Indische Brieven. BUITENLAND Tweede Blad 23 Aiagnstias £923 KLATERGOUD. j. A. M. d. F. Het Fransche antwoord op de Engelsche nota; geen annexionistische bedoelingen in het Roergebied; Frankrijk tot overleg bereid. Engel sche persstemmen. De toestand in Duitschland. Russisch geld voor Duitsche communisten. Onder de Telegrammen: De Engelsche pers laat zich voorzichtig maar piet ongunstig uit over de Fransche nota. De Spanjaarden in Marokko. De Etna weerln werking? HET FRANSCHE ANTWOORD AAN ENGELAND. OEM. BERICHTEN. FEUILLETON XXVIII. Op een ochtend, dat ik een uurtje vrij "ad en de weg mij voerde langs het Volks- raadsgebouw, heb ik me weer eens gewaagd 111 's Lands vergaderzaal. Op iemand, die gewend is aan den aanblik, Welke de zaal van de Tweede Kamer in den Haag oplevert, maakt de lokaliteit van den Volksraad een ietwat vreemden indruk. Zooals wellicht enkele mijner lezers zul len weten, heeft men dit hooge college ge huisvest in het voormalige paleis van den Legercommandant, sinds deze zijn nieuwe oehuizinge kreeg te Bandoeng. Het volks raadsgebouw is daardoor komen te liggen •n het centrum van de stad en in een der gooiste militaire parken, welke ik ken, het Hertogspark. Met zijn breeden witten voor gevel, waarin, volgens oud-Indische ge woonte bij groote gebouwen naar Grieksch ntodel de zuilen-galerij een gelukkige toe- Passing heeft gevonden, met zijn marmeren trappen en vloeren, geplaatst in een omge ving van groote gazons en breed-uitgegroeide Waringin-boomen, heeft dit gebouw onge twijfeld een aanzien, waardig voor een „In disch parlement", Jammer genoeg past de laatste naam nog rtiet bij het college, dat tot heden nog geen meerdere bevoegdheid vermocht te verwer ven dan die van raadgevend, adviseerend politiek lichaam, van wier adviezen de Mi nister van Koloniën naar eigen goeddunken kan afwijken. En men weet dat hier maar al te goed het eigen goedvinden van dezen bewindsman komt heel vaak naar voren. De Volksraad heeft in het afgeloopen jaar beraadslaagd over de reorganisatieplannen Vervat in de voorstellen tot „Herziening van het beleid der Regeering in Nederlandsch Indië", volgens welke in de naaste toekomst een begin zal worden gemaakt met het Ver plaatsen van wettelijke bevoegdheden van flet Haagsche plein naar het Bataviasche nertogspark. We moeten echter afwachten hoe in Nederland de Minister en vooral de Volks vertegenwoordiging er over denken. En hoever men daar zal willen gaan met deze poli tieke machts-verplaatsing. De onmachts-positie van den huidigen Volksraad heeft dit college den spotnaam bezorgd van „blikken parlement". Deze naam is waarlijk spottend, doch even- Zeer spottend waar. Er is inderdaad zeer veel, dat we in Indië «uit 't blik" krijgen. Europeesche vruchten groenten, vleezen eten we „uit 't blik". Doch niet slechts ons lichamelijk voedsel krijgen we geconserveerd ter consumptie, ook ons geestelijk voedsel wordt ons veel vuldig „uit 't blik" opgediend. Onze sociale hervormingen hebben maar al te vaak een bedenkelijken bliksmaak. Het is „import-waar", ziedaar. Het wil zeggen, dat deze dingen niet uit den Indischen bodem zijn opgegroeid, en daarom zoo slecht gedijen. Zoo staat het feitelijk ook met onze poli tieke instituten. Men heeft er te veel blikwerk van gemaakt, in tweevoudige beteekenis. De import van het Westersche politieke systeem is een bedenkelijk experiment, Volksvertegenwoordiging op den grondslag van het inaividueele kiesrecht kan eigenlijk weinig passend worden geacht in een Oos- tersch land, vooral in eene koloniale samen leving. En het experiment wordt des te be denkelijker, waar dit politieke systeem in Europa bezig is buiten de maatschappelijke constructie, of zoo men wil, her-constructie te geraken. En velen vragen zich afmoet Indië daarmede gelukkig worden gemaakt? Intusschen het dient erkend nie mand weet momenteel iets anders te be denken, dat evenzeer aan de groeiende poli tieke aspiraties voldoet, en beter dan het huidig gebruikte de politieke ontwikkeling jezer landen dienstig kan maken voor den jtoffelijken en geestelijken vooruitgang hun- jter bewoners. Het zou zeker af te keuren zijn, indien Iemand op grond van de hierboven genoem de principieele overwegingen de taktiek van „non-coöperation" ging toepassen, We heb ben natuurlijk de middelen te gebruiken, welke ons ten dienste staan; en te doen, wat we in deze omstandigheden kunnen. Zeker kan dit gezegd worden de Volks raadsleden werken met ernst. Het moge dwaas lijken de geheele parle mentaire werkmethode, met afdeelings-on- derzoek en openbare behandeling, met Re- geerings-toelichting, afdeelingsverslag en me morie van antwoord, gebruikt te zien bij onze blikken-politiek het moge zielig zijn te bedenken, dat al dat werk niets kan tot stand brengen, een ander kan het in een hand-omdraaien onderste-boven werpen de volksraad zooals hij nu is, gedraagt zich in menig opzicht waardiger dan vele „echte" parlementen. j Ik sprak laatst een zeer bekend volks- raadslid, die naar hij mij mededeelde j groote kans heeft op een der Candida ten- lijsten voor de eerstvolgende Tweede-Ka- mer-verkiezingen een goede plaats te krijgen. Deze verklaarde mij, dat hij niet zonder j grooten spijt zijn Volksraads-werkzaamhe- den zou wisselen tegen den Tweede-Kamer- arbeid in Nederland. Om een enkel voorbeeld te noemen ab- sentëisme is in den volksraad een weinig ontwikkeld kwaad. Men behoeft slechts de cijfers der stemmingen na te gaan om te concludeeren, dat de allermeeste leden ge regeld aanwezig zijn. De indruk welke men opdoet bij-het bin nentreden van de vergaderzaal, is zeer ver schillend van die welke men ontvangt in het Tweede-Kamer-gebouw te 's Graven- hage. De zaal is vooreerst veel kleiner, ze behoeft slechts plaats te bieden voor 39 leden. De muren zijn geheel wit, waartegen de keurige djati-houten meubileering prettig afsteekt, het groote bovenlicht in het witte plafond werpt een stemmig licht over de geheele zaal. De inrichting is ongeveer dezelfde. De zetel van den Landvoogd staat op een verhooging, welke geplaatst is in een der lengte-zijden van de zaal. Daartegenover plaatst zich de 'Voorzitter. Evenals jn de Nederlandsche Tweede Kamer zijn de zitplaatsen der leden links en rechts van den Voorzitter opgesteld. In de midden-ruimte zitten de stenographen. De Regeerings-banken zijn echter ge plaatst aan weerszijden van den landvoog delijken zetel. De publieke en gereserveerde tribune's zijn in de breedte-zijden van de zaai ge plaatst, doch slechts in tegenstelling met wat men in Nederland ziet op geringe hoogte boven de zaal aangebracht. Er is dus hier geen aanleiding om op de leden neer te zien. Deze bouw geeft integendeel gelegenheid om bekenden onder de Volkraadsleden de hand te drukken, en over de balustrade heen een praatje met hen te maken. Men doet hier wat gemoedelijker. Een aardig voorval speelde zich eenigen tijd geleden af, toen de leerlingen van de hoogste klassen der H.B.S. onder leiding van den leeraar voor Staats-inrichting een bezoek brachten aan den Volksraad en daar een tijdje plaats namen op de publieke tri bune, In hoeverre de meisjes bijzondere interesse hadden voor het politieke gedoe, weet ik niet, in ieder geval zaten ze op de voorste rijen. Nu geviel het, dat de zitting geschorst moest worden, doordat het geknetter van een tropische regenbui de sprekers belette zich verstaanbaar te maken. De jongelui kre gen dus een geheele poos niets te zien, al thans niets wat op politieke werkzaamheid duidde. De Voorzitter, Mr. Dr. Schumann, kwiek van geest als immer, wist onmiddellijk iets te vinden, wat de situatie redde hij zond een „oppas" inlandsch bureau-bediende er op uit, en tot blijde verrassing van de H.B. S.-jeugd, werden hen namens den Voor zitter Haagsche hopjeS gepresenteerd. „Uit 't blik" natuurlijk. Doch het, scheelde weinig of dezen Voor zitter was van af de publieke tribune een ovatie gebracht. Sindsdien is de Volksraad te Batavia bij de „spes patriae" populair. En ik vraag kan men dat in den Haag ook zeggen? Het Fransche antwoord, bevat een alge- Jrveene synthetische uiteenzetting van de positie van Frankrijk," die naar de regeering meent, de elementen voor een praktische oplossing bevat. De regeering van de Re publiek, aldus wordt er in de uiteenzetting gezegd, heeft er nooit aan gedacht om in het vraagstuk der vergoeding, dat slechts opgelost kan worden wanneer men de be langen van Europa in het oog houdt, een zelfzuchtige politiek 'te voeren. Zij heeft steeds ernstig rekening gehouden met de malaise, waarmede sommige bondgenooten te kampen hebben, bijv. Engeland met zijn werkloosheid. De uiteenzetting volgt stap voor stap de lange reeks concessies, die er aan Duitsch land zijn toegestaan vóór en gedurende de vaststelling van zijn schuld door de Commis sie van Herstel, welke concessies slechts opnieuw in gebreke blijven van Duitschland ten gevolge hadden. Tot aan het eind van 1922 heeft Duitsch land niet opgehouden zijn financieelen, eco- nomischen en monetairen toestand slechter te rtiaken. Het heeft niets gedaan om het evenwicht in zijn inanciën ie herstellen en hield de prijzen van het vervoer lager dan ergens anders. Het heeft het aantal en de bezoldiging der ambtenaren verhoogd, deed laakbaar in de belastingheffing en verleende allerlei privilegiën aan de groote industriec- len en reeders. Het bouwde een koopvaar dijvloot, die thans concurreert met de Ame- rikaansch'e, de Engelsche en Fransche vloot. Het deed kanalen graven, breidde de tele foonnetten uit en ondernam allerlei werken, die Frankrijk gedwongen was uit te stellen. Onder deze omstandigheden heelt Frank rijk, dat zijn voornemen om onderpanden te nemen had aangekondigd, in het begin van 1923 besloten de Roer te bezetten. Het heeft de Roer bezet omdat Duitschland ge durende drie jaar geen enkele van zijn ver plichtingen nakwam en de Commissie v.in Herstel heeft Frankrijk nadrukkelijk het recht om te handelen toegekend. De wet tigheid van duze operatie, die Engeland thans betwist, wordt door den tekst van verklaringen der bondgenooten, 't zij afzon derlijk, 't zij gezamenlijk erkend, in het bijzonder door het protocol van Spa van Juli 1920, waaruit een volkomen overeen stemming van Frankrijk eft Engeland blijkt ten opzichte van de interpretatie van de paragrafen 17 en 18 van aanhangsel 2 van het vredesverdrag; voorts door de verkla ring van Londen van Maart 1921; door de besluiten van den Oppersten Raad van Mei 1921, Het ultimatum van 5 Mei heeft de be zetting van de Roer aangekondigd, niet slechts voor het geval, dat Duitschland de door de Commissie van Herstel voorge schreven verplichtingen niet zou aanvaard hebben, maar ook voor het geval, dat die verplichtingen op een of ander oogenblik niet verwezenlijkt zou hebben. De Duitsche minister van buitenlandsche za'ken heeft dat den 9en Mei 1921 zelf erkend in een parle mentair document, dat hij aan de pers heeft meegedeeld. Hoe het zij, in strijd met de bepalingen van het vredesverdrag gaat de Duitsche re geering voor de Roer-bezetting te be schouwen als een daad van vijandschap en heeft ons tegenstand geboden, dien het lijde lijk noemt, makr die actief is en hevig. Dit verzet kwam niet van de bevolking in het Roergebied, nog minder van die uit het Rijnland, maar uit zekere industrieele krki- gen en uit Berlijn. Het was dus billijk, dat Frankrijk tegenover zulke feiten het staken van het „lijdelijk" verzet als voorwaarde beschouwde voor nieuwe besprekingen met Duitschland.S Het lijdelqïc verzet is niet slechts in strijd met het vredesverdrag, maar ook met de ware belangen van Duitschland, want het kost veel meer dan de stipte nakooming zijner verplichtingen. De Fransche regeering wenscht dus dat het ophoude en zij is, naar zij reeds eerder aan de Engelsche regeering heeft meegedeeld, bereid om als het lijde lijk, verzet wordt gestaakt, den aard der Roerbezetting te wijzigen en het Roerge bied geleidelijk te ontruimen naar gelang Duitschland zich van zijn verplichtingen kwijt. Laten wij aldus de nota nog eens herhalen, dal wij niet langer aan de Roer wenschen te blijven dan noodig is en er noch politieke noch annexionistische oogmerken koesteren. Het tijdperk, waarin Duitschland zich van zijn verplichtingen kan kwijteiï, hangt gé- heel van zijn eigen wil af. Men behoeft slechts na te gaan, hoe snel Oostenrijk, in weerwil van zijn kleine uitgestrektheid en zijn beperkt ekonomisch vermogen, het klaar heeft gespeeld om zijn productie en krediet weer op peil te brengen, om zich er rekenschap van te geven dat een land dat zoo sterk is uitgerust als Duitschland, datzelfde zal kunnen doen als het maar wil. Van Frankrijk te eischen om anders te handelen zou neerkomen op gelijk geven aan Duitschland. Daarop zouden toepasselijk zijn de woorden, die Lloyd George op 31 Maart 1921 in den Oppersten Raad uitsprak: „In dat geval zouden de pverwinnaars de kosten van de nederlaag dragen en de overwonnene de vruchten der overwinning oogsten." Het is niet waar dat de Franscha eischen zoo zwaar zijn, dat ze Duitschland? zouden verpletteren en verre boven zijn draagkracht uitgaan. Sedert lang stelt Frankrijk zijn bondgenooten een zeer eenvoudig program voor, dat blijft binnen het kader van den betalingsstaat van Londen en in het kort hierop neerkomt; Frankrijk vraagt zijn bond genooten handhaving van de 26 milliard goud mark in A en B-obligaties en het in C-obligatiy^ de som voor te behouden ,die van Frankrijk geëischt zou worden als schuld aan de bondgenooten. De staat van betaling waarborgde Frankrijk die twee rechten. Het heeft enorme sommen op, rekening van Duitschland voorgeschoten. Frankrijk kan zijft herstellingswerk niet afbreken, onbepaald voortzetten op eigen kosten. Aan den anderen kant heeft Frankrijk nooit de schulden ontkend, die het gedurende den oorlog in het belang van de gemeenschappe lijke overwinning heeft aangegaan. Het is trouwens schukleischer van Duitschlannd voor vijf ,of zes milliard goud mark, die het aan somige bondgenooten heeft voorgescho ten. Kunnen echter de bondgenooten elkaar oorlogskosten terugvragen vóór Duitschland betaald heeft? De commissie van herstel heeft het totale bedrag van Duitschlands verplichtingen vastgesteld en daarop kan niet teruggekomen worden. Slechts met een stemmige goedkeuring der bondgenooten zou het vastgestelde bedrag herzien kunnen worden. Daartegenover moet_ de betalings capaciteit van Duitschland periodiek geschat worden, opdat de aflossingen in verband met de omstandigheden gewijzigd kunnen worden. Tot die wijzigingen is bij meerder heid van stemmen besloten. ENGELSCHE PERSSTEMMEN. De Engelsche pers maakt melding van de praatjes, die uit half-officieele bron te Parijs komen, doch beperkt zich overigens vrijwel tot voorspellingen omtrent den in houd van de nota van Poincaré. De groote- nadruk wordt gelegd op de mogelijkheid een er overbrugging van de hangende geschillen door onderhandelingen, waarbij dan het vraagstuk, wat intusschen in Duitschland kan gebeuren wordt verwaar loosd,. In dien zin, zegt de Parijsohe corres pondent van de Daily Telegraph, zou de nota volgens officieele uitlatingen van de Quai d'Orsay de elementen voor een op lossing bevatten. De correspondent van de Daily News te Parijs zegt, dat men mag ver wachten dat de nota de deur voor onder handelingen ietwat wijder zal openen. Volgens de Westminster Gazette is: het voornaamste gedeelte in de nota van Parijs dat, hetwelk aantoont dat de kloof in de Engelsch-Franscbe politiek niet onover komelijk is. In een hoofdartikel zegt de financial Times, dat de nota hoewel ze niet veel op bouwende voorstellen aam de hand doet, de deur voor verdere onderhandelingen toch wijd open houdt. De Morning Post zegt dat Poincaré stijf vast houdt aan hetgeen hij in het belang van Europa en Frankrijk acht. De hoogste macht bekleedend in een staat, dat de lei ding heeft, heeft hij zijn politiek afgebakend en is vast besloten die door te zetten. Frankrijk heeft de middelen hm dat te doen en op de lange baan heeft die politiek het meeste succes die het eindresultaat onder geschikt maakt aan de middelen, want nog heden bestaan de tastbaarste argumenten in bataljons De Manchester Guardian meent dat de voordeden van het openlijk zich uitspreken door Baldwin zich afteekenen in de rede voering door Poincaré te Charleville gehou den, die in groote lijnen het Fransche ant woord aangaf. De verandering is eerder for meel dan materieel maar de vorm waarin de stof gegoten is, geeft geen reden tot wan hoop. Frankrijk beseft, dat het onmogelijk is de Engelsche inzichten te ignoreeren en de bedoelingen van Engeland te misvatten. De Engelsche nota beeft tenminste de ver vulling van het plan tot stichting van een onafhankelijk Rijnland onwaarschijnlijk ge maakt. Het blad meent ~uit de rede iets nieuws te mogen opmaken, n.l. dat het Fran sche besef voor zich zdf een zelfrechtvaar diging noodig heeft en het verlangen dat ge toond wordt om de Fransche. politiek in een licht te stellen dat haar voor de openbare meening der wereld aannemelijk maakt. Agescheiden van de pers, is er een was sende neiging merkbaar om de waarde van de entente te toetsen als een artikel van politieke gezindheid. De Entente-bondge nootschappen zijn producten van tijdelijke omstandigheden 'hoofdzakelijk bestaande in een gemeenschap van belangen en met de wijziging der omstandigheden en een kente ring in de belangen, zooals in die van Frank rijk en Engeland zijn gekomen op het punt van velerlei vraagstukken, zijn zij onwerke lijk geworden, en de verklaringen dat alles in orde is leidien niemand om den tuin. Het denkbeeld wint veld, dat de. tijd is gekomen, om afstand te doen van voorwendsels van vriendschap en de werkelijkheid onder de oogen te zien. De propaganda van de Morning Post en de Daily Mail dat Enigeland wanhopig is al leen bij het denkbeeld van een breuk met Frankrijk is eenvoudig niet waar. De arbei ders, werkers, bankiers en kooplieden verlan gen dat in Europa het evenwicht en de welvaart wordt hersteld, waarvoor de Fran sche politiek een bezwaar vormt. - De eerste minister die naar buiten is ge weest komt heden te Londen térilg, om met de overige aanwezige ministers het Fransche antwoord na te gaan. Intuschen wordt over den inhoud daarvan officieel niets losge laten. De nota is gisteravond laat op het ministerie van buitenlandsche zaken ont vangen. De niet-officieele meening heeft tot dus ver nog geen gelegenheid gehad zich te uiten, daar slechts zeer korte uittreksels de bladen hebben bereikt. Vooruitloopende op den inhoud van de nota, zegt de Times, dat Engeland zeker iedere aanwijzing met vreugde zou begroe ten, dat Frankrijk bereid is zijn houding in zake de bezetting van de Roer en 'net vraagstuk van de vergoedingen te wijzigen en Engeland is bereid devoornaamste fi- nancieele kwesties, die zich voordoen, te bespreken. Er bestaat in Engeland geen verlangen om met Frankrijk te breken. De bereidwil ligheid van de zijde der Fransche regeering om te traübten tot een vergelijk te komen en de samenwerking met Engeland te be waren zou toornen, dat de rondborsite taal van de laatste Engelsche nota de meest be vredigende uitwerking heeft gehad. Wij kunnen, zegt het blad, polemieken van minder belang over ons hoofd laten gaan, wanneer slechts de mogelijkheid betaat, dat een gezamenlijke practische oplossing van de noodkwestie kan worden gevonden. Wat wij. willen .is een regeling en niet een korte triomf in een debat van woorden. Het Fransche antwoord zal met de grootste zorg worden ontleed en met den oprechten wensch om een werkelijk .aanknooptingspunt t* vinden voor de samenwerking met ónze geallieerden om uit. de krisis te geraken, die werkelijk ondragelijk is geworden. Het moet echter een deugdelijk aanknoopings- punt zijn. De ondervinding van de laatste jaren heeft diep wantrouwen gezaaid tegen alle oplossingen, die nielt door en door .af doend zijn en die niet ten volle rekening houden met de fundamenteele en vitale be langen der natie. Het Belgische antwoord wordt in de eerstvolgende dagen verwacht. Het is noo dig, dat de Engelsche regeering beide nota's zorgvuldig bestudeert, voor zij kan komen tot een juiste schatting van den vooruitgang, die gemaakt is als gevolg van de gewisselde nota's. EEN DUITSCHE PÈRSSTEM. De Frankf. Ztg. schrijft naar aanleiding van de overhandiging der Fransche nota Je Lctnden: Wij moeten wachten p| de nota in zake het lijdelijk verzet iets nipuws bevat. Zoolang de Fransche regeering daaromtrent geen blaren wijn schenkt en een oplossing mogelijk maakt, waarmede Duitschland kan instemmen zal men niet over bet doode punt heenkomen. 9 FRANKRIJK EN HET HERSTEL. De bladen geven beschouwingen over de herstélkwestie. De Gaulois schrijft Van Duitschland wordt, op het oogenblik althans niet meer dan 50 milliard geëischt, waarvan een gedeelte te betalen in natura. Wij zijn dus reeds ver af van de 132 milliard, die werkelijk verschuldigd zijn door Duitschland. Daarom lijkt het ook onbegrijpelijk, dat men niet tot overeenstemming zou komen. Poin caré heeft thans de deur wijd geopend voor besprekingen, die logisch tot een schikking zouden moeten leiden." DE TOESTAND IN DUITSCHLAND. Uit verschillende aanwijzingen blijkt, dat het kabinet-Stresemann door kracht zal trachten goed te maken, wat Cuno uit ge brek aan doortastendheid en wellicht ook uit gebrek aan steun der volksvertegen woordiging heeft nagelaten. Naar verluidt zal de nieuwe regeering een scherp onder zoek instellen naar den omvang van het be zit aan buitenlandsche betaalmiddelen der handels-, industrieele en bankwereld, ook wat betreft de deposito's in het buitenland, teneinde voldoende „goudwaardig" geld ter beschikking der regeering te krijgen oin zoodoende de mark te kunnen stabilisee- ren. Hiertoe is echter in de eerste plaats noodig, dat er verandering wordtV gebracht in het bestuur van de Rijksbank. Merkwaardig is inmiddels, dat zoodra Duitschland na langen tijd weder een krachtige persoonlijkheid aan het roer heeft er onmiddellijk protesten komen te gen de „dictatoriale" neigingen van Strese- mann. De oud-minister StegerwaW, thans voor zitter van den Katholieken vakvereeni- gingsbond heeft zich tot tolk gemaakt van die vrees, door er op te wijzen, dat het kabinet-Cuno volstrekt niet zonder ver diensten was, getuige de jongste nota door Engeland aan Frankrijk gezonden, die on denkbaar was geweest, als niet het beleid van Cuno in die richting^ den stoot had ge geven. Cuno heeft de financieele maatrege len, die thans genomen worden evenzeer gewild, doch ze niet kunnen door' zetten, omdat de Rijksdag hem niet voldoende steunde. Thans heeft Stresemann dien steun wel en hij moet zien hem te behou den, want anders zou hij moeten overgaan tot een dictatuur teneinde hetzelfde te be reiken en aan het welslagen eener dicto- riale regéering gelooven thans alleen nog enkele utopisten, daar in dat geval een „krach" en pogingen tot omwenteling van den kant der uiterste groepen niet zullen uitblijven. Naar de Vorwarts meedeelt heeft de Ne derlandsche socialist Oudegeest Maandag als vertegenwoordiger van het Int. Verbond van Vakvereenigingen te Berlijn vertoefd, waar hij met het socialistische partijbestuur en de socialistische rijksministers bespre kingen heeft gehouden over den economi- schén en politieken toestand in Duitsch land. Het I. V. V. zal zich in de eerstvol gende dagen met de resultaten van deze besprekingen bezighouden. DE COMMUNISTISCHE BEWEGING IN DUITSCHLAND. Het bericht, dat uit Moskou een milliocn gouden marken ter beschikking der Duit sche communisten is gesteld, ter verdee ling door de communistische bedrijfsraden, wordt te Berlijn niet slechts beschouwd als een nieuw bewijs hoe de beweging wordt gefinancierd, doch ook als een teeken, dat het communistische partijbestuur in de öogen van Moskou heeft afgedaan. Natuur lijk is dit te wijten aan het aflasten der al- gemeene betoogingen, die onlangs hadden moeten plaats hebben, doch afgewimpeld werden toen de regeering uitgebreide maat regelen ter verhindering bleek te hebben genomen. Vermoedelijk zullen de vertegen woordigers der bedrijfsraden als uitvoer ders der bevelen uit Moskou optreden, nu het communistische partijbestuur „te slap" is gebleken. Inmiddels zal begin September een algemeen congres dier bedrijfsraden, zoo mogelijk met buitenlanders versterkt, te Berlijn plaats hebben. In dien tusschen- tijd is er in een der oostelijke voorsteden van Berlijn reeds een geheime vergadering gehouden, waarin is besloten op 2 Septem- 'ber (Sedandag) groote betoogingen te orga- niseeren. UIT HET BEZETTE GEBIED. De mijndirecties gaan voort met stopzet ting der bedrijven als verweer tegen com munistische daden van sabotage. Tot dus ver zijn 25 mijnpn stopgezet. DE WERKLOOSHEID IN ENGELAND. Het aantal werkloozen is in de laatste week in Engeland ietwat grooter geworden en op 13 Augustus bedroeg het aantal inge schreven personen die geheel zonder werk zijn 1,211,900. GEWELDIGE AARDBEVING. Een bericht uit Teheran van Maandag ver meldt dat in de buurt van Boejnoerd, in de provincie Khorassan, verscheiden dorpen door een aardbeving zijn vernield. Er zijn vele dooden en ook heel wat vee is omge komen. In een tijdsverloop van 24 uur waren bij Toerbat-i-Haidari vijf zware schokken ge voeld. De inwoners zijn door een paniek bevangen. Ook overstroomingen hebben veel schade toegebracht en slachtoffers gemaakt. Verleden jaar op 18 Juli is in Frankrijk de wet van kracht geworden, volgens welke er voor het bezoeken van museums en mo numenten van den staat een toegangsprijs geheven wordt en voorts een belasting van hen, die in de musea schilderen, teekencn of fotografeeren willen. Van 18 Juli tot 31 December van hét afgeloopen jaar hebben de gtaatsmuseums aan toegangsprijzen en be lastingen 790.808 frank opgebracht. Het tweede ongeluk met een toeristen- auto in Zuid-Frankrijk, enkele dagen na dat bij St. Sauveur, dat aan zoovele Nederland sche toeristen het leven heeft gekost, is in zijn omvang iets minder verschrikkelijk dan het eerste. Zes menschen, een bericht van Dinsdag heeft het gemeld, zijn omgekomen en de diepte van de kloof, waar de reus achtige auto-bus in neergedonderd is, be draagt twintig meter. Het ongeluk heeft plaats gehad op vijf kilometer afstand van Guillaumes, bij de brug van Pamiers. De auto was de brug gepasseerd toen een van de wielen van den wagen in een wagenspoor kwam. Om het wiel te bevrijden versnelde de bestuurder de vaart van den wagen en stuurde den wagen met korte en plotselinge draaien van rechts naar links. Het wiel kwam vrij, maar zoo plotseling, dat het achtergedeelte van den wagen met kracht met den rotswand lans den eenen kant van den weg in aanraking kWara. Door den schok werd een reiziger, die zich pas te Guillaumes bij de uit Nice komende toeristen gevoegd had, van den wagen geslingerd. Toen hij op stond, half verdoofd van zijn. val, was de auto-bus in de diepte verdwenen, waarin hij onderst boven neerkwam. Alle toeristen zijn tijdens den va! uit den wagen geslingerd, waaraan zij het te danken hebben, dat ze niet onder het gevaarte verpletterd zijn. Men veronderstelt, dat de a.uto-bus na de bot sing met de rots scheef over den weg is komen te staan en tengevolge van de sterko helling van den weg in den afgrond gegle den is. Van de achttien gekwetsten verkeeren ef vier in hoogst zorgwekkenden toestand. In een van de groote bioscopen te Parijs, naast de Opéra-oomique, werd een film vertoond, die den titel droeg: „de ge- boorte van een natie". De film behelsde pisodes uit den successie-oorlog tusschen di staten uit het noorden en het zuiden val Amerika. De vertooning van de film is nü verboden omdat zij geacht wordt onaange naam te zijn voor menschen met een don, kere huidskleur. George Lill is dood. Buiten Engeland een onbekende grootheid, behoorde hij in Engeland zelf tot de celebriteiten, althan# bij de zeer talrijke schare van Heden, dia belangstellen in de paardenrennen. Lill was n.l. bookmaker. Hij is op 75-jarigen leeftijd gestorven en had 54 maal de Derby-rennen gezien waarvan de meeste malen in zijn qualiteit van bookmaker. Nog meer vermaard dan Lill zelf was zijn opmerkelijke hooge hoed. Deze hoed zal Bij den doode in de kist worden gelegd, evenals de geldtasch, die hij als bookmaker placht te gebruiken. Volgens het algemeen rapport van het Zweedsche Roode Kruis aan het internatio naal congres te Genève kan Zweden in tijd van oorlog 47 oorlogshospitalen met 8500 bedden organiseeren en heeft het in het ge heel 19000 bedden ter beschikking. Men kan de verzorging op zich nemen van 10.000 herstellenden. In de rampzalige jaren van den oorlog heeft Zweden 35 millioen kronen verzonden aan het internationale comité ter steunverleening. Een koninklijk besluit, gedagteekend 16 Aug. en gisterenmorgen gepubliceerd, geeft een nieuw stelsel aan voor samenwerking tusschen de autoriteiten van leger en viool in Zweden. Een permanente raad van ver dediging wordt ingesteld onder voorzitter schap van den minister van verdediging. Deze commissie moet ten minste eenmaal per jaar vergaderen. Zij zal bestaan uit den opperbevelhebber van bet leger, den vice- admiraal van de koninklijke marine, den chef van de marinestaf en den chef van den mi litairen genefalen staf. Zij zal zich bezig houden met de voornaamste aangelegenhe den betreffende de nationale verdediging, alsook met zaken van militairen en politie ken aard en kwesties, die zich voordoen op het gebied van internationale wetgeving. De leider van het ministerie van oorlog en die van het departement van marine zullen .an de beraadslagingen deelnemen, voor zoo ver de omstandigheden dat noodig maken. De premier, de minister van buitenlandsche zaken en de minister van financiën zulle# aan de beraadslagingen deelnemen in zqken die de samenwerking tusschen de politieke en militaire leiding van den staat raken en ten doel hebben de noodige overeenstem ming te verzekeren bij maatregelen, die de handhaving van de neutraliteit beoogen onr der dreigende omstandigheden en de voor bereiding van maatregelen voor de verdedi ging van het land. Vertegenwoordigers van verschillende vrije beroepen hebben te Berlijn een bijeen komst gehouden waarin is besloten over Ie gaan tot de stichting eener steunorganisatie voor den intellectueelen middenstand, die met den ondergang wordt bedreigd. De voorziter van hot comité, het Rijksdaglid Iv.erleng, zal héden een onderhoud hebben met den rijkskanselier. Sinds geruimen tijd zeker al een jaar of drie ontvingen ingezetenen te Croydon (Londen) brieven en briefkaarten met onbetamelijke taal. Meestal kwamen die brieven en kaarten uit een zelfde post- ons. Deze werd nu zorgvuldig in het oog gehouden. Bovendien had een detective, die al lang in de zaak ge mengd was door de postautoriteiten, een paar personen onder observatie, van wie vermoed werd, dat zij de hand in het spel konden hebben. De meeste verdenking be stond tegen een juffrouw Cecilia Giles, die echter zelf ook af en toe onbehoorlijke brieven en briefkaarten ontving. Nu onlangs zag de detective, die mej. Giles hewaakte, haar iets wits in een bepaalde brievenbus stoppen. Even daarna wierp hij zelf in die bus een courant, op een zoo danige manier, dat die courant opengevou wen zou komen te leggen boven wat er juist te voren in de bus was gegooid. Toen ging hij een postbeambte waarschuwen en de bus werd opengemaakt. Het bleek dat in de bus acht briefkaarten met smerige praat aanwezig waren. Daarop lag de openge vallen courant en weer daarop een brief, vjn welke de herkomst (hij was niet van mei. Giles) echter is gebleken. Van de acht brief kaarten waren er enkele gericht aan den heer, bij wien mej. Giles in dienst was, en één aan haar zelf (maar bij haar werkgever geadresseerd). Het schrift op de briefkaar ten was klaarblijkelijk verdraaid. De zaak is nu voor geweest en het meisje, dat met klem ontkende schuldig te zijn, werd schuldig verklaard en tot een boete met kosten veroordeeld. Haar advocaat vroeg opschorting van de betaling tot zou zijn beslist of de veroor deelde in hooger beroep gjat. Het interessante bij-element in deze kwes- tie is, dat de postautoriteiten, toen 't meis je betrapt was, haar hadden laten komen en haar tot een bekentenis hadden pogen te brengen door halve toezegging van straffeloosheid op een wijze, die door de politie als niet geheel toelaatbaar niet zou zijn gebruikt. Ter ierechtzitting legde de advocaat van beklaagllc daarop zeer sterk den nadruk. Daar zag zij in het zand van de kooi den Jitxg liggen. Zonder eenig geluid was hij door 'de koperen traliën heengevlogen en even zacht op den bodem van de kooi te land ge- kómen. Kathe nam hem er uit en stak hem in den zak zij had nu weer naar buiten moeten gaan, om de koffie te halen, maar zij kon er niet toe besluiten dit te doen, het was haar of zij daar den dood tegemoet ging. Zij bleef bij de tafel staan en hield zich, zon der dat zij er iets mee te doen had, met de ka narievogels bezig, terwijl mevrouw Urach, met haar aangename, zachte stem, sprak over Flora's uitzet en aan tante voorrekende, wat, ten gevolge der gewichtige verandering, nog zou moeten worden besteld de weduwe Van den predikant moest er geen oogenblik aan twijfelen, dat haar beroemde neef in de schoone bankiersdochter feen vorstelijk huwe lijk deed. Kathe werd sneller van haren angst bevrijd dan zij dacht. Eenige oogenblikken nadat het tooneel in de gang was voorgevallen kwam de dokter binnen en nu ging zij» toa- der hem aan te zien, de kamer uit, De gaog was ledig. Flora was zeker in den tuin. In ót ning aan het zonderling tooneel een einde had gemaakt. Het werk in de keuken was spoedig ge daan en terwijl de meid een schoon voor schoot voordeed, om het blad binnen te brengen, naderde Kathe het raam en bekeek den ring, dien zij met een kloppend hart uit den zak had gehaald,E. M. 1843" stond aan den binnenkant Ernst Man- gold het was dus de trouwring van Flora's moeder. Kathe was als verlamd door de lichtzin nigheid waarmede Flora zich poogde te red den en alle bezwaren te boven te komen.Die schoone zuster was een dier vrouwennaturen, die zich spoedig in eiken toestand thuis weten te gevoelen, die bij eiken omkeer op de voe ten terecht komen en, bij een volslagen op zij schuiven van wat onaangename herinne ring wekt, met een onverzettelijke stout moedigheid de draden der intrige behendig en gelukkig op andere wijs weer \yeten vast te knoopen. En dit was de zuster voor wi?r geestelijk overwicht, voor wier talent en karakter zij ootmoedig het hoofd had ge bogen Hét kleine, onaanzienlijke zinnebeeld der trouw, dat de moeder van Flora tot haren dood toe had gedragen, was door het goo chelspel der dochter ontwijd. Het brandde Kathe in de vingers graag had zij het ver van zich geslingerd, dat geen mensch het ooit weer in handen kon krijgen, maar het ?f£ij ging de keuken uit naar buiten op de trap voor het huis. Daar stond Flora bij de heining en staarde in de verte. Zij keerde den rug naar het huis en hield de armen over de borst gekruist de zonnestralen lieten door het kanten netje het haar als gouddraad schitteren. De hond blafte onophoudelijk tegen de vreemde gestalteen de kippen liepen angstig over en langs den langen zijden sleep op het gras. Het gèblaf maakte de nadering van Kathe onhoorbaar. Flora bemerkte haar niet, voor zij vlak naast haar stond zij sprong op zij en haar gelaat droeg het blijk van diepe ont roering. Het was duidelijk, dat zij boos was en bij het zien van Kathe schoot er een vu rige vlam uit haar oog. „Zijt gij daar al weer? Onhandig ding, om daar in de gang te komen," riep zij Kathe toe op een toon, als stond er niet een volwas sene zuster voor haar, maar een kwaadwil lig, ondeugend kind, dat een kastijding had verdiend. Kathe kon den bij haar opkomenden toorn niet bedwingen zoo vroom en zoo zacht moedig was zij niet, dat zij bij een slag op de rechterwang ook de linker toe zou keeren. „Ik breng u den ring." zei ze koel en stijf. „Geef hiët!" Flora's gelaat helderde op, driftig nam zij den kleinen ring uit Kathe's hand en stak hem aan den vinger. „Ik ben heel blij, dat hij er weer is, de weglooper. 't Was een kwaad teeken." tot dezen ring vroeg Kathe, die van ver ontwaardiging nauwelijks spreken kon. „Wel, waarom niet Denkt gij dan, dat de geestvolle menschen juist vrij blijven van bij geloof? Napoleon I was zoo bijgêloovig als een boerenkinkel, als gij dit soms niet wist, klein ding en ik, ik geloof bepaald aan voorteekens." Zij zag Kathe daarbij zoo tartend aan, als wilde zij met haren blik alle zelfstandige ge dachten en alle lastige herinnering bij het meisje met geweld ter neder drukken. Maar Zij vergiste zich, zij stond voor een onver- biddelijken waarheidszin en voor een hoofd dat gloeide van drift. „Gij schijnt te verge ten, dat gij gisterenavond niet alleen waart." Flora stiet een toornigen lach uit. „Dat heeft men er van, als.men zulk een jong ding geen voetstap of tien op een afstand houdt. Waarachtig, 't is de echte bakvischmanier, Zich belangrijk en vertrouwelijk voor te doen, alsof men ik weet niet wat wist. en dan weer Zonder eenigen tact of gevoel, herinneringen, onaangename herinneringen op te roepen, die veel beter vergeten bleven. Heb ik straks daar binnen niet duidelijk genoeg gezegd, dat de gebeurtenis van gisteren mijn zenuw gestel zoo had aangedaan, dat ik half waan zinnig was en daarom niet verantwoordelijk kan worden gesteld voor wat ik deed en sprak Mijn Geve Kathe, ge hebt in uw on uitputtelijke wijsheid plan mij te vertellen, dat aan mijn verlovingsring geen voorbëdui- vloed ligt, nietwaar, schat En weer uitte Zij een korten, schamperen lach. En als ik nu bij; alle hartstochtelijkheid en zinsver bijstering, bij allen wrevel over een onrecht vaardige, bevooroordeelde kritiek, die mij zonder de minste verschooning, voor de voe ten werd geworpen, toch een menschelijke aandoening had gevoeld en mijn dierbaar kleinood eens niet weggeworpen had Hebt gij den ring hooren vallen, kind? Onmoge lijk Want hier zit hij immers," zij draaide den ring om den vinger, „hier zit hij, of schoon hij een poging deed om mij te ver laten „Omdat hij u een beetje te wijd is. Gij hebt dunnere vingers dan uw moeder," antwoordde Kathe op onver'oiddelijken toon en sidderend van inwendige verontwaardi ging- Maar Flora sprong op haar toe met een gebaar, of zij haar een stoot geven zou. „Ad der, die gij zijtj" siste zij woedend tusschen de tanden. „Van het oogenblik dat ik u voor de eerste maal zag, heb ik.er een gevoel van gehad, dat gij, met uw plompe, boersche gestalte een leelijke schaduw op mijn levens weg zoudt werpen. Wat vermeet gij u mij te bespieden, en al mijn doen en laten na te gaan Gij mij Zijn dat die prachtige grond stellingen, die de „voortreffelijke juffrouw Lucas" u heeft ingepompt „Laat juffrouw Lucas buiten het spel," zei Kathe, tegenover dezen hartstochtelijken 1 '---1 moeeliik. ..Dat ik zoo denk ding ik weet, dat ik die „prachtige grond stellingen" van mijn braven vader heb geërfd; zij zitten mij in het bloed ik veracht alle komedie in den dagelij kschen omgang en zou liever nooit weer spreken, dan een leu gen goed te noemen. Zijt gij er tot nog toe in geslaagd, uw omgeving met stoute onbe schaamdheid zoo te overbluffen, dat zij, ook al ziet zij dadelijk uw valsche spel, toch geen woord durft te zeggen, bij mij zal u dit niet gelukken, al ben ik ook nog zoo jong en nog zoo onervaren. Ik laat mij i\jet van den weg brengen ik heb soede ooven en een sterk geheugen „Dat zijn zeker krachtige gaven, waar een ander menschenkind met fijner gevoel en zachter aandoening de vlag voor dient te strijken," riep Flora. Terwijl Kathe nog sprak had zij meer dan eens, met spotachtigen l^ch eeri gebaar gemaakt, of zij neen wilde gaan en de brave bakvisch alleen laten zij had de handen gebald, zich op de lippen gebeten, meedoogenloos het spaarzame groen van een ontluikende twijg geplukt maar ge gaan was zij toch niet, en nu sprak zij op eens zoo bedaard, of zij geen oogenblik haar zelfbeheersching verloren had „Of gij mij kunt begrijpen, kind," en zij haalde min achtend de schouders op, „ik geloof het haast niet. Gij houdt met kinderachtig geloof vast aan den vervelenden maatstaf van uw zoogenaamde zedeleer gij meet de zielen J.iai';1 i.ir .lis de kr.n-i'1'' cllcw.iar, onver-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1923 | | pagina 5