Van Wet en Wetgeving. BUITENLAND Kerkel. Kunst - VAN OVEN,Den Haag - Vaandels, Insignes, Vlaggen, Medailles Tweed© Blad 25. Awgastm 1923 MEDISCHE PRAATJES. GEKS. BUIT1ML. BIRtèHTEH, feuilleton KLATERGOUD. Engelsche beschouwingen over den toestand in verband met het ant woord van Poincaré. -- Ernstige moeilijkheden in Spanje; troepen wei geren zich naar Marokko te laten inschepen. Onder de Telegrammen: De aangekondigde redevoering van Strese- mann: een politiek van verzoening; Duitschland wil betalen. Havenstein wil niet vrijwillig heengaan; de Rijksdag zal moeten worden samengeroe pen. De Engelsche minister van koophandel over de vooruitzichten. Relletjes in Spanje. Ü8ARKTNIEUWS. DE LEENINGWET 1914. Wij hebben bij onze overzichten van de Üverse belastingen en de accijnsen herhaal delijk melding gemaakt van Rijks-opcenten, die op die belastingen en accijnsen worden geheven. Die opcenten vonden haar oor sprong in de Leeningwet 1914. Krachtens de '■eeningwet 1914 werd een. geldleening aange gaan van 275 miilioen gulden ten einde Zooals in de considerans der wet is vermeld bijzondere voorzieningen te treffen in ver band met den invloed der buitengewone om standigheden (de Europees che oorlog) op 's lands financiën. Die buitengewone omstan digheden duurden echter veel langer dan men aanvankelijk verwachtte bij de 275 miilioen die de regeering einde 1914 meende noodig te hebben, oleef het niet. Er werd veel meer geld geleend, millioenen en millioenen meer. ïn 1916 werd geleend 250 miilioen, in 1917 500 miilioen, in 1918 350 miilioen, in 1919 400 miilioen. En dan krijgen we nog de ge dwongen leening krachtens de wet van 30 Januari 1920 Stbl. 46, die ook wel een paar honderd miilioen heeft opgebracht. Als wij dus nu in het financieele moeras zitten, dan moet men dit niet wijten aan de tegenwoor dige politiek der regeering, maar dan is de oorzaak daarvan voor een goed deel te vin den in de onverantwoordelijke wijze waarop in de oorlogsjaren en kort daarna met 's lands financiën is omgesprongen. En als zoo menig particulier, die niet gedachtig was, dat op vette jaren magere jaren plegen te volgen, zit ook thans de Regeering met de gebakken peren. i Doch laat ons niet te ver van ons onder werp afdwalen. i Krachtens de leeningwet 1914 is een spe- -ciaal fonds ingesteld, genaamd het leening- fonds 1914. Uit dit fonds moeten de renten en aflossingen van de in 1914 en latere jaren ter oorzake der buitengewone omstandig heden aangegane geldleeningen zooveel mo gelijk worden bestreden. Wij zeggen zooveel mogelijk, want in de jaren na de totstand koming van het fonds werden de leeningen langzamerhand tot zulk een bedrag opge voerd, dat de inkomsten van het fonds niet voldoende waren, om daaruit de renten en aflossingen te betalen. Art. 15 der bovenge noemde wet van 30 Januari 1920 zegt dan ook, dat te beginnen in 1919 uit 's Rijks middelen, die dienen tot dekking der uitga ven op de gewone staatsbegrooting een zoodanig bedrag aan het Leeningfonds 1914 wordt afgestaan, dat alle uitgaven, die uit dit fonds moeten geschieden, daaruit ook inderdaad kunnen gebeuren. Kort daarop werd evenwel bij de wet bepaald (wet van 5 Juli 1920 Stbl. 342) dat de opbrengst der Verdedigingsbelastingen Ia, lb en II voor taan ten voordeele van het Leeningfonds 1914 zouden komen. Behalve over de opbrengst der Verdedi gingsbelastingen, beschikt het fonds 1914 ove.r de hierna te noemen opcenten op de diverse belastingen a twintig opcenten op de aanslagen in de grondbelasting. b tien opcenten op de aanslagen in de per- soneele belasting van hen die een perceel be wonen, waarvan de belastbare huurwaarde hooger is dan 300 voor gemeenten behooren- de tot de eerste klasse der personeele belas ting en hooger dan ƒ100 voor gemeenten, behoorende tot de laagste klasse der perso neele belasting, mits de huurwaarde der perceelen niet hooger is dan 600 respec tievelijk 200. Wij hebben weergegeven de bedragen, die gelden voor de hoogste en laag ste of negende klasse der personeele belas ting. De bedragen die gelden voor perceelen gelegen in de gemeenten behoorende tot een der overige zeven klassen liggen na tuurlijk tusschen de 150 en f 0 en de 6"0 en 2Q0 in. C twintig opcenten op de aanslagen in de personeele belasting van hen, die een per ceel bewonen waarvan de belastbare huur waarde grooter is dan ƒ600, respectievelijk 2C0 naar de onderscheiding sub b gemaakt. Tevens worden 20 opcenten geheven op de aanslagen in de personeele belasting van hen, die in deze belasting niet naar den grondslag huurwaarde, doch wel naar een of meer der andere grondslagen zijn aange slagen. d tachtig opcenten op de grondslagen paar den en motorrijtuigen der personeele belas ting. e vijf en twintig opcenten op de vermogens belasting. i vijf en twintig opcenten op de rijksin komstenbelasting. g drie en dertig opcenten op de dividend en tantièmebelasting. h een zoodanig aantal opcenten op de zegelrechten van buitenlandsche effecten, als gelijk staat met eene heffing van twintig cent van iedere honderd gulden van het kapitaal in het stuk uitgedrukt. i tien opcenten op den gedistillerdaccijns. Deze tien opcenten staan gelijk met 30 per H.L. j twintig opcenten op den suikeraccijns, hetgeen ongeveer neerkomt op 3 per 100 K.G. Intusschen valt hierbij op te merken, dat, toen de opcenten op den suikeraccijns werden ingevoerd, de suikeraccijns zelve met ongeveer een gelijk bedrag werd ver laagd. Men vond blijkbaar de suiker een te waardevol volksvoedsel om deze extra te belasten, n'en déplaise de inzender in „De Maasbode", die tot gedeeltelijke dekking van het Staats-tekort de suikeraccijns wil ver dubbelen. k twintig opcenten op den wijnaccijns, hetgeen gelijk staat met 4 per H.L. Alle deze opcenten worden volgens de Leeningwet 1914, zooals deze nader is ge wijzigd, geheven tot en met het jaar 1933. Of er intusschen alsdan aan de opcenten- geschiedenis een einde zal komen, staat nog te bezien. Het is een klein kunstje om bij de wet den hiergenoemden termijn te verlen gen. Het Rijk zit met zijn financieelen win kel diep in het moeras èn door de roekelooze wijze waarop tot voor kort met de dubbel tjes is omgesprongen èn om de dikwijls to taal noodeloos kostbare wetgeving, die wij er op na houden. Vóór 1933 kan intusschen nog veel gebeuren, veel dat tegenvalt maar ook veel dat bemoedigt. Wij zullen dus maar geen sombere perspectieven openen. Sinds de opbrengst der Verdedigirigs- belastingen aan het Leeningfonds 1914 is toegevoegd, lijdt dit fonds niet meer aan een chronisch tekort, doch kan het bogen op een overschot. Dit overschot dient feitelijk te worden aangewend om extra-aflossingen te doen Op de crisisschulden. Bij de nota betreffende den toestand van 's lands finan ciën, die gevoegd was bij de wetsontwerpen tot vaststelling van de Staatsbegrooting voor 1923 werd echter medegedeeld, dat met het oog op den toestand van 's lands geldmidde len op de crisisleeningen geen extra-aflos singen zouden worden gedaan en dat het geen in het Leeningfonds overbleef, na af trek van de verplichte aflossingen, zou wor den gebruikt tot dekking van het tekort op den gewonen 'dienst. De plotselinge Dood. I. De dichter heeft het menschenleven vaak vergeleken met dat van een stroohalmpje en zeer terecht. Eén stormwind en het kan ook met den mensch, het voornaamste wezen der schepping, gedaan zijn. Wij willen daarom ditmaal een oogenblik met bovenstaand on derwerp ons bezig houden om eens onder de oogen te zien van welken kant deze funeste wind kan waaien. Immers, geen dag gaat haast voorbij of we lezen of hooren, dat een onzer medemenschen plotseling is doodge bleven. Nu eens luidt het noodlottige be richt, dat Mej. A. bij Mej. B. op visite zat, plotseling onwel werd en dood op een stoel bleef zitten, dan weer hooren wij, dat mijn heer X. dood in zijn bed gevonden werd, terwijl er zoo oogenschijnlijk geen enkele aanleiding te vinden was, enz, enz. Ge kunt zelf deze sinistere lijst nog vertien- ja ver honderdvoudigen. Telkens evenwel, als ons zoo'n plotselinge doodstijding bereikt, komt onwillekeurig de vraag op onze lippen „Hoe komt dat, wat is de oorzaak en kenden wij den persoon in kwestie nog van nabij dan wordt de beantwoording dezer vraag ons vaak nog moeilijker, daar het slachtoffer ons zoo flink en ferm voorkwam, zoodat wij bij ons zelf soms dachten „die kan wel honderd jaar worden 1 Niettegenstaande wij een der- gelijken goeden dunk hadden over zulk een patient „was zijn voortreffelijke gezondheids toestand helaas maar schijn. De gerechtelijke geneeskunde heeft in dit opzicht zeer veel licht ontstoken, in de duisternjs. Is men n.l. bevreesd, dat een misdaad in 't spel is, dan kan men van hooger hand gelasten, dat sectie o p het lijk moet geschieden om met volkomen zekerheid de oorzaak van den dood, die plot seling optrad, te kunnen vaststellen. Onwille keurig is men geneigd bij een plotselingen dood of „mors subita" te denken aan het hart. Dit is heel logisch, immers de motor van het menschelijk leven is het hart en wan neer deze slechts een oogenblik weigert dan is het met den „Homo sapiëns" zeer slécht gesteld. Zoo zien wij nog al eens dat de Hart wand door voedingsstoornissen in een zeer slechte conditie is gekomen, plotseling barst of de wand van een der groote Lichaams slagaderen, de aorta, wegens sterk verminderd weerstandsvermogen het bijltje er plotseling bij neerlegt. Het is duidelijk, dat in al der gelijke gevallen de persoon in kwestie er tot op het laatste oogenblik voor de omgeving vrij behoorlijk kan uitzien en niet, althans door het leekenoog gezien, een ziekelijken indruk behoeft te maken. Plots springt de Hartwand, een zeer voornaam bloedvat en de dood treedt binnen weinige oogenblikken in. Niet altijd is het de Hartwand of de wand van een der groote vaten in dc buurt, die door te barsten de oorzaak vormen van een plot seling intreden van den dood. Het kan b.v. ook gebeuren, dat een of ander bloedstolsel meegevoerd wordend in de bloedsbaan, een zeer belangrijk vat afsluit. Zoo ziet) wij dit b.v. nogal eens geschieden bij den Longslag ader. Wordt dit vat plotseling vrijwel geheel afgesloten, dan is de „mors subita", 't nood zakelijk gevolg. De u allen en wel meest bekende aandoe ning, die soms een enkele maal aanleiding kan zijn tot een plotselingen dood is de be roerte. Onder een beroerte verstaan wij het springen van één of meer bloedvaatjes in de hersenen en wel meestal op een bepaalde plaats in de hersenmassa. De patiënt wordt weldra bewusteloos en draagt de bloeding een buitengewoon ernstig karakter, dan is de dood er in zulk een geval mee gemoeid. Wij zullen nu den volgenden keer zien, dat wij toch soms voor moeilijkheden komen te staan, die nu eens in 't geheel niet, dan weer eerst na de meest moeitevolle onder zoekingen, uit den weg zijn te ruimen. MEDICUS. FRANKRIJK EN ENGELAND. De Londensche araadlooze dienst seinde gisteren: In het algemeen kan gezegd wor den dat de bestudeering van de Fransche nota in Engeland niet zoozeer die gedeelten betreft welke als een polemiek zijn op te vatten, doch zich meer bepaalt tot het ont dekken van verklaringen, die een voortzet ting van de onderhandelingen op practi- schen grondslag rechtvaardigen. Men is er zich in de Londensche pers én elders van bewust dat de crisis niet alleen de geal lieerden en Duitschland raakt maar al de Ejuropeesche naties, klein of groot, waarvan de meesten voor vraagstukken zijn ge plaatst, die in menig opzicht verband hou den met het voortduren van het geschil in zake het herstel. Men wenscht algemeen, en dat is ook de hoeksteen van de Engelsche politiek om tot een oplossing langs recht vaardige en practische wegen te komen. In de bladen worden vele voorspellingen gemaakt over dc kansen van een persoon lijk onderhoud in een der volgende weken tusschen Baldwin en Poincaré en men zoekt ijverig naar passages in de Fransche nota die zouden wijzen op cenig nut van zulk een onderhoud. De Times zegt bij een beschouwing over deze mogelijkheid dat een bespreking tus schen de Engelsche staaslieden en Poincaré het misschien mogelijk zou maken een weg te vinden om een controle op de Duitsche financiën in te stellen cn waarborgen en een werkelijke betaling van het herstel te verkrijgen op een wijze dat de algemeene welvaart van Europa wordt bevorderd. De tegenwoordige gang van zaken loopt recht op een ramp aan. De Westminster Gazette meent, dat er een sprankje van hoop is. Zoo heeft thans Poincaré beslist te kennen gegeven, dat, hij de annexatie van de Roer niet wil. Hij is er ook voor te vinden dat een commissie van deskundigen wordt benoemd om aan de commissie van herstel advies uit te brengen over Duitschland's betalingsvermogen. "1 en slotte wenscht hij een vriendschappelijke bespreking over de meeningsverschillen. Dit zijn alle punten, die verdienen te worden overwogen cn het is mogelijk dat Baldwin het denkbeeld van Poincaré om met elkan der de kwestie in der mfnne te bespreken, aanvaardt. De Daily News vestigt de aandacht op de geheimzinnige passage over het herstel van Oostenrijk, die bijna doet vermoeden, dat Poincaré bereid is een aanwending van de financieele methode die Oostenrijk gered heeft ook voor Duitschland in overweging te nemen. Als dat zoo is, wordt natuurlijk de geheele toestand op eens veranderd en wel ten goede. Misschien dat een particu lier onderhoud tusschen Baldwin cn Poin caré deze Zwakke hoop op een afdoende regeling zou kunnen doen aanwakkeren. Het is in ieder geval de moeite waard het te probeeren. Want de een of andere rege ling is dringend noodig voor ieder die er bij betrokken is, Poincaré niet uitgezonderd. De Parijsche bladen schijnen ook van mce- ning dat iets zou kunnen worden bereikt door een persoonlijk onderhoud, hetgeen onmogelijk zou zijn wanneer er steeds maar nota's worden gewisseld. Bij de bespreking van het Engelsche in zicht, dat een regeling een zaak is die alle naties aangaat, doet de Times uitkomen, dat de Fransche nota hoegenaamd niets zegt over dezen kant van het vraagstuk, maar gebaseerd is op een letterlijke en enge Fransche interpretatie van formeele docu menten en zelfs geen zinspeling op de ver warring van de hedendaagsche wereld be vat. Niettemin verlangen wij, zegt de Times, ten zeerste met Frankrijk samen te werken en wij voelen, dat zonder deze samenwer king het ongelooflijk moeilijk zal zijn iets tot stand te brengen waarbij Europa baat zal vinden. Om die red n zijn wij blij wan neer wij eenige verklaring vinden, die op de mogelijkheid van samenwerking wijst. En dan is er in dc eerste plaats de besliste ont kenning van eenig annexatieplan. Wij hopen dat aan dat besluit zal worden vastgehou den. De belofte dat dc bezetting van het Roer gebied gewijzigd zal worden indien het lij delijk verzet ophoudt is eveneens een for meele verplichting, die niet kan worden ge negeerd. Met deze duidelijke omschrijving van de Fransche opvatting inzake de Roer, is het mogelijk dal geleidelijk eenige voor uitgang wordt verkregen. Het is chter dui delijk dat er tijd noodig is om een plan op te bouwen voor een regeling op deze grond- slagen. Het blad twijfelt er niet aan of dc Engrfsche regeering zal in dezen een poging doen, daar samenwerking met Frankrijk voor Engeland van groot belang is voor een alge- heele regeling en afgescheiden van Frankrijk is de weg die tot veiligheid leidt, nog zeer 13 Verscheiden bladen drukken hun leedwezen uit over het falen van Poincaré met betrek king tot het begrijpen van de financieele opofferingen die Engeland voorwaardelijk aanbiedt om tot een regeling te komen. De Tmies zegt te dien opzichte dat het met juist is te beweren, dat Engeland bereid is Duitschland zachtzinniger te behandelen dan Frankrijk. Zoowel in Januari als later heeft dc Engelsche regeering volkomen duidelijk doen uitkomen dat zij bereid was toe te stemmen in een zeer aanzienlijke vermindering van de Fransche schuld aan Engeland onder voorwaarde dat een alge- mecne regeling zou worden verkregen. Het feit dat wij onze schuld aan Amerika afdoen moest geen reden geven tot verwijt. In die zaak doet Engeland eenvoudig datgene wat het in eere verplicht was te doen. De Westminster Gazette merkt op, dat het feit dat geen penny van het geld dat door Engeland van Duitschland en de geallieerden geëischt wordt, feitelijk aan Engeland zou komen maar alleen zou worden geïnd ten behoeve van Amerika, niet aan het Fransche puibliek wordt voorgehouden en dit is daar door hoegenaamd niet in de gelegenheid om de draagkracht van de Engelsche opoffe ringen te begrijpen. De Daily Telegraph wijst op het contract tusschen het Engelsche aanbod om vele hon derden millioenen ponden sterling op te offeren cn de verklaring van Poincaré dat hij geen centime van de vergoeding wil opoffe ren. EEN ÏTALIAANSCHE PERSSTEM OVER HET HERSTEL. De Italiaanschc economist Luigi Einaudi maakt in de Corriera della Sera beschou wingen over den financieelen toestand van Duitschland en van Frankrijk openbaar, Hij zegt, dat de Fransche politiek gerechtvaar digd is. Het is namelijk onbetwistbaar, dat Duitschland, als het maar wil. in staat kan zijn de 50 milliard té betalen, die door be voegde personen als een redelijk cijfer aange duid wordt cn welk bedrag Duitschland op'n gegeven oogenblik zelf bereid scheen aan te nemen. Duitschland is bevrijd van alle bin- nenlandsche schuld; door de verdragen is het bovendien verplicht zich binnen zeer enge perken te houden wat betreft militaire uitgaven. Het kan best een buitenlandsche schuld van 50 milliard goud-mark op zich nemen. Frankrijk heeft een groote binnenlandsche schuld en een groote buitenlandsche schuld, ofschoon het een kleinere bevolking heeft dan Duitschland en minder potentieelen rijk dommen. en socialistische leden van den Bond, die door hun politieke organisaties opgeroepen zijn tot deelneming aan dit congres en in grooten getale aan dien oproep gehoor heb ben gegeven, zich tot het uiterste zullen verzetten tegen samenwerking, vooral indien zij om die mogelijk te maken het standpunt van klassenstrijd zouden moeten verlaten. UIT SPANJE, De werkstaking van 24 uur, uitgeschreven door de Spaanschè communistische en syn dicalistische organisaties uit solidariteit met de stakende mijnwerkers is slechts gedeelte lijk gelukt. De stakers trachtten het verkeer van de trams te Madrid te beletten en losten revolverschoten, waarbij een wagenbestuur der gedood werd. De politie schoot terug; tal van menschen werden gekwest. EEN DUITSCHE REGEERINGS- VERKLARING. Rijkskanselier Stresemann zal zijn aange kondigde groote politieke rede heden houden aan een lunch die de Industrie und Handels- tag hem aanbiedt. Zooals gemeld zal de rijkskanselier bij dez« gelegenheid niet alleen antwoorden op de jongste redevoering van Poincaré maar ook zijn meening zeggen over de Fransche nota aan de Engelsche regeering en bij deze gelegenheid het ge heele vraagstuk van het herstel ter tafel brengen. Mogelijk is dat hij ook een woord aan het adres van den Volkenbond zal zeg gen. UIT ANGORA. Aangaande de debatten voorafgaande aan het besluit tot ratificatie van het Verdrag van Lausanne wordt nog uit Angora gemeld, dat de oppositie zich in hoofdzaak beperkte tot dc navolgende bezwaren. 1, dat in het verdrag de positie van Turkije na de jongste gebeurtenissen niet voldoènde tot uiting komt. 2. dat de door Frankrijk gedane belof ten aangaande de grensregeling van Syrië niet zijn nagekomen. 3. dat de oude Turk- sche staatsschuld niet behoorlijk is verdeeld over de successiestaten en de van Turkije afgescheiden gebieden. 4. dat Turkije geen genoegdoening heeft ontvangen voor de uit betaalde gelden voor bet bouwen der oor logsschepen, die destijds op Engelsche ver ven in beslag zijn genomen. Ook de bepalin gen, dat Turkije in de eerste vijf jaar geen wijziging mag brengen in de douanetarieven en dat het vreemde ambtenaren moet dulden in zijn havens voor toezicht op hygiënische aangelegenheden lokte verzet uit, daar som migen deze bepalingen beschouwden als een inbreuk op dc Turksche souvereiniteit. UIT GRIEKENLAND. De Times bevat een uitgebreide schilde ring van den toestand in Griekenland. De Piraeus is geheel onder de krijgswet gesteld in verband met een botsing, van Woensdag avond tusschen stakers en soldaten, waarbij drie personen gedood en zeven gewond wer den. Deze botsing ontstond doordat com munisten een betooging hielden voor het ope ragebouw. Toen de troepen dc betooging uit een wilden jagen, werd er uit de menigte geschoten, waarop de soldaten in zelfverde diging een aantal schoten losten. De regee ring heeft onmiddellijk voor versterking ge zorgd, zoodat thans overal wordt gepatrouil leerd door afdeelingen, voorzien van ma chinegeweren en door gepantserde automo bielen. De regeering hoopt dén toestand meester te zijn. Minister Piastiras heeft verklaard, dat de stakers zich hebben laten ophitsen door vreemde bolsjewistische elementen en dat dc staking reeds begint te verloopen nu de arbeiders tot beter inzicht komen. De haven arbeiders hebben reeds hun voornemen te kennen gegeven het werk te hervatten en het personeel der electriciteitsfabriek heeft dit reeds ten deele gedaan. DE VAKVEREENIGINGEN EN DE FAS CISTEN IN ITALIË. Uit Milaan wordt gemeld, dat gisteren middag daar het congres van den arbeiders bond is geopend. Zooals bekend is, zullen in deze bijeenkomst besprekingen worden ge houden over het vanwege Mussolini gedane voorstel tot samenwerking van den bond met de fascisten. De eerste spreker was Darra- gona, die uitvoerig de voordeden uiteen zette van zulk een medewerking, waaraan Mussolini evenwel de conditie had verbon den, dat de organisatie voortaan zou afzien van het voeren van den klassenstrijd. Het kwam den eersten dag nog niet tot debat, doch het staat vast, dat de communistische DE SPANJAARDEN IN MAROKKO. Na afloop van den Spaanschen minister raad heeft de minister-president meegedeeld, dat de ministerraad zich bezighoudt met een incident dat zich voorgedaan heeft te Mala ga, waar infanteriesoldaten moeilijkheden maakten om zich in te schepen naar Melilla. Er zijn schoten gevallen en een officier is gedood. De rust is hersteld en de inscheping kon voortgang hebben. -- Volgens officieele berichten uit Melilla zijn er meer dan 250 lijken van opstandelin gen op het slagveld gevonden. Volgens berichten van betrouwbare zijde is een groep van 200 inboorlingen, die hun wapens verborgen hadden gehouden, gisteren Tctoean binnengedrongen. Zij openden een geweervuur in de straten. Er zijn 10 doöden en 34 gekwetsten. In de stad heerscht een hevige paniek. OPIUM-BESTRIJDING. De Amerikaansche regeering heeft toezeg ging gedaan zich in de Voikenbondscom- mjssie voor opiumbestrijding te laten verte genwoordigen door toehoorders. De Ver- eenigde Staten waren opzettelijk door het secretariaat uitgenoodigd vertegenwoordi gers te zenden, omdat Amerika in de vorige vergadering dier commissie eenige belang rijke voorstellen had gedaan. CHOLERA TE BAGDAD. Uit Konstantinopel wordt gemeld, dat in Bagdad cholera is uitgebroken De ziekte schijnt reeds haar weg naar Perzië te hebben gevonden. Men maakt zich te Konstantino pel eenigszir.s ongerust over een tweetal verdachte sterfgevallen, die echter geen cho lera, doch een soort pest schenen te zijn. Uitgebreide voorzorgsmaatregelen zijn geno men en zullen streng toegepast worden. GASWERKERS-STAKING TE PARIJS. Het bestuur van de algemeene gaswerkers- vakvereeniging te Parijs heeft last gegeven tot algemeene staking over te gaan tenge volge van een weigering ingekomen op een verzoek om salaris-verhooging. BRAND IN DE DRUKKERIJ VAN DE BANK TE PARIJS. Een telegram uit Napels meldt, dat een brand een groot gedeelte van het litho-ty pografisch materiaal van de bankbiljetten- drukkerij van de Bank van Napels vernield heeft. De schade bedraagt 3 miilioen lire. Het bankbiljettendepot is voor den brand bespaard gebleven. EEN COMEDIANT. L'Oeuvrc vertelt, dat bij het reddingswerk bij een auto-ramp in het Zuiden van Frank rijk, waarbij toeristen in een afgrond waren gestort, het volgende tooneel zich heeft af gespeeld: De autoriteiten waren op de plaats des on- heils gekomen cn het reddingswerk zou be ginnen, bij de afgebroken borstweringen langs den weg lag een lange opgerolde tros. Een der overheidspersonen vroeg of er iemand aanwezig was, die vrijwillig aan het uiteinde van den kabel in den afgrond neer gelaten wilde worden. Present! antwoordde een infanteric-kapi- tein, die tegelijk zijn tuniek los begon te knoopen. De officier verzocht een geeste lijke, die ook aanwezig was, hem de absolu tie te gevenDe nacht viel over de Py reneeën cn uit den afgrond steeg het sinis tere geruisch van de Gave op. De kapitein nam vervolgens het uiteinde van de tros in de hand en zeide: Ik ga mijn leven wagen. Zijn er onder de aanwezigen bijgeval drie of vier sterke mannen die gewoon zijn kabels te hantee- ren? Niet? Dan zal ik ze zelf wel gaan zoe- En de vrijwillige redder verdween haastig in de richting van Luz. Er wordt nog op hem gewacht. Donderdag is de oudste ingezetene van Sheffield 104 jaar geworden. Het is een mevr. Ann Haykin. Zij is nog krachtig en goed bij. De dag vóór haar verjaardag ge noot zij van een concert, door „de draadloo- ze" gegeven. Aan haar oorën hapert dus nog niets. Zij woont in een rookerig gedeelte van de stad, rookt sterke tabak, drinkt sterke thee en houdt van snoepen. Maar zij heeft nooit last gehad van indigestie of hoofdpijn. Tevens vermelde de Engelsche couranten het overlijden van mevr. A. Garrett, te Aner- ley, die een paar weken geleden honderd zes jaar was geworden. Dit vrouwtje was tot het allerlaatst kras gebleven. In haar 103de jaar had zij nog gestemd. Toen zij 1Ö4 was had dc dentist haar nog tanden moeten trekken. Haar beide kinderen zijn al jarenlang dood. maar wel zijn er thans klein-kinderen, achterkleinkinderen en twee achter-achterkleinkinderen van het oude da metje in leven. Zooals zoovele oude menschen had ook mevr. Garrett haar recept om oud te wor den: „Ecl veel, maar op 'gezeÏÏe tijden. „Tracht van alles den vroolijken kant ttf zien, Stel belang in de dingen des levens, „Tob niet!" De oude dame was niet al te best te spre-s ken over het moderne jonge meisjes, met haar korte rokjes en bloote armen. Mevr. Garrett was 70 jaar weduwe ged weest." Dezer dagen verscheen in een Lon- densch gerechtshof een meisje met een klacht over een jongmensch, dat in een huis naast het hare woonde. Telkens als zij uit ging riep het jongmensch „hoerrahü' De griffier: „Maar dat is u ter eere-" Het meisje: „Ik heb hem er over aang- sproken en hij zegt, dat hij zes andere jonglui zal meebrengen om „hoerrah te roepen!" De rechter: „Dat wordt dan een echtr feestdag!" ALKMAAR, 24 Aug. Kaas. Ter markt wa ren 200 stapels, wegende 180.000 K.G. Fa- briekskaas. kleine 42, commissie 41, mid delbare boerenkaas kleine 45, com missie 41, middelbare Handel goed. AMSTERDAM, 24 Aug. Aardappelen. (Bericht van Jac. Knoop) Zeeuwsche bontt 5.75—6, idem blauw 5—5.25; idem Eigenheimers 4.254.75; Noord-Holland- sche blauwe 3.60, idem bonte 5.60, idem muizen 4.90—5.25; Hillegommer zandaard- appelen 55.50, Schoolmeesters 55 al les per H.L. AMSTERDAM, 24 Aug. (Bericht van het Gem. Veilinggeb., expl. De Jong Koene.) Druiven 0.70110, Aardbeien 0701, Aalbessen Prolefic 0.440.50, Roodo Trosbesscn 0,200.28, Witte id. 0.20 0.30, Yellow Transparant 0.200.36, Madeleine 0.20—0.36, Codlin Keswick 0.120.16, Zweden appelen 0.260.30, Gamerensch zuur 0.12—0.18, Glasappelen 0.180.22, Charlemonsky 0.22—0.26; Kruideniersperen 0.540.70, Oomskinde ren 0.540.70, Rietperen 0.180.24, Dirkjesperen 0.160.28, Poire Madame f 0.260.36, Madame Trijve 0.240.28, Reine Claude 0.50—0.62, Eldiksche prui men 0.300.40, Blauwe pruimen 0.6©— 0.70 per k g.; Perzikpruimen 0.050.06 Perzikken 1 ƒ0.110.17, id. II ƒ0.050.08 Meloenen groote 0.450.80, id. kleine 0.200.40 per stuk; Bloemkool I 22 26, Komkommers 3.506.50 per 100 stuks; Andijvie 57.50, Sla 22.80 per 100 krop; Tomaten 10—20. Snijboonen 34 48, Prinsseseboonen 4654, dubb. boo- nen 24—30, Tuinhoonen 3—4.50, Nieu we aardappelen 46.50, id. drielingen 2.80—4 id. Hill eg. zandaardappelen 6.10 —10.50, id. id. drielingen f*3.10—5.70 per 100 kg HAARLEM, 23 Augustus. Groentenmarkt. Appelen 1435 oh, Peren 1850 ct. per pond; Andijvie f 2.804.60 per 100 st: Spi nazie 2.102.60 per mand; Salade f 3 4.60 per 100 krop; Komkommer 12—18 cf. per stuk; Wortelen 101814 ct. per bos; Pos telein 3040 ct. per mand; Roode kool 10 12 ct. per sluk; Rabarber 4—6 cl. per bos; Snijboonen 20—30 et. per pond; Heerenboo- nen 12—13 ct. per pond; Aalbessen 7—15 ct. per pond; Tuinbooren 68 ct. per K.G.; prei io20 cl. per bos; Selderij 1015 ct. per bos. Door den heer K. Hoogoboom. houden- horn 80, waren aangevoerd dc eerste La tv gendijker bloemkool. LEEUWARDEN, 24 Aug. Boter. Aanvoe. 16/3 137/6. v. fabrieks-, resp. 118 en 1.77 noteering v'./d. commissie 1.80 per K.G. Kaas. Sleutelkaas 0.26—0.50, Nagelkaas 0.20—0.33, Goudsche 0.15—0.65, Edam mer f 0.330.70. Aanvoer 42498 K.G. LEEUWARDEN, 24 Aug. Vee. Aange voerd 195 stieren 200—550, 248 vette koeien 220450, per K.G. 11.20; 576 melk- en kalfkoeien 190450; 142 vette kalveren 4095, 65 pinken 140240, 1080 graskalveren 60—140, 45 nuchtere kalveren f 14-21, 190 vette schapen 30 —55; 130weideschapen 25—40; 280 lam meren 2030; 925 vette varkens 55 150 per K.G. 0.66—0.72; 105 magere var kens f 25—55; 370 vette biggen 30—55; 462 kléine biggen 10—20; 22 paarden; 36 bokken. Handel in gebruiksvec traag en prijzen iets lager, slachtvee nagenoeg prijshoudend, stieren stug, graskalveren iets meer ge vraagd en met kalmen handel tot niet hoo- gere prijzen, vette kalveren gewild, varkens vlug tot iets hoogere prijzen. Zouters 68 72 ct. Londensche varkens 6670 ct. per K.G.; wolvee flauw. Eieren. Aanvoer 11.500 kippen-, 6Vt—9 c, 200 eenden-, 79 ct. UTRECHT, 24 Aug. Kaas. Ter markt wa ren 918 wagons met 60.984 K.G. Prijzen U soort 3638, 2c soort 3335, rijks- merk f 3544. Handel matig. ZALTBOMMEL, 23 ug. Paarden. Op de heden gehouden veulen-paardenmarkt wa ren slechts 37 veulens aangevoerd. De han del was zeer slap. Hengsten-veulens voor de slacht golden 55—75, fok-veulens voor 80—120. ZWOLLE, 23 Aug. Huiden. Gedurende deze v/eek werd betaald voor os- en koe huiden 24 ct., stieren 20 c„ pinken 30 ct., alles per 14 K.G. Handel zeer flauw. ZWOLLE, 24 Aug. Boter. Aangevoerd 80/8 v„ 15/fc v. en 260 stukken, samen 1880 K.G. prijs 1/8 v. 34—36 per K.K. 1-75 1.85. Vee. Aanvoer 498 runderen, 94 graskalve- ren, 40 nuchtere kalveren, 285 schapen, 324 varkens en 994 biggen. Men besteedde voor - ette koeien 90—16C ct., dito kalveren 100—140 ct„ dito varkens 66—72 ct. per K.G., schapen 2047. De handel was algemen traag; prijzen te rugloopend. s subita te aenKen aan nci Flora had haar meester gevonden. Zij wierp een toernigen blik op Kathe die juist de laatste tonen aansloeg. „Goddank dat gij gedaan hebt, Kathe 1" zei ze, terwijl zij even bij haar stil bleef staan. „Gij maakt een leven op de piano, dat mij hooren cn zien vergaat. 2g Uw eigen stukken speelt gij vrij goed lich- Kathe wilde het antwoord van Bruck met te gemakkelijke melodiën zonder veel diep- hooren het werd haar een onuitstaanbare te maar gij moest u met wagen aan Schu- gedachte altijd de onwillekeurige getuige bert of Liszt, zij Zijn u te zwaar. te zijn van dc gesprekken die de verloofden j „Hennette wilde dit stuk graag hoorer, met elkander hielden en zij stelde zich voor, antwoordde Katne bedaard, terwijl zij den dat Bruck op den duur een innigen afkeer vleugel sloot. „Ik heb mij nooit voor een van haar moest gaan voelen. Toch hinderde vlugge klavierspeelster uitgegeven, haar die komedie, die daar onder haar oogen j „Neen, Katne-hef, dat hebt gij ook noo.t weder gespeeld werd, meer dan zij zeggen gedaan, gij zijt ook met een van die virtuosen, kon. Het door dc wereld rondzwervende en die allerlei sprongen maken met de vingers, overal waar het kwam afgekeurde manuscript kwam Hennette er tusschen. Op eens, al had nu moeten dienen als belangwekkend was zij er heen gewaaid, stond zij bij de zus- en betreurenswaardig offer, dat de groot- ters in de muziekkamer. „En toch zou ik heid van ziel en de zelfverloochening eener het meisje wel widen kennen, dat ocnubert rijk begaafde vrouw aan haar heer en gebie- inniger weet op te vatten, dan gij doet. Of der bracht denkt Flora' dat.de tral?en> dle ie™and on" Er werd in Flora's vertrek gesproken, willekeurig bij dit spel in de oogen komen, Tusschen de met krachtige hand aangeslagen alleen uit huichelarij worden geschreid s tonen door, hoorde Kathe de ernstige, kalme „Zenuwen, klnd> zwakke zenuwen an stem van den dokter, maar tot haar blijd- ders met, lacnte Flora en volgde den dokter schan verstond zij geen woord van wat hij in het salon, waai mevrouw Urach haar r.ep. S L toen het sluk uit was gespeeld, ging De oude dame zat aan de tafel met een Flora haer weder voorbij naar de balkon- eenigszins opgewonden gezicht in de eene kamer. Zij ging nu niet aan Brucks arm, hand hield zij haar lorgnet, in de andere een maar liep, met de bouquet der vorstin in de brief, dien men haar juist had gebraent was, haar oor buitengemeen streelde, „daar schrijft mij mijn vriendin, de bar ones Steiner, dat zij plan heeft over weinige dagen hier te komen, om bij u raad en hulp te zoe ken. Zij is buiten zich zelve van bezorgdheid over haar kleinzoon, den stamhouder der von Brandau<§. Sinds eenigsn (ijl gaat de jongen een beetje kreupel en de artsen zoe- ken°naar dc oorzaak ervan, maar weten niets te zeggen. Zoudt gij het kind onder uw be handeling willen nemen?" „Heel graag, altijd in de hoop, dat de ba rones niet al te veel van mijn tijd in beslag wenscht te ne(nen." Bruck kende de gewoon ten dier aristokratische dames maar al te goed, om, den dokter lang te laten wachten en een gewone verkoudheid als een erge eens, als ziekte te beschouwen. Mevrouw Urach was blijkbaar uit haar humeur over den onverschilligen toon, waarop Bruck antwoordde, maar zij zei niets tot hem. „De barones is zeer getroffen door mijn laatste afschrijven," zoo sprak zij tot Flora. „Deze brief", en zij tikte met het lorgnet op het papier, „is vol van kleine hatelijkheden, cn had de angst haar niet aangegrepen, ik geloof, dat zij niet weer aan mij geschreven zou hebben. Ik kan niet zeggen, hoe het mij spijt. Zij wil nu in een hotel gaan, zoodat zij dicht bij onzen hofraad is, en vraagt mij, of ik zoo goed zou willen zijn haar dezen dienst te bewijzen, dat ik vijf kamers voor het wit, dat tegen over haar, achter een stoel en met de handen op de leuning, stond te luisteren naar het gesprek. Bij afwisseling werd zij bleek en rood, want zij voelde wel, dat elk woord van de oude dame een schimp scheut was op haar. „Alles kon hier op de tweede verdieping best geschikt worden, als de barones maar niet met geweld vijf kamers hebben wilde," vervolgde mevrouw Urach. „Zij heeft een salon noodig voor zich en haar dochter Ma rie, een kamer voor den kleinen Job von Brandau en zijn gouvernante, en ten minste drie slaapkamers, want de juffrouw komt ook mee 1" Vol kommer en zorg leunde zij 'het hoofd op de hand. „Dat wil eigenlijk alles te zamen genomen zeggen, dat Kathe hier die wildvreemde en aanmatigende barones in den weg staat, riep Henriette scherp en driftig. „Ik heb al aangeboden, naar den molen te gaan," zei Kathe zonder dat zij eenige gevoeligheid liet blijken, en streek tegelijk de hand over Henriette's haar. „O neen, dan weet ik wat beters, Kathe als gij toch weg moet," riep het zieke meisje, terwijl zij met groote oogen naar haar opzag. „Wij vragen Bruck's tante, of wij de logeer kamer bij haar voor u mogen hebben. Ik weet, dat zij heel blij zal zijn, als gij daar komt, want gij zijt haar lieveling, haar oogappel. Uw vleugel wordt er heengebracht, en ik mag èr komen, zoo dikwijls ik wil op eens, Bruck aanziende, zweeg zij stil. De dokter had zich eerst omgekeerd en door het raam naar buiten gezien, doch nu zag hij naar haar met een gelaat, waar ontevredenheid, verdriet, toorn zelfs duidelijk op stonden te Lzen. Zij vertrouwde bijna haar oogen niet, zoo geheel anders als gewoonlijk zag Bruck er uit. „Ik vind het praktischer en stel het dus ook voor, dat de knaap met zijn gouvernante bij mij wordt ingekwartierd," zei hij op koelen toon. Mevrouw Urach trok en plukte aan het lint van haar muts en kon nauwelijks een vluchtigen, spotachtigen lach onderdrukken. „Dat zal moeielijk gaan, beste hofraad," her nam zij. „Mijn oude vriendin zal voor geen geld van de wereld Job alleen willen laten, en dan gij weet niet, gij hebt er geen denkbeeld van, hoe verwend die jongen is. Onze lieve, kleine erfprins heeft lang zulke fraaie vertrekken niet, als deze eenigste en laatste spruit der voh Brandau s. Het magere, leelijke ventje slaapt onder satijnen deken achter zijden gordijnen. Och, dc familie kan dat doen en vindt al die weelde doodnatuur lijk. Wij gewone menschen, raken verlegen, wanneer wij zulke verwende gasten moeten ontvangen." „En waarom wenscht gij dat kleine mon ster want die gevierde laatste spruit der Brandau's is de ondeugendste bengel, die op Gods aardbodem loopt bij uw tante als logeergast in te kwartieren, Leo?" vroeg Henriette op den toon der diepste ergernis. Plotseling was zij in die stemming van lichtgeraaktheid vervallen, die haar soms woorden deed zeggen van lichtgeraakt heid waar zij een oogenblik later berouw van had. „Wat heeft Kathe u gedaan? Ik heb er al lang verdriet van gehad, dat gij zoo on rechtvaardig, zoo onaangenaam jegens haar zijt. Is zij u niet voornaam genoeg, omdat haar grootvader maar een molenaar was Gij schijnt er niet toe te kunnen komen, haar zelfs maar toe te spreken, en dat is toch wat heel belachelijk, want in den grond van de zaak is zij Flora's zuster, even goed als ik. Wij allen zijn goed en vertrouwelijk onder elkander zij alleen schijnt de ver;t gote ling te moeten zijn." „Mijn beste schat, die vertrouwelijkheid is mij al lang een doorn in net oog geweest, en als ik wat te zeggen had, dan bleeft gij even goed op een afstand als Kathe," kwam Flora tusschenbeiden. „Ronduit gezegd mis gun ik aan iedereen een voorrecht, waa- ik alleen aanspraak op heb. In betrek ri ig tot u wil ik genade voor recht laten gelden en kan het zoo blijven, maar wat Kathe aangaat zou ik zulk een vertrouwelijkheid met Leo al zeer ongaarne zien." Zij sloeg een arm om Brucks hals en leunde de schoone gestalte tegen hem aan, terwijl zij met een teederen blik tot hem opzag. Was het die aanraking in aller tegenwoor digheid of was hij onaangenaam getroffen door het hem zonder verschooning voor de voeten geworpen verwijt van Henriette zeker is het, dat hij opsprong, alsof een slang zich om zijn hals kronkelde, in plaats v Wordt vervolgd»

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1923 | | pagina 5