Indische Brieven.
BUITENLAND
Tweede Blad
23 Aiagnstias £923
KLATERGOUD.
j. A. M. d. F.
Het Fransche antwoord op de Engelsche nota; geen annexionistische
bedoelingen in het Roergebied; Frankrijk tot overleg bereid. Engel
sche persstemmen. De toestand in Duitschland. Russisch geld voor
Duitsche communisten.
Onder de Telegrammen: De Engelsche pers laat zich voorzichtig maar
piet ongunstig uit over de Fransche nota. De Spanjaarden in Marokko.
De Etna weerln werking?
HET FRANSCHE ANTWOORD
AAN ENGELAND.
OEM.
BERICHTEN.
FEUILLETON
XXVIII.
Op een ochtend, dat ik een uurtje vrij
"ad en de weg mij voerde langs het Volks-
raadsgebouw, heb ik me weer eens gewaagd
111 's Lands vergaderzaal.
Op iemand, die gewend is aan den aanblik,
Welke de zaal van de Tweede Kamer in den
Haag oplevert, maakt de lokaliteit van den
Volksraad een ietwat vreemden indruk.
Zooals wellicht enkele mijner lezers zul
len weten, heeft men dit hooge college ge
huisvest in het voormalige paleis van den
Legercommandant, sinds deze zijn nieuwe
oehuizinge kreeg te Bandoeng. Het volks
raadsgebouw is daardoor komen te liggen
•n het centrum van de stad en in een der
gooiste militaire parken, welke ik ken, het
Hertogspark. Met zijn breeden witten voor
gevel, waarin, volgens oud-Indische ge
woonte bij groote gebouwen naar Grieksch
ntodel de zuilen-galerij een gelukkige toe-
Passing heeft gevonden, met zijn marmeren
trappen en vloeren, geplaatst in een omge
ving van groote gazons en breed-uitgegroeide
Waringin-boomen, heeft dit gebouw onge
twijfeld een aanzien, waardig voor een „In
disch parlement",
Jammer genoeg past de laatste naam nog
rtiet bij het college, dat tot heden nog geen
meerdere bevoegdheid vermocht te verwer
ven dan die van raadgevend, adviseerend
politiek lichaam, van wier adviezen de Mi
nister van Koloniën naar eigen goeddunken
kan afwijken. En men weet dat hier maar al
te goed het eigen goedvinden van dezen
bewindsman komt heel vaak naar voren.
De Volksraad heeft in het afgeloopen jaar
beraadslaagd over de reorganisatieplannen
Vervat in de voorstellen tot „Herziening van
het beleid der Regeering in Nederlandsch
Indië", volgens welke in de naaste toekomst
een begin zal worden gemaakt met het Ver
plaatsen van wettelijke bevoegdheden van
flet Haagsche plein naar het Bataviasche
nertogspark.
We moeten echter afwachten hoe in
Nederland de Minister en vooral de Volks
vertegenwoordiging er over denken. En
hoever men daar zal willen gaan met deze
poli tieke machts-verplaatsing.
De onmachts-positie van den huidigen
Volksraad heeft dit college den spotnaam
bezorgd van „blikken parlement".
Deze naam is waarlijk spottend, doch even-
Zeer spottend waar.
Er is inderdaad zeer veel, dat we in Indië
«uit 't blik" krijgen. Europeesche vruchten
groenten, vleezen eten we „uit 't blik".
Doch niet slechts ons lichamelijk voedsel
krijgen we geconserveerd ter consumptie,
ook ons geestelijk voedsel wordt ons veel
vuldig „uit 't blik" opgediend. Onze sociale
hervormingen hebben maar al te vaak een
bedenkelijken bliksmaak.
Het is „import-waar", ziedaar.
Het wil zeggen, dat deze dingen niet uit
den Indischen bodem zijn opgegroeid, en
daarom zoo slecht gedijen.
Zoo staat het feitelijk ook met onze poli
tieke instituten.
Men heeft er te veel blikwerk van gemaakt,
in tweevoudige beteekenis.
De import van het Westersche politieke
systeem is een bedenkelijk experiment,
Volksvertegenwoordiging op den grondslag
van het inaividueele kiesrecht kan eigenlijk
weinig passend worden geacht in een Oos-
tersch land, vooral in eene koloniale samen
leving. En het experiment wordt des te be
denkelijker, waar dit politieke systeem in
Europa bezig is buiten de maatschappelijke
constructie, of zoo men wil, her-constructie
te geraken.
En velen vragen zich afmoet Indië
daarmede gelukkig worden gemaakt?
Intusschen het dient erkend nie
mand weet momenteel iets anders te be
denken, dat evenzeer aan de groeiende poli
tieke aspiraties voldoet, en beter dan het
huidig gebruikte de politieke ontwikkeling
jezer landen dienstig kan maken voor den
jtoffelijken en geestelijken vooruitgang hun-
jter bewoners.
Het zou zeker af te keuren zijn, indien
Iemand op grond van de hierboven genoem
de principieele overwegingen de taktiek van
„non-coöperation" ging toepassen, We heb
ben natuurlijk de middelen te gebruiken,
welke ons ten dienste staan; en te doen, wat
we in deze omstandigheden kunnen.
Zeker kan dit gezegd worden de Volks
raadsleden werken met ernst.
Het moge dwaas lijken de geheele parle
mentaire werkmethode, met afdeelings-on-
derzoek en openbare behandeling, met Re-
geerings-toelichting, afdeelingsverslag en me
morie van antwoord, gebruikt te zien bij
onze blikken-politiek het moge zielig zijn
te bedenken, dat al dat werk niets kan tot
stand brengen, een ander kan het in een
hand-omdraaien onderste-boven werpen de
volksraad zooals hij nu is, gedraagt zich in
menig opzicht waardiger dan vele „echte"
parlementen. j
Ik sprak laatst een zeer bekend volks-
raadslid, die naar hij mij mededeelde j
groote kans heeft op een der Candida ten-
lijsten voor de eerstvolgende Tweede-Ka-
mer-verkiezingen een goede plaats te krijgen.
Deze verklaarde mij, dat hij niet zonder j
grooten spijt zijn Volksraads-werkzaamhe-
den zou wisselen tegen den Tweede-Kamer-
arbeid in Nederland.
Om een enkel voorbeeld te noemen ab-
sentëisme is in den volksraad een weinig
ontwikkeld kwaad. Men behoeft slechts
de cijfers der stemmingen na te gaan om te
concludeeren, dat de allermeeste leden ge
regeld aanwezig zijn.
De indruk welke men opdoet bij-het bin
nentreden van de vergaderzaal, is zeer ver
schillend van die welke men ontvangt in
het Tweede-Kamer-gebouw te 's Graven-
hage.
De zaal is vooreerst veel kleiner, ze behoeft
slechts plaats te bieden voor 39 leden. De
muren zijn geheel wit, waartegen de keurige
djati-houten meubileering prettig afsteekt,
het groote bovenlicht in het witte plafond
werpt een stemmig licht over de geheele
zaal.
De inrichting is ongeveer dezelfde.
De zetel van den Landvoogd staat op een
verhooging, welke geplaatst is in een der
lengte-zijden van de zaal. Daartegenover
plaatst zich de 'Voorzitter. Evenals jn de
Nederlandsche Tweede Kamer zijn de
zitplaatsen der leden links en rechts van den
Voorzitter opgesteld. In de midden-ruimte
zitten de stenographen.
De Regeerings-banken zijn echter ge
plaatst aan weerszijden van den landvoog
delijken zetel.
De publieke en gereserveerde tribune's
zijn in de breedte-zijden van de zaai ge
plaatst, doch slechts in tegenstelling met
wat men in Nederland ziet op geringe
hoogte boven de zaal aangebracht.
Er is dus hier geen aanleiding om op de
leden neer te zien.
Deze bouw geeft integendeel gelegenheid
om bekenden onder de Volkraadsleden de
hand te drukken, en over de balustrade
heen een praatje met hen te maken.
Men doet hier wat gemoedelijker.
Een aardig voorval speelde zich eenigen
tijd geleden af, toen de leerlingen van de
hoogste klassen der H.B.S. onder leiding
van den leeraar voor Staats-inrichting een
bezoek brachten aan den Volksraad en daar
een tijdje plaats namen op de publieke tri
bune, In hoeverre de meisjes bijzondere
interesse hadden voor het politieke gedoe,
weet ik niet, in ieder geval zaten ze op de
voorste rijen.
Nu geviel het, dat de zitting geschorst
moest worden, doordat het geknetter van
een tropische regenbui de sprekers belette
zich verstaanbaar te maken. De jongelui kre
gen dus een geheele poos niets te zien, al
thans niets wat op politieke werkzaamheid
duidde.
De Voorzitter, Mr. Dr. Schumann, kwiek
van geest als immer, wist onmiddellijk iets
te vinden, wat de situatie redde hij zond
een „oppas" inlandsch bureau-bediende
er op uit, en tot blijde verrassing van de H.B.
S.-jeugd, werden hen namens den Voor
zitter Haagsche hopjeS gepresenteerd.
„Uit 't blik" natuurlijk.
Doch het, scheelde weinig of dezen Voor
zitter was van af de publieke tribune een
ovatie gebracht.
Sindsdien is de Volksraad te Batavia bij
de „spes patriae" populair.
En ik vraag kan men dat in den Haag
ook zeggen?
Het Fransche antwoord, bevat een alge-
Jrveene synthetische uiteenzetting van de
positie van Frankrijk," die naar de regeering
meent, de elementen voor een praktische
oplossing bevat. De regeering van de Re
publiek, aldus wordt er in de uiteenzetting
gezegd, heeft er nooit aan gedacht om in
het vraagstuk der vergoeding, dat slechts
opgelost kan worden wanneer men de be
langen van Europa in het oog houdt, een
zelfzuchtige politiek 'te voeren. Zij heeft
steeds ernstig rekening gehouden met de
malaise, waarmede sommige bondgenooten
te kampen hebben, bijv. Engeland met zijn
werkloosheid.
De uiteenzetting volgt stap voor stap de
lange reeks concessies, die er aan Duitsch
land zijn toegestaan vóór en gedurende de
vaststelling van zijn schuld door de Commis
sie van Herstel, welke concessies slechts
opnieuw in gebreke blijven van Duitschland
ten gevolge hadden.
Tot aan het eind van 1922 heeft Duitsch
land niet opgehouden zijn financieelen, eco-
nomischen en monetairen toestand slechter
te rtiaken. Het heeft niets gedaan om het
evenwicht in zijn inanciën ie herstellen en
hield de prijzen van het vervoer lager dan
ergens anders. Het heeft het aantal en de
bezoldiging der ambtenaren verhoogd, deed
laakbaar in de belastingheffing en verleende
allerlei privilegiën aan de groote industriec-
len en reeders. Het bouwde een koopvaar
dijvloot, die thans concurreert met de Ame-
rikaansch'e, de Engelsche en Fransche vloot.
Het deed kanalen graven, breidde de tele
foonnetten uit en ondernam allerlei werken,
die Frankrijk gedwongen was uit te stellen.
Onder deze omstandigheden heelt Frank
rijk, dat zijn voornemen om onderpanden
te nemen had aangekondigd, in het begin
van 1923 besloten de Roer te bezetten. Het
heeft de Roer bezet omdat Duitschland ge
durende drie jaar geen enkele van zijn ver
plichtingen nakwam en de Commissie v.in
Herstel heeft Frankrijk nadrukkelijk het
recht om te handelen toegekend. De wet
tigheid van duze operatie, die Engeland
thans betwist, wordt door den tekst van
verklaringen der bondgenooten, 't zij afzon
derlijk, 't zij gezamenlijk erkend, in het
bijzonder door het protocol van Spa van
Juli 1920, waaruit een volkomen overeen
stemming van Frankrijk eft Engeland blijkt
ten opzichte van de interpretatie van de
paragrafen 17 en 18 van aanhangsel 2 van
het vredesverdrag; voorts door de verkla
ring van Londen van Maart 1921; door de
besluiten van den Oppersten Raad van Mei
1921, Het ultimatum van 5 Mei heeft de be
zetting van de Roer aangekondigd, niet
slechts voor het geval, dat Duitschland de
door de Commissie van Herstel voorge
schreven verplichtingen niet zou aanvaard
hebben, maar ook voor het geval, dat die
verplichtingen op een of ander oogenblik
niet verwezenlijkt zou hebben. De Duitsche
minister van buitenlandsche za'ken heeft dat
den 9en Mei 1921 zelf erkend in een parle
mentair document, dat hij aan de pers heeft
meegedeeld.
Hoe het zij, in strijd met de bepalingen
van het vredesverdrag gaat de Duitsche re
geering voor de Roer-bezetting te be
schouwen als een daad van vijandschap en
heeft ons tegenstand geboden, dien het lijde
lijk noemt, makr die actief is en hevig. Dit
verzet kwam niet van de bevolking in het
Roergebied, nog minder van die uit het
Rijnland, maar uit zekere industrieele krki-
gen en uit Berlijn. Het was dus billijk, dat
Frankrijk tegenover zulke feiten het staken
van het „lijdelijk" verzet als voorwaarde
beschouwde voor nieuwe besprekingen met
Duitschland.S
Het lijdelqïc verzet is niet slechts in strijd
met het vredesverdrag, maar ook met de
ware belangen van Duitschland, want het
kost veel meer dan de stipte nakooming
zijner verplichtingen. De Fransche regeering
wenscht dus dat het ophoude en zij is, naar
zij reeds eerder aan de Engelsche regeering
heeft meegedeeld, bereid om als het lijde
lijk, verzet wordt gestaakt, den aard der
Roerbezetting te wijzigen en het Roerge
bied geleidelijk te ontruimen naar gelang
Duitschland zich van zijn verplichtingen
kwijt.
Laten wij aldus de nota nog eens
herhalen, dal wij niet langer aan de Roer
wenschen te blijven dan noodig is en er noch
politieke noch annexionistische oogmerken
koesteren.
Het tijdperk, waarin Duitschland zich van
zijn verplichtingen kan kwijteiï, hangt gé-
heel van zijn eigen wil af. Men behoeft
slechts na te gaan, hoe snel Oostenrijk, in
weerwil van zijn kleine uitgestrektheid en
zijn beperkt ekonomisch vermogen, het
klaar heeft gespeeld om zijn productie en
krediet weer op peil te brengen, om zich
er rekenschap van te geven dat een land
dat zoo sterk is uitgerust als Duitschland,
datzelfde zal kunnen doen als het maar wil.
Van Frankrijk te eischen om anders te
handelen zou neerkomen op gelijk geven aan
Duitschland. Daarop zouden toepasselijk zijn
de woorden, die Lloyd George op 31 Maart
1921 in den Oppersten Raad uitsprak: „In
dat geval zouden de pverwinnaars de kosten
van de nederlaag dragen en de overwonnene
de vruchten der overwinning oogsten."
Het is niet waar dat de Franscha eischen
zoo zwaar zijn, dat ze Duitschland? zouden
verpletteren en verre boven zijn draagkracht
uitgaan. Sedert lang stelt Frankrijk zijn
bondgenooten een zeer eenvoudig program
voor, dat blijft binnen het kader van den
betalingsstaat van Londen en in het kort
hierop neerkomt; Frankrijk vraagt zijn bond
genooten handhaving van de 26 milliard
goud mark in A en B-obligaties en het in
C-obligatiy^ de som voor te behouden ,die
van Frankrijk geëischt zou worden als
schuld aan de bondgenooten. De staat van
betaling waarborgde Frankrijk die twee
rechten.
Het heeft enorme sommen op, rekening
van Duitschland voorgeschoten. Frankrijk
kan zijft herstellingswerk niet afbreken,
onbepaald voortzetten op eigen kosten. Aan
den anderen kant heeft Frankrijk nooit de
schulden ontkend, die het gedurende den
oorlog in het belang van de gemeenschappe
lijke overwinning heeft aangegaan. Het is
trouwens schukleischer van Duitschlannd
voor vijf ,of zes milliard goud mark, die het
aan somige bondgenooten heeft voorgescho
ten.
Kunnen echter de bondgenooten elkaar
oorlogskosten terugvragen vóór Duitschland
betaald heeft? De commissie van herstel
heeft het totale bedrag van Duitschlands
verplichtingen vastgesteld en daarop kan
niet teruggekomen worden. Slechts met een
stemmige goedkeuring der bondgenooten
zou het vastgestelde bedrag herzien kunnen
worden. Daartegenover moet_ de betalings
capaciteit van Duitschland periodiek geschat
worden, opdat de aflossingen in verband
met de omstandigheden gewijzigd kunnen
worden. Tot die wijzigingen is bij meerder
heid van stemmen besloten.
ENGELSCHE PERSSTEMMEN.
De Engelsche pers maakt melding van de
praatjes, die uit half-officieele bron te
Parijs komen, doch beperkt zich overigens
vrijwel tot voorspellingen omtrent den in
houd van de nota van Poincaré.
De groote- nadruk wordt gelegd op de
mogelijkheid een er overbrugging van de
hangende geschillen door onderhandelingen,
waarbij dan het vraagstuk, wat intusschen in
Duitschland kan gebeuren wordt verwaar
loosd,. In dien zin, zegt de Parijsohe corres
pondent van de Daily Telegraph, zou de
nota volgens officieele uitlatingen van de
Quai d'Orsay de elementen voor een op
lossing bevatten. De correspondent van de
Daily News te Parijs zegt, dat men mag ver
wachten dat de nota de deur voor onder
handelingen ietwat wijder zal openen.
Volgens de Westminster Gazette is: het
voornaamste gedeelte in de nota van Parijs
dat, hetwelk aantoont dat de kloof in de
Engelsch-Franscbe politiek niet onover
komelijk is.
In een hoofdartikel zegt de financial
Times, dat de nota hoewel ze niet veel op
bouwende voorstellen aam de hand doet,
de deur voor verdere onderhandelingen toch
wijd open houdt.
De Morning Post zegt dat Poincaré stijf
vast houdt aan hetgeen hij in het belang
van Europa en Frankrijk acht. De hoogste
macht bekleedend in een staat, dat de lei
ding heeft, heeft hij zijn politiek afgebakend
en is vast besloten die door te zetten.
Frankrijk heeft de middelen hm dat te doen
en op de lange baan heeft die politiek het
meeste succes die het eindresultaat onder
geschikt maakt aan de middelen, want nog
heden bestaan de tastbaarste argumenten in
bataljons
De Manchester Guardian meent dat de
voordeden van het openlijk zich uitspreken
door Baldwin zich afteekenen in de rede
voering door Poincaré te Charleville gehou
den, die in groote lijnen het Fransche ant
woord aangaf. De verandering is eerder for
meel dan materieel maar de vorm waarin
de stof gegoten is, geeft geen reden tot wan
hoop. Frankrijk beseft, dat het onmogelijk
is de Engelsche inzichten te ignoreeren en
de bedoelingen van Engeland te misvatten.
De Engelsche nota beeft tenminste de ver
vulling van het plan tot stichting van een
onafhankelijk Rijnland onwaarschijnlijk ge
maakt. Het blad meent ~uit de rede iets
nieuws te mogen opmaken, n.l. dat het Fran
sche besef voor zich zdf een zelfrechtvaar
diging noodig heeft en het verlangen dat ge
toond wordt om de Fransche. politiek in een
licht te stellen dat haar voor de openbare
meening der wereld aannemelijk maakt.
Agescheiden van de pers, is er een was
sende neiging merkbaar om de waarde van
de entente te toetsen als een artikel van
politieke gezindheid. De Entente-bondge
nootschappen zijn producten van tijdelijke
omstandigheden 'hoofdzakelijk bestaande in
een gemeenschap van belangen en met de
wijziging der omstandigheden en een kente
ring in de belangen, zooals in die van Frank
rijk en Engeland zijn gekomen op het punt
van velerlei vraagstukken, zijn zij onwerke
lijk geworden, en de verklaringen dat alles
in orde is leidien niemand om den tuin. Het
denkbeeld wint veld, dat de. tijd is gekomen,
om afstand te doen van voorwendsels van
vriendschap en de werkelijkheid onder de
oogen te zien.
De propaganda van de Morning Post en
de Daily Mail dat Enigeland wanhopig is al
leen bij het denkbeeld van een breuk met
Frankrijk is eenvoudig niet waar. De arbei
ders, werkers, bankiers en kooplieden verlan
gen dat in Europa het evenwicht en de
welvaart wordt hersteld, waarvoor de Fran
sche politiek een bezwaar vormt.
- De eerste minister die naar buiten is ge
weest komt heden te Londen térilg, om met
de overige aanwezige ministers het Fransche
antwoord na te gaan. Intuschen wordt over
den inhoud daarvan officieel niets losge
laten. De nota is gisteravond laat op het
ministerie van buitenlandsche zaken ont
vangen.
De niet-officieele meening heeft tot dus
ver nog geen gelegenheid gehad zich te
uiten, daar slechts zeer korte uittreksels
de bladen hebben bereikt.
Vooruitloopende op den inhoud van de
nota, zegt de Times, dat Engeland zeker
iedere aanwijzing met vreugde zou begroe
ten, dat Frankrijk bereid is zijn houding
in zake de bezetting van de Roer en 'net
vraagstuk van de vergoedingen te wijzigen
en Engeland is bereid devoornaamste fi-
nancieele kwesties, die zich voordoen, te
bespreken.
Er bestaat in Engeland geen verlangen
om met Frankrijk te breken. De bereidwil
ligheid van de zijde der Fransche regeering
om te traübten tot een vergelijk te komen
en de samenwerking met Engeland te be
waren zou toornen, dat de rondborsite taal
van de laatste Engelsche nota de meest be
vredigende uitwerking heeft gehad. Wij
kunnen, zegt het blad, polemieken van
minder belang over ons hoofd laten gaan,
wanneer slechts de mogelijkheid betaat, dat
een gezamenlijke practische oplossing van
de noodkwestie kan worden gevonden.
Wat wij. willen .is een regeling en niet een
korte triomf in een debat van woorden. Het
Fransche antwoord zal met de grootste zorg
worden ontleed en met den oprechten
wensch om een werkelijk .aanknooptingspunt
t* vinden voor de samenwerking met ónze
geallieerden om uit. de krisis te geraken,
die werkelijk ondragelijk is geworden. Het
moet echter een deugdelijk aanknoopings-
punt zijn. De ondervinding van de laatste
jaren heeft diep wantrouwen gezaaid tegen
alle oplossingen, die nielt door en door .af
doend zijn en die niet ten volle rekening
houden met de fundamenteele en vitale be
langen der natie.
Het Belgische antwoord wordt in de
eerstvolgende dagen verwacht. Het is noo
dig, dat de Engelsche regeering beide nota's
zorgvuldig bestudeert, voor zij kan komen
tot een juiste schatting van den vooruitgang,
die gemaakt is als gevolg van de gewisselde
nota's.
EEN DUITSCHE PÈRSSTEM.
De Frankf. Ztg. schrijft naar aanleiding
van de overhandiging der Fransche nota Je
Lctnden: Wij moeten wachten p| de nota in
zake het lijdelijk verzet iets nipuws bevat.
Zoolang de Fransche regeering daaromtrent
geen blaren wijn schenkt en een oplossing
mogelijk maakt, waarmede Duitschland kan
instemmen zal men niet over bet doode
punt heenkomen. 9
FRANKRIJK EN HET HERSTEL.
De bladen geven beschouwingen over de
herstélkwestie. De Gaulois schrijft Van
Duitschland wordt, op het oogenblik althans
niet meer dan 50 milliard geëischt, waarvan
een gedeelte te betalen in natura. Wij zijn
dus reeds ver af van de 132 milliard, die
werkelijk verschuldigd zijn door Duitschland.
Daarom lijkt het ook onbegrijpelijk, dat men
niet tot overeenstemming zou komen. Poin
caré heeft thans de deur wijd geopend voor
besprekingen, die logisch tot een schikking
zouden moeten leiden."
DE TOESTAND IN DUITSCHLAND.
Uit verschillende aanwijzingen blijkt, dat
het kabinet-Stresemann door kracht zal
trachten goed te maken, wat Cuno uit ge
brek aan doortastendheid en wellicht ook
uit gebrek aan steun der volksvertegen
woordiging heeft nagelaten. Naar verluidt
zal de nieuwe regeering een scherp onder
zoek instellen naar den omvang van het be
zit aan buitenlandsche betaalmiddelen der
handels-, industrieele en bankwereld, ook
wat betreft de deposito's in het buitenland,
teneinde voldoende „goudwaardig" geld ter
beschikking der regeering te krijgen oin
zoodoende de mark te kunnen stabilisee-
ren. Hiertoe is echter in de eerste plaats
noodig, dat er verandering wordtV gebracht
in het bestuur van de Rijksbank.
Merkwaardig is inmiddels, dat zoodra
Duitschland na langen tijd weder een
krachtige persoonlijkheid aan het roer
heeft er onmiddellijk protesten komen te
gen de „dictatoriale" neigingen van Strese-
mann.
De oud-minister StegerwaW, thans voor
zitter van den Katholieken vakvereeni-
gingsbond heeft zich tot tolk gemaakt van
die vrees, door er op te wijzen, dat het
kabinet-Cuno volstrekt niet zonder ver
diensten was, getuige de jongste nota door
Engeland aan Frankrijk gezonden, die on
denkbaar was geweest, als niet het beleid
van Cuno in die richting^ den stoot had ge
geven. Cuno heeft de financieele maatrege
len, die thans genomen worden evenzeer
gewild, doch ze niet kunnen door' zetten,
omdat de Rijksdag hem niet voldoende
steunde. Thans heeft Stresemann dien
steun wel en hij moet zien hem te behou
den, want anders zou hij moeten overgaan
tot een dictatuur teneinde hetzelfde te be
reiken en aan het welslagen eener dicto-
riale regéering gelooven thans alleen nog
enkele utopisten, daar in dat geval een
„krach" en pogingen tot omwenteling van
den kant der uiterste groepen niet zullen
uitblijven.
Naar de Vorwarts meedeelt heeft de Ne
derlandsche socialist Oudegeest Maandag
als vertegenwoordiger van het Int. Verbond
van Vakvereenigingen te Berlijn vertoefd,
waar hij met het socialistische partijbestuur
en de socialistische rijksministers bespre
kingen heeft gehouden over den economi-
schén en politieken toestand in Duitsch
land. Het I. V. V. zal zich in de eerstvol
gende dagen met de resultaten van deze
besprekingen bezighouden.
DE COMMUNISTISCHE BEWEGING IN
DUITSCHLAND.
Het bericht, dat uit Moskou een milliocn
gouden marken ter beschikking der Duit
sche communisten is gesteld, ter verdee
ling door de communistische bedrijfsraden,
wordt te Berlijn niet slechts beschouwd als
een nieuw bewijs hoe de beweging wordt
gefinancierd, doch ook als een teeken, dat
het communistische partijbestuur in de
öogen van Moskou heeft afgedaan. Natuur
lijk is dit te wijten aan het aflasten der al-
gemeene betoogingen, die onlangs hadden
moeten plaats hebben, doch afgewimpeld
werden toen de regeering uitgebreide maat
regelen ter verhindering bleek te hebben
genomen. Vermoedelijk zullen de vertegen
woordigers der bedrijfsraden als uitvoer
ders der bevelen uit Moskou optreden, nu
het communistische partijbestuur „te slap"
is gebleken. Inmiddels zal begin September
een algemeen congres dier bedrijfsraden,
zoo mogelijk met buitenlanders versterkt,
te Berlijn plaats hebben. In dien tusschen-
tijd is er in een der oostelijke voorsteden
van Berlijn reeds een geheime vergadering
gehouden, waarin is besloten op 2 Septem-
'ber (Sedandag) groote betoogingen te orga-
niseeren.
UIT HET BEZETTE GEBIED.
De mijndirecties gaan voort met stopzet
ting der bedrijven als verweer tegen com
munistische daden van sabotage. Tot dus
ver zijn 25 mijnpn stopgezet.
DE WERKLOOSHEID IN ENGELAND.
Het aantal werkloozen is in de laatste
week in Engeland ietwat grooter geworden
en op 13 Augustus bedroeg het aantal inge
schreven personen die geheel zonder werk
zijn 1,211,900.
GEWELDIGE AARDBEVING.
Een bericht uit Teheran van Maandag ver
meldt dat in de buurt van Boejnoerd, in
de provincie Khorassan, verscheiden dorpen
door een aardbeving zijn vernield. Er zijn
vele dooden en ook heel wat vee is omge
komen.
In een tijdsverloop van 24 uur waren bij
Toerbat-i-Haidari vijf zware schokken ge
voeld. De inwoners zijn door een paniek
bevangen. Ook overstroomingen hebben veel
schade toegebracht en slachtoffers gemaakt.
Verleden jaar op 18 Juli is in Frankrijk
de wet van kracht geworden, volgens welke
er voor het bezoeken van museums en mo
numenten van den staat een toegangsprijs
geheven wordt en voorts een belasting van
hen, die in de musea schilderen, teekencn
of fotografeeren willen. Van 18 Juli tot 31
December van hét afgeloopen jaar hebben de
gtaatsmuseums aan toegangsprijzen en be
lastingen 790.808 frank opgebracht.
Het tweede ongeluk met een toeristen-
auto in Zuid-Frankrijk, enkele dagen na dat
bij St. Sauveur, dat aan zoovele Nederland
sche toeristen het leven heeft gekost, is in
zijn omvang iets minder verschrikkelijk dan
het eerste. Zes menschen, een bericht van
Dinsdag heeft het gemeld, zijn omgekomen
en de diepte van de kloof, waar de reus
achtige auto-bus in neergedonderd is, be
draagt twintig meter. Het ongeluk heeft
plaats gehad op vijf kilometer afstand van
Guillaumes, bij de brug van Pamiers. De
auto was de brug gepasseerd toen een van
de wielen van den wagen in een wagenspoor
kwam. Om het wiel te bevrijden versnelde
de bestuurder de vaart van den wagen en
stuurde den wagen met korte en plotselinge
draaien van rechts naar links. Het wiel
kwam vrij, maar zoo plotseling, dat het
achtergedeelte van den wagen met kracht
met den rotswand lans den eenen kant van
den weg in aanraking kWara. Door den schok
werd een reiziger, die zich pas te Guillaumes
bij de uit Nice komende toeristen gevoegd
had, van den wagen geslingerd. Toen hij op
stond, half verdoofd van zijn. val, was de
auto-bus in de diepte verdwenen, waarin hij
onderst boven neerkwam. Alle toeristen zijn
tijdens den va! uit den wagen geslingerd,
waaraan zij het te danken hebben, dat ze
niet onder het gevaarte verpletterd zijn. Men
veronderstelt, dat de a.uto-bus na de bot
sing met de rots scheef over den weg is
komen te staan en tengevolge van de sterko
helling van den weg in den afgrond gegle
den is.
Van de achttien gekwetsten verkeeren ef
vier in hoogst zorgwekkenden toestand.
In een van de groote bioscopen te
Parijs, naast de Opéra-oomique, werd een
film vertoond, die den titel droeg: „de ge-
boorte van een natie". De film behelsde
pisodes uit den successie-oorlog tusschen di
staten uit het noorden en het zuiden val
Amerika. De vertooning van de film is nü
verboden omdat zij geacht wordt onaange
naam te zijn voor menschen met een don,
kere huidskleur.
George Lill is dood. Buiten Engeland
een onbekende grootheid, behoorde hij in
Engeland zelf tot de celebriteiten, althan#
bij de zeer talrijke schare van Heden, dia
belangstellen in de paardenrennen. Lill was
n.l. bookmaker. Hij is op 75-jarigen leeftijd
gestorven en had 54 maal de Derby-rennen
gezien waarvan de meeste malen in zijn
qualiteit van bookmaker. Nog meer vermaard
dan Lill zelf was zijn opmerkelijke hooge
hoed. Deze hoed zal Bij den doode in de
kist worden gelegd, evenals de geldtasch,
die hij als bookmaker placht te gebruiken.
Volgens het algemeen rapport van het
Zweedsche Roode Kruis aan het internatio
naal congres te Genève kan Zweden in tijd
van oorlog 47 oorlogshospitalen met 8500
bedden organiseeren en heeft het in het ge
heel 19000 bedden ter beschikking. Men
kan de verzorging op zich nemen van 10.000
herstellenden. In de rampzalige jaren van
den oorlog heeft Zweden 35 millioen kronen
verzonden aan het internationale comité ter
steunverleening.
Een koninklijk besluit, gedagteekend 16
Aug. en gisterenmorgen gepubliceerd, geeft
een nieuw stelsel aan voor samenwerking
tusschen de autoriteiten van leger en viool
in Zweden. Een permanente raad van ver
dediging wordt ingesteld onder voorzitter
schap van den minister van verdediging.
Deze commissie moet ten minste eenmaal
per jaar vergaderen. Zij zal bestaan uit den
opperbevelhebber van bet leger, den vice-
admiraal van de koninklijke marine, den chef
van de marinestaf en den chef van den mi
litairen genefalen staf. Zij zal zich bezig
houden met de voornaamste aangelegenhe
den betreffende de nationale verdediging,
alsook met zaken van militairen en politie
ken aard en kwesties, die zich voordoen
op het gebied van internationale wetgeving.
De leider van het ministerie van oorlog en
die van het departement van marine zullen
.an de beraadslagingen deelnemen, voor zoo
ver de omstandigheden dat noodig maken.
De premier, de minister van buitenlandsche
zaken en de minister van financiën zulle#
aan de beraadslagingen deelnemen in zqken
die de samenwerking tusschen de politieke
en militaire leiding van den staat raken en
ten doel hebben de noodige overeenstem
ming te verzekeren bij maatregelen, die de
handhaving van de neutraliteit beoogen onr
der dreigende omstandigheden en de voor
bereiding van maatregelen voor de verdedi
ging van het land.
Vertegenwoordigers van verschillende
vrije beroepen hebben te Berlijn een bijeen
komst gehouden waarin is besloten over Ie
gaan tot de stichting eener steunorganisatie
voor den intellectueelen middenstand, die
met den ondergang wordt bedreigd. De
voorziter van hot comité, het Rijksdaglid
Iv.erleng, zal héden een onderhoud hebben
met den rijkskanselier.
Sinds geruimen tijd zeker al een
jaar of drie ontvingen ingezetenen te
Croydon (Londen) brieven en briefkaarten
met onbetamelijke taal. Meestal kwamen
die brieven en kaarten uit een zelfde post-
ons. Deze werd nu zorgvuldig in
het oog gehouden. Bovendien had
een detective, die al lang in de zaak ge
mengd was door de postautoriteiten, een
paar personen onder observatie, van wie
vermoed werd, dat zij de hand in het spel
konden hebben. De meeste verdenking be
stond tegen een juffrouw Cecilia Giles, die
echter zelf ook af en toe onbehoorlijke
brieven en briefkaarten ontving.
Nu onlangs zag de detective, die mej. Giles
hewaakte, haar iets wits in een bepaalde
brievenbus stoppen. Even daarna wierp hij
zelf in die bus een courant, op een zoo
danige manier, dat die courant opengevou
wen zou komen te leggen boven wat er
juist te voren in de bus was gegooid. Toen
ging hij een postbeambte waarschuwen en
de bus werd opengemaakt. Het bleek dat in
de bus acht briefkaarten met smerige praat
aanwezig waren. Daarop lag de openge
vallen courant en weer daarop een brief, vjn
welke de herkomst (hij was niet van mei.
Giles) echter is gebleken. Van de acht brief
kaarten waren er enkele gericht aan den
heer, bij wien mej. Giles in dienst was, en
één aan haar zelf (maar bij haar werkgever
geadresseerd). Het schrift op de briefkaar
ten was klaarblijkelijk verdraaid.
De zaak is nu voor geweest en het meisje,
dat met klem ontkende schuldig te zijn,
werd schuldig verklaard en tot een boete
met kosten veroordeeld.
Haar advocaat vroeg opschorting van de
betaling tot zou zijn beslist of de veroor
deelde in hooger beroep gjat.
Het interessante bij-element in deze kwes-
tie is, dat de postautoriteiten, toen 't meis
je betrapt was, haar hadden laten komen
en haar tot een bekentenis hadden pogen
te brengen door halve toezegging van
straffeloosheid op een wijze, die door de
politie als niet geheel toelaatbaar niet zou
zijn gebruikt.
Ter ierechtzitting legde de advocaat van
beklaagllc daarop zeer sterk den nadruk.
Daar zag zij in het zand van de kooi den
Jitxg liggen. Zonder eenig geluid was hij door
'de koperen traliën heengevlogen en even
zacht op den bodem van de kooi te land ge-
kómen. Kathe nam hem er uit en stak hem
in den zak zij had nu weer naar buiten
moeten gaan, om de koffie te halen, maar
zij kon er niet toe besluiten dit te doen, het
was haar of zij daar den dood tegemoet ging.
Zij bleef bij de tafel staan en hield zich, zon
der dat zij er iets mee te doen had, met de ka
narievogels bezig, terwijl mevrouw Urach,
met haar aangename, zachte stem, sprak
over Flora's uitzet en aan tante voorrekende,
wat, ten gevolge der gewichtige verandering,
nog zou moeten worden besteld de weduwe
Van den predikant moest er geen oogenblik
aan twijfelen, dat haar beroemde neef in de
schoone bankiersdochter feen vorstelijk huwe
lijk deed.
Kathe werd sneller van haren angst bevrijd
dan zij dacht. Eenige oogenblikken nadat
het tooneel in de gang was voorgevallen
kwam de dokter binnen en nu ging zij» toa-
der hem aan te zien, de kamer uit, De gaog
was ledig. Flora was zeker in den tuin. In ót
ning aan het zonderling tooneel een einde
had gemaakt.
Het werk in de keuken was spoedig ge
daan en terwijl de meid een schoon voor
schoot voordeed, om het blad binnen te
brengen, naderde Kathe het raam en bekeek
den ring, dien zij met een kloppend hart
uit den zak had gehaald,E. M. 1843"
stond aan den binnenkant Ernst Man-
gold het was dus de trouwring van Flora's
moeder.
Kathe was als verlamd door de lichtzin
nigheid waarmede Flora zich poogde te red
den en alle bezwaren te boven te komen.Die
schoone zuster was een dier vrouwennaturen,
die zich spoedig in eiken toestand thuis weten
te gevoelen, die bij eiken omkeer op de voe
ten terecht komen en, bij een volslagen op
zij schuiven van wat onaangename herinne
ring wekt, met een onverzettelijke stout
moedigheid de draden der intrige behendig
en gelukkig op andere wijs weer \yeten vast
te knoopen. En dit was de zuster voor wi?r
geestelijk overwicht, voor wier talent en
karakter zij ootmoedig het hoofd had ge
bogen
Hét kleine, onaanzienlijke zinnebeeld der
trouw, dat de moeder van Flora tot haren
dood toe had gedragen, was door het goo
chelspel der dochter ontwijd. Het brandde
Kathe in de vingers graag had zij het ver
van zich geslingerd, dat geen mensch het
ooit weer in handen kon krijgen, maar het
?f£ij ging de keuken uit naar buiten op de
trap voor het huis. Daar stond Flora bij de
heining en staarde in de verte. Zij keerde
den rug naar het huis en hield de armen over
de borst gekruist de zonnestralen lieten
door het kanten netje het haar als gouddraad
schitteren. De hond blafte onophoudelijk
tegen de vreemde gestalteen de kippen
liepen angstig over en langs den langen zijden
sleep op het gras.
Het gèblaf maakte de nadering van Kathe
onhoorbaar. Flora bemerkte haar niet, voor
zij vlak naast haar stond zij sprong op zij
en haar gelaat droeg het blijk van diepe ont
roering. Het was duidelijk, dat zij boos was
en bij het zien van Kathe schoot er een vu
rige vlam uit haar oog.
„Zijt gij daar al weer? Onhandig ding,
om daar in de gang te komen," riep zij Kathe
toe op een toon, als stond er niet een volwas
sene zuster voor haar, maar een kwaadwil
lig, ondeugend kind, dat een kastijding had
verdiend.
Kathe kon den bij haar opkomenden toorn
niet bedwingen zoo vroom en zoo zacht
moedig was zij niet, dat zij bij een slag op de
rechterwang ook de linker toe zou keeren.
„Ik breng u den ring." zei ze koel en stijf.
„Geef hiët!" Flora's gelaat helderde op,
driftig nam zij den kleinen ring uit Kathe's
hand en stak hem aan den vinger. „Ik ben
heel blij, dat hij er weer is, de weglooper.
't Was een kwaad teeken."
tot dezen ring vroeg Kathe, die van ver
ontwaardiging nauwelijks spreken kon.
„Wel, waarom niet Denkt gij dan, dat de
geestvolle menschen juist vrij blijven van bij
geloof? Napoleon I was zoo bijgêloovig als
een boerenkinkel, als gij dit soms niet wist,
klein ding en ik, ik geloof bepaald aan
voorteekens."
Zij zag Kathe daarbij zoo tartend aan, als
wilde zij met haren blik alle zelfstandige ge
dachten en alle lastige herinnering bij het
meisje met geweld ter neder drukken. Maar
Zij vergiste zich, zij stond voor een onver-
biddelijken waarheidszin en voor een hoofd
dat gloeide van drift. „Gij schijnt te verge
ten, dat gij gisterenavond niet alleen waart."
Flora stiet een toornigen lach uit. „Dat
heeft men er van, als.men zulk een jong ding
geen voetstap of tien op een afstand houdt.
Waarachtig, 't is de echte bakvischmanier,
Zich belangrijk en vertrouwelijk voor te doen,
alsof men ik weet niet wat wist. en dan weer
Zonder eenigen tact of gevoel, herinneringen,
onaangename herinneringen op te roepen,
die veel beter vergeten bleven. Heb ik straks
daar binnen niet duidelijk genoeg gezegd,
dat de gebeurtenis van gisteren mijn zenuw
gestel zoo had aangedaan, dat ik half waan
zinnig was en daarom niet verantwoordelijk
kan worden gesteld voor wat ik deed en
sprak Mijn Geve Kathe, ge hebt in uw on
uitputtelijke wijsheid plan mij te vertellen,
dat aan mijn verlovingsring geen voorbëdui-
vloed ligt, nietwaar, schat En weer uitte
Zij een korten, schamperen lach. En als ik
nu bij; alle hartstochtelijkheid en zinsver
bijstering, bij allen wrevel over een onrecht
vaardige, bevooroordeelde kritiek, die mij
zonder de minste verschooning, voor de voe
ten werd geworpen, toch een menschelijke
aandoening had gevoeld en mijn dierbaar
kleinood eens niet weggeworpen had Hebt
gij den ring hooren vallen, kind? Onmoge
lijk Want hier zit hij immers," zij draaide
den ring om den vinger, „hier zit hij, of
schoon hij een poging deed om mij te ver
laten
„Omdat hij u een beetje te wijd is. Gij
hebt dunnere vingers dan uw moeder,"
antwoordde Kathe op onver'oiddelijken toon
en sidderend van inwendige verontwaardi
ging-
Maar Flora sprong op haar toe met een
gebaar, of zij haar een stoot geven zou. „Ad
der, die gij zijtj" siste zij woedend tusschen
de tanden. „Van het oogenblik dat ik u voor
de eerste maal zag, heb ik.er een gevoel van
gehad, dat gij, met uw plompe, boersche
gestalte een leelijke schaduw op mijn levens
weg zoudt werpen. Wat vermeet gij u mij
te bespieden, en al mijn doen en laten na te
gaan Gij mij Zijn dat die prachtige grond
stellingen, die de „voortreffelijke juffrouw
Lucas" u heeft ingepompt
„Laat juffrouw Lucas buiten het spel,"
zei Kathe, tegenover dezen hartstochtelijken
1 '---1 moeeliik. ..Dat ik zoo denk
ding ik weet, dat ik die „prachtige grond
stellingen" van mijn braven vader heb geërfd;
zij zitten mij in het bloed ik veracht alle
komedie in den dagelij kschen omgang en
zou liever nooit weer spreken, dan een leu
gen goed te noemen. Zijt gij er tot nog toe
in geslaagd, uw omgeving met stoute onbe
schaamdheid zoo te overbluffen, dat zij, ook
al ziet zij dadelijk uw valsche spel, toch geen
woord durft te zeggen, bij mij zal u dit niet
gelukken, al ben ik ook nog zoo jong en nog
zoo onervaren. Ik laat mij i\jet van den weg
brengen ik heb soede ooven en een sterk
geheugen
„Dat zijn zeker krachtige gaven, waar een
ander menschenkind met fijner gevoel en
zachter aandoening de vlag voor dient te
strijken," riep Flora. Terwijl Kathe nog sprak
had zij meer dan eens, met spotachtigen l^ch
eeri gebaar gemaakt, of zij neen wilde gaan
en de brave bakvisch alleen laten zij had
de handen gebald, zich op de lippen gebeten,
meedoogenloos het spaarzame groen van
een ontluikende twijg geplukt maar ge
gaan was zij toch niet, en nu sprak zij op eens
zoo bedaard, of zij geen oogenblik haar
zelfbeheersching verloren had „Of gij
mij kunt begrijpen, kind," en zij haalde min
achtend de schouders op, „ik geloof het haast
niet. Gij houdt met kinderachtig geloof
vast aan den vervelenden maatstaf van uw
zoogenaamde zedeleer gij meet de zielen
J.iai';1 i.ir .lis de kr.n-i'1'' cllcw.iar, onver-