij rond
wandelen en genieten van de frissche, heer
lijke goddelijke lucht dat zou haar goed
doen, want de aandoening en de overspan
ning van gisteren stonden immers nog op
haar gelaat te lezen.
Het jonge meisje ging aanstonds naar
buiten. Licht en zonneschijn waren twee
goede vrienden, die altijd het gevoel van
jeugd en kracht in haar hadden opgewekt,
die haren blik wisten te verhinderen en wat
haar mocht benauwen uit hare ziel te ver
dringen. Tante had gelijk. De wereld was
zoo vol van de Mei, zoo rijk aan belofte van
bloemen en groen, en de zoele, door de zon
verwarmde lucht werkte zoo heilzaam en
genezend, op lichaam en ziel. Kathe stond
op de trap voor het huis, haar boezem hijgde
onder de sidderende ademhaling. Onwille
keurig strekte zij de krachtige, ronde armen
uit. De trap afgaande, liet zij den blik weiden
ovejr den omtrek, de blauwe lucht, het
groenende veld, het donkere bosch, het
helder stroomend water Wonderlijk men-
schenhartVanwaar toch, dat het tegenover
al die heerlijkheid zich nog altijd beklemd
gevoelde t
En daar ginds bij die hoop hout, die bij
de heg stond, daar klonk een liefelijk ge
luid, en blauwzwarte vogels met blinkenden
rug en bruinachdgen hals dansten en
speelden over den grond en door de
lucht de zwaluwen waren teruggen
komen en zochten naar de plek, waar het
nest zou worden gebouwd. Als kind op het
gras liggende, had Kathe dikwijls naar dat
uit- en invliegen gezien, maar hoe eenzaam
en in de lucht verloren had haar toen dat
gezang en gekweel in de ooren geklonken
bij het eentonig gemurmel van de beek en
de door niets afgebrokene stilte in en om het
ledigstaande huis. Nu zongen en kweelden
er ook welopgevoede kamervogels voor de
openstaande ramen, de rook uit den schoor
steen Steeg hoog in de lucht of verspreidde
zich als een door de zon vergulde sluier over!
den omtrek bij de schuur stond het honden?
hok en de ruwe, forsche hond trok aan zijri
ketting en beet naar een lichtgele kip, dié
zich altijd weer even dom in zijn nabijheid
waagde, om enkele graankorrels op te pik
ken. De keukenmeid had op tante's verlan
gen een haan en zes kippen meegebracht
alles zou weer worden als in de oude, lieve
pastorie.
Kathe joeg de kip weg, buifcn het bereik
van den woedenden hond, en liep langzaam
den tuin rond. Het gras toonde hier en daar
die groene lentekleur, waar zelfs het oudste
meest door verdriet verduisterde oog met
welgevallen op ziet, de eerste^vi ooitjes bloei
den en het groote, deftige meisje bukte even
ijverig om ze te plukken, als eens het kleine
molenaarsmuisje had gedaan. Bijna verwon
derd bedacht zij nu, dat zij, als eenige erf
genaam van haren grootvader, weinige we
ken geleden, hier meesteres was geweest
het kapitaal, dat de dokter voor de kleine
bezitting had gegeven, was haar eigendom
het lag zeker in de bewuste ijzeren kist, het
met moeite en zorg bijeen gespaarde geld,
tusSchen al de rijkdommen in, door den
korenwoeker opgestapeld. Onwillekeurig
schrikte zij en wierp de geplukte viooltjes
weer over 't gras. Het bittere gevoel van ver
nedering en aangedane schande overviel
haar, gelijk gisteren tusschen die verwoede
vrouwen in. Toen had zij, in hare opgewon
denheid, zich tegen de beschuldiging ver-
Zet, maar nu zoo dikwijls zij zich het
harde, lompe, ruwe gezicht van haren groot-
Vader voorstelde, moest zij wel tot de erken
tenis komen, dat hij dat gruwelijke woord
Van die „piepende muizen" best kon hebben
gezegd. Vol ergernis en verdriet balde zij
de kleine handen. Zij wist wel, dat zij van
moeders zijde van zeer lage afkomst was, zij
had ook nooit gewenscht, dat dit anders ge
weest was integendeel, het prachtige bezit
van gezondheid en kracht dankte zij haar
grootmoeder, die in het bosch met kloeke
hand den bijl had gezwaaid. Maar de ge
meenheid, de onbeschaamdheid van den
voormalige» molenaarsknecht, die zonder
eenig medelijden de armoede had beleedigd
en verdrukt, teneinde op die wijze zich een
grooter vermogen te veroveren, vervulden
haar met afkeer en walging, en zij kon niet
zonder weerzin denken aan die ijzeren kist,
waar dat vermogen in werd bewaard.
Zonder het te weten was zij, langs de beek
voortgaande, hoe langer hoe harder gaan
oopen. Daar ginds bij de heg aan de grens
van den tuin lagen op de helling langs het
water eenige glinsterende scherven, stukken
van het glas, dat gisteren, nadat zij het wel
dadige mengsel uit had gedronken, was ge
broken. De keukenmeid had die stukken,
waar eene beschamende herinnering voor
haar aan verbonden was, achteloos wegge
worpen. Kathe voelde een pijnlijke aandoe
ning in haar hart en een traan kwam haar
in de oogen, bij de gedachte aan dat zonder
linge tooneel in de kamer van den dokter.
Zij had zich met hare onbesuisde drift be
spottelijk aangesteld. En al had ook de
zachtmoedige, fijngevoelige man aanstonds
een verontschuldigend woord opjde lippen/
inwendig had hij toch zeker gelachen om,
dat „groote, sterke meisje" met die kinder-1
achtige en sentimenteele hersenen. Zulkj
een zwakheid zou haar nooit weer overkomen!
Liever ging zij voor hard, onverschillig,
ongevoelig door. De dokter zou niet weei
over haar lachen, hij zou er spoedig ook
geen aanleiding meer voor vinden. Binnen
kort werd Henriette naar de villa terugge
bracht, dan hield alle verkeer tusschen de
beide woningen op en de dokter zou immers
de namen van de bewoners der villa niet
eens meer noemen. Na al, wat gisteravond
was geschied, en waar zij de eenige getuig»
van was geweest, kon Flora onmogelijk
terug. Al stond Bruck ook nog zoo vast op
zijn rechten, hij zou heden tot de zekere
overtuiging moeten komen, als Flora niet
kwam, om naar Henriette te zien. Of zou hij
misschien doen, wat Henriette vreesde f
Zou hij het verlangen niet kunnen weer
staan, na de terugkomst van de audiëntie
op de villa aan te loopen, ten einde Flora te
vertellen, welke gelukkige omkeer er in
Zijn leven had plaats gegrepen? Maar dan
zouden die twee diamanten ringen aan den
vinger duidelijker dan eenig woord hem te
verstaan geven, wat hij nog hopen en wach
ten kon.
Wordt vervolgd